Cees Hagenbeek
Plectrude d'Autrasië
Plectrude (Blittrudis) d'Autrasië, geb. circa 650, ovl. Keulen [Duitsland] na 717.

Plectrude d'Autrasië.
Het privé leven van Pepijn werd bepaald door familiedrama's.  Getrouwd sinds 691 met Plectrude uit één van de machtigste families van Austrasië (vgl. 50), bij wie hij de zoons Drogo en Grimoald had, had hij een tweede echtgenote Alpaïde, met als zoons Karel en Childebrant. Tussen beide vrouwen, elk met hun eigen aanhang, bestond een enorme haat, hetgeen rond 705 cumuleerde tot de moord op de prelaat van Luik, St. Lambert, aanhanger van Plectrude. Kort daarop stierf Drogo en in april 714 werd Grimoald gedood op de graftombe van St. Lambert.  Tegen het einde van zijn leven stond Pepijn geheel onder de invloed van Plectrude en benoemde als zijn opvolger een bastaardzoon van Grimoald, mede uit wraak op de moord van Grimoald, dit ten koste van de zoons van Alpaïde en vier zoons van Drogo, die waarschijnlijk niet onschuldig waren aan deze moord. Deze fragile opvolging had desastreuze gevolgen kunnen hebben voor de opbouw van het rijk, ware het niet dat Karel, zoon van Alpaïs, kort na Pepijn's dood wist te ontsnappen.

tr. circa 684
met

Pippijn De Middelste de Herstal1,2 (Pepin van Herstal, Pepijn), zn. van Ansegisel van Autrasië (hertog der Franken) en Begga van Lander, geb. circa 645, hofmeier 687-714, ovl. Jupille a/d Maas op 16 dec 714.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Grimoald*685  †714 Lüttich [Duitsland] 29



Bronnen:
1.Het ontstaan van Leiden. (B 021), Freek Lugt, Primavera Pers, 978-90-5997-126-4, Leiden, 2012 (blz. 26)
2.Rijnland in de donkere eeuwen (B 051), Freek Lugt, Primavera, Leiden, 2021 (blz. 142)

Abigail van Brakel tot Heijmersteyijn
Abigail (Abigael) van Brakel tot Heijmersteyijn1.

otr. (1) Den Haag op 21 jul 1675, tr. Den Haag op 28 jul 1675
met

Jhr Thomas van Rheede, zn. van Jhr Gerrit van Rheeden (luitenant in de compagnie van Kapitein Vijch, in het garnizoen te Burick) en Christina van Heurn, geb. voor 1638, ovl. tussen 1683 en 1700.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gijsbregt~1677 Leiden (Hooglandse Kerk)    

otr. (2) Rhenen op 29 nov 1683, tr. Veenendaal op 18 dec 1683
met

Mr Thomas Heurnius, zn. van Paulus van Heurn (Raad vroedschap Utrecht) en Maria van Pallaes, geb. Utrecht op 6 nov 1649, tr. (2) met M. Beukelaar. Uit dit huwelijk geen kinderen.

tr. (3)
met

Mr Gijsbert Hoogenhouck1, zn. van Joost van Hoogenhouck en Helena Postume, advocaat voor het Hof van Holland.

Mr Gijsbert Hoogenhouck.
[[zie ook: DNL 1920, scan 102, scan 55 Gijbert van Hoogenhouck secretaris van het Hof van Holland, zoon van Joost en Anna van Raephorst die ca 1577 trouwt met Maria Schriek.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Joost*1669 Den Haag †1762 Den Haag 92



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Aelbrecht van Brakel
Aelbrecht van Brakel, procureur van de Raad van Brabant.

otr. Den Haag op 17 jul 1605, tr.
met

Jvr Abigael van Berlicom.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Abigail     


Abigael van Berlicom
Jvr Abigael van Berlicom.

otr. Den Haag op 17 jul 1605, tr.
met

Aelbrecht van Brakel, procureur van de Raad van Brabant.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Abigail     


Gijsbert Hoogenhouck
Mr Gijsbert Hoogenhouck1, advocaat voor het Hof van Holland.

