Cees Hagenbeek
Maria van Hemricourt
Maria van Hemricourt, geb. circa 1250, erfdochter van Hemricourt, Vrouwe van Kikempoix, ovl. op 19 nov 1304.

tr. (1)
met

Hendrik van Boutershem1, zn. van Hendrik V van Boutersem (heer van Boutersem, heer van half Oplinter) en Margaretha van Wesemaele (gecompenseerdmet half Oplinter want de andere helft behoorde aan het geslacht Van Kraainem), geb. circa 1280, heer van Boutershem, ovl. op 11 jul 1302.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria  †1325   10 
Henrick VI  †1333   

tr. (2)
met

Arnoul V de Walhain, ovl. op 11 jul 1302.


Bronnen:

1.Ons Voorgeslacht (OV nieuw), Periodiek (OV), Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie, Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie, Rotterdam, vanaf 1946 (blz. 131)

Bruno van Arneburg
Bruno Graf van Arneburg, graaf van Arneburg, ovl. op 30 nov 978.

relatie
met

Frederune ? .

Frederune ? .
Von Harzgau, Bia?; v.Damm.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Mathilde  †990   


Frederune ?
Frederune ? .

Frederune ? .
Von Harzgau, Bia?; v.Damm.

relatie
met

Bruno Graf van Arneburg, graaf van Arneburg, ovl. op 30 nov 978.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Mathilde  †990   


Osburga van Wight
Osburga van Wight, geb. circa 810, ovl. na 876.

Osburga van Wight.
Door de koning in 853 verstoten, daughter of earldorman Oslac, Ethelwulfs pincerna (cupbearer).

relatie
met

Æthelwulf koning van Wessex, zn. van Egbert III de Grote koning van Wessex (koning van Wessex 827-836) en Redburga , geb. circa 800, koning van Wessex 837-858, ovl. Londen [Groot Brittanië] op 13 jan 858, begr. Steyning [Groot Brittanië], tr. (2) op 1 okt 856 met zijn schoondochter Judith van West-Francië. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Æthelwulf koning van Wessex.
Æthelwulf of Edelwolv (ca. 800 - Londen, 13 januari 858) was koning van Wessex (839 - 856) en van Kent (825 - 856), Essex en Sussex. Hij was zoon van Egbert van Wessex en Redburga.
In 825 veroverde hij Kent voor Wessex, en werd daar koning onder het oppergezag van zijn vader. In 839 volgde hij zijn vader op als koning van Wessex, dat in die tijd het gehele zuidelijke kustgebied van Engeland omvatte: van Cornwall tot Essex. Hij werd gekroond in Kingston upon Thames. Al snel gaf hij het bestuur over het oostelijk deel van zijn rijk aan zijn oudste zoon Ethelstan en huwt zijn nog erg jonge dochter met de koning van Mercia.
Ethelwulf bereikt in 850 een akkoord over een grensgeschil met Mercia. Daarna wordt hij geconfronteerd met een inval van de Denen onder Rorik van Duurstede, die Canterbury en Londen wisten te veroveren en daarna Mercia versloegen. Ethelwulf versloeg de Denen in 851 bij Oakly of Ockly. Hij moest wel toestaan de East Anglia onder controle van de Denen bleef. Ook versloeg hij in 853, samen met Mercia, Cyngen ap Cadell van Wales.
In 853 stuurde hij zijn jongste zoon Alfred, die zes jaar oud was en vermoedelijk was voorbestemd voor een geestelijk ambt, naar Rome. In 855 (vermoedelijk na het overlijden van zijn vrouw) ging hij ook zelf naar Rome en deed kostbare schenkingen aan de kerk, o.a. gouden kelken en vergulde zilveren kandelaars aan de St. Pieter en erkende ook de opperheerschappij van de paus. Na zijn terugkeer in 856 werd hij geconfronteerd door zijn zoons die tijdens zijn afwezigheid hadden geregeerd en steun hadden van de adel en de geestelijkheid. Ethelwulf koos voor onderhandelingen en er werd een compromis bereikt waarbij de macht werd gedeeld. Korte tijd later overleed hij in Londen.
Ethelwulf overleed in Londen maar werd begraven in Steyning (Sussex). In de kerk daar is zijn vermoedelijke grafsteen nog te zien.
Van Ethelwulf zijn twee huwelijken gedocumenteerd maar er wordt aangenomen dat hij drie keer getrouwd is geweest en ook nog een minnares heeft gehad. Anders zijn leeftijdsverschillen tussen zijn kinderen en de manier waarop hun onderlinge verhouding wordt beschreven, niet te verklaren.

