Cees Hagenbeek
Catharina
Catharina .

relatie
met

Lodewijk I van Warcq, zn. van Otto I van Warcq, ovl. op 25 okt 1030.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lodewijk II  †1068   


Frederik van Verdun
Frederik van Verdun, graaf van Verdun, ovl. op 6 jan 1022.


Hij krijgt een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sophie  †1078   


Wouter van Haarlem
Wouter van Haarlem.

Wouter van Haarlem.
vermeld 1263-1285.

 


Poppo I von Rott Graf an der Sempt
Poppo I von Rott Graf an der Sempt, graaf van Rott, ovl. na 980.

Poppo I von Rott Graf an der Sempt.
c.959-980 v.R, c.980 Gr an der Sempt.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Poppo II  †1040   


Willem van Haarlem
Willem van Haarlem.

Willem van Haarlem.
vermeld 1263-1285.

 


Swjatoslawa (Gunhild) van Polen
Swjatoslawa (Gunhild) de Hooghartige van Polen (Swietoslawa van Piasten-van Polen).

tr. (1)
met

Erik VI "de Overwinnaar" van Zweden (Erik (Björnson) Konung af Sverige, Erik Segersäll), zn. van Edmund Eriksson van Zweden (koning van Zweden), geb. circa 950, koning van Zweden 970-995, ovl. circa 995.

Erik VI "de Overwinnaar" van Zweden.
Erik VI, ook bekend als Erik Segersäll ("de Overwinnaar"), (ca. 950 - 995) was van 970 tot 995 een koning van de Svear (de bevolking van Zweden). (Hij zou in ca. 992-993 ook nog koning van Denemarken zijn geweest.) Door vele oude chronisten wordt hij als een koning beschouwd omdat hij als eerste regeerde over de gebieden van Svealand, Östergötland en Västergötland, en zo het middeleeuwse Zweden onder zich verenigde. (In de huidige tijd wordt deze verdienste echter aan zijn zoon Olof Skötkonung toegerekend).

Erik Segersäll zou óf getrouwd zijn met Sigrid Storråda ("de hoogmoedige", en een dochter van de Vikinghoofdman Skoglar Toste uit Västergötland), óf met Swietoslawa van Polen (ook bekend als Gunhild, en de dochter van grootvorst Mieszko I van Polen). Sommige historici vermoeden echter dat het een en dezelfde persoon betreft. De bronnen zijn het met elkaar oneens wie Eriks koningin was. De IJslandse sagen en de Deense Saxo Grammaticus geven Sigrid Storråda aan. Adam van Bremen noteerde echter dat het een onbekende Slavische prinses betrof, die in een later deel van zijn boekwerken Gunhild wordt genoemd. Lang probeerden de historici de verslagen over Sigrid Storråda als verzonnen te beschouwen en ze meenden dat de namen Sigrid of Gunhild vervoegingen waren van de Poolse naam Swietoslawa. In tegenwoordige tijd is het inzicht dat Adam van Bremens versie een misverstand was en bijgevolg Sigrid Storråda als waarschijnlijker geldt.

