Yda van Andel
Yda van Andel, geb. Andel circa 1225, ovl. Arkel.
Yda van Andel.
Haar naam is ontleend aan het obituarium van de Sint Jan te Den Bosch. Hun dochter Yda (dochter van Yda) huwde met de Bossche ridder Gooswijn Cnode, overl. v. 1306. In 1306 komen we een zoon van hem met naam Jan van Arkel tegen.
tr. circa 1250
met
Jan I Herbaren de Sterke (Johan) (Jan I (III) de Sterke) van Arkel Heer van der Lede1, zn. van Herbaren II Floris van de Lede van Arkel (ridder vermeld 1227-1253) en Alveradis van Heusden, geb. Gorinchem circa 1233, heer van Arkel, ridder, Ridder, Heer van Arkel 2, Ridder, Heer van Arkel 3, ovl. Gorinchem op 15 mei 1272, begr. aldaar, hij krijgt 2 zonen. |  |
Jan I Herbaren de Sterke van Arkel Heer van der Lede.
Jan I van Arkel volgt zijn vader Herbaren op kort voor 1253. Komt voor als getuigen van zijn oom Jan I van der Lede op 7 maart 1253 en 12 juni 1254 bij de verlening van een derde van Dalem en op 29 october 1263 wanneer hij een bloedverwant beleent met de goederen bij Slingeland. Laatst vermeld in 1264, waarschijnlijk gestorven in of net voor 1272.
Jan I (de Sterke). Vermeld als broer van Herbaren van den Berghe in de enig bekende oorkonde van Herbaren, gedateerd 17 maart 1253 (Kerststijl) of 1254 (Paasstijl). .
Dat Jan I van Arkel de oudste zoon was blijkt uit het gegeven dat Arkel de leenheer was over de kenmerkende bezittingen van de jongere takken: De Grote Waard; Noordeloos; Berghambacht; Heukelom. Arkel was ook leenheer over de heerlijkheden Hoog-Blokland; Oosterwijk; (Over-)Slingeland; Leerdam en Leede; Stolwijk; Haastrecht; Willige Langerak;.
etc. In de akte van 17.3.1253 (OHZ-.) treedt hij, als heer .
van Arkel en ridder genoemd, met zijn broer, heer Herbaren van den Berghe, op als getuige voor heer Jan van der Lede. In het volgende jaar, op 25.6.1254, vinden wij hem met zijn broers Otto en Hugo vermeld in de oorkonde waarin heer Jan van der Lede en zijn neef Hugo van Arkel heer Floris van Dalem belenen met een derde van Dalem.
Op 29.10.1263 beleent hij zijn "cognatus" Otto met het bedijkte land dat Slingeland genoemd wordt. Voor de laatste maal wordt hij vermeld op 23.8.1264, wanneer hij met Willem, heer van Brederode, een watergang verleent aan heer Hendrik van Alblas. De traditie geeft hem tot vrouw Bertha van Ochten. Een direkt bewijs hiervoor is in de bronnen niet te vinden, maar.
wijlen de heer de Groot heeft zulke sterke aanwijzingen naar voren gebracht voor dit huwelijk, dat wij hier van een zeer grote waarschijnlijkheid spreken kunnen. Hij wees op het voorkomen van de voornaam Ricoud, de kenmerkende voornaam bij de van Ochtens, bij de van Arkels van Noordeloos, die stammen uit een zoon van onze Jan I. Deze voornaam komt niet voor bij de andere Arkel-takken, zodat deze bij het huwelijk van Jan I in zijn geslacht gekomen moet zijn. Verder wees hij op het feit, dat Jan III van Arkel in het bezit komt van leengoed dat hij oorspronkelijk van Jan van Ochten in leen gehouden had (5.12.1305 - Hist.Gen, Codex Dipl.Neerl, 2e serie, dl.I, afd.I, nr.10).
Hoewel hiermede wel is komen vast te staan, dat Jan I van Arkel gehuwd was met een van Ochten, kon de heer de Groot slechts aanwijzingen bijbrengen omtrent het al of niet juist zijn van haar voornaam Bertha. Nu lezen wij (Wapenheraut I, p.37) "de Wolfswaarden onder Opheusden en Wageningen herinneren vrij zeker aan Johan Wolf, ridder, in 1280 vermeld als de gemaal van Bertha van Ochten, die in 1272 weduwe geworden was van Jan van Arkel. Zij was een dochter van Ricold, heer van Ochten, in 1280 dood, bij Jutta, in dit jaar domina (edelvrouw) getiteld". Dit alles vindt in sommige opzichten een treffende bevestiging in een oorkonde van 13.12.1281 (Sloet-1040), waarin vermeld worden: Henricus en Godefridus van Ochten, zoons van domina Jutta van Ochten. In dezelfde oorkonde worden "dominus Johannes dictus Wolf, miles, et Bertha ejus uxor" vermeld. Zij wordt hier niet uitdrukkelijk genoemd als zuster van Hendrik en Godfried, dus kan ook een tante van beide broers geweest zijn, en dus een dochter van Ricold I van Ochten (en Marina van Bentheim?) zoals de heer de Groot veronderstelde.
Uit dit huwelijk 2 dochters:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Yda | | | | | | 2 | 1 |
2 | Elisabeth | | | †1312 | | | 1 | 5 |
Bronnen:
Herbaren II Floris van de Lede van Arkel
|  |
Herbaren II Floris van de Lede van Arkel1,2,3 (Herbaren van Arkel van Heukelom), geb. circa 1200, ridder vermeld 1227-1253 nobilis, ridder 1241, heer van Arkel, Asperen en Heukelom, ovl. in dec 1253. |
tr. (1)
met
Mabelia van Cuijk, geb. in 1205, ovl. in 1260.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Mabelia | *1225 | Arkel | †1288 | Utrecht | 63 | 2 | 8 |
tr. (2) circa 1215
met
Alveradis (Aleid, Alverade) van Heusden5,4, dr. van Jan VII van Heusden (heer van Schoonhoven en van Heusden voor 1184 en na 1217) en Aleijdis Persijn van Cuyck, geb. circa 1190, ovl. circa 1260, tr. (1) met Dirk I van Brederode Drossaert van Theylingen. Uit dit huwelijk 5 kinderen.
Dirk I van Brederode Drossaert van Theylingen.
stamvader van het geslacht was Dirk Drossaard eersfe (bekende)heer van Brederode, vermeld in Hollandse oorkonden van 1205 tot 1231 als miles en nobilis homo, in 1226 vermeld als dapifer (= drossate = spijsdrager, hem was de lichamelijke zorg van de grafelijke hofhouding toevertrouwd, benevens het bestuur over alle voortbrengselen der grafelijke goederen, welke tot dit doel moesten dienen, wordt in 1205 voor het eerst vermeld, broer van Willem van Theylingen (5), vervolgens regelmatig tot 1230, ridder, nobilis, 'dapifer Hollandie' van 1215 tot 1226, derhalve in de kronieken vermeld als 'Dirk Drossaard', overl. 1236. Hij hulde met Alverade van Heusden, (7), dochter van Jan, heer van Heusden en Aleyd (van Cuyk?).
Dapifer: betekent drossate, spijsdrager; deze is belast met de lichamelijk zorg van de grafelijke hofhouding, benevens het bestuur over alle voortbrengselen der grafelijke goederen welke tot dit doel moesten dienen.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:


| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Herbaren | *1220 | | †1280 | | 60 | 1 | 4 |
2 | Jan I | *1233 | Gorinchem | †1272 | Gorinchem | 38 | 2 | 4 |
3 | Adriaentje | *1225 | | †1280 | | 55 | 1 | 0 |
4 | Hugo | | | †1285 | | | 1 | 1 |
tr. (3)
met
NN Sweersdr van Zuylen.
Uit dit huwelijk 2 dochters:

| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Elisabeth | *1219 | Arkel | †1288 | Voorne | 69 | 2 | 5 |
2 | Margriet | | | | | | 1 | 0 |
tr. (4) circa 1230
met
Bertha van Wickenrode.
Bertha van Wickenrode.
