Paulus Geleijns Jongerlingh
Paulus Geleijns (Paulis) Gelijn (Geleynsz, Geleyns, Geleijnsz) Jongerlingh, ged. Leiden (Marekerk) op 23 jan 1661 (getuigen: Jannetje Lievens, Jannetje Lieven en Hubert Snecou).- Vader:
Geleyn Paulusz, zn. van Paulus Geleijnsz (soldaat onder graaf Hendrick van Nassou) en Commertge Ariensdr van Houten, ged. Delft op 26 aug 1632 (getuigen: Jacob Vanant en Trijntge Leenderts (vrouw van Philips de Coninck))1, lakenwerker, otr. (2) Leiden op 21 apr 1674, tr. met Lijsbeth Pieters. Uit dit huwelijk een dochter, otr. (1) Leiden op 22 aug 1657, tr.
- Moeder:
Susanna Sneeckou (Sneceau, Snecabus, Snecou, Sneekouw, Snekouwen, Snekan, Snekou), dr. van Claes? Sneceau en Anthonette Rusel, geb. Amsterdam circa 1632, ovl. voor apr 1674,
, filiatie is niet bewezen.
otr. (1) Leiden op 7 mei 1694, tr.
met
Maria Fransdr (Fransze), doopgetuige van haar kleindochter Maria Paradijs Leiden op 5 jun 1715.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Catharina | ~1695 | Leiden | | | | 1 | 11 |
tr. (2) voor 1694
met
Willemtje Celis (Gillisdr, Selis) Marcelis, ovl. voor jul 1694.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Marcelis | ~1685 | Leiden (Marekerk) | | | | 2 | 2 |
2 | Susanna | | Leiden | | | | 1 | 0 |
3 | Willemtje | ~1693 | Leiden (Hooglandse Kerk) | | | | 0 | 0 |
4 | Susanna | ~1687 | Leiden (Pieterskerk) | †1688 | | 1 | 0 | 0 |
Bronnen:
1. | Doopboek Delft (D 293), GA Delft, DTB Delft, Inventarisnr.: 55, NH, Delft, 1632 (26 aug 1632 blz. 116) |
>
Maria Fransdr
Maria Fransdr (Fransze), doopgetuige van haar kleindochter Maria Paradijs Leiden op 5 jun 1715.otr. Leiden op 7 mei 1694, tr.
met
Paulus Geleijns (Paulis) Gelijn (Geleynsz, Geleyns, Geleijnsz) Jongerlingh, zn. van Geleyn Paulusz (lakenwerker) en Susanna Sneeckou, ged. Leiden (Marekerk) op 23 jan 1661 (getuigen: Jannetje Lievens, Jannetje Lieven en Hubert Snecou), tr. (2) met Willemtje Marcelis. Uit dit huwelijk 4 kinderen.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Catharina | ~1695 | Leiden | | | | 1 | 11 |
Bronnen:
1. | Doopboek Delft (D 293), GA Delft, DTB Delft, Inventarisnr.: 55, NH, Delft, 1632 (26 aug 1632 blz. 116) |
>
Maria Schaapers
Maria Schaapers.otr. op 10 dec 1762
met
Huibert Eradus, zn. van Lambert Eradus (lakenwever) en Jacomina de Groot, geb. Leiden, ged. Leiden (Hooglandse Kerk) op 4 dec 1736 (getuigen: zijn tante Annetje de Groot, Elias Goewinter)
>
Jannigje Jansse van der Wal
Jannigje Jansse van der Wal, ged. Goudriaan op 25 jan 1733.tr. Goudriaan op 7 jan 1753
met
Arie Cornelisse van der Wal, zn. van Cornelis Bastiaanse van der Wal en Sijgje Cornelis Boonstoppel, ged. Hoog-Blokland op 2 apr 1730, ovl. Goudriaan op 3 okt 1802.
Bronnen:
1. | Doopboek Goudriaan (D 010), Nationaal Archief, DTB Goudriaan, Inventarisnr.: 1, Goudriaan, vanaf 1675 (23 jan 1689 blz. 71) |
>
Ariaentje Jans
Ariaentje Jans, geb. Langerak, ovl. op 14 sep 1728.tr. (1) Goudriaan op 15 jun 1669
met
Leendert Cornelisz de Redelijcheit, zn. van Cornelis Corneliszn de Redelijcheit en Ursel Florisdr, ged. Goudriaan op 5 okt 1636, ovl. Goudriaan voor aug 1680.
otr. (2) Goudriaan op 24 aug 1680, tr. Goudriaan in sep 1680
met
Jan Cornelisz van der Wal, zn. van Cornelisz Pietersz van der Wal Kooyman en Aentje Jacobs Buul, ged. Polsbroek op 5 sep 1655, ovl. Goudriaan op 17 sep 1699.
>
Leendert Cornelisz de Redelijcheit
Leendert Cornelisz de Redelijcheit, ged. Goudriaan op 5 okt 1636, ovl. Goudriaan voor aug 1680.tr. Goudriaan op 15 jun 1669
met
Ariaentje Jans, geb. Langerak, ovl. op 14 sep 1728, tr. (2) met Jan Cornelisz van der Wal. Uit dit huwelijk geen kinderen
>
Willem Jansz Touw van der Burch
Willem Jansz Touw van der Burch, bouwman, ovl. Vlaardingen tussen 1637 en 1639.
