Machteld van Zuilen
Machteld van Zuilen1 (Mechteld Jansdr van Beverweerd van Zuylen, van Zuylen-Anholt van Zuijlen), vrouwe van Beverweerd.
Machteld van Zuilen.
vrouwe van Beverweerd, vermeld 27 febr 1356.
tr. (1) voor 7 aug 1354
met
Zweder van Vianen.
ridder, knape 22 dec. 1358, kocht 1 sept. 1366 in Weconde 12 morgen Iand, verwierf 4 april 1368 het go3d ten Vene aldaar, ridder 10 dec. 1375, kocht 23 okt. 1378 wederom landerijen en hofsteden o.a. te Werconde, te Jutfaas en in Schalkwijk, verwierf in 1381 het goed Ten Winkel in Werconde, 30 maart 1386 door zijn broeder Gijsbrecht beleend net het haankoren wit Houten en 10 febr. 1389 met het huis ten Goye, kocht 2 nov. 1392 land in Drielbergen en pachtte 12 juni 1393 land in Odijk. Akte van overdracht door Heynric van Bloemensteyn, knaap, aan heer Sweder van Vianen van zijn rente uit 1/2 hoeve land in Honswijk. 1375 ridder, knape 22 dec. 1358, kocht 1 sept. 1366 in Werconde 12 morgen land, verwierf 4 april 1368 het goed ten Vene aldaar, ridder 10 dec. 1375, kocht 23 okt. 1378 wederom landerijen en hofsteden o.a. te Werconde, te Jutfaas en in Schalkwijk, verwierf in 1381 het goed Ten Winkel in Werconde, 30 maart 1386 door zijn broeder Gijsbrecht beleend met het haankoren uit Houten en 10 febr. 1389 met het huis ten Goye, koaht 2 nov. 1392 land in Driebergen en pachtte 12 juni 1393 land in Odijk.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Gijsbrecht | | | †1442 | | | 1 | 1 |
tr. (2) eind 1343
met
Otto van IJsselstein1 (van Amstel IJsselstein), zn. van Gijsbrecht VI van Amstel van IJsselstein (heer van IJsselstein en Bensschop) en Bertha van Arkel van Heukelom, ovl. in 1353.
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
Margriet van Beusinchem
Margriet van Beusinchem1 (van Bosichem), geb. in 1275.
- Vader:
Ridder Hubert III (Hubrecht) van Culemborch1 (Hubert van Beusichem gezegd Schenck (Pincerna) de Bosinchem, Schenck van Bosinchem, van Bosichem, van Bosinchem), zn. van Ridder Hubert II van Bosinchem [de Schenk] (heer van Beusinchem, ridder 1258) en NN van Zuylen, geb. Beusichem in 1240, Heer van Beusinchem (Heer van Culemborg), ovl. Utrecht op 20 mrt 1309 (20 mrt 1300), tr. (1) circa 1280 met
| |
tr.
met
Ghijsbrecht uten Goye famulus1,2, zn. van Gijsbert II uten Goye (vermeld 1277-1299, heer van Hagestein) en Margaretha van Teylinghen tot Hagestein (vrouwe van Hagesteyn), geb. circa 1277, 2e burggraaf van Utrecht, ovl. circa 1334.
Ghijsbrecht uten Goye famulus.
in hem vlamde het verzet tegen de bisschop weer op, want toen Guy van Avesnes (bisschop van Utrecht 1301 - 1317) rond het jaar 1315 buiten het Sticht vertoefde, ondernam Ghisebrecht Uten Goye strooptochten in het Sticht en noemde zich weer onafhankelijk heer van Gaspewerde, Tull, 't Waal, Honswijk, Jaarsveld, Everdingen, Goberdingen Houten en 't Goy. Bij zijn terugkeer heeft de bisschop hem overwonnen en hem doen onthoofden. Vermeld wordt dat hij in het schip van de Mariakerk in Utrecht begraven zou zijn.
Bronnen:
Jutte van Bosinchem
Jutte van Bosinchem.
- Vader:
Ridder Hubert III (Hubrecht) van Culemborch1 (Hubert van Beusichem gezegd Schenck (Pincerna) de Bosinchem, Schenck van Bosinchem, van Bosichem, van Bosinchem), zn. van Ridder Hubert II van Bosinchem [de Schenk] (heer van Beusinchem, ridder 1258) en NN van Zuylen, geb. Beusichem in 1240, Heer van Beusinchem (Heer van Culemborg), ovl. Utrecht op 20 mrt 1309 (20 mrt 1300), tr. (1) circa 1280 met
| |
Bronnen:
Zweder I van Bosinchem en Vianen
Zweder I van Bosinchem en Vianen1,2, geb. circa 1225, ovl. tussen 1 apr 1285 en 1 apr 1287 .
Zweder I van Bosinchem en Vianen.
