Cees Hagenbeek
Wigbold van Loon
Wigbold van Loon, ovl. op 14 aug 1312.

tr.
met

Agnes van Kleef-Hülchrath, dr. van Dietrich Luf II graaf van Kleef (heer van Tomburg 1285-1303, van Grevenbroich 1286, van Kervenheim 1290, van Hülchrath 1285/87 en gra) en Lisa van Virneburg, ovl. op 15 mei 1338, begr. Brussel [België].

Agnes van Kleef-Hülchrath.
Dochter van Dirk Loef van Kleef, heer van Tomburg, Grevenbroich, Kervenheim en Hülchrath, en van Lisa van Virneburg (weduwe van Hendrik van Kessel). Rogier overleed op 29.1.1333, zijn echtgenote op 17.5.1338 en beide werden in de St.Gudule-kerk te Brussel begraven, alwaar hun graftombe tot 1536 bleef bestaan. De kapel waarin Rogier van Leefdael met zijn vrouw begraven is en het St. Petrus-altaar in die kapel werden door hemzelf gesticht, toen hij kastelein van Brussel was. Zij werd sindsdien "kapel van de kastelein" of "koor van Leefdael" genoemd.


Wladislaw III van Bohemen
Wladislaw III koning van Bohemen, ovl. tussen 18 jan 1174 en 18 jan 1175 .

Wladislaw III koning van Bohemen.
1139 Gründer des Klosters Strahow, 1140 Herzog von Böhmen, 1147 Kreuzfahrer, 11.1.1158 König von Böhmen, 1173 resigniert.

tr.
met

Aleid van Meissen, dr. van Otto 'der Reiche' van Meissen (markgraaf) en Hedwig van Brandenburg, ovl. Meissen [Duitsland] op 1 feb 1211.


Christian im Schwabengau Markgraf im Gau Serimunt
Christian im Schwabengau Markgraf im Gau Serimunt, ovl. na 945.

Christian im Schwabengau Markgraf im Gau Serimunt.
937 Graf, 945 Markgraf der Ostmark?, bei Grote Sohn des Markgrafen Dietmar.

tr.
met

Hidda , dr. van Thietmar Graf im Nordthüringengau Marchio, ovl. Jeruzalem na 975.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Frederuna  †1015   
Dietmar I*920  †979  59


Sweder van Abcoude
Sweder van Abcoude.


Hij krijgt een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Agnes  †1311   


Govert Hendrickse Denijs
Govert Hendrickse Denijs (de Nijs, Denis), geb. Katwijk circa 1600, ovl. voor 1644.

tr.
met

Cathalijne Jans de Breucker (Breuckel), ondertrouw getuige van Charles le Francq en haar kleindochter Geertje van Bleykersveldt Leiden op 29 sep 1685.

Uit dit huwelijk 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Levina*1632 Hillegom    
Geertruy*1627 Katwijk †1656  29
Philippina*1630     
Daniël*1632     
David*1640 Hillegom    


Jan Philipsz van Duivenvoorde en Wassenaer
Jan Philipsz (Johan Philipsz) van Duivenvoorde en Wassenaer1, van Wassenaar van Polanen, geb. Voorschoten in 1220, Ridder 1248, heer van Duivenvoorde (schatbewaarder van het Graafschap Holland), ovl. Voorschoten in 1280.

Jan Philipsz van Duivenvoorde en Wassenaer.
Jan van Duvenvoir de, stamvader van den uitgestorven tak Van Polanen, waaruit ook de graven van den  Bergh stammen.
Jan van Wassenaer, ook bekend als van Duivenvoorde, ovl. voor 1295, .
Ridder, heer van Duivenvoorde ca. 1250. Hij kocht Polanen, Monster, Terheijde, Poeldijk en half Loosduinen. Vermeld 22.11.1248 als broer van Arend I heer van Duivenvoorde.
Hij trouwde met NN Ghisekynsdr Uter Liere.

tr. circa 1250
met

Kerstine Ghisekijnsdr uter Liere2,1 (Lijere, uter) (uten Lyere), dr. van Ghisekijn Uterlyere (leenman van Wassenaer), geb. de Lier circa 1212 (circa 1195), ovl. in 1280 (circa 1270).

