Eva/Adelheid van Dreux
Eva/Adelheid van Dreux, geb. circa 945, ovl. in 1017.relatie
met
Uit deze relatie een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Walter II | | | †1027 | | | 1 | 2 |
>
Ziemonslaw van Polen
Ziemonslaw van Polen, hertog van Polen, ovl. in 964.relatie
met
Gorka .
Uit deze relatie 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Dago | *922 | | †992 | | 69 | 2 | 2 |
2 | Adelheid | | | †997 | | | 2 | 1 |
>
Gorka
Gorka .relatie
met
Ziemonslaw van Polen, zn. van Leszek IV van Polen (hertog van Polen 892), hertog van Polen, ovl. in 964.
Uit deze relatie 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Dago | *922 | | †992 | | 69 | 2 | 2 |
2 | Adelheid | | | †997 | | | 2 | 1 |
>
Dobromir van Slovenië
Dobromir van Slovenië.Hij krijgt een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Emenilde | *968 | | †1017 | Krakau [Poland] | 49 | 1 | 1 |
>
Adeline de Peronne
Adeline de Peronne.tr.
met
Robert IV van Béthune, zn. van Robert III van Béthune.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Willem I | | | | | | 1 | 4 |
>
Richard van Metz
Richard Graf van Metz, geb. circa 950, ovl. tussen 970 en 986.Hij krijgt 2 kinderen:
>
Richlint von Schwaben
Richlint von Schwaben, ovl. op 2 sep 1035,
, De identiteit van Richlind is onderwerp van veel debat. Middeleeuwse bronnen beweren dat zij een dochter van Otto I de Grote van Saksen-Anhalt is. Ze wordt echter in geen enkel document uit haar eigen tijd genoemd, in tegenstelling tot haar zusters. Het is al helemaal niet bekend wie dan haar moeder zou zijn, Adelheid of een maîtresse. Als alternatief wordt genoemd dat ze een dochter van Liudolf van Schwaben, en dus kleindochter van Otto I, zou zijn. Omdat Otto de kinderen van zijn jong gestorven zoon zou hebben geadopteerd, verklaart dit waarom ze als zijn dochter wordt gezien. Een aannemelijk verhaal, maar hierdoor zouden een fors aantal huwelijken van de hoge Duitse adel door te nauwe bloedverwantschap eigenlijk ongeldig zijn. In die tijd werd daar zeer veel belang aan gehecht en omdat deze kwesties niet in bronnen worden genoemd moeten we ervan uitgaan dat ze niet hebben plaatsgevonden en dat Richlind dus geen dochter van Liudolf was. We gaan dus maar uit van Otto en Adelheid als ouders, zij het met weinig overtuiging.tr.
met
Konrad II (Koenraad) hertog von Schwaben, zn. van Konrad I von Elsass en Judith von Öhningen ?, geb. in 920, hertog van Zwaben, ovl. op 20 aug 997,
, Koenraad I van Zwaben (ca. 940 - 20 augustus 997), ook Kuno van Öhningen, was hertog van Zwaben.
Koenraad was graaf van de Wetterau, Rheingau, Lobdengau en de Wingarteiba. In 982 werd hij in Verona (stad) door keizer Otto II tot hertog van Zwaben benoemd. Hij koos Straatsburg als zijn hoofdstad. Koenraad was een belangrijke bondgenoot van de keizerin-weduwe Theophanu en keizerin-moeder Adelheid en steunde de verkiezing van keizer Otto III. Als dank voor zijn steun werd hij kamerheer van Otto III en hij kreeg sterke positie in de Elzas.
Koenraads afkomst is niet met zekerheid bekend. De belangrijkste theorieën zijn dat hij een zoon is van Udo van de Wetterau of van diens achterneef Koenraad (overleden 982), graaf van de Lobdengau en voogd van Schwarzach am Main. In beide gevallen is hij een nakomeling van Udo (graaf van Lahngouw).
