Cees Hagenbeek
Pieter Sueten
Pieter Sueten.

tr.
met

Geertruit Jansdr.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Geertruijt*1470 Poortugaal †1533 Poortugaal 63


Geertruit Jansdr
Geertruit Jansdr.

tr.
met

Pieter Sueten.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Geertruijt*1470 Poortugaal †1533 Poortugaal 63


Burgher van Gaesbeeck
Burgher van Gaesbeeck, geb. circa 1410.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem*1460 Poortugaal †1504 Poortugaal 44


Jacob van Gaesbeeck
Jacob van Gaesbeeck (Jacob van Abcoude), geb. circa 1390, ovl. Brussel [België] op 6 feb 1459.

Jacob van Gaesbeeck.
Hij was een zoon van Zweder van Abcoude  en Anna van Leiningen.
Hij was heer (baron) van Gaasbeek, Abcoude, Putten, Strijen en Coelhorst. Tevens was hij stadhouder van Holland, erfmaarschalk van Henegouwen, raadsheer van het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland, en een van de rijkste edelen van de vroege 15e eeuw in Holland en Brabant.
Na de dood van zijn vader stond hij aanvankelijk onder de voogdij van zijn oom Willem van Abcoude, die heer was van Abcoude en Wijk bij Duurstede. Na diens dood in 1407 slaagde hij er met de steun van de Utrechtse bisschop Frederik van Blankenheim in Willems erfgenamen, met name diens schoonzoon Jan I van Brederode, uit te schakelen en zelf heer te worden van Abcoude en Wijk bij Duurstede.
Jacob trad in dienst van zijn leenheer, hertog Jan IV van Brabant. Tijdens het beleg van Dordrecht stond hij aan de zijde van diens echtgenote Jacoba van Beieren. Toen deze zich van de hertog van Brabant liet scheiden werd hij juist haar tegenstander en trouw aanhanger van Jan VI van Beieren, zelfs tegen zijn leenheer, de bisschop van Utrecht, in In 1425 stelde Jan IV hem aan als ruwaard van Holland en Zeeland, aanvankelijk samen met Willem van Egmond, later samen met Frank van Borssele, en werd ermee belast de opstand van Jacoba te onderdrukken. Hij belegerde Schoonhoven, maar dit mislukte. Hij werd in 1426 zelf belegerd in Haarlem door Jacoba’s troepen, maar dit werd verijdeld met een vredesverdrag. Hetzelfde jaar steunde hij de Utrechtse bisschop Zweder van Culemborg tegen concurrerend bisschop Rudolf van Diepholt, wat uitmondde in het beleg van Amersfoort waarbij de Eemmond bezet wordt. Jacob werd namens Filips de Goede raadsheer in Holland en, samen met Roeland van Uitkerke, stadhouder van dit gewest. In 1430 werd Filips de Goede ook hertog in Brabant en werd Jacob van Gaasbeek kort drossaard van Brabant en vervolgens raadsheer-kamerling. Financiële problemen en juridische kwesties vullen de laatste periode van zijn leven. In 1433 eist Jacob enkele schadevergoedingen die hij tegoed had van de familie Culemborg. Zijn gerechtelijke procedure om Eindhoven en andere heerlijkheden van de familie van zijn tweede vrouw in handen te krijgen, is zeer geldverslindend. Uit geldnood leende hij 100.000 nobelen van Jan van Horne, met Gaasbeek als onderpand. In 1434 werd Jan van Horne eigenaar van Gaasbeek. In het Utrechts schisma steunde hij Walraven van Meurs tegen de officiële bisschop Rudolf van Diepholt. Bij een poging tot aanslag op deze werd hij gevangengenomen. De prijs voor zijn vrijheid was het afstaan van zijn bezittingen in het bisdom Utrecht: Abcoude en Wijk bij Duurstede. Uiteindelijk verkocht hij in 1456 ook zijn Hollandse heerlijkheden Strijen en Putten aan Filips de Goede en andere domeinen aan Anton van Bourgondië.
Jacob trouwde met Johanna van Ligne. Zij hadden één zoon, Antoon, die vroeg stierf (1411-1429).
Hun zoon werd vrij streng opgevoed door zijn vader: op een dag toen de jongen niet recht op zijn paard zat gaf Van Gaasbeek hem een klap in zijn gelaat waardoor de jongen van zijn paard viel en daarbij overleed. Hij hertrouwde in 1417 met Margaretha van Schoonvorst, een dochter van Koenraad van Schoonvorst, heer van Elslo. Dit huwelijk bleef kinderloos.

