Cees Hagenbeek
Hermann I von Leinegau
Hermann I von Leinegau, geb. circa 925, ovl. voor 970.

tr.
met

Alfrede ? .

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hermann II*955     


Alfrede ?
Alfrede ? .

tr.
met

Hermann I von Leinegau, zn. van Elli I von Leinegau, geb. circa 925, ovl. voor 970.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hermann II*955     


Elli I von Leinegau
Elli I von Leinegau.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hermann I*925  †970  45


Otto II von Weimar-Orlamünde Markgraf v. Meissen
Otto II Graf von Weimar-Orlamünde Markgraf v. Meissen, ovl. in 1067.

tr.
met

Adele (Oda) van Leuven1, dr. van Reinier graaf van Leuven en NN van Vlaanderen, ovl. in 1083.

Adele van Leuven.
De afgelopen jaren heeft Frans Van Droogenbroeck enkele bijdragen gepubliceerd over de geschiedenis van Lotharingen in de elfde eeuw. Hij heeft vaak scherpe en vernieuwende inzichten. Ook over het Leuvense gravenhuis heeft hij een visie die erg verschillend is van de traditionele afstamming die je onder andere in het standaardartikel van Van Mingroot vindt en in het standaardwerk van Knetsch (en ook op Medlands). Zijn eerste wijziging is het toevoegen van een complete tak aan het Leuvense gravenhuis. Die tak zou afstammen van Reinier van Leuven, zoon van Lambert I (+1015) en Gerberga. Die Reinier is niet vermeld in eigentijdse bronnen en ook niet in de oudste genealogische werken uit de twaalfde en dertiende eeuw, of uit de Brabantse kronieken van de veertiende eeuw (dit in tegenstelling tot wat Van Droogenbroeck laat uitschijnen als hij schrijft: "In de kronieken van Brabant wordt hij na de eerstgeborene Hendrik I en diens broer Lambert II, als derde zoon vermeld.") Het is pas midden vijftiende eeuw dat Reinier voor het eerst vermeld wordt door de Brabantse geschiedschrijver Peter a Thymo op wiens gezag Van Droogenbroeck werkt.

De in het Latijn geschreven kroniek van Peter a Thymo is feitelijk een mengeling van kopies van documenten en geschiedkundige aantekeningen. In een onderdeel beschrijft a Thymo de jeugd van hertog Godfried I van Brabant (+1139). Hij zou als jongeling aan het keizerlijk hof verbleven hebben samen met een hele reeks Brabantse edelen. De namen van die edelen zijn duidelijke verzinsels, vaak geslachten die pas veel later in de bronnen opduiken, of indien ze toen al bestonden zijn de voornamen niet degene van historisch geattesteerde personen. Het is een heel fantasierijk verhaal waarin Godfried naar het oosten trekt, zich allieert met Genghis Khan, in Georgië een reus bevecht en uiteindelijk trouwt met Sophie, de enige dochter van de Duitse keizer. Op basis van het bovenstaande mag het duidelijk zijn dat de kroniek van a Thymo weinig historische waarde heeft. A Thymo kopieerde het verhaal overigens van een andere auteur die het in het Nederlands had geschreven. David Guilardian en Serge Boffa toonden aan dat die eerste auteur kennis had van de geschiedenis van de Kruistochten en de namen koos op basis van bekende kruisvaarders. Zo was Reynier de Grez een verbastering van Werner van Grez, waren Godfried en Henrik van Asse in realiteit kruisvaarders uit Esch in Luxemburg, en Boudewijn van Brussel is Boudewijn van Bourq (Burgo), de graaf van Edessa. Het is van deze Boudewijn van Brussel dat Peter a Thymo zegt dat hij de kleinzoon is van "Reinier, zoon van Lambert en Gerberga, graaf van Brussel". Vervolgens laste a Thymo de Reinier in kwestie ook in de stamboom van graven van Leuven in. Als enige andere ondersteuning haalt Van Droogenbroeck een genealogie uit 1636 aan, die meer dan waarschijnlijk op A Thymo teruggaat. Op basis van het voorgaande mag het duidelijk zijn dat het bestaan van Reinier erg twijfelachtig is. .

