Cees Hagenbeek
Jan de Cruys
Jan de Cruys, geb. Valenciennes [Frankrijk], greinwerker.

tr. Leiden op 12 mei 1656, kerk.huw. Leiden (Waalse Kerk)
met

Mary Payé (Pajé), dr. van Vader Payé, ovl. voor 1673, zij krijgt 2 dochters, tr. (2) met Chaerl Wanneyn. Uit dit huwelijk een dochter.


Chaerl Wanneyn
Chaerl Wanneyn (Wanné), ovl. voor mei 1656.

Chaerl Wanneyn.
Hij treedt op bij de ondertrouw van Michiel Payé en Sara Waert op 13 maart 1654, terwijl de getuige van de bruid Marij Paye is.

tr. voor jul 1643
met

Mary Payé (Pajé), dr. van Vader Payé, ovl. voor 1673, zij krijgt 2 dochters, tr. (1) met Jan de Cruys. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jeanne~1643 Leiden    


Wédric II le Roux 'd Avesnes
Wédric II le Roux 'd Avesnes, geb. Avesnes [België] in 990, Seigneur d'Avesnes.

tr.
met

Yolande van Gavere (van Gent Yolande de Gand), dr. van Rasse van Gavere (Heer van Gavere, "bouteilleur" / flessenvuller; kasteelheer van Harelbeke) en Maria / Estrude van Harelbeke (Dame héritière de Harlebeke), geb. circa 1002, Erfgename Chievres, ovl. in 1049.

 

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wedric*1020 Avesnes-sur-Helpe [Frankrijk] †1076 Avesnes-sur-Helpe [Frankrijk] 56


Jehanne van Chièvres
Jehanne (Jeanne / Jehanne) van Chièvres (van Henegouwen 'd Hainaut) (Chièvres, de), geb. Avesnes-sur-Helpe [Frankrijk] (te Chievres [België]) in 1028 (1022), ovl. aldaar (te Avesnes [België]) in 1072.

tr.
met

Wedric III le Barbu van Avesnes, zn. van Wédric II le Roux 'd Avesnes (Seigneur d'Avesnes) en Yolande van Gavere (Erfgename Chievres), geb. Avesnes-sur-Helpe [Frankrijk] circa 1020, heer van Avesnes, voogd van Doornik, ovl. Avesnes-sur-Helpe [Frankrijk] in 1076, begr. Liessies [Frankrijk], hij krijgt geen kinderen.

 


Wedric III le Barbu van Avesnes.
Heer van Avesnes, Leuze, Heer van Condé "du-chateau"vermeld 1034/47-1066, bijgenaamd met de Baard (le Barbu).

Wédric met de Baard (+ 1076) Wédric le Barbu is de zoon van Wédric le Sor, gecharmeerd van dit landschap, kwam in Grand-Fayt wonen, waar hij een kasteel bouwde. Hij besloot toen rond 1066 om nog een kasteel te bouwen in Avesnes-sur-Helpe. Wédric kwam in conflict met zijn buren. Om zijn domein uit te breiden, vroeg hij de graaf van Henegouwen om de arbiter te zijn van een zaak met betrekking tot de abdij van Liessies, om hun rechten te rechtvaardigen, de monniken van de abdij van Liessies groeven uit het graf van de heilige Hiltrude het testament op dat zij had gelegd op een blad van lood. Tijdens het proces nam hij het blad uit de handen van de monniken en gooide het in het vuur.

Uit zijn huwelijk met Rasse de Chièvre had hij een zoon: Gui de Chièvres wiens kleindochter Eve Damison de Chièvres de dochter was van haar gelijknamige zoon.

Hij had vier kinderen: Thierry, Gérard, Meuzon en Ade. Gérard volgde Godefroid de Bouillon naar de Eerste Kruistocht. Ade echtgenote van Fastré d'Oisy stichtte een vrouwenklooster in de Sint-Maartenabdij in Doornik.

In 1076 stierf hij, nadat hij zich had bekeerd, werd hij begraven in de abdij van Liessies tussen de oude en de nieuwe kloosterkerk.

Wédric II le Barbu, mort en 1076, est le fils de Wédric le Sor. Charmé par ce paysage vint s'installer à Grand-Fayt, où il construisit un château. Il décida ensuite vers 1066, de faire construire un autre château à Avesnes-sur-Helpe. Wédric entra en conflit avec ses voisins. Pour agrandir son domaine, il demanda au comte de Hainaut d'être l'arbitre d'une affaire concernant l'abbaye de Liessies, pour justifier de leurs droits, les moines de l'abbaye de Liessies exhumèrent du tombeau de sainte Hiltrude le testament qu'elle avait couché sur une feuille de plomb. Pendant le procès il prit la feuille des mains des moines et la jeta dans le feu.

De son mariage avec Rasse de Chièvre il eut un fils : Gui de Chièvres, dont la petite-fille Ève Damison de Chièvres fut la fille de son fils homonyme Guy.

Wédric eut quatre autres enfants : Thierry, Gérard, Meuzon et Ade. Gérard suivit Godefroid de Bouillon à la première Croisade. Ade, épouse de Fastré d'Oisy, fonda un couvent de femmes à l'abbaye St-Martin de Tournai et continua la maison des seigneurs d'Avesnes.

En 1076, il meurt, s'étant repenti, il se fit enterrer dans l'abbaye de Liessies entre l'ancienne et la nouvelle église du cloître.
Vermeld te Leuze ca. 1020.

Wédric le Sor of le Roux (rond het jaar 1000) is een heer van Leuze en Condé van een provincie in het noorden van Frankrijk, Thiérache. Hij is de vazal van de graaf van Henegouwen Régnier V die de hele streek van Avesnes bezit. Wédric le Sor beweerde af te stammen van Gérard de Roussillon, hij zette zich aan het hoofd van de avonturiers en reisde door alle provincies van België. Hij plunderde, plunderde en veroverde de steden, waarvan hij vestingwerken oprichtte en ze vervolgens aan zijn domein annexeerde, zodat Grammont, Lessines, Alost, Chièvres die hij van zijn schoonvader nam, tussen zijn handen vielen. De graaf van Henegouwen om er vanaf te komen, schonk hem zowel Brabant als de landen gelegen tussen de twee Helpes "in het land van Avesnes". In de eerste helft van deze eeuw werd hij heer van Avesnes sur Helpe en bracht zijn pensionering door in Leuze.

Uit dit huwelijk 7 kinderen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Diederik I*1049 Avesnes-sur-Helpe [Frankrijk] †1106  57
Ada*1048 Avesnes [België] †1129 Rosoy [Frankrijk] 81
Oda*1050     
Aleide*1050     
Berthilde*1053 Le Quesnel [Frankrijk] †1115  62
Justine*1051 Avesnes-sur-Helpe [Frankrijk] †1129  78
Ida     


Goswin van Harelbeke
Goswin van Harelbeke, geb. Liedekerke [België] circa 960.

tr.
met

Marie de Rhodes, geb. circa 962.

Uit dit huwelijk een dochter:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria*988 Harelbeke [België] †988 Harelbeke [België] 0


Justina (Stijtje)
Justina (Stijtje) (Christientje) .

Justina (Stijtje) .
uit brieven van Erasmus aan Gerard Lijstrius blijkt dat deze zijn vrouw vaak Christientje noemt.

tr. (1) in 1519
met

Gerardus Lijstrius1 (Listrius, Lyster, Lijster), zn. van Gheryt Henrix Soen Lijsters (schepen van Rhenen 1438), geb. Rhenen tussen 1470 en 1480, ovl. na 1522.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margaretha  †1558   

tr. (2) na 1522
met

Berndt van Rees.


Bronnen:

1.Afgeschermd

Berndt van Rees
Berndt van Rees.

tr. na 1522
met

Justina (Stijtje) (Christientje) , tr. (1) met Gerardus Lijstrius. Uit dit huwelijk een dochter.

Justina (Stijtje) .
uit brieven van Erasmus aan Gerard Lijstrius blijkt dat deze zijn vrouw vaak Christientje noemt.


Bronnen:

1.Afgeschermd

Jacob Reijersz Bleijkersvelt
Jacob Reijersz Bleijkersvelt (Blijkersvelt).


Trientien van Bleykersveldt
Trientien van Bleykersveldt, ged. Leiden (Pieterskerk) op 8 jan 1648 (getuigen: Simon Leenders van Berckel en Maria Tobias).



Bronnen:

1.K.O. register N Leiden, RA Leiden, DTB Leiden, N 13, NH, Leiden, van 1642 tot 1647 (T 082) (1 mei 1647 blz. 265)

Antonie van den Bossche
Antonie van den Bossche, geb. Antwerpen [België], poorter van Leiden 1580, vlaskoper te Leiden, kruidenier en wijntapper, begr. Delft op 22 dec 1627.

tr.
met

Digna Hannamans, begr. Leiden op 27 nov 1603.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dingnum Leiden    


Digna Hannamans
Digna Hannamans, begr. Leiden op 27 nov 1603.

tr.
met

Antonie van den Bossche, geb. Antwerpen [België], poorter van Leiden 1580, vlaskoper te Leiden, kruidenier en wijntapper, begr. Delft op 22 dec 1627.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dingnum Leiden    


Alard IV van Buren
 
Alard IV van Buren, geb. voor 1336.


Alard IV van Buren.
Deze zoon heette weer Alard en werd voorbestemd om een al dodelijke gevolgen hebbende brouille met hun neven van Caets, de heren van Beusichem, te beslechten. Alard trouwt met Mabelia van Caets, dochter van Gijsbrecht van Caets en Elisabeth van Beusinchem. Gezien de nabije, keurig vermelde familierelatie (vierde graad), was pauselijke dispensatie noodzakelijk en deze werd op 15 april 1336 van Benedictus XII verkregen. Het verhaal herhaalt zich weder: ook deze Alard sterft nogal jong, in 1361 of 1362, zijn vrouw Mabelia in 1368. Het nakroost van hun oudste zoon en opvolger Alard (VIII) veroorzaakte in de latere veertiende, vijftiende eeuw door een onafzienbare reeks zonen in meetkundige vorm voor een ware Buren-explosie. Alards broer Otto van Buren Lambertsz. (VII) erfde de hof te Balgoij, maar hij en zijn nageslacht huisden meer te of bij Tiel, laatstelijk op het huis te Zoelen. Deze tak stierf aan het einde der zestiende eeuw uit.

 

kerk.huw. op 15 apr 1336
met

Mabelia I (Mabilia) van Caets alias van Bosinchem, dr. van Gijsbert van Cats (heer van Bosinchem, vermeld 1270-1328) en Elisabeth van Bosinchem, geb. voor 1336, vrouwe van Beusichem, vermeld 1336-1361, ovl. circa 1361.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Alard V*1338 Buren †1406  68


Mabelia I van Caets alias van Bosinchem
Mabelia I (Mabilia) van Caets alias van Bosinchem, geb. voor 1336, vrouwe van Beusichem, vermeld 1336-1361, ovl. circa 1361.

  • Vader:
    Gijsbert (Ghisebrecht) van Cats (Kaetse (Cats), van Caets), heer van Bosinchem, vermeld 1270-1328, ovl. tussen 10 jul 1328 en 14 nov 1339, tr. met

kerk.huw. op 15 apr 1336
met

Alard IV van Buren, zn. van Lambert van Buren (vermeld 1326-1338) en Mechtild van Malburg, geb. voor 1336.

 


Alard IV van Buren.
Deze zoon heette weer Alard en werd voorbestemd om een al dodelijke gevolgen hebbende brouille met hun neven van Caets, de heren van Beusichem, te beslechten. Alard trouwt met Mabelia van Caets, dochter van Gijsbrecht van Caets en Elisabeth van Beusinchem. Gezien de nabije, keurig vermelde familierelatie (vierde graad), was pauselijke dispensatie noodzakelijk en deze werd op 15 april 1336 van Benedictus XII verkregen. Het verhaal herhaalt zich weder: ook deze Alard sterft nogal jong, in 1361 of 1362, zijn vrouw Mabelia in 1368. Het nakroost van hun oudste zoon en opvolger Alard (VIII) veroorzaakte in de latere veertiende, vijftiende eeuw door een onafzienbare reeks zonen in meetkundige vorm voor een ware Buren-explosie. Alards broer Otto van Buren Lambertsz. (VII) erfde de hof te Balgoij, maar hij en zijn nageslacht huisden meer te of bij Tiel, laatstelijk op het huis te Zoelen. Deze tak stierf aan het einde der zestiende eeuw uit.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Alard V*1338 Buren †1406  68


Frank van Borssele
Frank van Borssele, geb. voor 1359, heer tot St. Margarethendijk 1368, ovl. circa 1382.

Frank van Borssele.
ridder en hertogelijke raad.

tr.
met

Eleonora van Zuylen-Anholt, dr. van Dirk van Zuylen-Anholt (heer van Anholt en Westbroek) en Margaretha van Baer, erfgename van Zuylen, ovl. in 1404.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Floris  †1422   


Eleonora van Zuylen-Anholt
Eleonora van Zuylen-Anholt, erfgename van Zuylen, ovl. in 1404.

tr.
met

Frank van Borssele, zn. van Claas I van Borssele-Brigdamme (ridder, heer van Brigdamme, Zoutelande en Koudekerke) en Johanna Zevenbergen, geb. voor 1359, heer tot St. Margarethendijk 1368, ovl. circa 1382.

Frank van Borssele.
ridder en hertogelijke raad.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Floris  †1422   


Lambert van Buren
 
Lambert van Buren, geb. circa 1280, vermeld 1326-1338, ovl. circa 1315.


