Cees Hagenbeek

Jan I van Kuyc
 
Jan I van Kuyc1,2, geb. circa 1230, heer van Kuyc en Grave, ovl. op 13 jul 1308.


Jan I van Kuyc.
Vermeld 1260-1308, heer van Kuyc en Grave 1254-1308, heer van Merum en Neerloon, heer van Kuyc en Grave ter opvolging van zijn vader 1254; tevens heer van Merum en Neerloon; verbindt zich met hertog Jan I van Brabant (doch met voorbehoud tegenover Gelre) 31-10-1286 en strijdt, als aanvoerder van een afdeling (conroot) waarin ook de banner-eenheden van Arkel en Heusden waren opgenomen, met hertog Jan I mee bij Woeringen 5-6-1288; organisator van de ontvoering van graaf Floris V van Holland 1296; vermeld t/m 1308; zn. van Hendrik III van Kuyc, ridder, heer van Kuyc en Grave, van Merum en half Asten, en diens eerste echtgenote.
(waarschijnlijk een dochter van Jan van Putten). Het bezit van Katendrecht wordt in leen gegeven door Jan van Cuyk aan Nicolaas van Putten: 8.7.1311 Jan Heer van Kuuc oorkondt, dat hij in leen heeft gegeven aan Heer Niclais van Putten en Striene de goederen en rechten die hij heeft in het ambacht van Katendrecht. Overigens wordt hij pas op 12 april 1260 voor het eerst vermeld als zoon van Hendrick: Jan, heer van Cuijk, bevestigt de gift door zijn vader Hendrik aan de abdij Mariënweerd gedaan, van zijn aandeel in het patronaatsrecht van de kerk te Beesd.

  • Vader:
    Ridder Hendrik III graaf van Kuyc3, zn. van Albert ridder van Kuyc (ridder, vermeld 1191-1233, Heer van Cuyk en Grave 1204-1233, van Herpen, Merum en half Asten 1220) en Heilwig van Merheim (erfdochter van Merum en half Asten), geb. circa 1195, ovl. in 1254, tr. (1) met
 

tr. circa 1260
met

Jutta van Nassau2,3, dr. van Hendrik II 'de Rijke' graaf van Nassau (graaf, bouwt de Dillenburg) en Machteld van Gelre, geb. circa 1240 (circa 1240, schatting), gravin van Nassau, vermeld 1285-1313, ovl. na 25 jan 1312.

 


Jutta van Nassau.
Bij de Nassause deling van 16 december 1255  zien we als zegelende getuige graaf Emich van Leiningen. Een eerdere verwantschap tussen Leiningen en Nassau is niet bekend. Het zou dus best mogelijk zijn dat graaf Otto II van Nassau reeds voor 16 december 1255 was gehuwd met Agnes van Leiningen. Opmerkelijke afwezige in dit delingsverdrag was zus Jutta die volgens Coldeweij ca.1260 zou huwen met Jan I van Kuyc. De eerste maal dat Jan I wordt genoemd als getuige voor zijn zwager - de elect Jan van Nassau - was pas in 1274. Het is overigens best mogelijk dat Jutta in december 1255 nog onmondig was en/of haar minimale huwelijkse leeftijd nog niet zou hebben bereikt. Verder door filosoferend zou Jutta dus geboren moeten zijn na december 1243. Haar ouders, graaf Hendrik II van Nassau en Mechteld van Gelre worden voor het laatst genoemd in 1247 zodat dat gegeven haar hypothetische geboortejaar niet in de weg staat. Omdat haar ouders al voor 1221 waren gehuwd zal Jutta het nakomertje in het gezin zijn geweest.

Uit dit huwelijk 8 kinderen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem*1265  †1303  38
Agnes  †1345   
Aleidis     
Kunigunde*1270  †1329  59
NN     
Hendrick  †1304   
Otto     
Mechteld  †1320 Batenburg  



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883
2.Genealogie van Nassau (B 150), ir B.T. Wilschut, Uitgeverij Kronieken, 978-90-8860-0005-0, Amsterdam, 2009 (blz. 4)
3.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 69)

Jutta van Nassau
 
Jutta van Nassau1,2, geb. circa 1240 (circa 1240, schatting), gravin van Nassau, vermeld 1285-1313, ovl. na 25 jan 1312.


Jutta van Nassau.
Bij de Nassause deling van 16 december 1255  zien we als zegelende getuige graaf Emich van Leiningen. Een eerdere verwantschap tussen Leiningen en Nassau is niet bekend. Het zou dus best mogelijk zijn dat graaf Otto II van Nassau reeds voor 16 december 1255 was gehuwd met Agnes van Leiningen. Opmerkelijke afwezige in dit delingsverdrag was zus Jutta die volgens Coldeweij ca.1260 zou huwen met Jan I van Kuyc. De eerste maal dat Jan I wordt genoemd als getuige voor zijn zwager - de elect Jan van Nassau - was pas in 1274. Het is overigens best mogelijk dat Jutta in december 1255 nog onmondig was en/of haar minimale huwelijkse leeftijd nog niet zou hebben bereikt. Verder door filosoferend zou Jutta dus geboren moeten zijn na december 1243. Haar ouders, graaf Hendrik II van Nassau en Mechteld van Gelre worden voor het laatst genoemd in 1247 zodat dat gegeven haar hypothetische geboortejaar niet in de weg staat. Omdat haar ouders al voor 1221 waren gehuwd zal Jutta het nakomertje in het gezin zijn geweest.

 

tr. circa 1260
met

Jan I van Kuyc3,1, zn. van Ridder Hendrik III graaf van Kuyc en Agnes Jansdr Putten van Persijn, geb. circa 1230, heer van Kuyc en Grave, ovl. op 13 jul 1308.

 


Jan I van Kuyc.
Vermeld 1260-1308, heer van Kuyc en Grave 1254-1308, heer van Merum en Neerloon, heer van Kuyc en Grave ter opvolging van zijn vader 1254; tevens heer van Merum en Neerloon; verbindt zich met hertog Jan I van Brabant (doch met voorbehoud tegenover Gelre) 31-10-1286 en strijdt, als aanvoerder van een afdeling (conroot) waarin ook de banner-eenheden van Arkel en Heusden waren opgenomen, met hertog Jan I mee bij Woeringen 5-6-1288; organisator van de ontvoering van graaf Floris V van Holland 1296; vermeld t/m 1308; zn. van Hendrik III van Kuyc, ridder, heer van Kuyc en Grave, van Merum en half Asten, en diens eerste echtgenote.
(waarschijnlijk een dochter van Jan van Putten). Het bezit van Katendrecht wordt in leen gegeven door Jan van Cuyk aan Nicolaas van Putten: 8.7.1311 Jan Heer van Kuuc oorkondt, dat hij in leen heeft gegeven aan Heer Niclais van Putten en Striene de goederen en rechten die hij heeft in het ambacht van Katendrecht. Overigens wordt hij pas op 12 april 1260 voor het eerst vermeld als zoon van Hendrick: Jan, heer van Cuijk, bevestigt de gift door zijn vader Hendrik aan de abdij Mariënweerd gedaan, van zijn aandeel in het patronaatsrecht van de kerk te Beesd.

Uit dit huwelijk 8 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem*1265  †1303  38
Agnes  †1345   
Aleidis     
Kunigunde*1270  †1329  59
NN     
Hendrick  †1304   
Otto     
Mechteld  †1320 Batenburg  



Bronnen:
1.Genealogie van Nassau (B 150), ir B.T. Wilschut, Uitgeverij Kronieken, 978-90-8860-0005-0, Amsterdam, 2009 (blz. 4)
2.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 69)
3.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Willem van Kuyc
Willem van Kuyc, geb. in 1265, ridder vermeld 1295-1303, ovl. op 12 aug 1303.

 
 

tr. voor 1295
met

Sofia van Gymnich, dr. van Wenemar I van Gymnich en Johanna van Elsloo (erfgename van Hoogstraten), vrouwe van Hoogstraten, ovl. op 11 feb 1302.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan III*1295  †1357  62



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883
2.Genealogie van Nassau (B 150), ir B.T. Wilschut, Uitgeverij Kronieken, 978-90-8860-0005-0, Amsterdam, 2009 (blz. 4)
3.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 69)

Wenemar I van Gymnich
Wenemar I van Gymnich.

relatie
met

Johanna van Elsloo, dr. van Arnold van Elsloo en Ida ? , erfgename van Hoogstraten.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sofia  †1302   


Johanna van Elsloo
Johanna van Elsloo, erfgename van Hoogstraten.

relatie
met

Wenemar I van Gymnich.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sofia  †1302   


Sofia van Gymnich
Sofia van Gymnich, vrouwe van Hoogstraten, ovl. op 11 feb 1302.

tr. voor 1295
met

Willem van Kuyc, zn. van Jan I van Kuyc (heer van Kuyc en Grave) en Jutta van Nassau (gravin van Nassau, vermeld 1285-1313), geb. in 1265, ridder vermeld 1295-1303, ovl. op 12 aug 1303.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan III*1295  †1357  62


Cornelisz Pietersz van der Wal Kooyman
Cornelisz Pietersz van der Wal Kooyman1, geb. Polsbroek circa 1625, ovl. na 3 feb 1684.

tr. Polsbroek op 2 mrt 1653
met

Aentje Jacobs Buul, dr. van Jacob Bastiaensz Boonstoppel (burgemeester in 1658) en Aaltje Willems, geb. Polsbroek in 1630.

Uit dit huwelijk 10 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pieter*1654 Polsbroek 1731 Goudriaan 77
Jan~1655 Polsbroek †1699 Goudriaan 44
Aeltje~1657 Polsbroek    
Bastiaan~1659 Polsbroek    
Aert~1661 Goudriaan    
Maria~1663 Noordeloos †1705  42
Aefjen~1665 Goudriaan    
Jacob~1668 Goudriaan    
Aaltjen~1670 Goudriaan    
10 Geertjen~1674 Goudriaan    



Bronnen:
1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XV), Deel XV (blz. 85)

Aentje Jacobs Buul
Aentje Jacobs Buul, geb. Polsbroek in 1630.

tr. Polsbroek op 2 mrt 1653
met

Cornelisz Pietersz van der Wal Kooyman2, zn. van Pieter Aertsz. (kerkmeester te Goudriaan 1671) en Marijtgen Jansdr Coelen, geb. Polsbroek circa 1625, ovl. na 3 feb 1684.

Uit dit huwelijk 10 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Pieter*1654 Polsbroek 1731 Goudriaan 77
Jan~1655 Polsbroek †1699 Goudriaan 44
Aeltje~1657 Polsbroek    
Bastiaan~1659 Polsbroek    
Aert~1661 Goudriaan    
Maria~1663 Noordeloos †1705  42
Aefjen~1665 Goudriaan    
Jacob~1668 Goudriaan    
Aaltjen~1670 Goudriaan    
10 Geertjen~1674 Goudriaan    



Bronnen:
1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XV), Deel XV (blz. 131)
2.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XV), Deel XV (blz. 85)

Pieter Cornelisz van der Wal
Pieter Cornelisz van der Wal, geb. Polsbroek op 18 jan 1654, ged. aldaar op 19 jan 1654 (getuigen: Theunis Pietersz, oom en Fijcke Cornelis moije), begr. Goudriaan op 24 feb 1731.

tr. Goudriaan op 14 nov 1676
met

Marighjen Ariens Brouwer, geb. Noordeloos.


Bronnen:

1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XV), Deel XV (blz. 85)

Jan Cornelisz van der Wal
Jan Cornelisz van der Wal, ged. Polsbroek op 5 sep 1655, ovl. Goudriaan op 17 sep 1699.

otr. Goudriaan op 24 aug 1680, tr. Goudriaan in sep 1680
met

Ariaentje Jans, geb. Langerak, ovl. op 14 sep 1728, tr. (1) Goudriaan op 15 jun 1669 met Leendert Cornelisz de Redelijcheit, zn. van Cornelis Corneliszn de Redelijcheit en Ursel Florisdr, ged. Goudriaan op 5 okt 1636, ovl. aldaar voor aug 1680. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Bronnen:

1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XV), Deel XV (blz. 85)

Aeltje Pietersz
Aeltje Pietersz, ged. Polsbroek op 7 okt 1657 (getuige: Merrighje Jacobs de moije).



Bronnen:

1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XV), Deel XV (blz. 85)

Margaretha van Bercheyck
Margaretha van Bercheyck1, canonick capitulaer St Jans te Wyck, ovl. Utrecht op 24 nov 1673.

  • Vader:
    Johan van Bercheijck2,1, zn. van Bartholomeus van Berch Eyck en Aleid Momme, procureur te Rhenen, ovl. tussen 1 mei 1637 en 22 apr 1638 , begr. Rhenen (Cunerakerk) de hierna volgende tekst is overgenomen uit "Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de Provincie Utrecht", beschreven door P.C. Bloys van Treslon Prins, uitgave A. Oosthoek, anno 1919 te Utrecht.
    Deze lijst geeft een beeld van de in 1919 nog aanwezige zerken in de Cunerakerk, waarbij Bloys aantekent dat onder de vaste banken ook nog verscheidene zerken moeten liggen. Dit zal inderdaad het geval zijn geweest, daar thans in de Cunerakerk enige zerken te zien zijn die niet bij Bloys voorkomen. De nummering van de grafstenen is van Bloys afkomstig en correspondeert niet met de door de Cunerakerk gehanteerde nummering der graven.
    Grafnummering van de Kerk is 42.
    Dese groefstede hoort toe de erfgenamen van Za. Johan Bercheyck anno 1648.
    Graf nummer 68
    Opschrift: CVO.
    Van 1648 af is de advocaat Bergeyck eigenaar. Op de derde lijst is dat diens weduwe. Van de vijfde lijst af is Cornelis van Overmeer eigenaar. Op de zesde lijst is het de huisvrouw van Jan Sterk. Doch op de zevende lijst is Cornelis van Overmeer weer eigenaar "in plaats van Jan Sterk". In 1787 is het graf reeds vervallen aan de kerk, tr. (1) met

tr. Rhenen op 15 mrt 1635
met

Adrianus van Heurn, zn. van Dr Thomas Heurnius (notaris te Utrecht) en Deliana Hessels (wed. Jacob de Joure), ged. op 26 sep 1613, in leven secretaris capittel St. Jans te Utrecht, ovl. op 25 mrt 1658.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Justus~1648 Utrecht    



Bronnen:
1.Algemeen Nederlandsch Familieblad (ANF 001), van 1883 tot 1905
2.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Maria van Pallaes
Maria van Pallaes.

tr. op 16 feb 1660 (16 feb 1640)
met

Paulus van Heurn, zn. van Dr Thomas Heurnius (notaris te Utrecht) en Deliana Hessels (wed. Jacob de Joure), geb. Utrecht op 8 mrt 1621, ged. aldaar op 8 mrt 1621, Raad vroedschap Utrecht, ovl. op 5 mrt 1674.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Paulus*1659 Utrecht †1702 Oost Indië 42
Deliana     
Thomas*1649 Utrecht    



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Johan van Bercheijck
Johan van Bercheijck1,2, procureur te Rhenen, ovl. tussen 1 mei 1637 en 22 apr 1638 , begr. Rhenen (Cunerakerk) de hierna volgende tekst is overgenomen uit "Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de Provincie Utrecht", beschreven door P.C. Bloys van Treslon Prins, uitgave A. Oosthoek, anno 1919 te Utrecht.
Deze lijst geeft een beeld van de in 1919 nog aanwezige zerken in de Cunerakerk, waarbij Bloys aantekent dat onder de vaste banken ook nog verscheidene zerken moeten liggen. Dit zal inderdaad het geval zijn geweest, daar thans in de Cunerakerk enige zerken te zien zijn die niet bij Bloys voorkomen. De nummering van de grafstenen is van Bloys afkomstig en correspondeert niet met de door de Cunerakerk gehanteerde nummering der graven.
Grafnummering van de Kerk is 42.
Dese groefstede hoort toe de erfgenamen van Za. Johan Bercheyck anno 1648.
Graf nummer 68
Opschrift: CVO.
Van 1648 af is de advocaat Bergeyck eigenaar. Op de derde lijst is dat diens weduwe. Van de vijfde lijst af is Cornelis van Overmeer eigenaar. Op de zesde lijst is het de huisvrouw van Jan Sterk. Doch op de zevende lijst is Cornelis van Overmeer weer eigenaar "in plaats van Jan Sterk". In 1787 is het graf reeds vervallen aan de kerk.

tr. (1)
met

Elisabeth van Dompselaer2,1, dr. van Joost/Gerrit van Dompselaer (schepen van Utrecht) en Griet van Goir, geb. circa 1577, ovl. op 3 aug 1613.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aleid     
Gerard  †1695   
Margaretha  †1673 Utrecht  

relatie (2)
met

Elisabeth Lijster2, dr. van Huijbert Evertsz Lijster, ovl. voor nov 1605, tr. (2) met Johan de Keyser. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Elisabeth Lijster.
Vermoedelijk is haar vader Huijbert Lijster. Hij heeft een graf in de Cunerakerk te Rhenen onder nummer: 55.
nummer 74.
Graf nummer 21 (=Bloys nummer 74).
Aantal stenen: 6.
Opschrift: Willem Lijster.
Met diens (onbeschreven) wapen.
In 1648 is Willem Lijster eigenaar. Ten tijde van de tweede lijst is hij reeds overleden, want dan wordt dit graf aangeboden aan diens weduwe. Deze laatste wordt blijkbaar opgevolgd door de weduwe van de deurwaarder Evert Lijster. Deze weduwe wordt opgevolgd door de schepen Gerrit Lijster. Als zodanig komt deze laatste nog voor op de lijst van 1787.
Graf nummer 35.
Een halve groefstede.
Pas op de zevende lijst wordt er een andere eigenaar dan de kerk genoemd: schepen Gerrit Lijster, als hebbende nummer 36 daarvoor aan de kerk over­gege­ven. In 1787 is hij reeds overleden en zijn z'n kinderen eigenaar.
Graf nummer 36.
Van 1648 af zijn de weduwe of erfgenamen van Jerephaes Lijster eigenaar. Op de lijst van 1787 is het graf reeds vervallen aan de kerk. (Door overgave van schepen Gerrit Lijster; zie graf nummer 35.).
Graf nummer 67.
Aantal stenen: 6.
Opschrift: Mattheus Lijster.
Met diens (onbeschreven) wapen.
Van 1648 af is de slootmeester Jerephaes Lijster eigenaar. Op de derde lijst is dat de weduwe van Willem Lijster. Op de zesde lijst wordt Hendrik Meessen als eigenaar genoemd. Door de schriftelijke overgave van Hendrik Meessen wordt Woutertje van Prattenburg, weduwe van Cornelis van Manen, eigenaar.
Rhenen, Not. A. van Wijck.
17-11-1605.
Johan Vonck, als man en voocht van Claesken Lijsters als mede-erfgenaam van zal. Janne Lijsters, mitsgaders als speciaal procuratie hebbend van Johan van Wijck, Jan Vonck en Hillebrant Vonck Dircxz, gebroeders, en Hillebrant Vonck Roeloffsz, als erfgenamen van haar za. moeije Marie Vonck, weduwe van wijlen Dirck Lijster, en voorn. Johan Vonck Dircxz, hem sterk makende voor Jan Berntsz als man en voocht van (open), ook mede-erfgenaam van voorss. Marie Vonck, mitsgaders Guert Lijster als genomineerde momber van de kinderen van Gerrit Keijsers geprocreert bij Claesken Lijsters voornt. voor welcke kinderen de voorss. Johan Vonck, burgemeester, hem sterk makende en hij met Dirck Kreijvangers als mombers van de onmondige kinderen van za. Elisabeth Lijsters geprocreert bij Johan de Keijser, en Jan Berch als vader en voocht van zijn kind geprocreert bij zijn za. huijsfrouw Elisabeth Lijsters, hebben getransporteert.

Uit deze relatie 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bartholomeus Rhenen †1659 Rhenen  



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883
2.Algemeen Nederlandsch Familieblad (ANF 001), van 1883 tot 1905

Elisabeth van Dompselaer
Elisabeth van Dompselaer1,2, geb. circa 1577, ovl. op 3 aug 1613.

tr.
met

Johan van Bercheijck2,1, zn. van Bartholomeus van Berch Eyck en Aleid Momme, procureur te Rhenen, ovl. tussen 1 mei 1637 en 22 apr 1638 , begr. Rhenen (Cunerakerk) de hierna volgende tekst is overgenomen uit "Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de Provincie Utrecht", beschreven door P.C. Bloys van Treslon Prins, uitgave A. Oosthoek, anno 1919 te Utrecht.
Deze lijst geeft een beeld van de in 1919 nog aanwezige zerken in de Cunerakerk, waarbij Bloys aantekent dat onder de vaste banken ook nog verscheidene zerken moeten liggen. Dit zal inderdaad het geval zijn geweest, daar thans in de Cunerakerk enige zerken te zien zijn die niet bij Bloys voorkomen. De nummering van de grafstenen is van Bloys afkomstig en correspondeert niet met de door de Cunerakerk gehanteerde nummering der graven.
Grafnummering van de Kerk is 42.
Dese groefstede hoort toe de erfgenamen van Za. Johan Bercheyck anno 1648.
Graf nummer 68
Opschrift: CVO.
Van 1648 af is de advocaat Bergeyck eigenaar. Op de derde lijst is dat diens weduwe. Van de vijfde lijst af is Cornelis van Overmeer eigenaar. Op de zesde lijst is het de huisvrouw van Jan Sterk. Doch op de zevende lijst is Cornelis van Overmeer weer eigenaar "in plaats van Jan Sterk". In 1787 is het graf reeds vervallen aan de kerk.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aleid     
Gerard  †1695   
Margaretha  †1673 Utrecht  



Bronnen:
1.Algemeen Nederlandsch Familieblad (ANF 001), van 1883 tot 1905
2.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Joost/Gerrit van Dompselaer
Joost/Gerrit van Dompselaer1, geb. in 1549, schepen van Utrecht, ovl. Utrecht in 1606.

Joost/Gerrit van Dompselaer.
Joost, gedoopt in 1549, die in februari 1557, „nu Gerrit geheten" is gelegitimeerd. Deze belooft 27 jan 1570 om 240 pond te betalen als hij de nalatenschap van zijn vader verkrijg.
Mogelijk dezelfde als Gerrit van Domseler, van 1586-1588 schepen te Utrecht. Misschien dezelfde als Gerrit van Dompselaer, deurwaarder te Utrecht, gehuwd met Aeltgen. Waarschijnlijk dezelfde als Gheerhardt van Dompselaer,.
weduwnaar van Alijda Bor van Amerongen, die in 1606 overgaat tot scheiding en deling van haar nalatenschap tussen hem en zijn kinderen: Adriana, Elysabeth, Maria en Mor . Vermoedelijk dezelfde als Gerrit van Domseler, pachter van de Grote Gelderse tol, die f tussen 18 j u l i 1605 en 9 jan. 1607, en die o.m. een dochter Adriana had.

Hij had een bastaarddochter bij zijn „legitieme concubine" Griet van Goir.

Goudsmid, deurwaarder, Schepen, Gedeputeerde in de Staten-Generaal.

relatie (1)
met

Aleida Bor van Amerongen1, dr. van Johannes van Amerongen en Margaretha Hacke.

Uit deze relatie 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriaena     
Maria     

relatie (2)
met

Griet van Goir.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Elisabeth*1577  †1613  36



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Aleida Bor van Amerongen
Aleida Bor van Amerongen1.

relatie
met

Joost/Gerrit van Dompselaer1, zn. van Mor van Dompseler en Adriana Hackfort, geb. in 1549, schepen van Utrecht, ovl. Utrecht in 1606.

Joost/Gerrit van Dompselaer.
Joost, gedoopt in 1549, die in februari 1557, „nu Gerrit geheten" is gelegitimeerd. Deze belooft 27 jan 1570 om 240 pond te betalen als hij de nalatenschap van zijn vader verkrijg.
Mogelijk dezelfde als Gerrit van Domseler, van 1586-1588 schepen te Utrecht. Misschien dezelfde als Gerrit van Dompselaer, deurwaarder te Utrecht, gehuwd met Aeltgen. Waarschijnlijk dezelfde als Gheerhardt van Dompselaer,.
weduwnaar van Alijda Bor van Amerongen, die in 1606 overgaat tot scheiding en deling van haar nalatenschap tussen hem en zijn kinderen: Adriana, Elysabeth, Maria en Mor . Vermoedelijk dezelfde als Gerrit van Domseler, pachter van de Grote Gelderse tol, die f tussen 18 j u l i 1605 en 9 jan. 1607, en die o.m. een dochter Adriana had.

Hij had een bastaarddochter bij zijn „legitieme concubine" Griet van Goir.

Goudsmid, deurwaarder, Schepen, Gedeputeerde in de Staten-Generaal.

Uit deze relatie 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriaena     
Maria     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Adriaena van Dompselaer
Adriaena van Dompselaer1.

relatie
met

Diderik de Ridder.

Uit deze relatie 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aeltge     
Margaretha     
Willem     
NN     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Maria van Dompselaer
Maria van Dompselaer1.

relatie
met

Cornelis van Pallaes.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Cornelis van Pallaes
Cornelis van Pallaes.

relatie
met

Maria van Dompselaer1, dr. van Joost/Gerrit van Dompselaer (schepen van Utrecht) en Aleida Bor van Amerongen.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883