Waarom voegt van Droogenbroeck dan die tweede tak toe? Hij wil hier Adela van Leuven onderbrengen. Hij heeft ook een stevig punt in zijn kritiek op de afkomst van deze Adela van Leuven, zuster van Hendrik II van Leuven en Reinier van Leuven. In traditionele genealogieën geldt zij als dochter van Lambert II van Leuven en Oda van Lotharingen. Van Droogenbroeck toont aan dat dit niet kan. Adela's dochter Adela van Orlamunde trouwde immers met Paltsgraaf Herman, een zoon van Mathilde van Lotharingen, de zuster van Oda. Zo'n nauwe verwantschap zou in de elfde eeuw nooit getolereerd worden! Bovendien wordt Adela door graaf Boudewijn VI van Vlaanderen zijn "neptis" genoemd, en bezat ze een domein in Velzeke dat eerder toebehoorde aan Boudewijn IV van Vlaanderen. Om dit op te lossen laat van Droogenbroeck dan zijn Reinier trouwen met een dochter van Boudewijn IV. Uit dit huwelijk zouden volgens hem 3 kinderen komen: Adela, Hendrik en Reinier. Dit omdat uit Saksische bronnen ontegensprekelijk blijkt dat de broers van Adela een graaf Hendrik en Reinier waren. Een van beide broers was dan de vader van a Thymo's Boudewijn van Brussel.
Om die reconstructie te ondersteunen hamert Van Droogenbroeck voortdurend op het feit dat Adela geen dochter kan zijn van Lambert II. Maar dat is natuurlijk geen correcte weergave van de feiten. Al wat hij aantoont is dat Adela geen dochter kan zijn van Oda van Lotharingen! En dat Lambert II meer dan eenmaal zou gehuwd zijn is natuurlijk weinig verassend. Als Lambert II's andere echtgenote een dochter was van graaf Boudewijn IV van Vlaanderen valt alles netjes in zijn plooi. Adela's dochter kan dan probleemloos trouwen met paltsgraaf Herman en Adela is dan inderdaad de volle nicht van graaf Boudewijn VI van Vlaanderen. De enige vraag of het gaat om een eerste of tweede huwelijk. Lambert II en zijn echtgenote Oda van Lotharingen worden samen genoemd in 1047. Omdat Adela van Leuven in 1062 al gehuwd was met Otto von Weimar lijkt het eerder onwaarschijnlijk (maar niet uitgesloten) dat zij uit een tweede huwelijk zou stammen. Vermoedelijk was Lambert II dus gehuwd met een Vlaamse alvorens met Oda van Verdun te trouwen. Dit zal dan een dochter zijn uit het eerste huwelijk van Boudewijn IV met Otgiva van Luxemburg. Haar naam is uiteraard niet bekend, maar we kunnen opmerken dat Adela een dochter Kunigunde had. Kunigunde van Luxemburg, de tante van Otgiva, trouwde in 1000 met Henrick van Beieren die in 1002 tot koning van Duitsland werd gekozen en in1014 tot keizer gekroond werd. Dat Boudewijn en Otgiva een dochter zouden noemen  naar deze keizerin zou niet verassend zijn.
Bibiliografie:.
F. Van Droogenbroeck, 'Paltsgraaf Herman II (+1085) en de stichting van de abdij van Affligem, Jaarboek voor middeleeuwse geschiedenis, 2, 1999, 38-95. (voornamelijk 57-62).
Idem, 'De 11de-eeuwse graaf Otto van Leuven, mythe of werkelijkheid?', Feestbundel Jaak Ockeley, uitgave Koninklijke Heemkring Ascania, 2018, 273-287 (voornamelijk 283-287),.
Idem, 'De betekenis van paltsgraaf Herman II (1064-1085) voor het graafschap Brabant', Eigen Schoon en de Brabander, 2004, 1-166. (voornamelijk 77-81, 151).
Idem, 'De markenruil Ename - Valenciennes en de investituur van de graaf van Vlaanderen in de mark Ename.', Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Oudenaarde, 2018, 47-127(voornamelijk 58-64).
D. Guilardian en S. Boffa, 'La jeunesse de Godefroid le Barbu, comte de Louvain (c. 1100), d'aprčs la Brabantiae Historia Diplomatica de Pierre a Thymo (XVe sičcle)'.
Van Mingroot, 'Het Leuvense gravenhuis', Arca Lovaniesis, vol 7, 47-69.
Knetsch, Das Haus Brabant, 1918.

