Giselbercht I van Bourghelles
Giselbercht I van Bourghelles.
tr.
met
Ermentrudis .
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Maria | *1190 | | | | | 1 | 6 |
Ermentrudis
Ermentrudis .
tr.
met
Giselbercht I van Bourghelles.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Maria | *1190 | | | | | 1 | 6 |
Petronella van Avesnes
Petronella van Avesnes, ovl. na 1206.
tr. (1)
met
Jan I van Petegem en Cysoing, zn. van Ingelbrecht IV van Petegem en Cysoing (baro terre, voogd van de abdij van Cysoing) en Ide (Elisabeth) van Aalst, geb. circa 1115, heer van Petegem en Cysoing, ovl. voor 1154.
Jan I van Petegem en Cysoing.
Cysoing is een plaatsje bij Rijssel/Lille, Petegem ligt bij Oudenaarde.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jan II | *1154 | | †1220 | | 66 | 1 | 1 |
tr. (2) in 1154
met
Rogier van Landas, ovl. na 1168.
Wouter d'Oisy
Wouter Plukiel d'Oisy, ovl. na 1149.
Wouter d'Oisy.
voogd van Doornik, heer van Avesnes.
tr.
met
Ida van Mortagne (Ida van Doornik).
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Petronella | | | †1206 | | | 2 | 1 |
Ida van Mortagne
Ida van Mortagne (Ida van Doornik).
tr.
met
Wouter Plukiel d'Oisy, zn. van Fastre II d'Oisy en Richilde of Mathilde , ovl. na 1149.
Wouter d'Oisy.
voogd van Doornik, heer van Avesnes.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Petronella | | | †1206 | | | 2 | 1 |
Rogier van Landas
Rogier van Landas, ovl. na 1168.
tr. in 1154
met
Petronella van Avesnes, dr. van Wouter d'Oisy en Ida van Mortagne, ovl. na 1206.
Ingelbrecht IV van Petegem en Cysoing
Ingelbrecht IV van Petegem en Cysoing, geb. Gent [België] circa 1050, baro terre, voogd van de abdij van Cysoing, ovl. na 1135.
Ingelbrecht IV van Petegem en Cysoing.
Vermeld 1080-1135. .
Ingelbert IV heer van Petegem, Cysoing/ Sison[33] en Koekelare[34] (vermeld tussen 1082 en 1135) was “baro terre (= ber)” (1128)[35]en voogd van de abdij te Cysoing/ Sison [36]. Deze abdij werd gesticht op het einde van de 9de eeuw door Sint-Evrard, graaf van Friuli, op het land dat zijn vrouw Gisela als bruidschat gekregen had [37]. Zij was de zuster van koning Karel de Kale van Frankrijk, . In 1132 hervormde men het kapittel en verving men de oude kanunniken door regulieren van de Orde van Sint-Augustinus, die gekenmerkt werd door strikte gehoorzaamheid en een. Ingelbert IV huwde met de dochter van Boudewijn I van Aalst, alias van Gent , ridder, heer van Aalst, Waas, Drongen, Ruiselede en voogd van de Gentse St.-Pietersabdij[40]. Ingelbert was omstreeks 1082 één van de vier “Beren” van Vlaanderen[41]. De term 'ber' is een verbastering van het Franse 'pair' of 'gelijke'. Deze pairs stamden af van machtige lokale grondadel, die oorspronkelijk instonden voor de verdediging van de grenzen van het graafschap, in ruil voor een maatschappelijke positie in de hoogste kringen van het graafschap. In 1096 nam Ingelbert IV als vaandrig van de graaf van Vlaanderen deel aan de eerste kruistocht. Deze kruistocht liep via het verzamelpunt Constantinopel door Klein-Azië naar Jeruzalem, dat in 1099 werd ingenomen[42]. De kruisvaarders stichtten het Koninkrijk Jeruzalem, de graafschappen Edessa en Tripoli en het vorstendom Antiochië. In 1111 was Ingelbert één van de ondertekenaars van het charter van Robrecht II, graaf van Vlaanderen.
Vaandrig van de graaf van Vlaanderen, neemt in 1096 deel aan de Eerste Kruistocht (1095-1099).