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 (104) |
2. | Onze Voorouders Kwartierstaten en Stamreeksen deel III (OV Rijnland III), NGV, afdeling Rijnland, Leiden, 1998 (blz. 323) |
3. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
4. | Prometheus Kwartierstatenboek (Deel X), Deel X (blz. 76) |
5. | Prometheus Kwartierstatenboek (Deel X), Deel X (blz. 73) |
6. | Onze Voorouders Kwartierstaten en Stamreeksen deel III (OV Rijnland III), NGV, afdeling Rijnland, Leiden, 1998 (blz. 333) |
7. | Huwelijkse voorwaarden voor schepenen van Delft 1536-1594 (ORA 047), GA Delft, Oud Recherlijk Archief Delft, Inventarisnr.: 305, Delft (9 jun 1563 akte 104) |
>
Oda van Horne
Oda (Oede) van Horne1, geb. in 1318, ovl. op 1 apr 1353, begr. Breda.- Vader:
Willem IV / V van Horne en Gaesbeek, zn. van Gerard I ridder van Horne (heer van Horne, Altena en Weert 1306) en Johanna van Leuven-Gaesbeek (erfgename van Gaasbeek, Herstal en Baucignies, vermeld 1302), geb. in 1297, heer van Horn, Altena, Weert, Nederweert, Wessem, Heeze, Leende en Kortessem, ondervoogd van Thorn, verkrijgt in 1335 Gaesbeek van zijn nicht Beatrix de Louvain, ovl. op 25 aug 1343, tr. (2) in 1336 met Elisabeth gravin van Kleef-Hülchenrath. Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder, tr. (1) circa dec 1315.
- Moeder:
Oda van Putten en Strijen, dr. van Nicolaes van Putten (heer van Strijen) en Aleidis van Strijen, geb. in 1295, ovl. voor 1332,
, De leeftijd hoeft echter helemaal in overweging genomen te worden als ouders uit hun moverende (politiek-economische) gronden een overeenkomst aangingen om hun kinderen te laten huwen. Zo werd in 1305 het huwelijkscontract gesloten tussen Willem van Horne en Oda van Putten. Willem, oudste zoon van heer gerard van Horne, was op dat tijdstip hooguit drie jaar oud, en Oda, de tweede dochter van Nicolaas van Putten, was iets ouder. Op 04.05.1305 wordt de huwelijksovereenkomst betreffend Oda en Willem reeds gesloten tussen heer Gerard van Horne, heer van Altena, en Nicolaas, heer van Putten en Strijen. Gerard belooft de heerlijkheid Altena te zullen afstaan aan zijn oudste zoon Willem, als deze 12 jaar oud zal zijn. Op 21.12.1315 wordt de definitive overeenkomst geloten tussen Gerard van Horne en Aleyd, vrouwe van Putten en Strijen. Op 28.02.1316 heeft Gerard van Horne, heer van Altena, van Aleyd, vrouwe van Putten en Strijen, 1000 pond zwarte tournois ontvangen als gedeeltelijke betaling van de huwelijksgift van haar dochter Oede. Oda van Putten en Strijen gebruikte in 1322 een gedeeld wapen: I Horne en II Putten.
tr. op 21 mei 1348
met
Jan II van Polanen1, zn. van Johan I heer van Duivenvoorde van Wassenaer heer van Polanen (heer van Polanen en van der Lecke) en Catharina van Brederode Vrouwe van der Leck, burggraaf van Geertruidenberg, heer van de Leck, Breda, etc, ovl. op 3 nov 1378, begr. Breda Grote Kerk, tr. (2) met Margarethe zur Lippe. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (3) met Mechtild bastaarddr van Brabant. Uit dit huwelijk een zoon.
Uit dit huwelijk 2 dochters:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Oda | | | †1417 | | | 1 | 2 |
2 | Beatrix | | | †1394 | | | 1 | 1 |
Bronnen:
1. | Ons Voorgeslacht (OV nieuw), Periodiek (OV), Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie, Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie, Rotterdam, vanaf 1946 (blz. 131) |
2. | Maison de Hornes, Horn, Horne, Hoerne, Huerne, Hoorne, etc. (B 014), Etienne Patou, 2014 (blz. 5) |
3. | Gens Nostra (GN), Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 |
4. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
>
Swanhilde de Clermont-en-Beauvaisis
Swanhilde de Clermont-en-Beauvaisis, geb. circa 1103, ovl. op 4 sep 1139.tr. in 1128
met
Dirk graaf van de Elzas, zn. van Dirk I/II van Opper-Lotharingen (hertog van Opper-Lotharingen) en Geertruid van Vlaanderen, geb. Bitche in 1100, graaf van Vlaanderen, ovl. Grevelingen op 17 jan 1168, begr. Watten,
, hij was een zoon van hertog Diederik van Opper-Lotharingen en Gertrudis van Vlaanderen, dochter van graaf Robrecht I de Fries. Als kleinzoon van graaf Robrecht de Fries kon hij na de moord op Karel de Goede in 1127 via zijn moeder Gertrudis rechten doen gelden op de troon van Vlaanderen. Hij nam de strijd op tegen Willem Clito, eveneens in de moederlijke lijn afstammend van de Vlaamse graven en door de Franse koning Lodewijk VI als graaf aan Vlaanderen opgedrongen. Met de steun van de Vlaamse steden, voornamelijk Gent en Brugge, versloeg Diederik zijn tegenstander en kon hij zich in maart 1128 in Vlaanderen als graaf doen erkennen. Toen Willem Clito enkele maanden later overleed was zijn positie voortaan onbetwist. In de strijd tussen Frankrijk en Engeland probeerde hij een neutrale positie