Kerstine Ghisekijnsdr uter Liere.
Leenman van Wassenaar 1226, 1233. Hij is 1226 getuige voor Philips van Duivenvoorde. Ghisekin uter Lyre heeft 1 Maart 1223 met toestemming van de graaf zijn land in de Lyre met gerecht en tienden verkocht aan de abt van St. Mariënweerd dit is een vermoedelijke koppeling.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Philips  †1308   
Elisabeth*1250     



Bronnen:
1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVII), Delft, 2001 (blz. 241)
2.Afgeschermd, Deel XIV (blz. 317)

Philips van Wassenaer
Philips van Wassenaer1 (genaamd van Duvenvoirde), geb. Voorschoten in 1198, heer van Duivenvoorde, ovl. voor 1248.

Philips van Wassenaer.
het geslacht van Duvenvoorde is voortgekomen uit dat van Van Wassenaar. In het begin van de 13e eeuw erfde Philips van Wassenaar, tweede en jongste zoon van Philips van Wassenaar en Agnes van Persijn van Waterland, de landen Duvenvoorde en Polanen. Zijn nakomelingen hebben de naam van Van Duvenvoorde aangenomen.

tr. Zevenbergen in 1225
met

F[lorentia] Arentsdr van Strijen1, dr. van Arnold heer van Rijswijk (Dapifer van Holland, vermeld 1198-1216) en Meilindis , geb. Zevenbergen in 1200.

F[lorentia] Arentsdr van Strijen.
haar naam begon met de letter F, mogelijk heette zij Florentia of Franca. Zij was een zuster van Bertha van Rijswijck, die met Philips' broer Dirk van Wassenaer trouwde.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1220 Voorschoten †1280 Voorschoten 60
Arnold*1227 Leiden †1280 Wassenaar 53



Bronnen:
1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVII), Delft, 2001 (blz. 241)
2.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

F[lorentia] Arentsdr van Strijen
F[lorentia] Arentsdr van Strijen1, geb. Zevenbergen in 1200.

F[lorentia] Arentsdr van Strijen.
haar naam begon met de letter F, mogelijk heette zij Florentia of Franca. Zij was een zuster van Bertha van Rijswijck, die met Philips' broer Dirk van Wassenaer trouwde.

tr. Zevenbergen in 1225
met

Philips van Wassenaer1 (genaamd van Duvenvoirde), zn. van Philips I van Wassenaer (Heer van Wassenaar) en Agnes Dirks Persijn van Waterland, geb. Voorschoten in 1198, heer van Duivenvoorde, ovl. voor 1248.

Philips van Wassenaer.
het geslacht van Duvenvoorde is voortgekomen uit dat van Van Wassenaar. In het begin van de 13e eeuw erfde Philips van Wassenaar, tweede en jongste zoon van Philips van Wassenaar en Agnes van Persijn van Waterland, de landen Duvenvoorde en Polanen. Zijn nakomelingen hebben de naam van Van Duvenvoorde aangenomen.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1220 Voorschoten †1280 Voorschoten 60
Arnold*1227 Leiden †1280 Wassenaar 53



Bronnen:
1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVII), Delft, 2001 (blz. 241)

Philips I van Wassenaer
Philips I van Wassenaer1,2, geb. Voorschoten circa 1175, Heer van Wassenaar, ovl. circa 1225.

Philips I van Wassenaer.
de bronnen verschillen over de moeder(s) van de kinderen van Philips I. Aangenomen is dat dit Agnes Persijn is. Melindes was waarschijnlijk zijn eerste vrouw. Het eerst wordt hij vermeld in 1200 onder de getuigen bij het verdrag van graaf Dirk VII van Holland met hertog Hendrik I van Brabant. In 1203 komt er in het graafschap weer beroering. Graaf Dirk VII laat bij zijn overlijden slechts een dochter na, Ada. Gravin Aleid had echter een plan gesmeed om door een huwelijk van haar dochter met Lodewijk, graaf van Loon, het graafschap uit handen van graaf Willem I (de broer van Dirk VII) te houden. Bijna alle Hollandse edelen bewilligden hierin, behalve Philips van Wassenaar en enkele ministralen. Zelfs Willem van Teylingen en Wouter van Egmond stemden aanvankelijk toe, hoewel ze iets later met Philips de leiders zullen zijn van de groep edelen, die zich tegen de opvolging van Ada verzetten (de Loonse oorlog). De vroegtijdige en duidelijke stellingname van Philips in 1203 ten gunste van graaf Willem I kan verklaard worden uit een bijzondere band tussen vorst en edelman, die gelagen kan zijn gedurende de gemeenschappelijke deelname aan de kruistocht in 1189 en het verblijf in het Oosten. In 1205 komt hij voor als getuigen bij de verkoop van twee hoeven aan de abdij te Rijnsburg en zegelde in 1223 de schenkingsbrief, waarbij de weduwe van graaf Willem I aan deze abdij 50 pond Hollands gaf, voor de ziel van haar overleden man. Philips stierf omstreeks 1225.