Mr Gijsbert Hoogenhouck.
[[zie ook: DNL 1920, scan 102, scan 55 Gijbert van Hoogenhouck secretaris van het Hof van Holland, zoon van Joost en Anna van Raephorst die ca 1577 trouwt met Maria Schriek.

tr.
met

Abigail (Abigael) van Brakel tot Heijmersteyijn1, dr. van Aelbrecht van Brakel (procureur van de Raad van Brabant) en Jvr Abigael van Berlicom, tr. (2) met Mr Thomas Heurnius. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Joost*1669 Den Haag †1762 Den Haag 92



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Thomas Heurnius
Mr Thomas Heurnius, geb. Utrecht op 6 nov 1649.

  • Vader:
    Paulus van Heurn, zn. van Dr Thomas Heurnius (notaris te Utrecht) en Deliana Hessels (wed. Jacob de Joure), geb. Utrecht op 8 mrt 1621, ged. aldaar op 8 mrt 1621, Raad vroedschap Utrecht, ovl. op 5 mrt 1674, tr. op 16 feb 1660 (16 feb 1640) met

otr. (1) Rhenen op 29 nov 1683, tr. Veenendaal op 18 dec 1683
met

Abigail (Abigael) van Brakel tot Heijmersteyijn1, dr. van Aelbrecht van Brakel (procureur van de Raad van Brabant) en Jvr Abigael van Berlicom.

tr. (2)
met

M. Beukelaar.


Bronnen:

1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Jacob Daniël Eberstadt
Jacob Daniël Eberstadt, geb. Hilsbach [Duitsland] in 1790, ged. Bornheim (bij Frankfurt) [Duitsland] op 28 okt 1821, koopman, ovl. Oberhollenberg [Duitsland] op 16 feb 1832.

Jacob Daniël Eberstadt.
Jacob Daniël = Victor Eberstadt. Dat was zijn Joodse naam.

  • Vader:
    Friederich = Isaac Levi = Moses Löb Eberstadt, geb. Eberstadt (Baden) [Duitsland] circa 1750, rabbi en koopman, ovl. Boedighem bij Buchen (Odenwald, Baden) [Duitsland] voor 1809, begr. aldaar op het Joodse kerkhof, tr. met
  • Moeder:
    Elisabeth Susmann, dr. van Levy Susmann, geb. Hilsbach (Baden) [Duitsland] tussen 1750 en 1760, ovl. aldaar in 1834, begr. Waibstadt [Duitsland] in 1834 op de Joodse begraafplaats.

tr. Ründeroth [Duitsland] op 6 apr 1825
met

Wilhelmina Niebel, dr. van Johan Wilhelm Peter Niebel (timmerman) en Anna Gertrud (Maria Gertraud) Mücher, geb. Wallefeld [Duitsland] circa 1795, ovl. Winterswijk op 12 mrt 1859.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johann*1829 Hahn/Ründeroth †1908 Winterswijk 78


Wilhelmina Niebel
Wilhelmina Niebel, geb. Wallefeld [Duitsland] circa 1795, ovl. Winterswijk op 12 mrt 1859.

tr. Ründeroth [Duitsland] op 6 apr 1825
met

Jacob Daniël Eberstadt, zn. van Friederich = Isaac Levi = Moses Löb Eberstadt (rabbi en koopman) en Elisabeth Susmann, geb. Hilsbach [Duitsland] in 1790, ged. Bornheim (bij Frankfurt) [Duitsland] op 28 okt 1821, koopman, ovl. Oberhollenberg [Duitsland] op 16 feb 1832.

Jacob Daniël Eberstadt.
Jacob Daniël = Victor Eberstadt. Dat was zijn Joodse naam.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johann*1829 Hahn/Ründeroth †1908 Winterswijk 78


Johann Christian Viebahn
Johann Christian Viebahn, geb. Niedernhagen [Duitsland] op 18 jan 1779, maurer, ovl. Calsbach [Duitsland] op 9 sep 1838.

tr. Mariënheide [Duitsland] op 3 mrt 1823
met

Anna Magdalena Tasche, dr. van Johann Peter Tasche en Anna Magdalena Budde, ged. Obersiemerkusen [Duitsland] op 12 aug 1787, ovl. Calsbach [Duitsland] op 31 jan 1847.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Helene*1824 Kalsbach/Gummersbach †1891 Winterswijk 67