Uit dit huwelijk 3 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Kunigunde*1055  †1117  61
Adelheid*1055  †1100  44
Oda*1060  †1111  51



Bronnen:
1.Middeleeuwse Genealogie (A 004), De afkomst van Adela van Leuven, Auteur: R.A.F. Ceustermans, 2 apr 2021

Adele van Leuven
Adele (Oda) van Leuven1, ovl. in 1083.

Adele van Leuven.
De afgelopen jaren heeft Frans Van Droogenbroeck enkele bijdragen gepubliceerd over de geschiedenis van Lotharingen in de elfde eeuw. Hij heeft vaak scherpe en vernieuwende inzichten. Ook over het Leuvense gravenhuis heeft hij een visie die erg verschillend is van de traditionele afstamming die je onder andere in het standaardartikel van Van Mingroot vindt en in het standaardwerk van Knetsch (en ook op Medlands). Zijn eerste wijziging is het toevoegen van een complete tak aan het Leuvense gravenhuis. Die tak zou afstammen van Reinier van Leuven, zoon van Lambert I (+1015) en Gerberga. Die Reinier is niet vermeld in eigentijdse bronnen en ook niet in de oudste genealogische werken uit de twaalfde en dertiende eeuw, of uit de Brabantse kronieken van de veertiende eeuw (dit in tegenstelling tot wat Van Droogenbroeck laat uitschijnen als hij schrijft: "In de kronieken van Brabant wordt hij na de eerstgeborene Hendrik I en diens broer Lambert II, als derde zoon vermeld.") Het is pas midden vijftiende eeuw dat Reinier voor het eerst vermeld wordt door de Brabantse geschiedschrijver Peter a Thymo op wiens gezag Van Droogenbroeck werkt.

De in het Latijn geschreven kroniek van Peter a Thymo is feitelijk een mengeling van kopies van documenten en geschiedkundige aantekeningen. In een onderdeel beschrijft a Thymo de jeugd van hertog Godfried I van Brabant (+1139). Hij zou als jongeling aan het keizerlijk hof verbleven hebben samen met een hele reeks Brabantse edelen. De namen van die edelen zijn duidelijke verzinsels, vaak geslachten die pas veel later in de bronnen opduiken, of indien ze toen al bestonden zijn de voornamen niet degene van historisch geattesteerde personen. Het is een heel fantasierijk verhaal waarin Godfried naar het oosten trekt, zich allieert met Genghis Khan, in Georgië een reus bevecht en uiteindelijk trouwt met Sophie, de enige dochter van de Duitse keizer. Op basis van het bovenstaande mag het duidelijk zijn dat de kroniek van a Thymo weinig historische waarde heeft. A Thymo kopieerde het verhaal overigens van een andere auteur die het in het Nederlands had geschreven. David Guilardian en Serge Boffa toonden aan dat die eerste auteur kennis had van de geschiedenis van de Kruistochten en de namen koos op basis van bekende kruisvaarders. Zo was Reynier de Grez een verbastering van Werner van Grez, waren Godfried en Henrik van Asse in realiteit kruisvaarders uit Esch in Luxemburg, en Boudewijn van Brussel is Boudewijn van Bourq (Burgo), de graaf van Edessa. Het is van deze Boudewijn van Brussel dat Peter a Thymo zegt dat hij de kleinzoon is van "Reinier, zoon van Lambert en Gerberga, graaf van Brussel". Vervolgens laste a Thymo de Reinier in kwestie ook in de stamboom van graven van Leuven in. Als enige andere ondersteuning haalt Van Droogenbroeck een genealogie uit 1636 aan, die meer dan waarschijnlijk op A Thymo teruggaat. Op basis van het voorgaande mag het duidelijk zijn dat het bestaan van Reinier erg twijfelachtig is. .

