Cees Hagenbeek
Aechte Dirck Claeszoonsdr Ruijschen
Aechte Dirck Claeszoonsdr Ruijschen1, geb. circa 1358.

tr. (1) Kethel in 1373
met

Dirck Hendricks van der Woert, zn. van Hendrik III (Hendrick Hendricksz) van der Woert en Beatrijs Jansdr van Groenevelt, geb. Kethel in 1355, ovl. tussen 1397 en 1400.

Dirck Hendricks van der Woert.
grondbezitter te Maasland en Abtswoude, wonende in Woud-Harnasch 1369.
Dirck wordt in 1341 door zijn vader als leenopvolger in Sarijnenhove aangewezen. Hij heeft dit leen later zeer waarschijnlijk aan zijn achterneef Allaert Heinenz. overgedragen, wiens nakomelingen we hier vinden. Dirck wordt tot 1397 als belender bij de Ver Goytgenhoeve, niet ver van Sarijnenhove, vermeld. Hij erft van zijn vader een leen van twee morgen aan de Westgaag, dat hij in 1390 overdraagt aan Vranck Vranckenz. Een en ander zal samenhangen met het feit dat Dirck naar Woud-Harnasch vertrok, waar we hem in 1369 vinden.62 Mogelijk groeide hij daar op bij zijn oudere halfbroer.
Bertelmees (zie inleiding). Land van Dirck in Popswoude wordt in 1401 door zijn erfgenamen verkocht aan de abt van Egmond.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
IJsbrant*1375 Kethel †1462  87

tr. (2)
met

Hughe Jacobs Stapelsz1.

Hughe Jacobs Stapelsz.
12 sept. 1401, Hughe Jacob Stapelssoen, Aecht Dirc Claesz.dr, Pieter Dircsz, Willem Dircsz, Isebrant Dircsz. en Dirc Enghel, alsmede Pouwels Jansz, Hughe Jacob Stapelsz. en Willem IJsebrantsz. als voogden van Bertolmees Dircsz. en Claes Willem Dircsz, verkopen 3½ morgen land met huis, berg en geboomte in Popswoude aan de abt van Egmond (Abdij van Egmond 555).


Bronnen:

1.Website: http://www.Jacobs-Schumacher.Eu/ (W 055), Van den Burch

Hughe Jacobs Stapelsz
Hughe Jacobs Stapelsz1.

Hughe Jacobs Stapelsz.
12 sept. 1401, Hughe Jacob Stapelssoen, Aecht Dirc Claesz.dr, Pieter Dircsz, Willem Dircsz, Isebrant Dircsz. en Dirc Enghel, alsmede Pouwels Jansz, Hughe Jacob Stapelsz. en Willem IJsebrantsz. als voogden van Bertolmees Dircsz. en Claes Willem Dircsz, verkopen 3½ morgen land met huis, berg en geboomte in Popswoude aan de abt van Egmond (Abdij van Egmond 555).

tr.
met

Aechte Dirck Claeszoonsdr Ruijschen1, dr. van Dirck Claes Ruyschensz (schepen van Delft 1383, 1384, 1403, 1404) en Hadewij Simon Pieterszoonsdr, geb. circa 1358.


Bronnen:

1.Website: http://www.Jacobs-Schumacher.Eu/ (W 055), Van den Burch

Dirck Claes Ruyschensz
Dirck Claes Ruyschensz1, schepen van Delft 1383, 1384, 1403, 1404.

Dirck Claes Ruyschensz.
is een kleinzoon van Willem van Oegstgeest.
15 sept. 1401, Dirc Claes Ruuschenz. zegelt met een schuinbalk met een barensteel (Abdij van Egmond 556).
12 aug. 1404, Dirc Claes Ruuschenz, schepen van Delft, zegelt met een schuinbalk met een barensteel (Delftse Statenkloosters, St. Hieronymusdal 35).
24 nov. 1413, Dirc Claes Ruyskenz. zegelt met een schuinbalk met een barensteel (Kloosters Delfland, St. Maria Magdalena in Bethanië te 's-Gravenzande 80).
31 mei 1415, Dirc Clays Ruyschenz. zegelt met een schuinbalk met een barensteel (Delftse Statenkloosters, St. Agatha 64).

tr.
met

Hadewij Simon Pieterszoonsdr1.

