Cees Hagenbeek
Hendrik van Voorne(burg)
Hendrik van Voorne(burg), heer van Acquoy, ridder, ovl. voor 1330 (3 mrt 1328).

tr. voor 1305
met

Aleidis van Kuyc, dr. van Jan I van Kuyc (heer van Kuyc en Grave) en Jutta van Nassau (gravin van Nassau, vermeld 1285-1313).

Uit dit huwelijk een dochter:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Katharina*1305  †1366  61



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883
2.Ons Voorgeslacht (OV 006), Schrijver: 196 (blz. 17)
3.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 34)
4.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 78)
5.Genealogie der Graven van Holland (DEK/HOL), Dr. A.W.E. Dek, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1969 (blz. 39)

Aleidis van Kuyc
Aleidis van Kuyc.

 
 

tr. voor 1305
met

Hendrik van Voorne(burg), zn. van Albrecht van Voorne Vicomte de Selande (burggraaf van Zeeland) en Catharina van Durbuy, heer van Acquoy, ridder, ovl. voor 1330 (3 mrt 1328).

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Katharina*1305  †1366  61



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883
2.Genealogie van Nassau (B 150), ir B.T. Wilschut, Uitgeverij Kronieken, 978-90-8860-0005-0, Amsterdam, 2009 (blz. 4)
3.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 69)

Willem II van Horn
Willem II (Wilhelm IV) van Horn1 (Horne, van), geb. circa 1240 (circa 1225), heer van Altena, Kortessem, Herr zu Horn, Altena, Weert in 1272, Vogt zu Thoren in 1273, Vogt zu zu Hese, Leende, Gessel, Diesen in 1279, ovl. Zierikzee op 5 dec 1300 (1304), begr. Keyzersbosch op 28 jan 1301.

Willem II van Horn.
Ridder, heer van Horn, Altena, Kortessem, primogenitus 1264, voogd van Thorn 1273, testeert Weert 13 nov 1300 ambachtsheer van Barendrecht 1273, vermeld 1264-1277. In het boek Notice historique sur l'ancien comté de Hornes  van Mathias Joseph Wolter wordt Willem IV (II) op pag. 29 opgevoerd met twee andere echtegenoten Agnes van Perwez, t.w. Marguerite Looz, dochter van Arnold en Ida van Chiny als mede van Beatrix van Brabant met wie hij geen kinderen heeft.
2 februari 1285, Willem, ridder van Horn, heer van Altena, verkoopt aan zijn neef Willem, heer van Strijen, de helft van de tienden in "Vorensater Waert" in heer Gijsbrecht Bocs ambacht, met de bepaling dat hij die tienden tegen Pasen van het volgende jaar kan terugkopen voor 70 pond Hollands; en verklaart de koopsom te hebben ontvangen. Hij en zijn zonen worden verdacht van medeplichtigheid bij de moord op graaf Floris V, testeert in zijn huis te Weert op 23 nov 1300.

Willem II, heer van Horn en Altena, maakt zijn testament.
Executeurs zijn Jan, heer van Cuyk, Arnold, heer van Steyn, zoon Dirk, proost van Oudmunster te Utrecht. Zijn 4 zoons zijn aanwezig en stemmen er mee in. Hij stelt een bedrag vast, dat uitgekeerd moet worden aan degenen, van wie hij geld heeft afgeperst;. £20 zwarte tournooisen 's jaars is voor een altaar in Keysersbosch, waar hij begraven wil worden. Hij is vermoedelijk op 5 december 1300 overleden.
Heer van Hoorne en in 1272 Heer van Altena,Heer van Heeze.

Nam deel aan de 8ste Kruistocht, Slag bij Woeringen, 1288, Guldensporenslag 1302. Sneuvelde bij de slag van Zierikzee.in 1304.

 

tr. (1) circa 1260
met

Agnes van Perwez (van Born ?), dr. van Godfried van Leuven-Perwez (ridder 1238, heer van Perwez,) en Adelize (=Alix/Aleidis) Berthout van Grimbergen (vrouwe van half Grimbergen, Ninove en Rumpst, vermeld 1230-48), vermeld 1271-82, ovl. voor 1292.

Uit dit huwelijk 6 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Isabella     
Gerard I*1272  †1333 Brussel [België] 6010 
Odilia*1278 Hoorn    
Wilhelm III  †1301   
Dietrich  †1304 Duiveland  
Engelbert  †1303   

tr. (2)
met

Marguerite de Looz1 (Agnes v. Born?), dr. van Arnold III van Loon (Looz) (graaf van Loon 1221, van Chiny 1228) en Johanna van Chiny (gravin van Chiny 1226), vermeld 1292, ovl. in 1292.

Marguerite de Looz.
heeft een broer Willem die op Drievuldigheidsdag 17 juni 1302 optreedt. Minnelijke schikking tussen Willem van Horn, oom van vaderszijde (patruus) van Gerard heer van Horn, en (het convent van) Keyserbosch inzake de kerkelijke inkomsten van Nunhem. Johannes, abt van Averbode, Dirk, proost van Oudmunster, en diens broer Gerard heer van Horn verklaren, dat Willem, pastoor van Geertruidenberg, en broeder Johannes, pastoor van Nunhem, en het klooster Keyserbosch hun geschil over de kerkelijke inkomsten van Nunhem en Geertruidenberg hebben bijgelegd.


Bronnen:

1.Maison de Hornes, Horn, Horne, Hoerne, Huerne, Hoorne, etc. (B 014), Etienne Patou, 2014 (blz. 3)

Agnes van Perwez
Agnes van Perwez (van Born ?), vermeld 1271-82, ovl. voor 1292.

 

tr. circa 1260
met

Willem II (Wilhelm IV) van Horn1 (Horne, van), zn. van Willem I van Horne (heer van Horn, Altena en) en Hedwig de Wickerode (vermeld 1237-56), geb. circa 1240 (circa 1225), heer van Altena, Kortessem, Herr zu Horn, Altena, Weert in 1272, Vogt zu Thoren in 1273, Vogt zu zu Hese, Leende, Gessel, Diesen in 1279, ovl. Zierikzee op 5 dec 1300 (1304), begr. Keyzersbosch op 28 jan 1301, tr. (2) met Marguerite de Looz. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Willem II van Horn.
Ridder, heer van Horn, Altena, Kortessem, primogenitus 1264, voogd van Thorn 1273, testeert Weert 13 nov 1300 ambachtsheer van Barendrecht 1273, vermeld 1264-1277. In het boek Notice historique sur l'ancien comté de Hornes  van Mathias Joseph Wolter wordt Willem IV (II) op pag. 29 opgevoerd met twee andere echtegenoten Agnes van Perwez, t.w. Marguerite Looz, dochter van Arnold en Ida van Chiny als mede van Beatrix van Brabant met wie hij geen kinderen heeft.
2 februari 1285, Willem, ridder van Horn, heer van Altena, verkoopt aan zijn neef Willem, heer van Strijen, de helft van de tienden in "Vorensater Waert" in heer Gijsbrecht Bocs ambacht, met de bepaling dat hij die tienden tegen Pasen van het volgende jaar kan terugkopen voor 70 pond Hollands; en verklaart de koopsom te hebben ontvangen. Hij en zijn zonen worden verdacht van medeplichtigheid bij de moord op graaf Floris V, testeert in zijn huis te Weert op 23 nov 1300.