Waarom voegt van Droogenbroeck dan die tweede tak toe? Hij wil hier Adela van Leuven onderbrengen. Hij heeft ook een stevig punt in zijn kritiek op de afkomst van deze Adela van Leuven, zuster van Hendrik II van Leuven en Reinier van Leuven. In traditionele genealogieën geldt zij als dochter van Lambert II van Leuven en Oda van Lotharingen. Van Droogenbroeck toont aan dat dit niet kan. Adela's dochter Adela van Orlamunde trouwde immers met Paltsgraaf Herman, een zoon van Mathilde van Lotharingen, de zuster van Oda. Zo'n nauwe verwantschap zou in de elfde eeuw nooit getolereerd worden! Bovendien wordt Adela door graaf Boudewijn VI van Vlaanderen zijn "neptis" genoemd, en bezat ze een domein in Velzeke dat eerder toebehoorde aan Boudewijn IV van Vlaanderen. Om dit op te lossen laat van Droogenbroeck dan zijn Reinier trouwen met een dochter van Boudewijn IV. Uit dit huwelijk zouden volgens hem 3 kinderen komen: Adela, Hendrik en Reinier. Dit omdat uit Saksische bronnen ontegensprekelijk blijkt dat de broers van Adela een graaf Hendrik en Reinier waren. Een van beide broers was dan de vader van a Thymo's Boudewijn van Brussel.
Om die reconstructie te ondersteunen hamert Van Droogenbroeck voortdurend op het feit dat Adela geen dochter kan zijn van Lambert II. Maar dat is natuurlijk geen correcte weergave van de feiten. Al wat hij aantoont is dat Adela geen dochter kan zijn van Oda van Lotharingen! En dat Lambert II meer dan eenmaal zou gehuwd zijn is natuurlijk weinig verassend. Als Lambert II's andere echtgenote een dochter was van graaf Boudewijn IV van Vlaanderen valt alles netjes in zijn plooi. Adela's dochter kan dan probleemloos trouwen met paltsgraaf Herman en Adela is dan inderdaad de volle nicht van graaf Boudewijn VI van Vlaanderen. De enige vraag of het gaat om een eerste of tweede huwelijk. Lambert II en zijn echtgenote Oda van Lotharingen worden samen genoemd in 1047. Omdat Adela van Leuven in 1062 al gehuwd was met Otto von Weimar lijkt het eerder onwaarschijnlijk (maar niet uitgesloten) dat zij uit een tweede huwelijk zou stammen. Vermoedelijk was Lambert II dus gehuwd met een Vlaamse alvorens met Oda van Verdun te trouwen. Dit zal dan een dochter zijn uit het eerste huwelijk van Boudewijn IV met Otgiva van Luxemburg. Haar naam is uiteraard niet bekend, maar we kunnen opmerken dat Adela een dochter Kunigunde had. Kunigunde van Luxemburg, de tante van Otgiva, trouwde in 1000 met Henrick van Beieren die in 1002 tot koning van Duitsland werd gekozen en in1014 tot keizer gekroond werd. Dat Boudewijn en Otgiva een dochter zouden noemen  naar deze keizerin zou niet verassend zijn.
Bibiliografie:.
F. Van Droogenbroeck, 'Paltsgraaf Herman II (+1085) en de stichting van de abdij van Affligem, Jaarboek voor middeleeuwse geschiedenis, 2, 1999, 38-95. (voornamelijk 57-62).
Idem, 'De 11de-eeuwse graaf Otto van Leuven, mythe of werkelijkheid?', Feestbundel Jaak Ockeley, uitgave Koninklijke Heemkring Ascania, 2018, 273-287 (voornamelijk 283-287),.
Idem, 'De betekenis van paltsgraaf Herman II (1064-1085) voor het graafschap Brabant', Eigen Schoon en de Brabander, 2004, 1-166. (voornamelijk 77-81, 151).
Idem, 'De markenruil Ename - Valenciennes en de investituur van de graaf van Vlaanderen in de mark Ename.', Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Oudenaarde, 2018, 47-127(voornamelijk 58-64).
D. Guilardian en S. Boffa, 'La jeunesse de Godefroid le Barbu, comte de Louvain (c. 1100), d'aprčs la Brabantiae Historia Diplomatica de Pierre a Thymo (XVe sičcle)'.
Van Mingroot, 'Het Leuvense gravenhuis', Arca Lovaniesis, vol 7, 47-69.
Knetsch, Das Haus Brabant, 1918.

tr.
met

Otto II Graf von Weimar-Orlamünde Markgraf v. Meissen, zn. van Willem III van Weimar (graaf van Weimar) en Oda van de Oostmark von der Niederlausitz, ovl. in 1067.

Uit dit huwelijk 3 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Kunigunde*1055  †1117  61
Adelheid*1055  †1100  44
Oda*1060  †1111  51



Bronnen:
1.Middeleeuwse Genealogie (A 004), De afkomst van Adela van Leuven, Auteur: R.A.F. Ceustermans, 2 apr 2021

Burchard III von Schwaben
Burchard III von Schwaben, ovl. op 11 nov 973.

