Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hendrik | *1330 | †1375 | 45 | 1 | 1 |
tr. circa 1390
met
Alijt van Hodenpijl1, dr. van Jan Aernoutsz van Hodenpijl (knape vermeld 1352-1376) en Aleid Dircksdr van der Made van der Merwede, geb. Overschie circa 1343, staatsjuffer bij de Vrouwe van Montfoort, ovl. Delft op 6 mrt 1434, tr. (2) met Boudijn Hart van der Woerd, ovl. in jan 1434. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Alijt van Hodenpijl.
De voorschreeve Alyt van Hodenpijl is na den doot des voorsz. Lambrechts getreden in tweeden Houwelyck ende daerinne gewonnen Boudyn Hert Boudijns S, want daer is noch een brieff in wesen besegelt met twee segelen, ophebbende d'voorsz. wapenen in date den 2 Marty anno xiivc drieendertich , nae loop 's Hofft van Hollandt, daer bij dVoorsz. Vranck ende Jacob Lambrechts Zoonen geseit van der Meer seeckere gedeelten lants bij beijde luyden geërft van Alyt van Hodenpijl heurluyder Moeder, vercoopen ende overdraegen, ten behouve van heuren halven broeder Boüdyn Hert Boudijns, den welcken de voorschreeven Alijt gewonnen hadde als vooren. Van welcken Boüdijn Hert Boudijns. mede geslachten naegebleeven zijn, ende onder andere mans oijr Nicolaes Hert genaemt van Abbenbrouck, Heer van 't vierendeel van Abbenbrouck, die in den Jaere xv drieën tnegentich noch in leven was, en de meer andere.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Vranck | *1374 | Haarlem | 1438 | Delft (Oude Kerk) | 64 | 2 | 3 |
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
|
tr. (1) circa 1390
met
Lambrecht Gerritsz van der Meer van Tekelburg1 (van Tol), zn. van Gerrit Gerritsz van der Meer en Wendelmoet , geb. Delft in jan 1343, ovl. aldaar circa 1434, begr. Delft (Oude Kerk).
Lambrecht Gerritsz van der Meer van Tekelburg.
jaeren getrout gehadt Algt yan Hodenpijl alsdoen Staedt JoflFvrouwe bij de Vrouwe van Montfoort, daer mede bij is coomen woonen binnen Delft : sich noemende Lambrecht yan Tol: van een stuck goets, mach wesen bij hem beseten ofte uyt andere onbekende oorsaecken: Behoudende nochtans, sonder den naem te gebruycken de youe wapenen yan Teeckelenburch gelijck die deurgaens tot noch toe gevoert hebben zijne naecomelingen, den welcken den naem Van der Meer gegeyen is geweest ter oorsaecke van de bladeren in de voorsz. wapenen gelijck wesende Meeren bladeren op de Meeren ofte staende waeteren wassende soo men die in Hollandt noemt: ende als andere geslachten , soo hier te lande als in Vlaenderen, gelijcke bladeren van andere coleuren in heure wapenen geyende sulcs den toenaem oock hebben van Van der Meer : 'T welcke de outste van desen geslachte vertelt hebben yan heure ouders yerstaen te hebben. Mitsgaders noch tot bevestinge yan de afcompste des voorsz. Lambrechts soo sijnder brieven geweest ende welcke Sentbrieven in den Delftsche brandt sijn verlooren, welcke brieven bij den Heer van Montfoort inder tijdt geschreeven aen Arent Vrancken Van der Meer Behoudt van Delft ende Bailliu van Delffland hier nae volgende , dan die hem noemende Sijmen Meer.
D' Voorschreeve Lambrecht heeft bij zijne voomoemde huysvrouwe gewonnen twee Soonen als Vranck Lambrechts, geseit Van der Meer hier onder aen volgende, ende Jacob Lambrechts geseit Van der Meer die getroudt hadde Ide Tou Claesdr. daer van verscheiden naecomelingen ende noch onder andere mans oijren, den naem en wapenen voorsz. voerende in den Jaere XV en drieëntnegentig in 't leven waeren Gerrit Adriaens S. van der Meer, Schepen tot Delft, Dirck van der Meer, ende Pieter van der Meer Comelis Zoenen, ende Vrancken heurluijder. broeders Soon Mr. Adriaen van der Meer, Raedt in den Hoove van Hollandt, Cornelis Adriaens S. van der Meer, mede Schepen tot Delft, ende Engelbrecht van der Meer, zijn Broeder Jan van der Meer, Bailliu tot Heenvliet, beide Adriaens Zoonen gebroeders.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Vranck | *1374 | Haarlem | 1438 | Delft (Oude Kerk) | 64 | 2 | 3 |
tr. (2)
met
Boudijn Hart van der Woerd, ovl. in jan 1434.