Willem II, heer van Horn en Altena, maakt zijn testament.
Executeurs zijn Jan, heer van Cuyk, Arnold, heer van Steyn, zoon Dirk, proost van Oudmunster te Utrecht. Zijn 4 zoons zijn aanwezig en stemmen er mee in. Hij stelt een bedrag vast, dat uitgekeerd moet worden aan degenen, van wie hij geld heeft afgeperst;. £20 zwarte tournooisen 's jaars is voor een altaar in Keysersbosch, waar hij begraven wil worden. Hij is vermoedelijk op 5 december 1300 overleden.
Heer van Hoorne en in 1272 Heer van Altena,Heer van Heeze.

Nam deel aan de 8ste Kruistocht, Slag bij Woeringen, 1288, Guldensporenslag 1302. Sneuvelde bij de slag van Zierikzee.in 1304.

Uit dit huwelijk 6 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Isabella     
Gerard I*1272  †1333 Brussel [België] 6010 
Odilia*1278 Hoorn    
Wilhelm III  †1301   
Dietrich  †1304 Duiveland  
Engelbert  †1303   



Bronnen:
1.Maison de Hornes, Horn, Horne, Hoerne, Huerne, Hoorne, etc. (B 014), Etienne Patou, 2014 (blz. 3)

Dietrich Luf II van Kleef
Dietrich Luf II (Dirk Luf II, Dirk Loef van Kleve) graaf van Kleef, geb. circa 1260, heer van Tomburg 1285-1303, van Grevenbroich 1286, van Kervenheim 1290, van Hülchrath 1285/87 en gra, Heer van Tomberg van 1285 tot 1303, heer van Grevenbroich in 1286, heer van Kervenheim heer van Hülchrat vanaf 1296, ovl. op 23 mrt 1308, begr. op 8 mei 1309.

tr. (1) tussen 1 okt 1285 en 18 mrt 1986 
met

Lisa van Virneburg, dr. van Hendrik graaf van Virneburg (graaf von Virneburg 1241, vermeld 1238-89, (kanunnik te Karden 1238,) resigneert) en Ponzetta van Oberstein (vermeld 1275-78), ovl. voor 6 sep 1304, Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk 7 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Siegfried*1311  †1340  29
Reinhard  †1340   
Elisabeth*1290  †1363 Clarenberg 72
Dietrich*1309  †1332  23
Agnes  †1338 Brussel [België]  
Otto  †1349   
Aleidis*1311  †1353  42

tr. (2)
met

Adelheid van Gelre, dr. van Otto II 'de Lamme' van Gelre (graaf Gelre en Zutphen) en Philippa van Dammartin en Ponthieu, ovl. voor 1286.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Katharina*1303  †1357  54
Johann  †1314   


Lisa van Virneburg
Lisa van Virneburg, ovl. voor 6 sep 1304.

tr. (1) tussen 1 okt 1285 en 18 mrt 1986 
met

Dietrich Luf II (Dirk Luf II, Dirk Loef van Kleve) graaf van Kleef, zn. van Dietrich VI van Kleef (graaf van Kleef 1260-1275, graaf von Dinslaken sedert 1245, vermeld vanaf 1251) en Aleidis van Heinsberg (erfdochter van Hülchrath en), geb. circa 1260, heer van Tomburg 1285-1303, van Grevenbroich 1286, van Kervenheim 1290, van Hülchrath 1285/87 en gra, Heer van Tomberg van 1285 tot 1303, heer van Grevenbroich in 1286, heer van Kervenheim heer van Hülchrat vanaf 1296, ovl. op 23 mrt 1308, begr. op 8 mei 1309.

Uit dit huwelijk 7 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Siegfried*1311  †1340  29
Reinhard  †1340   
Elisabeth*1290  †1363 Clarenberg 72
Dietrich*1309  †1332  23
Agnes  †1338 Brussel [België]  
Otto  †1349   
Aleidis*1311  †1353  42

tr. (2)
met

Heinrich van Kessel, zn. van Wilhelm graaf van Kessel en NN Wassenberg, geb. voor 1262, heer van Kessel, ovl. op 5 sep 1285, tr. (2) met Gertrud von der Stressen, ovl. na 28 sep 1281. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Heinrich van Kessel.
Zu Grevenbroich, 1273 Verpfändung der Burg Grevenbroich an Erzbischof Engelbert v.Köln, 1277 Bündnis mit Gegenern des Erzbischofs, 4.2.1279 gelobt er Busse und Entschädigung.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lisa*1284  †1304  20



Agnes van Kleef-Hülchrath
Agnes van Kleef-Hülchrath, ovl. op 15 mei 1338, begr. Brussel [België].

Agnes van Kleef-Hülchrath.
Dochter van Dirk Loef van Kleef, heer van Tomburg, Grevenbroich, Kervenheim en Hülchrath, en van Lisa van Virneburg (weduwe van Hendrik van Kessel). Rogier overleed op 29.1.1333, zijn echtgenote op 17.5.1338 en beide werden in de St.Gudule-kerk te Brussel begraven, alwaar hun graftombe tot 1536 bleef bestaan. De kapel waarin Rogier van Leefdael met zijn vrouw begraven is en het St. Petrus-altaar in die kapel werden door hemzelf gesticht, toen hij kastelein van Brussel was. Zij werd sindsdien "kapel van de kastelein" of "koor van Leefdael" genoemd.

  • Vader:
    Dietrich Luf II (Dirk Luf II, Dirk Loef van Kleve) graaf van Kleef, zn. van Dietrich VI van Kleef (graaf van Kleef 1260-1275, graaf von Dinslaken sedert 1245, vermeld vanaf 1251) en Aleidis van Heinsberg (erfdochter van Hülchrath en), geb. circa 1260, heer van Tomburg 1285-1303, van Grevenbroich 1286, van Kervenheim 1290, van Hülchrath 1285/87 en gra, Heer van Tomberg van 1285 tot 1303, heer van Grevenbroich in 1286, heer van Kervenheim heer van Hülchrat vanaf 1296, ovl. op 23 mrt 1308, begr. op 8 mei 1309, tr. (1) tussen 1 okt 1285 en 18 mrt 1986  met

tr. (1) na 14 aug 1312
met

Rogier (Rutger) burggraaf van Leefdael, zn. van Lodewijk II van Leefdael (heer van Leefdael,) en A(leid) van Herpen, geb. circa 1270, burggraaf van Brussel, burggraaf van Brussel [België], heer van leefdael, Oirschot door koop in 1320, ovl. op 29 jan 1333, begr. aldaar.

Rogier burggraaf van Leefdael.
Burggraaf van Brussel, heer van Oirschot, Perk, Hilvarenbeek en Eckart. Waarschijnlijk geboren rond 1270; voor het eerst vermeld in 1306 als hij als drost van de hertog van Brabant optreedt bij een verdrag tussen deze laat-ste en de schepenen en burgers van de stad 's Hertogenbosch; medezegelaar voor Jan hertog van Lotharingen in 1310, waarbij hij als ridder vermeld staat; in hetzelfde jaar getuige voor de hertog van Brabant; bij het huwelijkscontract in 1311 tussen Sophia, dochter van Floris Berthout, heer van Malines, en van Mathilde van de Mark, en Reinout, zoon van graaf Reinout van Gelre en Margaretha van Vlaanderen, vermeld (als ridder) onder de getuigen voor de bruidegom; wordt in 1311 vermeld in een oorkonde waarin Jan hertog van Brabant zijn kasteel en land te Wassenberg verpandt aan Gerard graaf van Gulik, voor 6.000 pond Tournois, terwijl hij tevens belooft voor de bewaring van het kasteel zoveel te zullen betalen als Otto van Kuijc en Rogier van Leefdael zullen bepalen; in 1312 door de hertog van Brabant beleend met Eckart; geeft op Kerstavond 1313 een kwitantie voor een som van 100 pond Tournois aan de stad 's Hertogenbosch; Hendrik Berthout heer van Duffel en Geel noemt hem in 1315 "onsen lieven neve" en waar tevens uit blijkt dat Rogier rechten blijkt te hebben in Oevel; in 1316 maakt hij, als heer van Herpen, een erfdeling met zijn zuster Maria   (let op: is dit wel Rogier van Leefdael??); vermeld in 1318; in hetzelfde jaar kiest Philips heer van Liedekerke en Breda hem als één van zijn executeurs testamentair; ook in dat zelfde jaar is hij getuige voor Jan hertog van Lotharingen als deze een oorkonde aan de stad Aken geeft; ook in 1318 als hoogschout van stad en Meierij van 's Hertogenbosch vermeld; in 1319/1320 is hij getuige voor Jan koning van Bo-hemen en Polen, graaf van Luxemburg, markies van Budine; in 1319 zegelt hij met de hertog en meerdere raadsleden de over-eenkomst tussen Hendrik van Leuven, heer van Gaasbeek, en Jan Meeuwe en diens vrouw Margriet, heer en vrouwe van Wavre en Pamele, betreffende betwiste inkomsten; in 1320 koopt hij de heerlijkheid Oirschot; verwerft de heerlijkheid Perk van Goeswijn van Utenhove; in 1321 (als ridder) onder de leenmannen van Jan hertog van Brabant genoemd; doet samen met andere edelen uitspraak in de geschillen tussen de hertog van Brabant en de graaf van Holland met betrekking tot Heusden; vermeld in 1322; in hetzelfde jaar krijgt hij, ridder zijnde, van graaf Willem, om diensten, 10 pond tournois in leen uit de tollen te Niemandsvriend; ook in 1322 doet hij met drie andere arbiters uitspraak in de kwestie tussen hertog Jan III van Brabant en graaf Willem II van Holland aangaande de jurisdictie over Eethen en Meeuwen; in 1323, als heer van Oirschot en Perk, als getuige vermeld voor Otto heer van Kuyc en Heverlee; in 1324, als ridder en heer van Oirschot en Perk, vermeld als getuige voor Jan hertog van Lotharingen, Brabant en Limburg; rond 1325 koopt hij het kasteleinschap van Brussel van Gerard van Mar-bais; in 1325 als getuige vermeld voor Beatrix van Leuven bij het leenverhef van Herstal en Gaasbeek; in 1326 belooft graaf Willem aan twee vissers van Borselen terugbetaling van aan heer Rogier van Leefdael betaalde gelden; dat zelfde jaar nog enige malen vermeld als heer van Oirschot en Perk; in 1327 oor-kondt hij, samen met andere edelen, dat Gerard, heer van Rassengem, Liedekerke en Leijns, het land van Breda met al zijn heerlijke rechten, verkocht heeft aan de hertog van Brabant; in 1328 keurt hertog Jan de lijrentebrief goed, die de stad 's Hertogenbosch gemaakt had met heer Rogier van Leefdael, heer van Oirschot en Perk, ridder, ten behoeve van zijn vrouw Agnes, ter somma van 100 pond zwarte tournoisen; zegelde in 1328 de oorkonde van de hertog, waarbij deze de rechten van Oss en Berchem bevestigt; koopt in 1328 de dorpen Hilvarenbeek en Diessen met de hoge en lage jurisdictie en alle toebehoren van Gerard van Hoorne en diens echtgenote Irmgard van Kleef; op nieuwjaarsdag 1329 getuige bij de belening door de hertog van Brabant van de financier Willem van Duvenvoorde met Oosterhout; in 1329 oorkondt hij, als burggraaf van Brussel en heer van Oirschot, Perk en Beek, samen met Jan hertog van Lotharingen, Brabant en Limburg, dat zij aan de lieden van Westtilburg en Goirle al hun gemeente hebben verkocht; in hetzelfde jaar verkoopt, als burggraaf van Brussel, zijn dorp Hooilaert aan de hertog van Brabant; in 1329/1330 vermeld, als burggraaf van Brussel, als getuige voor Jan III hertog van Brabant; is getuige voor de hertog van Brabant bij het privilegium Trinitatis voor .
's Hertogenbosch in 1330; Rogier is raadgever voor de hertog van Brabant en rond 1330 staan bij de getuigen steeds twee namen voorop, nl. die van Otto van Kuijc en Rogier van Leefdael, in de gevallen dat beiden getuigen staat echter Otto voor Rogier, ze worden in die tijd als de belangrijkste raadgevers van de hertog van Brabant beschouwd; in 1331 oorkondt hij, als burggraaf van Brussel, samen met Jan hertog van Lotharingen, Brabant en Limburg, dat zij aan de lieden van Beke, tegen een jaarlijkse erfrente, een gemeente hebben gegeven; is in hetzelfde jaar getuige voor Jan hertog van Lotharingen, Brabant en Limburg, waarbij deze laatste uitspraak doet in een geschil tussen Gerard heer van Diest, burggraaf van Antwerpen, enerzijds en de stad Diest anderzijds. Bezat ook goederen in Onsenoort  Bij zijn ambtelijke bezigheden kwam hij veel in aanraking met de schrijvers van de hertogelijke kanselarij en andere belangrijke instanties, onder wie we de letterkundigen van die tijd moeten zoeken; blijkbaar had hij zoveel belangstelling voor hun bedrijf, dat hem "letterlievendheid" wordt toegeschreven en was hij zozeer door hen geacht, dat troubadours en minstrelen vele legenden gevormd hebben rond zijn familie.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Catharina  †1361   

tr. (2)
met

Wigbold van Loon, ovl. op 14 aug 1312.


Elisabeth van Kleef-Hülchrath
Elisabeth van Kleef-Hülchrath (Elsebee van Kleef), geb. circa 1290, abdis Clarissenklooster, ovl. op 21 mrt 1363, begr. Clarenberg.

  • Vader:
    Dietrich Luf II (Dirk Luf II, Dirk Loef van Kleve) graaf van Kleef, zn. van Dietrich VI van Kleef (graaf van Kleef 1260-1275, graaf von Dinslaken sedert 1245, vermeld vanaf 1251) en Aleidis van Heinsberg (erfdochter van Hülchrath en), geb. circa 1260, heer van Tomburg 1285-1303, van Grevenbroich 1286, van Kervenheim 1290, van Hülchrath 1285/87 en gra, Heer van Tomberg van 1285 tot 1303, heer van Grevenbroich in 1286, heer van Kervenheim heer van Hülchrat vanaf 1296, ovl. op 23 mrt 1308, begr. op 8 mei 1309, tr. (1) tussen 1 okt 1285 en 18 mrt 1986  met

tr. (1) circa 1314
met

Willem van Brederode, zn. van Dirk II 'de Goede' van Brederode (3e Heer van Brederode 1285, baljuw van Kennemerland 1288) en Maria van der Lecke, geb. Santpoort slot Brederode in 1287, ridder, ovl. voor 26 dec 1316.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dirk III*1315 Santpoort †1377 Haarlem 62

tr. (2)
met

Konrad von Mark zu Hörde (van der Mark), geb. in 1294, Herr zu Hörde, ovl. op 14 mrt 1353.

Konrad von Mark zu Hörde.
1302 immatrikuliert zu Bologna, 1312 Canonicus/Mönch zu St.Lambert in Lüttich, 1313-1326 Propst zu St.Martin zu Worms, Domherr und Canonicus zu St.Gereon in Köln, 1315-1326 Propst zu Tongern, 1316-1326 Chorbischof zu Köln, 1313? Ritter, 1326 Resignation, 1326 Erbherr auf Hörde, Herr zu Anheive, 1330 Ehedispens, 1342 Gründer von Kloster Clarenberg.


Lodewijk II van Leefdael
Lodewijk II van Leefdael, geb. Leefdael [België] in 1243, heer van Leefdael, ovl. op 12 nov 1283, begr. Brussel [België] Sint Goedelekerk.

Lodewijk II van Leefdael.
Burggraaf van Brussel, Burggraaf van Brussel, heer van Leefdael, ridder, Burggraaf van Brussel, Ridder Voor het eerst vermeld in 1253 (ridder), wordt in 1262 genoemd in een oorkonde waarin Arnold van Aerschot zijn tiende van Vronenberg en Vossem schenkt aan de abdij Afflighem, verklaart in 1267 als arbiter en als heer van Leefdael, samen met Everard van Diest, proost van St. Georges te Keulen dat Dirk heer van Heeswijk geen rechten heeft op de tiende en de kerk van Houpertingen, in 1271 vermeld als heer van Leefdael, als zijn zoons Arnold en Gerard een zoenbrief ondertekenen, waarin wordt gezworen geen wraak te nemen op de stad Keulen, vanwege de dood van Hendrik van Herpen en van wege de gevangenschap van diens broer Albert in Keulen ondergaan, bezegelt in augustus 1271 met de hertog een accoord betreffende de kerk van Diest ten gunste van de abdij Tongerloo, op Driekoningen van het daarop volgende jaar de bevestiging van dit accoord en geeft op 17 januari met de proost van Deventer een kwitantie aan de abdij Tongerloo voor een aan hen verschuldigd bedrag, vermeld in 1275 als heer van Leefdael, vermeld in 1280 onder de getuigen van Jan hertog van Brabant, als deze beslist in de geschillen tussen Arnold heer van Diest en de stad Diest, maakt, als ridder en heer van Leefdael, op 21-11-1283 zijn testament.

  • Vader:
    Lodewijk I van Leefdael, geb. Leefdael [België] in 1195, heer van leefdal, ovl. Brussel [België], tr. met

relatie (1)
met

Beatrix Santin, geb. in 1249, ovl. circa 1290.

tr. (2)
met

A(leid) van Herpen, dr. van Rutger/Rogier van Cuyck (heer van Herpen, vermeld 1226-1264) en Maria? van Diest, geb. Cuijck circa 1230, ovl. in 1270, tr. (2) met Dirck II van Heeswijk. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Rogier*1270  †1333 Brussel [België] 62


Beatrix Santin
Beatrix Santin, geb. in 1249, ovl. circa 1290.

relatie
met

Lodewijk II van Leefdael, zn. van Lodewijk I van Leefdael (heer van leefdal) en Aleidis (Elisabeth) van Cuyck, geb. Leefdael [België] in 1243, heer van Leefdael, ovl. op 12 nov 1283, begr. Brussel [België] Sint Goedelekerk.

Lodewijk II van Leefdael.
Burggraaf van Brussel, Burggraaf van Brussel, heer van Leefdael, ridder, Burggraaf van Brussel, Ridder Voor het eerst vermeld in 1253 (ridder), wordt in 1262 genoemd in een oorkonde waarin Arnold van Aerschot zijn tiende van Vronenberg en Vossem schenkt aan de abdij Afflighem, verklaart in 1267 als arbiter en als heer van Leefdael, samen met Everard van Diest, proost van St. Georges te Keulen dat Dirk heer van Heeswijk geen rechten heeft op de tiende en de kerk van Houpertingen, in 1271 vermeld als heer van Leefdael, als zijn zoons Arnold en Gerard een zoenbrief ondertekenen, waarin wordt gezworen geen wraak te nemen op de stad Keulen, vanwege de dood van Hendrik van Herpen en van wege de gevangenschap van diens broer Albert in Keulen ondergaan, bezegelt in augustus 1271 met de hertog een accoord betreffende de kerk van Diest ten gunste van de abdij Tongerloo, op Driekoningen van het daarop volgende jaar de bevestiging van dit accoord en geeft op 17 januari met de proost van Deventer een kwitantie aan de abdij Tongerloo voor een aan hen verschuldigd bedrag, vermeld in 1275 als heer van Leefdael, vermeld in 1280 onder de getuigen van Jan hertog van Brabant, als deze beslist in de geschillen tussen Arnold heer van Diest en de stad Diest, maakt, als ridder en heer van Leefdael, op 21-11-1283 zijn testament.


Rogier van Leefdael
Rogier (Rutger) burggraaf van Leefdael, geb. circa 1270, burggraaf van Brussel, burggraaf van Brussel [België], heer van leefdael, Oirschot door koop in 1320, ovl. op 29 jan 1333, begr. aldaar.

Rogier burggraaf van Leefdael.
Burggraaf van Brussel, heer van Oirschot, Perk, Hilvarenbeek en Eckart. Waarschijnlijk geboren rond 1270; voor het eerst vermeld in 1306 als hij als drost van de hertog van Brabant optreedt bij een verdrag tussen deze laat-ste en de schepenen en burgers van de stad 's Hertogenbosch; medezegelaar voor Jan hertog van Lotharingen in 1310, waarbij hij als ridder vermeld staat; in hetzelfde jaar getuige voor de hertog van Brabant; bij het huwelijkscontract in 1311 tussen Sophia, dochter van Floris Berthout, heer van Malines, en van Mathilde van de Mark, en Reinout, zoon van graaf Reinout van Gelre en Margaretha van Vlaanderen, vermeld (als ridder) onder de getuigen voor de bruidegom; wordt in 1311 vermeld in een oorkonde waarin Jan hertog van Brabant zijn kasteel en land te Wassenberg verpandt aan Gerard graaf van Gulik, voor 6.000 pond Tournois, terwijl hij tevens belooft voor de bewaring van het kasteel zoveel te zullen betalen als Otto van Kuijc en Rogier van Leefdael zullen bepalen; in 1312 door de hertog van Brabant beleend met Eckart; geeft op Kerstavond 1313 een kwitantie voor een som van 100 pond Tournois aan de stad 's Hertogenbosch; Hendrik Berthout heer van Duffel en Geel noemt hem in 1315 "onsen lieven neve" en waar tevens uit blijkt dat Rogier rechten blijkt te hebben in Oevel; in 1316 maakt hij, als heer van Herpen, een erfdeling met zijn zuster Maria   (let op: is dit wel Rogier van Leefdael??); vermeld in 1318; in hetzelfde jaar kiest Philips heer van Liedekerke en Breda hem als één van zijn executeurs testamentair; ook in dat zelfde jaar is hij getuige voor Jan hertog van Lotharingen als deze een oorkonde aan de stad Aken geeft; ook in 1318 als hoogschout van stad en Meierij van 's Hertogenbosch vermeld; in 1319/1320 is hij getuige voor Jan koning van Bo-hemen en Polen, graaf van Luxemburg, markies van Budine; in 1319 zegelt hij met de hertog en meerdere raadsleden de over-eenkomst tussen Hendrik van Leuven, heer van Gaasbeek, en Jan Meeuwe en diens vrouw Margriet, heer en vrouwe van Wavre en Pamele, betreffende betwiste inkomsten; in 1320 koopt hij de heerlijkheid Oirschot; verwerft de heerlijkheid Perk van Goeswijn van Utenhove; in 1321 (als ridder) onder de leenmannen van Jan hertog van Brabant genoemd; doet samen met andere edelen uitspraak in de geschillen tussen de hertog van Brabant en de graaf van Holland met betrekking tot Heusden; vermeld in 1322; in hetzelfde jaar krijgt hij, ridder zijnde, van graaf Willem, om diensten, 10 pond tournois in leen uit de tollen te Niemandsvriend; ook in 1322 doet hij met drie andere arbiters uitspraak in de kwestie tussen hertog Jan III van Brabant en graaf Willem II van Holland aangaande de jurisdictie over Eethen en Meeuwen; in 1323, als heer van Oirschot en Perk, als getuige vermeld voor Otto heer van Kuyc en Heverlee; in 1324, als ridder en heer van Oirschot en Perk, vermeld als getuige voor Jan hertog van Lotharingen, Brabant en Limburg; rond 1325 koopt hij het kasteleinschap van Brussel van Gerard van Mar-bais; in 1325 als getuige vermeld voor Beatrix van Leuven bij het leenverhef van Herstal en Gaasbeek; in 1326 belooft graaf Willem aan twee vissers van Borselen terugbetaling van aan heer Rogier van Leefdael betaalde gelden; dat zelfde jaar nog enige malen vermeld als heer van Oirschot en Perk; in 1327 oor-kondt hij, samen met andere edelen, dat Gerard, heer van Rassengem, Liedekerke en Leijns, het land van Breda met al zijn heerlijke rechten, verkocht heeft aan de hertog van Brabant; in 1328 keurt hertog Jan de lijrentebrief goed, die de stad 's Hertogenbosch gemaakt had met heer Rogier van Leefdael, heer van Oirschot en Perk, ridder, ten behoeve van zijn vrouw Agnes, ter somma van 100 pond zwarte tournoisen; zegelde in 1328 de oorkonde van de hertog, waarbij deze de rechten van Oss en Berchem bevestigt; koopt in 1328 de dorpen Hilvarenbeek en Diessen met de hoge en lage jurisdictie en alle toebehoren van Gerard van Hoorne en diens echtgenote Irmgard van Kleef; op nieuwjaarsdag 1329 getuige bij de belening door de hertog van Brabant van de financier Willem van Duvenvoorde met Oosterhout; in 1329 oorkondt hij, als burggraaf van Brussel en heer van Oirschot, Perk en Beek, samen met Jan hertog van Lotharingen, Brabant en Limburg, dat zij aan de lieden van Westtilburg en Goirle al hun gemeente hebben verkocht; in hetzelfde jaar verkoopt, als burggraaf van Brussel, zijn dorp Hooilaert aan de hertog van Brabant; in 1329/1330 vermeld, als burggraaf van Brussel, als getuige voor Jan III hertog van Brabant; is getuige voor de hertog van Brabant bij het privilegium Trinitatis voor .
's Hertogenbosch in 1330; Rogier is raadgever voor de hertog van Brabant en rond 1330 staan bij de getuigen steeds twee namen voorop, nl. die van Otto van Kuijc en Rogier van Leefdael, in de gevallen dat beiden getuigen staat echter Otto voor Rogier, ze worden in die tijd als de belangrijkste raadgevers van de hertog van Brabant beschouwd; in 1331 oorkondt hij, als burggraaf van Brussel, samen met Jan hertog van Lotharingen, Brabant en Limburg, dat zij aan de lieden van Beke, tegen een jaarlijkse erfrente, een gemeente hebben gegeven; is in hetzelfde jaar getuige voor Jan hertog van Lotharingen, Brabant en Limburg, waarbij deze laatste uitspraak doet in een geschil tussen Gerard heer van Diest, burggraaf van Antwerpen, enerzijds en de stad Diest anderzijds. Bezat ook goederen in Onsenoort  Bij zijn ambtelijke bezigheden kwam hij veel in aanraking met de schrijvers van de hertogelijke kanselarij en andere belangrijke instanties, onder wie we de letterkundigen van die tijd moeten zoeken; blijkbaar had hij zoveel belangstelling voor hun bedrijf, dat hem "letterlievendheid" wordt toegeschreven en was hij zozeer door hen geacht, dat troubadours en minstrelen vele legenden gevormd hebben rond zijn familie.

tr. na 14 aug 1312
met

Agnes van Kleef-Hülchrath, dr. van Dietrich Luf II graaf van Kleef (heer van Tomburg 1285-1303, van Grevenbroich 1286, van Kervenheim 1290, van Hülchrath 1285/87 en gra) en Lisa van Virneburg, ovl. op 15 mei 1338, begr. Brussel [België], tr. (2) met Wigbold van Loon. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Agnes van Kleef-Hülchrath.
Dochter van Dirk Loef van Kleef, heer van Tomburg, Grevenbroich, Kervenheim en Hülchrath, en van Lisa van Virneburg (weduwe van Hendrik van Kessel). Rogier overleed op 29.1.1333, zijn echtgenote op 17.5.1338 en beide werden in de St.Gudule-kerk te Brussel begraven, alwaar hun graftombe tot 1536 bleef bestaan. De kapel waarin Rogier van Leefdael met zijn vrouw begraven is en het St. Petrus-altaar in die kapel werden door hemzelf gesticht, toen hij kastelein van Brussel was. Zij werd sindsdien "kapel van de kastelein" of "koor van Leefdael" genoemd.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Catharina  †1361   


Dirk II 'de Goede' van Brederode
Dirk II 'de Goede' (Dirk II) van Brederode1, geb. Santpoort circa 1265, 3e Heer van Brederode 1285, baljuw van Kennemerland 1288, ovl. Reims (F) op 16 dec 1318.

Dirk II 'de Goede' van Brederode.
Vermeld als ridder en baljuw van Kennemerland in 1288, speelde een belangrijke rol onder Floris V, stierf op een pelgrimstocht, te Reims 16 Dec. 1318, begraven aldaar in de kerk der Dominicanen.
Catharina van Brederode een dochter van Dirk en Maria van der Leck. Pieter van der Leck, haar broer, noemt Jan van Polanen zijn zwager omdat Jan de echtgenoot is van Pieters nichtje Catharina overleden op de terugweg uit Palestina), bijgenaamd De Goede, was heer van Brederode (1285), baljuw van Kennemerland (1288) en ridder (1290). Hij ligt begraven in de Dominicanenkerk te Reims.

Dirk wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde als 'ridder Dirk' in oktober 1268, hij is getuige en mede-zegelaar van Floris V van Holland in Brugge. Hij neemt in 1272 deel aan zijn eerste veldtocht tegen de West-Friezen. Deze tocht verloopt slecht en wordt beëindigd met een veldslag bij Heilo op 20 augustus 1272. In 1282 volgde de tweede Friese veldtocht van Dirk II. Hierbij werd het stoffelijk overschot van Willem II van Holland, de vader van Floris V, teruggevonden in Hoogwoud, waarna deze veldtocht succesvol werd afgesloten.

Hij nam weer deel aan zijn derde veroveringstocht van West-Friesland in 1287 onder leiding van Floris V van Holland door middel van een vloot invasieschepen. Hierbij speelt hij een grotere rol en draagt hij de titel 'Admiraal van Holland'. Door een hevige storm, gevolgd door een vloed in december 1287, werden grote delen van West-Friesland overstroomd. Mede door een list wist Dirk en zijn mannen met hun schepen de opstandige Friezen te onderwerpen. In hetzelfde jaar trok hij voor Floris V met een leger naar Utrecht om de heren van Amstel en van Woerden gevangen te nemen.

In april 1304 maakte Dirk II deel uit van de edelen die zich succesvol tegen de indringende Vlamingen verzetten. In augustus 1315 maakte hij deel uit van een veldtocht in Vlaanderen. Na een bedevaart werd Dirk II door een ziekte getroffen en hij stierf op de terugweg naar huis in Reims op 16 december 1318.

 
 

tr. (1)
met

Maria van der Lecke1, dr. van Ridder Hendrik II van der Lecke en Jutta van Borselen, geb. circa 1272, ovl. op 1 apr 1307.

Uit dit huwelijk 5 kinderen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem*1287 Santpoort †1316  29
Jutte Santpoort †1346   
Catharina*1297 Santpoort †1372 Monster 74
Elisabeth     
Dirk*1289 Sassenheim †1346  57

tr. (2)
met

NN van Woerden, dr. van Herman V van Woerden en Clementia Badeloch van Amstel.


Bronnen:

1.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 76)
2.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883
3.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 34)
4.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 78)
5.CBG (CBG 005), Centraal Bureau voor Genealogie (blz. 108)
6.Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 452)
7.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 71)

Maria van der Lecke
Maria van der Lecke1, geb. circa 1272, ovl. op 1 apr 1307.

tr.
met

Dirk II 'de Goede' (Dirk II) van Brederode1, zn. van Willem heer van Brederode (2e heer van Brederode) en Hillegonda van Voorne, geb. Santpoort circa 1265, 3e Heer van Brederode 1285, baljuw van Kennemerland 1288, ovl. Reims (F) op 16 dec 1318, tr. (2) met NN van Woerden. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Dirk II 'de Goede' van Brederode.
Vermeld als ridder en baljuw van Kennemerland in 1288, speelde een belangrijke rol onder Floris V, stierf op een pelgrimstocht, te Reims 16 Dec. 1318, begraven aldaar in de kerk der Dominicanen.
Catharina van Brederode een dochter van Dirk en Maria van der Leck. Pieter van der Leck, haar broer, noemt Jan van Polanen zijn zwager omdat Jan de echtgenoot is van Pieters nichtje Catharina overleden op de terugweg uit Palestina), bijgenaamd De Goede, was heer van Brederode (1285), baljuw van Kennemerland (1288) en ridder (1290). Hij ligt begraven in de Dominicanenkerk te Reims.

Dirk wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde als 'ridder Dirk' in oktober 1268, hij is getuige en mede-zegelaar van Floris V van Holland in Brugge. Hij neemt in 1272 deel aan zijn eerste veldtocht tegen de West-Friezen. Deze tocht verloopt slecht en wordt beëindigd met een veldslag bij Heilo op 20 augustus 1272. In 1282 volgde de tweede Friese veldtocht van Dirk II. Hierbij werd het stoffelijk overschot van Willem II van Holland, de vader van Floris V, teruggevonden in Hoogwoud, waarna deze veldtocht succesvol werd afgesloten.

Hij nam weer deel aan zijn derde veroveringstocht van West-Friesland in 1287 onder leiding van Floris V van Holland door middel van een vloot invasieschepen. Hierbij speelt hij een grotere rol en draagt hij de titel 'Admiraal van Holland'. Door een hevige storm, gevolgd door een vloed in december 1287, werden grote delen van West-Friesland overstroomd. Mede door een list wist Dirk en zijn mannen met hun schepen de opstandige Friezen te onderwerpen. In hetzelfde jaar trok hij voor Floris V met een leger naar Utrecht om de heren van Amstel en van Woerden gevangen te nemen.

In april 1304 maakte Dirk II deel uit van de edelen die zich succesvol tegen de indringende Vlamingen verzetten. In augustus 1315 maakte hij deel uit van een veldtocht in Vlaanderen. Na een bedevaart werd Dirk II door een ziekte getroffen en hij stierf op de terugweg naar huis in Reims op 16 december 1318.

Uit dit huwelijk 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem*1287 Santpoort †1316  29
Jutte Santpoort †1346   
Catharina*1297 Santpoort †1372 Monster 74
Elisabeth     
Dirk*1289 Sassenheim †1346  57



Bronnen:
1.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 76)

Willem van Brederode
Willem van Brederode, geb. Santpoort slot Brederode in 1287, ridder, ovl. voor 26 dec 1316.

tr. circa 1314
met

Elisabeth van Kleef-Hülchrath (Elsebee van Kleef), dr. van Dietrich Luf II graaf van Kleef (heer van Tomburg 1285-1303, van Grevenbroich 1286, van Kervenheim 1290, van Hülchrath 1285/87 en gra) en Lisa van Virneburg, geb. circa 1290, abdis Clarissenklooster, ovl. op 21 mrt 1363, begr. Clarenberg, tr. (2) met Konrad von Mark zu Hörde. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dirk III*1315 Santpoort †1377 Haarlem 62



Bronnen:
1.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 76)

Otto II 'de Lamme' van Gelre
 
Otto II 'de Lamme' van Gelre1, geb. in 1214, graaf Gelre en Zutphen, sticht in zijn burcht Rott aan de Niers het Cisterciënzerklooster Gravendal, verleend stadsrechten aan Harderwijk in 1231, verleend stadrechten aan Arnhem, Emmerich en Lochem in 1233, verleend stadrechten aan Doetinchem en Doesburg in 1237 en Wageningen in 1263, ovl. op 10 jan 1271, begr. Grafental klooster.

 

tr. (1) voor 24 nov 1240
met

Margaretha van Kleef, dr. van Dietrich V Nust van Kleef (graaf van Kleef 1209) en Mathilde von Dinslaken (Erbin von Dinslaken), ovl. op 10 sep 1251, begr. Grafental klooster.

tr. (2) in 1253
met

Philippa van Dammartin en Ponthieu1, dr. van Simon graaf de Dammartin Comte d'Aumale de Ponthieu et de Montreuil (graaf Poithieu en Montreuil in 1231, graaf van Aumale en jure uxori) en Maria Comtesse de Ponthieu et de Montreuil, geb. circa 1222, ovl. tussen 14 apr 1277 en 14 apr 1284  (memorie 14-4), Uit dit huwelijk geen kinderen.

Philippa van Dammartin en Ponthieu.
Zij is een nicht van Raoul de Chatillon bijgenaamd de Cock.

Uit dit huwelijk 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Reinoud I*1255  †1326 Montfoort 71
Margaretha  †1282   
Philippa  †1294   
Adelheid  †1286   
Agnes     

tr. (3)
met

Philippina van Chatillon, dr. van Hugues (Heus) van Chatillon en Jolenta van Henegouwen.


Bronnen:

1.Gelre-Geldern-Gelderland. Geschiedenis en cultuur van het hertogdom Gelre (GCHG-1), Johannes Stinner, Karl-Heinz Tekath, Verlag des Historischen Vereins für Geldern, ISBN nummer: 9053451943, Geldern, 2001 (blz. 34)
2.Gravinnen van Holland (CORD), E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, 90-6011-525-5, Zutphen, 1987 (blz. 88)

Philippa van Dammartin en Ponthieu
Philippa van Dammartin en Ponthieu1, geb. circa 1222, ovl. tussen 14 apr 1277 en 14 apr 1284  (memorie 14-4).

Philippa van Dammartin en Ponthieu.
Zij is een nicht van Raoul de Chatillon bijgenaamd de Cock.

tr. (1) in 1253
met

Otto II 'de Lamme' van Gelre1, zn. van Gerard IV graaf van Gelre en Zutphen (graaf van Gelre en Zutphen 1207-1229)) en Margaretha van Brabant, geb. in 1214, graaf Gelre en Zutphen, sticht in zijn burcht Rott aan de Niers het Cisterciënzerklooster Gravendal, verleend stadsrechten aan Harderwijk in 1231, verleend stadrechten aan Arnhem, Emmerich en Lochem in 1233, verleend stadrechten aan Doetinchem en Doesburg in 1237 en Wageningen in 1263, ovl. op 10 jan 1271, begr. Grafental klooster, tr. (1) met Margaretha van Kleef. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met Philippina van Chatillon. Uit dit huwelijk geen kinderen.

 

Uit dit huwelijk 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Reinoud I*1255  †1326 Montfoort 71
Margaretha  †1282   
Philippa  †1294   
Adelheid  †1286   
Agnes     




Bronnen:

1.Gelre-Geldern-Gelderland. Geschiedenis en cultuur van het hertogdom Gelre (GCHG-1), Johannes Stinner, Karl-Heinz Tekath, Verlag des Historischen Vereins für Geldern, ISBN nummer: 9053451943, Geldern, 2001 (blz. 34)

Reinoud I van Gelre
Reinoud I (Reinald I) graaf van Gelre1, geb. 1271-1326, jure uxoris hertog van Limburg 1274 maar moest zijn aanspraken na de verloren slag bij Woeringen op 5 juni 1288 opgeven, door Rooms-koning Frederik 'de Schone' verheven tot rijksvorst 1317 circa 1255, graaf van Gelre en Zutphen, ovl. Montfoort op 9 okt 1326, begr. Grafental klooster op 21 okt 1326.

Reinoud I graaf van Gelre.
Reinald (I) graaf van Gelre geeft in 1307 aan de Orde van het hospitaal van S. Jan van Jeruzalem de kerk te Spankeren en die te Hengelo , voorts uit Nijenbeek eene jaarrente van vijftig pond gelds en uit den hoj en molen te Staveren eene van twintig pond, waarvoor de Orde zoo te Nijenbeek of S. Janswaard als te Staveren twee priesters en eenen leekebroeder zoude houden, belovende voorts , te Godswaard, dat Hattem plagt te heeten , op zijne kosten , twee priesters en eenen leekebroeder te zullen onderhouden ; verder vergunt hij, dat de broeders der Orde alleen voor den grootmeester in Duitschland zouden teregt staan, en dat zij zich mogten bevlijtigen om de kerk te Godswaard in bezit te krijgen; al hetwelk geschiedt met bewilliging van Margaretha gravin van Gelre, Gijsbrecht heer van Bronkhorst, Dirk heer van Batenburg, Dirk heer van Bylant, Steven heer van Wisch en Frederik van Reden, ridders.

  • Vader:
    Otto II 'de Lamme' van Gelre1, zn. van Gerard IV graaf van Gelre en Zutphen (graaf van Gelre en Zutphen 1207-1229)) en Margaretha van Brabant, geb. in 1214, graaf Gelre en Zutphen, sticht in zijn burcht Rott aan de Niers het Cisterciënzerklooster Gravendal, verleend stadsrechten aan Harderwijk in 1231, verleend stadrechten aan Arnhem, Emmerich en Lochem in 1233, verleend stadrechten aan Doetinchem en Doesburg in 1237 en Wageningen in 1263, ovl. op 10 jan 1271, begr. Grafental klooster, tr. (1) voor 24 nov 1240 met Margaretha van Kleef. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met Philippina van Chatillon. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) in 1253 met
 

otr. (1) op 21 apr 1286, tr. Namen [België] op 3 jul 1286
met

Margaretha van Vlaanderen-Dampierre (Marguerite van Dampierre en van Namen), dr. van Guy III graaf van Dampierre (graaf van Vlaanderen) en Isabella van Luxemburg (markgravin van Namen), geb. circa 1266, ovl. in 1331, begr. Gravendal, Zij krijgt geen kinderen.

Uit dit huwelijk 6 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Reinoud II*1295  †1343 's-Gravendaal 48
Guido  †1315 Arnhem  
Philipp*1300  †1300  0
Elisabeth  †1354 Keulen [Duitsland]  
Philippa  †1352 Keulen [Duitsland]  
Margaretha*1290  †1333  42

tr. (2) voor 11 mrt 1274
met

Irmgard gravin van Limburg, dr. van Walram V Herzog von Berg-Limburh (graaf van Berg-Limburg) en Jutta van Kleef, erfdochter van het hertogdom Limburg, ovl. tussen mei 1282 en jun 1283 , begr. Grafental klooster.


Bronnen:

1.Gelre-Geldern-Gelderland. Geschiedenis en cultuur van het hertogdom Gelre (GCHG-1), Johannes Stinner, Karl-Heinz Tekath, Verlag des Historischen Vereins für Geldern, ISBN nummer: 9053451943, Geldern, 2001 (blz. 34)

Guy III van Dampierre
Guy III graaf van Dampierre1,2 (Gwijde van Vlaanderen), geb. op 14 mrt 1226, graaf van Vlaanderen, graaf van Vlaanderen, jure ux. heer van Béthune etc. in 1248, koopt het markgraafschap Namen in 1263, ovl. Compiègne [Frankrijk] op 7 mrt 1305 in gevangenschap, begr. Flynes.

 

tr. (1) Béthune [Frankrijk] op 9 feb 1246
met

Machteld Béthune en Dendermonde1 (Mathilde van Béthune en Oudenaerde), dr. van Robert VII van Béthune en Dendermonde en Elisabeth van Morialmé, ovl. op 8 nov 1264.

Machteld Béthune en Dendermonde.
Erbin von Bethune, Dendermonde, Richebourg und Warneton.

Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Robert III*1249  †1322  73
Margaretha*1251  †1285 Brussel (Minderbroedersklooster) [België] 34
Beatrijs*1253  †1296 Den Haag 42
Willem  †1314   

tr. (2) in mrt 1265
met

Isabella van Luxemburg, dr. van Hendrik V 'de Blonde' van Limburg-Luxemburg (bij deling graaf van Luxemburg 4 mrt 1247) en Margaretha van Bar Mousson (Frau von Ligny), markgravin van Namen, ovl. in sep 1298.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margaretha*1266  †1331 Gravendal 65
Beatrix  †1307   
Johann I*1267  †1331  63




Bronnen:

1.Afstammingsreeksen van de Hertogen van Brabant (B 009), Vic Hamers, Rob Dix en Zeno Deurvorst, NGV, 978-90-72771-08-7, Woerden, 2006 (blz. 96)
2.Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 462)
3.De Navorscher (NAV 002), De Navorscher 1866, pag. 318, CD-rom pag. 320
4.Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 327)
5.Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 328)

Johanna I van Navarra
Johanna I koningin van Navarra, geb. Bar-sur-Aube [Frankrijk] in 1271, koningin, ovl. Vincennes (F) op 2 apr 1304, begr. Parijs [Frankrijk].

tr. Parijs [Frankrijk] op 16 aug 1284
met

Philips IV 'de Schone' van Frankrijk1, zn. van Philips III van Frankrijk (koning van Frankrijk 25-8-1270) en Isabella van Aragon, geb. Fontainebleau [Frankrijk] in 1268, ovl. aldaar op 29 nov 1314.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lodewijk X*1289 Parijs [Frankrijk] †1316  26
Philips V*1291  †1322  31
Isabelle*1292 Parijs [Frankrijk] †1358 Hertford Castle [Groot Brittanië] 66
Philips V*1291 Clermont [Frankrijk] †1348 Parijs [Frankrijk] 57



Bronnen:
1.Pedigrees of Some of the Emperor Charlemagne's Descendants (B 042), Marcellus Donald L. von Redlich, Genealogical Publishing Co. Inc, ISBN 0-8063-0494-4 (blz. 64)

Margaretha van Vlaanderen-Dampierre
Margaretha van Vlaanderen-Dampierre (Marguerite van Dampierre en van Namen), geb. circa 1266, ovl. in 1331, begr. Gravendal.

  • Vader:
    Guy III graaf van Dampierre1,2 (Gwijde van Vlaanderen), zn. van Guillaume II van Dampierre (heer van Dampierre 1217, connétable van Champagne, gegoed rond Saint-Dizier) en Margaretha van Constantinopel (gravin van Vlaanderen en Henegouwen 1244-1278), geb. op 14 mrt 1226, graaf van Vlaanderen, graaf van Vlaanderen, jure ux. heer van Béthune etc. in 1248, koopt het markgraafschap Namen in 1263, ovl. Compiègne [Frankrijk] op 7 mrt 1305 in gevangenschap, begr. Flynes, Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) in mrt 1265 met

otr. (1) op 21 apr 1286, tr. Namen [België] op 3 jul 1286
met

Reinoud I (Reinald I) graaf van Gelre3, zn. van Otto II 'de Lamme' van Gelre (graaf Gelre en Zutphen) en Philippa van Dammartin en Ponthieu, geb. 1271-1326, jure uxoris hertog van Limburg 1274 maar moest zijn aanspraken na de verloren slag bij Woeringen op 5 juni 1288 opgeven, door Rooms-koning Frederik 'de Schone' verheven tot rijksvorst 1317 circa 1255, graaf van Gelre en Zutphen, ovl. Montfoort op 9 okt 1326, begr. Grafental klooster op 21 okt 1326, tr. (2) met Irmgard gravin van Limburg. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Reinoud I graaf van Gelre.
Reinald (I) graaf van Gelre geeft in 1307 aan de Orde van het hospitaal van S. Jan van Jeruzalem de kerk te Spankeren en die te Hengelo , voorts uit Nijenbeek eene jaarrente van vijftig pond gelds en uit den hoj en molen te Staveren eene van twintig pond, waarvoor de Orde zoo te Nijenbeek of S. Janswaard als te Staveren twee priesters en eenen leekebroeder zoude houden, belovende voorts , te Godswaard, dat Hattem plagt te heeten , op zijne kosten , twee priesters en eenen leekebroeder te zullen onderhouden ; verder vergunt hij, dat de broeders der Orde alleen voor den grootmeester in Duitschland zouden teregt staan, en dat zij zich mogten bevlijtigen om de kerk te Godswaard in bezit te krijgen; al hetwelk geschiedt met bewilliging van Margaretha gravin van Gelre, Gijsbrecht heer van Bronkhorst, Dirk heer van Batenburg, Dirk heer van Bylant, Steven heer van Wisch en Frederik van Reden, ridders.

Uit dit huwelijk 6 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Reinoud II*1295  †1343 's-Gravendaal 48
Guido  †1315 Arnhem  
Philipp*1300  †1300  0
Elisabeth  †1354 Keulen [Duitsland]  
Philippa  †1352 Keulen [Duitsland]  
Margaretha*1290  †1333  42




Bronnen:

1.Afstammingsreeksen van de Hertogen van Brabant (B 009), Vic Hamers, Rob Dix en Zeno Deurvorst, NGV, 978-90-72771-08-7, Woerden, 2006 (blz. 96)
2.Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 462)
3.Gelre-Geldern-Gelderland. Geschiedenis en cultuur van het hertogdom Gelre (GCHG-1), Johannes Stinner, Karl-Heinz Tekath, Verlag des Historischen Vereins für Geldern, ISBN nummer: 9053451943, Geldern, 2001 (blz. 34)