Vermeld 1248-1284, ridder in 1258, tevens maarschalk van de bisschop van Utrecht, kreeg de hofstede, later versterkt tot het Huis Vianen , eers’t van zijn vader en later van zijn broeder Hubert de Schenk in leen; kreeg 2 dec. 1271 van (de elect Jan van Nassau het recht om twee maal per jaar een markt te houden in zijn heerlijkheid Vianen, gaf 21 nov. 1281 samen met zijn neef Dirk Splinter van Bosinchem (tweede zoon van Hubert de Schenk), diens broeder Hubert toestemming tot verkoop van het kasteel Culemborg aan graaf Reinoud I van Gelre, waarna de graaf er Hubert mee beleende.
tr. Vianen circa 1252
met
Margaretha Jacobsdr van Vlotstale2 (Lichtenberg), dr. van Jacob Jansz van Vlotstale van Voorne (schepen van Utrecht, 1246-1260 | Heer van Lichtenberg) en Machteld Ghiselbert uten Goyensdr.
Margaretha Jacobsdr van Vlotstale.
Later heet de familie van Lichtenberg.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
Bronnen:
Margaretha Jacobsdr van Vlotstale
Margaretha Jacobsdr van Vlotstale1 (Lichtenberg).
Margaretha Jacobsdr van Vlotstale.
Later heet de familie van Lichtenberg.
- Vader:
Jacob Jansz (Jacob Janz) van Vlotstale van Voorne2,3 (Jakob Johannis v. Lichtenberch ?, Jacob Jansz van Vlotstale van Lichtenberg) (Vlotstale van Lichtenberg, van) Lichtenberg, van), zn. van Johannes de Vloitstale en NN van Leede, geb. circa 1247, schepen van Utrecht, 1246-1260 | Heer van Lichtenberg, vermoord in 1304, tr. (2) met NN van Wulven3, dr. van Ernst van Wulven en Margriet van Zuylen van Nijevelt. Uit dit huwelijk 2 kinderen, tr. (1) met
| |
tr. Vianen circa 1252
met
Zweder I van Bosinchem en Vianen5,1, zn. van Ridder Steven van Bosinchem en Ava van Zulen van Anholt, geb. circa 1225, ovl. tussen 1 apr 1285 en 1 apr 1287 .
Zweder I van Bosinchem en Vianen.
Vermeld 1248-1284, ridder in 1258, tevens maarschalk van de bisschop van Utrecht, kreeg de hofstede, later versterkt tot het Huis Vianen , eers’t van zijn vader en later van zijn broeder Hubert de Schenk in leen; kreeg 2 dec. 1271 van (de elect Jan van Nassau het recht om twee maal per jaar een markt te houden in zijn heerlijkheid Vianen, gaf 21 nov. 1281 samen met zijn neef Dirk Splinter van Bosinchem (tweede zoon van Hubert de Schenk), diens broeder Hubert toestemming tot verkoop van het kasteel Culemborg aan graaf Reinoud I van Gelre, waarna de graaf er Hubert mee beleende.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
Bronnen:
1. | Catharina van de Nesse, de vrouw van Willem van Montfoort, (B 061), B.de Keijzer, Hogenda, Ons Voorgeslacht (blz. 43) |
2. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
3. | Catharina van de Nesse, de vrouw van Willem van Montfoort, (B 061), B.de Keijzer, Hogenda, Ons Voorgeslacht (blz. 25) |
4. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak) (B 002), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (blz. 26) |
5. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak) (B 002), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (blz. 29) |
Alaerd van Bosinchem
Alaerd van Bosinchem.
Bronnen:
Elisabeth Zwedersdr van Bosinchem en Vianen
Elisabeth Zwedersdr van Bosinchem en Vianen1 (Bosinchem van Vianen, van), geb. circa 1260, ovl. circa 1300.
tr. (1) in 1280
met
Hendrik I van Montfoort.
Vermeld 1282-1298.
Hij werd in 1280/81 benoemd tot eerste burggraaf van Montfoort, uit het geslacht de Rovere. De bijbehorende bezittingen waren onder andere Blokland, Williskop, Heeswijk en Achthoven. Zijn ouders waren Roelof de Rovere (de Rode), heer van Mierlo en Odila van Montfoort, een dochter van Willem Everard, kastelein van Montfoort. Hendrik was in 1262[1] gehuwd met een dochter van Zweder van Bosichem. Ze kregen minstens twee kinderen. • Zweder de Rovere (1270-1330/31) 2e burggraaf van Montfoort • Roelof de Rovere (1285-1345) heer van Linschoten. Hij trouwde met Ada Symons van Benthem. Uit zijn huwelijk werd geboren: • Hadewig van Montfoort. Zij trouwde met Wouter van Isendoorn. Hij was een zoon van Willem I de Cock van Weerdenburg (1275-1318) en Mabelia van Arkel van Heukelom (1285-1317). In de volksverhalenbundel Merkwaardige kastelen staat een verhaal over Hendrik de Rovere opgetekend, stammend uit 1450. Hendrik werd na het overlijden van zijn oudste broer (dat is mogelijk Hendrik I van Mierlo) voogd over zijn twee dochters. Deze twee dochters hadden hun erfrechten verpacht aan diversen geestelijke kapittels van o.a. Sint Oedenrode, Hilvarenbeek en Oirschot. Oom Hendrik was het hier niet mee eens en hield met een huurleger enkele plunderingen in de deze geestelijke huizen, twee kanunniken in Sint Oedenrode lieten het leven bij deze plunderingen, waardoor Hendrik de Rovere moest vluchten. Door omzwervingen belandde hij in het Utrechtse land, sommige bronnen beweren dat door toedoen van zowel bisschop Jan II van Sierck als zowel Floris V van Holland hij door huwelijk met Oda of Odila van Montfoort burggraaf van Montfoort werd. Andere bronnen beweren dat de Montfoortse goederen in 1280 van Zweder van Bosichem waren en door huwelijk met zijn dochter de rechten aan Hendrik de Rovere kwamen en omdat Odila van Montfoort zijn moeder was.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
tr. (2)
met
Philips van Duivenvoorde (Jan van Wassenaar, van Polanen) ridder, zn. van Jan Philipsz van Duivenvoorde en Wassenaer (Ridder 1248, heer van Duivenvoorde) en Kerstine Ghisekijnsdr uter Liere, 1e Heer van Polanen, baljuw van Kennemerland, ovl. in 1308.