Hadewij Simon Pieterszoonsdr.
1434, schenking aan de Oude Kerk te Delft van 1 gouden Beierse gulden, gelegateerd door Hadewij Dirc Clays Ruuysschen weduwe, (GA Delft, Parochiekerken 1348-1572, 31 p 23).

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aechte*1358     
Machtelt     



Bronnen:
1.Website: http://www.Jacobs-Schumacher.Eu/ (W 055), Van den Burch

Hadewij Simon Pieterszoonsdr
Hadewij Simon Pieterszoonsdr1.

Hadewij Simon Pieterszoonsdr.
1434, schenking aan de Oude Kerk te Delft van 1 gouden Beierse gulden, gelegateerd door Hadewij Dirc Clays Ruuysschen weduwe, (GA Delft, Parochiekerken 1348-1572, 31 p 23).

tr.
met

Dirck Claes Ruyschensz1, zn. van Claes Ruyssche Willemszone van Oestgeest (schout van Rijswijk 1356) en Alijt Jan Buggendr, schepen van Delft 1383, 1384, 1403, 1404.

Dirck Claes Ruyschensz.
is een kleinzoon van Willem van Oegstgeest.
15 sept. 1401, Dirc Claes Ruuschenz. zegelt met een schuinbalk met een barensteel (Abdij van Egmond 556).
12 aug. 1404, Dirc Claes Ruuschenz, schepen van Delft, zegelt met een schuinbalk met een barensteel (Delftse Statenkloosters, St. Hieronymusdal 35).
24 nov. 1413, Dirc Claes Ruyskenz. zegelt met een schuinbalk met een barensteel (Kloosters Delfland, St. Maria Magdalena in Bethanië te 's-Gravenzande 80).
31 mei 1415, Dirc Clays Ruyschenz. zegelt met een schuinbalk met een barensteel (Delftse Statenkloosters, St. Agatha 64).

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aechte*1358     
Machtelt     



Bronnen:
1.Website: http://www.Jacobs-Schumacher.Eu/ (W 055), Van den Burch

Claes Ruyssche Willemszone van Oestgeest
Claes Ruyssche Willemszone van Oestgeest1, geb. circa 1280, schout van Rijswijk 1356, ovl. circa 1356.

Claes Ruyssche Willemszone van Oestgeest.
9 maart 1356, Clays Ruusche schout van Rijswijk oorkondt en.
zegelt met een schuinbalk, mogelijk met een barensteel.
(Delftse Statenkloosters, Koningsveld 65).

tr.
met

Alijt Jan Buggendr1, dr. van Jan Jansz Bogghe, geb. circa 1280.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dirck     
Willem     



Bronnen:
1.Website: http://www.Jacobs-Schumacher.Eu/ (W 055), Van den Burch
2.Het Leidse geslacht van Oestgeest (B 037), Arnold Zuiderent, Nederlandse Leeuw 2022, 2022 (blz. 20)

Alijt Jan Buggendr
Alijt Jan Buggendr1, geb. circa 1280.

tr.
met

Claes Ruyssche Willemszone van Oestgeest1, zn. van Willem van Oegstgeest van Ammers, geb. circa 1280, schout van Rijswijk 1356, ovl. circa 1356.

Claes Ruyssche Willemszone van Oestgeest.
9 maart 1356, Clays Ruusche schout van Rijswijk oorkondt en.
zegelt met een schuinbalk, mogelijk met een barensteel.
(Delftse Statenkloosters, Koningsveld 65).

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dirck     
Willem     



Bronnen:
1.Website: http://www.Jacobs-Schumacher.Eu/ (W 055), Van den Burch

Machtelt Meesen
Machtelt Meesen.

tr.
met

Jan Coppaert Kerstantsz Jansz1, zn. van Jan Kerstansz en Katrijn Jacobsdr, geb. vermoedelijk Naaldwijk op 24 mrt 1425, ovl. tussen 1483 en 1485.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob*1445  †1482 Naaldwijk 36



Bronnen:
1.Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 256)

Jan Jansz Bogghe
Jan Jansz Bogghe1.