tr. (1) in 1196
met

Agnes Dirks Persijn van Waterland2 (Persijn, Voorne), geb. Monnikendam in 1175, ovl. Voorschoten op Kasteel Duivenvoorde op 11 apr 1220.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Philips*1198 Voorschoten †1248  50
Oda*1210 Voorschoten    
Aleid     

tr. (2) circa 1194
met

Melendes 3, geb. circa 1175.

Melendes .
Vermeld 15 nov 1229: Dirk van Wassenaar verkoopt zijn rechten op de hof van wijlen vrouwe Meilend aan graaf Floris IV en doet daar ten overstaan van de mannen van de graaf afstand van.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dirk I*1195 Voorschoten †1258  63



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883
2.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVII), Delft, 2001 (blz. 241)
3.Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 90)

Agnes Dirks Persijn van Waterland
Agnes Dirks Persijn van Waterland1 (Persijn, Voorne), geb. Monnikendam in 1175, ovl. Voorschoten op Kasteel Duivenvoorde op 11 apr 1220.

tr. in 1196
met

Philips I van Wassenaer2,1, zn. van Kerstant Doedensz van Wassenaer alias van Raephorst (drost van Holland) en Halewin van Leijden van Cuijck van Pendrecht, geb. Voorschoten circa 1175, Heer van Wassenaar, ovl. circa 1225.

Philips I van Wassenaer.
de bronnen verschillen over de moeder(s) van de kinderen van Philips I. Aangenomen is dat dit Agnes Persijn is. Melindes was waarschijnlijk zijn eerste vrouw. Het eerst wordt hij vermeld in 1200 onder de getuigen bij het verdrag van graaf Dirk VII van Holland met hertog Hendrik I van Brabant. In 1203 komt er in het graafschap weer beroering. Graaf Dirk VII laat bij zijn overlijden slechts een dochter na, Ada. Gravin Aleid had echter een plan gesmeed om door een huwelijk van haar dochter met Lodewijk, graaf van Loon, het graafschap uit handen van graaf Willem I (de broer van Dirk VII) te houden. Bijna alle Hollandse edelen bewilligden hierin, behalve Philips van Wassenaar en enkele ministralen. Zelfs Willem van Teylingen en Wouter van Egmond stemden aanvankelijk toe, hoewel ze iets later met Philips de leiders zullen zijn van de groep edelen, die zich tegen de opvolging van Ada verzetten (de Loonse oorlog). De vroegtijdige en duidelijke stellingname van Philips in 1203 ten gunste van graaf Willem I kan verklaard worden uit een bijzondere band tussen vorst en edelman, die gelagen kan zijn gedurende de gemeenschappelijke deelname aan de kruistocht in 1189 en het verblijf in het Oosten. In 1205 komt hij voor als getuigen bij de verkoop van twee hoeven aan de abdij te Rijnsburg en zegelde in 1223 de schenkingsbrief, waarbij de weduwe van graaf Willem I aan deze abdij 50 pond Hollands gaf, voor de ziel van haar overleden man. Philips stierf omstreeks 1225.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Philips*1198 Voorschoten †1248  50
Oda*1210 Voorschoten    
Aleid     



Bronnen:
1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVII), Delft, 2001 (blz. 241)
2.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Claas Claasz Cranenburgh
Claas Claasz Cranenburgh, geb. Rijpwetering in 1630.