Koenraad trouwde met Richlind (ca. 950 - 2 september 1035). Zij was vermoedelijk een dochter van Otto I de Grote en zijn tweede vrouw Adelheid, maar er is ook een theorie dat ze een dochter was van Liudolf van Zwaben, Otto's zoon uit zijn eerste huwelijk, en Ida van Zwaben.
Aan Koenraad en Richlind zijn een groot aantal kinderen toegeschreven. De onzekerheid wordt veroorzaakt doordat in aktes edelen alleen met hun voornaam worden genoemd en het niet altijd duidelijk is of een Koenraad of Kuno als Koenraad I van Zwaben is te identificeren. Van de kinderen die genoemd worden, is echter alleen Herman met volledige zekerheid een kind van Koenraad en Richlind, relatie (1) met Judith (Jutta) von Marchtal. Uit deze relatie geen kinderen.
Uit dit huwelijk 7 kinderen:
>
Immo van Vliermal
Immo van Vliermal, graaf van Vliermal.Hij krijgt een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | NN | *959 | Vliermaal [België] | †1037 | Loon [België] | 78 | 1 | 1 |
>
Robert III van Béthune
Robert III van Béthune.Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Robert IV | | | | | | 1 | 1 |
>
Rutger I van Kleef
Rutger I van Kleef, geb. circa 975, ovl. voor 1047.tr. (1)
met
Wazela Ezzodr van Lotharingen, dr. van Ezzo van Lotharingen (paltsgraaf Lotharingen) en Thietburga .
Uit dit huwelijk 2 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Dirk I | | | †1076 | | | 1 | 1 |
2 | Rutger II | *1016 | | †1075 | | 59 | 2 | 5 |
relatie (2)
>
Wazela Ezzodr van Lotharingen
Wazela Ezzodr van Lotharingen.- Vader:
Ezzo van Lotharingen, zn. van Herman I van Lotharingen en Heilwig von Dillingen, geb. in 954, paltsgraaf Lotharingen, ovl. Saalfeld op 21 mei 1034,
, Ezzo van Lotharingen (ook: Ehrenfried) (ca. 955 - Saalfeld/Saale, 21 maart 1034) was paltsgraaf van Lotharingen en de machtigste edelman van Duitsland. Hij is de stamvader van de Ezzonen.
Ezzo volgde zijn vader Herman van Lotharingen op als paltsgraaf van Lotharingen en graaf van de Auelgau en de Bonngau. Hij woonde op de Tomburg, een kasteel bovenop een vulkanische rots, in de omgeving van Rheinbach. Door zijn controle over de handel langs de Rijn verwierf hij grote rijkdom, en leefde hij voortdurend op gespannen voet met de bisschoppen van Keulen. Hij trouwde in het voorjaar van 991 met Mathilde (979 – Echtz, 4 november 1025), een zuster van koning Otto III. Mathilde was van jongsafaan opgevoed in het Sticht Essen, vermoedelijk om daar later abdis te worden. Haar huwelijk met Ezzo was vermoedelijk een politiek huwelijk, om Ezzo's steun voor het koningschap van de minderjarige Otto te verzekeren. Mathildes bruidsschat omvatte grote bezittingen in Thüringen en Franken.
Na de dood van Otto III probeerde Ezzo om zijn zoon Liudolf tot koning te laten kiezen. Door de listige politiek van zijn tegenstanders lukte dat niet en werd Hendrik II in 1002 tot koning gekozen. Hendrik bepaalde dat Mathildes bruidsschat terugviel aan de keizer. Hierdoor begon een langdurige vete tussen Hendrik en Ezzo. In 1012 werd die beslecht doordat Ezzo Hendrik versloeg bij Odernheim. Er werd een regeling getroffen waardoor Ezzo grote bezittingen bij Duisburg, Saalfeld en Kaiserswerth verwierf.
In 1024 stichtten Ezzo en Mathilde de abdij van Brauweiler waar beiden na hun dood werden bijgezet. Toen Mathilde in 1025 overleed, was de kloosterkerk van Brauweiler nog in aanbouw, haar begrafenisdienst werd daarom in een tent gehouden. Ezzo zou zijn overleden aan een ziekte, waarmee hij door een minnares zou zijn besmet.