Derde vrouw van Herbaren van de Leede, waarschijnlijk was zij een dochter van Otto II van Wickerode en (Margaretha) van Altena en een halfzuster van de gebroeders Willem en Engelbert van Horne.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Otto I | *1254 | | †1283 | | 29 | 2 | 9 |
Bronnen:
1. | Gens Nostra, Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 (GN) |
2. | Afgeschermd |
3. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak), Uten Goye (van Langerak), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (B 002) (blz. 22) |
4. | Floris V, een politieke moord in 1296, Floris V, een politieke moord in 1296, Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (B 207) (blz. 76) |
5. | CBG, Centraal Bureau voor Genealogie (CBG 005) (blz. 107) |
6. | Floris V, een politieke moord in 1296, Floris V, een politieke moord in 1296, Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (B 207) (blz. 78) |
Mabelia van Cuijk
Mabelia van Cuijk, geb. in 1205, ovl. in 1260.
tr.
met
Herbaren II Floris van de Lede van Arkel1,2,3 (Herbaren van Arkel van Heukelom), zn. van Floris Herbarensz van de Lede (vermeld 1204-1207) en Jacomijn Hugodr Botter van Schoonhoven, geb. circa 1200, ridder vermeld 1227-1253 nobilis, ridder 1241, heer van Arkel, Asperen en Heukelom, ovl. in dec 1253, tr. (2) met Alveradis van Heusden. Uit dit huwelijk 4 kinderen, tr. (3) met NN Sweersdr van Zuylen. Uit dit huwelijk 2 dochters, tr. (4) met Bertha van Wickenrode. Uit dit huwelijk 2 kinderen. |  |
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Mabelia | *1225 | Arkel | †1288 | Utrecht | 63 | 2 | 8 |
Bronnen:
1. | Gens Nostra, Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 (GN) |
2. | Afgeschermd |
3. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak), Uten Goye (van Langerak), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (B 002) (blz. 22) |
4. | Floris V, een politieke moord in 1296, Floris V, een politieke moord in 1296, Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (B 207) (blz. 76) |
5. | CBG, Centraal Bureau voor Genealogie (CBG 005) (blz. 107) |
Otto I bastaard van Arkel
Otto I bastaard (Otto bastaard) (Otto) van Arkel (Otto van Heukelom) ridder2,1 (Amstel van IJsselstein, van), geb. circa 1254, heer van Heukelom en Asperen, ovl. in 1283.
- Vader:
Herbaren II Floris van de Lede van Arkel3,2,4 (Herbaren van Arkel van Heukelom), zn. van Floris Herbarensz van de Lede (vermeld 1204-1207) en Jacomijn Hugodr Botter van Schoonhoven, geb. circa 1200, ridder vermeld 1227-1253 nobilis, ridder 1241, heer van Arkel, Asperen en Heukelom, ovl. in dec 1253, tr. (1) met Mabelia van Cuijk. Uit dit huwelijk een dochter, tr. (2) met Alveradis van Heusden. Uit dit huwelijk 4 kinderen, tr. (3) met NN Sweersdr van Zuylen. Uit dit huwelijk 2 dochters, tr. (4) circa 1230 met
|  |
tr. (1)
met
NN Jansdr van Heusden van Asperen, dr. van Jan van Heusden en Mechteld van Steenvoort.
Uit dit huwelijk 8 kinderen:
Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Herbaren | *1264 | | †1343 | IJsselstein | 79 | 1 | 1 |
Bronnen:
1. | Middeleeuws Vlechtwerk (A 008) |
2. | Afgeschermd |
3. | Gens Nostra, Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 (GN) |
4. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak), Uten Goye (van Langerak), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (B 002) (blz. 22) |
5. | Floris V, een politieke moord in 1296, Floris V, een politieke moord in 1296, Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (B 207) (blz. 76) |
6. | CBG, Centraal Bureau voor Genealogie (CBG 005) (blz. 107) |
Herbaren van den Berghe
Herbaren ridder van den Berghe, geb. circa 1220, heer van Haastrecht en van de Vlist, heer van Lysveld en Nyport, ovl. circa 1280.
- Vader:
Herbaren II Floris van de Lede van Arkel1,2,3 (Herbaren van Arkel van Heukelom), zn. van Floris Herbarensz van de Lede (vermeld 1204-1207) en Jacomijn Hugodr Botter van Schoonhoven, geb. circa 1200, ridder vermeld 1227-1253 nobilis, ridder 1241, heer van Arkel, Asperen en Heukelom, ovl. in dec 1253, tr. (1) met Mabelia van Cuijk. Uit dit huwelijk een dochter, tr. (3) met NN Sweersdr van Zuylen. Uit dit huwelijk 2 dochters, tr. (4) met Bertha van Wickenrode. Uit dit huwelijk 2 kinderen, tr. (2) circa 1215 met
|  |
tr.
met
Agniese van Brederode, dr. van Dirk I van Brederode Drossaert van Theylingen (heer van Brederode) en Alveradis van Heusden, geb. circa 1224, ovl. in 1262.
Bertha van Wickenrode.
Derde vrouw van Herbaren van de Leede, waarschijnlijk was zij een dochter van Otto II van Wickerode en (Margaretha) van Altena en een halfzuster van de gebroeders Willem en Engelbert van Horne.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jan | *1248 | | | | | 0 | 0 |
2 | dochter | | | | | | 1 | 2 |
3 | Aernout | | | | | | 1 | 4 |
4 | Alverade | *1235 | Bergambacht | †1288 | Bergambacht | 53 | 0 | 0 |
Bronnen:
1. | Gens Nostra, Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 (GN) |
2. | Afgeschermd |
3. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak), Uten Goye (van Langerak), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (B 002) (blz. 22) |
4. | Floris V, een politieke moord in 1296, Floris V, een politieke moord in 1296, Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (B 207) (blz. 76) |
5. | CBG, Centraal Bureau voor Genealogie (CBG 005) (blz. 107) |
6. | Floris V, een politieke moord in 1296, Floris V, een politieke moord in 1296, Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (B 207) (blz. 78) |
Floris Herbarensz van de Lede
Floris Herbarensz van de Lede, geb. Malberg op 14 nov 1170, vermeld 1204-1207, ovl. Malberg op 19 mrt 1219.
Floris Herbarensz van de Lede.
Floris Herbaren van der Lede (Latijn: Florentius de Leda) (ca.1170 - ca.1207) was heer van der Lede van 1200 tot zijn dood.
Hij was een zoon van Herbaren I van der Lede en een dochter van Willem van Altena. Floris wordt genoemd in een charter van een Gelderse kroniek uit 1204, dat hij samen met zijn jongere broer Folpert (Walpertus) de heerschappij krijgt van een klein kasteel te Asperen. Ditzelfde kasteel werd tijdens de Loonse Oorlog vernietigd door Willem I van Holland. In 1207 ondertekent Floris een oorkonde tot overgave tezamen met Ada van Holland en Lodewijk II van Loon. Datzelfde jaar wordt Floris om het leven gebracht door huurlingen van de koning van Engeland en de graaf van Holland.
Floris huwde omstreeks 1200 met Jacomijn van Schoonhoven, een dochter van Hugo Botter, heer van Schoonhoven, ze kregen samen vier zonen en een dochter.
Floris had ook een buitenechtelijke zoon, Samson van der Lede genaamd. Na het overlijden van Floris nam zijn broer Folpert tussen 1207 en 1212 het regentschap over het gebied van der Lede over.
tr.
met
Jacomijn Hugodr Botter van Schoonhoven, dr. van Hugo I Botter van Schoonhoven en Asekijn van Cats, geb. Schoonhoven circa 1175, ovl. Heukelum op 29 nov 1251.
Jacomijn Hugodr Botter van Schoonhoven.
Het goed van Schoonhoven, zijnde gerecht, tiende en bede; een man, die zijn huis verbeurt, zal door de leenman berecht worden samen met de haljuw van Zuid-Holland; (1310: de leenman mag geen ballingen van Holland onderhouden maar zal deze de leenheer leveren).
3-5-1280: Heer Nikolaas van Kats, bevestigd door Hasekin, vrouwe van Schoonhoven, weduwe heer Hugo Botter, die stierf zonder erfgenaam, en nu gehuwd met Zweder van Zuilen, wier lijftocht hij heeft afgekocht, Van den Bergh, OHZ, 11, nr. 392.
Bron: .
REPERTORIUM OP DE GRAFELIJKE LENEN IN DE KRIMPENERWAARD, 1220 - 1650.
Uit dit huwelijk 3 kinderen:

| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Herbaren | *1200 | | †1253 | | 53 | 4 | 9 |
2 | Jan I | *1205 | | †1255 | | 50 | 1 | 4 |
3 | Mathildis | *1207 | | †1252 | | 45 | 2 | 4 |
Jacomijn Hugodr Botter van Schoonhoven
Jacomijn Hugodr Botter van Schoonhoven, geb. Schoonhoven circa 1175, ovl. Heukelum op 29 nov 1251.
Jacomijn Hugodr Botter van Schoonhoven.
Het goed van Schoonhoven, zijnde gerecht, tiende en bede; een man, die zijn huis verbeurt, zal door de leenman berecht worden samen met de haljuw van Zuid-Holland; (1310: de leenman mag geen ballingen van Holland onderhouden maar zal deze de leenheer leveren).
3-5-1280: Heer Nikolaas van Kats, bevestigd door Hasekin, vrouwe van Schoonhoven, weduwe heer Hugo Botter, die stierf zonder erfgenaam, en nu gehuwd met Zweder van Zuilen, wier lijftocht hij heeft afgekocht, Van den Bergh, OHZ, 11, nr. 392.
Bron: .
REPERTORIUM OP DE GRAFELIJKE LENEN IN DE KRIMPENERWAARD, 1220 - 1650.
tr.
met
Floris Herbarensz van de Lede, zn. van Herbaren I van de Lede en Adelheid Willemsdr van Altena, geb. Malberg op 14 nov 1170, vermeld 1204-1207, ovl. Malberg op 19 mrt 1219.
