Cees Hagenbeek
Phlip Lammertsz Marlie
Phlip Lammertsz Marlie, doopgetuige van zijn nicht Jannetje Minne Leiden (Loodskerk) op 13 jun 1694, ovl. voor jul 1698.

otr. Leiden op 6 jul 1686, tr.
met

Lijsbeth Reiniers, dr. van Reijnier Jans (lakenwerker) en Grietje Gijsberts, ged. Leiden (Pieterskerk) op 16 nov 1664 (getuigen: Annetje Claes, Willem Martijn en Maartje Engels), doopgetuige van haar nicht Jannetje Minne Leiden (Loodskerk) op 13 jun 1694, doopgetuige van haar nicht Maria Minnen Leiden (Hooglandse Kerk) op 10 sep 1699, doopgetuige van haar neef Joannes Minne Leiden (Hooglandse Kerk) op 17 mei 1701, doopgetuige van haar neef Jacob Minne Leiden (Marekerk) op 19 aug 1703, tr. (2) met Jacob Lens. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Lijsbeth Reiniers.
het is zeer waarschijnlijk dat de hier genoemde naam van de moeder: Annetje Claes de doopgetuige is.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Reinier~1692 Leiden (Hooglandse Kerk)    


Reinier Lammertsz
Reinier Lammertsz, ged. Leiden (Hooglandse Kerk) op 5 okt 1692 (getuigen: zijn tante Sara Reijniersdr Reijnier en zijn aangetrouwd oom Jan Hendrixsz Minne).


Jacob Lens
Jacob Lens.

otr. (1) Leiden op 5 jul 1698, tr.
met

Lijsbeth Reiniers, dr. van Reijnier Jans (lakenwerker) en Grietje Gijsberts, ged. Leiden (Pieterskerk) op 16 nov 1664 (getuigen: Annetje Claes, Willem Martijn en Maartje Engels), doopgetuige van haar nicht Jannetje Minne Leiden (Loodskerk) op 13 jun 1694, doopgetuige van haar nicht Maria Minnen Leiden (Hooglandse Kerk) op 10 sep 1699, doopgetuige van haar neef Joannes Minne Leiden (Hooglandse Kerk) op 17 mei 1701, doopgetuige van haar neef Jacob Minne Leiden (Marekerk) op 19 aug 1703.

Lijsbeth Reiniers.
het is zeer waarschijnlijk dat de hier genoemde naam van de moeder: Annetje Claes de doopgetuige is.

tr. (2) circa 1676
met

Claertge Philps.


Claertge Philps
Claertge Philps.

tr. circa 1676
met

Jacob Lens, tr. (1) met Lijsbeth Reiniers. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Zweder II van Culembog van Bloemensteyn
Zweder II van Culembog van Bloemensteyn, geb. circa 1335, ridder, heer van Bloemenstein.

Zweder II van Culembog van Bloemensteyn.
Vermeld 1372/95. 1385: "Ic Sweder van Blomensteyn rid." verklaar dat de heren van de Dom [van Utrecht] in pacht gegeven hebben aan heer Gijsbrecht van Vianen en van de Goye hun tienden in Tul, 't Waal en Honswijk, die ik tot op de datum van deze brief van hen in pacht had. Getekend zegel: 2:1 zuilen met daarboven een lambeel met drie hangers; randschrift (voor zover nog zichtbaar): s.swederi.de Bloemestein.

tr.
met

Otte Goossensdr van Rossum, dr. van Goossen II van Rossum en Margaretha uten Goye, geb. circa 1320.

Otte Goossensdr van Rossum.
7 dec 1382: Zweder van Bloemenstein, ridder, van wie de leenheer een neef is, draagt over aan Laurens Florisz. en Zeger Florisz. en Jan, zijn dochter bij Z, dochter van Gozewijn van Rossum, zal bij meerderjarigheid afstand doen.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johanna*1355  †1406 Gameren 51



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Otte Goossensdr van Rossum
Otte Goossensdr van Rossum, geb. circa 1320.

Otte Goossensdr van Rossum.
7 dec 1382: Zweder van Bloemenstein, ridder, van wie de leenheer een neef is, draagt over aan Laurens Florisz. en Zeger Florisz. en Jan, zijn dochter bij Z, dochter van Gozewijn van Rossum, zal bij meerderjarigheid afstand doen.

tr.
met

Zweder II van Culembog van Bloemensteyn, zn. van Jan van Cuelemborg van Bloemensteyn (baljuw van Kennemerland 1353-1354) en Hadewich Gerrits van Raephorst (vrouwe van Bloemensteyn), geb. circa 1335, ridder, heer van Bloemenstein.