Ezzo was zoon van paltsgraaf Herman van Lotharingen en diens vrouw Heilwig, dochter van Hucbold van Dillingen (graaf van Dillingen en Donauwörth) en Dietberg. Mathilde was dochter van keizer Otto II en keizerin Theophanu.
Het is opmerkelijk dat 8 kinderen van Ezzo abt of abdis werden, en dat bijna allemaal van oude en rijke kloosters die traditioneel sterke banden hadden met de Frankische en Duitse koningen. Dit onderstreept nog een keer de bijzondere machtspositie van Ezzo, tr. (1) met Mathilde van Saksen, dr. van Otto II van Saksen (koning en keizer) en Theophanu Skleraina van Byzantium (keizerin). Uit dit huwelijk 10 kinderen, waaronder, tr. (2).
tr.
met
Rutger I van Kleef, geb. circa 975, ovl. voor 1047, relatie. Hij krijgt geen kinderen.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Dirk I | | | †1076 | | | 1 | 1 |
2 | Rutger II | *1016 | | †1075 | | 59 | 2 | 5 |
>
Rixa van Amstel
Rixa van Amstel (van Bosichem, van Aemstel)1,2,3,4, ovl. in mrt 1252.- Vader:
Gijsbrecht I van Amstel3,5,4, zn. van Egbert van Amstel6,4 en Badeloge Gijbertsdr van Muijden, geb. tussen 1140 en 1145, rentmeester van Amestelle, ovl. tussen 1188 en 1201, , Ministeriaal van de bisschop van Utrecht. Als getuige vermeld voor bisschop Godfried in 1176; getuige voor Boudewijn, proost van de kerk van St. Marie te Utrecht, in 1176; getuige voor bisschop Godfried in 1178 (2x). Voor het laatst vermeld als getuige voor bisschop Boudewijn in 1188, tr.
|  |
tr.
met
Wouter graaf uten Goye1,3, zn. van Willem de schele (Luscus Strabo graaf van Goye (vermeld 1156-1159, 1165, 1178), geb. circa 11704, comes de Goye, ovl. tussen 1232 en 1242 (circa 1240), , vermeld 1190/1191,1208, 1225-1228 Hij wordt voor het eerst vermeld als naamloze broer van Willem, graaf van Goye, in 1190/’91, toen zij getuigen waren voor de graaf van Gelre waarbij de stad Zutphen vrijheid werd verleend. In 1208 schonk bisschop Dirk aan het kapittel van Sint Marie de tienden van nieuw ontgonnen landerijen langs de Lek en de IJssel, waarin gesproken wordt over ‘proprietatis comitis de Goie’. De in de oorkonde aan Sint Marie geschonken novale tienden lagen vrijwel geheel in het gebied van de graaf van Goye, waarover hijzelf en door zijn nazaten later herhaaldelijk is getwist. In 1225 werd hij als eerste lekengetuige ‘Woltero comite de Goye’ genoemd. Op 29 maart 1226 gaf Otto, bisschop van Utrecht, aan Gijsbert van Amstel de gerechten met toebehoren van Muiden, Weesp en Diemen in erfpacht met als tweede onder de getuigen ‘Walterus comes de Goi’. Vervolgens deed in 1227 bisschop Otto uitspraak in een geschil tussen de graaf van Goye en het kapittel van Sint Marie over de tienden, die in zijn gebied zijn gelegen. Ten slotte was ‘Woltero comite de Goy, nobilis’ getuige voor bisschop Wilbrand toen deze in 1228 het patronaatsrecht van de kerk van Doesburg aan het klooster Bethlehem gaf. In 1228 staat Wouter I als laatste van zijn familie te boek als nobilis en graaf van Goye, terwijl zijn zoon Gijsbert I uten Goye in 1245 tot de ministerialen wordt gerekend en als heer van Goye voorkomt.141 Hierbij komen vragen op, zoals om welk gebied gaat het en wat hield de functie in dit specifieke geval van graaf in. En wat de aanleiding is geweest dat tussen 1228 en 1245 tot verandering van het standsverschil (van nobilis tot ministeriaal) heeft geleid. |  |