Deze kruistocht liep via het verzamelpunt Constantinopel door Klein-Azië naar Jeruzalem, dat in 1099 werd ingenomen. De kruisvaarders stichtten het koninkrijk Jeruzalem, de graafschappen Edessa en Tripoli en het vorstendom Antiochië. Hun heerschappij in de Orient werd pas na bijna 200 jaar in 1291 met de val van Tripoli en Akko definitief beëindigd.
tr. (1) circa 1095
met
Ide (Elisabeth) van Aalst (Ath de Gand, d'), dr. van Boudewijn II "de Dikke" burggraaf van Aalst van Gent en Regnilde Mathilde de Cassel, geb. circa 1074, ovl. circa 1120.
Ide (Elisabeth) van Aalst.
Gehuwd met sosa Elisabeth van Aals (Ouders : sosa Boudewijn II de Dikke van Gent †1097 & Reinewilf van KasselL †ca 1097) en hun kinderen Goswin I van Vichte ca 1100 Gehuwd met NN Fifta V Gisle van Peteghem ca 1103-ca 1168 Gehuwd met Gerard II van Ninove ca 1100-ca 1167 Jan I van Peteghem Cysoing ca 1115 Gehuwd met sosa Petronella d'Avesner /1120 Jan I van peteghem Cysoing ca 1115 gehuwd met Ermangarde van Ninove ca 1120.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jan I | *1115 | | †1154 | | 39 | 1 | 1 |
2 | Gisela | *1115 | | †1137 | | 22 | 1 | 1 |
tr. (2)
met
Gertrude van Gent, dr. van Boudewijn II "de Dikke" burggraaf van Aalst van Gent en Oda 'd Avesnes, geb. in 1072.
Uit dit huwelijk 3 kinderen.
Elisabeth van Aalst
Ide (Elisabeth) van Aalst (Ath de Gand, d'), geb. circa 1074, ovl. circa 1120.
Ide (Elisabeth) van Aalst.
Gehuwd met sosa Elisabeth van Aals (Ouders : sosa Boudewijn II de Dikke van Gent †1097 & Reinewilf van KasselL †ca 1097) en hun kinderen Goswin I van Vichte ca 1100 Gehuwd met NN Fifta V Gisle van Peteghem ca 1103-ca 1168 Gehuwd met Gerard II van Ninove ca 1100-ca 1167 Jan I van Peteghem Cysoing ca 1115 Gehuwd met sosa Petronella d'Avesner /1120 Jan I van peteghem Cysoing ca 1115 gehuwd met Ermangarde van Ninove ca 1120.
tr. circa 1095
met
Ingelbrecht IV van Petegem en Cysoing, zn. van Ingelbrecht III van Petegem (Heer van Petegem) en Mathilde de Crespin, geb. Gent [België] circa 1050, baro terre, voogd van de abdij van Cysoing, ovl. na 1135, tr. (2) met zijn schoonzuster Gertrude van Gent. Uit dit huwelijk 3 kinderen.
Ingelbrecht IV van Petegem en Cysoing.
Vermeld 1080-1135. .
Ingelbert IV heer van Petegem, Cysoing/ Sison[33] en Koekelare[34] (vermeld tussen 1082 en 1135) was “baro terre (= ber)” (1128)[35]en voogd van de abdij te Cysoing/ Sison [36]. Deze abdij werd gesticht op het einde van de 9de eeuw door Sint-Evrard, graaf van Friuli, op het land dat zijn vrouw Gisela als bruidschat gekregen had [37]. Zij was de zuster van koning Karel de Kale van Frankrijk, . In 1132 hervormde men het kapittel en verving men de oude kanunniken door regulieren van de Orde van Sint-Augustinus, die gekenmerkt werd door strikte gehoorzaamheid en een. Ingelbert IV huwde met de dochter van Boudewijn I van Aalst, alias van Gent , ridder, heer van Aalst, Waas, Drongen, Ruiselede en voogd van de Gentse St.-Pietersabdij[40]. Ingelbert was omstreeks 1082 één van de vier “Beren” van Vlaanderen[41]. De term 'ber' is een verbastering van het Franse 'pair' of 'gelijke'. Deze pairs stamden af van machtige lokale grondadel, die oorspronkelijk instonden voor de verdediging van de grenzen van het graafschap, in ruil voor een maatschappelijke positie in de hoogste kringen van het graafschap. In 1096 nam Ingelbert IV als vaandrig van de graaf van Vlaanderen deel aan de eerste kruistocht. Deze kruistocht liep via het verzamelpunt Constantinopel door Klein-Azië naar Jeruzalem, dat in 1099 werd ingenomen[42]. De kruisvaarders stichtten het Koninkrijk Jeruzalem, de graafschappen Edessa en Tripoli en het vorstendom Antiochië. In 1111 was Ingelbert één van de ondertekenaars van het charter van Robrecht II, graaf van Vlaanderen.