 
 


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Burgher*1410     


Sweder III van Abcoude
 
Sweder III van Abcoude, geb. circa 1350, ovl. Radda, Toscane [Italië] tussen 22 apr 1400 en 23 apr 1400 .


Sweder III van Abcoude.
Hij was de zoon van Johanna van Horne, vrouwe van Gaasbeek, en van Gijsbrecht III van Zuylen van Abcoude, heer van Abcoude en Wijk bij Duurstede. Hij werd heer van Gaasbeek bij de dood van zijn moeder tot 1376, toen hij deze Brabantse heerlijkheid aan zijn broer Willem liet, om het bestuur in de erflanden van zijn vader over te nemen. In 1381 ruilden de twee broers hun bezittingen.
Zweder wenste zijn macht in het hertogdom Brabant uit te breiden tot de meierij van Rode. De hertog was dit wel genegen, maar de schepenen van de stad Brussel, onder leiding van Everaard t’Serclaes, kwamen hiertegen in het geweer, omdat zij hierin een te grote machtsconcentratie zagen.
Op Witte Donderdag 1388 werd t’Serclaes door de bastaardzoon van Zweder, Willem van Kleef, overvallen en verminkt; hij stierf kort daarna. De verontwaardiging bij de Brusselse bevolking was groot. Het Kasteel van Gaasbeek werd belegerd en in brand gestoken. Zweder was toen al weggevlucht.
Zweder bleef echter het vertrouwen genieten van de hertogin Johanna van Brabant en kon al snel beginnen met de heropbouw van het kasteel. Hij stierf als pelgrim in Toscane.

 
 

tr.
met

Anna van Leiningen-Dagsburg, dr. van Friedrich VIII Graf von Leiningen-Dagsburg en Jolante van Gulik (Erbin zu Kervenheim, Uedem usw.), geb. in 1360, ovl. in 1400, tr. (2) met Engelhart VIII von Weinsberg. Uit dit huwelijk geen kinderen.

 

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob*1390  †1459 Brussel [België] 68


Anna van Leiningen-Dagsburg
 
Anna van Leiningen-Dagsburg, geb. in 1360, ovl. in 1400.

 
 

tr. (1)
met

Sweder III van Abcoude, zn. van Gijsbert III heer Abcoude en Wyck en Johanna van Horne Dame de Gaesbeck Putten et Strijen, geb. circa 1350, ovl. Radda, Toscane [Italië] tussen 22 apr 1400 en 23 apr 1400 .

 


Sweder III van Abcoude.
Hij was de zoon van Johanna van Horne, vrouwe van Gaasbeek, en van Gijsbrecht III van Zuylen van Abcoude, heer van Abcoude en Wijk bij Duurstede. Hij werd heer van Gaasbeek bij de dood van zijn moeder tot 1376, toen hij deze Brabantse heerlijkheid aan zijn broer Willem liet, om het bestuur in de erflanden van zijn vader over te nemen. In 1381 ruilden de twee broers hun bezittingen.
Zweder wenste zijn macht in het hertogdom Brabant uit te breiden tot de meierij van Rode. De hertog was dit wel genegen, maar de schepenen van de stad Brussel, onder leiding van Everaard t’Serclaes, kwamen hiertegen in het geweer, omdat zij hierin een te grote machtsconcentratie zagen.
Op Witte Donderdag 1388 werd t’Serclaes door de bastaardzoon van Zweder, Willem van Kleef, overvallen en verminkt; hij stierf kort daarna. De verontwaardiging bij de Brusselse bevolking was groot. Het Kasteel van Gaasbeek werd belegerd en in brand gestoken. Zweder was toen al weggevlucht.
Zweder bleef echter het vertrouwen genieten van de hertogin Johanna van Brabant en kon al snel beginnen met de heropbouw van het kasteel. Hij stierf als pelgrim in Toscane.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob*1390  †1459 Brussel [België] 68