Eirikr VI. Sigrsaeli, der Siegreiche, König von Schweden und Dänemark, Busse, DFA57. Eirikr hinn sigrsaeli herrscht über Schweden und Dänemark, hilft Wladimir in Russland, der vor 980 drei Jahre in Skandinavien weilt, +994/5 1. Ehe Aud, Tochter Hakon Jarls v.Norwegen 2. Ehe Sigrid (Sigridr in Storrada) Tochter Skogul Tostes, Schwester Jarl Ulfs v.Västergötland 3. Swietoslawa?, Tochter Mieszkos I. v.Polen (2. Ehe Svend Gabelbart); Forssman.
Eric the Victorious (VI), Old Norse: Eiríkr inn sigrsæli, Modern Swedish: Erik Segersäll, (945?- c 995), was the first Swedish king (970-995) about whom anything definite is known.
His original territory lay in Uppland and neighbouring provinces. He was victorious over an invasion from the south in the Battle of the Fýrisvellir close to Uppsala. Reports that Eric's brother Olof was the father of Styrbjörn the Strong belong to the realm of myth. The extent of his kingdom is unknown. In addition to the Swedish heartland round lake Mälaren it may have extended down the Baltic Sea coast as far south as Blekinge. According to the Flateyjarbok, his success was due to the fact that he allied with the peasants against the nobility, and it is obvious from archeological findings that the influence of the latter diminished during the last part of the tenth century.[3] He was also, probably, the introducer of the famous medieval Scandinavian system of universal conscription known as the ledung in the provinces around Mälaren.
According to Adam of Bremen, Eric allied himself with the Polish prince Boleslav to conquer Denmark and chase away its king Sweyn Forkbeard. He proclaimed himself the king of Sweden and Denmark which he ruled until his death which would have taken place in 994 or 995.[citation needed] Adam says that Eric was baptised in Denmark, but later returned to the Norse gods.[1] Adam of Bremen gives Emund Eriksson as Eric's predecessor.
In all probability he founded the town of Sigtuna, which still exists and where the first Swedish coins were stamped for his son and successor Olof Skötkonung.

tr. (2)
met

Sven I Tveskägg van Denemarken (Sven I Jelling-van Denemarken, Sweyn Forkbeard), zn. van Harald I "Blaatand" (Bluetooth) koning van Denemarken (koning van Denemarken 958-986, koning van Zweden 976-986), geb. circa 965, koning van Denemarken, Norrwegen en Engeland, ovl. Gainsborough [Groot Brittanië] op 3 feb 1014.

Sven I Tveskägg van Denemarken.
Sven Gaffelbaard (ca. 965 – Gainsborough, 3 februari 1014) (ook Svend, Svein of Swein genoemd) was koning van Denemarken, Noorwegen en Engeland. Hij wordt genoemd als de stichter van de stad Kopenhagen, samen met zijn zoon Knoet de Grote. Gaffelbaard betekent "vorkbaard".
Hij was de zoon van koning Harald I van Denemarken. In 986 kwam hij in opstand tegen zijn vader, vermoedelijk omdat die hem geen belangrijke rol in het bestuur wilde geven. Hij werd verslagen door zijn vader maar die stierf kort daarna aan zijn verwondingen en Sven werd daarna toch tot koning gekozen.
[.......].
Sven trouwde met de weduwe van Erik VI van Zweden. Vóór die tijd zal hij ook al een of meer vrouwen hebben gehad maar dat zijn dan geen kerkelijke huwelijken geweest. De identiteit van de weduwe van Erik is niet eenduidig te herleiden uit de middeleeuwse bronnen: óf ze was Sigrid Storrå:da ("de hoogmoedige", dochter van de Vikinghoofdman Skoglar Toste uit Västergötland), óf ze was Swietoslawa van Polen (ook bekend als Gunhild, en de dochter van grootvorst Mieszko I van Polen). De IJslandse sagen en de Deense Saxo Grammaticus noemen Sigrid Storråda. Adam van Bremen noemt echter een onbekende Slavische prinses, die in een later deel van zijn boekwerken Gunhild wordt genoemd. Het is ook mogelijk dat Swietoslawa en Sigrid dezelfde persoon waren.