Uit dit huwelijk 2 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Ghiselbert | *1200 | | †1270 | Utrecht | 69 | 2 | 11 |
2 | Wouter | *1225 | | †1281 | | 56 | 1 | 2 |
Bronnen:
1. | De Nederlandsche Leeuw (DNL), vanaf 1883 |
2. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak) (B 002), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (blz. 18) |
3. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak) (B 002), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (blz. 20) |
4. | De heren van Amstel 1105-1378 (AMS/AMS), Th.A.A.M. van Amstel, Verloren, ISBN nummer: 9065502998, Hilversum, 1999 (blz. 238) |
5. | De heren van Amstel 1105-1378 (AMS/AMS), Th.A.A.M. van Amstel, Verloren, ISBN nummer: 9065502998, Hilversum, 1999 (blz. 58) |
6. | De heren van Amstel 1105-1378 (AMS/AMS), Th.A.A.M. van Amstel, Verloren, ISBN nummer: 9065502998, Hilversum, 1999 (blz. 51) |
>
Lambrecht Millincx
Lambrecht Millincx,
, Lambreght Millinck, riddere, leefde 1366, 73, ende was Cappiteyn op Haeghesteyn met sijnen swaegher hr Jan van Arckel; blijckt bij seeker chartre de Ao. 1373 sonder dat men weet ofte hij de suster van hr Jan van Arckel hadde, ofte wel hr Jan, sijne suster". De heer Wagner (zie noot 4 hier boven) teekent aan, dat volgens de geneal. v. Arkel in Ferwerda Jan's vader Arend v. A. met eene zuster van Lambert Millinck is gehuwd geweest; alsdan ware Lambert de oom van Jan van Arkel.
1371 Augustus 15.
Wij Willem, heere van Huerne ende van Althena, doen cond allen luden, dat voer ons comen is her Claes van der Merweyde, ridder, ende droech op heren Lambrecht Millinc, ridder, dat tweedeel van den groeter tienden tot Uppel, met alszulcken pacht, als op die twedeel staet ende alzulke brieve als hij daeraf hadde, sprekende van woerde te woerde als hiernae bescreven staet: Wilhelmus de Althena et de Horne, et (caeteris omissis).
Datum anno MCC LXXVII [=1277], in die beati Marci Ewangeliste; behoudelic Willem van Borchoven, heren Claes zuster zoen voerser, een dordendeel van der voernoemder tienden met zulken pacht als op dat dordendeel staet. Ende hierop heeft hi voer ons vertegen tot heren Lambrechts behoef voerss, als recht is, ende ons gebeden, dat wij dit besegelen wouden ende heren Lambrecht daerin houden om zijnen pacht als voorscr. is, dat wij gherne ghedaen hebben ende
doen willen om haere beyde wille.
Hierover waren onse lieve ende getrouwe manne, her Jan van K.. [De kopie mist het grootste deel van de laatste regel van pag.121] ..
Jan die .. ende Bryen van Weyborch [WX1], knapen. In kenisse der waerheit soe hebben wi desen brief open besegelt met onsen segel. Ghegeven tsinte Ghertrudenberge int jaer ons Heren MCCC een ende tseventich [=1371], op onser Vrouwendach assumptio.
Afschr. - Papier, Archief Altena, no.83.
Onder het afschrift is aangeteekend: Gecollacioneert tegen den originalen brieff, in franchijn gescreven, met eenen gruenen uuythangenden segel van Hoerne, gans gave ende ongecancelleert. Ende is dese copie daermede accorderende. Bij mij, secretaris tot Ethen ende Meuwen, W.J.Rogge
voor het eerst vermeld in 1357 als hij van Jan van Herlaar, heer van Ameide, een hoeve, genaamd Hagenshoeve koopt in het Land van Ter Leede (Arkels leen)
Zie de akte hiervan in: Codex Diplomaticus Neerlandicus, 1853, p. 181-182; hij verschijnt tevens in 1365 (zie ibidem, p. 188), alles te vinden via google/book.