Burchard III von Schwaben.
954(?) Herzog, 958 Graf im Thurgau.

tr.
met

Hadewig von Baiern, dr. van Hendrik I van Beieren (hertog van Beieren) en Judith van Beieren, geb. tussen 940 en 945, ovl. op 26 aug 994.

Hadewig von Baiern.
c.949 verlobt mit Constantinus Graecus Rex (Kaiser Romanos II.), 973 `dux' v.Harzgau?, +28.8.?

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dedi  †982 Cap Colonne [Duitsland]  


Hadewig von Baiern
Hadewig von Baiern, geb. tussen 940 en 945, ovl. op 26 aug 994.

Hadewig von Baiern.
c.949 verlobt mit Constantinus Graecus Rex (Kaiser Romanos II.), 973 `dux' v.Harzgau?, +28.8.?

tr.
met

Burchard III von Schwaben, zn. van Burkhard I hertog van Schwaben (hertog van Zwaben) en Regelinde im Sülichgau, ovl. op 11 nov 973.

Burchard III von Schwaben.
954(?) Herzog, 958 Graf im Thurgau.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dedi  †982 Cap Colonne [Duitsland]  


Burkhard von Räthien
Burkhard Markgraf von Räthien, geb. circa 865, ovl. circa 911.

Burkhard Markgraf von Räthien.
893 Graf in der Baar, 891 Markgraf von Raetien, versuchte zu Beginn des 10. Jh. sich zum Herzog von Schwaben (909 Dux) zu machen, scheiterte aber am Widerstand des Bischofs von Konstanz sowie adeliger Rivalen und wurde 911 ermordet oder hingerichtet. EdMA.

tr.
met

Liutgard von Sachsen (van Saksen).

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Burkhard I*885  †926 Ivres 40


Liutgard von Sachsen
Liutgard von Sachsen (van Saksen).

tr.
met

Burkhard Markgraf von Räthien, geb. circa 865, ovl. circa 911.

Burkhard Markgraf von Räthien.
893 Graf in der Baar, 891 Markgraf von Raetien, versuchte zu Beginn des 10. Jh. sich zum Herzog von Schwaben (909 Dux) zu machen, scheiterte aber am Widerstand des Bischofs von Konstanz sowie adeliger Rivalen und wurde 911 ermordet oder hingerichtet. EdMA.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Burkhard I*885  †926 Ivres 40


Gunzo van Alamannië
Gunzo hertog van Alamannië.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Chrodebert*615  †639  24


Adelheid van Hongarije
Adelheid van Hongarije, ovl. op 27 jan 1062.

tr.
met

Wratislaw II koning van Bohemen, zn. van Bretislaw I hertog van Bohemen en Judith van Schweinfurt, geb. circa 1035, ovl. op 14 jan 1092.

Wratislaw II koning van Bohemen.
Vratislav II van Bohemen (rond 1035 - 1092), uit het geslacht der Premysliden, was een zoon van hertog Bretislav I van Bohemen en Judith van Schweinfurt, uit het Oostenrijkse geslacht van het huis Babenberg. Na het overlijden van zijn vader, kreeg hij Moravië-Olomouc toebedeeld, maar moest naar Hongarije vluchten door problemen met zijn oudere broer Spythinev. Met behulp van Hongarije, slaagde hij er in Moravië-Olomouc te heroveren. Hij verzoende zich met zijn broer en volgde deze op in 1061. In 1076 werd hij ook markgraaf van Meißen, nadat Hendrik IV Meißen van Egbert II afgenomen had, omdat die tégen hem partij gekozen had. In 1085 mocht hij de koningstitel voeren.
Hij was gehuwd met Adelheid van Hongarije, dochter van koning Andreas I van Hongarije, en met Swatawa van Polen, dochter van hertog Casimir I van Polen.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Judith*1057  †1086  29


Dobronega Maria Wladimirowna Kiewskaja
Dobronega Maria Wladimirowna Kiewskaja, geb. in 1011, ovl. in 1087.