Jan Jansz Bogghe.
12 maart 1342, Jan Bogghe [Jansz.] ontvangt van Teylingen te leen 3 morgen land op Ockenberghe [Rijswijk], bij kinderloos overlijden over te gaan op [zijn zuster] Alijd Clais Ruusschen wijf of haar kinderen (NA, Huis Duivenvoorde 474).
29 nov. 1353, Johan Bugge ontvangt van Mathenesse te leen 9.
morgen land in de vrijban van Popswoude, bij kinderloos overlijden te komen aan Claes Ruychen mannelijke kinderen bij Alijt Jan Buggen zuster (RA Utrecht, Verz. Buchel Booth.
1 f 31).


Hij krijgt een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Alijt*1280     



Bronnen:
1.Website: http://www.Jacobs-Schumacher.Eu/ (W 055), Van den Burch

Machtelt Ruyschensz
Machtelt Ruyschensz.

Machtelt Ruyschensz.
16 april 1429, Machtelt dochter van Dirck Claes Ruysschenz wordt beleend met de 11 morgen land in Rijswijkerbroek; op 26 maart 1452 heeft Jan Jacobsz. hulde en eed voor haar gedaan (Nassause Domeinraad 7318 fol. 353v, 354).



Bronnen:

1.Website: http://www.Jacobs-Schumacher.Eu/ (W 055), Van den Burch

Dirck IJsbrantsz van der Woert
Diderik (Dirck IJsbrantsz) van der Woert, geb. circa 1400, Heilige Geestmeester van 's Gravenhage, ovl. in 1448.

Diderik (Dirck IJsbrantsz) van der Woert.
5 juli 1467, Dirck IJsbrantsz. verkoopt aan zijn neef Aem Heynricxz. 10 h land in Kethel, gemeen met de H. Geest van Schiedam en met Gerijt Claesz, geërfd van zijn vader IJsbrant Dircxz. (GA Schiedam, Hervormd Weeshuis 9).


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sijbrand*1428  †1517  89



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 93)
2.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 290)
3.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 450)

Ghysekin van Ammers van der Burch
 
Ghysekin van Ammers van der Burch3,1,2 (van der Burch van Ammers), geb. de Lier circa 1231, baljuw van Schieland, ovl. de Lier op 4 mei 1309.


Ghysekin van Ammers van der Burch.
het is niet bekend dat het hier om Christina gaat vooralsnog moet daar een NN ingevuld worden. Zijn woning grensde aan het grafelijk tiendblok in Maasland.

Broers/zusters: Maria Van Der Lee, Johanna Van Der Lee, Johannes Van Der Lee, Adriannes Van Der Lee, Adrianus Van Der Lee,Wilhelmus Van Der Lee, Johanna Huiberdina Van Der Lee, Bertha Van Der Lee, Bertha Van Der Lee, Cornelis Van Der Lee, Johanna Van Der Lee.

Simon (of Dirk) van der Burch, Kerstina Ghisekijndochter van der Burch - van Duivenvoorde (van Polanen) (geboren Uter Lyere / Liere) Johan van Duivenvoorde Echtgenote: Kerstina (Christina) van Oegstgeest, Burggravin van Leyden van Ammers - van Oegstgeest (Leyden) Kinderen: Willem van Oegstgeest (van Ammers), ; Jan van Ammers van den Zile / Zijl, Clara Ghisekynsdr van Zwieten (geboren van Ammers (van Zijl / v.d. Zile)) Broers/zusters: Philips III van Wassenaar van Duivenvoorde HEER van Duivenvoord en Polanen, Ghisekijn van Ammers, Elisabeth "van Wassenaar" van Wassenaer / Elisabeth Van Der Dussen - Van Polanen, Dirk Van Duivenvoorde, Agnes Van Duyvenvoorde.