In 1395 is heer Lambrecht reeds overleden, wanneer zijn erfgenamen als belenders van een hoeve onder Hagestein worden genoemd, die Zweder van Bloemenstein dan aan de heer van Culemborg verkoopt.Hij krijgt een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Agnes | *1394 | Millingen | †1458 | | 64 | 1 | 3 |
>
Werner aus dem Elsass
Werner aus dem Elsass, graaf van Rottenburg.Hij krijgt een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Godilia | | | †1015 | | | 2 | 2 |
>
Robert II Fasciculus van Béthune
Robert II Fasciculus van Béthune.Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Robert III | | | | | | 1 | 1 |
>
Meginhard II
Meginhard II , vermeld 861-880, ovl. circa 881,
, in 870 wordt bij het verdrag van Meersen Hamaland
ingelijfd bij het rijk van Lotharius. In 867 had Lotharius
II de Elzas afgestaan aan Karel III de Dikke.
Meginhard II volgt zijn vader op in roerige tijden. De
splitsing van het Frankische rijk is een feit, maar veel rust
geeft dit niet. Het grondgebied van het Middenrijk, naar
koning Lotharius II Lotharingen genoemd, wordt voortdurend
betwist en Hamaland, gelegen tussen Oost-
Frankenland en Lotharingen, is een grensgouw. Wanneer
de kinderloze Lotharius II in 869 overlijdt wordt zijn rijk
na veel verwikkelingen verdeeld. Na het verdrag van
Meersen uit 870 blijft Hamaland tot Oost-Frankenland
behoren. Hij werd mogelijk ook als graaf in de Nordgau aangeduid. Ook wordt hij aangeduid als Everhard II, graaf van de Nordgau, Na de dood van zijn vader Wichman (II) rond 860 deelt Meginhard II de bezittingen met zijn broer Wichman (III). Meginhard II krijgt de goederen van moeders kant en blijft in Hamaland. Meginhard II komt twee keer in de bronnen voor. In een inschrijving in het verbroederingsboek van Reichenau en als graaf in de kroniek van Regino van Prüm.
Meginhard II volgt zijn vader op in roerige tijden.- Vader:
graaf Wichman II , vermeld 825-861, ovl. circa 861,
, is weinig bekend. Bij zijn dood rond 861 verdelen zijn drie zonen de erfenis.
tr. tussen 860 en 865
met
Evesa van Argengouw, gravin van Hamaland, vermeld 861-881.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
>
Evesa van Argengouw
Evesa van Argengouw, gravin van Hamaland, vermeld 861-881.tr. tussen 860 en 865
met
Meginhard II , zn. van graaf Wichman II (vermeld 825-861), vermeld 861-880, ovl. circa 881,
, in 870 wordt bij het verdrag van Meersen Hamaland
ingelijfd bij het rijk van Lotharius. In 867 had Lotharius
II de Elzas afgestaan aan Karel III de Dikke.
Meginhard II volgt zijn vader op in roerige tijden. De
splitsing van het Frankische rijk is een feit, maar veel rust
geeft dit niet. Het grondgebied van het Middenrijk, naar
koning Lotharius II Lotharingen genoemd, wordt voortdurend
betwist en Hamaland, gelegen tussen Oost-
Frankenland en Lotharingen, is een grensgouw. Wanneer
de kinderloze Lotharius II in 869 overlijdt wordt zijn rijk
na veel verwikkelingen verdeeld. Na het verdrag van
Meersen uit 870 blijft Hamaland tot Oost-Frankenland
behoren. Hij werd mogelijk ook als graaf in de Nordgau aangeduid. Ook wordt hij aangeduid als Everhard II, graaf van de Nordgau, Na de dood van zijn vader Wichman (II) rond 860 deelt Meginhard II de bezittingen met zijn broer Wichman (III). Meginhard II krijgt de goederen van moeders kant en blijft in Hamaland. Meginhard II komt twee keer in de bronnen voor. In een inschrijving in het verbroederingsboek van Reichenau en als graaf in de kroniek van Regino van Prüm.