tr. (2)
met

Engelhart VIII von Weinsberg, ovl. in 1415.

 


Gijsbrecht II van Zuylen van Abcoude
Gijsbrecht II van Zuylen van Abcoude, geb. in 1260, ovl. in 1288.

tr. in 1280
met

Hadewich Claasdr. van Abcoude van Cats, geb. circa 1260, ovl. circa 1300.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sweder II*1280 Abcoude †1347 Wijk bij Duurstede 66


Asekijn van Cats
Asekijn van Cats, geb. circa 1145, ovl. na 1179.

Asekijn van Cats.
REPERTORIUM OP DE GRAFELIJKE LENEN IN DE KRIMPENERWAARD, 1220 - 1650 Het goed van Schoonhoven, zijnde gerecht, tiende en bede; een man, die zijn huis verbeurt, zal door de leenman berecht worden samen met de haljuw van Zuid- Holland; (1310: de leenman mag geen ballingen van Holland onderhouden maar zal deze de leenheer leveren). 3-5-1280: Heer Nikolaas van Kats, bevestigd door Hasekin, vrouwe van Schoonhoven, weduwe heer Hugo Botter, die stierf zonder erfgenaam, en nu gehuwd met Zweder van Zuilen, wier lijftocht hij heeft afgekocht, Van den Bergh, OHZ, 11, nr. 392. Verwarring mogelijk met een ander Asekijn van Schoonhoven °1170.

tr. (1)
met

Hugo I Botter (Hugo I) van Schoonhoven (Hugo Botter van Arkel, Hugo Botter van Schoonhoven) (Botter van Schoonhoven), zn. van Hugo van Arkel de Botterman en Péronne d'Hane, geb. in 1140, laatst vermeld als heer van Haastrecht en Schoonhoven op 11 okt 1267, heer van Blokland en Botersloot circa 1277.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacomijn*1175 Schoonhoven †1251 Heukelum 76

tr. (2)
met

Zweder I van Abcoude (Abbekewolde), zn. van Hendrik van Amstel.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Berta     


Nicolaas van Cats
Nicolaas vrijheer van Cats.

tr.
met

Beatrijs van Burcht.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Asekijn*1145  †1179  34


Beatrijs van Burcht
Beatrijs van Burcht.

tr.
met

Nicolaas vrijheer van Cats.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Asekijn*1145  †1179  34


Jan Jansz de jonge in 't Veld
Jan Jansz de jonge in 't Veld, geb. Oost-IJsselmonde in 1565, landbouwer, penningmeester van Dirk Smeetsland, Landbouwer, ovl. Oost-IJsselmonde op 2 jan 1618.

tr. Barendrecht circa 1604
met

Marijke Huijgen (Maerijke Huijgsdr) Cranendonck (Cranendonck, van), dr. van Huijg Pieters Cranendonck (bouwman, hoogheemraad, ouderling) en Margrieta Gerrits (landbouwster), geb. IJsselmonde circa 1580, ovl. Oost-IJsselmonde op 20 mrt 1637.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lijntje~1616 IJsselmonde †1666 Ridderkerk 50


Petronella van Beusichem
Petronella van Beusichem, geb. in 1228.

tr.
met

Sweder I van Zuylen van Abcoude, zn. van Gijsbert I van Zuilen van Anholt en Berta van Abcoude, geb. circa 1230, Heer van Abcoude en Wijk bij Duurstede, ovl. in 1287.

Sweder I van Zuylen van Abcoude.
Waarschijnlijk vond rond 1260 de eerste belening van Duurstede plaats. Door de graaf van Gelre werd Zweder I van Zuylen van Abcoude beleend met het kasteel. Zijn vader Gijsbrecht van Zuylen, was leenman van Zuilenburg in Langbroek. Zweder I is hoogstwaarschijnlijk de bouwheer van het kasteel. Waarom hij zich van Zuylen van Abcoude noemde is onduidelijk. Wel weten we dat het kasteel Abcoude ook in bezit was van de van Zuylens. Hoewel de heren in Wijk zich Van Abcoude noemden, heeft er nooit echt een geslacht met die naam bestaan. De oorsprong van de toevoeging Van Abcoude aan de naam van Zuylen is niet duidelijk. Men veronderstelt dat Gijsbrecht of Zweder met een erfdochter Hendrikavan Abcoude getrouwd is geweest. Het is echter vrijwel zeker dat Zweder I getrouwd is geweest met Aafje van Schoonhoven en zijn zoon met een dochter van Nicolaas van Cats. Een andere mogelijkheid is dat de bisschop Hendrik van Vianden steun wilde hebben van de Van Zuylens, omdat zowel de graaf van Holland als de hertog van Gelre graag hun macht wilden uitbreiden in het bisdom Utrecht. Daarom heeft hij waarschijnlijk Zweder met Abcoude beleend. Hendrika van Abcoude blijft namelijk een niet te traceren figuur.


Pieter Jansz de Raedt
Pieter Jansz de Raedt1,2, geb. Rhoon in 1500, ovl. aldaar in 1561.

Pieter Jansz de Raedt.
Pieter Jansz. (alias) d(i)e Raet (Raedt), geb. naar schatting ca. 1500, boer te Rhoon, schepen van Rhoon (1540, 1541, 1546, 1549-1551, 1554-1555),10 schepen, heemraad en medetaxateur der 10e penning van Albrandswaard (1553), overl. (tussen 8-4 en 30-6) 1555, tr. 1e naar schatting vóór ca. 1530 Lijsbet Dirckxdr, dochter van Dirck Coosen en N.N, tr. 2e na 1547 Aechte Willemsdr, overl. ca. 1575, dochter van Willem Doensz, boer te Poortugaal, en N .N .

Blijkens het Rhoonse 10e penningkohier van 1553 had Pieter Jansz. de Raedt zijn huis -ongetwijfeld een hoeve- ‘staende opten huevel’ verhuurd. Dit had een huurwaarde van 7 pond 3 schellingen, aldus behorend tot de duurdere behuizingen. Voorts had hij ‘den oude Roonschen Dijck’, alsmede nog een andere dijk in pacht. Verspreid over de polders van Rhoon had hij ruim 33 morgen land in gebruik, hetgeen voornamelijk huurland moet zijn geweest. .
Op 8-4-1555 is Pieter nog vermeld als schepen van Rhoon.
In 1557, wanneer het eerstvolgende kohier van de 10e penning van Rhoon werd opgesteld, was hij niet meer in leven. Nu werden zijn erfgenamen met het huis voor 7 pond aangeslagen en blijken bijna al zijn landerijen door Comelis Ghijsz. gebruikt te worden, in wie ik (K.J. Slijkerman) zijn schoonzoon meen te moeten zien. Tenminste een gedeelte van het land in de polder Oude Rhoon moet eigendom zijn geweest, want Comelis Ghijsz. huurt dit dan van zijn zusters, met wie in feite zusters van zijn vrouw Neeltgen Pietersdr. bedoeld moeten zijn geweest. Hieruit meen ik dan ook te mogen concluderen dat deze zusters kinderen en erfgenamen van Pieter Jansz. de Raedt waren.

tr. (1) voor 1530
met

Lijsbeth Dirksdr van Riede, dr. van Dirk Goosen den Ronaert (schout van Rhoon in 1526) en Baertje , geb. in 1513.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1550 Rhoon †1620 Rhoon 69

tr. (2) na 1547
met

Aagje Willems van Driel, dr. van Willem Doens van Driel en IJda Jansdr, geb. circa 1516.