Philips van Duivenvoorde ridder.
Heer van Duivenvoorde en Polanen 1295, baljuw van Kennemerland 1291, ridder 1307. Werd 06.11.1295 door graaf Floris V beleend met Polanen, bij Monster in het Westland. Hij trok in 1298 namens graaf Jan I naar Frankrijk om een bondgenootschap met koning Philips IV te sluiten. Op 05.11.1303 deed hij met 3 andere heren uitspraak in een geschil over goederen in Tieselijnswaarde, terwijl hij 10.03.1304 door graaf Jan II werd begiftigd met 100 pond "tot betering van zijn leen".
Uit dit huwelijk 2 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Willem | *1290 | Haarlem | †1353 | Brussel [België] | 63 | 3 | 2 |
2 | Johan I | *1285 | Wassenaar | †1342 | Monster | 57 | 1 | 8 |
Bronnen:
1. | Catharina van de Nesse, de vrouw van Willem van Montfoort, (B 061), B.de Keijzer, Hogenda, Ons Voorgeslacht (blz. 43) |
2. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak) (B 002), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (blz. 29) |
3. | De heren van Amstel 1105-1378 (AMS/AMS), Th.A.A.M. van Amstel, Verloren, ISBN nummer: 9065502998, Hilversum, 1999 (blz. 153) |
Barthout Vincentsz Annocque
Barthout Vincentsz Annocque1, geb. circa 1615, poortier van de Noord- en Zuidpoort, ovl. op 23 mrt 1668.
- Moeder:
Annetje Jacobs2, geb. Brielle, ovl. voor 26 apr 1653, tr. (2) Brielle op 17 sep 1619 met Harman Janse2. Uit dit huwelijk geen kinderen.
tr. (1) Brielle op 11 dec 1640
met
Stijntge Jacobs1, ovl. op 24 aug 1650.
Stijntge Jacobs.
woont Briele.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Corstiaen | ~1648 | Brielle | 1692 | Oud-Beijerland | 44 | 1 | 9 |
tr. (2) Brielle op 10 apr 1658
met
Lijsbeth Arents1.
Bronnen:
Philips van Duivenvoorde
Philips van Duivenvoorde (Jan van Wassenaar, van Polanen) ridder, 1e Heer van Polanen, baljuw van Kennemerland, ovl. in 1308.
Philips van Duivenvoorde ridder.
Heer van Duivenvoorde en Polanen 1295, baljuw van Kennemerland 1291, ridder 1307. Werd 06.11.1295 door graaf Floris V beleend met Polanen, bij Monster in het Westland. Hij trok in 1298 namens graaf Jan I naar Frankrijk om een bondgenootschap met koning Philips IV te sluiten. Op 05.11.1303 deed hij met 3 andere heren uitspraak in een geschil over goederen in Tieselijnswaarde, terwijl hij 10.03.1304 door graaf Jan II werd begiftigd met 100 pond "tot betering van zijn leen".
tr.
met
Elisabeth Zwedersdr van Bosinchem en Vianen3 (Bosinchem van Vianen, van), dr. van Zweder I van Bosinchem en Vianen en Margaretha Jacobsdr van Vlotstale, geb. circa 1260, ovl. circa 1300.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Willem | *1290 | Haarlem | †1353 | Brussel [België] | 63 | 3 | 2 |
2 | Johan I | *1285 | Wassenaar | †1342 | Monster | 57 | 1 | 8 |
Bronnen:
tr. op 1 jan 1440
met
Celye Gillis van Herlaer1, dr. van Arend Jansz van Herlaer van Zuilichem (schepen van Zuilichem) en Aleydis bastaardin Pieck, ovl. in 1505, tr. (2) met Aert Cock van Haeften van Opijnen. de2. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Johanna | *1458 | | | | | 2 | 3 |
Bronnen:
Steven van Bosinchem
Ridder Steven (Stephanus) van Bosinchem, geb. Hubert van Bösichem bij H. Grote circa 1195, ovl. na 1249.
Ridder Steven van Bosinchem.
Ridder, vermeld 12 13-1249, ministerialis van de bisschop van Utrecht 1228, was in 1230 ridder ‘en pincerna (schenker) van de bisschop, deed 1233-1238 ,afstand van zijn rechten op tienden langs de Lek en de IJssel, ten zuiden van IJsselstein.
tr.
met
Ava van Zulen van Anholt (van Zuylen), dr. van Zweder van Zuijlen en N. Gisbertsdr von Brempt, geb. circa 1205, ovl. op 27 aug 1263.