Anna Magdalena Tasche
Anna Magdalena Tasche, ged. Obersiemerkusen [Duitsland] op 12 aug 1787, ovl. Calsbach [Duitsland] op 31 jan 1847.

tr. Mariënheide [Duitsland] op 3 mrt 1823
met

Johann Christian Viebahn, zn. van J(ohann) Christoph Viebahn (landbouwer) en Engel Maria Schwager, geb. Niedernhagen [Duitsland] op 18 jan 1779, maurer, ovl. Calsbach [Duitsland] op 9 sep 1838.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Helene*1824 Kalsbach/Gummersbach †1891 Winterswijk 67


Régintrude Merovingiens
 
Régintrude (Ragentrude) (Regentrud) Merovingiens, van Neustrië, geb. circa 622, ovl. in 693.


Régintrude Merovingiens.
Langobardin, Schwester Rotheri II.

 

tr. (1)
met

Theodard d'Oeren de Maastricht, geb. in 620, bisschop van Tongeren (Maastricht) in 669, ovl. op 11 dec 680.

 

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Theodrada*640 Oeren [België] †710  70
Irmina*650  †708 Gunzenhausen [Duitsland] 58


tr. (3)
met

Theodor V hertog van Beieren, zn. van Théodon I van Beieren (Duc de Bavière 625-680) en Fara Balthes, geb. in 630, Herzog von Bayern um 695-717, ovl. op 15 dec 716.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willigarde*660 Autrasia [Frankrijk]    


Chrolanda van Laon
Chrolanda van Laon, geb. circa 680, ovl. voor apr 704.

Chrolanda van Laon.
zoon van Irmina en Chariveus.


Johan van Lynden
 
Ridder Johan (Jan) Heer van Lynden1 (van Lienden), geb. tussen 1320 en 1325, heer van Lienden, erfschenker, ovl. tussen 5 feb 1381 en jun 1381 .


Ridder Johan Heer van Lynden.
Raad van Hertog Reinald van Gelre vermeld in 1361 en 1371 Heer van Half Lienden, Leede, Oudeweerd, Ommeren, Erfschenker van Gelderland, in den slag bij Tiel op de strijdweerd tusschen Reinald VIII en zijn broeder Eduard 25 Mei 1361 gevangen genomen als trouw aanhanger van Hertog Reinald en naar het Kasteel Rozendaal gevoerd, doch vrijgelaten door tusschenkomst van Willem van Gennep,  Aartsbisschop en Keurvorst van Keulen. Hij was Raad van Hertog Reinald XII in 1371. Hij werd des anderen daags na St. Laurentius 1379 door Hertog Willem van Gulik en Gelre beleend met het Kasteel Ter Leede en het Erfschenkambt van Gelderland. Johan here van Lijnden verklaart 27 September 1365 Ydo bastaarddochter van Ot van Beynen en hare nakomelingen voor altoos vrij en ontheft haar van de keurmede, welke zij aan hem en aan zijn ouders verschuldigd was. Hij bezegelt 1 November 1368 met STEVEN VAN LIJNDEN de huwelijksvoorwaarden tusschen Hertog EDUARD en CATHARINA oudste dochter van Hertog ALBRECHT VAN BEIEREN. Hij bezegelt de oorkonde, waarbij Hertog EDUARD ingeval van kinderloos overlijden de terugbetallng der huwelijksgave zijner bruid CATHARINA waarborgt 1 November 1368. Hij belooft mede 25 Mei 1372 Graaf JAN VAN BLOIS schadeloos te zullen houden, wegens alle lofnisse die hij gheloeft heeft voer heren RUTGHER VAN LAECMONDE, Ridder, voer RUTGHER VAN RENWYC ende voer DYRYCKE DEN ROEDEN, knapen, in zake de nalatenschap van RUTGER VAN DEN LEWENBORCH. Hij verklaart 7 December 1375 met zijn gemalin MARGRIET VAN GENNEP, dat hun behuwdbroeder REINALD VAN BREDERODE, Heer van Gennep, hun het Huis Grunsfoort heeft overgedaan. Hij bezegelt 21 Febr. 1375 met STEVEN VAN LIJNDEN, Heer van Hijmen, een oorkonde ten behoeve van de St. Jans heeren in Arnhem.
Hij bezegelt 2 November 1376 met STEVEN VAN LIJNDEN en GOESSEN VAN LIJNDEN, Ridders, den zoenbrief van JAN VAN BLOIS en Hertogin MECHTELD ten behoeve van een aantal edelen en helpt 6 Januari 1377 den Landvrede oprichten tusschen JAN VAN BLOIS en MECHTELD en de Ridders van Overen Nederbetuwe. Hij bezegelt als Raad van Jan VAN BLOIS en MECHTELD dezer verdrag 21 Maart 1379 met WILLEM en MARIA, Hertog en Hertogin VAN GUILIK. Hij overleed vóór 11 Juni 1381. Hij huwde Ie in 1339 ELISABETH VAN DEN BERGH, Vrouwe van Millingen, dochter van FREDERIK VAN DEN BERGH, Heer van ‘s-Heerenberg, en ELISABETH VAN MILLINGEN.
Hij huwde 2e omstreeks 1365 MARGREET VAN GENNEP.
Zij liet zich na doode van haar zoon DIRK VAN LIJNDEN in 1408 beleenen met Lienden. Zij hertrouwde JOHAN VAN.
Looz, Heer van Heinsberg.

 
 

tr. (1)
met

Margaretha van Gennep1,2, dr. van Gerard (Johan) van Gennep en Johanna Both van der Eem, geb. in 1360, ovl. Gennep op 4 okt 1419.

 

Uit dit huwelijk een dochter:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johanna     

tr. (2) in 1353
met

Elisabeth van den Berghe, dr. van Willem van den Berghe (heer van Bergh) en Sophia van Bylandt (Erbin von Bylandt, Millingen und Pannerden), ovl. voor 1375.

Uit dit huwelijk een dochter:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Elisabeth     



Bronnen:
1.CBG (CBG 005), Centraal Bureau voor Genealogie (blz. 255)
2.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Gerard (Johan) van Gennep
 
Gerard (Johan) (Johan) van Gennep1,2, ovl. voor 1368.

tr. in 1347
met

Johanna (Johanna Both) Both van der Eem1,4,3 (Eem, van der), dr. van Hendrick Both van der Eem en Hadewich van Cralingen, geb. in Lotharingen circa 1317, ovl. Utrecht in 1373.

Johanna Both van der Eem.
Erfdochter van de Heerlijkheden van der Eem, van de Alm en kasteel Almstein.
Johanna "Janne" Both van der Eem, gelijftocht (1330), geboren vóór 1317, waarschijnlijk dochter van Hendrick [Both] van der Eem (zie V-b) en [Hadewich?].
Johanna wordt op 14 maart 1330 gelijftocht met "De tiende aan de Dussen op 50 a 60 pond" door haar echtgenoot Daniel van der Merwede. Zijn moet dus reeds getrouwd zijn in of vóór 1330. Voor het huwelijk zal ze minstens 12 jaar geweest zijn en dus geboren in of voor 1317. Ze kan dus geen dochter zijn van Margaretha van Arkel, waarvan wordt vermoed dat ze rond 1312/1318 geboren is.

Johanna is dus niet dezelfde persoon als Johanna Both van der Eem, dochter van Gijsbrecht van der Eem en Margaretha van Arkel. Toch moet ze nauw verwant zijn want haar zoon Daniel VIII van der Merwede was aanwezig met de oorkonde in verband met de huwelijksgift bij het echtpaar Johanna Both van der Eem en Jan van Gennep. Een mogelijkheid zou dus kunnen zijn dat Johanna een zuster is van Gijsbrecht. In dat geval is de aanwezige Daniel VIII van de Merwede een neef van Johanna Both van der Eem.
Geen zus van Gijsbrecht.
Overzicht van de relaties tussen Gijsbrecht en Johanna Both van der Eem.
Er volgt echter een huwelijk tussen Willem van Brederode en Margaretha van der Merwede. Van dit huwelijk is geen dispensatie in vierde graad bekend die echter wel zou moeten bestaan in eerder vermeld relatie. Het niet bestaan betekent niet dat het er niet geweest is, maar er van uitgaande dat deze niet nodig was betekent dat Gijsbrecht en Johanna geen broer en zuster waren maar een neef en nicht van elkaar. En dan is Daniel VIII van der Merwede en Johanna, dochter van Gijsbrecht en Johanna, achterneef en achternicht van elkaar, wat nog steeds zijn aanwezigheid verklaart bij de oorkonde van de huwelijksgift.
Familiewapen van der MerwedeJohanna is getrouwd vóór 14 maart 1330 met Daniel VII van der Merwede, vermeld (1317-1345), knaap (1325), ridder (1328), baanderheer (1341), heer van der Merwede, gesneuveld op 26 september 1345 te Staveren, zoon van Daniel VI van der Merwede (heer van de Merwede, Wieldrecht en Oversliedrecht) en Beatrix van Alkemade.

Gravure van het kasteel van der Merwede.
Aan de noordzijde van Dordrecht ligt de ruine van het kasteel te Merwede. Het werd gebouwd voor 1307. Waarschijnlijk was de stichter Daniel's vader Daniel VI van der Merwede, maar dit kan niet met zekerheid gezegd worden. In 1410 was Margaretha van der Merwede, de echtgenote van Willem van Brederode, de bewoonster van dit kasteel. Het kasteel werd verwoest rond 1418. De restanten werden door de omwoners gebruikt, onder andere voor het bouwen van de Grote Kerk in Dordrecht. Met de Sint-Elisabethsvloed van 1421 werd het volledig een ruine dat met zijn funderingen in het water van de Merwede stond. In 1449 werd door de magistraat van Dordrecht verboden om nog verder stenen van de ruine te gebruiken.
1337: Akte van borgstelling door Johanna van Henegouwen, Willem IV, Gerard van Voorne en Daniël van de Merwede voor de lijfrentebrieven van Willem III aan Willem van Duivenvoorde.
Op 9 april 1341 begunstigde graaf Willem IV zijn getrouwen, waaronder Daniël van de Merwede met enkele feodale voorrechten, vanwege het feit dat zij kort tevoren baanderheren geworden waren. Deze bijzondere heffing heeft misschien plaatsgevonden tijdens of na het beleg van Doornik in september 1340. Een baanderheer was iemand die tenminste 50 gewapenden onder zijn banier kon aanvoeren.
Bron: "Creatie van de baanderheren", Brokken, pagina 60; "Heren van de Merwede", Lenselink, pagina 13, noot 57.
Het was met deze plechtigheid dat Jacob van Maerlant een gedicht voordroeg: "Die doot maect cont allene das / Wies de mensce werdich was. Scone vorme ende zuver leven / Selden sijn si gevriende bleven. Niet nes so diere, vondemens vele / Men sout copen omme niet te spele. Men weent langere omme goet / Dan men omme vriende doet. Omme vrient weent men lose trane / Maer om ghelt rechte vraye, ic wane. Alse vele alse wast dijn ghelt / Also vele wast met ghewelt. Die wille van vort te winne meer: / Ghelt wachtmen nauwe in allen keer. Hier endt nu altemale / Die proverbien van Juvenale.".
Bron: Nieky Klaus.
Mede hierdoor heeft hij het recht van onsterfelijk leen verkregen op zijn bezittingen, 'omme den voirsz. staet dair hi toe gecomen es mede te beledene ende te houdene als daer toe behoert'. Het zou niet besterven zolang hij een wettige nakomeling had bij Johanna, zijn vrouw, 'est zone, est dochter'. Na de dood van zijn kinderen zouden de lenen echter weer als rechte lenen vererven.
Bron: "Heren van de Merwede", Lenselink, pagina 13, noot 57; "Charters van Holland en Zeeland", deel II, van Mieris, pagina 649-650.
In de dramatische veldslag bij Staveren in 1345 kwamen veel Hollandse edelen om, onder hen Daniël van de Merwede. Tijdens die noodlottige gebeurtenis was zijn zoon, Daniël van de Merwede nog minderjarig. Hij trad pas voor het eerst op in 1348.
Bron: "De heren van Arkel", Groesbeek, pagina 178; Croniken, pagina 191, cLXXXI.

Uit dit huwelijk 2 dochters:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margaretha*1360  †1419 Gennep 59
Jolanda*1350 Gennep †1413 Santpoort 63



Bronnen:
1.CBG (CBG 005), Centraal Bureau voor Genealogie (blz. 111)
2.CBG (CBG 005), Centraal Bureau voor Genealogie (blz. 255)
3.Genealogie der Graven van Holland (DEK/HOL), Dr. A.W.E. Dek, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1969 (blz. 42)
4.Ons Voorgeslacht (OV 006), Schrijver: 196 (blz. 239)

Johanna Both van der Eem
Johanna (Johanna Both) Both van der Eem2,3,1 (Eem, van der), geb. in Lotharingen circa 1317, ovl. Utrecht in 1373.

Johanna Both van der Eem.
Erfdochter van de Heerlijkheden van der Eem, van de Alm en kasteel Almstein.
Johanna "Janne" Both van der Eem, gelijftocht (1330), geboren vóór 1317, waarschijnlijk dochter van Hendrick [Both] van der Eem (zie V-b) en [Hadewich?].
Johanna wordt op 14 maart 1330 gelijftocht met "De tiende aan de Dussen op 50 a 60 pond" door haar echtgenoot Daniel van der Merwede. Zijn moet dus reeds getrouwd zijn in of vóór 1330. Voor het huwelijk zal ze minstens 12 jaar geweest zijn en dus geboren in of voor 1317. Ze kan dus geen dochter zijn van Margaretha van Arkel, waarvan wordt vermoed dat ze rond 1312/1318 geboren is.

Johanna is dus niet dezelfde persoon als Johanna Both van der Eem, dochter van Gijsbrecht van der Eem en Margaretha van Arkel. Toch moet ze nauw verwant zijn want haar zoon Daniel VIII van der Merwede was aanwezig met de oorkonde in verband met de huwelijksgift bij het echtpaar Johanna Both van der Eem en Jan van Gennep. Een mogelijkheid zou dus kunnen zijn dat Johanna een zuster is van Gijsbrecht. In dat geval is de aanwezige Daniel VIII van de Merwede een neef van Johanna Both van der Eem.
Geen zus van Gijsbrecht.
Overzicht van de relaties tussen Gijsbrecht en Johanna Both van der Eem.
Er volgt echter een huwelijk tussen Willem van Brederode en Margaretha van der Merwede. Van dit huwelijk is geen dispensatie in vierde graad bekend die echter wel zou moeten bestaan in eerder vermeld relatie. Het niet bestaan betekent niet dat het er niet geweest is, maar er van uitgaande dat deze niet nodig was betekent dat Gijsbrecht en Johanna geen broer en zuster waren maar een neef en nicht van elkaar. En dan is Daniel VIII van der Merwede en Johanna, dochter van Gijsbrecht en Johanna, achterneef en achternicht van elkaar, wat nog steeds zijn aanwezigheid verklaart bij de oorkonde van de huwelijksgift.
Familiewapen van der MerwedeJohanna is getrouwd vóór 14 maart 1330 met Daniel VII van der Merwede, vermeld (1317-1345), knaap (1325), ridder (1328), baanderheer (1341), heer van der Merwede, gesneuveld op 26 september 1345 te Staveren, zoon van Daniel VI van der Merwede (heer van de Merwede, Wieldrecht en Oversliedrecht) en Beatrix van Alkemade.

Gravure van het kasteel van der Merwede.
Aan de noordzijde van Dordrecht ligt de ruine van het kasteel te Merwede. Het werd gebouwd voor 1307. Waarschijnlijk was de stichter Daniel's vader Daniel VI van der Merwede, maar dit kan niet met zekerheid gezegd worden. In 1410 was Margaretha van der Merwede, de echtgenote van Willem van Brederode, de bewoonster van dit kasteel. Het kasteel werd verwoest rond 1418. De restanten werden door de omwoners gebruikt, onder andere voor het bouwen van de Grote Kerk in Dordrecht. Met de Sint-Elisabethsvloed van 1421 werd het volledig een ruine dat met zijn funderingen in het water van de Merwede stond. In 1449 werd door de magistraat van Dordrecht verboden om nog verder stenen van de ruine te gebruiken.
1337: Akte van borgstelling door Johanna van Henegouwen, Willem IV, Gerard van Voorne en Daniël van de Merwede voor de lijfrentebrieven van Willem III aan Willem van Duivenvoorde.
Op 9 april 1341 begunstigde graaf Willem IV zijn getrouwen, waaronder Daniël van de Merwede met enkele feodale voorrechten, vanwege het feit dat zij kort tevoren baanderheren geworden waren. Deze bijzondere heffing heeft misschien plaatsgevonden tijdens of na het beleg van Doornik in september 1340. Een baanderheer was iemand die tenminste 50 gewapenden onder zijn banier kon aanvoeren.
Bron: "Creatie van de baanderheren", Brokken, pagina 60; "Heren van de Merwede", Lenselink, pagina 13, noot 57.
Het was met deze plechtigheid dat Jacob van Maerlant een gedicht voordroeg: "Die doot maect cont allene das / Wies de mensce werdich was. Scone vorme ende zuver leven / Selden sijn si gevriende bleven. Niet nes so diere, vondemens vele / Men sout copen omme niet te spele. Men weent langere omme goet / Dan men omme vriende doet. Omme vrient weent men lose trane / Maer om ghelt rechte vraye, ic wane. Alse vele alse wast dijn ghelt / Also vele wast met ghewelt. Die wille van vort te winne meer: / Ghelt wachtmen nauwe in allen keer. Hier endt nu altemale / Die proverbien van Juvenale.".
Bron: Nieky Klaus.
Mede hierdoor heeft hij het recht van onsterfelijk leen verkregen op zijn bezittingen, 'omme den voirsz. staet dair hi toe gecomen es mede te beledene ende te houdene als daer toe behoert'. Het zou niet besterven zolang hij een wettige nakomeling had bij Johanna, zijn vrouw, 'est zone, est dochter'. Na de dood van zijn kinderen zouden de lenen echter weer als rechte lenen vererven.
Bron: "Heren van de Merwede", Lenselink, pagina 13, noot 57; "Charters van Holland en Zeeland", deel II, van Mieris, pagina 649-650.
In de dramatische veldslag bij Staveren in 1345 kwamen veel Hollandse edelen om, onder hen Daniël van de Merwede. Tijdens die noodlottige gebeurtenis was zijn zoon, Daniël van de Merwede nog minderjarig. Hij trad pas voor het eerst op in 1348.
Bron: "De heren van Arkel", Groesbeek, pagina 178; Croniken, pagina 191, cLXXXI.

tr. (1) in 1347
met

Gerard (Johan) (Johan) van Gennep2,4, ovl. voor 1368.

 

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margaretha*1360  †1419 Gennep 59
Jolanda*1350 Gennep †1413 Santpoort 63

tr. (2)
met

Daniel V Danielsz (Daniel V) van der Merwede1, zn. van Daniël IV Daniels van der Merwede (vermeld 1288) en Beatrijs van Alkemade, geb. Dordrecht circa 1300, ovl. Warns op 26 sep 1345.

 


Daniel V Danielsz van der Merwede.
in 1308 verblijft de baljuw van Kennemerland: Renger Moenkijnsz op de Nieuwburg. In 1325 zien we dat de baljuw van Kennemerland en Friesland: Daniel van der Merwede het recht krijgt om te vissen in het Vronermeer, waarbij de opbrengst ten goede komt van de Nieuwburg.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Daniel VI  †1379   
Johanna  †1395   
Geertruid*1335     



Bronnen:
1.Genealogie der Graven van Holland (DEK/HOL), Dr. A.W.E. Dek, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1969 (blz. 42)
2.CBG (CBG 005), Centraal Bureau voor Genealogie (blz. 111)
3.Ons Voorgeslacht (OV 006), Schrijver: 196 (blz. 239)
4.CBG (CBG 005), Centraal Bureau voor Genealogie (blz. 255)

Dirk III van Lynden
 
Dirk III heer van Lynden1, heer van Lienden, ovl. na 7 feb 1359.


Dirk III heer van Lynden.
Vermeld als knape 1320 - , als ridder 1327-1359, erfschenker van de hertog van Gelre van 1339 tot aan zijn dood, raad van de hertog (1344, 1345, 1358), woonde op het huis Ter Lede (1355,1359), verkocht goederen te Deest e.o. 1327.

tr. circa 1312
met

Ermgard (Irmengard) van Keppel, dr. van Wolter van Keppel en Jutte van der Sluijs (stiftsjuffer te Bedbur).

 


Ermgard van Keppel.
vermeld 1327-1340.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan*1320  †1381  60
Steven     
Machteld     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Ermgard van Keppel
 
Ermgard (Irmengard) van Keppel.


Ermgard van Keppel.
vermeld 1327-1340.

 
 

tr. circa 1312
met

Dirk III heer van Lynden1, zn. van Steven van Lynden (knape, gegoed te Lienden), heer van Lienden, ovl. na 7 feb 1359.

 


Dirk III heer van Lynden.
Vermeld als knape 1320 - , als ridder 1327-1359, erfschenker van de hertog van Gelre van 1339 tot aan zijn dood, raad van de hertog (1344, 1345, 1358), woonde op het huis Ter Lede (1355,1359), verkocht goederen te Deest e.o. 1327.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan*1320  †1381  60
Steven     
Machteld     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Berthe de Prüm
Berthe (Bertrade) de Prüm, geb. Bitburg [Duitsland] Bitburg-Prüm in 670, stichtster van de abdij in Prüm in 721, ovl. Laon [Frankrijk] op 16 jul 721.

Berthe de Prüm.
zij gaf een belangrijke schenking in de vorm van grond, verkregen uit de erfenis van haar voorouders, voor de stichting van de abdij. De acte is medeondertekend door haar zoon Caribert en drie ongetwijfeld naaste bloedverwanten, Bernier, Rolande en Thierry, allen typisch Mérovingische namen.

 
 

tr.
met

Martin de Laon, zn. van Ansegisel van Autrasië (hertog der Franken) en Begga van Lander, geb. Laon [Frankrijk] circa 655, ovl. circa 696.

Martin de Laon.
Dux (une position militaire, Comte de Laon, comte de Laon, par opposition à un titre de noblesse ).

Uit dit huwelijk 2 kinderen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Rolinde*695     
Charibert*695  †762  67


Chariveus de Laon
Chariveus de Laon, geb. in 660, graaf (?) van Laon 680-692, ovl. tussen 692 en 696.

tr.
met

Irmina d'Oehren, dr. van Theodard d'Oeren de Maastricht (bisschop van Tongeren (Maastricht) in 669.) en Régintrude Merovingiens, geb. in 650 Juliaanse kalender, Fondatrice de l'Abbaye d'Echternach (L) 697, Abbesse d'Oeren de 698-706 (, ovl. Gunzenhausen [Duitsland] in dat laatste jaar was zij non op 24 dec 708, tr. (2) circa 670 met haar zwager Hugobert de Baviere d'Autrasië. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Irmina d'Oehren.
niet te verwarren met Irmina van Ören, die als schoonmoeder van Berthe van Prüm vermeld werd in "Les Ancêtres de Charlemagne", maar nu als tante van "onze" Irmina voorkomt, zuster van Theodrada de echtgenote van Hugobert (vgl. haar ouders).

Uit dit huwelijk een dochter:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Chrolanda*680  †704  23


Irmina d'Oehren
Irmina d'Oehren, geb. in 650 Juliaanse kalender, Fondatrice de l'Abbaye d'Echternach (L) 697, Abbesse d'Oeren de 698-706 (, ovl. Gunzenhausen [Duitsland] in dat laatste jaar was zij non op 24 dec 708.

Irmina d'Oehren.
niet te verwarren met Irmina van Ören, die als schoonmoeder van Berthe van Prüm vermeld werd in "Les Ancêtres de Charlemagne", maar nu als tante van "onze" Irmina voorkomt, zuster van Theodrada de echtgenote van Hugobert (vgl. haar ouders).

 
 

tr. (1)
met

Chariveus de Laon, zn. van Robert (Chrotbert II) van Haspengau (paltsgraaf van Arras en van Haspengau) en Théodrada de Thérouane, geb. in 660, graaf (?) van Laon 680-692, ovl. tussen 692 en 696.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Chrolanda*680  †704  23

tr. (2) circa 670
met

Hugobert de Baviere d'Autrasië, zn. van Alberic d'Aquitanië en Adèle von Thurngau, geb. circa 643, senechal 693, ovl. Keulen [Duitsland] circa 693, tr. (1) met Theodrada de Hesbaye, dr. van Theodard d'Oeren de Maastricht (bisschop van Tongeren (Maastricht) in 669.) en Régintrude Merovingiens, geb. Oeren [België] in 640, ovl. in 710. Uit dit huwelijk geen kinderen.