Sveinn, Tveskaeg/Treskaeg/Tiyguskegg, ``Gabelbart'', getauft auf den Namen Otto, 986-987, 1000-1014 König v.Dänemark, 1002 in Norwegen, 1013 in England Begraben in Roskilde. 1. Frau: Gunhild, - 1014, Ehe geschieden (in 1. Ehe mit Erik Segersäll v.Schweden); Brenner. zuerst in Viken u.d.Oplanden (Norw.). Lehnt sich gegen den Vater auf. Unklare Eheverhältnisse: 1. Gunhild (Detsleif v.Wendland, Fürst der Liutizen) - 1.Ehe mit Erik Segrsäll v.Schw, +um 1014 2. Sigrid Storrada v.Schw. oder Swietoslawa (Mieszko I.); Forssman, "Vorkbaard", Koning van Denemarken 986-1014, Koning van.
Engeland 1013-1014, stamvader van de dynastie der Estritiden.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Astrid*985 Roskilde †1074 Roskilde 88


Ragnar Lodbrok Konge av Seeland
Ragnar Lodbrok Konge av Seeland.

Ragnar Lodbrok Konge av Seeland.
845 stirbt ein Wikinger mit dem Namen Reginheri, Ragnar Lothbrok ist nicht nachweisbar nach Stewart Baldwin, erst im 11. Jahrhundert habe Ari die Person Ragnar Lothbroc eingeführt, die Gesta Normannorum Ducum des Guillaume de Jumieges erwähnt einen Lothbroc als Vater von Björn Eisenseite.


Hij krijgt 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Björn     
Sigurdr II     


Lothar IV van Walbeck en de Nordmark
Lothar IV (Liutger) (Lothar V) van Walbeck en de Nordmark, geb. Walbeck [Duitsland] circa 995, ovl. circa 1033.

tr.
met

Oda (Ermentrude) van Haldensleben-Nordmark, dr. van Bernhard van Haldensleben-Nordmark (graaf van Haldensleben en van de Noordmark (1018-1046)) en Wladimirovna Tourov van Rusland, geb. Haldensleben [Duitsland] circa 985, ovl. in 1033.

Uit dit huwelijk 3 zonen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Siegfried Walbeck [Duitsland] †1107 Walbeck [Duitsland]  
Lothar VI*1010 Walbeck [Duitsland]    
Bernhard  †1063   


Gerard van Egmond
Gerard van Egmond1, ovl. op 24 feb 1217.

Gerard van Egmond.
hij is de stamvader van de heren van Egmond van Merenstein. Hij was ridder in 1208.
Hij was een zoon van Wouter van Egmont en Mabelia van IJsselmonde. Hij werd op 28 augustus 1215 tot rentmeester of voogd van de Sint-Adelbertabdij benoemd, dit deed hij tot 1221. Hij liet in 1227 een kapel bouwen bij het slot aan de hoeven. Hij was onder de aanzienlijke edelen ten tijde van de graven Willem I en Floris IV, was even als zijn vader, advocatus der abdij en werd in 1227 door de abt met verschillende goederen beleend, zodat hij blijkbaar de leenheerschappij der abten erkende, al twistte hij ook langdurig met hen over rechten, die hij aan zichzelf ontleende. In het voorjaar van 1234 trok hij mee met Floris IV van Holland als vazal om de stedingers een halt toe te roepen, in een van de veldslagen nabij de Elbe werd Willem gedood. Zijn lichaam werd teruggebracht en begraven in het slotkapel in Egmond aan den Hoef.
Willem was gehuwd met Badeloch van Amstel- IJsselstein, waarmee hij minstens een zoon had:.
Maria van Egmont, jong gestorven.

tr. (1) circa 1205
met

dochter van Arnold van Rijswijk.




Bronnen:

1.Genealogie der heren en graven van Egmond (B 038), A.W.E. Dek, 1970 (blz. 9)
2.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Everhard II van Drenthe en Salland
Everhard II van Drenthe en Salland, en, ovl. tussen 960 en 964.

  • Vader:
    Meginhard IV , zn. van Everhard I Saxo (graaf van Hamaland en markgraaf van Friesland) en Wiltrud , ovl. tussen 15 mrt 952 en 15 mrt 958 , relatie (1) met

relatie
met

Almalrada (Amaralda) van Hamaland, dr. van Diederik van Westfalen (graaf van Hamalant) en Reginhilde van Midden-Friesland.