Dobronega Maria Wladimirowna Kiewskaja.
von Rußland; Busse, DFA57. Dobronega, verh. 1043. Jaroslav gab im Jahre 1043 gerne seine Schwester Maria Dobronega, Nichte der Kaiser Vasilios und Konstantinos, dem Enkel Boleslavs, Kasimir I, zur Frau. Wenn man aber bedenkt, dass Jaroslav, der seit 1017 bzw. 1018 verheiratet war, im selben Jahr 1043 seine Tochter Eilisif, die übrigens nicht sein ältestes Kind war, Harald dem Hartgemuten in die Ehe gegeben hat, als Maria vermutlich nicht weniger als 33 Jahre alt war, so gewinnt die Ansicht einiger Forscher an Boden, die in Maria Dobronega eher eine Tochter als Schwester Jaroslavs zu sehen gewillt sind. Q: Forssman.

 

tr.
met

Kasmir I (Kazimierz I Karol) van Polen (Mnich Ksiaze Polski), zn. van Mieczyslaw II van Polen (koning van Polen) en Richenza van Palts-Lotharingen, geb. op 25 jul 1016, hertog van Polen, ovl. op 28 nov 1058.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wladyslaw*1043  †1102 Plock [Poland] 58
Swietoslawa*1045  †1126  81


Siguna von Leige
Siguna von Leige, Erbin von Mohrungen und Gatersleben, ovl. na 24 feb 1111.

tr.
met

Friedrich I Graf zu Burg-Lengenfeld, ovl. in 1110.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Heilica     


Goswin von Leige
Goswin von Leige.


Hij krijgt een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Siguna  †1111   


Siegbert I von Saargau
Siegbert I von Saargau, geb. circa 1019, ovl. tussen 1085 en 1105.

tr.
met

NN von Eppenstein ?.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Friedrich I  †1135   


NN von Eppenstein ?
NN von Eppenstein ?.

tr.
met

Siegbert I von Saargau, geb. circa 1019, ovl. tussen 1085 en 1105.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Friedrich I  †1135   


Philippine von Württemberg
Philippine von Württemberg, geb. na 1453, ovl. Weert op 4 jun 1475.

tr.
met

Jacob II graaf van Horne1,2 (van Hoorne, van Huerne), zn. van Jacob I heer van Horne (na 1450 graaf van Horn) en Johanna van Moers-Saarwerden, geb. circa 1450, graaf van Horn 1488, heer van Weert, Wessem etc, ovl. op 8 okt 1502, begr. Weert Franciskanerklooster.


Bronnen:

1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883
2.Gens Nostra (GN), Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995

Tuta von Formbach im Schweinachgau
Tuta von Formbach im Schweinachgau, geb. circa 1021, ovl. circa 1073.

Tuta von Formbach im Schweinachgau.
Tuta van Formbach (* 1037 , † 1100) was de stichter van het klooster Suben en mogelijk de tweede vrouw van koning Bélas I van Hongarije .
Tuta was de dochter van graaf Hendrik I (Hesso) van Formbach († 1030 of 1046) en zijn vrouw Himildrud. Na de vroege dood van hun enige broer Herimann († 1030), kwamen de bezittingen naar Suben , inclusief het kasteel Suben, en in het Pramtal naar Tuta. Haar zuster Himiltrudis ontving voornamelijk goederen ten westen van de Inns. De lucratieve contributie werd in gelijke delen betaald door de surtax te Schärding .
Na de dood van Richenza van Polen († 1058) was Tuta mogelijk de tweede vrouw van de Hongaarse koning Béla I in 1059. Hoe Tuta bij het Hongaarse hof terechtkwam, is niet bekend. Later trouwde ze met Engelbrecht III, graaf in Val Pusteria en graaf Palatine in Karinthië. Wanneer Tuta stierf, is precies niet bekend. De inscriptie op haar gotische grafplaat, die waarschijnlijk onder Provost Matthäus Meermoser werd gekocht, bevat de aanduiding MCXXXVI Kls May ; Maar dit kan niet waar zijn, aangezien Tuta 1095, haar zoon Koloman, begon als het hoofd van het klooster in Suben. De hele inscriptie op de grafplaat luidt: " Hye leyt de spuitende chünichleychis genderd aan terughoudend genaamd Tuta oprichter decz equivalent gotisch huis stierf aan Suben MCXXXVI KIs May ".

  • Moeder:
    Himiltrud , geb. circa 999, ovl. in 1056.

tr.
met

Bela I koning van Hongarije (Magyarország), zn. van Vazul van Hongarije en Anastasia Katun van Bulgarije, geb. circa 1014, koning van Hongarije, ovl. in 1063.

Bela I koning van Hongarije.
1048-1061 Herzog, 1061 Kiraly.