Floris Herbarensz van de Lede.
Floris Herbaren van der Lede (Latijn: Florentius de Leda) (ca.1170 - ca.1207) was heer van der Lede van 1200 tot zijn dood.
Hij was een zoon van Herbaren I van der Lede en een dochter van Willem van Altena. Floris wordt genoemd in een charter van een Gelderse kroniek uit 1204, dat hij samen met zijn jongere broer Folpert (Walpertus) de heerschappij krijgt van een klein kasteel te Asperen. Ditzelfde kasteel werd tijdens de Loonse Oorlog vernietigd door Willem I van Holland. In 1207 ondertekent Floris een oorkonde tot overgave tezamen met Ada van Holland en Lodewijk II van Loon. Datzelfde jaar wordt Floris om het leven gebracht door huurlingen van de koning van Engeland en de graaf van Holland.
Floris huwde omstreeks 1200 met Jacomijn van Schoonhoven, een dochter van Hugo Botter, heer van Schoonhoven, ze kregen samen vier zonen en een dochter.
Floris had ook een buitenechtelijke zoon, Samson van der Lede genaamd. Na het overlijden van Floris nam zijn broer Folpert tussen 1207 en 1212 het regentschap over het gebied van der Lede over.
Uit dit huwelijk 3 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Herbaren | *1200 | | †1253 | | 53 | 4 | 9 |
2 | Jan I | *1205 | | †1255 | | 50 | 1 | 4 |
3 | Mathildis | *1207 | | †1252 | | 45 | 2 | 4 |
Agniese van Brederode
Agniese van Brederode, geb. circa 1224, ovl. in 1262.
- Vader:
Dirk I van Brederode Drossaert van Theylingen3,1,2 (Theodericus de Teylinge, Drossaet, van Brederode), zn. van Willem I graaf van Theylingen van Brederode (vermeld 1174, derde graaf van Teylingen) en Agnieze van Bentheim, geb. circa 1180, heer van Brederode, ovl. Santpoort-Noord op 19 nov 1236, tr. circa 1215 met
|  |
tr.
met
Herbaren ridder van den Berghe, zn. van Herbaren II Floris van de Lede van Arkel (ridder vermeld 1227-1253) en Alveradis van Heusden, geb. circa 1220, heer van Haastrecht en van de Vlist, heer van Lysveld en Nyport, ovl. circa 1280.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jan | *1248 | | | | | 0 | 0 |
2 | dochter | | | | | | 1 | 2 |
3 | Aernout | | | | | | 1 | 4 |
4 | Alverade | *1235 | Bergambacht | †1288 | Bergambacht | 53 | 0 | 0 |
Bronnen:
1. | Afgeschermd |
2. | Floris V, een politieke moord in 1296, Floris V, een politieke moord in 1296, Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (B 207) (blz. 78) |
3. | CBG, Centraal Bureau voor Genealogie (CBG 005) (blz. 107) |
4. | Floris V, een politieke moord in 1296, Floris V, een politieke moord in 1296, Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (B 207) (blz. 76) |
5. | Gens Nostra, Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 (GN) |
6. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak), Uten Goye (van Langerak), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (B 002) (blz. 22) |
Aernout van Liesveld van den Berghe
Aernout van Liesveld van den Berghe, vermeld 1277-1300.
relatie
met
dochter van Aemstel, dr. van Arnoud van Amstel ridder (heer van Bensschop en IJsselstein) en Johanna van Zuijlen van IJsselstein.
Uit deze relatie 4 kinderen:
Alverade Herbertsdr van den Berghe
Alverade Herbertsdr van den Berghe (NN van Arkel), geb. Bergambacht circa 1235, ovl. aldaar op 12 sep 1288.
Alverade Herbertsdr van den Berghe.
erfdochter van Langerak en half Nieuwpoort.
Jan van Boenswart
Jan van Boenswart, geb. circa 1248.
dochter van den Berghe
dochter van den Berghe.
relatie
met
Henric bastaard Splinter van Riede1, zn. van Antonie van Riede en NN Splinter, geb. circa 1260, vermeld 1285, ovl. in 1290.
Henric bastaard Splinter van Riede.
hij heeft lenen in ambacht Barendrecht/Albrandswaard/Katendrecht.
Op dit moment (1999) ontbreken nog de aanwijzingen hoe het geslacht ontstaan is. Oude geschiedschrijvers als W. van Gouthoven (1516, 1636) (D'oude cronicke ende Historieen van Holland, Dordrecht 1636, blz. 188, Matthijs van Balen (1667) (Beschryving van Dordrecht, Dordrecht 1667, blz. 742, 743, 1110 en 1111) en Simon van Leeuwen (1685) (Batavia Illustrata, Dordrecht 1685, W. van Gouthoven, blz. 1067) hebben hierover wel wat aantekeningen verzameld, maar bij gebrek aan een goed gedocumenteerd archiefishet daarbij gebleven. Om toch een klein beetje zicht te krijgen op het ontstaan van het geslacht Van Riede kunnen wij het beste uitgaan van wat J.W. Regt [Geschied- en aardrijkskundige beschrijving van den Zwijndrechtschen waard, den Riederwaard en het land van Putten over den Maas. Zwijndrecht, 1848] in de 19e eeuw geschreven heeft. Toch is ook zijn verhaal niet ontbloot van de aanhalingen van oudere schrijvers. Zoo lezen wij bij van Leeuwen, in zijn Batavia Illustrata, dat heer DANIEL VAN DER MERWEDE, die omstreeks het jaar 1200 leefde, met eene dochtervan een der heeren van de Lindt gehuwd was, uit welk huwelijk, behalve eene dochter, twee zoons zijn gesproten: DANIEL en DIDERIK. De eerste trok met BOUDEWIJN van VLAANDEREN naar het H. Land, en was tegenwoordig bij de verovering van Byzantium of Konstantinopol in het jaar 1204; de andere, die dijkgraaf van den Grooten Waard was, wordt gehouden voor den stamvader van het geslacht Riede, naar hetwelk de Riedijk te Dordrecht en de Riederwaard op ons eiland zijn genoemd geworden. Over de herkomst van de naam schrijft hij: Eindelijk zijn er, die zich aan de laatste spelling houden, daar zij gelooven, dat iemand uit het oude en aanzienlijke geslacht Riede, gesproten uit een jonger zoon van den huize van MERWEDE, dezen Waard het eerst bedijkt heeft. De laatste gissing is het waarschijnlijkst, aangezien men bewijzen kan, dat dit geslacht hier oudtijds zeer gegoed geweest is (Oudenhoven, pag. 149). De oorspronkelijke goederen van den huize van Riede lagen evenwel onder de baanderij en vrije heerlijkheid van de Merwede, gelijk daarvan melding gemaakt wordt in eenen giftbrief van Keizer HENDRIK IV aanden bisschop van Utrecht, geschreven in het jaar 1064 (Wagenaar, Vad. Historie, II D pag 172)" In 1974 was het B. de Keizer die over het huis Van der Merwede en zijn afstammelingen enig licht bracht (Balen Juist of Onjuist?, Ons Voorgeslacht 1974, blz. 60.) Volgens zijn aantekeningen zou Herbaren (van Riede), knape in 1277 en momboir in 1284 een zoon kunnen zijn van Daniel II van der Merwede, ridder,vermeld in 1243, 1252 en overleden na 1266. Van deze Herbaren zijn tot nu toe geen sporen gevonden. Onduidelijkheid alom.
Toch wordt van de geslachtsnaam 'Van Riede' al eerder, in 1105 melding gemaakt. Daarna volgen nog vele meldingen waarbij het familieverband nog niet duidelijk is. In de 14e eeuw tekenen zich drie takken af: A. Heer van Riede (Werkendam) en Pendrecht, o.a. diverse Herbaren van Riede; B. Heer van de Riederwaard en/of IJsselmonde o.a. Dirk van Riede; C. Leenmannen van Putten in Poortugaal en Pernis, o.a. Arend (Arnt) van Riede. Uitgaande van het gegeven dat in die tijd de oudere zoons uitgeboedeld werden en de jongste zoon het familiebezit be-erfde kunnen we verwachten dat ene Dirk mogelijk een oudere broer is van ene Herbaren. Het lijkt erop dat C, Arend van Riede stamt van B, Dirk van Riede, gezien de lokaties waar Dirk en Arend gesignaleerd worden. In het onderstaande overzicht is in een chronologische volgorde een overzicht gegeven van de in de nu bekende, gearchiveerde bronnen voorkomende 'Van Riede's. Of zij familie van elkaar zijn en zo ja in welke zin, is in veel gevallen onbekend. Bij de beschrijving is alleen gebruik gemaakt van (beschreven) bronnen en in geen enkel geval van uitwerkingen en beschrijvingen in andere boeken. Verder onderzoek in en naar andere bronnen is noodzakelijk.
