Cees Hagenbeek
Gautier of Wautiez I de Montigny et de Pecquencourt
Gautier of Wautiez I Seigneur de Montigny et de Pecquencourt, seigneur de Montigny.

Gautier of Wautiez I Seigneur de Montigny et de Pecquencourt.
en 1077 (ou en 1079 selon d'autres auteurs), Guatier 1er (Wautiez), seigneur de Montigny  et de Pecquencourt  ainsi que Sohier, seigneur de Los  et de Courcelles  (France ), fondent à Aquis-Cinctum  (petite île sur la Scarpe ), un monastère de l'ordre de Saint-Benoît, dépendant de l'abbaye d'Anchin , dans un lieu que leur abandonna Alselme de Ribemont , seigneur du comté d'Ostrevant  et châtelain de Valenciennes.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Oprime I     


Gijsbrecht Dirksz van Loenersloot
 
Gijsbrecht Dirksz van Loenersloot, vermeld 1285-1294.

 

tr.
met

dochter van Hugo Botter van de Lede (Hugo Botter van Arkel).

dochter van Hugo Botter van de Lede.
Eerder in een discussie over de heren van Loenersloot was.
opgevallen dat rond 1400 de hoofdstam Loenersloot nog in het bezit was van Arkelse leengoederen: 1/4 van de tienden van Noordeloos; 1/3 van de tiende in de Beemd in Hoog-Blokland. Loenersloot moet dit bezit verworven hebben middels een huwelijk van een stamvader met een dochter van Hugo Botter van Arkel aangezien we vanaf 1300 de benaming Hugo Botter voor een jongere Van Loenersloot-telg aantreffen. Hun Arkelse leengoed zal derhalve uit het patrimonium van Hugo Botter zijn gekomen.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hendrik     
Hugo     
Jutte     


Hendrik van Loenersloot
Hendrik van Loenersloot, vermeld 1308-1330.

 

tr.
met

Elisabeth ? van Brederode, dr. van Dirk II 'de Goede' van Brederode (3e Heer van Brederode 1285, baljuw van Kennemerland 1288) en Maria van der Lecke.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gijbrecht     


Isabella Clare of Gloucester
Isabella Clare of Gloucester, geb. circa 1171, ovl. in nov 1217.

tr. Marlebridge [Groot Brittanië] op 29 sep 1189
met

Jan koning Zonder Land Plantagenet1 (John Lackland, van Engeland), zn. van Hendrik II 'Curlmantle' Plantagenet (koning van Engeland 1154-1189) en Eleonore hertogin Aquitanië-Poitou (koningin van Frankrijk en Engeland), geb. Beaumont Beaumont Palace, Oxford op 27 dec 1166, koning van Engeland 1199-1216, ovl. Newark Castle, Lincolnshire [Groot Brittanië] op 19 okt 1216, tr. (2) circa 1187 met Agatha de Ferrers, geb. Staffordshire [Groot Brittanië] in 1168. Uit dit huwelijk 3 kinderen.

 


Jan koning Zonder Land Plantagenet.
1189 Comte de Mortain, 3.9.1189 st. Earl of Gloucester, Earl of Cornwall, 27.5.1199 divorced, 27.5.1199 King, 1203 Duc de Normandie, Comte d'Anjou, 1204 Normandie von France erobert.