Koning van Hongarije van 1061 tot 1063 en behoorde tot het huis van Árpád.
Béla was een zoon van hertog Vazul van Hongarije en van Katun van Bulgarije. Na de mislukte opstand van zijn vader werd hij samen met zijn broers verbannen. Hij woonde eerst in Bohemen en daarna in Polen. Béla vocht in het leger van koning Mieszko II Lambert van Polen en zou een opstand van de Pommeren hebben bedwongen door de aanvoerder van de opstandelingen in een tweegevecht te verslaan. Hij werd in Polen gedoopt met de naam Adalbert en trouwde met een Poolse prinses. Béla steunde zijn zwager Casimir I van Polen om de macht van het Poolse koningshuis te vestigen.

In 1047 werd zijn oudere broer Andreas koning van Hongarije. Béla werd benoemd tot hertog tussen de Morava (Tsjechië) en de Hron. In die functie was hij veldheer tegen Kroatië en Bulgarije. Béla leek de aangewezen troonopvolger maar toen Andreas zijn 5-jarige zoon Salomon tot medekoning kroonde, vluchtte Béla naar Polen. Met een Pools leger wist hij in twee veldslagen Andreas te verslaan, diein 1060 in gevangenschap aan zijn verwondingen bezweek. Diens vrouw wist echter met Salomon en de schatkist naar Duitsland te vluchten. Béla werd koning van Hongarije maar de Duitse regentes Agnes steunde Salomon als tegenkoning.

Toen de landdag in 1061 het herstel van het heidendom eiste, liet hij de landdag door troepen uiteen jagen. Béla hervormde het muntwezen en de economie. In 1063 trok een Duits leger onder Otto I vanNortheim naar Hongarije om Salomon op de troon te zetten. Het kwam niet tot een veldslag want Béla raakte zwaargewond toen de baldakijn van zijn troon in zijn paleis in Dömös instortte, en overleedkort daarna. Béla werd begraven in de abdij van Szekszárd die hij in 1061 had gesticht.

Béla was gehuwd met de Poolse koningsdochter Richezza, dochter van Mieszko II Lambert. Zij hadden volgende kinderen:.

Géza I van Hongarije, koning in 1074-1077 Lanka, gehuwd met Rostislav van Rostov Veliki Sophia (-1095), huwde een eerste maal rond 1062 met Ulrich I van Weimar, markgraaf van Carniola, graaf van Istrië (-1070) en een tweede maal rond 1071 met Magnus van Saksen Ladislaus I van Hongarije koning in 1077-1095 Euphemia (Ludmilla) (-1111), huwde met prins Otto I de Schone van Moravië-Olmütz (-1087) Maria, (rond 1053/55-); huwde met Andronicus Dukas, medekeizer van Byzantium, zoon van Constantijn X van Byzantium Lampert, hertog van Nitra in 1077-1095 Helena (Ilona), huwde met de koning van Kroatië Dmitar Zvonimir (1075-1089) Béla had ook nog een onechte dochter Sophia, getrouwd met graaf Lambert Hont-Pázmány.