Adelhelmus de RIEDE. Genoemd in 1105. Theodoricus de RITHE. Genoemd in 1216. Brun de RIETHE. Genoemd in 1220. Theodericus de REDEN. Genoemd in 1264. 18-02-1264 beleend met het derde deel van de tienden in Barendrecht in zijn ambacht en doet afstand van zijn rechten op de goederen. Antonie van RIEDE, Heer van Pendrecht (1290). Genoemd in 1285, 1287 en 1290. Kinderen: Hendrik Splinter, genoemd in 1285, pachter in/van de Albrandswaard. Dirk van RIEDE, ridder (1328), genoemd in 1301, 1311, 1320, 1321 en 1328. 1301-1320 bezit 1/3 van de tienden in Katendrecht en Barendrecht en is beleend met 1/3 van de tienden in Barendrecht; 30-05-1311 leenheer van een deel van het ambacht Barendrecht; 28-06-1320 beleend met 20 gaarden land in Barendrecht; 14-07-1320 beleend met 5 viertel land in het ambacht Barendrecht; 16-09-1320 het ambacht van Barendrecht en al het ander goed van de heer van Hoorne wordt door Dirk opgedragen; 17-05-1321 het ambacht van Barendrecht wordt beleend aan Heinen Waas; 24-05-1328 Ghernant van Calinghem wordt beleend met het derde deel vandetienden in Barendrrecht, opgedragen door Dirk van Riede. Herbaren van RIEDE (I), Geb. voor 1298 of circa 1305, heer van Pendrecht, baljuw van Zuid-Holland (1338), ridder (1339, 1345). Genoemd in: 1319, 1322, 1323, 1327, 1332, 1333, 1335, 1338, 1339, 1342, 1345, 1351 en 1354. Overleden tussen 18-04-1362 en 30-04-1362. Hij is een neef van Lionys van TULE en een oom van Agnes van WOUDENBERG. Trouwt mogelijk 1327 of eerder met Machtelt van HEUSDEN. Genoemd in 1327, 1354, 1355, 1356, 1359 en 1362. Zij sticht een kapittel van 5 kanunniken in Heusden (20-05-1355) en begint 29-11-1359 aan de stichting van een klooster in Heesbeen ten behoeve van 12 zusters en 1 abdis. Dochter van Jan van HEUSDEN. Uit dit huwelijk geen kinderen. 20-12-1323 Herbaren maakt de tienden van Pendrecht tot lijftocht van zijn vrouw Machtilde; 11-08-1332 Herbaren ontvangt verlof voor de verkoop van land in Houweningen; 18-06-1335 Lionys van Tule vermeld als neef van Herbaren; 18-02-1338 Herbaren baljuw van Zuid-Holland; 23-06-1339 Herbaren, oom van Agnes van IJsselstein; 24-04-1351 het ambacht van Pendrecht wordt gegeven aan Jan van Noirdelose, benevens het huis aldaar enz. van Herbaren van Riede, thans verbeurd verklaard; 24-02-1353 Herbaren wederom heer van Pendrecht genoemd; 11-06-1354 Machtelt, weduwe van Herbaren van Riede. Margriet van Riede en haar kinderen Steesken van Riede, Herbaren en Jan maken scheiding in de erfenis met Machtelt van Heusden; 18-04-1362 Machtelt maakt haar testament; 30-04-1362 het testament van Machtelt wordt uitgevoerd. Aernt (Arend) van RIEDE (I), rechter (1347). Genoemd in 1347. 16-11-1347 rechter in het ambacht van IJsselmonde. Margriet van RIEDE, geb. verm. circa 1310. Genoemd in 1354, overleden tussen 1354 en 1362. Zij is een zus of een achternicht van Herbaren (I) [6]. Gehuwd met Herbaren van BRAKEL, overleden voor 1354. Uit dit huwelijk: Staasken van BRAKEL, genoemd in 1354; Herbaren van BRAKEL (II), genoemd in 1354, 1362, 1364 en 1378; Jan (Johannes) van BRAKEL, genoemd in 1354 en 1362; Lisebet van BRAKEL, genoemd in 1362, religieuze; Sofye van BRAKEL, genoemd in 1362, religieuze; Aleyt van BRAKEL, genoemd in 1362, religieuze. 11-06-1354 Margriet en haar kinderen Steesken van Ryede, Herberen en Janmaken scheiding in de erfenis met Machtelt van Heusden; 21-05-1362 Herbaren en Jan van Brakel mede voor hun zusters en Willem van Bysoyen voegen zich naar de besluiten van de exacuteurs van het testament van Machtelt van Heusden; 31-05-1362 Herbaren en Jan van Brakel en Willem van Besoeyen doen afstand van de hun aanbestorven goederen met dien verstande dat de akte van erfdeling van kracht blijft. Herbaren en Jan beloven dat hun zusters Lisebet, Sofie en Aleyt geen aanspraak zullen maken op de goederen van Machtelt van Heusden. Staasken van RIEDE, alias Staasken of Steesken van Brakel, geb. verm. circa 1330. Genoemd in 1354, overleden tussen 1354 en 1362. Zoon van Margriet van RIEDE [8] en Herbaren van BRAKEL. 11-06-1354 Margriet en haar kinderen Steesken van Ryede, Herberen en Jan maken scheiding in de erfenis met Machtelt van Heusden. Herbaren van RIEDE (II), alias Herbaren van Brakel, geb. verm. circa 1335, heer van Pendrecht. Genoemd in 1354, 1362, 1364 en 1378. Zoon van Margriet van RIEDE en Herbaren van BRAKEL. Kinderen uit dit huwelijk: Herbaren van Riede (III), genoemd in 1378, 1379, 1381, 1390, 1396, 1402,1410, 1413, en 1414, 11-06-1354 Margriet en haar kinderen Steesken van Ryede, Herberen en Jan maken scheiding in de erfenis met Machtelt van Heusden; 21-05-1362 Herbaren en Jan van Brakel en mede voor hun zusters en Willemvan Bysoyen voegen zich naar de besluiten van de executeurs van het testament van Machtelt van Heusden; 31-05-1362 Herbaren en Jan van Brakel en Willem van Besoeyen doen afstand van de hun aanbestorven goederen met dien verstande dat de akte van erfdeling van kracht blijft. Herbaren en Jan beloven dat Lisebet, Sofie en Aleyt geen aanspraak zullen maken op de goederen; 12-07-1364 Herbaren van Brakel ontvangt in erfleen de tienden van Pendrecht; 25-01-1378 Herbaren, zoon van Herbaren van Brakel ontvangt in erfleen Pendrecht en ander goed. Jan van Riede (I), alias Jan of Johannes van Brakel. Genoemd in 1354 en 1362. Zoon van Margriet van Riede[8] en Herbaren van Brakel. 11-06-1354 Margriet en haar kinderen Steesken van Ryede, Herberen en Janmaken scheiding in de erfenis met Machtelt van Heusden; 21-05-1362 Herbaren en Jan van Brakel en mede voor hun zusters en Willemvan Bysoyen voegen zich naar de besluiten van de exacuteurs van het testament van Machtelt van Heusden; 31-05-1362 Herbaren en Jan van Brakel en Willem van Besoeyen doen afstand van de hun aanbestorven goederen met dien verstande dat de akte van erfdeling van kracht blijft. Herbaren en Jan beloven dat Lisebet, Sofie en Aleyt geen aanspraak zullen maken op de goederen. Dirc van Riede (I). Genoemd in 1367, 1381, 1383 en 1396 . Zoon van Jan van de Zijdewinde (of Zuidwinde), heer van Capelle in Noord -Brabant (1364). Hij trouwt voor 1368 met met Beatrix van de Weyborch 24-12 -1367 Dirc ontvangt goederen in Geervliet in erfleen. Herbaren van Riede (III), geboren rond 1355, heer van Pendrecht, ridder (1379, 1402), heemraad van de Grote Waard (1410). Genoemd in 1378, 1379, 1381, 1390, 1396, 1399, 1402, 1410, 1413 en 1414. Zoon van Herbaren van Riede (II) . Hij trouwt voor 1402 met Liedwi van Nispen. 25-01-1378 Herbaren, zoon van Herbaren van Brakel ontvangt in erfleen Pendrecht en ander goed; 11-11-1381 Herbaren wordt beleend met met het gerecht en de molen van Werkendam enz; 15-06-1396 Herbaren krijgt een halve hoeve van 12 morgen in Brakel ten eigen; 08-07-1399 Herbaren verkoopt 12 morgen land; 29-02-1402 beschrijving van de lijftocht van Liedwij, gehuwd met Herbaren van Riede, ridder; 02-09-1410 onterechte schouw door Herbaren van Rye, heemraad van de Grote Waard; 12-09-1413 Herbaren verkrijgt 10 morgen van 12 morgen in Nieuwerkerk en5 morgen in Werkendam achter zijn gezaat, ten eigen;.
Uit deze relatie 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Herbaren | *1285 | | †1362 | Pendrecht | 77 | 1 | 1 |
2 | dochter | | | | | | 0 | 0 |
Bronnen:
Mabelia Herbertsdr van den Berghe
Mabelia Herbertsdr van den Berghe1,2,3,4 (Mabelia van de Lede, Mabilia van Arkel), geb. Arkel circa 1225, vermeld 1288, ovl. Utrecht op 12 sep 1288 (16 mrt 1271).