Claas Claasz Cranenburgh.
vermeld in 1642, 1643, 1648 en 1649 als Welgeborene in Rijnland, wonend aan de Meneweg.

tr.
met

Niesje Jans, doopgetuige van Marichje Kranenburg Moordrecht op 8 feb 1699.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cornelis*1665     


Steeskinus van Brakel
Ridder Steeskinus (Staezekiin (de Oude), Eustachius II) van Brakel2,1, geb. Brakel in 1275, heer van Brakel, ovl. Brakel op 27 jan 1355.

Ridder Steeskinus van Brakel.
Knaap 1326, poorter van 's-Hertogenbosch 1308, beleend met 16 morgen land te Brakel 3-11-1319, beleend met een woning in Brakel 26-4-1333. In het jaar 870 werd Kasteel Braken als Stamslot Brakel gesticht door een jongere zoon van Graaf de Monbeliard, die zich Heer van Brakel noemde. Daarna raakte dit nieuwe geslacht nauw verwant met de adellijke geslachten Monbeliard, Van Heusden en met het Bourgondische huis. In ongeveer het jaar 1000 trouwde Graaf de Moussond de Monbeliard met Gravin Hildegard von Egisheim en in ongeveer 1100 trouwde Graaf Diederick de Monbeliard met Gravin Irmtrud van Bourgondie. In 1009 werd kasteel Brakel reeds door de Vikings in de as gelegd. Al heel vroeg in de Middeleeuwen ontstond het Ridderschap, dat door de vorstenhuizen in het leven was geroepen. Vervolgens werden er in de landen Riddertoernooien gehouden waar Ridders elkaar bekampten. Tijdens zo'n toernooi, ook wel Steekspel genoemd, leidde de door de heersende Vorst aangestelde Heraut het toernooi. Deze Heraut hield het Wapenboek bij, waarin de diverse Wapens stonden van de Ridders die aan het toernooi deelnamen en zo ontstond ook de  Heraldiek in de geschiedenis. Omstreeks het jaar 1210 werd een nieuw kasteel Brakel op de plek van het oude gebouwd. Een zogenaamde waterburcht van steen met ca 2,50 m. dikke muren. Dit kasteel bestond uit een ommuurde binnenplaats met aan de voorkant een zware vierkante toren naast de toegangspoort met valbrug. Aan de achterkant het woonhuis met de twee ronde hoektorens. Het geheel omringd door een diepe gracht. Rondom dit kasteel vonden vele oorlogshandelingen plaats, ten gevolge van de ruzies tussen de Hertogen van Gelre en Brabant en de Graaf van Holland. Kasteel Brakel werd dan ook ettelijke malen beschadigd, verwoest, maar weer herbouwd. Dat nieuwe kasteel was eerst bewoond door Ridder Johan van Brakel, getrouwd met Theodora van der Horst. In ca het jaar 1250 kwam het kasteel in het bezit van hun zoon Ridder Eustachius I van Brakel, die was getrouwd met Sophia van Broeckhuijsen in ca 1258.  Omstreeks 1280 kwam dit kasteel in het bezit van hun zoon Ridder Eustachius II van Brakel, die de scepter zwaaide in de Zuid-Westelijke uithoek van de Bommelerwaard in het Graafschap Gelre, dat later een Hertogdom werd. Hij trouwde tweemaal, zijn eerste vrouw was Hendrika van Neynsel, later trouwde hij met Bertha Uten Goye van Hagenstein in ca 1300 die in ca 1316 al overleed,  dochter van Ridder Giselbertus Uten Goye, Heer van de burchten Goye en Hagenstein aan de rivier de IJssel. Deze ridder was weer getrouwd met Domina Margaretha van Teijlingen uit een ander adellijk geslacht.  Ridder Eustachius II en Bertha Uten Goye kregen drie zonen, Staesekinus, Johan en Direk. Ridder Eustachius II en zijn zoon Staesekinus (die later ook Ridder werd) boden in ca het jaar 1323 als horigen Kasteel Brakel aan de hertog van Gelre, die het kasteel weer aan hun teruggaf. Ridder Eustachius II stierf in ca 1332. Zijn zoon Ridder Staesekinus trouwde in ca 1350 met een jongere dochter van Ridder Giselbertus Uten Goye of met Bertha van Neynsel, een jongere zuster van de eerste vrouw van zijn vader, Hendrika van Neynsel.  Hun zoon, de latere Ridder Staesken van Brakel, was niet alleen Heer van Brakel maar ook Heer van Langerak, trouwde in ca 1380 met Catharina van Polanen, dochter van Ridder Diederick van Polanen en Elburg van Arkel van Asperen. (In ca 1350 verscheen ook Ridder Herbaren I van Brakel ten tonele. Hij was getrouwd met de rijke Aleijd van Heusden. Hun oudste zoon Ridder Johan van Brakel was getrouwd met Margriet van Zuylen van Poederoyen en zij kregen drie dochters en drie zonen. Deze tak raakte verwant met de adellijke familie van Ridder Rudolf van Dalem die ook een kasteel bezat. Hij was getrouwd met Beatrix van Duivenvoorde).  Ridder Staesken van Brakel en Catharina van Polanen kregen een dochter Adriana Joanna. Zij erfde later de landgoederen Brakel en Hagenstein , na de dood van haar vader in 1420 en zij trouwde in ca 1420 de rijke Baron Johan van Broekhuizen van Waardenburg, die meerdere kastelen bezat, o.a.het mooie kasteel Ammersoyen.

