Cees Hagenbeek
Mathildis van Randerath
vrouwe Mathildis (Mechteld) (Mathilde) van Randerath1,2, geb. Strijen in 1225, vrouwe van Strien, ovl. in nov 1294.

tr.
met

Willem II heer van Strijen1,2 (van Striene), zn. van Willem I van Strijen ridder (heer van Strijen) en Christine van Lynden, geb. circa 1215, heer van Strijen, ovl. circa 1285.

 


Willem II heer van Strijen.
Ridder, Dominus de Strene, Heer van Strijen vermeld 23-4-1252 - 15-10-1256.

Heer van Strijen, vermeld 1252-1274, ridder 1254; verkreeg van de graaf van Holland in 1269 voor zijn onderzaten tolvrijdom te Niemensvrient en maakte in 1273 een grensscheiding met de heer van Putten, van wie hij een moer kreeg. Hij is later getrouwd in het jaar 1253 met Mathilde.
Willem II, heer van Strijen vermeld 1252-1256, kreeg op 11 juni 1253 dispensatie van de paus om te hertrouwen nadat hij zijn vrouw wegens overspel had verstoten, mits hij niet schuldig was aan haar dood. Hertrouwde met zijn minnares Mathilde bij wie hij al minstens één kind had.

Paus Innocentius IV geeft aan de bisschop van Sandeland opdracht om Willem heer van Strijen alsnog dispensatie te verlenen voor zijn inmiddels gesloten tweede huwelijk met Mathilde, aan wie hij nog tijdens het huwelijk met zijn eerste vrouw trouwbeloften had gedaan en bij wie hij nakomelingschap heeft, op voorwaarde dat hij zich kwijt Van zijn belofte zich gedurende 1½ jaar met een metgezel bij Room-koning Willem één krijgsdienst te begeven en mits Willem en Mathilde onschuldig zijn aan de dood van diens eerste vrouw.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Thielman*1252  †1293  41



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 61)
2.Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 657)

Hendrik van Pumbeke
Hendrik van Pumbeke, geb. Beveren-Waas [België], Ridder (1222), heer van Pumbeke, ovl. voor 1253.

tr.
met

Ymaina van Gageldonck, dr. van Arnold van Gageldonck en N.N. Arnoldsdr van Tilburg.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Oda*1218 Rijsbergen †1263 Rijsbergen 45
Beatrix     


Ymaina van Gageldonck
Ymaina van Gageldonck.

tr.
met

Hendrik van Pumbeke, geb. Beveren-Waas [België], Ridder (1222), heer van Pumbeke, ovl. voor 1253.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Oda*1218 Rijsbergen †1263 Rijsbergen 45
Beatrix     


Beatrix van Gageldonck
Beatrix van Gageldonck1.

  • Vader:
    Hendrik van Pumbeke, geb. Beveren-Waas [België], Ridder (1222), heer van Pumbeke, ovl. voor 1253, tr. met

tr.
met

Andries van Mallant1.


Bronnen:

1.Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 649)

Andries van Mallant
Andries van Mallant1.

tr.
met

Beatrix van Gageldonck1, dr. van Hendrik van Pumbeke (Ridder (1222), heer van Pumbeke) en Ymaina van Gageldonck.


Bronnen:

1.Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 649)

Arnold van Gageldonck
Arnold van Gageldonck, geb. Breda, ovl. in 1253.

Arnold van Gageldonck.
hij werd vermeld in 1212. Hij had zijn stamhuis te Princenhage en was tevens gegoed onder Roosendaal en Wouw.

Gageldonk is de oudste wijk van de Haagse Beemden in het noorden van Breda. Gageldonk ligt tussen de wijken Kesteren en Kievitsloop. In Heerlijkheid Gageldonk stond een kasteel, het Huys van Gageldonck of Kasteel Gageldonk. In 1573 werd het kasteel door de Watergeuzen in brand gestoken. Van het kasteel zelf is nu alleen het poortgebouw overgebleven. Dit maakt thans deel huis van de hoeve "Het Hooghuy". In de buurt staat de oude 16e-eeuwse slotkapel, nu de kapel van de H.H. Maria en Dymphna, ook wel Kapel van Gageldonk genoemd.