te bewaren, hetgeen de Vlaamse handel ten goede kwam. Onder zijn bewind konden de steden zich ontwikkelen en werden de instellingen organisatorisch hervormd. Door zijn (tweede) huwelijk (1139) met Sybilla van Anjou, wier vader Fulco koning van Jeruzalem was, begon hij een bijzondere belangstelling voor het Oosten aan de dag te leggen. Hij ondernam vier reizen naar het Heilige Land, waarvan hij de vermeende relikwie van het H. Bloed (bewaard te Brugge) zou hebben meegebracht. Tijdens zijn derde reis (1157?1159) vertrouwde hij het regentschap toe aan zijn zoon Filips van de Elzas, aan wie hij vóór zijn vierde reis, einde 1164, definitief de regering overliet, tr. (2) in 1134 met Sybille van Anjou. Uit dit huwelijk 5 kinderen.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Lauretta | *1125 | | †1175 | Brussel [België] | 50 | 2 | 1 |
>
Lauretta van de Elzas
Lauretta (Laurentia Dirksdr) van de Elzas (van Vlaanderen), geb. in 1125, ovl. Brussel [België] klooster Forest circa 1175.- Vader:
Dirk graaf van de Elzas, zn. van Dirk I/II van Opper-Lotharingen (hertog van Opper-Lotharingen) en Geertruid van Vlaanderen, geb. Bitche in 1100, graaf van Vlaanderen, ovl. Grevelingen op 17 jan 1168, begr. Watten,
, hij was een zoon van hertog Diederik van Opper-Lotharingen en Gertrudis van Vlaanderen, dochter van graaf Robrecht I de Fries. Als kleinzoon van graaf Robrecht de Fries kon hij na de moord op Karel de Goede in 1127 via zijn moeder Gertrudis rechten doen gelden op de troon van Vlaanderen. Hij nam de strijd op tegen Willem Clito, eveneens in de moederlijke lijn afstammend van de Vlaamse graven en door de Franse koning Lodewijk VI als graaf aan Vlaanderen opgedrongen. Met de steun van de Vlaamse steden, voornamelijk Gent en Brugge, versloeg Diederik zijn tegenstander en kon hij zich in maart 1128 in Vlaanderen als graaf doen erkennen. Toen Willem Clito enkele maanden later overleed was zijn positie voortaan onbetwist. In de strijd tussen Frankrijk en Engeland probeerde hij een neutrale positie te bewaren, hetgeen de Vlaamse handel ten goede kwam. Onder zijn bewind konden de steden zich ontwikkelen en werden de instellingen organisatorisch hervormd. Door zijn (tweede) huwelijk (1139) met Sybilla van Anjou, wier vader Fulco koning van Jeruzalem was, begon hij een bijzondere belangstelling voor het Oosten aan de dag te leggen. Hij ondernam vier reizen naar het Heilige Land, waarvan hij de vermeende relikwie van het H. Bloed (bewaard te Brugge) zou hebben meegebracht. Tijdens zijn derde reis (1157?1159) vertrouwde hij het regentschap toe aan zijn zoon Filips van de Elzas, aan wie hij vóór zijn vierde reis, einde 1164, definitief de regering overliet, tr. (2) in 1134 met Sybille van Anjou. Uit dit huwelijk 5 kinderen, tr. (1) in 1128.
tr. (1)
met
Heinrich IV (II) graaf van Luxemburg en Namen, zn. van Godfried graaf van Namen (graaf van Namen 1102) en Ermesinde gravin van Luxemburg (erfdochter van Longwy, gravin in 1136), geb. tussen 1120 en 1125, ovl. op 14 aug 1196,
, der Blinde, 1136/1141 Graf v.Luxemburg, Graf von Namur (1139), tr. (1), (gesch. in 1172) met zijn achternicht Agnes van Gelre, dr. van Hendrik I 'de Jongere' van Gelre (graaf van Zutphen & Gelre) en Agnes van Arnstein, ovl. na 1186, begr. Echternach [Luxemburg],
, 1172 verstossen. Uit dit huwelijk een dochter.
tr. (2)
met
Iwein (Iwan) graaf van Alost, zn. van Boudewijn II burggraaf van Aalst van Gent en Regnilde Mathilde de Cassel,
, Heer van Uloft (1127.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Machteld | *1140 | | †1206 | | 66 | 1 | 1 |
>
Johann von Brunshorn
Johann Herr von Brunshorn, ovl. tussen 3 jun 1347 en 5 jun 1347 ,
, Kurtrierer Rat 1229, kaiserlicher Hofrichter,1309-1311.- Vader:
Johann Herr von Brunshorn, ovl. tussen 11 jan 1283 en 11 jan 1284 ,
, 1286 zu Beilstein, 1273? zu Burg Braunshorn, tr.
tr.
met
Lise von Dollendorf, dr. van Gerlach II von Dollendorf Herr zu Cronenberg (graaf von Dollendorf) en Adelheid Arnsberg u.v. Rietberg, ovl. na 27 mei 1339.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Gertrud | *1338 | | †1384 | | 46 | 1 | 1 |
>
Machteld van Voorne burggravin van Zeeland
Machteld vrouwe van Voorne burggravin van Zeeland, geb. circa 1302, ovl. op 12 mrt 1372.- Vader:
Gerard van Voorne ridder1, zn. van Albrecht van Voorne Vicomte de Selande (burggraaf van Zeeland) en Catharina van Durbuy, geb. in 1281, heer van Voorne, burggraaf van Zeeland 1289-1337, ovl. op 20 apr 1337, tr. (2) in 1332 met Elisabeth van Kleef, dr. van Dietrich (Dirk VII (IX)) graaf van Kleef (graaf van Kleef als opvolger van zijn broer Otto 1310, vermeld 1297-1347) en Margaretha van Gelre (vermeld 1297), ovl. Spangenberg [Duitsland] op 13 nov 1382, begr. Marburg [Duitsland]. Uit dit huwelijk geen kinderen, relatie (1).