Uit deze relatie 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ælfred*848 Wantage (Wessex) †899  51
Aethelbald  †860   


Billung I
Billung I , graaf.

Billung I .
De Billungers vormen een adellijk Saksisch geslacht uit de vroege middeleeuwen. Ze worden onderscheiden in oude en jonge Billungers, waarbij de familiebanden tussen beide niet altijd duidelijk zijn. Tot de familie behoort ook de "princeps" Billung, die door zijn dochter Oda (-913) de schoonvader van de Saksische graaf Liudolf (-866) werd, de stamvader der Liudolfingers.
De oude Billungers zijn afkomstig uit Wetigau en behoorden tot de belangrijkste families van Oost-Saksen ten tijde van Karel de Grote. De eerste met naam bekende Billunger is graaf Wichman Billung (Wychmannus), die in 811 onderhandelingen aan de Eider gevoerd zou hebben. Wichman II was graaf in Hamaland. Zijn zoon graaf Egbert, vermoedelijk de grootvader van Herman Billung (-973), kreeg van koning Arnulf (850-899) gebieden in Bardengouw toegewezen.

tr.
met

Aeda van Italië, dr. van Karloman\Pippijn der Franken (koning van Italië 781, koning van Lombardije).

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Oda  †913   


Dirck van Polanen
Diederick (Dirck) van Polanen1 (van der Lecke van Polanen), geb. in 1322, 2e Heer van Asperen, drost van Heusden, ovl. voor 8 jan 1413.

Diederick (Dirck) van Polanen.
Heer van Asperen (door huwelijk), vermeld met zijn broeders op 25 mei 1344, eveneens 3 juli 1350 in het testament van zijn oom Snickerieme, zwoer met andere Hoeken op 5 september d.a.v. trouw aan keizerin Margaretha en werd 5 jaar later door graaf Willem V weer in genade aangenomen. Hij werd in 1359 drost van Heusden en moest 8 februari 1379 uitspraak doen in een geschil tussen de zonen van zijn overleden oudste broeder, over de verdeling van diens goederen. Ook op 1 december 1386 trad hij op als arbiter, samen met heer Willem van Oosterhout, namens Jan III van Polanen, heer van de Leek en Breda, die een geschil had met Hugheman van Strijen, heer van Zevenbergen. Met zijn 3 zonen werd hij op 12 november 1393, in verband met de moord op Aleida van Poelgeest, door Albrecht van Beieren (wiens raadsheer hij meermalen geweest was) uit Holland verbannen. Op 4 juli 1399 is hem tenslotte door Albrecht vergiffenis geschonken.
Hij stierf in 1412 (na 30 augustus) op zeer hoge leeftijd, naar schatting ongeveer 90 jaar oud. Vermeld vanaf 25-5-1344; wordt beleend met enige tienden 5-12-1346; belooft trouw aan gravin Margaretha 1350; is een van de executeurs in het testament van zijn oom Willem van Duvenvoorde (‘Snickerieme’) 29-5-1350; wordt na een geschil met de graaf weer in genade aangenomen 22-9-1355; verovert na een beleg van elf maanden het slot Heemskerk waar de Kabeljauwen (die getracht hadden Reinoud van Brederode, schout van Kennemerland, te vermoorden) zich hadden verschanst 1358; neemt Heusden en wordt daar drost 1359; is (door huwelijk) heer van Asperen 1366; is raad van hertog Albrecht 1384 en 1385; wordt met zijn drie zoons na de moord op Aleid van Poelgeest en Willem Cuser verbannen  28-5-1393; krijgt vergiffenis 4-7-1399; overl. (hoogbejaard) na.
30-8-1412 en vóór 8-1-1413.

 
 

tr.
met

Elburg Elburg Ottosdr van Arkel van Asperen1, dr. van Otto van Heukelom van Asperen en Aleida bastaarddr van Avesnes (heer van Asperen, Heukelom en Hagestein), geb. tussen 1328 en 1334, ovl. op 14 feb 1415.