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
tr.
met
Wendelmoet , geb. circa 1320, ovl. Utrecht in 1361.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Lambrecht | *1343 | Delft | †1434 | Delft | 91 | 1 | 1 |
tr.
met
Gerrit Gerritsz van der Meer, zn. van Gerrit van der Meer, geb. Delft circa 1320, ovl. Utrecht in 1369.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Lambrecht | *1343 | Delft | †1434 | Delft | 91 | 1 | 1 |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Gerrit | *1320 | Delft | †1369 | Utrecht | 49 | 1 | 1 |
tr.
met
Alijt van Hodenpijl1, dr. van Jan Aernoutsz van Hodenpijl (knape vermeld 1352-1376) en Aleid Dircksdr van der Made van der Merwede, geb. Overschie circa 1343, staatsjuffer bij de Vrouwe van Montfoort, ovl. Delft op 6 mrt 1434.
Alijt van Hodenpijl.
De voorschreeve Alyt van Hodenpijl is na den doot des voorsz. Lambrechts getreden in tweeden Houwelyck ende daerinne gewonnen Boudyn Hert Boudijns S, want daer is noch een brieff in wesen besegelt met twee segelen, ophebbende d'voorsz. wapenen in date den 2 Marty anno xiivc drieendertich , nae loop 's Hofft van Hollandt, daer bij dVoorsz. Vranck ende Jacob Lambrechts Zoonen geseit van der Meer seeckere gedeelten lants bij beijde luyden geërft van Alyt van Hodenpijl heurluyder Moeder, vercoopen ende overdraegen, ten behouve van heuren halven broeder Boüdyn Hert Boudijns, den welcken de voorschreeven Alijt gewonnen hadde als vooren. Van welcken Boüdijn Hert Boudijns. mede geslachten naegebleeven zijn, ende onder andere mans oijr Nicolaes Hert genaemt van Abbenbrouck, Heer van 't vierendeel van Abbenbrouck, die in den Jaere xv drieën tnegentich noch in leven was, en de meer andere.
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
tr. (1) Schipluiden in 1287
met
Badeloge Florisdr (Badeloge) Doirtoghe (van Brederode), van de Doirtoghe, dr. van Floris van Brederode van der Doortoge ridder (heer van de Doortoge, Zegwaard en Zevenhuizen) en NN Hugosdr II van Naaldwijk, geb. Schipluiden circa 1262, ovl. aldaar in 1335.
Badeloge Florisdr Doirtoghe.
Née le : 1266 Schipluiden, Zuid-Holland, Nederland.
Fille de Floris van Brederode, heer van Doortoge et Jutte Nicolaes Van Putten Épouse de Diederick Dirk van Hodenpijl, Heer van Hodenpijl et Willem van Leyden (Leijden), van Cuijck.
Mère de Jan van Hodenpijl; Willem van Hodenpijl; Floris Dircks van Hodenpijl; Arnout Dircksz van Hodenpijl; Badeloge van Hodenpijl et 3 autres.
Sœur de Floris V Van Brederode, Heer van Zevenhuizen, Zegwaard en van der Doortoge.
Demi-sœur de Alverade van Brederode; Dirk van der Doortoghe Zegwaard, ridder, Heer; Jan van der Doortoge et Floris van Brederode.
Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Arnoud | *1288 | Schipluiden | †1357 | 69 | 1 | 6 |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Floris | *1294 | †1363 | 69 | 1 | 1 |
|
|
tr. (1) Schipluiden in 1287
met
Diederick Dirk van Hodenpijl (Didderic van Hoedenpijl), geb. circa 1262, ovl. na 1301.
Diederick Dirk van Hodenpijl.
Dirck van Hodenpijl grafelijk leenman van Hodenpijl met 66 morgen land Arnoud van Hodenpijl Jan van Hodenpijl, raadsman van Delft, zegelt in 1315, samen met Arnoud verbannen, gegoed in Maasland en Overschie Willem van Hodenpijl, vermoord v 1324, zijn woning is aan zijn kinderen toegekomen, mogelijk Willem en Dirk Floris Hodenpijl is de naam van een voormalige gemeente tussen Schipluiden en Den Hoorn. In 1855 werd deze gemeente, samen met Sint Maartensregt toegevoegd aan de gemeente Schipluiden. Dit gebied met een groep woningen, boerderijen en de voormalige RK kerk met pastorie wordt ook tegenwoordig aangeduid met de naam Hodenpijl. Kasteel Hodenpijl: Hodenpijl is ook de naam van een kasteel uit de 13e eeuw van de familie Hodenpijl, dat meer zuidwestelijk gelegen was in de Klaas Engelbrechtspolder. Tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten in 1351 en 1393 is het met de grond gelijk gemaakt en nooit meer herbouwd.