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
Bronnen:
Ava van Zulen van Anholt
Ava van Zulen van Anholt (van Zuylen), geb. circa 1205, ovl. op 27 aug 1263.
tr.
met
Ridder Steven (Stephanus) van Bosinchem, zn. van Hubert van Bosinchem en Johanna van Zuijlen, geb. Hubert van Bösichem bij H. Grote circa 1195, ovl. na 1249.
Ridder Steven van Bosinchem.
Ridder, vermeld 12 13-1249, ministerialis van de bisschop van Utrecht 1228, was in 1230 ridder ‘en pincerna (schenker) van de bisschop, deed 1233-1238 ,afstand van zijn rechten op tienden langs de Lek en de IJssel, ten zuiden van IJsselstein.
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
Hubert van Bosinchem.
als ministerialis vermeld in 1196, leefde nog in 1213.
- Vader:
Rodolphus van Bosinchem1, geb. op 8 jun 1144, ovl. op 18 mrt 1174 of 1174, Hij krijgt geen kinderen, tr. met
| |
tr.
met
Johanna van Zuijlen, dr. van Steven van Zuijlen von Anholt (Herr von Anholt, ministeriaal, Procurator de Cleve) en Hadewich van Wiltenburg, geb. Zuilen op 21 nov 1145, ovl. Vianen op 8 mrt 1226.
Johanna van Zuijlen.
Allard I van Buren heer van Buren (ca. 1190 - voor 12 maart 1248)[2]. Hij trouwde met een dochter van Hubert I van Beusinchem (ca. 1195-voor 12 maart 1248).
Zij was een zuster van Steven van Bosinchem en dochter van Hubert I van Beusichem (ca. 1170-na 1213) en Johanna van Zuijlen.
Steven van Beusichem en Ava van Sulen zouden in dit geval familie zijn en dus dispensatie behoeven voor een rechtsgeldig huwelijk. Dispensatie is in Nederland niet gevonden, tenzij deze in Duitsland zou zijn bewaard en in de oorlog vernietigd is (suggestie EB). Johanna moet dan dus verder in de tijd terug bij de Van Sulen/Zuylen aan sluiten c.q. zij was geen Van Sulen/Zuylen.
Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Steven | *1195 | | †1249 | | 54 | 1 | 5 |
2 | NN | | | | | | 1 | 6 |
3 | Sofie | *1190 | | | | | 1 | 1 |
Bronnen:
Rodolphus van Bosinchem.
Trouwt waarschijnlijk Aleijt van Heijnsberch ?.
Onbekend De heer Vermast is een van de eersten die zich serieus heeft beziggehouden met "De Heeren van Bosinchem voor het jaar 1300" (Bijdragen en Mededelingen Gelre, LIII, 1953, 5-51). Hij laat in navolging van dr. C. Booth, de stamboom van het ministe- rialengeslacht beginnen met een ridder Rodolphus, overleden in 1164 of 1174. Deze ridder zou zijn gehuwd met Aleyt van Heynsberch, wiens wapen twee zilveren afgewende zalmen zouden zijn op een blauw veld. Uit dit huwelijk stammen twee zonen: Hubert I (vermeld 1196-1213) en Alfer (1200-1213). Van Hubert zijn verder vier zonen bekend: Roelof; Steven; Hubert en Wenemar, en een naamloos gebleven dochter die met Alard van Buren huwde. In het eerste deel van het Oorkondenboek van het Sticht Utrecht tot 1301(OSU) komen we veel personen (edelen en ministerialen) tegen als getuige zonder achternaam of herkenbare benaming. Verder komt de gewoonte om ministerialen als ridder of schildknaap aan te duiden pas op vanaf 1220. Zodoende kan al vlug worden opgemerkt dat we in het eerste deel van het OSU geen ridder Rodolphus (Roelof/Rudolf) van Beusinchem zijn aangetroffen. Voor de persoon Aleyt, vrouw van ridder Rodolphus is dus ook geen historische onderbouwing. De voornaam Rodolphus is echter een naam die we wat vaker in de periode voor 1200 tegenkomen. Hoewel er voor een Roelof (Rodolphus) als vader van de broers Hubert en Alfer van Beusinchem geen historische vermelding aan te wijzen valt is het toch aannemelijk dat de vader van Hubert deze voornaam zal hebben gedragen. Deze indicatie hebben we uit de naamgeving van diens vier zonen: Roelof, Steven, Hubert, Wenemar. Bedenken we dat de oudste zoon werd vernoemd naar de vaderlijke grootvader, de tweede zoon naar de moederlijke grootvader en de derde zoon naar vader zelf dan zien we mooi een Hubert op de derde plaats. Een helder bewijs voor toegepaste naamsvernoeming. Beusinchem komen we in 1176 tegen omdat een Iwan van Gokesforde het Utrechtse kapittel van St. Jan hinderde in het ongestoorde gebruik van hun hof te Beusinchem (OSU nr. 485). Het kapittel had deze hof en de kerk, in of kort voor 1131 gekocht. In de schikking die in 1176 werd vastgelegd bemiddelden graaf Hendrik van Kuyc (voogd van St. Jan) en een Herman, graaf