  • Vader:
    Simon van der Burch3, geb. Wassenaar in 1195, schildknaap, ridder, ovl. in 1232, tr. de Lier in 1218 met

tr. (1) circa 1255
met

Aleid van Oestgeest2, geb. circa 1230.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem*1264 de Lier †1320 de Lier 56


Hij krijgt 2 kinderen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1260  †1309  49
Clara*1263 de Lier †1309 Leiderdorp 46

tr. (3) in 1256
met

Christina Jacobsdr van Oestgeest burggravin van Leiden5,7,6,8,10,9 (Kerstine van Oegstgeest) (Oegstgeest, van), dr. van Jacob van Raephorst van burggraaf Leiden (burggraaf van Leiden (1201-1241)), geb. Leiden circa 1220, vrouwe van Leiderdorp en Oegstgeest, ovl. Leiden in 1271.

Christina Jacobsdr van Oestgeest burggravin van Leiden.
Vermeld 1251-1253, erfdochter van het Leids burggraafschap en het ambacht Leiderdorp en Oegstgeest. Leiden, Christina van (gest. vóór 15-5-1276), burggravin. Dochter van Jacob burggraaf van Leiden (actief 1201-1241). Christina van Leiden trouwde (1) [onzeker] met Dirk van Oegstgeest (actief 1221-1242), ridder; (2) [zeker] vóór 30-5-1253 met Dirk van Cuijk (actief 1242-1253), ridder. Uit huwelijk (1) werd wellicht 1 zoon, uit (2) werden 1 of 2 zoons geboren.
30 mei 1253 bepaalt zij dat het leen dat Willem van de Poel, burgen Haarlem, van haar houdt, onversterfelijk zal zijn.
Volgens een aantekening in een leenregister uit 1420 werd de erfdochter van de Leidse burggraaf Jacob bij diens overlijden door de grafelijkheid van Holland ‘in voogdij’ genomen. Dit betekende dat de grafelijkheid het bewind over haar erfenis voerde en mogelijk ook dat zij aan het hof van de graaf werd opgevoed. Vaststaat dat zij naderhand werd uitgehuwelijkt aan ‘een jongere broer’ uit de Utrechtse stadsgravenfamilie Van Cuijk. Als eigen inkomen kreeg zij de zogeheten ‘lage rechtspraak’ in Leiden en omstreken mee (Hoek, 54-55). Zij mocht dus een schout benoemen en had recht op een deel van de door deze geheven boetes. Door de familie van haar man werd zij beleend met land en tienden bij Sliedrecht. In een leenbrief uit 1251 noemt haar zwager Hendrik (III) van Cuijk haar ‘mijn lieve Christina, burggravin van Leiden’. Er was toen vermoedelijk nog geen stamhouder, want de leenbrief hield uitdrukkelijk de mogelijkheid open dat het leen op een dochter kon vererven. In 1253 trad Christina, ‘nederige burggravin (castellana) van Leiden’ en ‘gemalin van [Dirk], burggraaf aldaar, ridder’ zelf als leenvrouwe op. Haar man zegelde voor haar ‘omdat wij zelf geen zegel gebruiken’ (Kruisheer, 568, 655). Haar zoon Hendrik staat voor het eerst te boek in 1276. Hij was toen burggraaf van Leiden en leenvolger van zijn kort tevoren overleden moeder. In 1284 oorkondde hij dat burggraaf Jacob van Leiden zijn grootvader was geweest (Beelaerts, 220).
In een verklaring uit 1364 is sprake van een andere zoon van Christina van Leiden. Hij heette heer Willem van Oegstgeest, was ridder, had een dochter Christina, zegelde in 1285 en testeerde in 1312 (Janse, 16-17). Deze Willem zou vernoemd zijn naar een grootvader die in 1201 leefde (Monna, 68-69). Christina van Leiden moet dan eerder getrouwd zijn geweest met een zoon van Willem (I) van Oegstgeest – mogelijk Dirk van Oegstgeest, actief 1221-1242. Een aanwijzing daarvoor zou kunnen zijn dat de wapenzegels van Willem (II) van Oegstgeest uit 1285 en die van burggraaf Dirk van Leiden (zegelt vanaf 1310, zoon en opvolger van burggraaf Hendrik) aanzienlijk verschillen (Beelaerts, 291).
Belangrijker dan deze genealogische puzzels is de vraag hoe Christina’s titel ‘burggravin van Leiden’ in 1251 en 1253 moet worden begrepen. Het burggraafschap was bij de dood van haar vader teruggevallen aan de grafelijkheid. De historicus A. Kluit stelde in 1805 dat dit ‘kasteleinschap’ tot 1276 een mannelijk leen was en dat Christina ‘burggravin van Leiden’ werd genoemd vanwege haar huwelijk met heer Dirk van Cuijk, ‘burggraaf van Leiden’ (Kluit, 261). De genealoog W.A. Beelaerts van Blokland meende echter dat Dirk als burggraaf louter uit naam van zijn gemalin optrad. Vermoedelijk had Kluit gelijk. Ook in dertiende-eeuwse oorkonden van het Hollandse gravenhuis betekende de titel ‘gravin’ namelijk in eerste aanleg ‘gemalin van de graaf’ (Broer, 159-165). Hiermee werd zonder twijfel tevens de toon gezet voor de lagere adel. Dat Christina van Leiden in 1253 als ‘burggravin’ oorkondde, was dus waarschijnlijk alleen omdat haar man burggraaf was. Hun zoon Hendrik heeft dit ambt kennelijk van zijn vader en niet van zijn moeder geërfd.