Béla I the Champion or the Bison (Hungarian: I. (Bajnok/Bölény) Béla) (c. 1016 – 11 September 1063), King of Hungary (1060-1063). He descended from a younger branch of the Árpád dynasty and spent seventeen years in exile, probably in the court of the Kings of Poland. He came back to Hungary at the request of his brother, King Andrew I who assigned him the government of one third of the kingdom. However, Béla did not want to accept the hereditary rights of his brother's son, Solomon to the throne and he rebelled against his brother. Although, he managed to ascend to the throne after defeating King Andrew, he could not strengthen his reign and ensure his sons' succession. Early years Béla was the second[1] son of Duke Vazul, a cousin of Stephan I, the first King of Hungary. His mother was probably the concubine (a daughter of a member of the Hungarian gens Tátony) of his father, who still followed pagan customs[2]. On September 2, 1031, King Stephen I's only surviving son Imre was killed by a boar while hunting. King Stephen I wanted to secure the position of the Christianity in his semi-converted kingdom; therefore he was planning to name his sister's son, Peter Urseolo as his successor. However, Duke Vazul, who was suspected to be following pagan customs, took part in a conspiracy aimed at the murder of the king. But the assassination attempt failed and Duke Vazul had is eyes gouged out and molten lead poured in his ears and his three sons were exiled. In exile After their father's tragic death, the three brothers were obliged to leave the country. Fleeing first to Bohemia, they continued to Poland where Béla settled down, while his brothers, Levente and Andre continued on, settling in Kiev. In Poland, Béla served King Mieszko II Lambert of Poland and took part in the king's campaigns against the pagan Pomeran tribes. He became a successful military leader, and the king gave his daughter[3] in marriage to him. He may have been baptized just before his marriage, and his Christian name was Adalbert. After his marriage, he probably lived in Poland even during the time of interregnum when his brother-in-law, King Casimir I of Poland was obliged to leave the country. Some authors claim that during the interregnum in Poland, Béla fled to Bohemia and they identify Béla with "King Stephen's cousin", mentioned in medieval chronicles [4], whom the Emperor Henry III, in 1043, assigned to govern the parts of Hungary he had occupied from King Samuel Aba, when the Hungarians refused to accept King Peter's rule. Duke of Tercia pars Regni In the meantime, after a sanguine pagan revolt which ended the rule of King Peter, Béla's brother ascended the throne in Hungary as King Andrew I. However, his relations with the Holy Roman Empire remained tense, because King Peter had been not only a close ally of the Emperor Henry III, but he also had become a vassal of the Holy Roman Empire. King Andrew sent an embassy to the imperial court and offered to accept the Emperor's supremacy, but Henry III refused the peace; therefore the new King of Hungary had to make preparations for the approaching war. That was the reason he invited his younger brother, the successful military leader, Béla to his court, and Béla accepted his offer. In 1048, Andrew conceded one third of Hungary (Tercia pars Regni) in appanage to Béla.[5]. The two brothers shared power without incident until 1053, when King Andrew fathered a son, Solomon. Thereafter, Andrew became determined to secure the throne for his son and to displace his brother. Andrew, therefore, had his son (Béla's nephew) crowned "junior king" (rex iunior) in 1057. Following the coronation, Béla left his brother's court. In two years later, according to legend, King Andrew called back Béla to his court, and placed before him a crown and a sword, representing royal and ducal power, respectively, and asked Béla to take his choice. Knowing that choosing the crown would mean his life, Béla instead selected the sword. Shortly afterwards, Béla fled to Poland where he was received by King Boleslaw II of Poland, nephew of his wife. King of Hungary In 1060, Béla returned to Hungary and defeated King Andrew I to become the new king. After his brother's death and Béla's victory at the Theben Pass, Béla was crowned king on December 6, 1060. During his brief reign he concerned himself with crushing pagan revolts in his kingdom. Hungarian chroniclers praised Béla for introducing new currency, such as the silver denarius, and for his benevolence to the former followers of his nephew, Solomon. Béla died in an accident when his throne's canopy collapsed. After Béla's death, King Henry IV of Germany installed Solomon as the new king and Béla's male progenies had to flee to Poland again.


Isjaslaw I Jaroslawitsch Velikij Ksiaz Kiewskij
Isjaslaw I Jaroslawitsch Velikij Ksiaz Kiewskij, geb. in 1025, ovl. op 3 okt 1078.

Isjaslaw I Jaroslawitsch Velikij Ksiaz Kiewskij.
1054-1068 in Novgorod, Durch Bruder Svjatoslav aus Kiev vertrieben, bittet Heinrich IV. und den Papst um Hilfe, 1057 in Vladimir?, 1076-1077 in Tschernigow.

tr.
met

Gertruda Polska ?, dr. van Mieczyslaw II van Polen (koning van Polen) en Richenza van Palts-Lotharingen.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Svatopolk*1050  †1113  62
Jaropolk  †1087   


Gertruda Polska ?
Gertruda Polska ?.

tr.
met

Isjaslaw I Jaroslawitsch Velikij Ksiaz Kiewskij, zn. van Jaroslav I 'de Wijze' van Kiev (grootvorst van Kiev) en Ingegerd Olofsdotter van Zweden, geb. in 1025, ovl. op 3 okt 1078.

Isjaslaw I Jaroslawitsch Velikij Ksiaz Kiewskij.
1054-1068 in Novgorod, Durch Bruder Svjatoslav aus Kiev vertrieben, bittet Heinrich IV. und den Papst um Hilfe, 1057 in Vladimir?, 1076-1077 in Tschernigow.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Svatopolk*1050  †1113  62
Jaropolk  †1087