Als kinderen van wijlen Steesken, zoon van wijlen.
Heer Stees van Brakel, ridder, worden in 1380 genoemd: Jan, Gijsbert en Elisabeth, gehuwd met Huge van Loenressloet. In 1382 komt voor Dirk van Brakel, zoon van wijlen Heer Stees, ridder.

tr. (1)
met

Bertha uten Goye van Hagestein1, dr. van Gijsbert II uten Goye (vermeld 1277-1299, heer van Hagestein) en Margaretha van Teylinghen tot Hagestein (vrouwe van Hagesteyn), geb. Utrecht circa 1280, Vrouwe van Hagesteijn, ovl. Utrecht in 1320 voor 4 mei 1333.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan*1315  †1380  65
Dirk  †1382   
Marcelia*1300     
Eustachius III     

tr. (2) circa 1320
met

Hendrika van Neynsel.


Bronnen:

1.De Nederlandsche Leeuw (DNL), vanaf 1883
2.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Wilhelm van Bronckhorst und Reckheim
Wilhelm van Bronckhorst und Reckheim1, geb. circa 1231.

Wilhelm van Bronckhorst und Reckheim.
Willem van Bronkhorst doet op 29 oktober 1260 een schenking voor de jaargetijden van verschillende verwanten o.a. zijn vrouw Ermgard en hun kinderen. Op die datum zijn er dus al meerdere kinderen uit het huwelijk geboren. Hij zal derhalve uiterlijk 1259 maar waarschijnlijk wel iets eerder gehuwd zijn. Vanuit een geboortejaar van ca.1231 is de sluiting van diens huwelijk in de 2e helft van de jaren vijftig plausibel te noemen: ca. 1255/58. Zijn oudste zonen worden respectievelijk pas in 1283 (Willem) en 1288 (Jan) voor het eerst genoemd.

tr.
met

Ermgard van Randerode/Montfoort/Sponheim1, dr. van Lodewijk I van Randerode en Jutta van Kinzweiler.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gisbert  †1312   
Kunigunde*1257  †1299  41



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Ermgard van Randerode/Montfoort/Sponheim
Ermgard van Randerode/Montfoort/Sponheim1.

tr.
met

Wilhelm van Bronckhorst und Reckheim1, zn. van Gijsbert III Willemsz van Bronckhorst (vir nobilis, 1230 dominus de Radekeym) en Cunegunde von Oldenburg, geb. circa 1231.

Wilhelm van Bronckhorst und Reckheim.
Willem van Bronkhorst doet op 29 oktober 1260 een schenking voor de jaargetijden van verschillende verwanten o.a. zijn vrouw Ermgard en hun kinderen. Op die datum zijn er dus al meerdere kinderen uit het huwelijk geboren. Hij zal derhalve uiterlijk 1259 maar waarschijnlijk wel iets eerder gehuwd zijn. Vanuit een geboortejaar van ca.1231 is de sluiting van diens huwelijk in de 2e helft van de jaren vijftig plausibel te noemen: ca. 1255/58. Zijn oudste zonen worden respectievelijk pas in 1283 (Willem) en 1288 (Jan) voor het eerst genoemd.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gisbert  †1312   
Kunigunde*1257  †1299  41



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Bertha uten Goye van Hagestein
Bertha uten Goye van Hagestein1, geb. Utrecht circa 1280, Vrouwe van Hagesteijn, ovl. Utrecht in 1320 voor 4 mei 1333.

 

tr.
met

Ridder Steeskinus (Staezekiin (de Oude), Eustachius II) van Brakel4,1, zn. van Gijsbert van Brakel, geb. Brakel in 1275, heer van Brakel, ovl. Brakel op 27 jan 1355, tr. (2) met Hendrika van Neynsel. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Ridder Steeskinus van Brakel.
Knaap 1326, poorter van 's-Hertogenbosch 1308, beleend met 16 morgen land te Brakel 3-11-1319, beleend met een woning in Brakel 26-4-1333. In het jaar 870 werd Kasteel Braken als Stamslot Brakel gesticht door een jongere zoon van Graaf de Monbeliard, die zich Heer van Brakel noemde. Daarna raakte dit nieuwe geslacht nauw verwant met de adellijke geslachten Monbeliard, Van Heusden en met het Bourgondische huis. In ongeveer het jaar 1000 trouwde Graaf de Moussond de Monbeliard met Gravin Hildegard von Egisheim en in ongeveer 1100 trouwde Graaf Diederick de Monbeliard met Gravin Irmtrud van Bourgondie. In 1009 werd kasteel Brakel reeds door de Vikings in de as gelegd. Al heel vroeg in de Middeleeuwen ontstond het Ridderschap, dat door de vorstenhuizen in het leven was geroepen. Vervolgens werden er in de landen Riddertoernooien gehouden waar Ridders elkaar bekampten. Tijdens zo'n toernooi, ook wel Steekspel genoemd, leidde de door de heersende Vorst aangestelde Heraut het toernooi. Deze Heraut hield het Wapenboek bij, waarin de diverse Wapens stonden van de Ridders die aan het toernooi deelnamen en zo ontstond ook de  Heraldiek in de geschiedenis. Omstreeks het jaar 1210 werd een nieuw kasteel Brakel op de plek van het oude gebouwd. Een zogenaamde waterburcht van steen met ca 2,50 m. dikke muren. Dit kasteel bestond uit een ommuurde binnenplaats met aan de voorkant een zware vierkante toren naast de toegangspoort met valbrug. Aan de achterkant het woonhuis met de twee ronde hoektorens. Het geheel omringd door een diepe gracht. Rondom dit kasteel vonden vele oorlogshandelingen plaats, ten gevolge van de ruzies tussen de Hertogen van Gelre en Brabant en de Graaf van Holland. Kasteel Brakel werd dan ook ettelijke malen beschadigd, verwoest, maar weer herbouwd. Dat nieuwe kasteel was eerst bewoond door Ridder Johan van Brakel, getrouwd met Theodora van der Horst. In ca het jaar 1250 kwam het kasteel in het bezit van hun zoon Ridder Eustachius I van Brakel, die was getrouwd met Sophia van Broeckhuijsen in ca 1258.  Omstreeks 1280 kwam dit kasteel in het bezit van hun zoon Ridder Eustachius II van Brakel, die de scepter zwaaide in de Zuid-Westelijke uithoek van de Bommelerwaard in het Graafschap Gelre, dat later een Hertogdom werd. Hij trouwde tweemaal, zijn eerste vrouw was Hendrika van Neynsel, later trouwde hij met Bertha Uten Goye van Hagenstein in ca 1300 die in ca 1316 al overleed,  dochter van Ridder Giselbertus Uten Goye, Heer van de burchten Goye en Hagenstein aan de rivier de IJssel. Deze ridder was weer getrouwd met Domina Margaretha van Teijlingen uit een ander adellijk geslacht.  Ridder Eustachius II en Bertha Uten Goye kregen drie zonen, Staesekinus, Johan en Direk. Ridder Eustachius II en zijn zoon Staesekinus (die later ook Ridder werd) boden in ca het jaar 1323 als horigen Kasteel Brakel aan de hertog van Gelre, die het kasteel weer aan hun teruggaf. Ridder Eustachius II stierf in ca 1332. Zijn zoon Ridder Staesekinus trouwde in ca 1350 met een jongere dochter van Ridder Giselbertus Uten Goye of met Bertha van Neynsel, een jongere zuster van de eerste vrouw van zijn vader, Hendrika van Neynsel.  Hun zoon, de latere Ridder Staesken van Brakel, was niet alleen Heer van Brakel maar ook Heer van Langerak, trouwde in ca 1380 met Catharina van Polanen, dochter van Ridder Diederick van Polanen en Elburg van Arkel van Asperen. (In ca 1350 verscheen ook Ridder Herbaren I van Brakel ten tonele. Hij was getrouwd met de rijke Aleijd van Heusden. Hun oudste zoon Ridder Johan van Brakel was getrouwd met Margriet van Zuylen van Poederoyen en zij kregen drie dochters en drie zonen. Deze tak raakte verwant met de adellijke familie van Ridder Rudolf van Dalem die ook een kasteel bezat. Hij was getrouwd met Beatrix van Duivenvoorde).  Ridder Staesken van Brakel en Catharina van Polanen kregen een dochter Adriana Joanna. Zij erfde later de landgoederen Brakel en Hagenstein , na de dood van haar vader in 1420 en zij trouwde in ca 1420 de rijke Baron Johan van Broekhuizen van Waardenburg, die meerdere kastelen bezat, o.a.het mooie kasteel Ammersoyen.

Als kinderen van wijlen Steesken, zoon van wijlen.
Heer Stees van Brakel, ridder, worden in 1380 genoemd: Jan, Gijsbert en Elisabeth, gehuwd met Huge van Loenressloet. In 1382 komt voor Dirk van Brakel, zoon van wijlen Heer Stees, ridder.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan*1315  †1380  65
Dirk  †1382   
Marcelia*1300     
Eustachius III     



Bronnen:
1.De Nederlandsche Leeuw (DNL), vanaf 1883
2.Genealogie Uten Goye (Van Langerak) (B 002), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (blz. 33)
3.Genealogie Uten Goye (Van Langerak) (B 002), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (blz. 39)
4.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Eustachius van Brakel
Ridder Eustachius (Cesarius) van Brakel1, geb. circa 1235, ridder, ovl. in 1290.

Ridder Eustachius van Brakel.
Dat huys to Brakel met sijnen voorborchten als die gelegen sijn binnen der vorster graften, met hagen ende bongerden, voort die weerden, die met den oversten eynde boven dat dorp van Brakel gelegen sijn ende met den nedersten eynde tegen dat gemael van Brakel, voort eenen weert, die met den oversten eynde streckt an dat gericht van Zulinchem ende met den nedersten eynde tegen den Papenthiende, voort die weerdt, die geheiten sijn Beddenweerde ende Snaecksaert, ende den weerdt tuschen der Slusen, streckende ter Monicklant to, met allen heuren anvallen ende opcommingen, die in den stroom ende tegen dose weerde voors. vallen mogen, uutgenomen van Snaetsairt ende uutgenomen off eenig sant ofte weert midden in den stroom tegen dese weerde vielen, daer men met eenen geladenen Rhijnschepe ofte saltschepe om varen mocht; voort alle de vischerie tegen dat dorp van Brakel, streckende van der vischerien geheiten Boningen tot den Vl.ieworp2) van Vuren, voort dat gemael van allen den dorp van Brakel met sijnen tobehoren, voort die schouwe van allen den dorp van Brakel, gelegen tuschen den gericht van Zulinchem an der Monclant, tot Zutphenachen rechte.

Ridder, beleend met de tienden van Rodengooij, met 27 hoeven, met het lage gericht en het beheer van de dijken; geeft in oct. 1264 dit leen terug aan graaf Otto van Gelre t.b.v. Willem van Altena. Deze geeft de goederen in tijns aan het Convent van Villars. Eustachius is op 26.06.1241 getuige (als Iustacio de Brakel) voor Dirck van Altena; is 1247 getuige voor Diederick van Wijckenrode, proost van Oud-Munstere, is 13.10.1263 getuige met Arnold van Giessen voor Willem van Altena;getuige voor Dirck van Altena 1265 en 1268 als deze de kerk en tienden te Schelluinen en goederen te Hotgissene en Wolfar schenkt aan de Duitse Orde te Utrecht. Hij was waarschijnlijk een zoon van Johan van Brakel en Theodora van der Horst.

tr.
met

Sophia van Broeckhuijsen, dr. van Johan I van Broeckhuijsen en Jutta von Randerath, geb. circa 1240.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gijsbert*1255  †1319  64



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Sophia van Broeckhuijsen
Sophia van Broeckhuijsen, geb. circa 1240.

tr.
met

Ridder Eustachius (Cesarius) van Brakel1, zn. van Eustachius van Brakel, geb. circa 1235, ridder, ovl. in 1290.