Mabelia Herbertsdr van den Berghe.
testeert 13 juli 1288.
Dominus de Goye miles beschikt bij testament over de opbrengst van haar huis in de immuniteit van St. Maarten om na haar dood memorie-diensten te laten doen in den Dom te Utrecht voor haar eersten echtgenoot heer Godscalcus de Merwede, haar tweeden echtgenoot Giselbertus de Goye en voor haar zelf. Voor haar zegelen Johannes de Herkele, ridder en haar zoons Johannes en Daniel van der Merwede.De ridder Johannes de Herkele was de heer van Arkel, die 26 Maart 1297 bij Vronen is gesneuveld: vermoedelijk was zij diens tante. Buchell, die een afschrift van deze oorkonde geeft, tekende daarbij de zegels na, die toen nog aan het stuk hingen. Arkel zegelt met: in een gothisch schild, twee beurtelings gekanteelde dwarsbalken, met randschrift + S' JOHANNIS. MILITI. DNI. E. ARKEL. Haar jongste zoon zegelt met een wapen Merwede, nl. een dwars-balk, boven en beneden vergezeld van een aantal besanten of penningen, met randschrift: + SIGILLUM. DANIELIS. . . . . . het tweede zegel was verloren. Afschrift dus met twee nageteekende zegels: van den ridder Johannes de Arkel en van Daniel (van der Merwede). Haar eerste man, Dns.
Godescalcus (Danielsz.) de Merwede. leefde nog 2 Augustus 1258, Hoewel haar tweede man Giselbertus de Goye aanmerkelijk ouder geweest zal zijn, kan toch niet diens gelijknamige zoon bedoeld zijn, want deze was in 1288 nog in leven: een andere Giselbertus de Goye, die in 1288 reeds overleden was, is niet bekend. zie ook J.W. Groesbeek, De heren van Arkel.
- Vader:
Herbaren II Floris van de Lede van Arkel5,1,2 (Herbaren van Arkel van Heukelom), zn. van Floris Herbarensz van de Lede (vermeld 1204-1207) en Jacomijn Hugodr Botter van Schoonhoven, geb. circa 1200, ridder vermeld 1227-1253 nobilis, ridder 1241, heer van Arkel, Asperen en Heukelom, ovl. in dec 1253, tr. (2) met Alveradis van Heusden. Uit dit huwelijk 4 kinderen, tr. (3) met NN Sweersdr van Zuylen. Uit dit huwelijk 2 dochters, tr. (4) met Bertha van Wickenrode. Uit dit huwelijk 2 kinderen, tr. (1) met
|  |
relatie (1)
met
Ghiselbert (Dominicus Ghiselbertus) uten Goye1,2,8,4, zn. van Wouter graaf uten Goye (comes de Goye) en Rixa van Amstel, geb. circa 1200, ridder, maarschalk van de bisschop van Utrecht, vermeld 1242-1271, broeder van het Duitse huis circa 1267, ovl. Utrecht op 16 mrt 1270, begr. aldaar St Anna-kerk, tr. (2) met Jkv Berta van Woerden2,4 (Vuytterhorst), dr. van Herman IV van Woerden en Salome van Merlo. Uit dit huwelijk 3 kinderen. |  |
Uit deze relatie 6 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Machteld | *1260 | | †1315 | Voorne | 55 | 1 | 1 |
relatie (2)
met
Ridder Daniel IV Daniels (Godschalk Daniëlsz) van der Merwede9,10,2, zn. van Daniël III van der Merwede (heer van de Merwede, kruisridder) en Anne Boudewijsdr van Heeswijk, geb. Dordrecht circa 1212, ridder, heer van Clootwijck, vermeld 1258, ovl. Dordrecht op 16 mrt 1271 (13 mei 1284), tr. (2) met NN van Voorne en Putten, dr. van Dirk I van Voorne (vermeld 1174-1188) en parochiaan van Overschie Hadewich Unarchsdr van Naaldwijk. Uit dit huwelijk een dochter, tr. (3) circa 1244 met Hiraldina (Heraldina) van Grutara9. Uit dit huwelijk 2 kinderen. |  |
Ridder Daniel IV Daniels van der Merwede.
1288 Juli 13. Mabilia weduwe van Giselbertus quondam Dominus de Goye miles beschikt bij testament over de opbrengst van haar huis in de immuniteit van St. Maarten om na haar dood memorie-diensten te laten doen in den Dom te Utrecht voor haar eersten echtgenoot heer Godscalcus de Merwede, haar tweeden echtgenoot Giselbertus de Goye en voor haar zelf. Voor haar zegelen Johannes de Herkele, ridder en haar zoons Johannes en Daniel van der Merwede.
Mabilia weduwe van Giselbertus quondam Dominus de Goye miles beschikt bij testament over de opbrengst van haar huis in de immuniteit van St. Maarten om na haar dood memorie-diensten te laten doen in den Dom te Utrecht voor haar eersten echtgenoot heer Godscalcus de Merwede, haar tweeden echtgenoot Giselbertus de Goye en voor haar zelf. Voor haar zegelen Johannes de Herkele, ridder en haar zoons Johannes en Daniel van der Merwede. De ridder Johannes de Herkele was de heer van Arkel, die 26 Maart 1297 bij Vronen is gesneuveld: vermoedelijk was zij diens tante.
Buchell, die een afschrift van deze oorkonde geeft, tekende daarbij de zegels na, die toen nog aan het stuk hingen. Arkel zegelt met: in een gothisch schild, twee beurtelings gekanteelde dwarsbalken, met randschrift + S' JOHANNIS. MILITI. DNI. E. ARKEL. Haar jongste zoon zegelt met een wapen Merwede, nl. een dwars-balk, boven en beneden vergezeld van een aantal besanten of penningen, met randschrift: + SIGILLUM. DANIELIS. . . . . . het tweede zegel was verloren.
Afschrift dus met twee nageteekende zegels: van den ridder Johannes de Arkel en van Daniel (van der Merwede). Haar eerste man, Dns. Godescalcus (Danielsz.) de Merwede. leefde nog 2 Augustus 1258, Hoewel haar tweede man Giselbertus de Goye aanmerkelijk ouder geweest zal zijn, kan toch niet diens gelijknamige zoon bedoeld zijn, want deze was in 1288 nog in leven: een andere Giselbertus de Goye, die in 1288 reeds overleden was, is niet bekend.
leeft ca 1150, moet het Danielsambacht in Brielle bezeten hebben als Voorne's leen Heer ter Merwede, ridder, wordt vermeld in 1243, 1252 en het laatst op 3-7-1266.
Uit deze relatie 2 zonen:

| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Herbaren | | | | | | 0 | 0 |
2 | Daniël IV | *1258 | Dordrecht | †1331 | | 73 | 1 | 3 |
Bronnen:
1. | Afgeschermd |
2. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak), Uten Goye (van Langerak), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (B 002) (blz. 22) |
3. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak), Uten Goye (van Langerak), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (B 002) (blz. 26) |
4. | Catharina van de Nesse, de vrouw van Willem van Montfoort, Catharina van de Nesse, de vrouw van Willem, B.de Keijzer, Hogenda, Ons Voorgeslacht (B 061) (blz. 35) |
5. | Gens Nostra, Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 (GN) |
6. | Floris V, een politieke moord in 1296, Floris V, een politieke moord in 1296, Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (B 207) (blz. 76) |
7. | CBG, Centraal Bureau voor Genealogie (CBG 005) (blz. 107) |
8. | De Nederlandsche Leeuw, vanaf 1883 (DNL) |
9. | Ons Voorgeslacht, Ons Voorgeslacht (OV 006) (blz. 61) |
10. | Ons Voorgeslacht, Ons Voorgeslacht (OV 006) (blz. 62) |
Willem I van Theylingen van Brederode
|  |
Willem I (Willem Huigsz) graaf van Theylingen van Brederode1,2, geb. Santpoort op slot Brederode, Voorhout circa 1155 (1176), vermeld 1174, derde graaf van Teylingen, ovl. Sassenheim circa 1215 (1244). |
Willem I graaf van Theylingen van Brederode.
Willem van Teylingen, oudste zoon van Hugo en van de dochter van de Merwede, was Heer van Teylingen, Langerak en de Lecke en bekleedde de waardigheid van ridder. Hij wordt vermeld in charters van 21 Aug. 1200, 3 Nov. 1200 en 20 Febr. 1201 en verleende volgens Joannes à Leidis krachtigen steun aan Willem van Holland tegen den Graaf van Loon. Hij was tweemaal gehuwd. Eerst trad hij in 1210 in den echt met Agnes van Lynden (dochter van Willem, den eersten van dien naam, gestorven in 1186, en van Agnes van Montbéliard, dochter van den Heer van Altena). Zij stierf reeds 25 Oct. 1211 en werd in de abdij van Rijnsburg begraven, waarna haar man hertrouwde met Halewijn van Egmond (dochter van Wouter van Egmond, die in 1217 in Syrië stierf, en van dementia van Gelder). Hij zelf stierf in 1244, twee zonen nalatende, Willem en Dirk, welke laatste in 1249 baljuw of drossaet van Kennemerland en in 1266 van Holland werd en vermoedelijk eene dochter van Heer Otto van Arkel huwde. Willem was Heer van Teylingen en van de Lecke, overleed in 1284 en werd in het klooster te Egmond begraven. Zijne vrouw was Geertruid van Woerden (dochter van Heer Herman en van eene van Amstel), die in 1283 stierf en in hetzelfde klooster begraven werd.