Meginhard II volgt zijn vader op in roerige tijden.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
>
Godfried de Noorman Haraldsson
Godfried de Noorman (Gudrod Haraldsson) Haraldsson, geb. Jylland [Denemarken] in 820, koning van Haithabu, ovl. Quesny [Frankrijk] in 885.tr.
met
Gisela (Gisella) van Lotharingen, dr. van Lotharius II van Lotharingen en Waldrada van Auxerre (non in Remiremont), geb. circa 865, ovl. in 907,
, Gisela van Lotharingen (waarschijnlijk tussen 860 en 865 - tussen 21 juni en 26 oktober 907) was een dochter van de Karolingische koning Lotharius II en zijn favoriete vrouw Waldrada.
Haar vader en moeder kregen vier kinderen. Behalve Gisela ook Hugo, hertog van de Elzas, Bertha en Ermengarde. Aangezien Lotharius er voor de kerk niet in slaagde te scheiden van zijn vrouw Theutberga werden Gisela, haar broer en haar zusters nooit officïeel erkend.
Zij trouwde rond 882 met Godfried de Noorman, die reeds drie jaar later in mei 885 bij Spijk werd vermoord.
Na de dood van haar echtgenoot werd zij in een klooster in veiligheid gebracht. Later werd zij abdis van de abdij van Nijvel en de abdij van Fosses, tr. (2) met Gorm II van Denemarken. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Reginhilde | | | | | | 1 | 3 |
>
Gisela van Lotharingen
Gisela (Gisella) van Lotharingen, geb. circa 865, ovl. in 907,
, Gisela van Lotharingen (waarschijnlijk tussen 860 en 865 - tussen 21 juni en 26 oktober 907) was een dochter van de Karolingische koning Lotharius II en zijn favoriete vrouw Waldrada.
Haar vader en moeder kregen vier kinderen. Behalve Gisela ook Hugo, hertog van de Elzas, Bertha en Ermengarde. Aangezien Lotharius er voor de kerk niet in slaagde te scheiden van zijn vrouw Theutberga werden Gisela, haar broer en haar zusters nooit officïeel erkend.
Zij trouwde rond 882 met Godfried de Noorman, die reeds drie jaar later in mei 885 bij Spijk werd vermoord.
Na de dood van haar echtgenoot werd zij in een klooster in veiligheid gebracht. Later werd zij abdis van de abdij van Nijvel en de abdij van Fosses.- Moeder:
Waldrada van Auxerre (van Orleans), geb. in 835, non in Remiremont, ovl. Remiremont na 9 apr 868,
, vor 855 Lothars Konkubine, wird 857 verstoßen, 858 zurückgeholt, 25.12.862 Heirat und Krönung zur Königin. 2.2.866 exkommuniziert, 12.2.868 Absolution erteilt. Stirbt als Nonne in Remiremont; Werner.
tr. (1)
met
Godfried de Noorman (Gudrod Haraldsson) Haraldsson, geb. Jylland [Denemarken] in 820, koning van Haithabu, ovl. Quesny [Frankrijk] in 885.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Reginhilde | | | | | | 1 | 3 |
tr. (2)
met
Gorm II van Denemarken, zn. van Sigur I (H) Ring van Denemarken (Feodaal heer Koning van Denemarken) en Alfhild Gandolfsdottir van Alvheim, geb. circa 815, koning van Denemarken, ovl. in 856
>
Bego II van Parijs
Bego II van Parijs.- Vader:
Eberhard van Parijs, zn. van Bego I van Parijs (graaf van Parijs 776-816) en Alpais van Frankrijk, geb. circa 806, graaf van Parijs, ovl. tussen 861 en 871,
, Hevrardus, setzt vor seinem Tod seinen Neffen Adalhard zum Erben der Villa Sennecey ein; Werner. Graf von Paris? Sohn Bego II.?, tr.
>