Cees Hagenbeek
Wilhelmina Adamse
Wilhelmina Adamse (Adam), geb. Leiden op 7 dec 1820, lakennopster, ovl. Leiden op 6 dec 1884.

tr. Leiden op 8 jul 1841
met

Nicolaas Bink, zn. van Nicolaas Bink (dekenstrijker, wever) en Maria Hempis, geb. Leiden op de Uiterstegracht, wijk 7 no 531 op 28 aug 1816, wolkammer, ovl. Leiden.

Uit dit huwelijk 10 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem*1847 Leiden    


Willem Webber
Willem Webber, geb. in 1819, ovl. op 11 nov 1900.

tr. op 25 jul 1844
met

Cornelia van der Zeeuw.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cornelia*1847     
Willem*1858  †1894  36


Cornelia van der Zeeuw
Cornelia van der Zeeuw.

tr. op 25 jul 1844
met

Willem Webber, zn. van Jan Webber en Johanna Hanno, geb. in 1819, ovl. op 11 nov 1900.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cornelia*1847     
Willem*1858  †1894  36


Adrianus Kiel
Adrianus Kiel, geb. circa 1864.

tr. op 13 okt 1889
met

Jannetje Elkerbout, geb. circa 1865, ovl. op 27 aug 1939.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriaan*1890 Leiden †1964 Ede 73


Jannetje Elkerbout
Jannetje Elkerbout, geb. circa 1865, ovl. op 27 aug 1939.

tr. op 13 okt 1889
met

Adrianus Kiel, zn. van Marcus Kiel en Maria van der Linden, geb. circa 1864.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriaan*1890 Leiden †1964 Ede 73


Marcus Kiel
Marcus Kiel.

tr.
met

Maria van der Linden.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adrianus*1864     


Maria van der Linden
Maria van der Linden.

tr.
met

Marcus Kiel.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adrianus*1864     


Jacobus Frans van Poelgeest
Jacobus Frans van Poelgeest, ged. Hazerswoude op 8 sep 1669.



Bronnen:

1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVII), Delft, 2001 (blz. 152)
2.Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 434)

Pieter Frans van Poelgeest
Pieter Frans van Poelgeest, ged. Hazerswoude op 23 nov 1670, ovl. voor mei 1675.



Bronnen:

1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVII), Delft, 2001 (blz. 152)
2.Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 434)

Trijntje Frans van Poelgeest
Trijntje Frans van Poelgeest, ged. Hazerswoude op 29 nov 1671, doopgetuige van haar neef Frans Ariens van Poelgeest Hazerswoude op 4 nov 1703, doopgetuige van haar neef Frans Ariens van Poelgeest Hazerswoude op 19 okt 1704.

tr.
met

Jacob Gerrits de Bruijn.

Uit dit huwelijk een kind.


Bronnen:

1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVII), Delft, 2001 (blz. 152)
2.Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 434)

Leentje van Poelgeest
Leentje van Poelgeest, ged. Hazerswoude op 3 sep 1673.



Bronnen:

1.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVII), Delft, 2001 (blz. 152)
2.Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 434)

Balderik van Duffelgouw
Balderik van Duffelgouw.

tr. voor dec 996
met

Adela gravin van Hamaland (Hamalant, van), dr. van Wichman IV graaf van Hamaland (graaf van Hamaland) en Liutgard van Vlaanderen, geb. circa 955 (circa 950), ovl. in 1017 (circa 1025), begr. Keulen [Duitsland] in 1017.

Adela gravin van Hamaland.
Zij was een roemruchte vrouw. Bezat de Duno bij Rhenen en werd abdis van het nonnenkloster bij Elten, dat haar vader had gesticht. Toen haar vader tweederde van zijn erfenis aan dat klooster naliet, ging zij daar niet mee akkoord. Een jarenlang familievete was het gevolg, waarbij burchten werden platgebrand, vazallen overliepen en het klooster twee keer met geweld werd bezet door Adela's tweede man Balderik. Zij werd de 'Lady Macbeth van de Lage Landen' genoemd. Uiteindelijk trokken zij aan het kortste eind en verloren al hun bezittingen, waarvan het merendeel aan de bosschop van Utrecht. Die Vita des Meinwerk berichtet negativ über sie, begraben vor der Tür der Kathedrale zu Köln, woonde vroeger op de Houberg bij Elten, destijds Uplade geheten.