Elburg van Arkel van Asperen.
Den 9 den Mei 1366 ontvangt Eiburch, vrouwe van Asperen, dochter van Heer Otto van Asperen Heer van Asperen en van Aleyd, natuurlijke dochter van Guy van Avesnes, bisschop van Utrecht, na dode van haar zuster Aleyd, vrouw van heer Walraven van Valckenborch, heer tot Born, van Sittard en van Herpen, van den graaf van Holland te leen het huis te Wadenburg, de stad en heerlijkheid van Asperen en het huis te Lingenstein en maakt deze goederen te lijftocht aan haar echtgenoot Dirck van Polanen, getuige hierbij was heer Jan van Langherake.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Catharina*1360 Brakel    
Otto III     



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Ridoreh van Nantes
Ridoreh van Nantes, graaf van Nantes.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Alan I  †937   


Elburg van Arkel van Asperen
Elburg Elburg Ottosdr van Arkel van Asperen1, geb. tussen 1328 en 1334, ovl. op 14 feb 1415.

Elburg van Arkel van Asperen.
Den 9 den Mei 1366 ontvangt Eiburch, vrouwe van Asperen, dochter van Heer Otto van Asperen Heer van Asperen en van Aleyd, natuurlijke dochter van Guy van Avesnes, bisschop van Utrecht, na dode van haar zuster Aleyd, vrouw van heer Walraven van Valckenborch, heer tot Born, van Sittard en van Herpen, van den graaf van Holland te leen het huis te Wadenburg, de stad en heerlijkheid van Asperen en het huis te Lingenstein en maakt deze goederen te lijftocht aan haar echtgenoot Dirck van Polanen, getuige hierbij was heer Jan van Langherake.

tr.
met

Diederick (Dirck) van Polanen1 (van der Lecke van Polanen), zn. van Johan I heer van Duivenvoorde van Wassenaer heer van Polanen (heer van Polanen en van der Lecke) en Catharina van Brederode Vrouwe van der Leck, geb. in 1322, 2e Heer van Asperen, drost van Heusden, ovl. voor 8 jan 1413.

Diederick (Dirck) van Polanen.
Heer van Asperen (door huwelijk), vermeld met zijn broeders op 25 mei 1344, eveneens 3 juli 1350 in het testament van zijn oom Snickerieme, zwoer met andere Hoeken op 5 september d.a.v. trouw aan keizerin Margaretha en werd 5 jaar later door graaf Willem V weer in genade aangenomen. Hij werd in 1359 drost van Heusden en moest 8 februari 1379 uitspraak doen in een geschil tussen de zonen van zijn overleden oudste broeder, over de verdeling van diens goederen. Ook op 1 december 1386 trad hij op als arbiter, samen met heer Willem van Oosterhout, namens Jan III van Polanen, heer van de Leek en Breda, die een geschil had met Hugheman van Strijen, heer van Zevenbergen. Met zijn 3 zonen werd hij op 12 november 1393, in verband met de moord op Aleida van Poelgeest, door Albrecht van Beieren (wiens raadsheer hij meermalen geweest was) uit Holland verbannen. Op 4 juli 1399 is hem tenslotte door Albrecht vergiffenis geschonken.
Hij stierf in 1412 (na 30 augustus) op zeer hoge leeftijd, naar schatting ongeveer 90 jaar oud. Vermeld vanaf 25-5-1344; wordt beleend met enige tienden 5-12-1346; belooft trouw aan gravin Margaretha 1350; is een van de executeurs in het testament van zijn oom Willem van Duvenvoorde (‘Snickerieme’) 29-5-1350; wordt na een geschil met de graaf weer in genade aangenomen 22-9-1355; verovert na een beleg van elf maanden het slot Heemskerk waar de Kabeljauwen (die getracht hadden Reinoud van Brederode, schout van Kennemerland, te vermoorden) zich hadden verschanst 1358; neemt Heusden en wordt daar drost 1359; is (door huwelijk) heer van Asperen 1366; is raad van hertog Albrecht 1384 en 1385; wordt met zijn drie zoons na de moord op Aleid van Poelgeest en Willem Cuser verbannen  28-5-1393; krijgt vergiffenis 4-7-1399; overl. (hoogbejaard) na.
30-8-1412 en vóór 8-1-1413.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Catharina*1360 Brakel    
Otto III     



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Koenraad I in de Argen- en de Linzgau
Koenraad I (Konrad I) graaf in de Argen- en de Linzgau, geb. circa 795, ovl. op 16 feb 863.