Bij de Heerlijkheid Gageldonk bevond zich ook het landgoed Burgst, een overblijfsel van de Heerlijkheid Burgst.

Gageldonk behoorde tot 1 juli 1976 tot Prinsenbeek.

tr.
met

N.N. Arnoldsdr van Tilburg, dr. van Arnold van Tilborgh en NN dochter van Heusden.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ymaina     


N.N. Arnoldsdr van Tilburg
N.N. Arnoldsdr van Tilburg.

tr.
met

Arnold van Gageldonck, geb. Breda, ovl. in 1253.

Arnold van Gageldonck.
hij werd vermeld in 1212. Hij had zijn stamhuis te Princenhage en was tevens gegoed onder Roosendaal en Wouw.

Gageldonk is de oudste wijk van de Haagse Beemden in het noorden van Breda. Gageldonk ligt tussen de wijken Kesteren en Kievitsloop. In Heerlijkheid Gageldonk stond een kasteel, het Huys van Gageldonck of Kasteel Gageldonk. In 1573 werd het kasteel door de Watergeuzen in brand gestoken. Van het kasteel zelf is nu alleen het poortgebouw overgebleven. Dit maakt thans deel huis van de hoeve "Het Hooghuy". In de buurt staat de oude 16e-eeuwse slotkapel, nu de kapel van de H.H. Maria en Dymphna, ook wel Kapel van Gageldonk genoemd.

Bij de Heerlijkheid Gageldonk bevond zich ook het landgoed Burgst, een overblijfsel van de Heerlijkheid Burgst.

Gageldonk behoorde tot 1 juli 1976 tot Prinsenbeek.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ymaina     


Hendrik van Landen
Hendrik van Landen, geb. Landenne [België] circa 1095, ovl. Leuven [België] na 1135.

tr.
met

NN van Dongelberg, geb. circa 1105.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Giselbert I*1135     
Arnold*1135     


Giselbert I van Tilburg
Giselbert I van Tilburg, geb. circa 1135.

Giselbert I van Tilburg.
in 1167 vermeld als getuige,.
1192 oktober 2 Brussel, ARA, Kerk. arch. 10256/1.
Gijsbrecht, heer van Tilburch, en zijn moeder vrouw Alaysa brengen de lieden wonende op hun allodium Hellevorth onder de kerk van Orientalis Tilburch, de moederkerk, op voorwaarde dat, wanneer op dit allodium een kapel zal zijn gebouwd, de pastoor van Oosttilburg of zijn coadjutor of vicarius daar zal celebreren en daarvoor een derde van de tiende van.
Helvoirt zal genieten.
Acta sunt hec anno Verbi incarnati MoCoLXXXoIIo,.
in sepedicte matricis ecclesie cimiterio in die beati Leodegarii martiris coram testibus idoneis: Oliuero presbitero, Giselberto comite, Arnoldo de Tilburch, Gerardo et Arnoldo de Huclem, Lamberto et multis aliis probis hominibus, quorum nomina recitari perlongum esset.

tr.
met

Alayse Harpersdr van Boxtel, dr. van Harper II von Randerath van Boxstel en Luitgard Gerhardsdr van Heinsberg.


Alayse Harpersdr van Boxtel
Alayse Harpersdr van Boxtel.

tr.
met

Giselbert I van Tilburg, zn. van Hendrik van Landen en NN van Dongelberg, geb. circa 1135.

Giselbert I van Tilburg.
in 1167 vermeld als getuige,.
1192 oktober 2 Brussel, ARA, Kerk. arch. 10256/1.
Gijsbrecht, heer van Tilburch, en zijn moeder vrouw Alaysa brengen de lieden wonende op hun allodium Hellevorth onder de kerk van Orientalis Tilburch, de moederkerk, op voorwaarde dat, wanneer op dit allodium een kapel zal zijn gebouwd, de pastoor van Oosttilburg of zijn coadjutor of vicarius daar zal celebreren en daarvoor een derde van de tiende van.
Helvoirt zal genieten.
Acta sunt hec anno Verbi incarnati MoCoLXXXoIIo,.
in sepedicte matricis ecclesie cimiterio in die beati Leodegarii martiris coram testibus idoneis: Oliuero presbitero, Giselberto comite, Arnoldo de Tilburch, Gerardo et Arnoldo de Huclem, Lamberto et multis aliis probis hominibus, quorum nomina recitari perlongum esset.