Vaandrig van de graaf van Vlaanderen, neemt in 1096 deel aan de Eerste Kruistocht (1095-1099).
Deze kruistocht liep via het verzamelpunt Constantinopel door Klein-Azië naar Jeruzalem, dat in 1099 werd ingenomen. De kruisvaarders stichtten het koninkrijk Jeruzalem, de graafschappen Edessa en Tripoli en het vorstendom Antiochië. Hun heerschappij in de Orient werd pas na bijna 200 jaar in 1291 met de val van Tripoli en Akko definitief beëindigd.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jan I | *1115 | | †1154 | | 39 | 1 | 1 |
2 | Gisela | *1115 | | †1137 | | 22 | 1 | 1 |
Ingelbrecht III van Petegem.
Vermeld 1036 tot 1046/52, ingenuus.
- Vader:
Ingelbert II van Petegem, zn. van Engelbert I van Petegem, geb. Petegem-Aan-De-Leie, [België] circa 1005, ovl. Cysoing [Frankrijk] tussen 1037 en 1058, begr. Petegem, centraal gelegen tussen twee belangrijke centra Gent en Doornik kreeg in de 9de eeuw een belangrijke functie in verband met de defensie van de steeds oprukkende Noormannen, die het binnenland verder en verder onveilig maakten. Petegem was echter geen eindstop van de veroveringen van deze Vikingen. In 879-880 verwoesten de Noormannen, die in Gent gelegerd waren, Doornik, tr. met
- Moeder:
Glismondis de Mortagne, geb. Mortagne-Au-Perche [Frankrijk] in 1010, ovl. Wortegem-Petegem [België] circa 1060.
tr.
met
Mathilde de Crespin.
Wilde als weduwe een klooster stichten in Petegem in 1082.
Ingelbert III van Peteghem (vermeld tussen 1036 en 1052[27], + voor 1082), fs. Ingelbert II (cf.3) was gehuwd met Mathilda, die op het einde van haar leven de intentie had om te Petegem een klooster te stichten[28]. In 1061 ondertekende "...Engelberti de Petengien… " een charter waarin de donaties van de abdij van St.-Amands-aan-de-Skarpe (St.-Amand-les-Eaux) opgetekend waren door de abt Malbod.
Na de dood van haar man - in een oorkonde van 13 maart 1081, n.s. 1082- verzocht zij bisschop Radulf van Noyon-Doornik, een aangehuwd familielid (cf. 11), om het altaar dat hem toebehoorde vrij te maken om er een abbatia op te richten. Enkele goederen die ze van haar familie had geërfd en de volledige tienden van de St.-Martinuskerk werden ter beschikking gesteld voor de canonici, die er zou opgericht worden[29]. Als voorbeeld van deze fundatie stond mogelijks het kapittel te Haaltert, dat waarschijnlijk door Ingelbert III was had opgericht[30]. Een ander voorbeeld was ook het kapittel te Cysoing / Sison, dat reeds vermeld wordt in de 9de eeuw[31]. De oudste zoon van Mathilda was immers heer van Cysoing / Sison geworden. Bisschop Radulf (Radbodus) II schonk daarbij de parochiale rechten van de kerk van Petegem aan deze nieuwe abdij. Deze bisschop was zeer ingenomen met zijn Vlaamse familie en zorgde er tevens voor dat de kinderen van Ingelbert II gronden in leen van de Graaf van Vlaanderen in het Brugse Vrije kregen, op de rand van het poldergebied gelegen tussen de Ijzer en Brugge[32]. Waarschijnlijk door problemen werden de kanunniken in 1444 vervangen door Benedictijnermonniken van Sint-Diederick nabij Reims.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Ingelbrecht IV | *1050 | Gent [België] | †1135 | | 85 | 2 | 5 |
2 | Catherine | *1062 | Ieperen [België] | | | | 1 | 1 |
Mathilde de Crespin.
