tr.
met
Halfdan III Haraldsson av Roeskilde, zn. van Valldar av Roeskilde en Hildur Heidreksdotter, koning van Zweden.
Halfdan III Haraldsson av Roeskilde.
vermeld 590-650, geboren in Jutland.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Ivarr | †750 | 1 | 1 |
tr.
met
Valldar av Roeskilde, zn. van Hroar av Roeskilde.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Halfdan III | 1 | 1 |
tr.
met
Louis I de Chatillon de Blois et de Dunois Seigneur d'Avesnes de Guise de Trelon et de Dreux, zn. van Guy I Comte de Chatillon de Blois et de Dunois Seigneur d'Avesnes de Guise de Trelon et de Dreux (graaf van Blois) en Margaretha van Valois, ovl. Crecy [Frankrijk] op 26 aug 1346.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jean | †1379 | Schoonhoven | 1 | 0 |
tr. (1)
met
Gyrithe (Gunnhild) Olafsdottir (Olafsdotter), dr. van Olof Konung av Sverige (koning van Zweden) en Ingeberg Thrandsdotter de Sula (koningin van Zweden), geb. Zweden [Zweden] circa 930, koningin van Denemarken, ovl. in dec 1002.
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Gunnor | *945 | Rouen (F) | †1031 | Fécamp [Frankrijk] | 86 | 1 | 9 |
2 | Herbastus | *944 | Arque [Frankrijk] | Longueville [Frankrijk] | 1 | 2 | ||
3 | Duvelina | 1 | 1 | |||||
4 | Senfria | 2 | 1 | |||||
5 | Wevia | 0 | 0 |
tr. Schipluiden op 11 jan 1642
met
Cornelis Cornelis Corpershoek, zn. van Cornelis Ockersz (van Corpershouck) (korenmolenaar te Delft op de Rietveldse korenmolen) en Annetje Jacobsdr van der Hoof, bouwman, schepen.
Hij krijgt een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Gerberga | 1 | 1 |
tr.
met
Evesa .
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Meginhard | †898 | 1 | 1 |
tr.
met
Wichmann der Vlaanderen graaf van Hamalant, graaf in Hamalant 885, ovl. in 881.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Meginhard | †898 | 1 | 1 |
tr. (1) in 1471
met
Aleida van Culemburgh, dr. van Gerrit II heer van Culemborg en Elisabeth van Buren, geb. in 1444, erfdochter van Buren, Borssele en St- Maartensdijk, ovl. op 20 jul 1471, begr. IJsselstein.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Floris | *1469 | †1539 | 70 | 1 | 2 |
tr. (2) in 1502
met
Walburga von Manderscheid-Schleiden1, dr. van Kuno I Graf von Manderscheid-Schleiden en Walpurgis van Horne, ovl. in 1527.
Walburga von Manderscheid-Schleiden.
Nichtje van Jacob II van Horne.
Bronnen:
1. | Gens Nostra (GN), Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 |
2. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
tr. (1) op 22 jan 1437
met
Walburgis von Moers zu Mörs1, dr. van Frederik IV (Walraven) van Moers (graaf van Saarwerden, graaf van Moers, heer van Baer en Lathum, ridder in de Orde van het Gulden) en Engelberta van Kleef-Mark, geb. voor 1429, erfdochter van Bär, ovl. Den Haag in 1459.
Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Frederik | *1440 | †1521 | 81 | 2 | 1 | ||
2 | Jan III | *1438 | Hattem | †1516 | Egmond | 78 | 1 | 2 |
3 | Elisabeth | *1445 | †1540 | 95 | 1 | 1 | ||
4 | Margaretha | †1496 | 2 | 1 |
relatie (2)
met
Uit deze relatie 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hendrik | *1442 | †1511 | 69 | 1 | 2 | ||
2 | Nicolaes | *1468 | 0 | 0 |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Gerard | *1435 | †1482 | Alkmaar (Grote Kerk) | 46 | 2 | 2 |
1. | Gens Nostra (GN), Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 |
2. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
3. | Gelre-Geldern-Gelderland. Geschiedenis en cultuur van het hertogdom Gelre (GCHG-1), Johannes Stinner, Karl-Heinz Tekath, Verlag des Historischen Vereins für Geldern, ISBN nummer: 9053451943, Geldern, 2001 (blz. 50) |
tr. in 1471
met
Frederik van Egmond graaf van Buren1, zn. van Willem IV/VI heer van Egmond (zu Leerdam, Schoonderwoerd und Haastrecht, 1451 Herr v.IJsselstein) en Walburgis von Moers zu Mörs (erfdochter van Bär), geb. circa 1440, Heer van Cranendonk, ovl. in 1521, tr. (2) met zijn achternicht Walburga von Manderscheid-Schleiden. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Frederik van Egmond graaf van Buren.
hij kreeg in 1472 de heerlijkheid Buren van zijn oom Arnold, hertog van Gelre, ter vergoeding van de te zijnen behoeve gemaakte onkosten. Drossaers, Archief Nassau Domeinraad, deel II, regest 1384). Reeds in 1462 (Dinxdag na Sint Lourens) stond Willem van Egmond aan zijn tweede zoon Frederik onder zekere voorwaarden de heerlijkheid IJsselstein af (Busken Huet en Van Veen, pag. 95; Dek, pag. 104). Hij erfde in 1483 van zijn vader de heerlijkheden IJsselstein en Leerdam. Hij was een krachtige steun van Keizer Maximiliaan, die hem op 24 juni 1498 verhief tot graaf van Buren en Leerdam (Drossaers, Archief Nassau Domeinraad, deel II, regest 1384). Hij volgde met zijn broeder Jan zijn vader in diens Gelderse politiek en was, evenals deze beiden, de.
Kabeljauwse partij toegedaan, zodat hij ruimschoots zijn aandeel had aan de krijgsbedrijven van het zo woelige einde van de 15e eeuw. Hij speelde een grote rol in de Gelderse, Utrechtse en Friese oorlogen. In 1470 komt hij het eerst op het toneel, wanneer hij een zoen maakt met de burgers van de stad Utrecht, die IJsselstein hadden aangevallen. Bij het beleg van Neuss (1474), dat hij met zijn broeder Jan bijwoonde, verkreeg hij de riddertitel. Hij was in 1477, evenals zijn beide broeders, als kamerheer lid van de hofhouding van Maximiliaan van Oostenrijk. Om zijn vader steun te verlenen trachtte hij Nijmegen op diens hand te krijgen; hij viel echter op 21 april 1478 in handen van de stad en werd, met zijn broeder Willem en zijn bastaardbroeder Nicolaas, drie jaar op het Valkhof gevangen gehouden. Hieruit ontslagen vond hij de stad Utrecht, ondersteund door de heer van Montfoort en de Hoeken, in strijd met haar bisschop David van Bourgondië, wiens partij hij, als Kabeljauw, koos. Gedurende de schier eindeloze krijgstochten, waarvan tijdens deze twisten Holland en het Sticht het toneel waren, trad heer Frederik vaak op de voorgrond, te meer waar IJsselstein herhaaldelijk (oa. in 1482) van Utrechtse aanvallen te lijden had. Hij en zijn broeder Willem behoorden onder de 'kapiteinen' van de bisschoppelijke krijgsmacht. Frederik, die het huis te Eembrugge bezet en versterkt had, moest de verdediging hiervan op 17-09-1481 opgeven en oorlogde daarna voor Utrecht en Amersfoort. Twee jaar later, in 1483, verdedigde hij, als bevelhebber, voor de bisschop Wijk bij Duurstede en was nog dat zelfde jaar met zijn broeder Jan een der aanvoerders van de troepen, die onder bevel van Maximiliaan Utrecht belegerden. Na een beleg van drie maanden viel de stad op 31-08-1483 in hun handen en kon bisschop David, die door zijn tegenstanders gevangen werd gehouden, zijn zetel weer innemen. De vete met Utrecht was voor heer Frederik daarmee echter nog lang niet geëindigd. Nog in 1491 deed hij,.
met zijn zoon Floris, een vergeefse poging om de stad in te nemen en eerst twee jaar later kwam een voorlopige vrede tot stand. In de oorlogen, die de Bourgondiërs met de hertog van Gelre voerden, hield hij de partij van de eersten. In 1497 brandschatte hij de Tielerwaard, wat de Geldersen hem betaald zetten met de inname van Leerdam. Nog verscheidene jaren duurde deze oorlog voort, maar heer Frederik werd wat ouder en op het krijgstoneel meer en meer vervangen door zijn zoon Floris. Heer Frederik had de bijnaam 'Schele Gijs'. Op het gemeentehuis van St. Maartensdijk is nog een geschilderd portret van hem aanwezig.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Floris | *1469 | †1539 | 70 | 1 | 2 |
1. | Gens Nostra (GN), Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 |
tr. (1) in 1502
met
Frederik van Egmond graaf van Buren1, zn. van Willem IV/VI heer van Egmond (zu Leerdam, Schoonderwoerd und Haastrecht, 1451 Herr v.IJsselstein) en Walburgis von Moers zu Mörs (erfdochter van Bär), geb. circa 1440, Heer van Cranendonk, ovl. in 1521.
Frederik van Egmond graaf van Buren.
hij kreeg in 1472 de heerlijkheid Buren van zijn oom Arnold, hertog van Gelre, ter vergoeding van de te zijnen behoeve gemaakte onkosten. Drossaers, Archief Nassau Domeinraad, deel II, regest 1384). Reeds in 1462 (Dinxdag na Sint Lourens) stond Willem van Egmond aan zijn tweede zoon Frederik onder zekere voorwaarden de heerlijkheid IJsselstein af (Busken Huet en Van Veen, pag. 95; Dek, pag. 104). Hij erfde in 1483 van zijn vader de heerlijkheden IJsselstein en Leerdam. Hij was een krachtige steun van Keizer Maximiliaan, die hem op 24 juni 1498 verhief tot graaf van Buren en Leerdam (Drossaers, Archief Nassau Domeinraad, deel II, regest 1384). Hij volgde met zijn broeder Jan zijn vader in diens Gelderse politiek en was, evenals deze beiden, de.
Kabeljauwse partij toegedaan, zodat hij ruimschoots zijn aandeel had aan de krijgsbedrijven van het zo woelige einde van de 15e eeuw. Hij speelde een grote rol in de Gelderse, Utrechtse en Friese oorlogen. In 1470 komt hij het eerst op het toneel, wanneer hij een zoen maakt met de burgers van de stad Utrecht, die IJsselstein hadden aangevallen. Bij het beleg van Neuss (1474), dat hij met zijn broeder Jan bijwoonde, verkreeg hij de riddertitel. Hij was in 1477, evenals zijn beide broeders, als kamerheer lid van de hofhouding van Maximiliaan van Oostenrijk. Om zijn vader steun te verlenen trachtte hij Nijmegen op diens hand te krijgen; hij viel echter op 21 april 1478 in handen van de stad en werd, met zijn broeder Willem en zijn bastaardbroeder Nicolaas, drie jaar op het Valkhof gevangen gehouden. Hieruit ontslagen vond hij de stad Utrecht, ondersteund door de heer van Montfoort en de Hoeken, in strijd met haar bisschop David van Bourgondië, wiens partij hij, als Kabeljauw, koos. Gedurende de schier eindeloze krijgstochten, waarvan tijdens deze twisten Holland en het Sticht het toneel waren, trad heer Frederik vaak op de voorgrond, te meer waar IJsselstein herhaaldelijk (oa. in 1482) van Utrechtse aanvallen te lijden had. Hij en zijn broeder Willem behoorden onder de 'kapiteinen' van de bisschoppelijke krijgsmacht. Frederik, die het huis te Eembrugge bezet en versterkt had, moest de verdediging hiervan op 17-09-1481 opgeven en oorlogde daarna voor Utrecht en Amersfoort. Twee jaar later, in 1483, verdedigde hij, als bevelhebber, voor de bisschop Wijk bij Duurstede en was nog dat zelfde jaar met zijn broeder Jan een der aanvoerders van de troepen, die onder bevel van Maximiliaan Utrecht belegerden. Na een beleg van drie maanden viel de stad op 31-08-1483 in hun handen en kon bisschop David, die door zijn tegenstanders gevangen werd gehouden, zijn zetel weer innemen. De vete met Utrecht was voor heer Frederik daarmee echter nog lang niet geëindigd. Nog in 1491 deed hij,.
met zijn zoon Floris, een vergeefse poging om de stad in te nemen en eerst twee jaar later kwam een voorlopige vrede tot stand. In de oorlogen, die de Bourgondiërs met de hertog van Gelre voerden, hield hij de partij van de eersten. In 1497 brandschatte hij de Tielerwaard, wat de Geldersen hem betaald zetten met de inname van Leerdam. Nog verscheidene jaren duurde deze oorlog voort, maar heer Frederik werd wat ouder en op het krijgstoneel meer en meer vervangen door zijn zoon Floris. Heer Frederik had de bijnaam 'Schele Gijs'. Op het gemeentehuis van St. Maartensdijk is nog een geschilderd portret van hem aanwezig.
tr. (2) in 1485
met
Willem graaf van Neuenahr (Nieuwenaar), ovl. in 1527.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Willem | 1 | 2 |
1. | Gens Nostra (GN), Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 |
tr.
met
Walpurgis van Horne1, dr. van Jacob I heer van Horne (na 1450 graaf van Horn) en Johanna van Moers-Saarwerden, ovl. in 1476.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Walburga | †1527 | 2 | 1 |
1. | Gens Nostra (GN), Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 |
tr.
met
Kuno I Graf von Manderscheid-Schleiden, ged. in 1444, ovl. op 24 jul 1489.
Kuno I Graf von Manderscheid-Schleiden.
Domherr zu Köln, Resignation, 1487 in Cronenburg und Neuerburg, 1488 in Manderscheid, Schleiden.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Walburga | †1527 | 2 | 1 |
1. | Gens Nostra (GN), Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 |
|
tr.
met
Franziska de Lannoy Dame de Lannoy de Lis de Rollencourt de Santes de Bourbourg et de Tronchiennes1, dr. van Hugo de Lannoy en Maria de Boechout, geb. circa 1513, ovl. in 1562.
Franziska de Lannoy Dame de Lannoy de Lis de Rollencourt de Santes de Bourbourg et de Tronchiennes.
Erbin v.Lannoy, Rollencourt, Tronchiennes, Santes, dochter van Hugues, Seigneur de Tronchiennes et de Rollencourt.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Anna | *1533 | Grave | †1558 | Breda | 25 | 1 | 2 |
1. | Genealogie van Nassau (B 150), ir B.T. Wilschut, Uitgeverij Kronieken, 978-90-8860-0005-0, Amsterdam, 2009 (blz. 96) |
2. | Gens Nostra (GN), Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 |
tr.
met
Maximilian van Egmond1, zn. van Floris van Egmond (ridder in de Orde van het Gulden Vlies 1506, stadhouder van Holland) en Margareta von Glymes-Berghes, ovl. Brussel [België] op 23 dec 1548.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Anna | *1533 | Grave | †1558 | Breda | 25 | 1 | 2 |
1. | Genealogie van Nassau (B 150), ir B.T. Wilschut, Uitgeverij Kronieken, 978-90-8860-0005-0, Amsterdam, 2009 (blz. 96) |
tr. in 1500
met
Margareta von Glymes-Berghes, dr. van Cornelis van Glymes (Heer van Zevenbergen en van Grevenbroek) en Maria van Strijen (Vrouwe van Zevenbergen), geb. in 1481, ovl. na 1551. |
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Maximilian | †1548 | Brussel [België] | 1 | 1 | |||
2 | Anna | *1504 | IJsselstein | †1574 | 70 | 2 | 2 |
1. | Gens Nostra (GN), Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 |