Arnold II van Rode
Arnold II graaf van Rode, geb. circa 1090, vermeld 1119, 1123, 1125, ovl. circa 1125.- Vader:
Arnold (Arnold II, Arnulf), Arnold I van Looz (von Looz, van Rode)1, zn. van Emmo III van Loon (graaf van Loon 1046) en Swanhilde gravin van Holland, geb. Sint-Oedenrode op 2 sep 1062, graaf van Loon 1079-1088 (vermeld 1095..1119) (comte d'Hesbaye, seigneur de Horn, Stevoort et Corswarem) (Heer van Gruelsveld, Graaf van de Neder-Maasgau), Sire de Hornes et de Steinvort, graaf van Looz in 1084, ovl. Sint-Oedenrode op 19 mrt 1121, tr. (1) met Agnes van Rieneck van Mainz. Uit dit huwelijk 4 kinderen, tr. (2) in 1096 met Heilwig (Heijlwich) van Cuijk van Malsen. Uit dit huwelijk 5 kinderen, tr. (3) met Aleyde van Diest. Uit dit huwelijk 3 zonen, tr. (4) Sint-Oedenrode op 11 jun 1090.
|  |
tr. circa 1120
met
Aleidis van Cuijck, dr. van Hendrick I graaf van Cuyck van Malsen (vermeld 1096-1108, burggraaf van Utrecht, heer van Cuijk) en Alveradis gravin van Hochstaden (vermeld 1108-1131), geb. circa 1100, vrouw van Osning, ovl. circa 1125,
, Erbin der Waldgrafschaft Osning, tr. (2) met Adalbert II van Nörvenich KdG: 7706]]. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Bronnen:
1. | Maison de Hornes, Horn, Horne, Hoerne, Huerne, Hoorne, etc. (B 014), Etienne Patou, 2014 (blz. 1) |
2. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
>
Aleidis van Cuijck
Aleidis van Cuijck, geb. circa 1100, vrouw van Osning, ovl. circa 1125,
, Erbin der Waldgrafschaft Osning. |  |
- Moeder:
Alveradis gravin van Hochstaden (van Hochstaden of Norvenich)1, dr. van Gerhard II Graf van Hochstaden en Aleydis van Wickerode, geb. circa 1080, vermeld 1108-1131, ovl. na 1131,
, met haar zonen betrokken bij de stichting van de abdij Mariënweerd (1129). De naam Mariënwaerdt betekent eiland (waard) van Maria. De geschiedenis daarvan begint religieus. Alverada doneerde met toestemming van haar zonen Herman en Godfried een flinke lap grond aan de kerk om daarop een klooster te stichten. Andries van Cuijk, bisschop van Utrecht aanvaardde de gift in dankbaarheid en liet zijn oog vallen op de Noord-Franse orde van Prémontré (norbertijnen), die in datzelfde jaar op het 'eiland Maria' een abdij stichtte. Het klooster lag op een gevaarlijk punt, precies op de grens van de provincies Utrecht, Holland, Gelre en Brabant, waar vaak werd gevochten en geplunderd. Meermalen werd het verwoest en weer opgebouwd, totdat de bendes van Brederode de abdij in 1567 voorgoed met de grond gelijkmaakten.
tr. (1) circa 1120
met
Arnold II graaf van Rode, zn. van Arnold van Looz (graaf van Loon 1079-1088) en Helwiva van Walbeck, geb. circa 1090, vermeld 1119, 1123, 1125, ovl. circa 1125.
tr. (2)
met
Adalbert II van Nörvenich KdG: 7706]].