Swanhilde
Swanhilde (Suanahild) .

tr.
met

Ernst van de Oostmark, zn. van Adalbert I van de Oostmark en Glismund in Westsachsen, geb. circa 1020, markgraaf, ovl. Homburg in 1075.

Ernst van de Oostmark.
Ernst de Dappere, Markgraaf van Oostenrijk (1055 - 1075).
Ernst de Strijdbare, een zoon van markgraaf Adelbert van Oostenrijk volgde zijn vader op als markgraaf. Zijn broer Leopold was al in 1043 gesneuveld in de strijd tegen Hongarije. Ook zijn regering werd gekenmerkt door de strijd tegen Hongarije.


Verica
Verica , koningin van de Franken.

tr.
met

Mérovée (Merovech) der Salische Franken, zn. van Chlodion VI de Langharige van Tournai (koning der Franken 430 - 448) en Basina prinses van Thuringen, koning der Franken van ca. 448 - 457, ovl. tussen 456 en 457 na 481.

Mérovée (Merovech) der Salische Franken.
De eerste voorvader van Clovis I van wie we enige zekerheid hebben.  Zou zoon zijn van een Chlodion.  Zijn geschiedenis werd gedeeltelijk verward met die van Oostfrankische koningen, zeker waar het de relatie met Rome (Aetius) en de hunnen (Attila) betrof.  Zijn datum van overlijden is eigenlijk het enige dat we zeker weten.
De Germaanse mystiek wenste een legendarische afkomst te realiseren en zo ontstond het verhaal dat de echtgenote van Chlodion bevrucht werd door een zeemonster uit welke verbinding Mérovée werd geboren.
Zij volgden de heidense cultus van 'Diana van de Ardennen - van de negen vuren'.
De afkomst van de Merovingische koningen is door mythen omgeven. Merovech (Meroveus) zou omstreeks 415 geboren zijn als zoon van Chlodion, bijgenaamd 'de langharige'. Het is daarom dat de Merovingers uit dit geslacht ook wel worden aangeduid met 'de langharige koningen'. Deze koningen werden verondersteld hun macht te ontlenen aan hun lange rode haar. Het knippen van hun haar stond gelijk aan een verlies van macht. Van Chlodion (en diens vader Pharamond), wordt aangenomen dat ze uit legenden zijn voortgekomen en niet werkelijk bestaan hebben. Ook van Merovech is niet met 100% zekerheid vast te stellen dat hij werkelijk geleefd heeft.
De figuur van Merovech heeft in de loop der tijden mythische vormen aangenomen. Zo wordt van hem verteld dat hij geboren is uit twee vaders. Toen zijn moeder zwanger van hem was, ging ze zwemmen in de oceaan. Eenmaal in het water, werd ze verleid dan wel verkracht (al naargelang de versie van het verhaal) door een onbekend zeemonster, "bestea Neptuni Quinotauri similis". Dat wil zeggen een beest van Neptunus gelijkend op een Quinotaurus. Door dit creatuur, half zeemonster en half stier, werd de zwangere koningin een tweede maal bevrucht. Toen Merovech geboren werd, stroomden er twee soorten bloed door zijn anderen: dat van de Frankische koningen en dat van een zeemonster. De uitdrukking 'blauw bloed in de aderen hebben' is hiervan afgeleid (zeedieren als bijvoorbeeld kreeft en inktvis hebben blauw bloed). Er wordt ook wel beweerd dat Merovech een rechtstreekse afstammeling is van Jezus Christus wiens bloedlijn (via Maria Magdalena) door de tempelridders naar Europa gebracht zou zijn. De heilige bloedlijn van Jezus is in deze theorie "de graal".
Merovech trouwt in 435 met Verica, afkomstig uit Westfalen (Duitsland). Men zou op basis hiervan wellicht aannemen dat de Frankische koningen monogaam waren. Niets is echter minder waar! Sommigen hielden er, naar Oosters voorbeeld, zelfs een complete harem op na. Ook na hun bekering tot het Christendom houden zij vast aan hun concubines. Zelfs als de aristocratie, onder druk van de kerk, de (openlijke) polygamie reeds lang heeft opgegeven.
In 448 wordt Merovech uitgeroepen tot koning, hij wordt hiermee de eerste koning uit het geslacht van de Merovingers. Merovech is vooral bekend geworden door zijn strijd tegen de Hunnen. Hij helpt in 451 de Romeinse legeraanvoerder Aetius en Theodorik, koning van de Gothen, om de opmars van Attila de Hun te stoppen. De Hunnen richten grote schade aan. Als ze Parijs naderen wil de bevolking vluchten. De heilige Geneviève houdt de uittocht een halt toe door de Parijzenaars te verzekeren dat hun stad gespaard zal blijven. Merovech valt de Hunnen aan, ergens tussen Châlons sur Marne en Méry sur Seine (nabij Troyes). Na een verschrikkelijke veldslag worden de Hunnen teruggedreven. Deze gedenkwaardige slag op Catalunische velden (451) was evenwel niet beslissend want Atilla kon zich terugtrekken aan de overzijde van de Rijn.