van Nijmegen. Als getuigen zien we dan zes edelen en vijf ministerialen: Helias (van der Aa), Giselbertus de Amestelle (Amstel), Giselbertus de Wercunde (Werkhoven), Albero Pavo, en Otto Capellanus. Geen Van Beusinchems dus tenzij we Iwan als een verwant van de latere Van Beusinchems aanmerken. Tien jaar eerder komen we een Rodolfo en Yone de Scoenrewerth tegen onder de getuigende ministerialen. Waarschijnlijk waren beiden broers hoewel dit niet expliciet in de tekst wordt vermeld. In 1166, voor 24 september, bevestigd bisschop Godfried van Rhenen de abdij Mariënweerd in het bezit van haar goederen en rechten (OSU nr. 455). In de getuigenlijst nemen Roelof en Yone de 3e en 4e plaats in Scoenrewerth is natuurlijk het hedendaagse Schoonrewoerd tussen Vianen en Leerdam. Vianen blijkt later een bezitting van een jongere tak van de Van Beusinchems. Dit geeft te denken. Indien we in de benaming Yone een verbastering mogen lezen van de naam Ywan dan valt alsnog een link met Beusinchem te leggen. Uitgaande van de werkhypothese dat de in Beusinchem problemen makende Ywan van Gokesforde identiek is aan de in 1166 genoemde Yone van Scoenrewerth, dan zou de in 1166 genoemde Rodolfo van Scoenre- werth de vader kunnen zijn van de gebroeders Hubert en Alfer van Beusinchem. In 1176 zou deze Roelof al overleden kunnen zijn met kinderen die dan nog minderjarig zullen zijn geweest. Het blijft echter een gis. Het OSU geeft te weinig informatie. Wel is duidelijk dat niet alles wat in het verleden is geschreven over de periode voor 1200 ook verifieerbaar is. Zodoende zal nog veel literatuur gedeeltelijk gecorrigeerd dienen te worden. Hans Vogels.
tr. (1)
met
Aleijt van Heijnsberch1, dr. van Gerhard van Heijnsberch en Irmgard von Plötzkau.
Aleijt van Heijnsberch.
Wapen: in blauw twee afgewende zalmen van zillver. Haar achternaam is in de 16e eeuw toegevoegd om de genealogie op te fraaien. De Gorcumse kanunnik Dirk Pauw Frankenzoon schreef rond 1471 een eerste geslachtslijst op in zijn eerste versie van zijn Hollandse kroniek en daarin wordt zij alleen Aleid genoemd.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Hubert | *1170 | | †1213 | | 43 | 1 | 6 |
2 | Ida | *1155 | | †1174 | Vianen | 19 | 1 | 1 |
Bronnen:
Aleijt van Heijnsberch
Aleijt van Heijnsberch1.
Aleijt van Heijnsberch.
Wapen: in blauw twee afgewende zalmen van zillver. Haar achternaam is in de 16e eeuw toegevoegd om de genealogie op te fraaien. De Gorcumse kanunnik Dirk Pauw Frankenzoon schreef rond 1471 een eerste geslachtslijst op in zijn eerste versie van zijn Hollandse kroniek en daarin wordt zij alleen Aleid genoemd.
tr.
met
Rodolphus van Bosinchem.
Trouwt waarschijnlijk Aleijt van Heijnsberch ?.
Onbekend De heer Vermast is een van de eersten die zich serieus heeft beziggehouden met "De Heeren van Bosinchem voor het jaar 1300" (Bijdragen en Mededelingen Gelre, LIII, 1953, 5-51). Hij laat in navolging van dr. C. Booth, de stamboom van het ministe- rialengeslacht beginnen met een ridder Rodolphus, overleden in 1164 of 1174. Deze ridder zou zijn gehuwd met Aleyt van Heynsberch, wiens wapen twee zilveren afgewende zalmen zouden zijn op een blauw veld. Uit dit huwelijk stammen twee zonen: Hubert I (vermeld 1196-1213) en Alfer (1200-1213). Van Hubert zijn verder vier zonen bekend: Roelof; Steven; Hubert en Wenemar, en een naamloos gebleven dochter die met Alard van Buren huwde. In het eerste deel van het Oorkondenboek van het Sticht Utrecht tot 1301(OSU) komen we veel personen (edelen en ministerialen) tegen als getuige zonder achternaam of herkenbare benaming. Verder komt de gewoonte om ministerialen als ridder of schildknaap aan te duiden pas op vanaf 1220. Zodoende kan al vlug worden opgemerkt dat we in het eerste deel van het OSU geen ridder Rodolphus (Roelof/Rudolf) van Beusinchem zijn aangetroffen. Voor de persoon Aleyt, vrouw van ridder Rodolphus is dus ook geen historische onderbouwing. De voornaam Rodolphus is echter een naam die we wat vaker in de periode voor 1200 tegenkomen. Hoewel er voor een Roelof (Rodolphus) als vader van de broers Hubert en Alfer van Beusinchem geen historische vermelding aan te wijzen valt is het toch aannemelijk dat de vader van Hubert deze voornaam zal hebben gedragen. Deze indicatie hebben we uit de naamgeving van diens vier zonen: Roelof, Steven, Hubert, Wenemar. Bedenken we dat de oudste zoon werd vernoemd naar de vaderlijke grootvader, de tweede zoon naar de moederlijke grootvader en de derde zoon naar vader zelf dan zien we mooi een Hubert op de derde plaats. Een helder bewijs voor toegepaste naamsvernoeming. Beusinchem komen we in 1176 tegen omdat een Iwan van Gokesforde het Utrechtse kapittel van St. Jan hinderde in het ongestoorde gebruik van hun hof te Beusinchem (OSU nr. 485). Het kapittel had deze hof en de kerk, in of kort voor 1131 gekocht. In de schikking die in 1176 werd vastgelegd bemiddelden graaf Hendrik van Kuyc (voogd van St. Jan) en een Herman, graaf van Nijmegen. Als getuigen zien we dan zes edelen en vijf ministerialen: Helias (van der Aa), Giselbertus de Amestelle (Amstel), Giselbertus de Wercunde (Werkhoven), Albero Pavo, en Otto Capellanus. Geen Van Beusinchems dus tenzij we Iwan als een verwant van de latere Van Beusinchems aanmerken. Tien jaar eerder komen we een Rodolfo en Yone de Scoenrewerth tegen onder de getuigende ministerialen. Waarschijnlijk waren beiden broers hoewel dit niet expliciet in de tekst wordt vermeld. In 1166, voor 24 september, bevestigd bisschop Godfried van Rhenen de abdij Mariënweerd in het bezit van haar goederen en rechten (OSU nr. 455). In de getuigenlijst nemen Roelof en Yone de 3e en 4e plaats in Scoenrewerth is natuurlijk het hedendaagse Schoonrewoerd tussen Vianen en Leerdam. Vianen blijkt later een bezitting van een jongere tak van de Van Beusinchems. Dit geeft te denken. Indien we in de benaming Yone een verbastering mogen lezen van de naam Ywan dan valt alsnog een link met Beusinchem te leggen. Uitgaande van de werkhypothese dat de in Beusinchem problemen makende Ywan van Gokesforde identiek is aan de in 1166 genoemde Yone van Scoenrewerth, dan zou de in 1166 genoemde Rodolfo van Scoenre- werth de vader kunnen zijn van de gebroeders Hubert en Alfer van Beusinchem. In 1176 zou deze Roelof al overleden kunnen zijn met kinderen die dan nog minderjarig zullen zijn geweest. Het blijft echter een gis. Het OSU geeft te weinig informatie. Wel is duidelijk dat niet alles wat in het verleden is geschreven over de periode voor 1200 ook verifieerbaar is. Zodoende zal nog veel literatuur gedeeltelijk gecorrigeerd dienen te worden. Hans Vogels.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Hubert | *1170 | | †1213 | | 43 | 1 | 6 |
2 | Ida | *1155 | | †1174 | Vianen | 19 | 1 | 1 |
Bronnen:
Steven van Zuijlen von Anholt
| |
Steven (Steven I) van Zuijlen von Anholt, geb. op 17 okt 1125, Herr von Anholt, ministeriaal, Procurator de Cleve, ovl. op 10 jun 1209 12040312. |
Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Zweder | | | | | | 1 | 5 |
tr. (2)
met
Hadewich van Wiltenburg, dr. van Zweder van Wiltenburg, geb. op 15 sep 1128, ovl. op 5 mrt 1204.
Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Johanna | *1145 | Zuilen | †1226 | Vianen | 80 | 1 | 6 |
2 | Steven II | *1160 | Zuilen | †1249 | Zuilen | 89 | 1 | 5 |
Jacob Jansz van Vlotstale van Voorne
| |
Jacob Jansz (Jacob Janz) van Vlotstale van Voorne1,2 (Jakob Johannis v. Lichtenberch ?, Jacob Jansz van Vlotstale van Lichtenberg) (Vlotstale van Lichtenberg, van) Lichtenberg, van), geb. circa 1247, schepen van Utrecht, 1246-1260 | Heer van Lichtenberg, vermoord in 1304. |
Jacob Jansz van Vlotstale van Voorne.
Zijn nageslacht noemt zich Lichtenberg De familie van Lichtenberg liet in de 13e eeuw een stadskasteel bouwen aan de Oudegracht in Utrecht.
Destijds was de clan één van de machtigste families van Utrecht.
Overleden in een straatgevecht.
Bourgeois et échevin héréditaire d'Utrecht.
Het huis Lichtenberg is een voormalig stadskasteel aan de Oudegracht in Utrecht, nu deel uitmakende van het Stadhuis.
Het huis werd eind 12e eeuw/in de 13e eeuw gebouwd door de familie Van Lichtenberg, destijds een van de machtigste families van Utrecht, naar wie de partij der Lichtenbergers was vernoemd. Deze hoofdlijn van deze familie bestond uit:.
Dhitgerus de Vlotstale, vermeld als schepen van Utrecht 1196-1227.
Johannes (Dhitgeri filius) de Vloitstale (ovl. voor 6 december 1246), in 1231 vermeld als raad (consul civitatis).
Jacob I van Vlotstale (ovl. na 12 maart 1262), burger van Utrecht, schepen van Utrecht (1246-1260).
Jacob II van Lichtenberg (ca. 1247- 1304), burger van Utrecht (1278), sinds 1286 schepen van Utrecht. Aanvoerder van de pro-Hollandse partij in Utrecht, in 1304 vermoord bij straatgevechten. Blijkens het zegel van zijn zoon (1319) behoorde zijn vrouw tot de familie Van Wulven.
-acob III van Lichtenberg (ovl. voor 25 juli 1327), ridder (1305), heer van Rijnauwen, Lichtenberg en Veldhuizen. Raad van Utrecht in 1301, schepen in 1311, 1313, 1316 en 1320. Gehuwd met Mechteld, vermoedelijk een dochter van Hugo Botter van Arkel. Zij zegelde Arkel (2 dubbelgekanteelde dwarsbalken) met een lelie.
Jacob had geen zoon, maar slechts 5 dochters. Van zijn bezittingen kwam Rijnauwen aan zijn oudste dochter Aleid, gehuwd met Jan IV van Renesse. Het stadskasteel Lichtenberg blijkt in 1328 in handen van Jacobs broer Jan van Lichtenberg te zijn gekomen. Deze vocht in 1329 met Zweder van Vianen tegen de stad Utrecht.
Zoals blijkt uit de lijst van Stichtse leenmannen (1382) is het huis Lichtenberg, dat een bisschoppelijk leengoed was, daarna via Jacob, de zoon van Jan van Lichtenberg, overgegaan op Jan V van Renesse, die zich hierna ook wel "van Lichtenberg" noemde : "Item her Johan van Rynesse houdt die husinghe ende hofstede te Liechtenberge, beleghen bynnen Utrecht aen die Plaetse, mit al synen toebehoren also als ’t Jacob van Liechtenberge Jans soen te houden plach, die ’t opgedraghen heeft to siinre behoef". Jacobs eigen zoon Jan van Lichtenberg werd in 136 - de graaf van Holland beleend met het stadskasteel Fresenburg, "zoals hij het geërfd had van zijn vader".
Tot Jacob II gebruikte de familie het wapen van Kleef, vanaf Jacob III een rood wapen met drie gouden lelies en een zilveren geschulpte rand. Hij zegelt hiermee in 1305. Zijn broers Jan (vermeld 1309-1332) en Alfer van Lichtenberg (1304-1314) nemen dit wapen over. De nazaten van Jan zegelden met het volle wapen, die van Alfer met toevoeging van een barensteel.
Overlijden: Wikipedia - Vermoord bij straatgevechten. Blijkens het zegel van zijn zoon (1319) behoorde zijn vrouw tot de familie Van Wulven.
tr. (1)
met
Machteld Ghiselbert uten Goyensdr.
(Machteld) Ghisekbert uten Goyensdr is geboren tussen 1225 en 1230. Wij kennen haar alleen uit twee handschriften, een berustend in de Universiteits bibliotheek te Utrecht en de andere in het Rijksarchief te Utrecht. Zij blijkt daaruit gehuwd te zijn met Jacobus Johannis, een voorvader van het geslacht, dat later te Utrecht "Lichtenberch" genoemd wordt. Volgens het handschrift was zij een dochter van Giselbertus de Goye en van jonkvrouw N.N. Vuytterhorst.
Uit dit huwelijk 3 kinderen:
tr. (2)
met
NN van Wulven2, dr. van Ernst van Wulven en Margriet van Zuylen van Nijevelt.
Uit dit huwelijk 2 kinderen.
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
2. | Catharina van de Nesse, de vrouw van Willem van Montfoort, (B 061), B.de Keijzer, Hogenda, Ons Voorgeslacht (blz. 25) |
3. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak) (B 002), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (blz. 26) |
Machteld Ghiselbert uten Goyensdr.
(Machteld) Ghisekbert uten Goyensdr is geboren tussen 1225 en 1230. Wij kennen haar alleen uit twee handschriften, een berustend in de Universiteits bibliotheek te Utrecht en de andere in het Rijksarchief te Utrecht. Zij blijkt daaruit gehuwd te zijn met Jacobus Johannis, een voorvader van het geslacht, dat later te Utrecht "Lichtenberch" genoemd wordt. Volgens het handschrift was zij een dochter van Giselbertus de Goye en van jonkvrouw N.N. Vuytterhorst.
- Vader:
Ghiselbert (Dominicus Ghiselbertus) uten Goye1,4,3,5, zn. van Wouter graaf uten Goye (comes de Goye) en Rixa van Amstel, geb. circa 1200, ridder, maarschalk van de bisschop van Utrecht, vermeld 1242-1271, broeder van het Duitse huis circa 1267, ovl. Utrecht op 16 mrt 1270, begr. aldaar St Anna-kerk, tr. (2) met
| |
tr.
met
Jacob Jansz (Jacob Janz) van Vlotstale van Voorne1,6 (Jakob Johannis v. Lichtenberch ?, Jacob Jansz van Vlotstale van Lichtenberg) (Vlotstale van Lichtenberg, van) Lichtenberg, van), zn. van Johannes de Vloitstale en NN van Leede, geb. circa 1247, schepen van Utrecht, 1246-1260 | Heer van Lichtenberg, vermoord in 1304, tr. (2) met NN van Wulven. Uit dit huwelijk 2 kinderen. | |
Jacob Jansz van Vlotstale van Voorne.