Willem II van Lynden ging na zijn huwelijk met Christina van Brederode samen met zijn schoonbroer Dirk van Brederode en andere ridders een kruistocht maken naar het heilige land. Er staat ook dat hij samen met zijn (aangetrouwde) neef Otto van der Lippe (Bisschop van Utrecht) weer een kruistocht maakt naar het heilige land. Nadat hij weer thuis kwam was Otto in oorlog met Roedolf kastelein van Koevorden. Hieruit kunnen wel dus wel opmaken dat er een verband zit tussen de Van Lippens, Van Lyndens en Van Brederodes.
Dirk van Brederode zou willicht de eerste heer van Brederode kunnen zijn maar er staat nergens een verband tussen Christina en Dirk, alleen in het groot algemeen woordenboek.
Willem van Teylingen (noemt zich ook wel van Brederode) is de vader van Dirk alleen is Dirks moeder niet dezelfde als die van Christina.
Het dus lastig in te schatten of Wilhelm/Willem van Brederode vroeger van Teylingen heette en dat hij getrouwd was met Margriet van der Lippe (of misschien alleen een relatie) waaruit Christina kwam; - Maria Gerardsdr. van Castricum waaruit Gerard en Willem II (1205-1244) van Teylingen kwamen; - Agniese Gerardsdr Van Bentheim waaruit Dirk I van Brederode kwam.
Deze Dirk heeft geleefd van 1180 t/m 1236 en hij kon wellicht samen met Willem II van Lynden een kruistocht hebben gemaakt.
Er staat nergens een bron waarin ze alle drie worden genoemd, altijd is het of:- Willem van Brederode en Margriet van der Lippe met of zonder Christina en getrouwd met Willem II van Lynden.- Willem van Teylingen, heer van Brederode getrouwd met de andere vrouwen.
Dirk zou dan een halfbroer kunnen zijn van Christina.
Ook wordt in bronnen van Margriet en Willem een overlijdens jaar van Willem 1221 genoemd.
In de ander bronnen (geen verband Margriet van der Lippe) wordt +/- 1215 als overlijdens jaar genoemd.
Ook is het raar dat vaak vermeld staat dat Christina geboren en begraven is in Egmond-Binnen, terwijl het Slot Brederode daar 35 kilometer onder zit en zij zelf ook zo heet. Ook rond deze tijd werd de naam Brederode ingevoerd. Al met al kunnen we nergens uit maken of we verder kunnen gaan met de van Teylingen lijn omdat alles erg onduidelijk is meerder jarig 1174, vermeld 1198, 1203, steunde na de dood van graaf Dirk VII 4 nov. 1203 diens broer Willem, belegerde de burcht van Leiden nadat gravin Ada hierheen was getrokken om een steunpunt te hebben. 1203 (Willem wordt 'neve' (consangineus) genoemd, richtte een tweetal sterkten op te Bussche en Zwanenburg, nam mogelijk deel aan de Slag bij Voorschoten 1204, overl. tussen 1203 en 1205, tr. voor 1185 N.N. 1e Heer van Brederode.
tr. (1) circa 1175
met
Agnieze (Maria) van Bentheim (van Castricum), dr. van Otto IV/I graaf van Bentheim (graaf van Bentheim 1150) en Alveradis van Arnsberg van Cappenberg (erfgename van Malsen), geb. circa 1160, ovl. Santpoort na 21 apr 1229.
Agnieze van Bentheim.
Vermeld 1203.
Uit dit huwelijk 6 kinderen:

| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Dirk I | *1180 | | †1236 | Santpoort-Noord | 56 | 1 | 5 |
2 | Hugo | *1204 | | | | | 1 | 1 |
3 | Machteld | *1202 | | †1240 | | 38 | 1 | 3 |
4 | Arnold | *1176 | | †1216 | | 40 | 1 | 4 |
5 | Sophia | | | | | | 1 | 4 |
6 | Willem | *1195 | Teylingen (bij Sassenheim) | | Bergambacht | | 1 | 3 |
tr. (2)
met
Maria Gerardsdr van Castricum, was de maitresse van graaf Willem I van Holland, ovl. na 1222.
Maria Gerardsdr van Castricum.
Vermeld 1174.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Willem | *1196 | Voorschoten | †1244 | | 47 | 1 | 4 |
Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Gerard I | *1175 | | †1222 | | 47 | 1 | 1 |
tr. (4)
met
Margarethe van Lippe, dr. van Bernhard II Herr zur Lippe en Heilwig Are-Hostaden, geb. Lippstadt [Duitsland] in 1164, ovl. in 1210.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Christina | *1182 | Velsen | †1211 | | 29 | 1 | 2 |
Bronnen:
Agnieze van Bentheim
Agnieze (Maria) van Bentheim (van Castricum), geb. circa 1160, ovl. Santpoort na 21 apr 1229.
Agnieze van Bentheim.
Vermeld 1203.
tr. circa 1175
met
Willem I (Willem Huigsz) graaf van Theylingen van Brederode3,4, zn. van Hugo van Theylingen en Maria Daniëlsdr van der Merwede, geb. Santpoort op slot Brederode, Voorhout circa 1155 (1176), vermeld 1174, derde graaf van Teylingen, ovl. Sassenheim circa 1215 (1244), tr. (2) met Maria Gerardsdr van Castricum. Uit dit huwelijk een zoon, hij krijgt een zoon, tr. (3) met Margarethe van Lippe. Uit dit huwelijk een dochter. |  |
Willem I graaf van Theylingen van Brederode.
Willem van Teylingen, oudste zoon van Hugo en van de dochter van de Merwede, was Heer van Teylingen, Langerak en de Lecke en bekleedde de waardigheid van ridder. Hij wordt vermeld in charters van 21 Aug. 1200, 3 Nov. 1200 en 20 Febr. 1201 en verleende volgens Joannes à Leidis krachtigen steun aan Willem van Holland tegen den Graaf van Loon. Hij was tweemaal gehuwd. Eerst trad hij in 1210 in den echt met Agnes van Lynden (dochter van Willem, den eersten van dien naam, gestorven in 1186, en van Agnes van Montbéliard, dochter van den Heer van Altena). Zij stierf reeds 25 Oct. 1211 en werd in de abdij van Rijnsburg begraven, waarna haar man hertrouwde met Halewijn van Egmond (dochter van Wouter van Egmond, die in 1217 in Syrië stierf, en van dementia van Gelder). Hij zelf stierf in 1244, twee zonen nalatende, Willem en Dirk, welke laatste in 1249 baljuw of drossaet van Kennemerland en in 1266 van Holland werd en vermoedelijk eene dochter van Heer Otto van Arkel huwde. Willem was Heer van Teylingen en van de Lecke, overleed in 1284 en werd in het klooster te Egmond begraven. Zijne vrouw was Geertruid van Woerden (dochter van Heer Herman en van eene van Amstel), die in 1283 stierf en in hetzelfde klooster begraven werd.
Willem II van Lynden ging na zijn huwelijk met Christina van Brederode samen met zijn schoonbroer Dirk van Brederode en andere ridders een kruistocht maken naar het heilige land. Er staat ook dat hij samen met zijn (aangetrouwde) neef Otto van der Lippe (Bisschop van Utrecht) weer een kruistocht maakt naar het heilige land. Nadat hij weer thuis kwam was Otto in oorlog met Roedolf kastelein van Koevorden. Hieruit kunnen wel dus wel opmaken dat er een verband zit tussen de Van Lippens, Van Lyndens en Van Brederodes.
Dirk van Brederode zou willicht de eerste heer van Brederode kunnen zijn maar er staat nergens een verband tussen Christina en Dirk, alleen in het groot algemeen woordenboek.
Willem van Teylingen (noemt zich ook wel van Brederode) is de vader van Dirk alleen is Dirks moeder niet dezelfde als die van Christina.
Het dus lastig in te schatten of Wilhelm/Willem van Brederode vroeger van Teylingen heette en dat hij getrouwd was met Margriet van der Lippe (of misschien alleen een relatie) waaruit Christina kwam; - Maria Gerardsdr. van Castricum waaruit Gerard en Willem II (1205-1244) van Teylingen kwamen; - Agniese Gerardsdr Van Bentheim waaruit Dirk I van Brederode kwam.
Deze Dirk heeft geleefd van 1180 t/m 1236 en hij kon wellicht samen met Willem II van Lynden een kruistocht hebben gemaakt.
Er staat nergens een bron waarin ze alle drie worden genoemd, altijd is het of:- Willem van Brederode en Margriet van der Lippe met of zonder Christina en getrouwd met Willem II van Lynden.- Willem van Teylingen, heer van Brederode getrouwd met de andere vrouwen.