Hendrik heer van Cuijk staat op 20 juli 1251 aan Christina burggravin van Leiden toe dat de goederen die zij van hem in Leenhouts, bij ontstentenis van een zoon op haar dochter vererven.

Naslagwerken.
NNBW.
Archieven.
Nationaal Archief, Den Haag: toegangen 3.01.01 (Graven van Holland), 3.19.81 (Kopieën Leenregister Huis Wassenaar (Twickel)) en 3.20.87 (Van Wassenaer van Duvenvoorde).
Literatuur.
A. Kluit, Historie der Hollandsche staatsregering tot aan het jaar 1795. Vijfde deel (Amsterdam 1805).
W.A. Beelaerts van Blokland, ‘De burggraven van Leiden vóór 1339’, De Nederlandsche Leeuw 39 (1921) 215-222.
C. Hoek, ‘De heren van Matenesse’, De Nederlandsche Leeuw 82 (1965) 32-58.
A.D.A. Monna, ‘De bezittingen van het Leidse burggraafschap’, in: Idem en W.H. Lenselink, Studies over het Zeeuwse en het Leidse burggraafschap (Groningen 1976) 63-106.
J.A. Coldewey, De Heren van Kuyc 1096-1400 (Tilburg 1981).
Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, J.G. Kruisheer ed, 2 (Assen 1986).
J.C. Kort, ‘Repertorium op de grafelijke lenen in Rijnland’, Ons Voorgeslacht 42 (1987) 690-721.
C.J.C. Broer, ‘Echtgenote, deelgenote, lotgenote. Over oorkonden als bron voor vrouwengeschiedenis’, in: M. Mostert e.a. red, Vrouw, familie en macht. Bronnen over vrouwen in de Middeleeuwen (Hilversum 1990) 147-166.
A. Janse, Wie was Willem van Oegstgeest (1201)? (Oegstgeest 2001).
Ghysekin van Ammers van der Burch en Christina Jacobsdr van Oestgeest burggravin van Leiden
voor dit huwelijk is geen spoor van bewijs gevonden.