Harper III van Boxtel von Randerath
Harper III van Boxtel von Randerath (von Randerath).

Harper III van Boxtel von Randerath.
hij was Heer van Boxtel in 1144 en werd nog in 1147 en 1157 vermeld.


Herman van Poelgeest
 
Herman van Poelgeest1,2.

 



Bronnen:

1.Duizend jaar Poelgeest deel 2 (B 090), Fred van Poelgeest, Stichting Poelgeest archief, Hoorn (blz. 27)
2.Het goed van Oegstgeest (B 151), F.H. Lugt, Uitgeverij Ginkgo, 978-90-71256-09-7, Leiden, 2009 (blz. 172)
3.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 (blz/akte 60)

Gerard van Poelgeest
 
Gerard van Poelgeest1.

 



Bronnen:

1.Duizend jaar Poelgeest deel 2 (B 090), Fred van Poelgeest, Stichting Poelgeest archief, Hoorn (blz. 27)
2.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 (blz/akte 60)
3.Het goed van Oegstgeest (B 151), F.H. Lugt, Uitgeverij Ginkgo, 978-90-71256-09-7, Leiden, 2009 (blz. 172)

Herman Gerard van Poelgeest
Herman Gerard van Poelgeest, geb. Hoogmade circa 1180.

 


Hij krijgt 3 zonen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerrit I*1200 Hoogmade †1281 Koudekerk a/d Rijn 81
Herman*1230  †1281  51
Dirk*1224 Hoogmade    


Clementine van Poelgeest
Clementine van Poelgeest.

tr.
met

Floris I van Thol van Theylingen1, zn. van Willem II van Teylingen en Agnes van Lynden, zijn filiatie is op grond van zijn wapen een van Teijlingen. Hij voert het volle wapen  met slechts één brisure (de negen blokjes).
Van wie hij afstamt is niet duidelijk, hoogstwaarschijnlijk één van de zonen van Willem I van Teijlingen. Voorlopig is hij hier gekoppeld aan Dirk Willems van Teijlingen, knape 1274, ridder 1281, heer van het huis te Tol (bij Voorburg), ovl. tussen 9 apr 1296 en 15 dec 1299 .

Floris I van Thol van Theylingen.
stamvader van het geslacht van Tol, hij is raad van graaf Floris V.

Floris van Tol ontleende zijn naam aan een plaats of buurtschap Tolne, Tolle of Tol, onder Voorburg. De oudste vermelding van Floris van Tol in combinatie met die plaats stamt uit 1274, als graaf Floris V de schenking door Arnout en Walewijn van Alkemade aan de abdij Rijnsburg bevestigt van hun goederen in de parochies Noordwijk, Oegstgeest, Lisse, Sassenheim, Warmond, Valkenburg, Voorschoten, Wateringen en Tol, en de officies Monster, Heiloo en Maasland.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Floris  †1306   



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Gerrit van Poelgeest
Gerrit van Poelgeest.

Gerrit van Poelgeest.
Klein Poelgeest.
Naast het huis Groot Poelgeest, stond een ander klein kasteeltje, Klein Poelgeest genaamd, eveneens eigendom van het geslacht Teylingen van Tol. Het was zelfs veel ouder dan het voorbeschreven Huys Groot Poelgeest. Het werd sinds in “den Jaere onzes Heere 1150 door eenen Gerrit van Poelgeest bezeeten.”.
De dochter van Gerrit van Poelgeest was met Floris van Teylingen van Tol gehuwd. Die was in het jaar 1250 de eerste bezitter van het Huys van Tol, gelgen aan de Oude Rijn. Hier was eveneens een zogenaamde “Leenkamer”.
In het begin van de 19de eeuw was het al zover vervallen dat het niet meer bewoonbaar was. Het is  niet bekend wanneer het gesloopt werd.


Hij krijgt een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Clementine     


Agnes van Lynden
Agnes van Lynden, geb. Lienden in 1203, ovl. Den Haag in 1298, begr. Rijnsburg in de Abdij.

tr.
met

Willem II van Teylingen, zn. van Willem I graaf van Theylingen van Brederode (vermeld 1174, derde graaf van Teylingen) en Agnieze van Bentheim, geb. Teylingen (bij Sassenheim) in 1195, ovl. Bergambacht.