Basina van Thuringen
Basina prinses van Thuringen, ovl. na 470.

tr.
met

Chlodion VI de Langharige (Clodius VI) van Tournai (der Salische Franken), zn. van Faramund koning der Franken (koning der Franken 419 - 430) en Argotta der Cimbren (Erbprinzessin der Sungambrier), geb. in 387, koning der Franken 430 - 448, ovl. in 449, begr. Cambrai [Frankrijk], tr. (2) met Hildegarde van Keulen, geb. circa 400. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Chlodion VI de Langharige van Tournai.
Le chevelu, de harige.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Mérovée  †456   


Jan Hendrik van der Meij
Jan Hendrik van der Meij, geb. Leiden circa 1622, postegieter.

Jan Hendrik van der Meij.
het is vooralsnog niet hard te maken dat Jan Hendrik van der Meij en Annetge Pijnakers werkelijk de ouders van Barber Jans de Mij zijn, die op haar beurt in 1685 met Jan Jans van Toorenvliet trouwt. Twee andere navorsers wezen dit paar reeds als haar ouders aan, maar er zijn sterke twijfels. Ten eerste zijn er nogal wat dochters die Barber/Baertje de Mij heten en gewoonlijk wordt Barber trouwens als Barber Jans Denij aangeduid. Via Denijs valt niets te ontdekken wat op ouderschap over Barber kan wijzen. Alleen de twee feiten dat Barber’s vader Jan heet en dat zij in Leiden geboren is, wijzen in de richting van het bovengenoemde paar. Bij haar huwelijk wordt zij vergezeld door haar meutje Geertje Leenderts. Blijkbaar is Barber’s moeder al overleden. Kijken we echter naar alle bruiden met naam Geertje Leenderts binnen een logisch tijdvak, dan geeft geen enkel huwelijk echt houvast. Voorzover is na te gaan, verschijnt Barber’s familie niet bij de dopen van haar kinderen en zij met haar man niet bij die van hen. Maar boven alles staat voor mij als belangrijkste vraag centraal: Wat moet een dochter uit een welvarende en tamelijk artistieke familie in ’s hemelsnaam met een jongen die werkt op een baggerschuit?

otr. Leiden op 6 apr 16461, tr.
met

Annetie Philips (Annetjen) van Pynacker, dr. van Philip van Pynacker, geb. Pijnacker, doopgetuige van haar kleinzoon Philips van der Mij Warmond op 5 dec 1688.

Uit dit huwelijk 7 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jannetje~1646 Leiden (Hooglandse Kerk) †1720  73
Heijndrick~1649 Leiden (Hooglandse Kerk)    
Marij~1651 Leiden (Hooglandse Kerk)    
Philips~1654 Leiden (Hooglandse Kerk)    
Barber~1657 Leiden (Marekerk) †1721 Leiden 64
Neeltie~1663 Leiden (Hooglandse Kerk)    
Ariaentien~1660 Leiden    



Bronnen:
1.K.O. register N Leiden (T 082), RA Leiden, DTB Leiden, N 13, NH, Leiden, van 1642 tot 1647 (6 apr 1646 blz. 203)

Annetie Philips van Pynacker
Annetie Philips (Annetjen) van Pynacker, geb. Pijnacker, doopgetuige van haar kleinzoon Philips van der Mij Warmond op 5 dec 1688.

otr. Leiden op 6 apr 16461, tr.
met

Jan Hendrik van der Meij, zn. van Hendrick van der Meij, geb. Leiden circa 1622, postegieter.