Uit dit huwelijk een dochter:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Clare*1262 de Lier †1309 Leiderdorp 46



Bronnen:
1.Website: http://www.Jacobs-Schumacher.Eu/ (W 055), Van den Burch
2.Het Leidse geslacht van Oestgeest (B 037), Arnold Zuiderent, Nederlandse Leeuw 2022, 2022 (blz. 20)
3.Afgeschermd, Deel XIV (blz. 317)
4.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVII), Delft, 2001 (blz. 241)
5.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883
6.Het ontstaan van Leiden. (B 021), Freek Lugt, Primavera Pers, 978-90-5997-126-4, Leiden, 2012 (blz. 80)
7.Het ontstaan van Leiden. (B 021), Freek Lugt, Primavera Pers, 978-90-5997-126-4, Leiden, 2012 (blz. 82)
8.Het goed van Oegstgeest (B 151), F.H. Lugt, Uitgeverij Ginkgo, 978-90-71256-09-7, Leiden, 2009 (blz. 189)
9.Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 568)
10.Oorkondenboek van Holland en Zeeland van 1222 tot 1256, deel 2 (B 045), Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, Dr. J.G. Kruisheer, van Gorcum, Assen, 1986 (blz. 655)

Willem Claes Ruyssche Willemszone van Oegstgeest
Willem Claes Ruyssche Willemszone van Oegstgeest1.

Willem Claes Ruyssche Willemszone van Oegstgeest.
30 april 1375, Willem van Oestgeest Claes Ruysschenz..
ontvangt 11 mergen land in Rijswijkerbroek; tevoren hield Claes Ruyssche Willemszone van Oestgeest deze 11 mergen die zijns vaders waren. Deze voorz. 11 mergen heeft Dirck Claes Ruysschenz. na dode van zijn voorz. broer Willem ontvangen;.



Bronnen:

1.Website: http://www.Jacobs-Schumacher.Eu/ (W 055), Van den Burch

Jan van Ammers en van Zijll
 
Jan van Ammers en van Zijll1, geb. circa 1260, ovl. na 1309.


Jan van Ammers en van Zijll.
Als de veronderstelling juist is dat het huis ten Zijl door het huwelijk van Jan van Ammers met de erfdochter van Jonas van de Zijl aan het geslacht Van Ammers komt, is het logisch dat Jan van Ammers de oudste, zich Van Ammers blijft noemen en Jan van Ammers de jongste zich Van de Zijl gaat noemen. Het ligt dus voor de hand in Jan van Ammers de oudste en Jan van de Zijl vader en zoon te zien. Dit wordt nog gesteund door de observatie dat in een oorkonde van 4 nov. 1332  sprake is van ver Agnes van Ammers de echtgenote (lees weduwe) van Jan van de Zijl. Een aanvullende tekst van veel latere datum, waaruit ook blijkt dat Agnes van Oudshoorn met Jan van de Zijl gehuwd is geweest, bevindt zich in het archief van de abdij Leeuwenhorst. Het is een oorkonde van 21 sept. 1353, waarin Jan Persijn, heer van Waterland, enige goederen aan zijn dochter Heilwig, abdis van Leeuwenhorst, schenkt. Het betreft goederen die Jan Persijn van Jan van de Zijl, ridder, zijn aangekomen en waarvan de vrouwe van Heulestein het andere gedeelte, zolang zij leeft, in lijftocht heeft. Jan van de Zijl komt voor het eerst voor op 19 dec. 1310. Hij is dan baljuw van Zuid-Holland.

Gedurende zijn leven verkeert hij vaker in soortgelijke posities: zo is hij in 1316 baljuw van Rijnland, van 1327 tot 1329 opnieuw baljuw van Zuid-Holland en in 1326 en 1329 raad van de graaf van Holland.

Hij woonde voor 31 mei 1292 in een omgracht huis in Leiderdorp.
Johannes / Jan (geb. van Ammers) maakt zijn (woontoren) omgracht Huys ter Zijl met 50 morgen land, 'legghende tot het oud kerkhof', Leenroerig aan de burggraaf van Leiden: Hendrik van Cuijck. Werd ook Zijlhof genoemd. De rivier Oude Rijn vertakt zich bij Leiderdorp, waarbij het riviertje de Zijl noordwaarts stroomt, naar de Kagerplassen. Een klein stukje noordelijk van die splitsing werd -aan de oostzijde- tegen het einde van de dertiende eeuw een versterkt huis gebouwd, dat waarschijnlijk geheel omgeven was door een gracht. De eerste bewoner, Heer Jan van Ammers, ging zich naar dit Huis noemen: Van Zijl. Overigens bezat hij vier morgen land bij de Nieuwe Haven in Vlaardingen. Vast staat dat hij op 14 juni 1292 (de zaterdag na Pinksteren) door Heynric, burggraaf van Leiden werd beleend met 'alle huysen ten Zijle die Jonaes waren (=zijn vader: Jonas van den Zile, die eveneens land te Vlaardingen bezat). Huys ter Zijl was oorspronkelijk een woontoren. Deze torens hadden geen ringmuur, maar waren omgeven door een dichte haag van struiken. Er lag wel een slotgracht omheen, zodat het kasteel op een eilandje lag. Daardoor was het een 'verdedigbaar huis'.Een woontoren kende slechts één vertrek per verdieping. In de kelder, onder het maaiveld, waren de keuken en de voorraadkamers gesitueerd. Bij opgravingen in 200 zijn muurresten opgegraven, die wijzen op een constructie van 1m20 dikke muren. In de tweede helft van de 14e eeuw zijn er uitbreidingen aangebracht. Het landgoed besloeg 50 morgen, een oppervlakte vergelijkbaar met 60 voetbalvelden, wat uitzonderlijk groot was voor die tijd. In 1420 is het huis verwoest door de kabeljauw Jan van Beieren, omdat de familie Van Zijl de zijde van de Hoeken had gekozen (van Jacoba van Beieren). Over een periode van ruim 200 jaar bleef het kasteel en de omliggende landerijen in het bezit van de familie. Deze gebruikte de vruchtbare grond deels als warmoestuin (groenteteelt), maar ook werd het recht op visserij in de Zijl verkregen. Uit die eerste periode zijn niet veel documenten bewaard gebleven; pas op 11 januari 1618 tekent landmeter Jan Pietersz Dou de ligging van huis en landerijen. Zoals zovele versterkte kastelen en huizen in het Rijnland, ontkomt ook de Zijlhof niet aan de strijd die geregeld de kop op stak en -delen van- de huizen verwoestte. Ten tijde van de Hoekse en Kabeljauwse twisten bijvoorbeeld zijn de bewoners van Zijlhof gevlucht naar het oosten, maar later werd in ieder geval één van hen weer in het stadsbestuur van Leiden opgenomen. Van het huis zelf is een tekening van voor- en achteraanzicht bekend. Aan de vooravond van het beleg van Leiden (1573) op bevel van het Leidse stadsbestuur afgebroken. Toch werd het huis in 1598 voor de derde maal opgebouwd. De naam veranderde op dat moment in Zijlhof. Huis ter Zijl was nog een verdedigbaar huis, het Zijlhof daarentegen was meer een luxueus buitenhof at niet weerbaar meer was.
Het Zijlhof werd in 1806 afgebroken. Later is er bebouwing op dezelfde grond neergezet. Op tegenwoordige kaarten is Zijlhof te traceren op de hoek van de Zijlbaan en de Vlasbaan.

 

tr. Leiderdorp circa 1280
met

Jutte Jonasdochter Outshoorn, geb. Leiderdorp circa 1255, ovl. aldaar tussen 1300 en 1302.

Uit dit huwelijk 4 kinderen.


Bronnen:

1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883
2.Website: http://www.Jacobs-Schumacher.Eu/ (W 055), Van den Burch
3.Het Leidse geslacht van Oestgeest (B 037), Arnold Zuiderent, Nederlandse Leeuw 2022, 2022 (blz. 20)
4.Afgeschermd, Deel XIV (blz. 317)

Ghisekijn van Ammers
 
Gijsbrecht (Ghisekijn) van Ammers, geb. circa 1258, baljuw, ridder, ovl. voor 1309.


Gijsbrecht (Ghisekijn) van Ammers.
IV.1 Ghisekijn van AMMERS (Gijsbrecht), baljuw; ridder, geboren ± 1258 te De Lier? Overleden <04-05-1309 te De Lier? Ghisekijn jr. houdt omstreeks 1282 een korentiende te Poeldijk, een halve hoeve te Ammers en een deel van de smaltiende te Naaldwijk in leen van de graaf (Bron: leenkamer van Holland, inv. nr. 5, f 49).
Omstreeks 1295 is hij baljuw van Delfland en Schieland en kort hierna ridder. Op 4 mei 1309 blijkt hij niet meer in leven te zijn. Zoon van Ghisekijn van AMMERS (Gijsbrecht) (zie III.1) en N.N. van OEGSTGEEST?.
Gehuwd ± 1288 met N.N. Geboren ± 1260.
Uit dit huwelijk: 1. Aleyt, geboren ± 1289 te De Lier? Overleden 1343. Zij legateert aan de kerk van De Lier ½ morgen land in de Hoeve voor haar memorie (Van Dijk 1979, blz. 346).
2. Ghisekijn (zie V.2).


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ghisekijn*1290 de Lier †1373  83


Simon van der Burch
Simon van der Burch1, geb. Wassenaar in 1195, schildknaap, ridder, ovl. in 1232.

tr. de Lier in 1218
met

Kerstine Ghisekijnsdr uter Liere1,2 (Lijere, uter) (uten Lyere), dr. van Ghisekijn Uterlyere (leenman van Wassenaer), geb. de Lier circa 1212 (circa 1195), ovl. in 1280 (circa 1270).

Kerstine Ghisekijnsdr uter Liere.
Leenman van Wassenaar 1226, 1233. Hij is 1226 getuige voor Philips van Duivenvoorde. Ghisekin uter Lyre heeft 1 Maart 1223 met toestemming van de graaf zijn land in de Lyre met gerecht en tienden verkocht aan de abt van St. Mariënweerd dit is een vermoedelijke koppeling.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ghysekin*1231 de Lier †1309 de Lier 77



Bronnen:
1.Afgeschermd, Deel XIV (blz. 317)
2.Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVII), Delft, 2001 (blz. 241)

Gerrit van Zanen
Gerrit van Zanen, geb. Den Haag op 13 feb 1821, ovl. aldaar op 22 okt 1889.

tr. Den Haag op 5 jun 1844
met

Jannetje Taal, dr. van Job Pieterse Taal en Jannetje Jasperse Taal, geb. Scheveningen op 6 dec 1822, ovl. op 19 dec 1900.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Job*1851 Den Haag †1931 Den Haag 79


Ghisekijn van Ammers van Oegstgeest
Ghisekijn van Ammers van Oegstgeest, geb. waarschijnlijk de Lier circa 1290, ovl. op 19 okt 1373.

Ghisekijn van Ammers van Oegstgeest.
hij blijkt in 1334 een rente van 6 pond uit de lentebede van Monster van de graaf te houden, die sedert 1328 over de lenen van Teylingen neschikt. Mogelijk heeft hij de oudere rente die  niet meer voorkomt, geruild..
Op 8 maart 1339 tocht hij zijn vrouw aan 7½ morgen land ten oosten van de kerk in De Lier, dat hij nog in 1344 van de graaf in leen houdt (Hoek 1973, leen nr. 33),.
kreeg op 15 september 1337 de hofstede Diepenburch met 26 morgen land in leen van de graaf van Holland. Deze Ghisekijn (Gijsbrecht), was de zoon van een andere Ghisekijn van Ammers die geboren was omstreeks 1258 en overleed op 4 mei 1309 en die in 1295 baljuw werd van Delfland en Schieland en kort erna ridder.

 


Gijsbert uten Goye
Gijsbert uten Goye.

tr.
met

NN van Wittenhorst.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ghisekijn*1175 de Lier †1233  58


NN van Wittenhorst
NN van Wittenhorst.

tr.
met

Gijsbert uten Goye.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ghisekijn*1175 de Lier †1233  58


Berthold III von Sulmetingen
Berthold III Graf von Sulmetingen, geb. Laupheim [Duitsland] Biberach, Oberschwaben, Donau-Iller circa 890.

tr.
met

Liutgard von Dillingen, dr. van Poppos von Dillingen ? (Vogt von Freising), geb. circa 895, ovl. circa 29 okt 960.