Als er verkiezingen zijn voor 'de slechtste koning van Engeland' staat hij altijd wel in de top-3 - en meestal op de eerste plaats. Het zal daarbij niet helpen dat hij in populaire (teken)films over Robin Hood, Ivanhoe en Richard Leeuwenhart de rol van slechterik vervult. Zijn bijnaam kreeg hij al in zijn jeugd, en in zijn latere leven zou hij er op desastreuze wijze nadere invulling aan geven.
Het gaat over koning Jan van Engeland. Hij was lid van het huis Plantagenet en werd in 1166 geboren als jongste zoon van koning Hendrik II. Omdat hij met drie oudere broers waarschijnlijk nooit veel grond zou bezitten, luidde zijn bijnaam al snel John Lackland/Jean Sans Terre: Jan Zonder Land.
En dat terwijl zijn familie de scepter zwaaide over een enorm gebied. De Plantagenets hadden het niet alleen voor het zeggen in Engeland, maar ook in Wales, het oosten van Ierland en de westelijke helft van Frankrijk.
Helaas voor Jan leek dit bezit dus allemaal aan zijn neus voorbij te gaan. Zijn oudere broers Hendrik de Jonge Koning, Godfried en Richard Leeuwenhart waren echter eerzuchtig en strijdlustig - zó eerzuchtig en strijdlustig dat ze constant met elkaar en hun vader Hendrik II in oorlog raakten. Jan profiteerde hiervan door zich als de trouwe, brave zoon op te werpen. Zijn vader beloonde die loyaliteit en gaf zijn jongste telg als dank steeds meer land.
Het lot leek Jan gunstig gezind, want in 1183 overleed Hendrik de Jonge Koning, in 1186 Godfried, in 1189 Hendrik II en in 1199 Richard. Jan had al op Engeland gepast toen Richard op kruistocht in het Beloofde Land zijn wereldfaam verwierf, maar nadat Leeuwenhart bij een belegering het leven liet, kreeg zijn broertje eindelijk de kans het rijk der Plantagenets alleen te bestieren.
Er was één kaper op de kust: zijn neefje Arthur, zoon van zijn broer Godfried. Jan sloot Arthur op in een kasteel in Normandië, waar hij in 1203 op mysterieuze wijze verdween. Volgens een middeleeuwse kroniek had Jan hem gedood, nadat hij stomdronken "door de duivel bezeten was" en hem in de Seine gegooid.
Koning Filips II van Frankrijk had het voorzien op de Franse bezittingen van Jan, en het verdwijnen van Arthur zorgde ervoor dat de plaatselijke adel de kant van Filips koos. In de jaren die volgden, verloor Jan Normandië en Bretagne. Hij was van Met Land weer (bijna) Zonder Land geworden.
Het gebiedsverlies in Frankrijk leidde in Engeland tot problemen. De adel dwong Jan in 1215 een document te tekenen dat zijn koninklijke almacht aan banden legde. Deze Magna Carta was de eerste stap in een eeuwenlang proces dat uiteindelijk van Engeland een parlementaire democratie zou maken.
Jan had meteen spijt van zijn handtekening en ontketende een burgeroorlog die als de Eerste Baronnenoorlog de geschiedenis in ging. De strijd verliep desastreus. Jan verloor verschillende veldslagen en liep dysenterie op, een chronische buikloop die hem in 1216 het leven kostte.



Bronnen:
1.NRC Handelsblad (NRC), dagblad, Vlaamse Mediahuis, Bart Funnekotter, Amsterdam

Sweder I van Zuylen van Abcoude
Sweder I van Zuylen van Abcoude, geb. circa 1230, Heer van Abcoude en Wijk bij Duurstede, ovl. in 1287.

Sweder I van Zuylen van Abcoude.
Waarschijnlijk vond rond 1260 de eerste belening van Duurstede plaats. Door de graaf van Gelre werd Zweder I van Zuylen van Abcoude beleend met het kasteel. Zijn vader Gijsbrecht van Zuylen, was leenman van Zuilenburg in Langbroek. Zweder I is hoogstwaarschijnlijk de bouwheer van het kasteel. Waarom hij zich van Zuylen van Abcoude noemde is onduidelijk. Wel weten we dat het kasteel Abcoude ook in bezit was van de van Zuylens. Hoewel de heren in Wijk zich Van Abcoude noemden, heeft er nooit echt een geslacht met die naam bestaan. De oorsprong van de toevoeging Van Abcoude aan de naam van Zuylen is niet duidelijk. Men veronderstelt dat Gijsbrecht of Zweder met een erfdochter Hendrikavan Abcoude getrouwd is geweest. Het is echter vrijwel zeker dat Zweder I getrouwd is geweest met Aafje van Schoonhoven en zijn zoon met een dochter van Nicolaas van Cats. Een andere mogelijkheid is dat de bisschop Hendrik van Vianden steun wilde hebben van de Van Zuylens, omdat zowel de graaf van Holland als de hertog van Gelre graag hun macht wilden uitbreiden in het bisdom Utrecht. Daarom heeft hij waarschijnlijk Zweder met Abcoude beleend. Hendrika van Abcoude blijft namelijk een niet te traceren figuur.

 

tr. (1)
met

Petronella van Beusichem, dr. van Ridder Steven van Bosinchem en Ava van Zulen van Anholt, geb. in 1228.

tr. (2)
met

Aafje (Afkijn, Afkyn) van Schoonhoven, geb. circa 1240, ovl. in 1290.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gijsbrecht II*1260  †1288  28


Jan II van de Lede
Jan II van de Lede, vermeld 1254.