Ridder Eustachius van Brakel.
Dat huys to Brakel met sijnen voorborchten als die gelegen sijn binnen der vorster graften, met hagen ende bongerden, voort die weerden, die met den oversten eynde boven dat dorp van Brakel gelegen sijn ende met den nedersten eynde tegen dat gemael van Brakel, voort eenen weert, die met den oversten eynde streckt an dat gericht van Zulinchem ende met den nedersten eynde tegen den Papenthiende, voort die weerdt, die geheiten sijn Beddenweerde ende Snaecksaert, ende den weerdt tuschen der Slusen, streckende ter Monicklant to, met allen heuren anvallen ende opcommingen, die in den stroom ende tegen dose weerde voors. vallen mogen, uutgenomen van Snaetsairt ende uutgenomen off eenig sant ofte weert midden in den stroom tegen dese weerde vielen, daer men met eenen geladenen Rhijnschepe ofte saltschepe om varen mocht; voort alle de vischerie tegen dat dorp van Brakel, streckende van der vischerien geheiten Boningen tot den Vl.ieworp2) van Vuren, voort dat gemael van allen den dorp van Brakel met sijnen tobehoren, voort die schouwe van allen den dorp van Brakel, gelegen tuschen den gericht van Zulinchem an der Monclant, tot Zutphenachen rechte.

Ridder, beleend met de tienden van Rodengooij, met 27 hoeven, met het lage gericht en het beheer van de dijken; geeft in oct. 1264 dit leen terug aan graaf Otto van Gelre t.b.v. Willem van Altena. Deze geeft de goederen in tijns aan het Convent van Villars. Eustachius is op 26.06.1241 getuige (als Iustacio de Brakel) voor Dirck van Altena; is 1247 getuige voor Diederick van Wijckenrode, proost van Oud-Munstere, is 13.10.1263 getuige met Arnold van Giessen voor Willem van Altena;getuige voor Dirck van Altena 1265 en 1268 als deze de kerk en tienden te Schelluinen en goederen te Hotgissene en Wolfar schenkt aan de Duitse Orde te Utrecht. Hij was waarschijnlijk een zoon van Johan van Brakel en Theodora van der Horst.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gijsbert*1255  †1319  64



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Gijsbert van Brakel
Gijsbert van Brakel1, geb. circa 1255, ovl. voor 1319.

Gijsbert van Brakel.
hij werd volgens het Hollandsche Leenregister met 16 morgen land te Brakel.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Steeskinus*1275 Brakel †1355 Brakel 79



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Godschalk van Brakel
Godschalk van Brakel.


Guillaume IV de Nevers et d'Auxerre
Guillaume IV Comte de Nevers et d'Auxerre, ovl. op 24 okt 1168.

Guillaume IV Comte de Nevers et d'Auxerre.
Graaf in 1161 van Auxerre, Nevers en 1159 van Tonnerre.

tr.
met

Eleonora van Vermandois, dr. van Raoul I graaf van Vermandois (1120 graaf van Vermandois) en Petronella (Alix) van Poitou, geb. in 1152, ovl. na 1221, tr. (1) op 7 nov 1172 met Mattheus van de Elzas. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) met Etienne de Chatillon, zn. van Etienne I de Champagne Comte de Sancerre (graaf van Sancerre in 1152) en Mathilde ? . Uit dit huwelijk geen kinderen.

Eleonora van Vermandois.
Durch Vermächtnis königlich.


Bronnen:

1.Afstammingsreeksen van de Hertogen van Brabant (B 009), Vic Hamers, Rob Dix en Zeno Deurvorst, NGV, 978-90-72771-08-7, Woerden, 2006 (blz. 139)