Cees Hagenbeek
Wolterus 'Groot Wouter' van Berckel
Wolterus 'Groot Wouter' van Berckel, geb. Berkel circa 1310, ovl. voor 17 nov 1381.

Wolterus 'Groot Wouter' van Berckel.
Regionaal Archief Tilburg:.
1349 mei 20 - Tongerlo, charters 641.
juffrouw Gudelt zuster van Bertout Bac schuldig is aan haar zwager Wouter genaamd Groet Wouter 4 pond uit een jaarlijkse erfpacht van 1 mud rogge die haar betaald wordt door Godevaert die Becker van Beke en uit 35 schellingen oud geld die haar jaarlijks te Waalwijk betaald worden. inden jaer ons Heren dusent dryehondert veertech ende neghen, op des heylichs cruus dach, datmen heyt ons Heren opvaert; Jacob Jacobs soen en Thomaes Eghenhout, schepenen van Oisterwijk. Erens-Koyen, regest 936.

12 september1368 Tongerlo, charters 792/a.
Walterus de Berkel genaamd groot Wouter geeft een erfcijns van 35 schellingen op sint Remigius betaald door erfgenamen van Odekini de Waelwijc, verkregen door Walterus en zijn vrouw Enghelberg na dood van vrouwe (domicelle) Godeldis, begijn in het convent van Diest aan heer Walterus de Ghestel presbytero ten behoeve van heer Johannes de Ghestel, investiet van de kerk van Westilborgh en kanunnik van het convent van de H. Maria van Tongerlo in het bisdom Kamerijk. Getuigen zijn heer Waterus Bac, bedienaar (curato) van de kerk van Haren en kanunnik van het genoemde convent van Tongerlo, Brustinus de Anle en Arnoldus, leken van het bisdom Luik.

1393 maart 16 - Tongerlo, afschriften.
Juet weduwe van Berthout zoon van wijlen Wouter van Berckel, haar dochters Alyt, Juet, Elizabeth en Godelt met hun momboren, Wouter, Herman en Hubrecht, zonen van voornoemde Juette; Willem Stevens zoon man van Engelberte en Geerwyn Thielmans zoen van Baerdwijck man van Clarisse, haer zwaeghere, ook voor de nog onmondige Berthout zoon van genoemde Juette hebben ontvangen van de abt en convent des godshuis van Onze Lieve Vrouw van Tongerlo (1) een goed met zijn timmeringhe en toebehoren van genoemd godshuis, gelegen in de parochie Oisterwijk te Udenhout tussen het goed van Gielis van Goerle en tussen een erf van de vrouwe van Batenborch, strekkend van de straat tot aan de beemd die van wijlen Jan Bruistens zoon was; (2) een stuk land te Berkel in voornoemde parochie bij de kerk tussen een erf van heer Willem Costers, priester en tussen Diederic van Braeckel, strekkend van erfgenamen van wijlen Steven van der Amervoirt en een erf van genoemde Diederic tot een erf van Geerit van Vlaederaecken, welke goederen Juete en haar kinderen in gebruik hebben, voor een jaarlijkse erfcijns van 24 oude groten en een erfpacht van 7 mud 8 lopen rogge op Lichtmis aan den abt en convent van Tongerlo. De rogge moet geleverd worden in Westilborch opten Spijcker van het genoemde godshuis. Tot grotere zekerheid beloven Juet en haar kinderen nog een jaarlijkse erfpacht van 2 mud rogge op Lichtmis uit hun goed te Enschot (Enschyt).
De abt heeft van voornoemde cijns het gewin. Ook mag men deze goederen niet scheiden en delen en zal noch die macht en zelen hebben te deylen maer dat altoos bruycken ende orbaren sal met eenre laetscappe ende tot eenre vuerstat en de timmeringen mogen niet afgebroken worden.

Int jaer ons heeren duysent driehondert tnegenaamdich ende twee optie dominycke alsmen singht Letare; scepenen in Osterwijck Gijsbrecht Jacops zoen en Aeryt Walraven.
Abdij Tongerlo Reg. A.VII, 6 fol. 139: in marge Gultuara Toeyts, volgens het ficher van Tongerlo 24 maart 1392 Luikse stijl.

tr.
met

Enghelberge Wouters Bac, dr. van Waltherus Bac en Gertrudis , geb. circa 1310, ovl. na 1368.

Enghelberge Wouters Bac.
Engelberg de echtgenote van Groet Wouter is een zuster van Arnt dictus Berthout Bac en van Hubrecht abt van Tongelo.

Tilburg Archief:.
1321 januari 7.
Schepenen van Tongerloo oorkonden de overdracht van een huis met landen etc. aan Walterus dictus Bac de Westerle, ten behoeve van Heilewig en Inghelberg van Tilborch, zusters van de abt van Tongerloo. De Nederlandsche Leeuw 1937, kolom 313 met verwijzing naar ARA 's-Gravenhage, verzameling charters van het Klooster van de H. Maria te Tongerloo, charter 41.

1349 mei 20 Tongerlo, charters 640.
juffrouw Gudelt Bertout Bacs suster van Westtilburg is schuldig aan haar zwager Willem van Gestel 6 pond op een erf gelegen te Udenhout. inden jaer ons Heren dusent dryehondert veertich ende neghen, op des heylichs cruus dach, datmen heyt ons Heren opvaert; Jacob Jacobs soen en Thomaes Eghenhout, schepenen van Oisterwijk.

1354 november 6 - Tongerlo, charters ?.
Aert genaamd Bac vander Ryt, Wouter Bac, Jan die Bye, Berthout, Hubrecht, Heynrick ende Gysbrecht zijn [hun?] broer, Kathelyne en Hille hun zusters, alsmede Jan van Aerle man van Elsbenen hebben verkocht aan hun zwager Engbrecht zoon van Didericx Smets hun deel in anderhalve mud rogge van hun oude moeder wijlen Alyten genaamd vanden Woude uit de hoeve in Udenhout daar Willem van Gestel op woont.
int jaer ons Heeren duysent dryehondert vijftich ende vier, op sinte Lenaerts dach confessoris; Claes Nycoel en Wouter van Ele, schepenen.

Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bac     


Enghelberge Wouters Bac
Enghelberge Wouters Bac, geb. circa 1310, ovl. na 1368.

Enghelberge Wouters Bac.
Engelberg de echtgenote van Groet Wouter is een zuster van Arnt dictus Berthout Bac en van Hubrecht abt van Tongelo.

Tilburg Archief:.
1321 januari 7.
Schepenen van Tongerloo oorkonden de overdracht van een huis met landen etc. aan Walterus dictus Bac de Westerle, ten behoeve van Heilewig en Inghelberg van Tilborch, zusters van de abt van Tongerloo. De Nederlandsche Leeuw 1937, kolom 313 met verwijzing naar ARA 's-Gravenhage, verzameling charters van het Klooster van de H. Maria te Tongerloo, charter 41.

1349 mei 20 Tongerlo, charters 640.
juffrouw Gudelt Bertout Bacs suster van Westtilburg is schuldig aan haar zwager Willem van Gestel 6 pond op een erf gelegen te Udenhout. inden jaer ons Heren dusent dryehondert veertich ende neghen, op des heylichs cruus dach, datmen heyt ons Heren opvaert; Jacob Jacobs soen en Thomaes Eghenhout, schepenen van Oisterwijk.

1354 november 6 - Tongerlo, charters ?.
Aert genaamd Bac vander Ryt, Wouter Bac, Jan die Bye, Berthout, Hubrecht, Heynrick ende Gysbrecht zijn [hun?] broer, Kathelyne en Hille hun zusters, alsmede Jan van Aerle man van Elsbenen hebben verkocht aan hun zwager Engbrecht zoon van Didericx Smets hun deel in anderhalve mud rogge van hun oude moeder wijlen Alyten genaamd vanden Woude uit de hoeve in Udenhout daar Willem van Gestel op woont.
int jaer ons Heeren duysent dryehondert vijftich ende vier, op sinte Lenaerts dach confessoris; Claes Nycoel en Wouter van Ele, schepenen.

tr.
met

Wolterus 'Groot Wouter' van Berckel, geb. Berkel circa 1310, ovl. voor 17 nov 1381.

Wolterus 'Groot Wouter' van Berckel.
Regionaal Archief Tilburg:.
1349 mei 20 - Tongerlo, charters 641.
juffrouw Gudelt zuster van Bertout Bac schuldig is aan haar zwager Wouter genaamd Groet Wouter 4 pond uit een jaarlijkse erfpacht van 1 mud rogge die haar betaald wordt door Godevaert die Becker van Beke en uit 35 schellingen oud geld die haar jaarlijks te Waalwijk betaald worden. inden jaer ons Heren dusent dryehondert veertech ende neghen, op des heylichs cruus dach, datmen heyt ons Heren opvaert; Jacob Jacobs soen en Thomaes Eghenhout, schepenen van Oisterwijk. Erens-Koyen, regest 936.

12 september1368 Tongerlo, charters 792/a.
Walterus de Berkel genaamd groot Wouter geeft een erfcijns van 35 schellingen op sint Remigius betaald door erfgenamen van Odekini de Waelwijc, verkregen door Walterus en zijn vrouw Enghelberg na dood van vrouwe (domicelle) Godeldis, begijn in het convent van Diest aan heer Walterus de Ghestel presbytero ten behoeve van heer Johannes de Ghestel, investiet van de kerk van Westilborgh en kanunnik van het convent van de H. Maria van Tongerlo in het bisdom Kamerijk. Getuigen zijn heer Waterus Bac, bedienaar (curato) van de kerk van Haren en kanunnik van het genoemde convent van Tongerlo, Brustinus de Anle en Arnoldus, leken van het bisdom Luik.

1393 maart 16 - Tongerlo, afschriften.
Juet weduwe van Berthout zoon van wijlen Wouter van Berckel, haar dochters Alyt, Juet, Elizabeth en Godelt met hun momboren, Wouter, Herman en Hubrecht, zonen van voornoemde Juette; Willem Stevens zoon man van Engelberte en Geerwyn Thielmans zoen van Baerdwijck man van Clarisse, haer zwaeghere, ook voor de nog onmondige Berthout zoon van genoemde Juette hebben ontvangen van de abt en convent des godshuis van Onze Lieve Vrouw van Tongerlo (1) een goed met zijn timmeringhe en toebehoren van genoemd godshuis, gelegen in de parochie Oisterwijk te Udenhout tussen het goed van Gielis van Goerle en tussen een erf van de vrouwe van Batenborch, strekkend van de straat tot aan de beemd die van wijlen Jan Bruistens zoon was; (2) een stuk land te Berkel in voornoemde parochie bij de kerk tussen een erf van heer Willem Costers, priester en tussen Diederic van Braeckel, strekkend van erfgenamen van wijlen Steven van der Amervoirt en een erf van genoemde Diederic tot een erf van Geerit van Vlaederaecken, welke goederen Juete en haar kinderen in gebruik hebben, voor een jaarlijkse erfcijns van 24 oude groten en een erfpacht van 7 mud 8 lopen rogge op Lichtmis aan den abt en convent van Tongerlo. De rogge moet geleverd worden in Westilborch opten Spijcker van het genoemde godshuis. Tot grotere zekerheid beloven Juet en haar kinderen nog een jaarlijkse erfpacht van 2 mud rogge op Lichtmis uit hun goed te Enschot (Enschyt).
De abt heeft van voornoemde cijns het gewin. Ook mag men deze goederen niet scheiden en delen en zal noch die macht en zelen hebben te deylen maer dat altoos bruycken ende orbaren sal met eenre laetscappe ende tot eenre vuerstat en de timmeringen mogen niet afgebroken worden.

Int jaer ons heeren duysent driehondert tnegenaamdich ende twee optie dominycke alsmen singht Letare; scepenen in Osterwijck Gijsbrecht Jacops zoen en Aeryt Walraven.
Abdij Tongerlo Reg. A.VII, 6 fol. 139: in marge Gultuara Toeyts, volgens het ficher van Tongerlo 24 maart 1392 Luikse stijl.

Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bac     


Waltherus Bac
Waltherus Bac, geb. Berkel-Enschot op 11 feb 1230, ovl. aldaar op 23 jun 1297.

Waltherus Bac.
Vermeld in Het Casselboek en het Latijnsboek ±1312, folio 34 verso.
32. Walterus Becxkin, maheriam de Rode et domum apud Ghesele (f.113r, p.271) Zie 41.
33. Wijtmannus de Ensciet, molendinum apud Hucleem. Johannes filius suus . [in Latijnsboek bovendien:] Langhe Wytmannus tenet vel Johannis filius sd_suus, in papiro de Buscho (f.113r, p.271-272, nr 325).
34.* Walterus Bac, 1 hovam terre apud Bercle (f.113v, p.272). zie Camps blz. 466.

tr.
met

Gertrudis , geb. circa 1255.

Uit dit huwelijk 7 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Enghelberge*1310  †1368  58
Arnt*1260  †1351  91


Gertrudis
Gertrudis , geb. circa 1255.

tr.
met

Waltherus Bac, zn. van Arnt (Arnoldus Walteri) Bac (vermeld 1243-1248) en Agnes Guda Waltersdr van Berthout van mechelen, geb. Berkel-Enschot op 11 feb 1230, ovl. aldaar op 23 jun 1297.

Waltherus Bac.
Vermeld in Het Casselboek en het Latijnsboek ±1312, folio 34 verso.
32. Walterus Becxkin, maheriam de Rode et domum apud Ghesele (f.113r, p.271) Zie 41.
33. Wijtmannus de Ensciet, molendinum apud Hucleem. Johannes filius suus . [in Latijnsboek bovendien:] Langhe Wytmannus tenet vel Johannis filius sd_suus, in papiro de Buscho (f.113r, p.271-272, nr 325).
34.* Walterus Bac, 1 hovam terre apud Bercle (f.113v, p.272). zie Camps blz. 466.

Uit dit huwelijk 7 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Enghelberge*1310  †1368  58
Arnt*1260  †1351  91


Arnold van Tilborgh
Arnold van Tilborgh, geb. circa 1135.

Arnold van Tilborgh.
Als Walterus een zoon was van Giselbertus II van Tilburg, die ca 1167 geboren moet zijn, blijkens de akte uit 1192 waarin hij samen met zijn moeder Alaysa de lieden op hun allodium Helvoirt onder de kerk van Oosttilburg brengt, dan zou Walterus op zijn vroegst rond 1187 geboren kunnen zijn. Dit tijdslot strookt niet met een vermelding van Walter Bac als getuige in 1197 en wellicht al in 1195. Dan zou hij immers pas 10 jaar geweest moeten zijn. En toch kloppen alle overige gegevens in de relatie tot het geslacht Van Heusden. Zouden Walterus en Giselbertus dan wellicht zonen kunnen zijn van Arnold, de broer van Giselbertus II, ook vermeld in de akte uit 1192? Nee, dat zou ook geen soelaas bieden want dat is nog steeds te laat voor een zoon Walter die dan in 1197 als getuige optreedt. Of was Arnoldus helemaal niet de broer van Giselbertus II, zoals doorgaans verondersteld, maar zijn oom en daarmee dus broer van Giselbertus I...? Ik sluit het in zijn geheel niet uit en het zou qua tijdslot wel beter kloppen met een ander gegeven, namelijk dat een dochter van Arnold getrouwd zou zijn met Arnold van Gageldonck, de zoon van Arnold I Brabander. Ook de akte uit 1192 laat ruimte voor deze interpretatie. Nergens lees ik namelijk een verwijzing naar Arnold als zijnde de broer van Giselbert II. De hypothese dat WOUTER BAC DE NOLE een zoon is van ARNOLD VAN TILBURG, de broer van Giselbert I van Tilburg lijkt daarmee aan kracht te winnen.
De Giselberten Van Tilburg treden vaak op als getuige in akten in de invloedssfeer van de heren Van Heusden, die Van Altena en die Van Cuijck. Ik vermoed omdat ze verwant waren aan deze geslachten. Tevens acteerden zij blijkbaar in de nationale politieke arena van die tijd. Zo is er een interessante akte uit 1205 waarin Markgravin Ada van Brandenburg (c1161-c1205) een stuk land in Holland verkoopt aan de kerk met als getuigen Willlem en Dirk van Teylingen, Arnold van Rijswijk en zijn broer Henrick, Giselbert van Tilburg, Philip van Wassenaar en zijn zoon Dirk, Hugo van Nortge, Floris van Sotrewold, Dirk van Delft en zijn broer Arnold, Hubert van Kerecwerf. De dochter van Jan I van Heusden, Alveradis, huwde rond 1215 met Dirck van Teylingen, heer van Brederode. Na zijn dood in 1236 huwde zij met Herbaren II van der Lede, de stamvader van het geslacht Van Arkel.
Een natuurlijke dochter van Jan I van Heusden trouwde overigens met (1) Simon van Wijffliet (ook een bekende naam in relatie tot Bac) en daarna met (2) Claes Persijn.

Hij bezit het goed Te Rijt (Tilburg.
Hij werd in 1192 vermeld en was eigenaar van de hoeve Rijt in West-Tilburg.).

tr. (1)
met

NN dochter van Heusden, dr. van NN van Heusden, geb. circa 1150.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wouter*1180  †1244  64
N.N.     



NN dochter van Heusden
NN dochter van Heusden, geb. circa 1150.

tr.
met

Arnold van Tilborgh, zn. van Hendrik van Landen en NN van Dongelberg, geb. circa 1135, Hij krijgt geen kinderen.

Arnold van Tilborgh.
Als Walterus een zoon was van Giselbertus II van Tilburg, die ca 1167 geboren moet zijn, blijkens de akte uit 1192 waarin hij samen met zijn moeder Alaysa de lieden op hun allodium Helvoirt onder de kerk van Oosttilburg brengt, dan zou Walterus op zijn vroegst rond 1187 geboren kunnen zijn. Dit tijdslot strookt niet met een vermelding van Walter Bac als getuige in 1197 en wellicht al in 1195. Dan zou hij immers pas 10 jaar geweest moeten zijn. En toch kloppen alle overige gegevens in de relatie tot het geslacht Van Heusden. Zouden Walterus en Giselbertus dan wellicht zonen kunnen zijn van Arnold, de broer van Giselbertus II, ook vermeld in de akte uit 1192? Nee, dat zou ook geen soelaas bieden want dat is nog steeds te laat voor een zoon Walter die dan in 1197 als getuige optreedt. Of was Arnoldus helemaal niet de broer van Giselbertus II, zoals doorgaans verondersteld, maar zijn oom en daarmee dus broer van Giselbertus I...? Ik sluit het in zijn geheel niet uit en het zou qua tijdslot wel beter kloppen met een ander gegeven, namelijk dat een dochter van Arnold getrouwd zou zijn met Arnold van Gageldonck, de zoon van Arnold I Brabander. Ook de akte uit 1192 laat ruimte voor deze interpretatie. Nergens lees ik namelijk een verwijzing naar Arnold als zijnde de broer van Giselbert II. De hypothese dat WOUTER BAC DE NOLE een zoon is van ARNOLD VAN TILBURG, de broer van Giselbert I van Tilburg lijkt daarmee aan kracht te winnen.
De Giselberten Van Tilburg treden vaak op als getuige in akten in de invloedssfeer van de heren Van Heusden, die Van Altena en die Van Cuijck. Ik vermoed omdat ze verwant waren aan deze geslachten. Tevens acteerden zij blijkbaar in de nationale politieke arena van die tijd. Zo is er een interessante akte uit 1205 waarin Markgravin Ada van Brandenburg (c1161-c1205) een stuk land in Holland verkoopt aan de kerk met als getuigen Willlem en Dirk van Teylingen, Arnold van Rijswijk en zijn broer Henrick, Giselbert van Tilburg, Philip van Wassenaar en zijn zoon Dirk, Hugo van Nortge, Floris van Sotrewold, Dirk van Delft en zijn broer Arnold, Hubert van Kerecwerf. De dochter van Jan I van Heusden, Alveradis, huwde rond 1215 met Dirck van Teylingen, heer van Brederode. Na zijn dood in 1236 huwde zij met Herbaren II van der Lede, de stamvader van het geslacht Van Arkel.
Een natuurlijke dochter van Jan I van Heusden trouwde overigens met (1) Simon van Wijffliet (ook een bekende naam in relatie tot Bac) en daarna met (2) Claes Persijn.

Hij bezit het goed Te Rijt (Tilburg.
Hij werd in 1192 vermeld en was eigenaar van de hoeve Rijt in West-Tilburg.).

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wouter*1180  †1244  64
N.N.     


NN van Heusden
NN van Heusden, geb. circa 1125.


Hij krijgt een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
NN*1150     


Herman van Heusden
Herman burggraaf van Heusden.

Herman burggraaf van Heusden.
In ca. 1125 kastelein (burggraaf) van (Oud-)Heusden.
Arnold I van Rode lag rond 1108 met de abt van de abdij van Sint-Truiden overhoop over de tienden van Baardwijk. Hij claimde die tienden in leen te houden van de bisschop van Utrecht. In die tijd had ook de graaf van Gelre met medeweten van de bisschop, zich diverse bezittingen toegeëigend. De bisschop van Utrecht zal derhalve weet hebben gehad van de activiteiten van Arnold I van Rode. Arnold I zal in of in de naaste omgeving van Baardwijk dan ongetwijfeld Stichts leenman zijn geweest voor enig bezit, want anders had zou hij dat excuus niet hebben aangevoerd. Derhalve moet Arnold I in Baardwijk of naaste omgeving enig bezit met minstens een centrale hof hebben gehad van waaruit hij de tienden zal hebben geïnd. Het gebied Baardwijk valt later onder het Land van Heusden. De herkomst van de heren van Heusden is, zoals bij zovele adellijke geslachten, onbekend. Wanneer zij uit het duister van de middeleeuwen plotseling in oorkonden opduiken, blijken zij echter al dadelijk van hoge rang te zijn. Zij worden in de oorkonden uit de 13e eeuw ook wel als nobilis viri aangeduid. De oudst aanvaarde stamvader van de heren van Heusden (oorspronkelijk Oud-Heusden) is een Arnold die omstreeks 1150/60 zal zijn gehuwd.
Er zijn twee oudere naamdragers: Wiger van Heusden (eenmaal tussen 1108/1121) en Herman ([ca. 1125 en 1144] (Thijssen, Chr.(2000). Nogmaals de heren van Heusden, in: Met Gansen Trou, 50e jaargang, pag. 6). De voornaam Herman is opvallend vanuit de wetenschap dat ook de schoonvader van Arnold I van Rode deze naam droeg. Gezien de vernoeminggewoonten ligt het in de lijn van de verwachting dat Arnold I een zoon uit zijn huwelijk met [Heilwig] van Cuijk de voornaam Herman zal hebben gegeven. Deze zal op zijn beurt de voornaam Arnold aan zijn oudste zoon hebben gegeven. Zowel de Van Rodes als de Van Heusdens waren een hoogadellijk geslacht. De oudste herkomst van de Van Heusdens is onbekend. De verdere geschiedenis van het Rooise goederenbezit eveneens.
Rond 1108 had Arnold I van Rode bemoeienis met de tienden van Baardwijk. Later is Baardwijk een van de elf benedendorpen van het Land van Heusden. Vanuit genealogisch-historisch perspectief is het dus verdedigbaar in Herman van Heusden een zoon kunnen zien van Arnold I van Rode uit diens huwelijk met [Heilwig] van Cuijk, dochter van Herman van Malsen/Cuijk en Alverade [van Hochstaden].
Herman van Heusden ging omtrent 1144 met keizer Koenraad op kruistocht naar het Heilig Land en sneuvelde daar (Spaen, Baron W.A. van (1804). Oordeelkundige Inleiding tot de historie van Gelderland, deel 3, Utrecht.

  • Vader:
    Arnold (Arnold II, Arnulf) Arnold I van Looz1 (von Looz, van Rode), zn. van Emmo III van Loon (graaf van Loon 1046) en Swanhilde gravin van Holland, geb. Sint-Oedenrode op 2 sep 1062, graaf van Loon 1079-1088 (vermeld 1095...1119) (comte d'Hesbaye, seigneur de Horn, Stevoort et Corswarem) (Heer van Gruelsveld, Graaf van de Neder-Maasgau), Sire de Hornes et de Steinvort, graaf van Looz in 1084, ovl. Sint-Oedenrode op 19 mrt 1121, tr. (2) in 1096 met
 
 

tr.
met

NN Arnoldsdr van Rode, dr. van Arnold II graaf van Rode (vermeld 1119, 1123, 1125) en Aleidis van Cuijck (vrouw van Osning), geb. circa 1110.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
NN*1125     



Bronnen:
1.Maison de Hornes, Horn, Horne, Hoerne, Huerne, Hoorne, etc. (B 014), Etienne Patou, 2014 (blz. 1)

NN Arnoldsdr van Rode
NN Arnoldsdr van Rode, geb. circa 1110.

tr.
met

Herman burggraaf van Heusden, zn. van Arnold van Looz (graaf van Loon 1079-1088) en Heilwig van Cuijk van Malsen.

Herman burggraaf van Heusden.
In ca. 1125 kastelein (burggraaf) van (Oud-)Heusden.
Arnold I van Rode lag rond 1108 met de abt van de abdij van Sint-Truiden overhoop over de tienden van Baardwijk. Hij claimde die tienden in leen te houden van de bisschop van Utrecht. In die tijd had ook de graaf van Gelre met medeweten van de bisschop, zich diverse bezittingen toegeëigend. De bisschop van Utrecht zal derhalve weet hebben gehad van de activiteiten van Arnold I van Rode. Arnold I zal in of in de naaste omgeving van Baardwijk dan ongetwijfeld Stichts leenman zijn geweest voor enig bezit, want anders had zou hij dat excuus niet hebben aangevoerd. Derhalve moet Arnold I in Baardwijk of naaste omgeving enig bezit met minstens een centrale hof hebben gehad van waaruit hij de tienden zal hebben geïnd. Het gebied Baardwijk valt later onder het Land van Heusden. De herkomst van de heren van Heusden is, zoals bij zovele adellijke geslachten, onbekend. Wanneer zij uit het duister van de middeleeuwen plotseling in oorkonden opduiken, blijken zij echter al dadelijk van hoge rang te zijn. Zij worden in de oorkonden uit de 13e eeuw ook wel als nobilis viri aangeduid. De oudst aanvaarde stamvader van de heren van Heusden (oorspronkelijk Oud-Heusden) is een Arnold die omstreeks 1150/60 zal zijn gehuwd.
Er zijn twee oudere naamdragers: Wiger van Heusden (eenmaal tussen 1108/1121) en Herman ([ca. 1125 en 1144] (Thijssen, Chr.(2000). Nogmaals de heren van Heusden, in: Met Gansen Trou, 50e jaargang, pag. 6). De voornaam Herman is opvallend vanuit de wetenschap dat ook de schoonvader van Arnold I van Rode deze naam droeg. Gezien de vernoeminggewoonten ligt het in de lijn van de verwachting dat Arnold I een zoon uit zijn huwelijk met [Heilwig] van Cuijk de voornaam Herman zal hebben gegeven. Deze zal op zijn beurt de voornaam Arnold aan zijn oudste zoon hebben gegeven. Zowel de Van Rodes als de Van Heusdens waren een hoogadellijk geslacht. De oudste herkomst van de Van Heusdens is onbekend. De verdere geschiedenis van het Rooise goederenbezit eveneens.
Rond 1108 had Arnold I van Rode bemoeienis met de tienden van Baardwijk. Later is Baardwijk een van de elf benedendorpen van het Land van Heusden. Vanuit genealogisch-historisch perspectief is het dus verdedigbaar in Herman van Heusden een zoon kunnen zien van Arnold I van Rode uit diens huwelijk met [Heilwig] van Cuijk, dochter van Herman van Malsen/Cuijk en Alverade [van Hochstaden].
Herman van Heusden ging omtrent 1144 met keizer Koenraad op kruistocht naar het Heilig Land en sneuvelde daar (Spaen, Baron W.A. van (1804). Oordeelkundige Inleiding tot de historie van Gelderland, deel 3, Utrecht.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
NN*1125     


NN van Dongelberg
NN van Dongelberg, geb. circa 1105.

tr.
met

Hendrik van Landen, zn. van Gerardus van Landen (eer Van Landen En West Tilborch), geb. Landenne [België] circa 1095, ovl. Leuven [België] na 1135.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Giselbert I*1135     
Arnold*1135     


Gerardus van Landen
Gerardus van Landen, geb. Landenne [België] circa 1070, eer Van Landen En West Tilborch, ovl. Leuven [België] in 1136.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hendrik*1095 Landenne [België] †1135 Leuven [België] 40


Everard van Landen
Everard van Landen, geb. circa 1040, ovl. in 1081.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerardus*1070 Landenne [België] †1136 Leuven [België] 66


Engelbert III d'Enghien
 
Engelbert III d'Enghien, geb. Trazegnies [België] circa 1150, Chevalier, Avoué de Tubize et de Castres, Seigneur d'Enghien, ovl. Enghien [België] circa 1205.

tr. in 1184
met

Élisabeth Isabeau de Trazégnies, dr. van Othon I de Trazégnies (Seigneur de Trazegnies, Silly et Ath) en Marguerite d'Allodio, geb. Trazegnies [België] circa 1165, ovl. aldaar circa 1214.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Engelbert IV*1180 Enghien [België] †1250  70


Élisabeth Isabeau de Trazégnies
Élisabeth Isabeau de Trazégnies, geb. Trazegnies [België] circa 1165, ovl. aldaar circa 1214.

  • Vader:
    Othon I (Othon) de Trazégnies, zn. van Gilles de Trazégnies en Beatrix de Chièvres (Dame de Le Roeulx), geb. circa 1092, Seigneur de Trazegnies, Silly et Ath (Seigneur de Trazegnies (1136), Seigneur de Silly, Seigneur de Blicquy), ovl. na 1136, begr. Chapelle-Lez-Herlaimont [België], tr. (2) met
 

tr. in 1184
met

Engelbert III d'Enghien, geb. Trazegnies [België] circa 1150, Chevalier, Avoué de Tubize et de Castres, Seigneur d'Enghien, ovl. Enghien [België] circa 1205.

 

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Engelbert IV*1180 Enghien [België] †1250  70


Adélaïde d'Audenaerde
Adélaïde d'Audenaerde.

tr. circa 1199
met

Engelbert IV d'Enghien ('van Edingen), zn. van Engelbert III d'Enghien (Chevalier, Avoué de Tubize et de Castres, Seigneur d'Enghien.) en Élisabeth Isabeau de Trazégnies, geb. Enghien [België] op 29 jan 1180, heer van Enghien, ovl. op 25 feb 1250.

 


Aleide d'Avesnes
 
Aleide d'Avesnes, geb. vermoedelijk 1050.

 

tr.
met

Jean de Trazégnies, zn. van Gilles de Trazégnies, geb. Trazegnies [België] vermoedelijk 1040, Seigneur de Trazeignies, de Silly, et de Braine-le-Château, ovl. na 1090.

 


Jean de Trazégnies.
Volgens een andere bron beschrijft de graaf van Saint-Genoit het fictieve verhaal van een Jean de Trazegnies, heer van Silly, die in 1117 trouwde met Marie, dochter van de graaf van Ostrevent. Hij belooft naar het heilige land te gaan als zijn vrouw hem nakomelingen geeft. Na enkele jaren werden twee tweelingzonen Jean en Gérard geboren. Jean de Trazegnies gaat op bedevaart naar Jeruzalem om zijn belofte na te komen. Bij zijn terugkeer werd hij gevangengenomen door de Saracenen, maar hij werd de adviseur van de heer van de plaats. Hij gelooft dat zijn vrouw dood is, trouwt met een plaatselijke prinses en keert met haar terug naar zijn bolwerk, waar hij leert dat hij een bigamist was. Na de dood van zijn vrouw Marie keerde Jean terug naar Afrika met zijn tweede zoon Gérard. Zijn andere zoon Jean, heer van Trazegnies (= 1156), hij huwde de dochter van de heer van Havré en, in het tweede huwelijk, Aleide d'Avesnes die hem twee zonen schonk, in het bijzonder Gillon die trouwde met Béatrice, erfgename van Ath. Deze verkoopt Ath in 1136 aan de graaf van Henegouwen Boudewijn de Bouwer.

Uit dit huwelijk 2 zonen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gilles*1075  †1169  94
Gonthier*1091     


Marguerite d'Allodio
Marguerite d'Allodio.

tr.
met

Othon I (Othon) de Trazégnies, zn. van Gilles de Trazégnies en Beatrix de Chièvres (Dame de Le Roeulx), geb. circa 1092, Seigneur de Trazegnies, Silly et Ath (Seigneur de Trazegnies (1136), Seigneur de Silly, Seigneur de Blicquy), ovl. na 1136, begr. Chapelle-Lez-Herlaimont [België].

 

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Élisabeth*1165 Trazegnies [België] †1214 Trazegnies [België] 49


Yolande van Gavere
 
Yolande van Gavere (van Gent Yolande de Gand), geb. circa 1002, Erfgename Chievres, ovl. in 1049.

  • Vader:
    Rasse van Gavere, geb. circa 983, Heer van Gavere, "bouteilleur" / flessenvuller; kasteelheer van Harelbeke, ovl. na 1030, tr. met

tr.
met

Wederik I 'de Valk' van Avesnes (Wédéric II (Le-Roux) (Le-Sor) d'Hainaut, van Henegouwen, van Hennegau), geb. Avesnes-Sur-Helpe [Frankrijk] circa 990, ovl. in 1066, tr. (1) met N. Raesdr van Chièvres, dr. van Raso van Chièvres. Uit dit huwelijk geen kinderen.

 


Wederik I 'de Valk' van Avesnes.
Vermeld te Leuze ca. 1020.

Wédric le Sor of le Roux (rond het jaar 1000) is een heer van Leuze en Condé van een provincie in het noorden van Frankrijk, Thiérache. Hij is de vazal van de graaf van Henegouwen Régnier V die de hele streek van Avesnes bezit. Wédric le Sor beweerde af te stammen van Gérard de Roussillon, hij zette zich aan het hoofd van de avonturiers en reisde door alle provincies van België. Hij plunderde, plunderde en veroverde de steden, waarvan hij vestingwerken oprichtte en ze vervolgens aan zijn domein annexeerde, zodat Grammont, Lessines, Alost, Chièvres die hij van zijn schoonvader nam, tussen zijn handen vielen. De graaf van Henegouwen om er vanaf te komen, schonk hem zowel Brabant als de landen gelegen tussen de twee Helpes "in het land van Avesnes". In de eerste helft van deze eeuw werd hij heer van Avesnes sur Helpe en bracht zijn pensionering door in Leuze.

Rasse I van Gavere
 
Rasse I van Gavere, geb. circa 1030, Kasteelheer, Heer van Gavere, heer van Harelbeke, ovl. na 1055.

  • Vader:
    Rasse van Gavere, geb. circa 983, Heer van Gavere, "bouteilleur" / flessenvuller; kasteelheer van Harelbeke, ovl. na 1030, tr. met

tr.
met

Catherine de Cysoing, dr. van Ingelbrecht III van Petegem (Heer van Petegem) en Mathilde de Crespin, geb. Ieperen [België] in 1062.

 

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1075     


Catherine de Cysoing
 
Catherine de Cysoing, geb. Ieperen [België] in 1062.

 
 

tr.
met

Rasse I van Gavere, zn. van Rasse van Gavere (Heer van Gavere, "bouteilleur" / flessenvuller; kasteelheer van Harelbeke) en Maria / Estrude van Harelbeke, geb. circa 1030, Kasteelheer, Heer van Gavere, heer van Harelbeke, ovl. na 1055.

 

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1075