Uit dit huwelijk 2 kinderen.


Bronnen:

1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 153)
2.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 154)

Lijsbeth Dirksdr van Riede
Lijsbeth Dirksdr van Riede, geb. in 1513.

tr. voor 1530
met

Pieter Jansz de Raedt1,2, zn. van Jan de Raedt, geb. Rhoon in 1500, ovl. aldaar in 1561, tr. (2) met Aagje Willems van Driel. Uit dit huwelijk 2 kinderen.

Pieter Jansz de Raedt.
Pieter Jansz. (alias) d(i)e Raet (Raedt), geb. naar schatting ca. 1500, boer te Rhoon, schepen van Rhoon (1540, 1541, 1546, 1549-1551, 1554-1555),10 schepen, heemraad en medetaxateur der 10e penning van Albrandswaard (1553), overl. (tussen 8-4 en 30-6) 1555, tr. 1e naar schatting vóór ca. 1530 Lijsbet Dirckxdr, dochter van Dirck Coosen en N.N, tr. 2e na 1547 Aechte Willemsdr, overl. ca. 1575, dochter van Willem Doensz, boer te Poortugaal, en N .N .

Blijkens het Rhoonse 10e penningkohier van 1553 had Pieter Jansz. de Raedt zijn huis -ongetwijfeld een hoeve- ‘staende opten huevel’ verhuurd. Dit had een huurwaarde van 7 pond 3 schellingen, aldus behorend tot de duurdere behuizingen. Voorts had hij ‘den oude Roonschen Dijck’, alsmede nog een andere dijk in pacht. Verspreid over de polders van Rhoon had hij ruim 33 morgen land in gebruik, hetgeen voornamelijk huurland moet zijn geweest. .
Op 8-4-1555 is Pieter nog vermeld als schepen van Rhoon.
In 1557, wanneer het eerstvolgende kohier van de 10e penning van Rhoon werd opgesteld, was hij niet meer in leven. Nu werden zijn erfgenamen met het huis voor 7 pond aangeslagen en blijken bijna al zijn landerijen door Comelis Ghijsz. gebruikt te worden, in wie ik (K.J. Slijkerman) zijn schoonzoon meen te moeten zien. Tenminste een gedeelte van het land in de polder Oude Rhoon moet eigendom zijn geweest, want Comelis Ghijsz. huurt dit dan van zijn zusters, met wie in feite zusters van zijn vrouw Neeltgen Pietersdr. bedoeld moeten zijn geweest. Hieruit meen ik dan ook te mogen concluderen dat deze zusters kinderen en erfgenamen van Pieter Jansz. de Raedt waren.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1550 Rhoon †1620 Rhoon 69



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 153)
2.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 154)

Jan de Raedt
Jan de Raedt, geb. in 1470, ovl. in 1547.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pieter*1500 Rhoon †1561 Rhoon 61


Aagje Willems van Driel
Aagje Willems van Driel, geb. circa 1516.

tr. na 1547
met

Pieter Jansz de Raedt1,2, zn. van Jan de Raedt, geb. Rhoon in 1500, ovl. aldaar in 1561.

Pieter Jansz de Raedt.
Pieter Jansz. (alias) d(i)e Raet (Raedt), geb. naar schatting ca. 1500, boer te Rhoon, schepen van Rhoon (1540, 1541, 1546, 1549-1551, 1554-1555),10 schepen, heemraad en medetaxateur der 10e penning van Albrandswaard (1553), overl. (tussen 8-4 en 30-6) 1555, tr. 1e naar schatting vóór ca. 1530 Lijsbet Dirckxdr, dochter van Dirck Coosen en N.N, tr. 2e na 1547 Aechte Willemsdr, overl. ca. 1575, dochter van Willem Doensz, boer te Poortugaal, en N .N .