Wilde als weduwe een klooster stichten in Petegem in 1082.
Ingelbert III van Peteghem (vermeld tussen 1036 en 1052[27], + voor 1082), fs. Ingelbert II (cf.3) was gehuwd met Mathilda, die op het einde van haar leven de intentie had om te Petegem een klooster te stichten[28]. In 1061 ondertekende "...Engelberti de Petengien… " een charter waarin de donaties van de abdij van St.-Amands-aan-de-Skarpe (St.-Amand-les-Eaux) opgetekend waren door de abt Malbod.
Na de dood van haar man - in een oorkonde van 13 maart 1081, n.s. 1082- verzocht zij bisschop Radulf van Noyon-Doornik, een aangehuwd familielid (cf. 11), om het altaar dat hem toebehoorde vrij te maken om er een abbatia op te richten. Enkele goederen die ze van haar familie had geërfd en de volledige tienden van de St.-Martinuskerk werden ter beschikking gesteld voor de canonici, die er zou opgericht worden[29]. Als voorbeeld van deze fundatie stond mogelijks het kapittel te Haaltert, dat waarschijnlijk door Ingelbert III was had opgericht[30]. Een ander voorbeeld was ook het kapittel te Cysoing / Sison, dat reeds vermeld wordt in de 9de eeuw[31]. De oudste zoon van Mathilda was immers heer van Cysoing / Sison geworden. Bisschop Radulf (Radbodus) II schonk daarbij de parochiale rechten van de kerk van Petegem aan deze nieuwe abdij. Deze bisschop was zeer ingenomen met zijn Vlaamse familie en zorgde er tevens voor dat de kinderen van Ingelbert II gronden in leen van de Graaf van Vlaanderen in het Brugse Vrije kregen, op de rand van het poldergebied gelegen tussen de Ijzer en Brugge[32]. Waarschijnlijk door problemen werden de kanunniken in 1444 vervangen door Benedictijnermonniken van Sint-Diederick nabij Reims.
tr.
met
Ingelbrecht III van Petegem.
Vermeld 1036 tot 1046/52, ingenuus.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Ingelbrecht IV | *1050 | Gent [België] | †1135 | | 85 | 2 | 5 |
2 | Catherine | *1062 | Ieperen [België] | | | | 1 | 1 |
Boudewijn I van Aalst van Gent
Boudewijn I heer van Aalst van Gent (Ritter Balduin I. v. Alost) ridder, geb. circa 1020, ridder, heer van Aalst, Waas, Drongen en Ruiselede, ovl. tussen 23 apr 1082 en 24 apr 1082 .
Boudewijn I heer van Aalst van Gent ridder.
vermeld 1046-1080, primor vir, ridder, voogd van de Sint Pietersabdij te Gent, Heer van Aalst, Waas, Drongen en Ruiselede van 1046 tot 1080: primor vir, ridder.
- Vader:
Radulf (Rudolf) graaf van Aalst +i&n=de+boulogne+van+gent+van+aalst, zn. van Radulf ? van Aalst, geb. Boulogne-sur-Mer [Frankrijk] circa 995, Heer van Aalst, voogd van de sint Pietersabdij te Gent, ovl. Gent [België] in 1052, tr. met
| |
tr.
met
Uit dit huwelijk 3 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Gertrud | | | †1138 | | | 1 | 1 |
2 | Boudewijn II | *1045 | | †1097 | Nikea [Griekenland] | 51 | 2 | 6 |
3 | Beatrix | *1059 | | †1086 | Bleiswijk | 27 | 1 | 2 |
tr.
met
Boudewijn I heer van Aalst van Gent (Ritter Balduin I. v. Alost) ridder, zn. van Radulf graaf van Aalst (Heer van Aalst, voogd van de sint Pietersabdij te Gent) en Gisela van Luxemburg, geb. circa 1020, ridder, heer van Aalst, Waas, Drongen en Ruiselede, ovl. tussen 23 apr 1082 en 24 apr 1082 .