Zijn nageslacht noemt zich Lichtenberg De familie van Lichtenberg liet in de 13e eeuw een stadskasteel bouwen aan de Oudegracht in Utrecht.
Destijds was de clan één van de machtigste families van Utrecht.
Overleden in een straatgevecht.
Bourgeois et échevin héréditaire d'Utrecht.
Het huis Lichtenberg is een voormalig stadskasteel aan de Oudegracht in Utrecht, nu deel uitmakende van het Stadhuis.
Het huis werd eind 12e eeuw/in de 13e eeuw gebouwd door de familie Van Lichtenberg, destijds een van de machtigste families van Utrecht, naar wie de partij der Lichtenbergers was vernoemd. Deze hoofdlijn van deze familie bestond uit:.
Dhitgerus de Vlotstale, vermeld als schepen van Utrecht 1196-1227.
Johannes (Dhitgeri filius) de Vloitstale (ovl. voor 6 december 1246), in 1231 vermeld als raad (consul civitatis).
Jacob I van Vlotstale (ovl. na 12 maart 1262), burger van Utrecht, schepen van Utrecht (1246-1260).
Jacob II van Lichtenberg (ca. 1247- 1304), burger van Utrecht (1278), sinds 1286 schepen van Utrecht. Aanvoerder van de pro-Hollandse partij in Utrecht, in 1304 vermoord bij straatgevechten. Blijkens het zegel van zijn zoon (1319) behoorde zijn vrouw tot de familie Van Wulven.
-acob III van Lichtenberg (ovl. voor 25 juli 1327), ridder (1305), heer van Rijnauwen, Lichtenberg en Veldhuizen. Raad van Utrecht in 1301, schepen in 1311, 1313, 1316 en 1320. Gehuwd met Mechteld, vermoedelijk een dochter van Hugo Botter van Arkel. Zij zegelde Arkel (2 dubbelgekanteelde dwarsbalken) met een lelie.
Jacob had geen zoon, maar slechts 5 dochters. Van zijn bezittingen kwam Rijnauwen aan zijn oudste dochter Aleid, gehuwd met Jan IV van Renesse. Het stadskasteel Lichtenberg blijkt in 1328 in handen van Jacobs broer Jan van Lichtenberg te zijn gekomen. Deze vocht in 1329 met Zweder van Vianen tegen de stad Utrecht.
Zoals blijkt uit de lijst van Stichtse leenmannen (1382) is het huis Lichtenberg, dat een bisschoppelijk leengoed was, daarna via Jacob, de zoon van Jan van Lichtenberg, overgegaan op Jan V van Renesse, die zich hierna ook wel "van Lichtenberg" noemde : "Item her Johan van Rynesse houdt die husinghe ende hofstede te Liechtenberge, beleghen bynnen Utrecht aen die Plaetse, mit al synen toebehoren also als ’t Jacob van Liechtenberge Jans soen te houden plach, die ’t opgedraghen heeft to siinre behoef". Jacobs eigen zoon Jan van Lichtenberg werd in 136 - de graaf van Holland beleend met het stadskasteel Fresenburg, "zoals hij het geërfd had van zijn vader".
Tot Jacob II gebruikte de familie het wapen van Kleef, vanaf Jacob III een rood wapen met drie gouden lelies en een zilveren geschulpte rand. Hij zegelt hiermee in 1305. Zijn broers Jan (vermeld 1309-1332) en Alfer van Lichtenberg (1304-1314) nemen dit wapen over. De nazaten van Jan zegelden met het volle wapen, die van Alfer met toevoeging van een barensteel.
Overlijden: Wikipedia - Vermoord bij straatgevechten. Blijkens het zegel van zijn zoon (1319) behoorde zijn vrouw tot de familie Van Wulven.
Uit dit huwelijk 3 kinderen:
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
2. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak) (B 002), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (blz. 26) |
3. | De Nederlandsche Leeuw (DNL), vanaf 1883 |
4. | Genealogie Uten Goye (Van Langerak) (B 002), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (blz. 22) |
5. | Catharina van de Nesse, de vrouw van Willem van Montfoort, (B 061), B.de Keijzer, Hogenda, Ons Voorgeslacht (blz. 35) |
6. | Catharina van de Nesse, de vrouw van Willem van Montfoort, (B 061), B.de Keijzer, Hogenda, Ons Voorgeslacht (blz. 25) |
Johannes de Vloitstale
Johannes (Dithgeri Filius) de Vloitstale, geb. in 1221, ovl. voor 6 dec 1246.
tr.
met
NN van Leede.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jacob | *1247 | | †1304 | | 57 | 2 | 5 |
Willem van Egmond
Willem van Egmond, geb. Egmond op de Hoef in 1365, ovl. na 1410.
Willem van Egmond.
1370 tot Zevenhuizen, 1400 tot Zegwaard.
tr.
met
Mechtild van Hemert.
Bronnen: