tr.
met
Caterine de Geest, dr. van Jacob Jelissen de Geest (glasschilder, soldaet onder Monsr.de Baers) en Anneke Hendrixc Stuijven, geb. circa 1645, tr. (1) met Christiaan Ossenhoorn. Uit dit huwelijk geen kinderen.
tr. voor 1690
met
Henrick de Geest2, zn. van Jacob Jelissen de Geest (glasschilder, soldaet onder Monsr.de Baers) en Anneke Hendrixc Stuijven, geb. circa 1647, pachter van de katerstede De Hinckenheuvel Ulft van 1688 tot 1724, pachter van de Diergaarde voor het huis Ulfft te Ulft van 1688 tot 1723.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hendrick | *1690 | †1753 | 63 | 4 | 4 | ||
2 | Jacobus | 1 | 1 |
1. | Doopboek Doesburg (D 282), Gelders Archief, DTB Doesburg, Inventarisnr.: 493.1, Rooms Katholiek, Doesburg, 1673 (14 mei 1673 blz. 12) |
2. | Rekeningen van de rentmeesters van Gendringen en Etten (R 001), Archief Huis Bergh, Inv. nr. 3767, fol. 20, van 1697 tot 1698 |
tr. Deventer op 26 jun 2010
met
Diederik Hagenbeek, tandarts te Deventer.
tr. (1) Zutphen op 17 okt 1658
met
Jacob Jelissen de Geest, zn. van Gilles Simonsz de Geest (glasschilder en staddsschilder) en Mechtelt Isaacs Knijf, ged. Utrecht op 16 nov 1614, glasschilder, soldaet onder Monsr.de Baers.
tr. (2) Zutphen op 8 apr 1688
met
Hans Peter Smit, militair, ruijter onder de majoor Reitesel.
tr. Zutphen op 8 apr 1688
met
Metten Heckhuijs (Haeckhuijs), geb. circa 1635, tr. (1) met Jacob Jelissen de Geest. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Metten Heckhuijs.
1660 Jacobs tweede vrouw "Metten Geest" is doopgetuige te Bergen op Zoom van het kind Metgen Hendriksen, medegetuige Hendrik Rosier; vader Gerrit Hendriksen.
tr. Maron [Indonesië] op 4 sep 1872
met
Adriana Frederika Maria Margdaretha (Adriana Frederika Maria) Poth, dr. van Hendrikus Adrianus Poth (Majoor der Genie. Ridder M.W.O.) en Johanna Diederika Sarima (Kratonese prinses), geb. Djokja [Indonesië] (Djokjakarta [Indonesië]) op 6 jul 1847, ovl. Malang [Indonesië] op 5 dec 1936 in Ned. Indië.
tr.
met
Henriëtte Caroline Poth, dr. van Hendrikus Adrianus Poth (Majoor der Genie. Ridder M.W.O.) en Catharina Blad, geb. circa 1833, ovl. Batavia [Indonesië] op 21 apr 1912.
tr. Jogjakarta [Indonesië] op 6 mei 1853
met
Hendrik Jacobus (Hendrik Jacobus Nicolaas) Poth, zn. van Hendrikus Adrianus Poth (Majoor der Genie. Ridder M.W.O.) en Johanna Diederika Sarima (Kratonese prinses), geb. Ambon op 26 jan 1835, opzichter Bureau Openbare Werken, ovl. Semarang (IND) [Indonesië] op 26 okt 1900.
tr. (1) in 1602
met
Frederick van Baer van Slangenburg, zn. van Derk van Baer van Slangenburg en Adriana Elisabeth baronesse Ripperda, geb. circa 1570.
tr. (2)
met
Frederik van de Schuppen.
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
tr. in 1602
met
Judith Ripperda, dr. van Herman baron Ripperda en Margriet (Margaretha) von Heyden tot Ransdorp, geb. circa 1570, tr. (2) met Frederik van de Schuppen. Uit dit huwelijk geen kinderen.
tr. circa 1570
met
Adriana Elisabeth baronesse Ripperda, dr. van Unico baron Ripperda (landdrost van Salland) en Judith van Twickelo (erfdochter van Weldam en Olydam), geb. circa 1540.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Frederick | *1570 | 1 | 0 | ||||
2 | Eggerick | 1 | 1 |
tr. circa 1570
met
Derk van Baer van Slangenburg, geb. circa 1540, ovl. op 24 mei 1591.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Frederick | *1570 | 1 | 0 | ||||
2 | Eggerick | 1 | 1 |
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
tr.
met
Judith baronesse Ripperda, dr. van Balthasar baron Ripperda Tot Oosterwijtwerd en Dijkhuizen en Sophia Valcke van de Veenhuys, geb. circa 1587.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Vincent | *1626 | †1681 | 55 | 1 | 0 |
tr.
met
Eggerick van Baer tot Brantsenborg, zn. van Derk van Baer van Slangenburg en Adriana Elisabeth baronesse Ripperda, luitenant en kapitein in het Staats Leger.
Eggerick van Baer tot Brantsenborg.
bij deze Monsieur de Baers, woonde in Amersfoort Anneke Hendricx Stuyven die met Jacob Jelissen de Geest trouwde in 1638. Hij werd luitenant van een compagnie, die vanaf 1632 en die behoorde tot het Regiment van Walraven Baron van Gent. Hij werd bij besluit van 20 februari 1632 door de Staten Generaal benoemd. In 1647 werd Jacob Schimmelpenninck van der Oye beleend, omdat hij Kell had gekocht van Eggerich van Baer.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Vincent | *1626 | †1681 | 55 | 1 | 0 |
tr.
met
Judith Ripperda, dr. van Herman baron Ripperda en Margriet (Margaretha) von Heyden tot Ransdorp, geb. circa 1570, tr. (1) met haar neef Frederick van Baer van Slangenburg, zn. van Derk van Baer van Slangenburg en Adriana Elisabeth baronesse Ripperda. Uit dit huwelijk geen kinderen.
tr.
met
Sophia Valcke van de Veenhuys, dr. van Herman Valcke van de Veenhuys en Johanna Schele, geb. Veenhuizen in 1565.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Judith | *1587 | 1 | 1 |
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
tr.
met
Balthasar baron Ripperda Tot Oosterwijtwerd en Dijkhuizen, zn. van Unico baron Ripperda (landdrost van Salland) en Judith van Twickelo (erfdochter van Weldam en Olydam), geb. in 1546, ovl. op 29 dec 1616.
Balthasar baron Ripperda Tot Oosterwijtwerd en Dijkhuizen.
Huiskroniek van Sweder Schele fo. 3/175.
Korte beschrivinge des levents van min ohm zaliger Balthasar Ripperda.
Desen Balthasar Ripperda is miner moder broder gewest, son van Unico Ripperda (her to Witwert, erffgeseten to Buxbergen end Weldam, drost van Salland) end van Judith van Twickelo, Johans van Twickelo, drosten in Twente, dochter im joget is hie to scholen geholden end folgends in Franckrick gesant om sprake te leren. Weder t'huisz kommende reet hie umher bi die frenden, stellede sick ock eens nader im krig onder Hertzog Erick van Brunswick, im dienst des konings van Hispanien onder ritmeister Johan van Plettenberg ten Walte? bi Melle im Stifft Osenbrugk T ). Plag veel bi sin zuster ter Schelenborg to wesen end hadde daer ock platz te have bi bischop Henrick van Sachsen-Lauenburg, met welken hie ock trock im Dennemarck bi den koning daerselvest. Quam averst wat swecklick wieder te huisz, avermitz averflodige hovische drancke bi den Duitschen. Namals befriede hie sick an Sophia Valke, Herman Valken ten Venhuisz, end Johanna Schelen dochter. End dewilen im Nederland die inlandsche krige tuschen koning end staten in zwang gingen, wardt hem geraden liver neutrael te bliven end hatte sick met sin frau in der Valken-hoff binnen Coesveldt end als siner frauen alderen (+ broder end folgends ock) die verstorven, fiel to deel dat huisz Venhuisz im Stifft Munster, daer hie folgends mit der woninge gebleven in vita privata.
T) na dode des vaders fiel rato sin deel die herlicheit Witwert.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Judith | *1587 | 1 | 1 |
tr. in 1669
met
Hendrina baronesse Schimmelpenninck van der Oye.
tr. in 1669
met
Vincent Adolf van Baer tot Brantsenborg, zn. van Eggerick van Baer tot Brantsenborg (luitenant en kapitein in het Staats Leger) en Judith baronesse Ripperda, geb. circa 1626, ovl. in 1681.