Boudewijn I heer van Aalst van Gent ridder.
vermeld 1046-1080, primor vir, ridder, voogd van de Sint Pietersabdij te Gent, Heer van Aalst, Waas, Drongen en Ruiselede van 1046 tot 1080: primor vir, ridder.
Uit dit huwelijk 3 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Gertrud | | | †1138 | | | 1 | 1 |
2 | Boudewijn II | *1045 | | †1097 | Nikea [Griekenland] | 51 | 2 | 6 |
3 | Beatrix | *1059 | | †1086 | Bleiswijk | 27 | 1 | 2 |
Radulf van Aalst
| |
Radulf (Rudolf) graaf van Aalst +i&n=de+boulogne+van+gent+van+aalst, geb. Boulogne-sur-Mer [Frankrijk] circa 995, Heer van Aalst, voogd van de sint Pietersabdij te Gent, ovl. Gent [België] in 1052. |
Radulf graaf van Aalst.
Vermeld 1031/34-1052, seigneur d'Alost en de Tenremonde.
Het land of land van Aalst, dat deel uitmaakte van het voormalige graafschap Vlaanderen, had lange tijd bepaalde heren. We zullen de belangrijkste noemen die het verdienen om in de Nationale Biografie te worden opgenomen. Raoul, graaf van Aalst, is de eerste van deze heren wiens bestaan ??wordt bewezen door diploma's. Hij leefde in de tijd van Hendrik II, koning van Frankrijk, en Boudewijn van Lille, graaf van Vlaanderen. Afkomstig uit het adellijke huis van Gent en, naar het schijnt, getrouwd met de zuster van Boudewijn, bekleedde hij een voorname rang onder de grote heren van het hof van deze prins. Soms wordt hij gekwalificeerd als biechtvader, omdat hij in feite in zijn land de biecht had van goederen die toebehoorden aan de abdijen van Sint-Baafs en Sint-Pieter in Gent. Hij was ook heer van Tourcoing, laatste graaf van Boulogne van zijn ras. Hij was een van de advocaten van St. Peter de Support Blandin tussen 1026 en in Gent. Hij woonde een plechtige rechtbank bij die Bauduin, graaf van Vlaanderen, hield in Arras en hij ondertekende het charter dat aan de abdij van Marchiennes was verleend.
tr.
met
Gisela van Luxemburg.
Begraven Klooster van St. Bavon te Gent ca. 1009 (nabij haar zuster Otgiva), vrouwe van Aalst.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
Gisela van Luxemburg.
Begraven Klooster van St. Bavon te Gent ca. 1009 (nabij haar zuster Otgiva), vrouwe van Aalst.
tr.
met
Radulf (Rudolf) graaf van Aalst +i&n=de+boulogne+van+gent+van+aalst, zn. van Radulf ? van Aalst, geb. Boulogne-sur-Mer [Frankrijk] circa 995, Heer van Aalst, voogd van de sint Pietersabdij te Gent, ovl. Gent [België] in 1052. | |
Radulf graaf van Aalst.
Vermeld 1031/34-1052, seigneur d'Alost en de Tenremonde.
Het land of land van Aalst, dat deel uitmaakte van het voormalige graafschap Vlaanderen, had lange tijd bepaalde heren. We zullen de belangrijkste noemen die het verdienen om in de Nationale Biografie te worden opgenomen. Raoul, graaf van Aalst, is de eerste van deze heren wiens bestaan ??wordt bewezen door diploma's. Hij leefde in de tijd van Hendrik II, koning van Frankrijk, en Boudewijn van Lille, graaf van Vlaanderen. Afkomstig uit het adellijke huis van Gent en, naar het schijnt, getrouwd met de zuster van Boudewijn, bekleedde hij een voorname rang onder de grote heren van het hof van deze prins. Soms wordt hij gekwalificeerd als biechtvader, omdat hij in feite in zijn land de biecht had van goederen die toebehoorden aan de abdijen van Sint-Baafs en Sint-Pieter in Gent. Hij was ook heer van Tourcoing, laatste graaf van Boulogne van zijn ras. Hij was een van de advocaten van St. Peter de Support Blandin tussen 1026 en in Gent. Hij woonde een plechtige rechtbank bij die Bauduin, graaf van Vlaanderen, hield in Arras en hij ondertekende het charter dat aan de abdij van Marchiennes was verleend.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
Fastre II d'Oisy
Fastre II d'Oisy, ovl. na 5 aug 1111.