Blijkens het Rhoonse 10e penningkohier van 1553 had Pieter Jansz. de Raedt zijn huis -ongetwijfeld een hoeve- ‘staende opten huevel’ verhuurd. Dit had een huurwaarde van 7 pond 3 schellingen, aldus behorend tot de duurdere behuizingen. Voorts had hij ‘den oude Roonschen Dijck’, alsmede nog een andere dijk in pacht. Verspreid over de polders van Rhoon had hij ruim 33 morgen land in gebruik, hetgeen voornamelijk huurland moet zijn geweest. .
Op 8-4-1555 is Pieter nog vermeld als schepen van Rhoon.
In 1557, wanneer het eerstvolgende kohier van de 10e penning van Rhoon werd opgesteld, was hij niet meer in leven. Nu werden zijn erfgenamen met het huis voor 7 pond aangeslagen en blijken bijna al zijn landerijen door Comelis Ghijsz. gebruikt te worden, in wie ik (K.J. Slijkerman) zijn schoonzoon meen te moeten zien. Tenminste een gedeelte van het land in de polder Oude Rhoon moet eigendom zijn geweest, want Comelis Ghijsz. huurt dit dan van zijn zusters, met wie in feite zusters van zijn vrouw Neeltgen Pietersdr. bedoeld moeten zijn geweest. Hieruit meen ik dan ook te mogen concluderen dat deze zusters kinderen en erfgenamen van Pieter Jansz. de Raedt waren.

Uit dit huwelijk 2 kinderen.


Bronnen:

1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 153)
2.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 154)

Willem Doens van Driel
Willem Doens van Driel, geb. circa 1478, ovl. in 1560.

  • Vader:
    Doen Beyensz de jonge (Doen Beijense(de jonge)) van Driel1 op 28- 1-1485 beleend met de leengoederen van zijn vader, schepen van Poortugaal 1491 en 1507, testeert op 6- 1-1513, van Doens, Beijenszn de jonge.
    Stichter van de grote memorielanden te Poortugaal. Hij werd op 28 januari 1485 beleend met de leengoederen van zijn vader, zn. van Beije Doensz van Driel (schepen van Poortugaal in 1458 en 1463) en Lijsbeth Bartelmeesdr Drapenier, geb. Poortugaal in 1438, schepen van Poortugaal, ovl. Poortugaal op 6 dec 1515 (15 dec 1515), tr. (1) circa 1458 met

tr.
met

IJda Jansdr.

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aagje*1516     
Maartje*1523 Poortugaal    



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 115)

IJda Jansdr
IJda Jansdr.

tr.
met

Willem Doens van Driel, zn. van Doen Beyensz de jonge van Driel (schepen van Poortugaal) en Neeltje Wollebrant Jansdr, geb. circa 1478, ovl. in 1560.

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aagje*1516     
Maartje*1523 Poortugaal    


Aart Pieters Landmeter
Aart Pieters Landmeter, geb. Oud Beijerland.

tr. Oud Beijerland in 1665
met

Cornelis Hoochervest, dr. van Cornelis Bastiaensz Hoochervest en Neeltje Cornelisdr Bijl, ged. Heinenoord op 5 jul 1637.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pieter*1666 Goudswaard †1739 Oud Beijerland 73



Bronnen:
1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel II), Kwartierstaten boek II, Genealogische Vereniging Prometheus, Delft, 1992 (blz. 136)

Cornelis Hoochervest
Cornelis Hoochervest, ged. Heinenoord op 5 jul 1637.

tr. Oud Beijerland in 1665
met

Aart Pieters Landmeter, zn. van Pieter Jacobsz Landmeter en Bastiaentje Cornelisdr. Ketting, geb. Oud Beijerland.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pieter*1666 Goudswaard †1739 Oud Beijerland 73