Dirk zou dan een halfbroer kunnen zijn van Christina.
Ook wordt in bronnen van Margriet en Willem een overlijdens jaar van Willem 1221 genoemd.
In de ander bronnen (geen verband Margriet van der Lippe) wordt +/- 1215 als overlijdens jaar genoemd.
Ook is het raar dat vaak vermeld staat dat Christina geboren en begraven is in Egmond-Binnen, terwijl het Slot Brederode daar 35 kilometer onder zit en zij zelf ook zo heet. Ook rond deze tijd werd de naam Brederode ingevoerd. Al met al kunnen we nergens uit maken of we verder kunnen gaan met de van Teylingen lijn omdat alles erg onduidelijk is meerder jarig 1174, vermeld 1198, 1203, steunde na de dood van graaf Dirk VII 4 nov. 1203 diens broer Willem, belegerde de burcht van Leiden nadat gravin Ada hierheen was getrokken om een steunpunt te hebben. 1203 (Willem wordt 'neve' (consangineus) genoemd, richtte een tweetal sterkten op te Bussche en Zwanenburg, nam mogelijk deel aan de Slag bij Voorschoten 1204, overl. tussen 1203 en 1205, tr. voor 1185 N.N. 1e Heer van Brederode.
Uit dit huwelijk 6 kinderen:

| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Dirk I | *1180 | | †1236 | Santpoort-Noord | 56 | 1 | 5 |
2 | Hugo | *1204 | | | | | 1 | 1 |
3 | Machteld | *1202 | | †1240 | | 38 | 1 | 3 |
4 | Arnold | *1176 | | †1216 | | 40 | 1 | 4 |
5 | Sophia | | | | | | 1 | 4 |
6 | Willem | *1195 | Teylingen (bij Sassenheim) | | Bergambacht | | 1 | 3 |
Bronnen:
1. | Genealogie der Graven van Holland, Genealogie der graven van Holland, Dr. A.W.E. Dek, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1969 (DEK/HOL) (blz. 13) |
2. | Genealogie der Graven van Holland, Genealogie der graven van Holland, Dr. A.W.E. Dek, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1969 (DEK/HOL) (blz. 18) |
3. | Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVI) (blz. 97) |
4. | Stam- en wapenboeken, Stam- en wapenboeken, A.A. Vorsterman van Oijen en J.B. Rietstap (B 230) (blz. 217) |
Dirk I van Brederode Drossaert van Theylingen.
stamvader van het geslacht was Dirk Drossaard eersfe (bekende)heer van Brederode, vermeld in Hollandse oorkonden van 1205 tot 1231 als miles en nobilis homo, in 1226 vermeld als dapifer (= drossate = spijsdrager, hem was de lichamelijke zorg van de grafelijke hofhouding toevertrouwd, benevens het bestuur over alle voortbrengselen der grafelijke goederen, welke tot dit doel moesten dienen, wordt in 1205 voor het eerst vermeld, broer van Willem van Theylingen (5), vervolgens regelmatig tot 1230, ridder, nobilis, 'dapifer Hollandie' van 1215 tot 1226, derhalve in de kronieken vermeld als 'Dirk Drossaard', overl. 1236. Hij hulde met Alverade van Heusden, (7), dochter van Jan, heer van Heusden en Aleyd (van Cuyk?).
Dapifer: betekent drossate, spijsdrager; deze is belast met de lichamelijk zorg van de grafelijke hofhouding, benevens het bestuur over alle voortbrengselen der grafelijke goederen welke tot dit doel moesten dienen.
- Vader:
Willem I (Willem Huigsz) graaf van Theylingen van Brederode4,5, zn. van Hugo van Theylingen en Maria Daniëlsdr van der Merwede, geb. Santpoort circa 1155, vermeld 1174, derde graaf van Teylingen, ovl. Sassenheim circa 1215, tr. (2) met Maria Gerardsdr van Castricum. Uit dit huwelijk een zoon, hij krijgt een zoon, tr. (3) met Margarethe van Lippe. Uit dit huwelijk een dochter, tr. (1) circa 1175 met
|  |
tr. circa 1215
met
Alveradis (Aleid, Alverade) van Heusden3,6, dr. van Jan VII van Heusden (heer van Schoonhoven en van Heusden voor 1184 en na 1217) en Aleijdis Persijn van Cuyck, geb. circa 1190, ovl. circa 1260, tr. (2) met Herbaren II Floris van de Lede van Arkel. Uit dit huwelijk 4 kinderen.
Uit dit huwelijk 5 kinderen:




| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Willem | *1226 | Santpoort | †1285 | Velsen | 58 | 2 | 6 |
2 | Ada | *1232 | Santpoort | †1297 | | 64 | 1 | 2 |
3 | Dirk | *1235 | Santpoort | †1306 | | 71 | 1 | 0 |
4 | Agniese | *1224 | | †1262 | | 38 | 1 | 4 |
5 | Floris | *1230 | | †1295 | | 65 | 2 | 5 |
Bronnen:
1. | Afgeschermd |
2. | Floris V, een politieke moord in 1296, Floris V, een politieke moord in 1296, Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (B 207) (blz. 78) |
3. | CBG, Centraal Bureau voor Genealogie (CBG 005) (blz. 107) |
4. | Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVI) (blz. 97) |
5. | Stam- en wapenboeken, Stam- en wapenboeken, A.A. Vorsterman van Oijen en J.B. Rietstap (B 230) (blz. 217) |
6. | Floris V, een politieke moord in 1296, Floris V, een politieke moord in 1296, Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (B 207) (blz. 76) |
7. | Gens Nostra, Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 (GN) |
8. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak), Uten Goye (van Langerak), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (B 002) (blz. 22) |
Alveradis van Heusden
Alveradis (Aleid, Alverade) van Heusden2,1, geb. circa 1190, ovl. circa 1260.
tr. (1) circa 1215
met
Dirk I van Brederode Drossaert van Theylingen.
stamvader van het geslacht was Dirk Drossaard eersfe (bekende)heer van Brederode, vermeld in Hollandse oorkonden van 1205 tot 1231 als miles en nobilis homo, in 1226 vermeld als dapifer (= drossate = spijsdrager, hem was de lichamelijke zorg van de grafelijke hofhouding toevertrouwd, benevens het bestuur over alle voortbrengselen der grafelijke goederen, welke tot dit doel moesten dienen, wordt in 1205 voor het eerst vermeld, broer van Willem van Theylingen (5), vervolgens regelmatig tot 1230, ridder, nobilis, 'dapifer Hollandie' van 1215 tot 1226, derhalve in de kronieken vermeld als 'Dirk Drossaard', overl. 1236. Hij hulde met Alverade van Heusden, (7), dochter van Jan, heer van Heusden en Aleyd (van Cuyk?).
Dapifer: betekent drossate, spijsdrager; deze is belast met de lichamelijk zorg van de grafelijke hofhouding, benevens het bestuur over alle voortbrengselen der grafelijke goederen welke tot dit doel moesten dienen.
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Willem | *1226 | Santpoort | †1285 | Velsen | 58 | 2 | 6 |
2 | Ada | *1232 | Santpoort | †1297 | | 64 | 1 | 2 |
3 | Dirk | *1235 | Santpoort | †1306 | | 71 | 1 | 0 |
4 | Agniese | *1224 | | †1262 | | 38 | 1 | 4 |
5 | Floris | *1230 | | †1295 | | 65 | 2 | 5 |
tr. (2) circa 1215
met
Herbaren II Floris van de Lede van Arkel6,4,7 (Herbaren van Arkel van Heukelom), zn. van Floris Herbarensz van de Lede (vermeld 1204-1207) en Jacomijn Hugodr Botter van Schoonhoven, geb. circa 1200, ridder vermeld 1227-1253 nobilis, ridder 1241, heer van Arkel, Asperen en Heukelom, ovl. in dec 1253, tr. (1) met Mabelia van Cuijk. Uit dit huwelijk een dochter, tr. (3) met NN Sweersdr van Zuylen. Uit dit huwelijk 2 dochters, tr. (4) met Bertha van Wickenrode. Uit dit huwelijk 2 kinderen. |  |
Uit dit huwelijk 4 kinderen:


| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Herbaren | *1220 | | †1280 | | 60 | 1 | 4 |
2 | Jan I | *1233 | Gorinchem | †1272 | Gorinchem | 38 | 2 | 4 |
3 | Adriaentje | *1225 | | †1280 | | 55 | 1 | 0 |
4 | Hugo | | | †1285 | | | 1 | 1 |
Bronnen:
1. | Floris V, een politieke moord in 1296, Floris V, een politieke moord in 1296, Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (B 207) (blz. 76) |
2. | CBG, Centraal Bureau voor Genealogie (CBG 005) (blz. 107) |
3. | Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVI) (blz. 97) |
4. | Afgeschermd |
5. | Floris V, een politieke moord in 1296, Floris V, een politieke moord in 1296, Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (B 207) (blz. 78) |
6. | Gens Nostra, Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 (GN) |
7. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak), Uten Goye (van Langerak), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (B 002) (blz. 22) |
Arnoud van Amstel
Arnoud van Amstel (Arnoud van Benschop) ridder4,3,1,2, geb. na 1240, heer van Bensschop en IJsselstein, ovl. in 1291.
Arnoud van Amstel ridder.
van zijn moeder wordt vermeld dat zij uit het geslacht van Benschop is. Hij zat met zijn halfbroer Gijsbrecht vijf jaar gevangen in Zeeland van mei 1280 tot de herfst 1285. Op 27 oktober 1285 verzoenden de gebroeders zich met de graaf van Holland. In 1277 verkoopt Wouter UtenGoye, knaap, behoudens goedkeuring van de leenheer, Jan van Kuijc, ridder, aan Arnold van Amstel, ridder, het gerecht in Eijteren aan weerszijden van de IJssel met de cijns, het veer en de visserij, op voorwaarde dat heer Arnold de schuld, die Wouter heeft aan Gerard van Vliet uit hoofde van diens huwelijk met Wouter's zuster, betalen zal, in welke zaak Wouter's broer Gijsbert arbiter zal zijn.
- Vader:
Gijsbrecht III van Amstel6,5,2, zn. van Gijsbrecht II van Amstel en NN van Schalkwijk, geb. circa 1200, ovl. voor 22 nov 1254, tr. (1) circa 1220 met Aleidis/Margaretha ? van Cuyck6,7,2, dr. van Albert ridder van Kuyc (ridder, vermeld 1191-1233, Heer van Cuyk en Grave 1204-1233, van Herpen, Merum en half Asten 1220) en Heilwig van Merheim (erfdochter van Merum en half Asten), ovl. circa 1240. Uit dit huwelijk 3 kinderen, tr. (2) na 1240 met
tr. circa 1260
met
Johanna van Zuijlen van IJsselstein4, dr. van Gijsbert I van Zuilen van Anholt en Berta van Abcoude, geb. circa 1230.
Aleidis/Margaretha ? van Cuyck.
De naam van de echtgenote van Gijsbrecht III vam Amstel wordt nergens expliciet vermeld. Van Spaen, in zijn “Historie der Heeren van Amstel, van IJsselstein en Mijnden”, vermeldt op blz. 30: “Alleen uit eene verklaring, door Floris van Oegstgeest in 1364 gegeven, verneemt men, dat de Heer van Amstel en zijn broeder Willem, Proost van S. Jan, moeije kinders waren van zijnen vader Heer Willem van Oegsgeest, Ridder; derhalve is waarschijnlijk de vrouw van Gijsbrecht den III, uit het geslacht van Oegstgeest gesproten”. Als bron vermeldt Van Spaen: Mieris III, 172. Zie voorts J.A.Coldeweij, “De heren van Kuijc 1096-1400”, blz. 88-90. Uit de verklaring van 1364 blijkt voorts dat burggraaf Hendrik van Leiden (Kuyc) een oom was van Floris van Oegstgeest. Uit het feit dat in de verklaring slechts sprake is van Gijsbrecht IV en Willem van Amstel, concludeert Coldeweij dat deze Arnoud uit een ander huwelijk stamt, waarbij Coldeweij, gezien de naam Arnold (van IJsselstein), denkt aan een huwelijk met een dochter van Arnold II van Heusden. Echter zou in dat geval, zoals G.J.J. van Wimersma Greidanus in zijn “Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen” op blz. 690 vermeldt, huwelijksdispensatie nodig zijn geweest voor het huwelijk tussen Gijsbrechts’ kleinzoon Gijsbrecht (zoon van Arnold van IJsselstein) met Bertha van Heukelom. Greidanus blijft echter het huwelijk van Gijsbrecht IV van Amstel met een dochter uit het huis Van Heusden vermelden, waarbij zoon Arnold dan als moeder de dochter van de heer van Kuyc zou hebben. Ik denk echter dat, gezien de terechte opmerking van Greidanus over de noodzakelijke huwelijksdispensatie voor diens kleinzoon, er helemaal geen huwelijk is geweest tussen Gijsbrecht III van Amstel met een Van Heusden. Coldeweij heeft dat slechts gesuggereerd omdat Floris van Oegstgeest in 1364, dus bijna 100 jaar na dato (!), alleen gewag maakt van Gijsbrecht en Willem van Amstel en niet van hun broer Arnold. Behalve het feit dat Floris zijn uitspraak bijna 100 jaar na dato deed, en dus zeker niet volledig in zijn uitspraak hoeft te zijn, verzuimde hij ook de zuster Elisabeth van Amstel te vermelden; weliswaar een zuster, maar dan wel één die met de bekende Herman VI van Woerden was gehuwd. Dit is een duidelijk voorbeeld hoe e.e.a. een eigen leven kan gaan leiden. Een ander huwelijk van Gijsbrecht IV waaruit Arnold zou stammen blijft natuurlijk (vooralsnog) tot de mogelijkheden behoren.
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
Bronnen:
1. | Afgeschermd |
2. | Floris V, een politieke moord in 1296, Floris V, een politieke moord in 1296, Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (B 207) (blz. 69) |
3. | De heren van Amstel 1105-1378, De heren van Amstel 1105-1378, Th.A.A.M. van Amstel, Verloren, Hilversum, 1999, 9065502998 (AMS/AMS) (blz. 127) |
4. | De heren van Amstel 1105-1378, De heren van Amstel 1105-1378, Th.A.A.M. van Amstel, Verloren, Hilversum, 1999, 9065502998 (AMS/AMS) (blz. 239) |
5. | De heren van Amstel 1105-1378, De heren van Amstel 1105-1378, Th.A.A.M. van Amstel, Verloren, Hilversum, 1999, 9065502998 (AMS/AMS) (blz. 69) |
6. | De heren van Amstel 1105-1378, De heren van Amstel 1105-1378, Th.A.A.M. van Amstel, Verloren, Hilversum, 1999, 9065502998 (AMS/AMS) (blz. 240) |
7. | De heren van Amstel 1105-1378, De heren van Amstel 1105-1378, Th.A.A.M. van Amstel, Verloren, Hilversum, 1999, 9065502998 (AMS/AMS) (blz. 75) |
Johanna van Zuijlen van IJsselstein
Johanna van Zuijlen van IJsselstein1, geb. circa 1230.
tr. circa 1260
met
Arnoud van Amstel (Arnoud van Benschop) ridder1,4,2,3, zn. van Gijsbrecht III van Amstel en Bertrade (Baarte) van Bensschop en IJsselstein, geb. na 1240, heer van Bensschop en IJsselstein, ovl. in 1291.
Arnoud van Amstel ridder.
van zijn moeder wordt vermeld dat zij uit het geslacht van Benschop is. Hij zat met zijn halfbroer Gijsbrecht vijf jaar gevangen in Zeeland van mei 1280 tot de herfst 1285. Op 27 oktober 1285 verzoenden de gebroeders zich met de graaf van Holland. In 1277 verkoopt Wouter UtenGoye, knaap, behoudens goedkeuring van de leenheer, Jan van Kuijc, ridder, aan Arnold van Amstel, ridder, het gerecht in Eijteren aan weerszijden van de IJssel met de cijns, het veer en de visserij, op voorwaarde dat heer Arnold de schuld, die Wouter heeft aan Gerard van Vliet uit hoofde van diens huwelijk met Wouter's zuster, betalen zal, in welke zaak Wouter's broer Gijsbert arbiter zal zijn.
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
Bronnen:
1. | De heren van Amstel 1105-1378, De heren van Amstel 1105-1378, Th.A.A.M. van Amstel, Verloren, Hilversum, 1999, 9065502998 (AMS/AMS) (blz. 239) |
2. | Afgeschermd |
3. | Floris V, een politieke moord in 1296, Floris V, een politieke moord in 1296, Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (B 207) (blz. 69) |
4. | De heren van Amstel 1105-1378, De heren van Amstel 1105-1378, Th.A.A.M. van Amstel, Verloren, Hilversum, 1999, 9065502998 (AMS/AMS) (blz. 127) |
dochter van Aemstel
dochter van Aemstel.
relatie
met
Aernout van Liesveld van den Berghe, zn. van Herbaren ridder van den Berghe (heer van Haastrecht en van de Vlist, heer van Lysveld en Nyport) en Agniese van Brederode, vermeld 1277-1300.
Uit deze relatie 4 kinderen:
Bronnen:
1. | Afgeschermd |
2. | Floris V, een politieke moord in 1296, Floris V, een politieke moord in 1296, Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (B 207) (blz. 69) |
3. | De heren van Amstel 1105-1378, De heren van Amstel 1105-1378, Th.A.A.M. van Amstel, Verloren, Hilversum, 1999, 9065502998 (AMS/AMS) (blz. 127) |
4. | De heren van Amstel 1105-1378, De heren van Amstel 1105-1378, Th.A.A.M. van Amstel, Verloren, Hilversum, 1999, 9065502998 (AMS/AMS) (blz. 239) |