tr. (1) in 1321
met
Dietrich Luf III graaf van Kleef-Hülchrath, zn. van Dietrich Luf II graaf van Kleef (heer van Tomburg 1285-1303, van Grevenbroich 1286, van Kervenheim 1290, van Hülchrath 1285/87 en gra) en Lisa van Virneburg, geb. voor 1309, graaf van Hülchrath 1309, heer van Kervenheim en Oedt, ovl. op 10 jul 1332,
, NB: AKH en ES-NF gaan ervan uit dat Dirk Luf III een kind uit het 2e huwelijk van Dirk Luf II met Lisa N. is, maar dan kan hij niet voor 1285 zijn geboren doch op zijn vroegst eind 1286 of begin 1287. Vlgs. Kastner is hij uit een eerder huwelijk van Dirk Luf II met een onbekende, mogelijk uit het huis Valkenburg, gesproten. Herr von Thoneburg, 1311 Teilung mit den Geschwistern, 1313 überträgt er wegen einer Schuld sein Schloss Ude (Oedt) dem Erzbischof Heinrich v.Köln, 1313 Schiedsrichter zwischen den Edelleuten v.Malberg und dem Kloster Neukloster, 1314 Verkauf der Grafschaft Hülchrath für 30000 Mark an den Erzbischof v.Köln, 1321 Belehnung mit Kervenheim durch den Grafen v.Cleve, 1322 erhält er von Erzbischof v.Köln als Pfan die Burg Aspel, die Städte Rees und Xanten sowie Standt und Land Kempen, relatie (2) met Jolanda van Loon en Chiny ?. Uit deze relatie een dochter, tr. (2) in 1321. Uit dit huwelijk geen kinderen.
relatie (2)
met
Dietrich IV van Monschau, zn. van Reinoud van Valkenburg-Monschau en Maria van Boutershem, ovl. op 19 jul 1346.
Bronnen:
1. | Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 34) |
2. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
3. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 17) |
4. | Genealogie der Graven van Holland (DEK/HOL), Dr. A.W.E. Dek, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1969 (blz. 39) |
>
Dietrich IV van Monschau
Dietrich IV van Monschau, ovl. op 19 jul 1346.relatie
met
Machteld vrouwe van Voorne burggravin van Zeeland, dr. van Gerard van Voorne ridder (heer van Voorne, burggraaf van Zeeland 1289-1337) en Heilwig van Borsele, geb. circa 1302, ovl. op 12 mrt 1372, tr. (1) met Dietrich Luf III graaf van Kleef-Hülchrath. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Bronnen:
1. | Ons Voorgeslacht (OV nieuw), Periodiek (OV), Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie, Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie, Rotterdam, vanaf 1946 (blz. 131) |
2. | Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 34) |
>
Elisabeth van Kleef
Elisabeth van Kleef, ovl. Spangenberg [Duitsland] op 13 nov 1382, begr. Marburg [Duitsland].- Vader:
Dietrich (Dirk VII (IX)) graaf van Kleef, zn. van Dirk VII graaf van Kleef en Margarethe von Habsburg-Kyburg (vrouwe van Duisburg -1312, van v), geb. in 1291, graaf van Kleef als opvolger van zijn broer Otto 1310, vermeld 1297-1347, graaf van Kleef 1311 als opvolger van zijn broer Otto, ovl. op 7 jul 1347, begr. Kleef (Stiftskerk) [Duitsland],
, Ältester Sohn des Grafen Dietrich VII. von Kleve aus seiner 2. Ehe mit der Mathilde von Habsburg-Kiburg-Laufenburg, Tochter von Graf Eberhard I.
Dietrich VIII. folgte 1311 seinem Halbbruder Otto als Graf von Kleve, erbte 1332 Hülchrath von seinem Cousin Dietrich Luf III. und mußte es nach viel Streit mit Saffenberg an den Erzbischof von Köln verkaufen. Er war ein treuer Anhänger Kaiser Ludwigs IV. im Thronstreit und gründete 1334 das Kollegiatsstift Monterberg. Wie die Vorfahren stritt er viel, besonders mit Mark-Altena, Berg und den Erzbischöfen von Köln und behauptete weitestgehend die Positionen, tr. (2) in dec 1341 met Marie von Jülich (van Gulik), dr. van Gerard V graaf van Gulik van Jülich (graaf van Jülich, graaf van Gulik 1297-1328, heer van Liedberg 1273, Kaster 1277, Grevenbroek 1307) en Elisabeth van Brabant-Aarschot (erfdochter van Sichem, vrouwe van Vierzon en Livry), geb. in nov 1304, ovl. in 1363. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (1) in mei 1305.
tr. (1) in 1332
met
Gerard van Voorne ridder3, zn. van Albrecht van Voorne Vicomte de Selande (burggraaf van Zeeland) en Catharina van Durbuy, geb. in 1281, heer van Voorne, burggraaf van Zeeland 1289-1337, ovl. op 20 apr 1337, relatie (1) met Heilwig van Borsele. Uit deze relatie 3 kinderen.
tr. (2) in 1338
met
Otto der Schütz landgraaf van Hessen, geb. in 1322, landgraaf van Hessen, ovl. op 10 dec 1366,
, der Schütz, 1340 Mitregent des Vaters.