Lambert van Buren.
Uit het huwelijk van Alard van Buren en Adelisse de Vries (Elisabeth Friso) kwam, afgezien van enkele gehuwde dochters, nog een tweede zoon, Lambrecht, die - als petekind van zijn grootvader te Utrecht - al de hof te Balgoij in erfpacht kreeg. In 1330 verkocht hij aan een reeks Nederbetuwse dorpen een watergang uit de Zoel door zijn gericht in de Korne, en van graaf Reinald is hij nogal eens borg of getuige. In augustus 1338 verkoopt hij land aan Mariënweerd en zijn naam wordt op 2 oktober 1338 nog genoemd in een Haarlemse akte, daarna niet meer. Ook zijn vrouw zal jong gestorven zijn. Lambrecht werd opgevolgd door een van zijn twee zonen.

 

tr.
met

Mechtild van Malburg.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Alard IV*1336     



Bronnen:
1.Middeleeuws Vlechtwerk (A 008)

Mechtild van Malburg
Mechtild van Malburg.

tr.
met

Lambert van Buren, zn. van Alard III heer van Buren en Elisabeth Adelise de Vriese Friso (Vrouwe Van Balgoy), geb. circa 1280, vermeld 1326-1338, ovl. circa 1315.

 


Lambert van Buren.
Uit het huwelijk van Alard van Buren en Adelisse de Vries (Elisabeth Friso) kwam, afgezien van enkele gehuwde dochters, nog een tweede zoon, Lambrecht, die - als petekind van zijn grootvader te Utrecht - al de hof te Balgoij in erfpacht kreeg. In 1330 verkocht hij aan een reeks Nederbetuwse dorpen een watergang uit de Zoel door zijn gericht in de Korne, en van graaf Reinald is hij nogal eens borg of getuige. In augustus 1338 verkoopt hij land aan Mariënweerd en zijn naam wordt op 2 oktober 1338 nog genoemd in een Haarlemse akte, daarna niet meer. Ook zijn vrouw zal jong gestorven zijn. Lambrecht werd opgevolgd door een van zijn twee zonen.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Alard IV*1336     


Lambert de (Vreese) Vriese
Lambert de (Vreese) Vriese.

tr.
met

Elisabeth van Puifflijk.

Uit dit huwelijk een dochter:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Elisabeth*1265  †1317 Buren 52


Elisabeth van Puifflijk
Elisabeth van Puifflijk.

tr.
met

Lambert de (Vreese) Vriese.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Elisabeth*1265  †1317 Buren 52


Otto I Alardsz van Buren
Otto I Alardsz (Otto I) van Buren, geb. Buren in 1168, heer van Buren, ovl. in 1243.

Otto I Alardsz van Buren.
Huis Buren is een voormalig kasteel in de Nederlandse gemeente Buren in de Nederlandse provincie Gelderland, westelijk gelegen van het stadje Buren. Het kasteel was één van de grootste kastelen in Nederland. Het kasteel werd in 1804 door de regering voor afbraak verkocht. Vandaag de dag staat er slechts een monument op de plek waar vroeger de brug naar de voorburcht was.

De oudste vermelding van het kasteel stamt uit 1298. Otto, de heer van Buren, en zijn zoon Allard moesten het huis afstaan aan Reinoud I van Gelre, Graaf van Gelre. Zij mochten op het kasteel blijven als leenmannen van de graaf en later de hertog van Gelre.

De Vrije heerlijkheid Buren ontstond in het jaar 994 doordat het graafschap Teisterbant werd opgedeeld.
De heerlijkheid werd bestuurd door de familie van Buren. Hun familiewapen werd ook het wapen van de heerlijkheid en de hoofdstad Buren.
De heerlijkheid bestond oorspronkelijk uit de vestingstad Buren, stadsrechten in 1395 verkregen van ridder Allard van Buren, Asch en Erichem, maar door verwerving, oorlog en huwelijken kwamen er nog een aantal dorpen bij, waardoor de heerlijkheid in omvang groter werd. Op het einde bestond de heerlijkheid uit: de voorgenoemde plaatsen en Beusichem, Zoelmond, Buurmalsen en Tricht.
In de 15e eeuw liep de opvolging tweemaal langs de vrouwelijke lijn. Elizabeth van Buren huwde Gerard II van Culemborg, en hun dochter Aleida van Culemborg trouwde met Frederik van Egmond.
Sindsdien was het Huis Egmont de heersende familie in Buren.
Otto, heer van van Buren. in ca. 1190 vermeld als nobilis homo van graaf Otto van Gelre, bezwoor met hem de privilegiën van Zutphen. Vergezelde in 1203 gravin Ada van Holland, in haar vlucht naar Leiden. In 1213 schonk hij, o.a. met zijn zoon Alard, de kerkgift van Kekerdom aan het klooster Bedbur.

 
 


tr. (2) circa 1186
met

Ida van Straelen.

Uit dit huwelijk 5 kinderen.

tr. (3)
met

Sofie Huibert Roelofsdr van Beusinchem, dr. van Hubert van Bosinchem en Johanna van Zuijlen, geb. circa 1190.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Alard*1218 Buren †1248  29