Uit deze relatie een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Unruoch  †1026   


Almalrada van Hamaland
Almalrada (Amaralda) van Hamaland.

relatie
met

Everhard II van Drenthe en Salland, zn. van Meginhard IV en Hirmentrud NN, en, ovl. tussen 960 en 964.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Unruoch  †1026   


Robert in de Lommegauw
Robert in de Lommegauw, graaf in de Lommegau 887.

tr.
met

Judith Eberhardsdr van Friaul, dr. van Eberhard hertog van Friuli (markgraaf van Friuli) en Gisela van Verona, ovl. in apr 863.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Berengarius  †938   


Judith Eberhardsdr van Friaul
Judith Eberhardsdr van Friaul, ovl. in apr 863.

tr.
met

Robert in de Lommegauw, graaf in de Lommegau 887.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Berengarius  †938   


Heribert de Meaux
Heribert Comte de Meaux, geb. circa 907, ovl. circa 995.

Heribert Comte de Meaux.
946 Abt zu St.Medard in Soissons, Graf, 967 Graf v.Meaux und Pfalzgraf, 968 Graf v.Troyes.

tr. in 951
met

Eadgyfu (Hedwig) van Engeland (van Wessex, Edwige Ogive Edvige de Wessex), dr. van King Edward the Elder (koning van Engeland 899-925) en Aelfleda van Bernicië, geb. circa 896, ovl. na 981.


Frederune van Hamaland van Westfalen van Ringelheim
Frederune van Hamaland van Westfalen van Ringelheim (Fréronne de Ringelheim), geb. in 880, ovl. op 10 feb 917.

tr. op 18 apr 907
met

Karel III van West-Francië (Karl III. König v. Frankreich), zn. van Lodewijk II van West-Francië (Koning van Frankrijk (877-879), koning van Aquitainie) en Adelheid van Parijs, geb. op 17 sep 879, koning van West-Francië, ovl. Peronne (St. Fursy) [Frankrijk] op 7 okt 929, begr. aldaar.

Uit dit huwelijk 3 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ermentrude*908     
Alpaïs*907     
Frédérune*916     


Hatheburg van Merseburg
Hatheburg van Merseburg, geb. circa 876, ovl. na 909.

relatie
met

König Hendrik I (Heinrich I) de Vogelaar1 (Hendrik I hertog van Saksen), zn. van Otto van Saksen (hertog van Saksen) en Hadwig von Babenberg, geb. circa 876, Koning van Duitsland, ovl. Memleben op 2 jul 936, begr. Quedlinburg (D).

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Swanhilde*905     



Bronnen:
1.NRC Handelsblad (NRC), dagblad, Vlaamse Mediahuis, Bart Funnekotter, Amsterdam

Wouter uten Goye
 
Wouter graaf uten Goye2,1, geb. circa 11703, comes de Goye, ovl. tussen 1232 en 1242 (circa 1240).


Wouter graaf uten Goye.
Vermeld 1190/1191,1208, 1225-1228.
Hij wordt voor het eerst vermeld als naamloze broer van Willem, graaf van Goye, in 1190/’91, toen zij getuigen waren voor de graaf van Gelre waarbij de stad Zutphen vrijheid werd verleend. In 1208 schonk bisschop Dirk aan het kapittel van Sint Marie de tienden van nieuw ontgonnen landerijen langs de Lek en de IJssel, waarin gesproken wordt over ‘proprietatis comitis de Goie’. De in de oorkonde aan Sint Marie geschonken novale tienden lagen vrijwel geheel in.
het gebied van de graaf van Goye, waarover hijzelf en door zijn nazaten later herhaaldelijk is getwist. In 1225 werd hij als eerste lekengetuige ‘Woltero comite de Goye’ genoemd. Op 29 maart 1226 gaf Otto, bisschop van Utrecht, aan Gijsbert van Amstel de gerechten met toebehoren van Muiden, Weesp en Diemen in erfpacht met als tweede onder de getuigen ‘Walterus comes de Goi’. Vervolgens deed in 1227 bisschop Otto uitspraak in een geschil tussen de graaf van Goye en het kapittel van Sint Marie over de tienden, die in zijn gebied zijn gelegen. Ten slotte was ‘Woltero comite de Goy, nobilis’ getuige voor bisschop Wilbrand toen deze in 1228 het patronaatsrecht van de kerk van Doesburg aan het klooster Bethlehem gaf.