Koenraad I graaf in de Argen- en de Linzgau.
834-860 Graf im Linzgau, Albgau, Rheingau, Argengau, Eritgau, und Zürichgau, 849 Comte de Paris, 860 Graf von Auxerre, Laienabt von St.Germain d'Auxerre 846.

tr.
met

Adelheid/Aelis (Adelais, Aelis) (Aelis) van Tours, dr. van Hugo "de Angstige" graaf van Tours van de Elzas (graaf van de Elzas) en Eva van Parijs, geb. circa 810, Gräfin im Argen- und Linzgau, ovl. na 866.

Adelheid/Aelis van Tours.
Comte Alleaume/Adalhelm im Gau Laon, 1. Ehe mit Konrad von Auxerre. .
Weduwe van de 22-3-863‘gestorven Beierse graaf Konrad 1 uit het geslacht der Welfen, graaf van de Aargouw, leken-abt van Sankt Gallen en St. Germain d’Auxerre, misschien ook graaf van Auxerre.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Welf I*825  †876  51
Koenraad II  †876   


Adelheid/Aelis van Tours
Adelheid/Aelis (Adelais, Aelis) (Aelis) van Tours, geb. circa 810, Gräfin im Argen- und Linzgau, ovl. na 866.

Adelheid/Aelis van Tours.
Comte Alleaume/Adalhelm im Gau Laon, 1. Ehe mit Konrad von Auxerre. .
Weduwe van de 22-3-863‘gestorven Beierse graaf Konrad 1 uit het geslacht der Welfen, graaf van de Aargouw, leken-abt van Sankt Gallen en St. Germain d’Auxerre, misschien ook graaf van Auxerre.

tr. (1) tussen 863 en 864
met

Robert IV 'de Sterke' (Rupert IV) van Parijs, zn. van Robert III in de Wormsgau (vermeld 812-830) en Waldrada van Orleans, geb. circa 820, hertog van Francië, ovl. Brisarte op 15 sep 866.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Robert I*865  †923 Soissons 57

tr. (2)
met

Koenraad I (Konrad I) graaf in de Argen- en de Linzgau, zn. van Welf I van Beieren van Altorf en Eigilwich uit Saksen, geb. circa 795, ovl. op 16 feb 863.

Koenraad I graaf in de Argen- en de Linzgau.
834-860 Graf im Linzgau, Albgau, Rheingau, Argengau, Eritgau, und Zürichgau, 849 Comte de Paris, 860 Graf von Auxerre, Laienabt von St.Germain d'Auxerre 846.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Welf I*825  †876  51
Koenraad II  †876   


Lodewijk II van Italië
Lodewijk II van Italië, geb. circa 822, ovl. Brescia op 12 aug 875.

relatie
met

Engelberge van Spoleto ?, ovl. tussen 896 en 901.

Engelberge van Spoleto ?.
Äbtissin im 868 von S.Salvat, Brescia, 896 von S.Sisto, Piacenza.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Irmgard*852  †897  44


Engelberge van Spoleto ?
Engelberge van Spoleto ?, ovl. tussen 896 en 901.

Engelberge van Spoleto ?.
Äbtissin im 868 von S.Salvat, Brescia, 896 von S.Sisto, Piacenza.

relatie
met

Lodewijk II van Italië, zn. van Lotharius I keizer der Karolingen (Keizer Aken juli 817) en Irmingard van de Elzas (sticht klooster Erstein), geb. circa 822, ovl. Brescia op 12 aug 875.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Irmgard*852  †897  44


Björn af Upsala
Björn Kung af Upsala, koning van Birka.

Björn Kung af Upsala.
Jernsida.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Erik     


Hendrik V van Boutersem
Hendrik V van Boutersem, geb. circa 1256, heer van Boutersem, heer van half Oplinter, ovl. op 16 jan 1294.

Hendrik V van Boutersem.
onmondig 1236, ridder vermeld 1236, 1254-1279.

tr. op 17 apr 1277
met

Margaretha van Wesemaele2,1 (van Merxsem), dr. van Arnold IV van Wesemaele (maarschalk van Brabant) en Elisabeth , geb. circa 1247, gecompenseerdmet half Oplinter want de andere helft behoorde aan het geslacht Van Kraainem, ovl. op 25 mrt 1302.

Margaretha van Wesemaele.
Maria van Wezemaal, vrouwe van Schoten, Merksem, Ettenhove en Bergen op Zoom, vermeld 1353-tna 1390, dochter van Gerard en Maria van Wilre, gehuwd met Hendrik van Boutersem, heer van Kinkempois, ridder, 1351 overl. na 1370,gebruikte twee enigszins, aar essentieël, verschillende zegelstempels. Van het eerste zegelstempel is een afdruk van 9 mei 1354 bewaard gebleven en van het tweede zegelstempel een van 6 sep 1355. Op het eerste zegelstempel voerde zij een gedeeld wapen: 1e drie maliën met een schildhoofd met drie palen en 2e drie lelies met een barensteel van drie hangers. Het rechterwapen op dit zegel is dat van haar echtgenoot Hendrik van Boutersem en het linkerwapen dat van haar grootvader Gerard van Wezemaal, heer van Schoten en Merksem, en vermoedelijk ook dat van haar vader.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hendrik*1280  †1302  22



Bronnen:
1.Europäische Stammtafeln (ES 8), Detlev Schwennicke, Marburg [Duitsland], 1980 (blz. 29)
2.Ons Voorgeslacht (OV nieuw), Periodiek (OV), Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie, Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie, Rotterdam, vanaf 1946 (blz. 131)

Raimund I van Toulouse
Raimund I (Fulguad, Foucaud) van Toulouse (de Rouergue et de Toulouse), geb. in 812, graaf van Toulouse, ovl. Toulouse [Frankrijk] op 21 apr 863.

relatie
met

Berta van Reims, dr. van Remy , geb. circa 814, ovl. circa 887.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Odo*832  †918  86


Berta van Reims
Berta van Reims, geb. circa 814, ovl. circa 887.

relatie
met

Raimund I (Fulguad, Foucaud) van Toulouse (de Rouergue et de Toulouse), zn. van Fulcoad de Rouergue, geb. in 812, graaf van Toulouse, ovl. Toulouse [Frankrijk] op 21 apr 863.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Odo*832  †918  86


Hermengild van Alby
 
Hermengild (Ermengaud) van Alby, graaf van Alby.


Hij krijgt een dochter:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Garsinde*840  †878 Albi [Frankrijk] 37


Johan I van Duivenvoorde van Wassenaer heer van Polanen
 
Johan I heer van Duivenvoorde van Wassenaer heer van Polanen (van Polanen), geb. Wassenaar in 1285, heer van Polanen en van der Lecke, ovl. Monster op 26 sep 1342 (26 sep 1342), begr. aldaar op 26 sep 1342.


Johan I heer van Duivenvoorde van Wassenaer heer van Polanen.
wordt op 6 december 1305 genoemd als zoon van Philips van Duivenvoorde en 30 maart 1306 als neef van Dirk van den Wale, die hem 17 september 1311 de molen te Voswijc in Monsterambacht schonk. Van zijn vader erfde hij tussen 1307 en 1309 de bezitting Polanen, eveneens gelegen onder Monster. Op 30 maart 132622 pachtte hij de heerlijkheid van de Lek, te weten de ambachten: Krimpen aan de Merwede ( = aan de Lek), Krimpen aan de Yssel, Ouderkerk en Zuidbroek “om 490 pond Hollands, den grote Tornoyse voir achte penninghe gherekent, die hi ghehelic ende al betaeld hevet”.
In 1327 werd hij beleend met Heemskerk en Castricum, hij werd ridder (1329) en baljuw in Rijnland (1331), Woerden, Kennemerland en  West-Friesland. Op 19 november 1335 verwierf hij Capelle van heer Pieter van der Leek, terwijl hertog Jan 111 van Brabant hem op 9 dec. 1339 de heerlijkheid Breda, waarvan zijn broer Willem v. Duivenvoorde het vruchtgebruik had, voor 28.000 kleine florijnen verpandde. Op 15 januari 1342 beleende graaf Willem IV hem nog met een korentiende en de smaltiende in Poeldijk, gegoed onder  Monster, Delft, Maesland en Schipluiden, baljuw van  Woerden, Rijnland, Kennemerland en Westfriesland.
Pandheer van de Lek en Breda.
was vanaf 1326 pandheer van de Lek en vanaf 1339 pandheer van Breda. Hij is de stamvader van de zijtak-Polanen uit het huis Wassenaer. Hij woonde op het stamhuis Polanen bij Monster (Zuid-Holland).