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
2. | Maison de Hornes, Horn, Horne, Hoerne, Huerne, Hoorne, etc. (B 014), Etienne Patou, 2014 (blz. 1) |
>
Herman van Malsen in de Betuwe
Herman van Malsen in de Betuwe (van Kuyc)1, geb. circa 1040, Vice-graaf van Utrecht 1061, ovl. na 1080,
, Vermeld 1057-ca. 1080, vermoedelijk door keizer Hendrik IV (1056-1105) beleend met het land van Kuijc voor 1096, vice-graaf van Utrecht 1061. Met de regering van Herman I (1048-'68) begint voor de geschiedenis van de heren van Kuyc het eigenlijke historische tijdvak. Vanaf die tijd kunnen regelmatig de opvolgingen in het bestuur worden vastgesteld, mede door sinds die tijd bewaard gebleven oorkonden;
hij raakte in 1058 - samen met bisschop Willem van Utrecht, Lambertus III, graaf van Leuven, Wichard, voogd van Gelre, Anno, aartsbisschop van Keulen, Theoduinus, bisschop van Luik, en Egbert I, markgraaf van Brandenburg -, in oorlog met Floris I van Holland, omdat deze laatste was begonnen eigenmachtig tol te heffen op koopwaren die langs de rivieren in zijn gebied werden vervoerd, en bovendien onrechtmatig goederen in zijn bezit had, o.a. van het bisdom Utrecht. De verbondenen trokken als trouwe onderdanen en leenmannen van de keizer (het recht van watertol behoorde tot de z.g. regalia, d.w.z. aan de keizer als leenheer), maar natuurlijk ook uit welbegrepen eigenbelang, tegen Floris I te velde. Deze laatste, die zich legerde bij Oud-Heusden, werd gesteund door de West-Friezen. Omdat hij er echter van overtuigd was dat hij in kracht voor zijn tegenstanders zou moeten onderdoen, nam hij zijn toevlucht tot een list. Hij liet het hem omringende terrein uitgraven en de ontstane kuilen met rijshout en graszoden overdekken.
Ten gevolge daarvan stortten de aanvallers in de gegraven diepten, waar zij door elkaar verpletterd, of door de troepen van Floris, die een volledige overwinning behaalde, afgemaakt werden. Deze gebeurtenis maakte echter geen einde aan de oorlog; op 18 juni 1061 werd opnieuw slag geleverd, nu bij Nederhemert, een dorp tegenover Heusden, in de Bommelerwaard. De voorhoede van Floris' tegenstanders, die bestonden uit troepen van Keulen, Brandenburg en Cuijk, werd door de Hollandse graaf onmiddellijk aangegrepen en spoedig verslagen. De weggevluchte en hier en daar verstrooide vijanden verenigden zich echter langzamerhand weer en terwijl de vermoeide Hollandse krijgslieden onder het geboomte langs de Maas uitrustten, werden zij onverwacht door Herman I aangevallen. Na een schitterende verdediging vond Floris met nog honderden van zijn manschappen de dood.tr. (1) circa 1070
met
Ida van Boulogne, dr. van Eustache II van Boulogne (graaf van Boulogne) en Ida van Neder-Lotharingen, geb. circa 1058, ovl. in 1106,
, Overleden 1106, huwt ca 1070 Herman van Malsen, geboren ca 1040, vermeld 1057-ca.1080; graaf van Cuyck, 1061 burggraaf van Utrecht. Waarschijnlijk door Hendrik IV met Cuyck beleend.
NOTA BENE: Ida van Boulogne blijkt een fantasienaam te zijn. Haar naam is hypothisch en recent betwijfeld, en haar vermeende vader Eustache II van Boulogne had voorzover gereconstrueerd kan worden geen dochter Ida gehad hebben, tr. (2) met Kuno Conon I de Montaigu (Scherpenheuvel?). Uit dit huwelijk een dochter.
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
tr. (2)
met
Ermengard van Namen, dr. van Albert II graaf van Namen (graaf, voogd van Andenne) en Regelinde van Neder-Lotharingen.
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
>
Adalbert I von Ballenstedt
Adalbert I Graf von Ballenstedt.tr.
met
Hidda (1) , dr. van Hodo I Markgraf von der Niederlausitz en Frederuna von dem Ostmark?.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Eisiko | | | †1059 | | | 1 | 1 |
2 | Uta | | | | | | 1 | 0 |
>
Andreas van Cuijk
Andreas van Cuijk, geb. circa 1075, bisschop van Utrecht (1128-1139), ovl. op 23 jun 1139,
, Aartsdiaken en later (dom)proost van St Lambert te Luik, proost van St Pieter te Luik, proost van Emmerik, waarnemend bisschop van Luik (1121-1123), bisschop van Utrecht (1128-1139).- Vader:
Herman van Malsen in de Betuwe (van Kuyc)1, zn. van Unruoch van Kempenland (Graaf in de Kempengouw 1047-1073) en N.N. van Isla en Lake, geb. circa 1040, Vice-graaf van Utrecht 1061, ovl. na 1080,
, Vermeld 1057-ca. 1080, vermoedelijk door keizer Hendrik IV (1056-1105) beleend met het land van Kuijc voor 1096, vice-graaf van Utrecht 1061. Met de regering van Herman I (1048-'68) begint voor de geschiedenis van de heren van Kuyc het eigenlijke historische tijdvak. Vanaf die tijd kunnen regelmatig de opvolgingen in het bestuur worden vastgesteld, mede door sinds die tijd bewaard gebleven oorkonden;
hij raakte in 1058 - samen met bisschop Willem van Utrecht, Lambertus III, graaf van Leuven, Wichard, voogd van Gelre, Anno, aartsbisschop van Keulen, Theoduinus, bisschop van Luik, en Egbert I, markgraaf van Brandenburg -, in oorlog met Floris I van Holland, omdat deze laatste was begonnen eigenmachtig tol te heffen op koopwaren die langs de rivieren in zijn gebied werden vervoerd, en bovendien onrechtmatig goederen in zijn bezit had, o.a. van het bisdom Utrecht. De verbondenen trokken als trouwe onderdanen en leenmannen van de keizer (het recht van watertol behoorde tot de z.g. regalia, d.w.z. aan de keizer als leenheer), maar natuurlijk ook uit welbegrepen eigenbelang, tegen Floris I te velde. Deze laatste, die zich legerde bij Oud-Heusden, werd gesteund door de West-Friezen. Omdat hij er echter van overtuigd was dat hij in kracht voor zijn tegenstanders zou moeten onderdoen, nam hij zijn toevlucht tot een list. Hij liet het hem omringende terrein uitgraven en de ontstane kuilen met rijshout en graszoden overdekken.
Ten gevolge daarvan stortten de aanvallers in de gegraven diepten, waar zij door elkaar verpletterd, of door de troepen van Floris, die een volledige overwinning behaalde, afgemaakt werden. Deze gebeurtenis maakte echter geen einde aan de oorlog; op 18 juni 1061 werd opnieuw slag geleverd, nu bij Nederhemert, een dorp tegenover Heusden, in de Bommelerwaard. De voorhoede van Floris' tegenstanders, die bestonden uit troepen van Keulen, Brandenburg en Cuijk, werd door de Hollandse graaf onmiddellijk aangegrepen en spoedig verslagen. De weggevluchte en hier en daar verstrooide vijanden verenigden zich echter langzamerhand weer en terwijl de vermoeide Hollandse krijgslieden onder het geboomte langs de Maas uitrustten, werden zij onverwacht door Herman I aangevallen. Na een schitterende verdediging vond Floris met nog honderden van zijn manschappen de dood, tr. (2) met Ermengard van Namen. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (1) circa 1070.
- Moeder:
Ida van Boulogne, dr. van Eustache II van Boulogne (graaf van Boulogne) en Ida van Neder-Lotharingen, geb. circa 1058, ovl. in 1106,
, Overleden 1106, huwt ca 1070 Herman van Malsen, geboren ca 1040, vermeld 1057-ca.1080; graaf van Cuyck, 1061 burggraaf van Utrecht. Waarschijnlijk door Hendrik IV met Cuyck beleend.
NOTA BENE: Ida van Boulogne blijkt een fantasienaam te zijn. Haar naam is hypothisch en recent betwijfeld, en haar vermeende vader Eustache II van Boulogne had voorzover gereconstrueerd kan worden geen dochter Ida gehad hebben, tr. (2) met Kuno Conon I de Montaigu (Scherpenheuvel?). Uit dit huwelijk een dochter.
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
>
Godfried van Cuijk van Malsen
Godfried van Cuijk van Malsen, geb. circa 1070, ovl. na 1134,
, Aartsdiaken en later proost van Xanthen, (waarsch.) proost van St Severijn te Keulen, elect-aartsbisschop van Keulen (1131), kanunnik te Steinfeld.- Vader:
Herman van Malsen in de Betuwe (van Kuyc)1, zn. van Unruoch van Kempenland (Graaf in de Kempengouw 1047-1073) en N.N. van Isla en Lake, geb. circa 1040, Vice-graaf van Utrecht 1061, ovl. na 1080,
, Vermeld 1057-ca. 1080, vermoedelijk door keizer Hendrik IV (1056-1105) beleend met het land van Kuijc voor 1096, vice-graaf van Utrecht 1061. Met de regering van Herman I (1048-'68) begint voor de geschiedenis van de heren van Kuyc het eigenlijke historische tijdvak. Vanaf die tijd kunnen regelmatig de opvolgingen in het bestuur worden vastgesteld, mede door sinds die tijd bewaard gebleven oorkonden;
hij raakte in 1058 - samen met bisschop Willem van Utrecht, Lambertus III, graaf van Leuven, Wichard, voogd van Gelre, Anno, aartsbisschop van Keulen, Theoduinus, bisschop van Luik, en Egbert I, markgraaf van Brandenburg -, in oorlog met Floris I van Holland, omdat deze laatste was begonnen eigenmachtig tol te heffen op koopwaren die langs de rivieren in zijn gebied werden vervoerd, en bovendien onrechtmatig goederen in zijn bezit had, o.a. van het bisdom Utrecht. De verbondenen trokken als trouwe onderdanen en leenmannen van de keizer (het recht van watertol behoorde tot de z.g. regalia, d.w.z. aan de keizer als leenheer), maar natuurlijk ook uit welbegrepen eigenbelang, tegen Floris I te velde. Deze laatste, die zich legerde bij Oud-Heusden, werd gesteund door de West-Friezen. Omdat hij er echter van overtuigd was dat hij in kracht voor zijn tegenstanders zou moeten onderdoen, nam hij zijn toevlucht tot een list. Hij liet het hem omringende terrein uitgraven en de ontstane kuilen met rijshout en graszoden overdekken.
Ten gevolge daarvan stortten de aanvallers in de gegraven diepten, waar zij door elkaar verpletterd, of door de troepen van Floris, die een volledige overwinning behaalde, afgemaakt werden. Deze gebeurtenis maakte echter geen einde aan de oorlog; op 18 juni 1061 werd opnieuw slag geleverd, nu bij Nederhemert, een dorp tegenover Heusden, in de Bommelerwaard. De voorhoede van Floris' tegenstanders, die bestonden uit troepen van Keulen, Brandenburg en Cuijk, werd door de Hollandse graaf onmiddellijk aangegrepen en spoedig verslagen. De weggevluchte en hier en daar verstrooide vijanden verenigden zich echter langzamerhand weer en terwijl de vermoeide Hollandse krijgslieden onder het geboomte langs de Maas uitrustten, werden zij onverwacht door Herman I aangevallen. Na een schitterende verdediging vond Floris met nog honderden van zijn manschappen de dood, tr. (2) met Ermengard van Namen. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (1) circa 1070.
- Moeder:
Ida van Boulogne, dr. van Eustache II van Boulogne (graaf van Boulogne) en Ida van Neder-Lotharingen, geb. circa 1058, ovl. in 1106,
, Overleden 1106, huwt ca 1070 Herman van Malsen, geboren ca 1040, vermeld 1057-ca.1080; graaf van Cuyck, 1061 burggraaf van Utrecht. Waarschijnlijk door Hendrik IV met Cuyck beleend.
NOTA BENE: Ida van Boulogne blijkt een fantasienaam te zijn. Haar naam is hypothisch en recent betwijfeld, en haar vermeende vader Eustache II van Boulogne had voorzover gereconstrueerd kan worden geen dochter Ida gehad hebben, tr. (2) met Kuno Conon I de Montaigu (Scherpenheuvel?). Uit dit huwelijk een dochter.
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
>
Unruoch van Kempenland
Unruoch van Kempenland1, Graaf in de Kempengouw 1047-1073.tr. circa 1040
met
N.N. van Isla en Lake, dr. van Herman graaf in Isla en Lake.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Herman | *1040 | | †1080 | | 40 | 2 | 5 |
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
>
N.N. van Isla en Lake
N.N. van Isla en Lake.tr. circa 1040
met
Unruoch van Kempenland1, zn. van Freterhard graaf van Bliesgau (graaf in de Betuwe) en Baertha , Graaf in de Kempengouw 1047-1073.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Herman | *1040 | | †1080 | | 40 | 2 | 5 |
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
>
Freterhard van Bliesgau
Freterhard (Fretehard) graaf van Bliesgau (in Teisterbant), graaf in de Betuwe,
, Graaf in Teisterbant na 996 of diens broer Godizo.tr.
met
Baertha (Bave ?) .
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Unruoch | | | | | | 1 | 1 |
>
Grietje Jaspers Calis
Grietje Jaspers Calis.tr. Hazerswoude op 26 jun 1661
met
Ary Ariensz Benth, zn. van Adriaen Dircxsz Benten en Trijntgen Jacobs, begr. Hazerswoude op 27 aug 1669, tr. (1) met Neelgen Pietersdr Schouten, dr. van Pieter Claesz Schouten en Neeltje Floor Reyers Akersloot. Uit dit huwelijk een dochter
>
Cornelis Cornelis Corpershoek
Cornelis Cornelis Corpershoek, bouwman, schepen.tr. Schipluiden op 11 jan 1642
met
Aaltje Cornelisdr Verhoeck.
>
Philips II van Wassenaer
Philips II van Wassenaer, geb. circa 1220, knape, zegelbewaarder en grafelijk raadgever onder Floris V en Jan I, ovl. in 1300.- Vader:
Dirk I van Wassenaer1, zn. van Philips I van Wassenaer (Heer van Wassenaar) en Melendes , geb. Voorschoten voor 1195, heer van Santhorst, ovl. in 1258,
, Stamvader van den uitgestorven tak, die in 1339 het burggraafschap van Leiden verwierf, en van de uitgestorven takken genaamd: Van Santhorst, Van Rosenburch, Van Cranenburch en Van Groenevelt. Zwoer in 1220 de rechten van Dordrecht te verdedigen voor graaf Willem I. Wordt vele malen in officiele stukken genoemd. Op 16 nov.1229 stond Dirk van Wassenaer aan graaf Willem I de rechten af op een tynshof, dat in het bezit was geweest van wijlen Vrouw Melendes, vrouw van Philips van Wassenaer zijn vader. Heer van Wassenaar burggraaf van Leyden, ridder, beleent met 17 morgen land in de Kadijc. Op 31-01-1321 is Dirck, burggraaf van Leyden, ridder beleent heer Arnout van Groenevelt, gehuwt met Lizibeth, weduwe van Claes Persijn, broer van de Leenheer die haar lijftocht aan het leen heeft, Hij krijgt geen kinderen, tr. circa 1220.
tr.
met
Katrine? Gerardsdr of Jansdr van de Wateringen, geb. vermoedelijk Monnickendam circa 1222.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jutte | | | †1345 | | | 1 | 2 |
2 | Dirck II | *1240 | Voorschoten | †1319 | | 79 | 2 | 2 |
>
Katrine? Gerardsdr of Jansdr van de Wateringen
Katrine? Gerardsdr of Jansdr van de Wateringen, geb. vermoedelijk Monnickendam circa 1222.tr.
met
Philips II van Wassenaer, zn. van Dirk I van Wassenaer (heer van Santhorst) en Bertha Arentsdr van Rijswijk, geb. circa 1220, knape, zegelbewaarder en grafelijk raadgever onder Floris V en Jan I, ovl. in 1300.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jutte | | | †1345 | | | 1 | 2 |
2 | Dirck II | *1240 | Voorschoten | †1319 | | 79 | 2 | 2 |
>
Ghisekyn uter Lyere
Ghisekyn uter Lyere1,2, leenman van Wassenaer,
, vermeld 226 en 1223.Hij krijgt een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Kerstine | *1212 | de Lier | †1280 | | 68 | 2 | 3 |
>
Mouwerijn Willemsz van Leyden
Mouwerijn Willemsz van Leyden.- Vader:
Willem II van Leyden van Cuijk1, van Leyden (Oegstgeest), zn. van Hendrik van Cuijck van burggaaf van Leiden2,, vanaf 1883 Jrg 2004, kolom 247 en 248, scan 142,1 (burggraaf van Leiden) en Halewine Willemsdr van Egmond2,, vanaf 1883 Jrg 2004, kolom 247 en 248, scan 142,1, burggraaf van Leiden, ovl. in 1321,
, Willem is een broer van de burggraaf Dirck van Leiden. In 1325 komt Jan van den Zijl voor als Raad van Graaf Willem III: als zodanig is hij medezegelaar op 28-03-1326 bij het vaststellen van de lijftocht voor Badeloghe, gehuwd met Willem van Leyden, broer van burggraaf Dirck, tr. (1) voor 16 jun 1309 met Vrouwe Ermgaard van Naaldwijk. Uit dit huwelijk geen kinderen, relatie (2).
- Moeder:
Badeloge Florisdr (Badeloge) Doirtoghe (van Brederode), van de Doirtoghe, dr. van Floris van Brederode van der Doortoge ridder (heer van de Doortoge, Zegwaard en Zevenhuizen) en NN Hugosdr II van Naaldwijk, geb. Schipluiden circa 1262, ovl. Schipluiden in 1335,
, Née le : 1266 Schipluiden, Zuid-Holland, Nederland
Fille de Floris van Brederode, heer van Doortoge et Jutte Nicolaes Van Putten Épouse de Diederick Dirk van Hodenpijl, Heer van Hodenpijl et Willem van Leyden (Leijden), van Cuijck
Mère de Jan van Hodenpijl; Willem van Hodenpijl; Floris Dircks van Hodenpijl; Arnout Dircksz van Hodenpijl; Badeloge van Hodenpijl et 3 autres
Sœur de Floris V Van Brederode, Heer van Zevenhuizen, Zegwaard en van der Doortoge
Demi-sœur de Alverade van Brederode; Dirk van der Doortoghe Zegwaard, ridder, Heer; Jan van der Doortoge et Floris van Brederode, tr. (1) Schipluiden in 1287 met Diederick Dirk van Hodenpijl (Didderic van Hoedenpijl), geb. circa 1262, ovl. na 1301,
, Dirck van Hodenpijl grafelijk leenman van Hodenpijl met 66 morgen land Arnoud van Hodenpijl Jan van Hodenpijl, raadsman van Delft, zegelt in 1315, samen met Arnoud verbannen, gegoed in Maasland en Overschie Willem van Hodenpijl, vermoord v 1324, zijn woning is aan zijn kinderen toegekomen, mogelijk Willem en Dirk Floris
Hodenpijl is de naam van een voormalige gemeente tussen Schipluiden en Den Hoorn. In 1855 werd deze gemeente, samen met Sint Maartensregt toegevoegd aan de gemeente Schipluiden. Dit gebied met een groep woningen, boerderijen en de voormalige RK kerk met pastorie wordt ook tegenwoordig aangeduid met de naam Hodenpijl. Kasteel Hodenpijl: Hodenpijl is ook de naam van een kasteel uit de 13e eeuw van de familie Hodenpijl, dat meer zuidwestelijk gelegen was in de Klaas Engelbrechtspolder. Tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten in 1351 en 1393 is het met de grond gelijk gemaakt en nooit meer herbouwd.
Het ambacht van Hoedenpile, 66 morgen land aldaar ... Didderic van Hoedenpijl, vermeld in 1281 [Bron: C. Hoek, ref. 17; L.H. 5, fol. 49].
leen van de grafelijkheid in Maasland, 10 morgen land en de woning, die vroeger van Kerstans Niger was ... Didderic van Hoedenpijl, vermeld in 1281 [Bron: C. Hoek, ref. 33; L.H. 5, fol. 49].
21 januari 1330, 11 morgen land te Hodenpijl, belend ten oosten: de Gaech, ten noorden: de kinderen van Willem van Hodenpijl met diens woning, ten westen: het Lage land, ten zuiden: de woning die vroeger van Ghijsbrecht Hane was ... geleend door Florens van Hodenpijl, te versterven voor de helft op zijn oudste zoon en voor de andere helft op zijn dochter Lysbet, gewonnen bij Genefyen Arntsdochter [Bron: C. Hoek, ref. 22; 6461, fol. 282].
22 oktober 1350, leen van de grafelijkheid in Maasland, 3 morgen land in Middeltijt; 4 1/2 morgen land; 5 morgen land in het ambacht van Bottendijc; 9 morgen land belend door Jan van Hodenpijl ... Vrouwe Baerte Arnoudsdochter van den Dorpe na opdracht uit eigen [Bron: C. Hoek, ref. 33; L.H. 50, fol. 124].
23 februari 1370, 6 morgen land te IJselmonde ... Willem van Hodenpijl van IJselmonde na opdracht uit eigen in ruil voor 6 morgen land te Alblaes [Bron: C. Hoek, ref. 15; L.H. 50, fol. 123].
25 maart 1376, Het dienstbetoon door de bewoners van de burggrafelijke hofsteden te Vlaerdinghe ... genoemd: Willem van Hodenpijl [Bron: C. Hoek, ref. 17; Leenkamer Wassenaar, register AA, fol. 11, 66, 67v en 72]. Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder.
Bronnen:
1. | Het goed van Oegstgeest (B 151), F.H. Lugt, Uitgeverij Ginkgo, 978-90-71256-09-7, Leiden, 2009 (blz. 189) |
2. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
3. | Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVI), Deel XVI (blz. 97) |
>
Dirk I van Wassenaer
Dirk I van Wassenaer1, geb. Voorschoten voor 1195, heer van Santhorst, ovl. in 1258,
, Stamvader van den uitgestorven tak, die in 1339 het burggraafschap van Leiden verwierf, en van de uitgestorven takken genaamd: Van Santhorst, Van Rosenburch, Van Cranenburch en Van Groenevelt. Zwoer in 1220 de rechten van Dordrecht te verdedigen voor graaf Willem I. Wordt vele malen in officiele stukken genoemd. Op 16 nov.1229 stond Dirk van Wassenaer aan graaf Willem I de rechten af op een tynshof, dat in het bezit was geweest van wijlen Vrouw Melendes, vrouw van Philips van Wassenaer zijn vader. Heer van Wassenaar burggraaf van Leyden, ridder, beleent met 17 morgen land in de Kadijc. Op 31-01-1321 is Dirck, burggraaf van Leyden, ridder beleent heer Arnout van Groenevelt, gehuwt met Lizibeth, weduwe van Claes Persijn, broer van de Leenheer die haar lijftocht aan het leen heeft.- Vader:
Philips I van Wassenaer2,3, zn. van Kerstant Doedensz van Wassenaer alias van Raephorst (drost van Holland) en Halewin van Leijden van Cuijck van Pendrecht, geb. Voorschoten circa 1175, Heer van Wassenaar, ovl. circa 1225,
, de bronnen verschillen over de moeder(s) van de kinderen van Philips I. Aangenomen is dat dit Agnes Persijn is. Melindes was waarschijnlijk zijn eerste vrouw. Het eerst wordt hij vermeld in 1200 onder de getuigen bij het verdrag van graaf Dirk VII van Holland met hertog Hendrik I van Brabant. In 1203 komt er in het graafschap weer beroering. Graaf Dirk VII laat bij zijn overlijden slechts een dochter na, Ada. Gravin Aleid had echter een plan gesmeed om door een huwelijk van haar dochter met Lodewijk, graaf van Loon, het graafschap uit handen van graaf Willem I (de broer van Dirk VII) te houden. Bijna alle Hollandse edelen bewilligden hierin, behalve Philips van Wassenaar en enkele ministralen. Zelfs Willem van Teylingen en Wouter van Egmond stemden aanvankelijk toe, hoewel ze iets later met Philips de leiders zullen zijn van de groep edelen, die zich tegen de opvolging van Ada verzetten (de Loonse oorlog). De vroegtijdige en duidelijke stellingname van Philips in 1203 ten gunste van graaf Willem I kan verklaard worden uit een bijzondere band tussen vorst en edelman, die gelagen kan zijn gedurende de gemeenschappelijke deelname aan de kruistocht in 1189 en het verblijf in het Oosten. In 1205 komt hij voor als getuigen bij de verkoop van twee hoeven aan de abdij te Rijnsburg en zegelde in 1223 de schenkingsbrief, waarbij de weduwe van graaf Willem I aan deze abdij 50 pond Hollands gaf, voor de ziel van haar overleden man. Philips stierf omstreeks 1225, tr. (1) met Agnes Dirks Persijn van Waterland. Uit dit huwelijk 3 kinderen, tr. (2) circa 1194.
- Moeder:
Melendes , geb. circa 1175,
, Vermeld 15 nov 1229: Dirk van Wassenaar verkoopt zijn rechten op de hof van wijlen vrouwe Meilend aan graaf Floris IV en doet daar ten overstaan van de mannen van de graaf afstand van.
tr. (1) circa 1220
met
Bertha Arentsdr (Ricarda) van Rijswijk (van Teijlingen), dr. van Arnold heer van Rijswijk (Dapifer van Holland, vermeld 1198-1216) en Meilindis , geb. Sassenheim in 1200.
Uit dit huwelijk 7 kinderen:
relatie (2)
>
Bertha Arentsdr van Rijswijk
Bertha Arentsdr (Ricarda) van Rijswijk (van Teijlingen), geb. Sassenheim in 1200.- Vader:
Arnold (Arent) heer van Rijswijk, zn. van Willem van Rijswijk, Dapifer van Holland, vermeld 1198-1216, ovl. na 1206,
, Arnold van Rijswijk (1198-1216) vervulde de grafelijke functie van `dapifer` in de periode 1198/1201. Indien nu heer Arnold van Rijswijk ook de vader was van abt Lubbert I van Egmond en diens broer Dirk van Rijswijk dan valt ook een verdere conclusie te trekken, namelijk dat heer Arnold de schoonvader van Gerard van Egmond zal zijn geweest. Gerard heeft zijn oudste zoon Wouter naar zijn eigen vader vernoemd en de tweede zoon Arnold naar zijn schoonvader. Daarnaast heeft Gerard van Egmond zijn zoon Lubbert vernoemd naar diens oom abt Lubbert I van Egmond, en deze tevens voorbestemd voor een kerkelijke loopbaan. Dit laatste, vernoeming en bestemming, is namelijk een Middeleeuwse gewoonte die in veel families aan te treffen valt, tr.
tr. circa 1220
met
Dirk I van Wassenaer1, zn. van Philips I van Wassenaer (Heer van Wassenaar) en Melendes , geb. Voorschoten voor 1195, heer van Santhorst, ovl. in 1258,
, Stamvader van den uitgestorven tak, die in 1339 het burggraafschap van Leiden verwierf, en van de uitgestorven takken genaamd: Van Santhorst, Van Rosenburch, Van Cranenburch en Van Groenevelt. Zwoer in 1220 de rechten van Dordrecht te verdedigen voor graaf Willem I. Wordt vele malen in officiele stukken genoemd. Op 16 nov.1229 stond Dirk van Wassenaer aan graaf Willem I de rechten af op een tynshof, dat in het bezit was geweest van wijlen Vrouw Melendes, vrouw van Philips van Wassenaer zijn vader. Heer van Wassenaar burggraaf van Leyden, ridder, beleent met 17 morgen land in de Kadijc. Op 31-01-1321 is Dirck, burggraaf van Leyden, ridder beleent heer Arnout van Groenevelt, gehuwt met Lizibeth, weduwe van Claes Persijn, broer van de Leenheer die haar lijftocht aan het leen heeft, relatie. Hij krijgt geen kinderen.
Uit dit huwelijk 7 kinderen:
>
Arnold van Rijswijk
Arnold (Arent) heer van Rijswijk, Dapifer van Holland, vermeld 1198-1216, ovl. na 1206,
, Arnold van Rijswijk (1198-1216) vervulde de grafelijke functie van `dapifer` in de periode 1198/1201. Indien nu heer Arnold van Rijswijk ook de vader was van abt Lubbert I van Egmond en diens broer Dirk van Rijswijk dan valt ook een verdere conclusie te trekken, namelijk dat heer Arnold de schoonvader van Gerard van Egmond zal zijn geweest. Gerard heeft zijn oudste zoon Wouter naar zijn eigen vader vernoemd en de tweede zoon Arnold naar zijn schoonvader. Daarnaast heeft Gerard van Egmond zijn zoon Lubbert vernoemd naar diens oom abt Lubbert I van Egmond, en deze tevens voorbestemd voor een kerkelijke loopbaan. Dit laatste, vernoeming en bestemming, is namelijk een Middeleeuwse gewoonte die in veel families aan te treffen valt.tr.
met
Meilindis .
Uit dit huwelijk 2 dochters:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Bertha | *1200 | Sassenheim | | | | 1 | 7 |
2 | F[lorentia] | *1200 | Zevenbergen | | | | 1 | 2 |
>
Vrank Anthonisz Cranenburgh
Vrank Anthonisz Cranenburgh, geb. Lisse in 1563, ovl. in 1623.Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Claas | *1607 | | †1667 | | 60 | 1 | 1 |
>
Kerstine Ghisekijnsdr uter Liere
Kerstine Ghisekijnsdr uter Liere1 (uten Lyere), geb. de Lier circa 1212, ovl. in 1280,
, Leenman van Wassenaar 1226, 1233. Hij is 1226 getuige voor Philips van Duivenvoorde. Ghisekin uter Lyre heeft 1 Maart 1223 met toestemming van de graaf zijn land in de Lyre met gerecht en tienden verkocht aan de abt van St. Mariënweerd dit is een vermoedelijke koppeling.tr. (1) circa 1250
met
Jan Philipsz (Johan Philipsz) van Duivenvoorde en Wassenaer1, van Wassenaar van Polanen, zn. van Philips van Wassenaer (heer van Duivenvoorde) en F[lorentia] Arentsdr van Strijen, geb. Voorschoten in 1220, Ridder 1248, heer van Duivenvoorde (schatbewaarder van het Graafschap Holland), ovl. Voorschoten in 1280,
, Jan van Duvenvoir de, stamvader van den uitgestorven tak Van Polanen, waaruit ook de graven van den Bergh stammen.
Jan van Wassenaer, ook bekend als van Duivenvoorde, ovl. voor 1295,
Ridder, heer van Duivenvoorde ca. 1250. Hij kocht Polanen, Monster, Terheijde, Poeldijk en half Loosduinen. Vermeld 22.11.1248 als broer van Arend I heer van Duivenvoorde.
Hij trouwde met NN Ghisekynsdr Uter Liere.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Philips | | | †1308 | | | 1 | 2 |
2 | Elisabeth | *1250 | | | | | 1 | 2 |
tr. (2)
met
Simon van der Burch, geb. circa 1195, schildknaap, ridder, ovl. in 1232.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Ghysekin | *1231 | de Lier | †1309 | de Lier | 77 | 3 | 3 |
>