In 1228 staat Wouter I als laatste van zijn familie te boek als nobilis en graaf van Goye, terwijl zijn zoon Gijsbert I uten Goye in 1245 tot de ministerialen wordt gerekend en als heer van Goye voorkomt. Hierbij komen vragen op, zoals om welk gebied gaat het en wat hield de functie in dit specifieke geval van graaf in. En wat de aanleiding is geweest dat tussen 1228 en 1245 tot verandering van het standsverschil (van nobilis tot ministeriaal) heeft geleid.

tr.
met

Rixa van Amstel3,2,4,1 (van Bosichem, van Aemstel), dr. van Gijsbrecht I van Amstel (rentmeester van Amestelle) en Hadewich , ovl. in mrt 1252.

Uit dit huwelijk 2 zonen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ghiselbert*1200  †1270 Utrecht 69
Wouter*1225  †1281  56



Bronnen:
1.De Nederlandsche Leeuw (DNL), vanaf 1883
2.Genealogie Uten Goye (Van Langerak) (B 002), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (blz. 20)
3.De heren van Amstel 1105-1378 (AMS/AMS), Th.A.A.M. van Amstel, Verloren, ISBN nummer: 9065502998, Hilversum, 1999 (blz. 238)
4.Genealogie Uten Goye (Van Langerak) (B 002), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (blz. 18)

Kunigunde van Schwaben
Kunigunde van Schwaben.

relatie
met

Luitpold Markgraf von dem Ostmark, zn. van Heinrich in Friesland Dux Austrasiorum en Ingeltrude van Friuli, geb. circa 855, ovl. Pressburg [Duitsland] op 4 jul 907.

Luitpold Markgraf von dem Ostmark.
893/895 Markgraf der Kärntner Mark, von Pannonien und der bayerischen Ostmark; Rösch. EStT: +(5/6).7. Blutsverwandt mit König Arnulf und König Ludwig dem Kind. Gehörte zu der Familie der Liutswind, Nebenfrau des Königs Karlmann . eV. Frühjahr 895 {\sf Engildeo marchensis Bioariorum honribus privatus est, in cuius locum Luitpoldus nepos regis (Arnolfi) subrogatus est.} (Ann. Fuldenses, cont. Ratisbon, 125f, R.n2. 29.9.895 Ingering liegt in der Grafschaft Liutpolds in Ostkärnten (DD Karol. 3, 225 f. n 148, R. n 3). 898 {\sf Liutpaldus marchio} (R. n 7). 31.8.898 König Arnulf: {\sf Liutpaldus carissimus propinquus ac illustris noster marchio, consanguineus noster}... Besitz in Kärnten in dessen Grafschaft (R. n 8 f.). Dezember 898 Hartchirihha liegt in der Grafschaft (im oberen Donaugau) des Liupold (R.n 12). 26.7.900 Mühlhausen, Berching und Enkering liegen in der Grafschaft (an der unteren Altmühl) des Liutpold (R.n 20). 19.1.901 König Ludwig: {\sf Liutbaldus illustris comes et dilectus propinquus noster} (R.n 23). 12.9.901 Maetingen liegt in der Grafschaft (an der unteren Altmühl) des Liutpold (R.n 25). 14.2.903 Die früher zu Ottensoos gehörige Villa Teorinhova nahe dem Orte Sendelbach liegt im Nordgau in der (Pegnitz-)Grafschaft des Liutpold (R. n 28. 24.6.903 Liutpold dux Boemannorum (R. n 29). 2.7.903 Varenbach und Zenna liegen {\sf in dominatio comitis Lupoldi et Poponis} (R. n 39). 16.5.905 Besitz an der Luhe liegt in der Grafschaft (an der oberen Naab) des Liutpoldus marchio (R. n 39). 9.9.906 Liutpold nimmt an dem Feldzug gegen Adalbert von Babenberg und an dem Verrat teil, der zu dessen Gefangennahme und Hinrichtung führte (R.n 42). Fällt 4.7.907 bei Preßburg im Kampf gegen die Ungarn. (R. n 45). Tyroller, S.71,72,74.