Fastre II d'Oisy.
voogd van Doornik, later monnik in de St. Maartensabdij te Doornik. De voogdij van Doornik, aan hem ontnomen in verband met een moord, werd waarschijnlijk voor 1100 aan hem teruggegeven.
tr.
met
Richilde of Mathilde .
Richilde of Mathilde .
werd als weduwe non in de St. Maartensabdij te Doornik.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Wouter | | | †1149 | | | 1 | 1 |
Richilde of Mathilde
Richilde of Mathilde .
Richilde of Mathilde .
werd als weduwe non in de St. Maartensabdij te Doornik.
tr.
met
Fastre II d'Oisy, zn. van Fastre I heer van Avesnes en Ada of Ida van Avesnes, ovl. na 5 aug 1111.
Fastre II d'Oisy.
voogd van Doornik, later monnik in de St. Maartensabdij te Doornik. De voogdij van Doornik, aan hem ontnomen in verband met een moord, werd waarschijnlijk voor 1100 aan hem teruggegeven.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Wouter | | | †1149 | | | 1 | 1 |
Fastre I van Avesnes
Fastre I heer van Avesnes, ovl. circa 8 jun 1092.
Fastre I heer van Avesnes.
voogd van Doornik, vermeld 1065 tot 1093.
tr.
met
Ada of Ida van Avesnes.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Fastre II | | | †1111 | | | 1 | 1 |
Ada of Ida van Avesnes
Ada of Ida van Avesnes.
tr.
met
Fastre I heer van Avesnes, ovl. circa 8 jun 1092.
Fastre I heer van Avesnes.
voogd van Doornik, vermeld 1065 tot 1093.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Fastre II | | | †1111 | | | 1 | 1 |
Ingelbert II van Petegem
Ingelbert II van Petegem, geb. Petegem-Aan-De-Leie, [België] circa 1005, ovl. Cysoing [Frankrijk] tussen 1037 en 1058, begr. Petegem, centraal gelegen tussen twee belangrijke centra Gent en Doornik kreeg in de 9de eeuw een belangrijke functie in verband met de defensie van de steeds oprukkende Noormannen, die het binnenland verder en verder onveilig maakten. Petegem was echter geen eindstop van de veroveringen van deze Vikingen. In 879-880 verwoesten de Noormannen, die in Gent gelegerd waren, Doornik.
Ingelbert II van Petegem.
vermeld 1002 tot 1034/58.
In 1032 werd "Engelbert de Peteghem" vermeld als beschermer van de Gentse St.-Pietersabdij.
Deze voogd van de Gentse St.-Pietersabdij stierf voor 1058. Hij was heer van Petegem. Hij huwde met Glismonde.
tr.
met
Glismondis de Mortagne, geb. Mortagne-Au-Perche [Frankrijk] in 1010, ovl. Wortegem-Petegem [België] circa 1060.
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
Glismondis de Mortagne
Glismondis de Mortagne, geb. Mortagne-Au-Perche [Frankrijk] in 1010, ovl. Wortegem-Petegem [België] circa 1060.
tr.
met
Ingelbert II van Petegem, zn. van Engelbert I van Petegem, geb. Petegem-Aan-De-Leie, [België] circa 1005, ovl. Cysoing [Frankrijk] tussen 1037 en 1058, begr. Petegem, centraal gelegen tussen twee belangrijke centra Gent en Doornik kreeg in de 9de eeuw een belangrijke functie in verband met de defensie van de steeds oprukkende Noormannen, die het binnenland verder en verder onveilig maakten. Petegem was echter geen eindstop van de veroveringen van deze Vikingen. In 879-880 verwoesten de Noormannen, die in Gent gelegerd waren, Doornik.
Ingelbert II van Petegem.
vermeld 1002 tot 1034/58.
In 1032 werd "Engelbert de Peteghem" vermeld als beschermer van de Gentse St.-Pietersabdij.
Deze voogd van de Gentse St.-Pietersabdij stierf voor 1058. Hij was heer van Petegem. Hij huwde met Glismonde.
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder: