Arnout Spiker
in
Kwartierstaat van Ada (Adriana Trijntje) Zoutendijk
Kwartierstaat van Anneke Romeijn
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Cees Boer
Kwartierstaat van Daniël Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Dinah (Dinah Yoke) Begeer
Kwartierstaat van dr Wouter van Welsenes
Kwartierstaat van dr. Irene Margaretha Hellemans arts
Kwartierstaat van drs. Joke (Johanna) Hellemans
Kwartierstaat van Elizabeth Dijkstra
Kwartierstaat van Elizabeth Dijkstra
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Han (Henricus Johannes Antonius) Bekke
Kwartierstaat van Han Bekke.
Kwartierstaat van Hans van der Wind
Kwartierstaat van Henk de Snoo
Kwartierstaat van Henk de Snoo
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk.
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Maarten (Maarten Walter) Elink Schuurman arts
Kwartierstaat van Maarten Rol arts
Kwartierstaat van Marja Alida den Heijer
Kwartierstaat van mr Marinus Pannevis
Kwartierstaat van mr Mark P. Schneiders
Kwartierstaat van mr Simonet (Simonetta Gezina) Koekkoek
Kwartierstaat van Olga Broersma
Arnout Spiker.
Arnout Spiker.
een der viri clarissimi van Holland (7-10-1143), het echtpaar schenkt een hoeve land bij de kerk van Warder aan de abdij van Egmond (1130-1161).
tr.
met
Immegonda , tr. met
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Bartrade | | | | | | 1 | 1 |
Immegonda
in
Kwartierstaat van Ada (Adriana Trijntje) Zoutendijk
Kwartierstaat van Anneke Romeijn
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Daniël Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Dinah (Dinah Yoke) Begeer
Kwartierstaat van dr Wouter van Welsenes
Kwartierstaat van dr. Irene Margaretha Hellemans arts
Kwartierstaat van drs. Joke (Johanna) Hellemans
Kwartierstaat van Elizabeth Dijkstra
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Han (Henricus Johannes Antonius) Bekke
Kwartierstaat van Hans van der Wind
Kwartierstaat van Henk de Snoo
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk.
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Maarten (Maarten Walter) Elink Schuurman arts
Kwartierstaat van Maarten Rol arts
Kwartierstaat van Marja Alida den Heijer
Kwartierstaat van mr Marinus Pannevis
Kwartierstaat van mr Mark P. Schneiders
Kwartierstaat van mr Simonet (Simonetta Gezina) Koekkoek
Kwartierstaat van Olga Broersma
Immegonda .
tr.
met
Arnout Spiker, tr. met
Arnout Spiker.
een der viri clarissimi van Holland (7-10-1143), het echtpaar schenkt een hoeve land bij de kerk van Warder aan de abdij van Egmond (1130-1161).
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Bartrade | | | | | | 1 | 1 |
Hendrik van Cuijck van burggaaf van Leiden
in
Kwartierstaat van Ada (Adriana Trijntje) Zoutendijk
Kwartierstaat van Anneke Romeijn
Kwartierstaat van Ans Karstens
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Cees (Cornelis Hendrik) Boer
Kwartierstaat van Daniël Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Dinah (Dinah Yoke) Begeer
Kwartierstaat van dr Wouter van Welsenes
Kwartierstaat van dr. Irene Margaretha Hellemans arts
Kwartierstaat van drs. Kees (Cornelis) van Spronsen
Kwartierstaat van Eduard von Saher
Kwartierstaat van Elizabeth Dijkstra
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Fred Spaans
Kwartierstaat van Han (Henricus Johannes Antonius) Bekke
Kwartierstaat van Hans van der Wind
Kwartierstaat van Henk de Snoo
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van Jacoline van Dijk.
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Maarten Rol arts
Kwartierstaat van Magda (Magdalena) Breedveld
Kwartierstaat van mr Marinus Pannevis
Kwartierstaat van mr Simonet (Simonetta Gezina) Koekkoek
Kwartierstaat van Olga Broersma
Hendrik (Heilwijf) van Cuijck van burggaaf van Leiden, geb. circa 1245, burggraaf van Leiden, ovl. op 12 jan 1319.
Hendrik van Cuijck van burggaaf van Leiden.
Hendrick van Cuijck, geb. Leiden omstr. 1245, burggraaf van Leiden 1266-1319, heer van Leiderdorp en mogelijk van Oegstgeest, gaf heer Jacob van der Woude vroonland in Eslikerwoude in erfpacht 25 nov. 1284, ridder onder graaf Floris V (1285), vergezelde de Hollandse delegatie naar Engeland overzee 7 jan. 1298, overl. 12 jan. 1319, tr. omstr. 1275/80 Halewine van Egmond, geb. Egmond omstr. 1255 (dochter van Willem heer van Egmond 1248-1304) en Ada N.N.), vermeld 1266-1276, vermeld filia heer Willem van Egmond bij akte 15 mei 1276.
In 1284 oorkondde hij dat burggraaf Jacob van Leiden zijn grootvader was geweest, dus als Dirck's zoon Hendrik uit [Christina] Jacobsdr. was geboren, dan moet het geweest zijn na 1251. Uit oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299 deel A : 20 juli 1251 nr. 894 Hendrik (=oudste broer van Dirk) heer van Kuyc staat aan Christina burggravin van Leyden toe dat de goederen die zij van hem in leen houdt, bij ontstentenis van een zoon op haar dochter vererven. "…si contigerit eam mori sine filio legitimo, filia sua legitima…….".
- Vader:
Dirk van Cuijck, zn. van Albert ridder van Kuyc (ridder, vermeld 1191-1233, Heer van Cuyk en Grave 1204-1233, van Herpen, Merum en half Asten 1220) en Heilwig van Merheim (erfdochter van Merum en half Asten), geb. circa 1205, burggraaf van Leiden (1243), ovl. voor 1260, tr. te Leiden circa 1235 met
- Moeder:
Christina Jacobsdr van Oestgeest burggravin van Leiden (Kerstine van Oegstgeest) (Oegstgeest, van), dr. van Jacob van Raephorst van burggraaf Leiden (burggraaf van Leiden (1201-1241)), geb. te Leiden circa 1220, vrouwe van Leiderdorp en Oegstgeest, ovl. te Leiden in 1271, tr. (2) met Ghysekin van Ammers van der Burch, zn. van Simon van der Burch (schildknaap, ridder) en Kerstine Ghisekijnsdr uter Liere. Uit dit huwelijk een dochter. (Ghysekin tr. (1) met Aleid van Oestgeest. Uit dit huwelijk een zoon, hij krijgt 2 kinderen, tr. (2) met Christina Jacobsdr van Oestgeest burggravin van Leiden (Oegstgeest, van). Uit dit huwelijk een dochter), tr. (1) met
tr. in 1266
met
Christina Jacobsdr van Oestgeest burggravin van Leiden.
Vermeld 1251-1253, erfdochter van het Leids burggraafschap en het ambacht Leiderdorp en Oegstgeest. Leiden, Christina van (gest. vóór 15-5-1276), burggravin. Dochter van Jacob burggraaf van Leiden (actief 1201-1241). Christina van Leiden trouwde (1) [onzeker] met Dirk van Oegstgeest (actief 1221-1242), ridder; (2) [zeker] vóór 30-5-1253 met Dirk van Cuijk (actief 1242-1253), ridder. Uit huwelijk (1) werd wellicht 1 zoon, uit (2) werden 1 of 2 zoons geboren.
30 mei 1253 bepaalt zij dat het leen dat Willem van de Poel, burgen Haarlem, van haar houdt, onversterfelijk zal zijn.
Volgens een aantekening in een leenregister uit 1420 werd de erfdochter van de Leidse burggraaf Jacob bij diens overlijden door de grafelijkheid van Holland ‘in voogdij’ genomen. Dit betekende dat de grafelijkheid het bewind over haar erfenis voerde en mogelijk ook dat zij aan het hof van de graaf werd opgevoed. Vaststaat dat zij naderhand werd uitgehuwelijkt aan ‘een jongere broer’ uit de Utrechtse stadsgravenfamilie Van Cuijk. Als eigen inkomen kreeg zij de zogeheten ‘lage rechtspraak’ in Leiden en omstreken mee (Hoek, 54-55). Zij mocht dus een schout benoemen en had recht op een deel van de door deze geheven boetes. Door de familie van haar man werd zij beleend met land en tienden bij Sliedrecht. In een leenbrief uit 1251 noemt haar zwager Hendrik (III) van Cuijk haar ‘mijn lieve Christina, burggravin van Leiden’. Er was toen vermoedelijk nog geen stamhouder, want de leenbrief hield uitdrukkelijk de mogelijkheid open dat het leen op een dochter kon vererven. In 1253 trad Christina, ‘nederige burggravin (castellana) van Leiden’ en ‘gemalin van [Dirk], burggraaf aldaar, ridder’ zelf als leenvrouwe op. Haar man zegelde voor haar ‘omdat wij zelf geen zegel gebruiken’ (Kruisheer, 568, 655). Haar zoon Hendrik staat voor het eerst te boek in 1276. Hij was toen burggraaf van Leiden en leenvolger van zijn kort tevoren overleden moeder. In 1284 oorkondde hij dat burggraaf Jacob van Leiden zijn grootvader was geweest (Beelaerts, 220).
In een verklaring uit 1364 is sprake van een andere zoon van Christina van Leiden. Hij heette heer Willem van Oegstgeest, was ridder, had een dochter Christina, zegelde in 1285 en testeerde in 1312 (Janse, 16-17). Deze Willem zou vernoemd zijn naar een grootvader die in 1201 leefde (Monna, 68-69). Christina van Leiden moet dan eerder getrouwd zijn geweest met een zoon van Willem (I) van Oegstgeest – mogelijk Dirk van Oegstgeest, actief 1221-1242. Een aanwijzing daarvoor zou kunnen zijn dat de wapenzegels van Willem (II) van Oegstgeest uit 1285 en die van burggraaf Dirk van Leiden (zegelt vanaf 1310, zoon en opvolger van burggraaf Hendrik) aanzienlijk verschillen (Beelaerts, 291).
Belangrijker dan deze genealogische puzzels is de vraag hoe Christina’s titel ‘burggravin van Leiden’ in 1251 en 1253 moet worden begrepen. Het burggraafschap was bij de dood van haar vader teruggevallen aan de grafelijkheid. De historicus A. Kluit stelde in 1805 dat dit ‘kasteleinschap’ tot 1276 een mannelijk leen was en dat Christina ‘burggravin van Leiden’ werd genoemd vanwege haar huwelijk met heer Dirk van Cuijk, ‘burggraaf van Leiden’ (Kluit, 261). De genealoog W.A. Beelaerts van Blokland meende echter dat Dirk als burggraaf louter uit naam van zijn gemalin optrad. Vermoedelijk had Kluit gelijk. Ook in dertiende-eeuwse oorkonden van het Hollandse gravenhuis betekende de titel ‘gravin’ namelijk in eerste aanleg ‘gemalin van de graaf’ (Broer, 159-165). Hiermee werd zonder twijfel tevens de toon gezet voor de lagere adel. Dat Christina van Leiden in 1253 als ‘burggravin’ oorkondde, was dus waarschijnlijk alleen omdat haar man burggraaf was. Hun zoon Hendrik heeft dit ambt kennelijk van zijn vader en niet van zijn moeder geërfd.
Hendrik heer van Cuijk staat op 20 juli 1251 aan Christina burggravin van Leiden toe dat de goederen die zij van hem in Leenhouts, bij ontstentenis van een zoon op haar dochter vererven.
Naslagwerken.
NNBW.
Archieven.
Nationaal Archief, Den Haag: toegangen 3.01.01 (Graven van Holland), 3.19.81 (Kopieën Leenregister Huis Wassenaar (Twickel)) en 3.20.87 (Van Wassenaer van Duvenvoorde).
Literatuur.
A. Kluit, Historie der Hollandsche staatsregering tot aan het jaar 1795. Vijfde deel (Amsterdam 1805).
W.A. Beelaerts van Blokland, ‘De burggraven van Leiden vóór 1339’, De Nederlandsche Leeuw 39 (1921) 215-222.
C. Hoek, ‘De heren van Matenesse’, De Nederlandsche Leeuw 82 (1965) 32-58.
A.D.A. Monna, ‘De bezittingen van het Leidse burggraafschap’, in: Idem en W.H. Lenselink, Studies over het Zeeuwse en het Leidse burggraafschap (Groningen 1976) 63-106.
J.A. Coldewey, De Heren van Kuyc 1096-1400 (Tilburg 1981).
Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, J.G. Kruisheer ed, 2 (Assen 1986).
J.C. Kort, ‘Repertorium op de grafelijke lenen in Rijnland’, Ons Voorgeslacht 42 (1987) 690-721.
C.J.C. Broer, ‘Echtgenote, deelgenote, lotgenote. Over oorkonden als bron voor vrouwengeschiedenis’, in: M. Mostert e.a. red, Vrouw, familie en macht. Bronnen over vrouwen in de Middeleeuwen (Hilversum 1990) 147-166.
A. Janse, Wie was Willem van Oegstgeest (1201)? (Oegstgeest 2001).
Halewine Willemsdr van Egmond.
vermeld 1266-1276.
Uit dit huwelijk 3 kinderen:


Dirck van Wassenaer van Santhorst
in
Kwartierstaat van Anneke Romeijn
Kwartierstaat van Cees (Cornelis Hendrik) Boer
Kwartierstaat van Daniël Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Elizabeth Dijkstra
Kwartierstaat van Han (Henricus Johannes Antonius) Bekke
Kwartierstaat van Henk de Snoo
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Dirck van Wassenaer van Santhorst, geb. te Voorschoten circa 1222, heer van Santhordt, ovl. na 1296.
tr. (1)
met
Ricarda van Santhorst, geb. circa 1230, tr. met
tr. (2)
met
NN van Wateringen, tr. met
Jacob van Wassenaer van Roosenburch
in
Kwartierstaat van Anneke Romeijn
Kwartierstaat van Cees (Cornelis Hendrik) Boer
Kwartierstaat van Daniël Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Elizabeth Dijkstra
Kwartierstaat van Han (Henricus Johannes Antonius) Bekke
Kwartierstaat van Henk de Snoo
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Jacob van Wassenaer van Roosenburch, geb. circa 1224, ridder, vermeld 1264, ovl. te Alkmaar op 20 aug 1272.
Arent van Wassenaer van Groenevelt
in
Kwartierstaat van Anneke Romeijn
Kwartierstaat van Cees (Cornelis Hendrik) Boer
Kwartierstaat van Daniël Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Elizabeth Dijkstra
Kwartierstaat van Han (Henricus Johannes Antonius) Bekke
Kwartierstaat van Henk de Snoo
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Arent van Wassenaer van Groenevelt, geb. te Voorschoten circa 1226, ovl. in 1261.
Bartholomeus I of II Dircksz van Wassenaer van Cranenburgh
in
Kwartierstaat van Ada (Adriana Trijntje) Zoutendijk
Kwartierstaat van Anneke Romeijn
Kwartierstaat van Cees (Cornelis Hendrik) Boer
Kwartierstaat van Daniël Anthonie Heynsius
Kwartierstaat van Elizabeth Dijkstra
Kwartierstaat van Han (Henricus Johannes Antonius) Bekke
Kwartierstaat van Henk de Snoo
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Bartholomeus I of II Dircksz van Wassenaer van Cranenburgh (Wassenaer), geb. te Voorschoten circa 1228 (1215), domproost te te Utrecht in 1280.
Bartholomeus I of II Dircksz van Wassenaer van Cranenburgh.
in 1922 citeert Jhr Mr W.A. Beelaerts van Blokland in bron BNL 'Batavia Illustrata' (Van Leeuwen, p 1294):.
Bartholomeus hadde getrout N. van Bleyswijk, na welkers dood hij wierde Domproost van Utrecht, nalatende bij sijn Vrouwe voornoemt Engelbert, Heere van Cranenburch. Ridder, vermeld in den jare 1305 en 1308 ...
Volgens Beelaerts is Bartholomeus geen domproost geweest en ook niet stamvader van het geslacht Cranenburch. J.W.F. baron van Wassenaar spreekt dit tegen en schrijft in bron JVW:.
Minder juist lijkt het mij om te stellen, dat Beelaerts zou hebben bewezen, dat Bartholomeus niet de stamvader van het geslacht Cranenburch kan zijn. Verder meldt de baron dat Bartholomeus wordt genoemd in 1281 als Utrechts domkanunnik (O.B. Utr. nr. 2043). Verderop laat hij echter Bartholomeus de vader zijn van Jacob van Roosenburch. Bron 1380 (oudste) stelt daarentegen heel duidelijk dat het geslacht Van Roosenburch voortkomt uit Jacob van Wassenaar, zoon van Dirc van Wassenaar en dat het geslacht Van Cranenburch is voortgekomen uit Bartholomeus van Wassenaar, een andere zoon van Dirc van Wassenaar. Bron 1380 is een betrouwbare bron en staat het dichtst bij de oorsprong. De Hoge Raad van Adel gaat ook uit van deze afstamming. Bron RIH (p 281) bevestigt eveneens de afstamming en laat verder zien dat het geslacht Kranenburg voortkomt uit Bartholomeus van Wassenaar. Deze bron is een gedegen wetenschappelijke studie. We mogen derhalve aannemen dat Bartholomeus van Wassenaar inderdaad de oervader is van de Kranenburgs stammend uit Zuid-Holland. In Utrecht stond aan de Oudegracht 158 (locatie Vlaer & Kol) een pand met de naam Cranenborch. Dit pand dateert uit de Middeleeuwen en moet gezien de stijl in de vroege Gotiek zijn gebouwd. Dus ergens in de periode 1260-1400. Gezien het verblijf van Bartholomeus in Utrecht sinds 1280 rijst de vraag of dit pand mogelijk door hem is gebouwd. De extreem hoge en spits toelopende ramen (zgn spitsboogvenster) zijn erg apart voor een woonpand, zeker ook in de Gotiek. Het pand krijgt daardoor meer het aanzien van een kerk, waar de spitsboogvensters normaliter alleen werden toegepast. Andere soorten panden, w.o. woningen hebben in de Gotiek normaliter rechte of iets gebogen ramen. E.e.a. doet vermoeden dat Huis Cranenborch door een zeer kerkelijk ingesteld persoon moet zijn gebouwd. Als domproost komt Bartholomeus van Wassenaar derhalve zeker in aanmerking om de bouwheer te zijn van Huis Cranenborch. Wapen: op blauw vier dwarsbalken in goud, een rood andrieskruis over het geheel.
tr.
met
Vrouwe Godilt van Bleyswyck, dr. van NN Engelbrecht van der Broecsz en Mabelia Diederiks Beuckelsdr, tr. met
Vrouwe Godilt van Bleyswyck.
Mogelijk is zij een dochter van Gijsbrecht van Bokel, leenman van de Heerlijkheid Bleiswijk. Volgens het principe van Naam en Heerlijkheid is hij immers de enige die zich Van Bleyswyck mag noemen. Het geslacht Bokel stamt af van Jacob van Wassenaar.
1318 (vermoedelijk) Godilt wordt vermeld in de grafelijke rekeningen in den Haag als "Bertelmeus Scrivers wedewe", wat betekent doet vermoeden dat Bartholomeus ook als kanunnik veel tijd in den Haag was en een rol speelde bij het opstellen van belangrijke teksten. Dat is niet onmogelijk omdat een kanunnik geen gelofte van armoede of kuisheid hoefde te nemen en in het algemeen niet aan een streng regime was onderworpen. En omdat de Domkerk (en ook de andere Utrechtse kapittels) grote bezittingen had in het graafschap Holland, is het ook goed te verklaren dat een Utrechtse kanunnik veel in den Haag was. Speculerend: Bartholomeus kreeg een mooie positie in Utrecht waardoor hij veel in den Haag moest zijn. Hij bouwde een huis in Utrecht en zijn gezin ging in den Haag op de Geest wonen, waar later ook zijn kinderen wonen.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Engelbert I | *1255 | Bleiswijk | †1320 | | 65 | 1 | 6 |
2 | Jacob | *1248 | Sassenheim | †1272 | Vronen | 24 | 1 | 1 |
Ariaantje
in
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Parenteel van Simon Engelsz den Baars
Ariaantje .
tr.
met
Simon Engelsz den Baars, tr. met
Uit dit huwelijk 6 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Engel | *1687 | Gouderak | | | | 1 | 4 |
2 | Arij | *1690 | Gouderak | †1691 | | 1 | 0 | 0 |
3 | Arij | *1691 | Gouderak | | | | 1 | 6 |
4 | Willem | *1692 | Gouderak | | | | 1 | 5 |
5 | Pieter | *1695 | Gouderak | | | | 1 | 5 |
6 | Cornelis | | Gouderak | | | | 1 | 10 |
Cornelis Claesz Cranenburgh
in
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Cornelis Claesz Cranenburgh, geb. in 1665.
Claas Vranken Cranenburgh
in
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Claas Vranken Cranenburgh, geb. in 1607, ovl. in 1667.
Claas Vranken Cranenburgh.
vermeld in 1642, 1643, 1648 en 1649 als Welgeborene in Rijnland, wonend aan de Meneweg.
Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Claas | *1630 | Rijpwetering | | | | 1 | 1 |
Anthonis Frankensz Cranenburgh
in
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Anthonis Frankensz Cranenburgh, geb. te Lisse in 1535, ovl. in 1595.
Anthonis Frankensz Cranenburgh.
vermeld in 1580, 1581 en 1585 als Welgeborene van Rijnland, wonend in Lisse.
Hij krijgt 3 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Vrank | *1563 | Lisse | †1623 | | 60 | 1 | 1 |
2 | Dirc | *1560 | | | | | 1 | 1 |
3 | Grietge | *1565 | | | | | 0 | 0 |
Cornelis Franken Cranenburgh
in
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Cornelis Franken Cranenburgh.
Adriaan Vrankensz Cranenburgh
in
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Adriaan Vrankensz Cranenburgh.
Vrank Dirksz Cranenburgh
in
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Vrank Dirksz Cranenburgh, geb. in 1510, ovl. in 1565.
Vrank Dirksz Cranenburgh.
woont kennelijk op de Vrouwe Ven te Warmond, waar hij bouwman is en land pacht van de Abdij van Rijnsburg.
In 1568 vermeld bron MBR dat de vrouw van Vrank Dirksz weduwe is en dat zij land pacht in Warmond van de Abdij van Rijnsburg.
- Vader:
Dirck Vranken Cranenburgh (Dirck Vranck, Dirck Vrankenz, Vranck Matheusz van Cranenburch), zn. van Vranck Matheusz Cranenburgh, geb. in 1470, Kerkmeester in 1515 en kastelein van het huis Dever van 1510 tot na 1550, woonde Pennings te Vennemeer, woonde Cranenburgh te Alkemade, woonde Cranenburgh te Lisse, woonde Huys Dever te Lisse, Cranenburg & Mathenesse, Zijplant, ovl. in 1520, tr. met
Hij krijgt 3 zonen:
Dirck Vranken Cranenburgh
in
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Dirck Vranken Cranenburgh (Dirck Vranck, Dirck Vrankenz, Vranck Matheusz van Cranenburch), geb. in 1470, Kerkmeester in 1515 en kastelein van het huis Dever van 1510 tot na 1550, woonde Pennings te Vennemeer, woonde Cranenburgh te Alkemade, woonde Cranenburgh te Lisse, woonde Huys Dever te Lisse, Cranenburg & Mathenesse, Zijplant, ovl. Hoeve Pennings te Warmond in 1520.
Dirck Vranken Cranenburgh.
hij woont enige tijd in Lisse ten noorden van een stuk land genaamd het Slechte Velt. Vermeld in 1498 op de lijst VML wegens vermogensbelasting te Leiden. Hij woont volgens deze lijst in de wijk Overmare. Later is Dirck bouwman op de Vrouwe Ven ten noorden van 't Cloosterland en vallend onder Warmond. Hij woont daar op boerderij Pennings aan het Vennemeer. Dit pand koopt hij vóór 1534. Hij pacht 32 morgen land, verdeeld in twee partijen (weren) van de Abdij van Rijnsburg. Op de ene weer staat z'n boerderij; de andere weer wordt gebruikt door ene Cornelis Jansz. Voor de 32 morgen land betaalt zoon Claes Dircksz aan pacht in 1534 47 pond, in 1539 51 pond, in 1545 64 pond en in 1550 69 pond. Kennelijk wordt het land door hem gebruikt. Dat is goed mogelijk want vader Dirck Vranken is in de periode 1510-1550 kastelein van Huys Dever te Lisse en pacht daar 33 morgen en 85 roeden land van leenheer Nicolaes van Mathenesse. In 1550 is zoon Huych eigenaar van de boerderij, mogelijk door erfenis c.q boedelscheiding wegens de dood van zijn vader. Hij pacht dan 34 morgen land.
Leenman van Dever (vermeld op 1456-05-05, 1470-04-10 en 1471-02-06). Hij woonde op de Vrancken Hofstede in Lisse. In 1472 verhuist Vranck Matheusz mogelijk naar Warmond op de Vrouwe Ven (Alkemade). Cranenburgh Alkemade. In Alkemade wonen door de eeuwen heen aardig wat Cranenburghs. In de 15e eeuw komen de eersten zich hier vestigen. Het zijn Dirck Vranken Cranenburgh en zijn potentiële broer Thijs Vranken Cranenburgh. Dirck wordt bouwman in de Vrouwe Ven en Thijs barbier in Oude Wetering. Het is echter goed mogelijk dat hun vader Vranck Mathijsz Cranenburgh* (1430*-1490*) zich al eerder vestigt in Alkemade. Vranck is geboren in Lisse en is daar enige jaren leenman van Huys Dever. Hij wordt als zodanig vermeld van 1456 tot 1471. Zoon Dirck is geboren in 1470* en zoon Thijs in 1485*, zodathet goed mogelijk is dat vader Vranck in 1471 met vrouw en kinderen verhuist naar Alkemade.
Cranenburgh, Van Cranenburgh, Van Cranenburch, Kranenburg. De variant Van Craneneburch is opmerkelijk, omdat het in feite de oudste vorm is, die oorsrponkelijk is te vinden bij de Cranenburgs die wonen op kasteel Cranenburg te Bleiwsijk. In Alkemade vinden we deze variant o.a. bij Mees Claas van Cranenburch en diens broer Zacharias Claesz Cranenburgh (alias van Cranenburch).
tr.
met
Trijntje Dircksdr van Castricum, geb. circa 1490, ovl. in 1576, tr. met
Uit dit huwelijk 8 zonen:
Claes Dirck Vranken
in
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Claes Dirck Vranken, geb. circa 1506, ovl. tussen 1576 en 1580.
Claes Dirck Vranken.
bouwman, woont Vrouwenven bij Alkemade, pachter van de abdij van Rijnsburg met 32 morgen land.
- Vader:
Dirck Vranken Cranenburgh (Dirck Vranck, Dirck Vrankenz, Vranck Matheusz van Cranenburch), zn. van Vranck Matheusz Cranenburgh, geb. in 1470, Kerkmeester in 1515 en kastelein van het huis Dever van 1510 tot na 1550, woonde Pennings te Vennemeer, woonde Cranenburgh te Alkemade, woonde Cranenburgh te Lisse, woonde Huys Dever te Lisse, Cranenburg & Mathenesse, Zijplant, ovl. in 1520, tr. met
tr.
met
Maritgen Jacobsdr, geb. circa 1512, ovl. na jun 1576, tr. met
Huych Dircks Cranenburgh
in
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Huych Dircks Cranenburgh, geb. te Warmond circa 1505, ovl. te Warmond circa 1575.
- Vader:
Dirck Vranken Cranenburgh (Dirck Vranck, Dirck Vrankenz, Vranck Matheusz van Cranenburch), zn. van Vranck Matheusz Cranenburgh, geb. in 1470, Kerkmeester in 1515 en kastelein van het huis Dever van 1510 tot na 1550, woonde Pennings te Vennemeer, woonde Cranenburgh te Alkemade, woonde Cranenburgh te Lisse, woonde Huys Dever te Lisse, Cranenburg & Mathenesse, Zijplant, ovl. in 1520, tr. met
Leendert Dirck Vranckenz Cranenburgh
in
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Leendert Dirck Vranckenz Cranenburgh.
- Vader:
Dirck Vranken Cranenburgh (Dirck Vranck, Dirck Vrankenz, Vranck Matheusz van Cranenburch), zn. van Vranck Matheusz Cranenburgh, geb. in 1470, Kerkmeester in 1515 en kastelein van het huis Dever van 1510 tot na 1550, woonde Pennings te Vennemeer, woonde Cranenburgh te Alkemade, woonde Cranenburgh te Lisse, woonde Huys Dever te Lisse, Cranenburg & Mathenesse, Zijplant, ovl. in 1520, tr. met
Mathijs Dircksz Cranenburgh
in
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Mathijs Dircksz Cranenburgh.
- Vader:
Dirck Vranken Cranenburgh (Dirck Vranck, Dirck Vrankenz, Vranck Matheusz van Cranenburch), zn. van Vranck Matheusz Cranenburgh, geb. in 1470, Kerkmeester in 1515 en kastelein van het huis Dever van 1510 tot na 1550, woonde Pennings te Vennemeer, woonde Cranenburgh te Alkemade, woonde Cranenburgh te Lisse, woonde Huys Dever te Lisse, Cranenburg & Mathenesse, Zijplant, ovl. in 1520, tr. met
Cornelis Dircksz Vranken
in
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Kwartierstaat van Lourens de Groot
Cornelis Dircksz Vranken.
- Vader:
Dirck Vranken Cranenburgh (Dirck Vranck, Dirck Vrankenz, Vranck Matheusz van Cranenburch), zn. van Vranck Matheusz Cranenburgh, geb. in 1470, Kerkmeester in 1515 en kastelein van het huis Dever van 1510 tot na 1550, woonde Pennings te Vennemeer, woonde Cranenburgh te Alkemade, woonde Cranenburgh te Lisse, woonde Huys Dever te Lisse, Cranenburg & Mathenesse, Zijplant, ovl. in 1520, tr. met