Zweder II van Culembog van Bloemensteyn.
Vermeld 1372/95. 1385: "Ic Sweder van Blomensteyn rid." verklaar dat de heren van de Dom [van Utrecht] in pacht gegeven hebben aan heer Gijsbrecht van Vianen en van de Goye hun tienden in Tul, 't Waal en Honswijk, die ik tot op de datum van deze brief van hen in pacht had. Getekend zegel: 2:1 zuilen met daarboven een lambeel met drie hangers; randschrift (voor zover nog zichtbaar): s.swederi.de Bloemestein.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johanna*1355  †1406 Gameren 51


Jan van Cuelemborg van Bloemensteyn
Jan (Johan) van Cuelemborg van Bloemensteyn1 (van Culemborg), geb. circa 1315, baljuw van Kennemerland 1353-1354, Kabeljauw in de Hoekse en Kabeljauwse twisten vanaf 1350, ovl. in 1363, begr. baljuw in 1352 en 1354.

Jan van Cuelemborg van Bloemensteyn.
Het Utechts Archief, Verzameling van Buchel-Booth, inv.nr. 17, fol. 96, dd .woensdag na O.V. conceptio 1382: Gysbrecht heer van Vianen ende van den Goye scheldt kwijt "sulcke lose (?) als hu hadde van h. Zweders wege van Bloemenstein, van Laurens Florenss [kantlijn: nu gnt' Kyfhoeck] ende Jorden Millinc van der tiende van Boyencoep" behoudens dat Laurens Floris en Zeger Florenss onze mannen van de tienden zullen blijven.
Idem, inv.nr. 17, fol. 96, dd. 1382 (geen dan en maand vermeld): Deze tienden van Boyencoep droeg heer Sweder van Bloemensteyn ridder op aan "synen neue Ghysebr(echt) h(eer) van Vyanen ende van den Goye die daarmede verleidt Lourens en Zeger Florisz. tot een recht erfleen, ten overstaan van zijn mannen Johan van Braeckel, Gherit van Oestrum, Maes van den Berge en Johan van Cule.
Idem, inv.nr. 17, fol. 96, dd. 4 maart 1388:Het rechte vierendeel van de tiende verleidt de heer van Vianen bij opdracht van Lourens Floriss aan Gysbert van Lone Segerssone, onderdeeld met zijn vader Zeger Floriss, ten overstaan van h(eer) Sweer va(n) Bloemenstein ridd(er) Hubrecht Voorns, Jan de Bruyne Kostwynssone.
Idem, Inv.nr. 17, fol. 97v, dd. O.V. conceptio 1382:" Ic Sweder van Bloemenstein rid(der) oorkondt dat hij verkocht heeft aan Laurens Florensz en Zeger Florens soon de tiende van Boyencoep met de smalle tienden ; hij scheldt alle recht dat hij daaraan heeft, kwijt "en(de) sal doen vertyden Jan mynre d(ochte)r by h(eer) Goeswyns d(ochte)r van Rossem also sy tot haren mundigen dage compt".Medebezegeld door heer Gijsbrecht heer van Vianen en van den Goye.

tr.
met

Hadewich Gerrits (Haestien) van Raephorst1, dr. van Gerrit van Raephorst en Jutta van Vreese, geb. circa 1315, vrouwe van Bloemensteyn, ovl. kort voor 1399, tr. (2) met Alphert II van Wulven van der Horst. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Hadewich Gerrits van Raephorst.
werd in 1346 beleend met 25 morgen in De Lier en 6 morgen in Zoutenveen. Ze wordt in 1377 voor het eerst betiteld als Van Bloemensteyn. In volgende leenopvolging wordt ze eerst Van der Horst en pas later Van Bloemensteyn genoemd: "25 morgen land met een woning in die Liere. 04.10.1324: Heer Gheret van Raephorst krijgt het recht van opvolging, indien hij zonder zoon zal komen te overlijden, voor zijn dochter Hazetiaen; .-.-1346: Haze van der Horst, gehuwd met heer Alfraet van der Nederhorst, zoals haar vader heer Geraert van Raporst het leen hield; .-.-1390: Hazewich heer Gheretsdochter van Raporst, vrouwe van Bloemensteyn, met ledige hand; 04.05.1399: Alpher van der Horst heer Alphersz. van der Horst bij dode van zijn moeder vrouwe Haze.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Zweder II*1335     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Hadewich Gerrits van Raephorst
Hadewich Gerrits (Haestien) van Raephorst1, geb. circa 1315, vrouwe van Bloemensteyn, ovl. kort voor 1399.

Hadewich Gerrits van Raephorst.
werd in 1346 beleend met 25 morgen in De Lier en 6 morgen in Zoutenveen. Ze wordt in 1377 voor het eerst betiteld als Van Bloemensteyn. In volgende leenopvolging wordt ze eerst Van der Horst en pas later Van Bloemensteyn genoemd: "25 morgen land met een woning in die Liere. 04.10.1324: Heer Gheret van Raephorst krijgt het recht van opvolging, indien hij zonder zoon zal komen te overlijden, voor zijn dochter Hazetiaen; .-.-1346: Haze van der Horst, gehuwd met heer Alfraet van der Nederhorst, zoals haar vader heer Geraert van Raporst het leen hield; .-.-1390: Hazewich heer Gheretsdochter van Raporst, vrouwe van Bloemensteyn, met ledige hand; 04.05.1399: Alpher van der Horst heer Alphersz. van der Horst bij dode van zijn moeder vrouwe Haze.

tr. (1)
met

Jan (Johan) van Cuelemborg van Bloemensteyn1 (van Culemborg), zn. van Zweder I van Bloemensteyn en Ermengardis van Lichtenberg, geb. circa 1315, baljuw van Kennemerland 1353-1354, Kabeljauw in de Hoekse en Kabeljauwse twisten vanaf 1350, ovl. in 1363, begr. baljuw in 1352 en 1354.

Jan van Cuelemborg van Bloemensteyn.
Het Utechts Archief, Verzameling van Buchel-Booth, inv.nr. 17, fol. 96, dd .woensdag na O.V. conceptio 1382: Gysbrecht heer van Vianen ende van den Goye scheldt kwijt "sulcke lose (?) als hu hadde van h. Zweders wege van Bloemenstein, van Laurens Florenss [kantlijn: nu gnt' Kyfhoeck] ende Jorden Millinc van der tiende van Boyencoep" behoudens dat Laurens Floris en Zeger Florenss onze mannen van de tienden zullen blijven.
Idem, inv.nr. 17, fol. 96, dd. 1382 (geen dan en maand vermeld): Deze tienden van Boyencoep droeg heer Sweder van Bloemensteyn ridder op aan "synen neue Ghysebr(echt) h(eer) van Vyanen ende van den Goye die daarmede verleidt Lourens en Zeger Florisz. tot een recht erfleen, ten overstaan van zijn mannen Johan van Braeckel, Gherit van Oestrum, Maes van den Berge en Johan van Cule.
Idem, inv.nr. 17, fol. 96, dd. 4 maart 1388:Het rechte vierendeel van de tiende verleidt de heer van Vianen bij opdracht van Lourens Floriss aan Gysbert van Lone Segerssone, onderdeeld met zijn vader Zeger Floriss, ten overstaan van h(eer) Sweer va(n) Bloemenstein ridd(er) Hubrecht Voorns, Jan de Bruyne Kostwynssone.
Idem, Inv.nr. 17, fol. 97v, dd. O.V. conceptio 1382:" Ic Sweder van Bloemenstein rid(der) oorkondt dat hij verkocht heeft aan Laurens Florensz en Zeger Florens soon de tiende van Boyencoep met de smalle tienden ; hij scheldt alle recht dat hij daaraan heeft, kwijt "en(de) sal doen vertyden Jan mynre d(ochte)r by h(eer) Goeswyns d(ochte)r van Rossem also sy tot haren mundigen dage compt".Medebezegeld door heer Gijsbrecht heer van Vianen en van den Goye.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Zweder II*1335     

tr. (2)
met

Alphert II van Wulven van der Horst, zn. van Alphert I van Wulven van der Horst en Heilwig van Haerlem, geb. circa 1305, ovl. Warns op 4 okt 1345.

Alphert II van Wulven van der Horst.
In 1301 wordt het huis Nederhorst genoemd in een akte waarin Alfert van Wulfen het opdraagt aan Guy van Henegouwen  …die van Wulfen het kasteel wederom in leen geeft.
Van Wulfen veranderde zijn geslachtsnaam in Van der Horst  …en zijn geslacht zou tot 1560 het kasteel in eigendom houden.


Bronnen:

1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Goossen II van Rossum
Goossen II van Rossum (Gozewijn), geb. circa 1275, ovl. in 1345.

tr. in 1310
met

Margaretha (Margriet) uten Goye, dr. van Gijsbert II uten Goye (vermeld 1277-1299, heer van Hagestein) en Margaretha van Teylinghen tot Hagestein (vrouwe van Hagesteyn), geb. circa 1290, ovl. in 1340.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Otte*1320     
Goossen     


Dirck van Brakel
Dirck van Brakel, geb. circa 1335, ovl. na 1391.

tr.
met

NN van Polanen Langerack, geb. circa 1325.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan*1350 Brakel †1427  77



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

NN van Polanen Langerack
NN van Polanen Langerack, geb. circa 1325.

tr.
met

Dirck van Brakel, zn. van Johan Staesz van Brakel (ridder) en Margriet van Zuylen, geb. circa 1335, ovl. na 1391.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan*1350 Brakel †1427  77


Joannes van van Ghestel
Joannes van van Ghestel, geb. circa 1340, ovl. voor 1430.


Hij krijgt 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jutte*1360  †1427  67
Jan*1365  †1406  41


Margriet van Zuylen
Margriet van Zuylen, geb. voor 1320.

Margriet van Zuylen.
niet bekend of Dirck van Brakel een zoon uit het huwelijk met Johanna van Weerdenburg of met Margriet van Zuylen is.

tr. voor 1340
met

Johan Staesz van Brakel1, zn. van Ridder Steeskinus van Brakel (heer van Brakel) en Bertha uten Goye van Hagestein (Vrouwe van Hagesteijn), geb. circa 1315, ridder, ovl. circa 1380, tr. (2) met Johanna van Weerdenburg. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Johan Staesz van Brakel.
heeft 1319 bezittingen in Brakel, naast zijn broer Staasken, verkoopt 1323 goederen te Werkendam, wordt 12.12.1326 (vermeld als broer van Staas van Brakel) beleend met 12 morgen op de "Beninge" te Brakel, zegelt 1338 met het wapen Van Brakel. Hij was gehuwd met Johanna van Weerdenburg en Margriet van Zuylen (volgorde niet bekend).

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dirck*1335  †1391  56
Catharina     
Johan     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Johanna van Weerdenburg
Johanna van Weerdenburg, geb. voor 1325.

tr.
met

Johan Staesz van Brakel1, zn. van Ridder Steeskinus van Brakel (heer van Brakel) en Bertha uten Goye van Hagestein (Vrouwe van Hagesteijn), geb. circa 1315, ridder, ovl. circa 1380.

Johan Staesz van Brakel.
heeft 1319 bezittingen in Brakel, naast zijn broer Staasken, verkoopt 1323 goederen te Werkendam, wordt 12.12.1326 (vermeld als broer van Staas van Brakel) beleend met 12 morgen op de "Beninge" te Brakel, zegelt 1338 met het wapen Van Brakel. Hij was gehuwd met Johanna van Weerdenburg en Margriet van Zuylen (volgorde niet bekend).


Bronnen:

1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Hendrika van Neynsel
Hendrika van Neynsel.

tr. circa 1320
met

Ridder Steeskinus (Staezekiin (de Oude), Eustachius II) van Brakel2,1, zn. van Gijsbert van Brakel, geb. Brakel in 1275, heer van Brakel, ovl. Brakel op 27 jan 1355.

Ridder Steeskinus van Brakel.
Knaap 1326, poorter van 's-Hertogenbosch 1308, beleend met 16 morgen land te Brakel 3-11-1319, beleend met een woning in Brakel 26-4-1333. In het jaar 870 werd Kasteel Braken als Stamslot Brakel gesticht door een jongere zoon van Graaf de Monbeliard, die zich Heer van Brakel noemde. Daarna raakte dit nieuwe geslacht nauw verwant met de adellijke geslachten Monbeliard, Van Heusden en met het Bourgondische huis. In ongeveer het jaar 1000 trouwde Graaf de Moussond de Monbeliard met Gravin Hildegard von Egisheim en in ongeveer 1100 trouwde Graaf Diederick de Monbeliard met Gravin Irmtrud van Bourgondie. In 1009 werd kasteel Brakel reeds door de Vikings in de as gelegd. Al heel vroeg in de Middeleeuwen ontstond het Ridderschap, dat door de vorstenhuizen in het leven was geroepen. Vervolgens werden er in de landen Riddertoernooien gehouden waar Ridders elkaar bekampten. Tijdens zo'n toernooi, ook wel Steekspel genoemd, leidde de door de heersende Vorst aangestelde Heraut het toernooi. Deze Heraut hield het Wapenboek bij, waarin de diverse Wapens stonden van de Ridders die aan het toernooi deelnamen en zo ontstond ook de  Heraldiek in de geschiedenis. Omstreeks het jaar 1210 werd een nieuw kasteel Brakel op de plek van het oude gebouwd. Een zogenaamde waterburcht van steen met ca 2,50 m. dikke muren. Dit kasteel bestond uit een ommuurde binnenplaats met aan de voorkant een zware vierkante toren naast de toegangspoort met valbrug. Aan de achterkant het woonhuis met de twee ronde hoektorens. Het geheel omringd door een diepe gracht. Rondom dit kasteel vonden vele oorlogshandelingen plaats, ten gevolge van de ruzies tussen de Hertogen van Gelre en Brabant en de Graaf van Holland. Kasteel Brakel werd dan ook ettelijke malen beschadigd, verwoest, maar weer herbouwd. Dat nieuwe kasteel was eerst bewoond door Ridder Johan van Brakel, getrouwd met Theodora van der Horst. In ca het jaar 1250 kwam het kasteel in het bezit van hun zoon Ridder Eustachius I van Brakel, die was getrouwd met Sophia van Broeckhuijsen in ca 1258.  Omstreeks 1280 kwam dit kasteel in het bezit van hun zoon Ridder Eustachius II van Brakel, die de scepter zwaaide in de Zuid-Westelijke uithoek van de Bommelerwaard in het Graafschap Gelre, dat later een Hertogdom werd. Hij trouwde tweemaal, zijn eerste vrouw was Hendrika van Neynsel, later trouwde hij met Bertha Uten Goye van Hagenstein in ca 1300 die in ca 1316 al overleed,  dochter van Ridder Giselbertus Uten Goye, Heer van de burchten Goye en Hagenstein aan de rivier de IJssel. Deze ridder was weer getrouwd met Domina Margaretha van Teijlingen uit een ander adellijk geslacht.  Ridder Eustachius II en Bertha Uten Goye kregen drie zonen, Staesekinus, Johan en Direk. Ridder Eustachius II en zijn zoon Staesekinus (die later ook Ridder werd) boden in ca het jaar 1323 als horigen Kasteel Brakel aan de hertog van Gelre, die het kasteel weer aan hun teruggaf. Ridder Eustachius II stierf in ca 1332. Zijn zoon Ridder Staesekinus trouwde in ca 1350 met een jongere dochter van Ridder Giselbertus Uten Goye of met Bertha van Neynsel, een jongere zuster van de eerste vrouw van zijn vader, Hendrika van Neynsel.  Hun zoon, de latere Ridder Staesken van Brakel, was niet alleen Heer van Brakel maar ook Heer van Langerak, trouwde in ca 1380 met Catharina van Polanen, dochter van Ridder Diederick van Polanen en Elburg van Arkel van Asperen. (In ca 1350 verscheen ook Ridder Herbaren I van Brakel ten tonele. Hij was getrouwd met de rijke Aleijd van Heusden. Hun oudste zoon Ridder Johan van Brakel was getrouwd met Margriet van Zuylen van Poederoyen en zij kregen drie dochters en drie zonen. Deze tak raakte verwant met de adellijke familie van Ridder Rudolf van Dalem die ook een kasteel bezat. Hij was getrouwd met Beatrix van Duivenvoorde).  Ridder Staesken van Brakel en Catharina van Polanen kregen een dochter Adriana Joanna. Zij erfde later de landgoederen Brakel en Hagenstein , na de dood van haar vader in 1420 en zij trouwde in ca 1420 de rijke Baron Johan van Broekhuizen van Waardenburg, die meerdere kastelen bezat, o.a.het mooie kasteel Ammersoyen.

Als kinderen van wijlen Steesken, zoon van wijlen.
Heer Stees van Brakel, ridder, worden in 1380 genoemd: Jan, Gijsbert en Elisabeth, gehuwd met Huge van Loenressloet. In 1382 komt voor Dirk van Brakel, zoon van wijlen Heer Stees, ridder.


Bronnen:

1.De Nederlandsche Leeuw (DNL), vanaf 1883
2.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Dirk van Brakel
Dirk van Brakel1, ovl. na 1382.



Bronnen:

1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883
2.De Nederlandsche Leeuw (DNL), vanaf 1883

Isaac Vijfftien (Quinze)
Isaac (Izaak) Vijfftien (Quinze) (le Quinze, Quinze Keynse, Vijvtien), geb. Leiden, ged. Leiden (Waalse Kerk) op 22 jan 1668 (getuigen: Jean Bateur en Anne le Soin), spinner in de Kruysstraat, ondertrouw getuige van zijn zoon Abraham de Vijfftien (Quinze) de Oude en zijn schoondochter Kaatje (Katalijna) Wijnbergen.

otr. (1) Leiden op 3 nov 16962 (getuigen: zokn vader Abraham Keynse en getuige bruid Maria Elias haar zuster), tr.
met

Jannetge Elias, dr. van Elias Picard en Maria Pieters, ged. WK Leiden (Waalse Kerk) op 26 jun 1669, ovl. voor jul 1698.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Isaäc~1697 Leiden (Pieterskerk)    
Catalijn~1697 Leiden (Pieterskerk)    

otr. (2) Leiden op 26 jul 16983, tr.
met

Rachel Klaasje (Rachelle) Caisi (Ceisi, Casier, Cafier, Reychie, Keysie, Keijke), dr. van Isaac Caisi en Salome de Rousseau, ged. Leiden (Waalse Kerk) op 22 jun 1676 (getuigen: Rachelle Fontaine en Jehan Coilet), ondertrouw getuige van haar zwager Maarten Pietersz de Jager en haar schoonzuster Anne le Zumse (Vijftien) Leiden op 4 dec 1706.

Uit dit huwelijk 7 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Abraham~1705 Leiden (Loodskerk)    11 
Anne*1708 Leiden    
Catrijn~1711 Leiden (Hooglandse Kerk)    
Rachel~1714 Leiden (Loodskerk)    
Jeanne~1717 Leiden (Waalse Kerk)    
Marthe*1702 Leiden    
Isaac*1707 Leiden    



Bronnen:
1.K.O. register Q Leiden (T 084), RA Leiden, DTB Leiden, Q 16, NH, Leiden, van 1657 tot 1661 (16 apr 1658 blz. 16)
2.K.O. register BB Leiden (T 096), RA Leiden, DTB Leiden, BB 26, NH, Leiden, 1694 (3 nov 1696 blz. 200)
3.K.O. register CC Leiden (T 046), RA Leiden, DTB Leiden, CC 27, Ned. Herv. Leiden, van 1698 tot 1702 (26 jul 1698 blz. 9)

Isaäc Vijvtien
Isaäc Vijvtien, ged. Leiden (Pieterskerk) op 21 aug 1697 (getuigen: Abraham Vijftien en Anna Vijftien).

tr.
met

Rachel Klaasje Casier.


Bronnen:

1.K.O. register BB Leiden (T 096), RA Leiden, DTB Leiden, BB 26, NH, Leiden, 1694 (3 nov 1696 blz. 200)

Leuntje Pietersdr Sonnevelt
Leuntje Pietersdr Sonnevelt, ged. 's-Gravenzande op 9 sep 1691.

 

otr. op 11 mei 1720, tr. op 26 mei 1720
met

Leendert Pietersz Gorter, zn. van Pieter Jansz Gorter en Bastiaantje Franken, ged. Maassluis op 27 jan 1694.


Bronnen:

1.Rechterlijke akte Hondertland (Notar 406), Nat Arch. Recht Arch.Hondertland, XIII, Hondertland, 1711 (30 mei 1711 akte 30)

Cornelis Sonnevelt
Cornelis Sonnevelt, ged. 's-Gravenzande op 12 okt 1692.

  • Vader:
    Pieter Doesz Sonnevelt, zn. van Doe Pietersz Sonnevelt (schrijnwerker) en Leuntje Doensdr van der Burgh, ged. Maasland op 14 okt 1655, bouwman, diaken, ouderling, Camerman, bouwman, ouderling 1691-1693, 1702-1704, 1707-1709, 1712-1714, 1716-1718 en 1721 's-Gravenzande, diaken 's-Gravenzande van 1689 tot 1691, lidmaat Honderland in 1714, ovl. aldaar in 1721, tr. (1) 's-Gravenzande op 25 apr 1679 met Lijsbeth Cornelisse van Maarleveld. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) 's-Gravenzande op 22 okt 1690 met
 



Bronnen:

1.Rechterlijke akte Hondertland (Notar 406), Nat Arch. Recht Arch.Hondertland, XIII, Hondertland, 1711 (30 mei 1711 akte 30)