Bronnen:
1. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 17) |
2. | Genealogie der Graven van Holland (DEK/HOL), Dr. A.W.E. Dek, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1969 (blz. 40) |
3. | Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 34) |
4. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
>
Elisabeth van Hoorne
Elisabeth van Hoorne, ovl. na 1357.- Vader:
Willem IV / V van Horne en Gaesbeek, zn. van Gerard I ridder van Horne (heer van Horne, Altena en Weert 1306) en Johanna van Leuven-Gaesbeek (erfgename van Gaasbeek, Herstal en Baucignies, vermeld 1302), geb. in 1297, heer van Horn, Altena, Weert, Nederweert, Wessem, Heeze, Leende en Kortessem, ondervoogd van Thorn, verkrijgt in 1335 Gaesbeek van zijn nicht Beatrix de Louvain, ovl. op 25 aug 1343, tr. (2) in 1336 met Elisabeth gravin van Kleef-Hülchenrath. Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder, tr. (1) circa dec 1315.
- Moeder:
Oda van Putten en Strijen, dr. van Nicolaes van Putten (heer van Strijen) en Aleidis van Strijen, geb. in 1295, ovl. voor 1332,
, De leeftijd hoeft echter helemaal in overweging genomen te worden als ouders uit hun moverende (politiek-economische) gronden een overeenkomst aangingen om hun kinderen te laten huwen. Zo werd in 1305 het huwelijkscontract gesloten tussen Willem van Horne en Oda van Putten. Willem, oudste zoon van heer gerard van Horne, was op dat tijdstip hooguit drie jaar oud, en Oda, de tweede dochter van Nicolaas van Putten, was iets ouder. Op 04.05.1305 wordt de huwelijksovereenkomst betreffend Oda en Willem reeds gesloten tussen heer Gerard van Horne, heer van Altena, en Nicolaas, heer van Putten en Strijen. Gerard belooft de heerlijkheid Altena te zullen afstaan aan zijn oudste zoon Willem, als deze 12 jaar oud zal zijn. Op 21.12.1315 wordt de definitive overeenkomst geloten tussen Gerard van Horne en Aleyd, vrouwe van Putten en Strijen. Op 28.02.1316 heeft Gerard van Horne, heer van Altena, van Aleyd, vrouwe van Putten en Strijen, 1000 pond zwarte tournois ontvangen als gedeeltelijke betaling van de huwelijksgift van haar dochter Oede. Oda van Putten en Strijen gebruikte in 1322 een gedeeld wapen: I Horne en II Putten.
tr.
met
Johan van Arkel van Heukelom, ovl. voor 5 aug 1373.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Elisabeth | *1352 | Heukelom | †1415 | | 63 | 1 | 1 |
Bronnen:
1. | Maison de Hornes, Horn, Horne, Hoerne, Huerne, Hoorne, etc. (B 014), Etienne Patou, 2014 (blz. 5) |
2. | Gens Nostra (GN), Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 |
3. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
>
Elisabeth van Brabant-Aarschot
Elisabeth van Brabant-Aarschot, erfdochter van Sichem, vrouwe van Vierzon en Livry, Elisabeth van Brabant-Aerschot, Erbin von Sichem, ovl. tussen 1349 en 1355.- Moeder:
Johanna van Vierzon1, dr. van Hervé IV van Vierzon1 (heer van Vierzon en Berry) en Johanna van Mézières-en-Brenne1, vrouwe van Vierzon en Berry, ovl. voor 1296,
, volledige naam: Jeanne de Vierzon Dame de Vierzon, de Mezieres, de Lugy, de la Ferte-Imbault, de Fuselier, de l'Isle-Svary et de la Rochecorbon.
tr. voor 13 dec 1299
met
Gerard V graaf van Gulik van Jülich (van Jülich)3, zn. van Willem IV graaf van Gulik/Jülich (graaf van Gulik Hengebach) en Richardis van Gelre, geb. circa 1241, graaf van Jülich, graaf van Gulik 1297-1328, heer van Liedberg 1273, Kaster 1277, Grevenbroek 1307 (graaf von Jülich), heer van Grevenbroek 1307 en Bergheim/Erft en Munstereifel 1312, ovl. op 29 jul 1328,
, Was een zoon van graaf Willem IV van Gulik en Margaretha van Gelre. In 1297 volgde hij zijn broer Walram op als graaf van Gulik. Hij was een bondgenoot van Adolf van Nassau in de slag van Göllheim in 1298, maar toonde zich nadien een trouw onderdaan van Albrecht I en behield al zijn lenen. In 1300 steunde hij Albrecht in diens strijd tegen de Rijnse keurvorsten en verwierf daarbij Kaiserswerth, Mönchengladbach, Kessel-Grevenbroich, Rheydt, Münstereifel, Bergheim en Müllenark. Bij de troonstrijd van 1313 koos hij partij voor Lodewijk IV de Beier.
Gerhard VI./VII, 1287 Herr v.Kaster, 1296 Aussenbürger von Köln, 1297 regierender Graf v.Jülich, 1306/1311 Erwerb der Güter der Grafen von Kessel: Grevenbroich und die Vogtei Gladbach, sowie Brüggen, n.1312 Ererbung von Bergheim, Molenark und Münstereifel, 1314 ermöglicht er die Krönung Ludwigs IV. in Baiern
Gerard V van Gulik (circa 1250 - 29 juli 1328) was van 1297 tot aan zijn dood graaf van Gulik. Hij behoorde tot het huis Gulik-Heimbach-Berge. Levensloop[bewerken] Gerard was de jongste zoon van graaf Willem IV van Gulik en diens echtgenote Margaretha, dochter van graaf Gerard III van Gelre. In 1297 volgde hij zijn oudere broer Walram op als graaf van Gulik. In de Slag bij Göllheim van 1298 steunde hij Rooms-Duits koning Adolf van Nassau. Nadat Adolf bij deze slag verslagen werd, onderwierp Gerard zich aan Albrecht I van Habsburg en kon hij zijn rijksleen behouden. In 1300 steunde hij Albrecht in de strijd tegen het paltsgraafschap aan de Rijn, wat ook zijn belangen met betrekking tot het aartsbisdom Keulen ten goede kwam. Zo kon hij Kaiserswerth, Mönchengladbach, Kessel-Grevenbroich, Rheydt, Münstereifel/Bergheim en Müllenark bemachtigen. In 1313 steunde hij in de Successieoorlog om de Rooms-Duitse troon Lodewijk IV van Beieren en Gerard maakte de kroning van Lodewijk in Aken mogelijk, wat zeer tegen de zin van de aartsbisschop van Keulen was. Hij stierf in 1328. Huwelijken en nakomelingen[bewerken] Eerst was Gerard gehuwd met een dochter van graaf Willem van Kessel, maar dit huwelijk bleef kinderloos. Zijn tweede echtgenote was Elisabeth (overleden in 1350), dochter van Godfried van Brabant, de heer van Aarschot. Ze kregen volgende kinderen: Willem VI (1300-1361), graaf, markgraaf en hertog van Gulik Lodewijk (overleden na 1311) Godfried (overleden in 1335), heer van Bergheim Walram (1304-1349), aartsbisschop van Keulen Johan (overleden na 1327), kanunnik van de Sint-Janskerk van Luik Maria (overleden in 1353), huwde eerst met graaf Hendrik II van Virneburg, daarna met graaf Diederik IX van Kleef en vervolgens met heer Koenraad van Saffenberg Elisabeth, huwde eerst met graaf Johan II van Sayn en daarna met heer Godfried V van Hatzfeld Richardis (1314-1360), huwde in 1330 met hertog Otto IV van Neder-Beieren Hendrik (1319-1334), proost van Keulen, tr. (1) met N Willemsdr van Kessel. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
Bronnen:
1. | Afstammingsreeksen van de Hertogen van Brabant (B 009), Vic Hamers, Rob Dix en Zeno Deurvorst, NGV, 978-90-72771-08-7, Woerden, 2006 (blz. 121) |
2. | Afstammingsreeksen van de Hertogen van Brabant (B 009), Vic Hamers, Rob Dix en Zeno Deurvorst, NGV, 978-90-72771-08-7, Woerden, 2006 (blz. 96) |
3. | Genealogie der Graven van Holland (DEK/HOL), Dr. A.W.E. Dek, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1969 (blz. 40) |
4. | Gelre-Geldern-Gelderland. Geschiedenis en cultuur van het hertogdom Gelre (GCHG-1), Johannes Stinner, Karl-Heinz Tekath, Verlag des Historischen Vereins fü Geldern, ISBN nummer: 9053451943, Geldern, 2001 (blz. 33) |
>
Gottfried van Gulik heer tot Bergheim
Gottfried van Gulik heer tot Bergheim, von Jülich/Gulik zu Bergheim, geb. circa 1304, 1323 Herr zu Bergheim und Münstereifel, 1328 zu Sinzig, ovl. op 3 mei 1335,
, Ook genaamd Jülich, 1323 Herr zu Bergheim und Münstereifel, 1328 zu Sinzig.
Gottfried (-3 May 1335, bur Münstercifel Stiftskirche). Herr von Bergheim. "Goidart van Guylge herre zu Bergheym" granted property to "Costantine van Lisenkirgen burgere zu Coillen" by charter dated 18 Dec 1328, which names "unse…broidere heren Wilhelme den greuen van Guylge"[1117]. m (before Sep 1330, Papal dispensation 28 Sep 1330) as her first husband, ELISABETH von Kleve, daughter of DIETRICH LUF von Kleve Graf von Hülchrath & his first wife Yolande de Looz (-1347). Pope John XXII granted dispensation for the marriage between "nobilis viri Godefridi de Juliaco domini de Berchem" and “nobilis mulieris Elizabet nate.nobilis viri Theoderici dicti Luyf de Cleve Colon. dioc.” despite not knowing of their 4° consanguinity, dated 28 Sep 1330[1118]. She married secondly (1336) as his second wife, Willem [VI] van Horne. The testament of "Willem heer van Hoern, van Altena ende Gaesbeek" is dated Oct 1342 and names "onsen…oudsten soene Geeraert van Hoern riddere…vrou Else van Cleve onser…vrouwen…onse…nichte Beatrix van Lovene".- Vader:
Gerard V graaf van Gulik van Jülich (van Jülich)1, zn. van Willem IV graaf van Gulik/Jülich (graaf van Gulik Hengebach) en Richardis van Gelre, geb. circa 1241, graaf van Jülich, graaf van Gulik 1297-1328, heer van Liedberg 1273, Kaster 1277, Grevenbroek 1307 (graaf von Jülich), heer van Grevenbroek 1307 en Bergheim/Erft en Munstereifel 1312, ovl. op 29 jul 1328,
, Was een zoon van graaf Willem IV van Gulik en Margaretha van Gelre. In 1297 volgde hij zijn broer Walram op als graaf van Gulik. Hij was een bondgenoot van Adolf van Nassau in de slag van Göllheim in 1298, maar toonde zich nadien een trouw onderdaan van Albrecht I en behield al zijn lenen. In 1300 steunde hij Albrecht in diens strijd tegen de Rijnse keurvorsten en verwierf daarbij Kaiserswerth, Mönchengladbach, Kessel-Grevenbroich, Rheydt, Münstereifel, Bergheim en Müllenark. Bij de troonstrijd van 1313 koos hij partij voor Lodewijk IV de Beier.
Gerhard VI./VII, 1287 Herr v.Kaster, 1296 Aussenbürger von Köln, 1297 regierender Graf v.Jülich, 1306/1311 Erwerb der Güter der Grafen von Kessel: Grevenbroich und die Vogtei Gladbach, sowie Brüggen, n.1312 Ererbung von Bergheim, Molenark und Münstereifel, 1314 ermöglicht er die Krönung Ludwigs IV. in Baiern
Gerard V van Gulik (circa 1250 - 29 juli 1328) was van 1297 tot aan zijn dood graaf van Gulik. Hij behoorde tot het huis Gulik-Heimbach-Berge. Levensloop[bewerken] Gerard was de jongste zoon van graaf Willem IV van Gulik en diens echtgenote Margaretha, dochter van graaf Gerard III van Gelre. In 1297 volgde hij zijn oudere broer Walram op als graaf van Gulik. In de Slag bij Göllheim van 1298 steunde hij Rooms-Duits koning Adolf van Nassau. Nadat Adolf bij deze slag verslagen werd, onderwierp Gerard zich aan Albrecht I van Habsburg en kon hij zijn rijksleen behouden. In 1300 steunde hij Albrecht in de strijd tegen het paltsgraafschap aan de Rijn, wat ook zijn belangen met betrekking tot het aartsbisdom Keulen ten goede kwam. Zo kon hij Kaiserswerth, Mönchengladbach, Kessel-Grevenbroich, Rheydt, Münstereifel/Bergheim en Müllenark bemachtigen. In 1313 steunde hij in de Successieoorlog om de Rooms-Duitse troon Lodewijk IV van Beieren en Gerard maakte de kroning van Lodewijk in Aken mogelijk, wat zeer tegen de zin van de aartsbisschop van Keulen was. Hij stierf in 1328. Huwelijken en nakomelingen[bewerken] Eerst was Gerard gehuwd met een dochter van graaf Willem van Kessel, maar dit huwelijk bleef kinderloos. Zijn tweede echtgenote was Elisabeth (overleden in 1350), dochter van Godfried van Brabant, de heer van Aarschot. Ze kregen volgende kinderen: Willem VI (1300-1361), graaf, markgraaf en hertog van Gulik Lodewijk (overleden na 1311) Godfried (overleden in 1335), heer van Bergheim Walram (1304-1349), aartsbisschop van Keulen Johan (overleden na 1327), kanunnik van de Sint-Janskerk van Luik Maria (overleden in 1353), huwde eerst met graaf Hendrik II van Virneburg, daarna met graaf Diederik IX van Kleef en vervolgens met heer Koenraad van Saffenberg Elisabeth, huwde eerst met graaf Johan II van Sayn en daarna met heer Godfried V van Hatzfeld Richardis (1314-1360), huwde in 1330 met hertog Otto IV van Neder-Beieren Hendrik (1319-1334), proost van Keulen, tr. (1) met N Willemsdr van Kessel. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) voor 13 dec 1299.
tr. (1) op 28 sep 1330
met
Elisabeth gravin van Kleef-Hülchenrath4,, van 1946 tot 1995 Jrg. 1968, pag. 260,5, dr. van Dietrich Luf III graaf van Kleef-Hülchrath (graaf van Hülchrath 1309, heer van Kervenheim en Oedt) en Jolanda van Loon en Chiny ?, geb. circa 1310, vrouwe van Bergheim, Kervenheim en Oedt, ovl. Münstereifel (D) na 1347, tr. (2) in 1336 met Willem IV / V van Horne en Gaesbeek. Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder, tr. (2) tussen 1326 en 1330. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jolante | *1330 | | †1387 | | 57 | 1 | 2 |
relatie (2)
Bronnen:
1. | Genealogie der Graven van Holland (DEK/HOL), Dr. A.W.E. Dek, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1969 (blz. 40) |
2. | Gelre-Geldern-Gelderland. Geschiedenis en cultuur van het hertogdom Gelre (GCHG-1), Johannes Stinner, Karl-Heinz Tekath, Verlag des Historischen Vereins fü Geldern, ISBN nummer: 9053451943, Geldern, 2001 (blz. 33) |
3. | Afstammingsreeksen van de Hertogen van Brabant (B 009), Vic Hamers, Rob Dix en Zeno Deurvorst, NGV, 978-90-72771-08-7, Woerden, 2006 (blz. 121) |
4. | Gens Nostra (GN), Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 |
5. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
>
Gerrit van Doortoge
Gerrit van Doortoge, geb. circa 1320, Ambtman en stadhouder, ovl. op 25 okt 1398.relatie
met
Johanna van Raephorst, dr. van Dirk Wieger van Raephorst (Heer van Raaphorst) en Machteld van Oudshoorn (Vrouwe van Raaphorst).
Uit deze relatie 2 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Dirk | | | | | | 0 | 0 |
2 | Willem | | | †1416 | | | 0 | 0 |
>
Johanna van Raephorst
Johanna van Raephorst.- Vader:
Dirk Wieger van Raephorst, zn. van Gerard Kerstantszn van Raephorst (Baljuw van Kennemerland) en Agnes van Duivenvoorde (Vrouwe van Heulestein), geb. Wassenaar circa 1280, Heer van Raaphorst,
, Dirck ridder van Raephorst, zoon van Kerstant Doedenszn. Drost van Holland van Wassenaer Alias Van Raephorst and N. N. Dirck van Raephorst. Ridder. Vermeld vanaf 1221, wanneer hij voor het eerst verschijnt in een oorkonde, tot 1227. Hij bezit de tienden van Alautgeest te Monster, gekocht van de Abdij van Rijnsburg. Zoon van Halewijn III van Leiden en Jeanne van Arkel. Volgens Felix Victor Goethals heeft Halewijn III van Leiden drie zoons: Halewijn, Jacob en Filips. Hij stelt dit in zijn boek uit 1850: Dictionnaire généalogique et héraldique Dictionnaire des familles nobles du royaume de Belgique.
Het oude kasteel Raaphorst zou in 1230 door Kerstand van Raephorst gebouwd zijn. Tot 1650 was het goed in bezit van deze familie. De Heerlijkheid Raephorst is een Vrije Heerlijkheid, die toebehoort aan het ridderlijk geslacht Van Raephorst. De Heerlijkheid omvat het hele gebied ten oosten van de Heerweg, de Rijksstraatweg ende Papeweg. Ook is daaraan verbonden het leenheerschap van Zuytwijck en een groot deel van Santhorst. De eerste bekende Heer van Raephorst is Kerstant van Raephorst. Deze leeft op het stamhuis in Wassenaar. Hij wordt voor het eerst vermeld in 1238. Kasteel en grondbezit worden in 1290 opgedragen aan de Graaf van Holland en daarna als leengoed terug ontvangen.Kort na 15 mei 1420 werd het kasteel gedeeltelijk gesloopt door de Leidenaren maar kort daarop weer herbouwd. Landgoed de Raephorst is een landgoed in Wassenaar. Vroeger heeft hier een kasteel gestaan. Kasteel Raephorst bestaat niet meer en Landgoed de Raephorst is samengegaan met Landgoed ter Horst en wordt nu Landgoed de Horsten genoemd. Ook Eikenhorst, het landgoed waar in 1986 prinses Christina ging wonen, maakt deel uit van de Raephorst. In het begin van de 13de eeuw wordt een kasteel gebouwd door Kerstand van Raephorst. Zijn nazaten wonen er eeuwenlang. De eerste afbeelding staat op een tapijt, waarop ook Leidens ontzet staat afgebeeld. Op tekeningen uit de 17de eeuw is te zien dat er veel is aangebouwd. Begin 18de eeuw werd het kasteel bewoond door twee zusters. In 1706 boden zij het kasteel aan als hoofdprijs van een loterij, omdat zij het gebouw niet konden onderhouden. Winnaar was luitenant-generaal van de Engelse troepen, William Cadogon, die het verkocht. Uiteindelijk kwam het in handen van Adriaan Pieter Twent. Toen Prins Frederik, de tweede zoon van koning Willem I, in 1838 Landgoed de Paauw in Wassenaar kocht uit de nalatenschap van Adriaan Pieter Twent, kocht hij uit diezelfde nalatenschap ook De Raephorst grondgebied Wassenaar en Ter Horst grondgebied Voorschoten, beiden aan de oostkant van de straatweg later N44. De resten van kasteel Raephorst werden afgebroken, wel bleef een deel van eenoude boerderij staan, waarop het wapen van de familie Raephorst te zien is en het jaartal 1632. Het kasteel heeft waarschijnlijk ten oosten van deze boerderij gestaan. Prinses Christina en Jorge Guillermo bouwden een huis op de Eikenhorst. Het is een ontwerp van baron van Asbeck, die bekend is door de restauratie van Paleis Het Loo in de jaren '70. Ook werd een vijver aangelegd. Ze hebben er tot hun echtscheiding in 1994 gewoond. Nu wordt het huis, dat uitgebreid is gerenoveerd, bewoond door de kroonprins en prinses Maxima. Een deel van het landgoed is opengesteld voor het publiek. Mogelijk heeft hij kasteel Cranenburg Bleiswijk geerft van zijn vader en noemt hij zich daarom Halewijn van Cranenborch en voert hij het wapen FW Van Cranenborch Arkel. Met wie hij is getrouwd en of hij kinderen heeft, is vooralsnog niet bekend. Mogelijk sterft hij kinderloos. Cranenburg Bleiswijk wordt namelijk bezit van zijn broer Filips I van Wassenaar, tr. in 1325.
- Moeder:
Machteld van Oudshoorn, geb. Leiderdorp circa 1308, Vrouwe van Raaphorst, ovl. in 1375, tr. (2) met Hendrik van Santhorst, geb. in de omgeving van Leiderdorp circa 1290, ovl. in 1331. Uit dit huwelijk een zoon.
relatie
met
Gerrit van Doortoge, zn. van Wouter II van Egmond en Beatrice van der Doortoghe, geb. circa 1320, Ambtman en stadhouder, ovl. op 25 okt 1398.
Uit deze relatie 2 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Dirk | | | | | | 0 | 0 |
2 | Willem | | | †1416 | | | 0 | 0 |
>
Dirk van Doortoge
Dirk van Doortoge.
>