Uit deze relatie een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arnulf  †937 Regensburg (D)  


Richard van Amiens
Richard van Amiens, graaf van Amiens 801-825.



Luitpold von dem Ostmark
Luitpold Markgraf von dem Ostmark, geb. circa 855, ovl. Pressburg [Duitsland] op 4 jul 907.

Luitpold Markgraf von dem Ostmark.
893/895 Markgraf der Kärntner Mark, von Pannonien und der bayerischen Ostmark; Rösch. EStT: +(5/6).7. Blutsverwandt mit König Arnulf und König Ludwig dem Kind. Gehörte zu der Familie der Liutswind, Nebenfrau des Königs Karlmann . eV. Frühjahr 895 {\sf Engildeo marchensis Bioariorum honribus privatus est, in cuius locum Luitpoldus nepos regis (Arnolfi) subrogatus est.} (Ann. Fuldenses, cont. Ratisbon, 125f, R.n2. 29.9.895 Ingering liegt in der Grafschaft Liutpolds in Ostkärnten (DD Karol. 3, 225 f. n 148, R. n 3). 898 {\sf Liutpaldus marchio} (R. n 7). 31.8.898 König Arnulf: {\sf Liutpaldus carissimus propinquus ac illustris noster marchio, consanguineus noster}... Besitz in Kärnten in dessen Grafschaft (R. n 8 f.). Dezember 898 Hartchirihha liegt in der Grafschaft (im oberen Donaugau) des Liupold (R.n 12). 26.7.900 Mühlhausen, Berching und Enkering liegen in der Grafschaft (an der unteren Altmühl) des Liutpold (R.n 20). 19.1.901 König Ludwig: {\sf Liutbaldus illustris comes et dilectus propinquus noster} (R.n 23). 12.9.901 Maetingen liegt in der Grafschaft (an der unteren Altmühl) des Liutpold (R.n 25). 14.2.903 Die früher zu Ottensoos gehörige Villa Teorinhova nahe dem Orte Sendelbach liegt im Nordgau in der (Pegnitz-)Grafschaft des Liutpold (R. n 28. 24.6.903 Liutpold dux Boemannorum (R. n 29). 2.7.903 Varenbach und Zenna liegen {\sf in dominatio comitis Lupoldi et Poponis} (R. n 39). 16.5.905 Besitz an der Luhe liegt in der Grafschaft (an der oberen Naab) des Liutpoldus marchio (R. n 39). 9.9.906 Liutpold nimmt an dem Feldzug gegen Adalbert von Babenberg und an dem Verrat teil, der zu dessen Gefangennahme und Hinrichtung führte (R.n 42). Fällt 4.7.907 bei Preßburg im Kampf gegen die Ungarn. (R. n 45). Tyroller, S.71,72,74.

relatie
met

Kunigunde van Schwaben, dr. van Erchanger I von Schwaben (paltsgraaf van Zwaben) en Gisela der Karolingen.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arnulf  †937 Regensburg (D)  



Bronnen:
1.Rijnland in de donkere eeuwen (B 051), Freek Lugt, Primavera, Leiden, 2021 (blz. 207)