Jan Hendrik van der Meij.
het is vooralsnog niet hard te maken dat Jan Hendrik van der Meij en Annetge Pijnakers werkelijk de ouders van Barber Jans de Mij zijn, die op haar beurt in 1685 met Jan Jans van Toorenvliet trouwt. Twee andere navorsers wezen dit paar reeds als haar ouders aan, maar er zijn sterke twijfels. Ten eerste zijn er nogal wat dochters die Barber/Baertje de Mij heten en gewoonlijk wordt Barber trouwens als Barber Jans Denij aangeduid. Via Denijs valt niets te ontdekken wat op ouderschap over Barber kan wijzen. Alleen de twee feiten dat Barber’s vader Jan heet en dat zij in Leiden geboren is, wijzen in de richting van het bovengenoemde paar. Bij haar huwelijk wordt zij vergezeld door haar meutje Geertje Leenderts. Blijkbaar is Barber’s moeder al overleden. Kijken we echter naar alle bruiden met naam Geertje Leenderts binnen een logisch tijdvak, dan geeft geen enkel huwelijk echt houvast. Voorzover is na te gaan, verschijnt Barber’s familie niet bij de dopen van haar kinderen en zij met haar man niet bij die van hen. Maar boven alles staat voor mij als belangrijkste vraag centraal: Wat moet een dochter uit een welvarende en tamelijk artistieke familie in ’s hemelsnaam met een jongen die werkt op een baggerschuit?

Uit dit huwelijk 7 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jannetje~1646 Leiden (Hooglandse Kerk) †1720  73
Heijndrick~1649 Leiden (Hooglandse Kerk)    
Marij~1651 Leiden (Hooglandse Kerk)    
Philips~1654 Leiden (Hooglandse Kerk)    
Barber~1657 Leiden (Marekerk) †1721 Leiden 64
Neeltie~1663 Leiden (Hooglandse Kerk)    
Ariaentien~1660 Leiden    



Bronnen:
1.K.O. register N Leiden (T 082), RA Leiden, DTB Leiden, N 13, NH, Leiden, van 1642 tot 1647 (6 apr 1646 blz. 203)

Neeltie van der Mij
Neeltie van der Mij, ged. Leiden (Hooglandse Kerk) op 20 mei 1663 (getuigen: Daniel van Suerendonck, Trijntien van der Mij en Janneken Jans).



Bronnen:

1.K.O. register N Leiden (T 082), RA Leiden, DTB Leiden, N 13, NH, Leiden, van 1642 tot 1647 (6 apr 1646 blz. 203)

Heijndrick van der Mij
Heijndrick van der Mij, ged. Leiden (Hooglandse Kerk) op 6 jun 1649 (getuigen: Margriete Jans, Jeroen van der Mij en Hendrick van Suijrendonck).

otr. Leiden op 29 sep 1677, tr. Leiden (Hooglandse Kerk) op 22 okt 1677
met

Weyntje Jans van Slingerlant.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Philips~1688 Warmond    



Bronnen:
1.K.O. register N Leiden (T 082), RA Leiden, DTB Leiden, N 13, NH, Leiden, van 1642 tot 1647 (6 apr 1646 blz. 203)

Jannetje van der Mij
Jannetje van der Mij, ged. Leiden (Hooglandse Kerk) op 30 dec 1646 (getuigen: Leenaert van Surendonk, Aeltje van Leve en Claasje van Pinakker), ovl. voor aug 1720.

otr. Leiden op 10 aug 1690, tr.
met

Andries Augystinsz Lorm.


Bronnen:

1.K.O. register N Leiden (T 082), RA Leiden, DTB Leiden, N 13, NH, Leiden, van 1642 tot 1647 (6 apr 1646 blz. 203)