Het ambacht van Hoedenpile, 66 morgen land aldaar ... Didderic van Hoedenpijl, vermeld in 1281 [Bron: C. Hoek, ref. 17; L.H. 5, fol. 49].
leen van de grafelijkheid in Maasland, 10 morgen land en de woning, die vroeger van Kerstans Niger was ... Didderic van Hoedenpijl, vermeld in 1281 .
[Bron: C. Hoek, ref. 33; L.H. 5, fol. 49].
21 januari 1330, 11 morgen land te Hodenpijl, belend ten oosten: de Gaech, ten noorden: de kinderen van Willem van Hodenpijl met diens woning, ten westen: het Lage land, ten zuiden: de woning die vroeger van Ghijsbrecht Hane was ... geleend door Florens van Hodenpijl, te versterven voor de helft op zijn oudste zoon en voor de andere helft op zijn dochter Lysbet, gewonnen bij Genefyen Arntsdochter [Bron: C. Hoek, ref. 22; 6461, fol. 282].
22 oktober 1350, leen van de grafelijkheid in Maasland, 3 morgen land in Middeltijt; 4 1/2 morgen land; 5 morgen land in het ambacht van Bottendijc; 9 morgen land belend door Jan van Hodenpijl ... Vrouwe Baerte Arnoudsdochter van den Dorpe na opdracht uit eigen [Bron: C. Hoek, ref. 33; L.H. 50, fol. 124].
23 februari 1370, 6 morgen land te IJselmonde ... Willem van Hodenpijl van IJselmonde na opdracht uit eigen in ruil voor 6 morgen land te Alblaes [Bron: C. Hoek, ref. 15; L.H. 50, fol. 123].
25 maart 1376, Het dienstbetoon door de bewoners van de burggrafelijke hofsteden te Vlaerdinghe ... genoemd: Willem van Hodenpijl [Bron: C. Hoek, ref. 17; Leenkamer Wassenaar, register AA, fol. 11, 66, 67v en 72]
Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Arnoud | *1288 | Schipluiden | †1357 | 69 | 1 | 6 |
relatie (2)
met
Willem II van Leyden van Cuijk3,4, van Leyden (Oegstgeest), zn. van Hendrik van Cuijck van burggaaf van Leiden (burggraaf van Leiden) en Halewine Willemsdr van Egmond, burggraaf van Leiden, ovl. in 1321, tr. (1) voor 16 jun 1309 met Vrouwe Ermgaard van Naaldwijk. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Willem II van Leyden van Cuijk.
Willem is een broer van de burggraaf Dirck van Leiden. In 1325 komt Jan van den Zijl voor als Raad van Graaf Willem III: als zodanig is hij medezegelaar op 28-03-1326 bij het vaststellen van de lijftocht voor Badeloghe, gehuwd met Willem van Leyden, broer van burggraaf Dirck.
Uit deze relatie 2 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Mouwerijn | 0 | 0 | |||||
2 | Catharina | *1290 | †1335 | 45 | 1 | 0 |
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
2. | Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVI), Deel XVI (blz. 97) |
3. | Het ontstaan van Leiden. (B 021), Freek Lugt, Primavera Pers, 978-90-5997-126-4, Leiden, 2012 (blz. 82) |
4. | Het goed van Oegstgeest (B 151), F.H. Lugt, Uitgeverij Ginkgo, 978-90-71256-09-7, Leiden, 2009 (blz. 189) |
|
tr. (1) voor 16 jun 1309
met
Vrouwe Ermgaard van Naaldwijk3 (Naeldwijck, Naeldwijk), geb. circa 1250, ovl. op 11 sep 1323.
relatie (2)
met
Badeloge Florisdr (Badeloge) Doirtoghe (van Brederode), van de Doirtoghe, dr. van Floris van Brederode van der Doortoge ridder (heer van de Doortoge, Zegwaard en Zevenhuizen) en NN Hugosdr II van Naaldwijk, geb. Schipluiden circa 1262, ovl. aldaar in 1335.
Badeloge Florisdr Doirtoghe.
Née le : 1266 Schipluiden, Zuid-Holland, Nederland.
Fille de Floris van Brederode, heer van Doortoge et Jutte Nicolaes Van Putten Épouse de Diederick Dirk van Hodenpijl, Heer van Hodenpijl et Willem van Leyden (Leijden), van Cuijck.
Mère de Jan van Hodenpijl; Willem van Hodenpijl; Floris Dircks van Hodenpijl; Arnout Dircksz van Hodenpijl; Badeloge van Hodenpijl et 3 autres.
Sœur de Floris V Van Brederode, Heer van Zevenhuizen, Zegwaard en van der Doortoge.
Demi-sœur de Alverade van Brederode; Dirk van der Doortoghe Zegwaard, ridder, Heer; Jan van der Doortoge et Floris van Brederode.
Uit deze relatie 2 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Mouwerijn | 0 | 0 | |||||
2 | Catharina | *1290 | †1335 | 45 | 1 | 0 |
1. | Het ontstaan van Leiden. (B 021), Freek Lugt, Primavera Pers, 978-90-5997-126-4, Leiden, 2012 (blz. 82) |
2. | Het goed van Oegstgeest (B 151), F.H. Lugt, Uitgeverij Ginkgo, 978-90-71256-09-7, Leiden, 2009 (blz. 189) |
3. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
otr. Schiedam op 13 apr 1675, tr. Schiedam op 4 mei 1675 Aryen Maertense van
Rossen, alias Soetermeer, sijn swager en Lijntje Marcelis, haar suster, beiden wonende te Schiedam
met
Joris Jansz Koppert2,1 (Coppert), zn. van Jan Ariens Koppert (kerkmeester en schepen te Kethel) en Maertje Ariens Drogenhoeck (binnenmoeder in 't oude manhuis te Schiedam), ged. Overschie op 4 jul 1635 (getuigen: Arie Jorisse (Drogenhoeck) en Annechie Ariens), meestersmid, ovl. Schiedam in 1685.
Joris Jansz Koppert.
meestersmid, wonende Schiedam, in de Go(o)ystraat, bij de Rotterdamsche Poort.
Bronnen:
1. | Genealogie Koppert, Coppert Schiedam (B 008), A.F. Koppert-van der Berg, Ons Voorgeslacht, jrg 53, Schiedam, 1998 (blz. 1) |
2. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 |
tr.
met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hilletje | *1640 | †1690 | Schiedam | 50 | 1 | 0 |
tr.
met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hilletje | *1640 | †1690 | Schiedam | 50 | 1 | 0 |
tr. Schiedam op 9 sep 1639
met
Jacob Arents Hodenpijl, zn. van Aldert Jacobs Hodenpijl (schoenmaker te Schiedam) en Neeltgen Jacobsdr Veen, ged. Schiedam op 12 sep 1612, Hij krijgt geen kinderen.
Uit dit huwelijk 7 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jozijntje | *1626 | Vlaardingen | †1674 | Schiedam | 48 | 1 | 1 |
tr.
met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jacobmijntgen | 1 | 7 |
tr.
met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jacobmijntgen | 1 | 7 |
tr. Delft op 24 sep 16301
met
Neeltgen Jacobsdr Veen, geb. Delft, ovl. Schiedam op 30 dec 1654.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jacob | ~1612 | Schiedam | 2 | 7 |
1. | Trouwboek Delft (T 402), GA Delft, DTB Delft, Inventarisnr.: 5, Delft, 1630 (24 sep 1630 blz. 24) |
tr. Delft op 24 sep 16301
met
Aldert Jacobs Hodenpijl, zn. van Jacob Adriaensz (schoenmaker te Schiedam, vemeld 1628), [ [DTB Delft inv. 5, folio 24, archief.delft.nl]], schoenmaker te Schiedam.
Aldert Jacobs Hodenpijl.
Allert Jacobsz, Schoenmaker, ligt ziek te bed, compareerde 7 September 1630 met zijn wettige huisvrouw Neeltgen Jacobs, poorter en poorteresse van Schiedam, wonende aldaar op de Hoogstraat, tot het maken van hun testament, waarin zij elkander benoemen tot universeel erfgenaam van de nagelaten goederen van de eerststervende, mits de langstlevende gehouden is hun twee kinderen te alimenteren enz. uittezetten, en bovendien elk kind 12 gulden te geven, en zoo de langstlevende een tweede huwelijk aangaat, dan moet elk kind direct deze 12 gulden ontvangen. O.N.A. inv. no.755, blz. 52.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jacob | ~1612 | Schiedam | 2 | 7 |
1. | Trouwboek Delft (T 402), GA Delft, DTB Delft, Inventarisnr.: 5, Delft, 1630 (24 sep 1630 blz. 24) |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Aldert | 1 | 1 |
tr.
met
Gerrit Wiggertsz Hodenpijl, zn. van Wiggert Hodenpijl en Johanna Gijsbrechtdr van Brederode, geb. circa 1490.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Simon | *1515 | †1543 | Vlaardingen | 28 | 1 | 2 |