Willem II van Teylingen.
1e heer van Brederode, heer van Teylingen, ridder 1223.

Uit dit huwelijk 3 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Simon*1230  †1285  55
Floris*1225  †1280  55
Floris I  †1296   



Bronnen:
1.De Wapenheraut (WH), van 1897 tot 1920

Willem II van Teylingen
Willem II van Teylingen, geb. Teylingen (bij Sassenheim) in 1195, ovl. Bergambacht.

Willem II van Teylingen.
1e heer van Brederode, heer van Teylingen, ridder 1223.

 

tr.
met

Agnes van Lynden, dr. van Willem II van Lynden en Christina van Brederode, geb. Lienden in 1203, ovl. Den Haag in 1298, begr. Rijnsburg in de Abdij.

Uit dit huwelijk 3 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Simon*1230  †1285  55
Floris*1225  †1280  55
Floris I  †1296   



Bronnen:
1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVI), Deel XVI (blz. 97)
2.Stam- en wapenboeken (B 230), A.A. Vorsterman van Oijen en J.B. Rietstap (blz. 217)

Jan van Brandenburg
Jan (Johan) van Brandenburg1.



Bronnen:

1.Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 591)

Theudesinde von Friesland
Theudesinde (Thudsinda) hertogin von Friesland3,1,2, geb. circa 688, ovl. in 714.

  • Vader:
    Radboud I von Friesland3,1,4, zn. van Ritzard II van Friesland (hertog der Friezen na 677 tot ca. 680), geb. Gardereige [Russian Federation] circa 648, ged. De nieuwe koning Redbad was veel eerzuchtiger en machtiger dan zijn voorganger. In 688 brak voor het eerst oorlog uit tussen Redbad en de Frankische leider Pippijn. De strijd tussen de Friezen en de Franken duurde maar liefst zeven jaar. Redbad verloor de strijd en moest alle gebieden ten zuiden van de Rijn afstaan aan de Franken.
    Na de dood van Pippijn in 714 brak er een machtsstrijd uit in het Frankische rijk. Redbad profiteerde optimaal van de onrust. Hij stak de Rijn over en heroverde in een ware Blitzkrieg de voormalige Friese gebieden. Met een grote legermacht zakte hij vervolgens verder naar het zuiden af. Het grootste succes behaalde hij in 716 tegen de toen net aangetreden Karel Martel. De Friezen wisten een grote slag te winnen bij Keulen en plunderden vervolgens de stad. Met buit overladen keerden de Friezen naar de eigen gebieden terug.
    Lang kon Redbad niet van zijn overwinning genieten. De Franken verenigden zich onder Karel Martel en na zijn overwinning op de Arabieren bij Poitiers, besloot hij ook definitief een einde te willen maken aan de Friese dreiging in het noorden. Voordat Karel Martel in Friesland aankwam, was Redbad echter al overleden. Zijn tegenstander was nu de jonge, onervaren koning Poppo, koning, hertog (hertog van de Friezen), ovl. Esens [Duitsland] voor 718 (719).

tr.
met

Grimoald van Neustrië3,1,2, zn. van Pippijn De Middelste de Herstal (hofmeier 687-714) en Plectrude d'Autrasië, geb. circa 685, ovl. Lüttich [Duitsland] in jul 714.

Grimoald van Neustrië.
c.700 Majordomus in Neustrien und Burgund, in St.Lambert zu Lüttich erschlagen.


Bronnen:

1.Het ontstaan van Leiden. (B 021), Freek Lugt, Primavera Pers, 978-90-5997-126-4, Leiden, 2012 (blz. 26)
2.Rijnland in de donkere eeuwen (B 051), Freek Lugt, Primavera, Leiden, 2021 (blz. 143)
3.Een stamboom in been (B 017), Dr B.K.S. Dijkstra, De Bataafsche Leeuw, 90-6707-258-3, 1991 (blz. 158)
4.Rijnland in de donkere eeuwen (B 051), Freek Lugt, Primavera, Leiden, 2021 (blz. 142)