Bronnen:

1.Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 688)

Hugo Botter (III) van de Lede en Schoonhoven
Hugo Botter (III) van de Lede en Schoonhoven, vermeld 1254-1261.



Bronnen:

1.Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 688)

Huprecht von Gertzen gen. Sintzich
Huprecht von Gertzen gen. Sintzich.

tr.
met

Sophia van Nesselrode.

 

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margaretha  †1528   


Ludgard van Keppel
Ludgard van Keppel.

  • Vader:
    Dirk van Keppel, zn. van Wolter II van Keppel, geb. Verwolde in 1245, heer van Keppel en Olbergen, ridder 1272, beleend met Olbergen op 26 jul 1279, strijdt in de slag bij Woeringen op 5 jun 1288, ovl. op 7 jul 1302, tr. circa 1280 met
 

tr.
met

Herman van Voorst en Rechteren, zn. van Herman van Voorst en Rechteren, ovl. in 1329.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sweder  †1339   


Wolter van Keppel
 
Wolter (Wolther III) van Keppel (Wolter van Overrijn), geb. Keppel circa 1283, ovl. op 30 mei 1330, begr. op 30 mei 1330.


Wolter van Keppel.
1330 ipso die Inventionis sanctae Crucis. Wouter, heer van Keppel, met zijne moeder Beatrix sticht in de kerk van Keppel verscheidene altaren, als aan St. Marie, aan het H. Kruis, aan St. Andreas, aan St. Nicolaas en aan St. Catharina. Aan elk van deze verzekert hij eenige inkomsten. Als uitvoerder van dezen last, die als zijn uiterste wil is te beschouwen, stelt hij aan zijne vrouw Jutta en zijn broeder Dirk, omdat hij zelf zwak en ziekelijk is. Deze hebben daarop nog bij heer Wouter's leven met zijn goedvinden en ook in overleg met Roderik heer van Voorst (zijn schoonzoon) en Beatrix, diens vrouw, Frederik (III) van der Ehze en Everard van Ulft, ridders, nader bepaald :...etc. (Med. Gelre 1916) (Nijhoff, Bijdr. IX, blz. 76.).
1307. Wolter van Keppel, zich noemende „consanguineus et fidelis" van den graaf van Cleve, verzoekt approbatie van de ruiling, die hij gedaan heeft van Nolcardïnc bij Grol aan Cleve leenroerig, tegen Rosepe en Hoeve te Geisteren met Wolter de Koere, knape. (Arch. Keppel.).
(Consanguineus, bloedverwant, meer dan vijf graden afstand.) Dus als moeder Beatrix werkelijk een dochter is van Dirk II van Moers en Elisabeth v.Isenberg zou daar Kleefs bloed in moeten zitten. Als Wolter doelde op de verwantschap via zijn vrouw Jutta van der Sluse met Kleef, dan zou eerder de term affinas of affinitas gebruikt worden.

Wolter III is getrouwd met Jutta van der Sluse. Zij krijgen geen zonen, maar vruchtbaar is het huwelijk wel. Zij worden gezegend met maar liefst acht dochters, waarvan de oudste Beatrijs wordt gedoopt.

In 1312 raakt Wolter betrokken in een gewapend conflict met Otto van Bylant en Borre van Doornik, waarin hij wordt bijgestaan door graaf Reinald I van Gelre. Wolter III lijkt aanvankelijk op goede voet te staan met Reinald I. Hij valt Reinald I af als diens zoon Reinald II zich tegen zijn vader gaat verzetten.

In 1313 treedt Wolter III als getuige op. In 1316 wordt hij als raadsvriend genoemd en in 1318 wordt hij leenman van Gelre in Overrijn. Na opnieuw een getuigenis in 1324 wordt hij in dat jaar samen met zijn broer Derck als raadslid genoemd. Wolter III staat ook op goede voet met de Utrechtse bisschop, want hij wordt in 1327 als schout van Salland belast met het bestuur van een gedeelte van het Oversticht.

De goede relatie met Utrecht is in 1330 voorbij, want Wolter III verklaart samen met andere Sallandse edelen de oorlog aan de bisschop. Als Wolter III in datzelfde jaar komt te overlijden sterft het geslacht Keppel met hem. Zijn erfdochter Beatrijs trouwt in 1330 net voor het overlijden van haar vader met Roderic I van Voorst, zodat de heerlijkheid in het geslacht Voorst terecht komt. Deze heren gaan zich voortaan Van Voorst en Keppel noemen.
Knape in 1302 en 1308,Ridder 1316,Leenman van Overrijn en Gelre in 1318.Raadslid 1324,1327 Schout van Salland.

  • Vader:
    Dirk van Keppel, zn. van Wolter II van Keppel, geb. Verwolde in 1245, heer van Keppel en Olbergen, ridder 1272, beleend met Olbergen op 26 jul 1279, strijdt in de slag bij Woeringen op 5 jun 1288, ovl. op 7 jul 1302, tr. circa 1280 met
 

tr. circa 1300
met

Jutte van der Sluijs, dr. van Arnoud van der Sluys en Agnes van der Lecke (vrouwe van Haamstede), geb. circa 1281, stiftsjuffer te Bedbur, gelijftocht aan de hof Olbergen op 25 sep 1323, ovl. op 11 okt 1338.

 

Uit dit huwelijk 8 dochters:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Beatrix  †1355   
Arnolda*1310  †1396  86
Ermgard     
Agnes  †1340   
Elisabeth     
Lutgardis     
Johanna     
Aleidis*1329  †1392  63


Sweder van Voorst
Sweder van Voorst.

tr.
met

Agneta van Loon.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Roderik  †1344   


Agneta van Loon
Agneta van Loon.

tr.
met

Sweder van Voorst, zn. van Herman van Voorst en Rechteren.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Roderik  †1344   


Hendrick de Geest
Hendrick de Geest, geb. circa 1652, gemeentesecretaris van Jutphaas, 1e klerk griffier hof van Utrecht, ovl. Utrecht circa 1697.

Hendrick de Geest.
deze Hendrick zou identiek kunnen zijn met de zoon van Sijmen de Geest en Adriaentge Jans van der Linden, die in die tijd in Utrecht woonden. In 1682 in 1682 wordt van Hendrick gezegd dat hij  "langen tyd geweest is eerste clercq griffie hove van Utrecht", en die in 1692 de man was van Sara van de Enden. Kennelijk was hij al wat ouder rond 1682-1692.

  • Vader:
    Sijmon Jelisz de Geest, zn. van Gilles Simonsz de Geest (glasschilder en staddsschilder) en Mechtelt Isaacs Knijf, geb. Utrecht circa 1608, groefbidder, lidmaat van de gereformeerde gemeente, belijdenis Utrecht op 31 mrt 1631, lid van het glazenmakersgilde te Utrecht in 1650, ovl. Utrecht, Duijtsen Huijskerck op 14 aug 1671, tr. (2) op 17 apr 1667 met Cunera de Leeuw. Uit dit huwelijk geen kinderen, otr. (1) Woerden in feb 16301, tr. Utrecht op 16 mrt 1630 met

otr. Jutfaas op 5 sep 1675, tr. Jutfaas op 27 sep 1675
met

Sara van de Ende, dr. van Justus van de Ende (schout van Jutphaas), woonde in de Nieuwstraat Utrecht in 1630.

Sara van de Ende.
Op 15-11-1679 vindt de uitkoop plaats van de kinderen van de overleden Heyltjen van Oosterhout, met name Coenraet van den Enden, Henrick de Geest als echtgenoot van Sara van den Enden, Anthony de Wilt als echtgenoot van Catharina van den Enden, Johan van Velsen als echtgenoot van Rebecca van den Enden en Cornelia van den Enden voor wie als gemachtigde optreedt haar vader Joost van den Enden, door Jacob van Hattum, coopman wonend te Utrecht, wedr. van Rebecca van Oosterhout. Het betreft de lyftocht uit de boedel van Rebecca van Oosterhout. De leden van de eerste party zyn voor 1/3e deel erfgenamen van Rebecca van Oosterhout. De tweede party, Jacob van Hattum, geniet 1/3e deel van dit 1/3e gedeelte en betaalt de leden van de eerste party ieder ƒ 334,6,-.

Uit dit huwelijk 4 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Simon~1676 Utrecht (Catharijnekerk)    
Benjamin~1679 Utrecht (Catharijnekerk)    
Cornelis~1686 Utrecht (Domkerk)    
Justus~1688 Utrecht (Catharijnekerk)    



Bronnen:
1.Trouwboek Utrecht (T 163), Het Utrechts archief, DTB Utrecht toeg.nr. 711, Inventarisnr.: 96, Utrecht, 1638 (16 mrt 1630 blz. 383)

Sara van de Ende
Sara van de Ende, woonde in de Nieuwstraat Utrecht in 1630.

Sara van de Ende.
Op 15-11-1679 vindt de uitkoop plaats van de kinderen van de overleden Heyltjen van Oosterhout, met name Coenraet van den Enden, Henrick de Geest als echtgenoot van Sara van den Enden, Anthony de Wilt als echtgenoot van Catharina van den Enden, Johan van Velsen als echtgenoot van Rebecca van den Enden en Cornelia van den Enden voor wie als gemachtigde optreedt haar vader Joost van den Enden, door Jacob van Hattum, coopman wonend te Utrecht, wedr. van Rebecca van Oosterhout. Het betreft de lyftocht uit de boedel van Rebecca van Oosterhout. De leden van de eerste party zyn voor 1/3e deel erfgenamen van Rebecca van Oosterhout. De tweede party, Jacob van Hattum, geniet 1/3e deel van dit 1/3e gedeelte en betaalt de leden van de eerste party ieder ƒ 334,6,-.

otr. Jutfaas op 5 sep 1675, tr. Jutfaas op 27 sep 1675
met

Hendrick de Geest, zn. van Sijmon Jelisz de Geest (groefbidder) en Adriaentgen Jans van der Linden, geb. circa 1652, gemeentesecretaris van Jutphaas, 1e klerk griffier hof van Utrecht, ovl. Utrecht circa 1697.

Hendrick de Geest.
deze Hendrick zou identiek kunnen zijn met de zoon van Sijmen de Geest en Adriaentge Jans van der Linden, die in die tijd in Utrecht woonden. In 1682 in 1682 wordt van Hendrick gezegd dat hij  "langen tyd geweest is eerste clercq griffie hove van Utrecht", en die in 1692 de man was van Sara van de Enden. Kennelijk was hij al wat ouder rond 1682-1692.

Uit dit huwelijk 4 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Simon~1676 Utrecht (Catharijnekerk)    
Benjamin~1679 Utrecht (Catharijnekerk)    
Cornelis~1686 Utrecht (Domkerk)    
Justus~1688 Utrecht (Catharijnekerk)    


Justus van de Ende
Justus (Joost) van de Ende, schout van Jutphaas, ovl. in 1691.


Hij krijgt 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sara     
Coenraedt     
Rebecca Jutfaas    
Cornelia     
Catharina     


Coenraedt van den Ende
Coenraedt van den Ende.

tr.
met

Heyltjen van Oosterhout, ovl. voor 15 nov 1679.

Heyltjen van Oosterhout.
samenvatting inhoud akte: van lyftocht uit de boedel van Rebecca van Oosterhout.
Verwijzingen: procuratie d.d. 3-11-1679 voor de griffie van het hof van Utrecht.
Bijzonderheden: leden eerste party zyn voor 1/3e deel erfgenamen van Rebecca van Oosterhout.


Rebecca van de Ende
Rebecca van de Ende, geb. Jutfaas.

tr. Jutfaas op 1 apr 1678
met

Jan van Velsen, zn. van NN van Velsen en Catharina van Sweserengh, geb. Utrecht.


Cornelia van de Ende
Cornelia van de Ende.

otr. Jutfaas op 10 feb 1685, tr. Jutfaas op 6 apr 1685
met

Glaudi de Kemp, zn. van Jan de Kemp en Willemina Stokmans, meester backer te Utrecht, ovl. in 1707, tr. (2) voor 1681 met Jannigien Plauwier, meester backer. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Glaudi de Kemp
Glaudi de Kemp, meester backer te Utrecht, ovl. in 1707.

otr. (1) Jutfaas op 10 feb 1685, tr. Jutfaas op 6 apr 1685
met

Cornelia van de Ende, dr. van Justus van de Ende (schout van Jutphaas).

tr. (2) voor 1681
met

Jannigien Plauwier, meester backer.


Jan van Velsen
Jan van Velsen, geb. Utrecht.

tr. Jutfaas op 1 apr 1678
met

Rebecca van de Ende, dr. van Justus van de Ende (schout van Jutphaas), geb. Jutfaas.