Hij was de zoon van Filips III van Duivenvoorde en Elisabeth, vrouwe van Vianen, en was een halfbroer van Filips' buitenechtelijke zoon Willem van Duivenvoorde. Jan wordt voor het eerst vermeld in een bron uit 1305.

Tussen 1307 en 1309 en erfde Jan van Polanen van zijn vader het huis en goed te Polanen (Monster). Hij wist zijn bezit in het Westland uit te breiden met een molen te Monster (1311), met tienden aldaar (1322), en met tienden onder Delft, Maasland en Schipluiden (1324).

In 1328 was hij aanwezig bij de Slag bij Kassel onder de graaf van Vlaanderen (Lodewijk II van Nevers). In het jaar erop (in maart 1329) werd hij tot ridder geslagen.

Na het overlijden van zijn rijke halfbroer Willem van Duivenvoorde, erfde Jan I zijn burcht te Geertruidenberg.

Hij werd in 1331 tot baljuw van Woerden benoemd, in 1331 en 1336 baljuw van Rijnland, en in 1339 baljuw van Kennemerland en West-Friesland.

Heer van Breda, samen met zijn zoon Jan II van Polanen (1324–1378) pandde Jan I vanaf 9 december 1339 van hertog Jan III van Brabant de heerlijkheid Breda, waarvan zijn halfbroer Willem het vruchtgebruik kreeg. Zijn zoon Jan II van Polanen kocht de heerlijkheid Breda in 1353 en liet er het kasteel van Breda bouwen. Jan II van Polanen gaf ook opdracht om een muur op te trekken rond Breda om de stad te beschermen tegen aanvallers.

tr. in 1322
met

Catharina van Brederode Vrouwe van der Leck, dr. van Dirk II 'de Goede' van Brederode (3e Heer van Brederode 1285, baljuw van Kennemerland 1288) en Maria van der Lecke, geb. Santpoort in 1297, ovl. Monster op 28 jun 1372, begr. op 28 jun 1372.

 


Catharina van Brederode Vrouwe van der Leck.
zij maakte in 1370 een testament en woonde toen te Rijnsburg.  Zij trouwt Jan I van Polanen , 1322/23, (zoon van Philips van Duivenvoorde en waarsch. Elisabeth van Vianen ) ridder (1329), baljuw in Rijnland (1331), Woerden, Kennemerland en West-Friesland, ovl. 26.09.1342, begr. te Monster. Hij erfde van zijn vader de bezitting Polanen, gelegen onder Monster. Hertog Jan III van Brabant verpandt hem 1339 de heerlijkheid Breda, waarvan zijn (half-)broer Willem v. Duivenvoorde het vruchtgebruik had.

Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan II  †1378 Breda  
Diederick*1322  †1413  90
Maria~1325 Heemstede †1375  50
Philips*1328  †1380  52
Gerard*1324 Monster †1380 Monster 56



Bronnen:
1.Catharina van de Nesse, de vrouw van Willem van Montfoort, (B 061), B.de Keijzer, Hogenda, Ons Voorgeslacht (blz. 43)

Godfried van Charroux
Godfried van Charroux, graaf van La Haute Marche.


Hij krijgt een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sulpicus     


Catharina van Brederode Vrouwe van der Leck
 
Catharina van Brederode Vrouwe van der Leck, geb. Santpoort in 1297, ovl. Monster op 28 jun 1372, begr. op 28 jun 1372.


Catharina van Brederode Vrouwe van der Leck.
zij maakte in 1370 een testament en woonde toen te Rijnsburg.  Zij trouwt Jan I van Polanen , 1322/23, (zoon van Philips van Duivenvoorde en waarsch. Elisabeth van Vianen ) ridder (1329), baljuw in Rijnland (1331), Woerden, Kennemerland en West-Friesland, ovl. 26.09.1342, begr. te Monster. Hij erfde van zijn vader de bezitting Polanen, gelegen onder Monster. Hertog Jan III van Brabant verpandt hem 1339 de heerlijkheid Breda, waarvan zijn (half-)broer Willem v. Duivenvoorde het vruchtgebruik had.

tr. in 1322
met

Johan I heer van Duivenvoorde van Wassenaer heer van Polanen (van Polanen), zn. van Philips van Duivenvoorde ridder (1e Heer van Polanen, baljuw van Kennemerland) en Elisabeth Zwedersdr van Bosinchem en Vianen, geb. Wassenaar in 1285, heer van Polanen en van der Lecke, ovl. Monster op 26 sep 1342 (26 sep 1342), begr. aldaar op 26 sep 1342.

 


Johan I heer van Duivenvoorde van Wassenaer heer van Polanen.
wordt op 6 december 1305 genoemd als zoon van Philips van Duivenvoorde en 30 maart 1306 als neef van Dirk van den Wale, die hem 17 september 1311 de molen te Voswijc in Monsterambacht schonk. Van zijn vader erfde hij tussen 1307 en 1309 de bezitting Polanen, eveneens gelegen onder Monster. Op 30 maart 132622 pachtte hij de heerlijkheid van de Lek, te weten de ambachten: Krimpen aan de Merwede ( = aan de Lek), Krimpen aan de Yssel, Ouderkerk en Zuidbroek “om 490 pond Hollands, den grote Tornoyse voir achte penninghe gherekent, die hi ghehelic ende al betaeld hevet”.
In 1327 werd hij beleend met Heemskerk en Castricum, hij werd ridder (1329) en baljuw in Rijnland (1331), Woerden, Kennemerland en  West-Friesland. Op 19 november 1335 verwierf hij Capelle van heer Pieter van der Leek, terwijl hertog Jan 111 van Brabant hem op 9 dec. 1339 de heerlijkheid Breda, waarvan zijn broer Willem v. Duivenvoorde het vruchtgebruik had, voor 28.000 kleine florijnen verpandde. Op 15 januari 1342 beleende graaf Willem IV hem nog met een korentiende en de smaltiende in Poeldijk, gegoed onder  Monster, Delft, Maesland en Schipluiden, baljuw van  Woerden, Rijnland, Kennemerland en Westfriesland.
Pandheer van de Lek en Breda.
was vanaf 1326 pandheer van de Lek en vanaf 1339 pandheer van Breda. Hij is de stamvader van de zijtak-Polanen uit het huis Wassenaer. Hij woonde op het stamhuis Polanen bij Monster (Zuid-Holland).

Hij was de zoon van Filips III van Duivenvoorde en Elisabeth, vrouwe van Vianen, en was een halfbroer van Filips' buitenechtelijke zoon Willem van Duivenvoorde. Jan wordt voor het eerst vermeld in een bron uit 1305.

Tussen 1307 en 1309 en erfde Jan van Polanen van zijn vader het huis en goed te Polanen (Monster). Hij wist zijn bezit in het Westland uit te breiden met een molen te Monster (1311), met tienden aldaar (1322), en met tienden onder Delft, Maasland en Schipluiden (1324).

In 1328 was hij aanwezig bij de Slag bij Kassel onder de graaf van Vlaanderen (Lodewijk II van Nevers). In het jaar erop (in maart 1329) werd hij tot ridder geslagen.

Na het overlijden van zijn rijke halfbroer Willem van Duivenvoorde, erfde Jan I zijn burcht te Geertruidenberg.

Hij werd in 1331 tot baljuw van Woerden benoemd, in 1331 en 1336 baljuw van Rijnland, en in 1339 baljuw van Kennemerland en West-Friesland.

Heer van Breda, samen met zijn zoon Jan II van Polanen (1324–1378) pandde Jan I vanaf 9 december 1339 van hertog Jan III van Brabant de heerlijkheid Breda, waarvan zijn halfbroer Willem het vruchtgebruik kreeg. Zijn zoon Jan II van Polanen kocht de heerlijkheid Breda in 1353 en liet er het kasteel van Breda bouwen. Jan II van Polanen gaf ook opdracht om een muur op te trekken rond Breda om de stad te beschermen tegen aanvallers.

Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan II  †1378 Breda  
Diederick*1322  †1413  90
Maria~1325 Heemstede †1375  50
Philips*1328  †1380  52
Gerard*1324 Monster †1380 Monster 56



Bronnen:
1.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 76)