Zoon II van Oegstgeest
Zoon II van Oegstgeest.
Bronnen:
Allaert I Dircksz Allaertsz
Allaert I Dircksz Allaertsz1, geb. tussen 1220 en 1230.
Allaert I Dircksz Allaertsz.
17-12-1468 Welgeborene-proces voor het Hof van Holland.
In het proces verdedigen leden van de familie van Allaert hun welgeborenschap tegenover hun buren. Zij blijken volgens rechterlijke uitspraak van edele afkomst te zijn en wel als nakomelingen van het geslacht Van Oegstgeest, wat ook blijkt uit het ankerkruis dat zij als wapen voeren.
Zij hebben vrijstelling van het betalen van schot (landbelasting) en dat was een doorn in het oog van hun buren. Daartegenover stond dat ze desgevraagd verplicht (en onbeloond) zitting moesten nemen als rechters de Hoge Vierschaar. Tevens waren ze persoonlijk dienstplichtig en moesten in geval van oorlog in ridderlijke krijgsuitrusting aantreden.
De volgende personen - allen afstammelingen van Allaert Heinenz) waren aanwezig bij het proces: Potter Wille Jacobsz en Willem Jacopsz, Willem Allertsz, Jan Allertsz, Dirck Allertsz, Claes Allertsz, Jacob Allertsz en Claes Jacobsz.
Slechts bekend door het patroniem van zijn zoon Allaert Allaertsz; woonde vermoedelijk te Maasland. Vanaf de veertiende eeuwe zijn in de Zuidbuurt van Maasland vermeldingen te vinden van een geslacht waarin telkens de voornaam Allaert of Allert voorkomt. De leden van dit geslacht bewonen hofsteden als Sarijnenhove, Jan Scherenwerf, Schinkelshoek en Ver Goytgenhoeve. Deze boerderijen liggen grotendeels op een verhoogde kreekrug in de Aalkeet-Binnenpolder. Een aantal van de boerderijen zijn voor het eerst in steen gebouwd en behoren nu tot de oudste boerderijen van Nederland.
Afstammeling in het edel geslacht Van Oegstgeest - waarschijnlijk zoon van Dirck van Oestgeest, die in 1221 twee maal getuigt voor graaf Willem I tijdens een oponthoud in Antwerpen.
Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Allaert | *1255 | | †1330 | | 75 | 2 | 1 |
Bronnen:
1. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 295) |
2. | Het goed van Oegstgeest (B 151), F.H. Lugt, Uitgeverij Ginkgo, 978-90-71256-09-7, Leiden, 2009 (blz. 189) |
3. | Het goed van Oegstgeest (B 151), F.H. Lugt, Uitgeverij Ginkgo, 978-90-71256-09-7, Leiden, 2009 (blz. 191) |
4. | Oorkondenboek van Holland en Zeeland 7e eeuw tot 1222 deel 1 (B 044), Oorkondenboek van Holland en Zeeland deel I, Dr. A.C.F. Koch, Martinus Nijhoff, Den Haag, 1970 (blz. 597) |
5. | Oorkondenboek van Holland en Zeeland 7e eeuw tot 1222 deel 1 (B 044), Oorkondenboek van Holland en Zeeland deel I, Dr. A.C.F. Koch, Martinus Nijhoff, Den Haag, 1970 (blz. 598) |
Jan Dominicuszn Heerman
Minnecus (Jan Dominicuszn) Heerman1, ged. Schiedam op 17 dec 1656.
tr. Schiedam op 11 dec 1689
met
Maartge Cornelisdr Weuijster, dr. van Cornelis Cornelisz Weuijster (steenplaetser, hoofdman St Antonis (dragers)gilde) en Dieuwertje Pietersdr Admirael, ged. Schiedam (N.H. Kerk) op 15 okt 16622 (getuigen: Annetje Pieters en Grietje Jans), begr. aldaar op 4 mrt 1728.
Bronnen:
Dominicus Jansz Heerman
Dominicus Jansz Heerman.
tr.
met
Sara Abramsdr Hoeck.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Minnecus | ~1656 | Schiedam | | | | 1 | 0 |
Sara Abramsdr Hoeck
Sara Abramsdr Hoeck.
tr.
met
Dominicus Jansz Heerman.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Minnecus | ~1656 | Schiedam | | | | 1 | 0 |
Margriet Mees Ymmenzoondr van Oegstgeest
Margriet Mees Ymmenzoondr van Oegstgeest1,3,2, geb. Leiden in 1393, non, ovl. Den Haag in 1423.
Margriet Mees Ymmenzoondr van Oegstgeest.
In navolging van Mr. J.J.F. Lots in diens artikel "Margriet Heerman van Oegstgeest" in De Nederlandsche Leeuw, jg. 101 (1984), kol. 39-41, stelt hij dat de echtgenote van Aem Heynricxz. (uit de bronnen bekend als Margriet of Margriet Jan Symonsz.dr.) vernoemd zou zijn naar Margriet, de eerste echtgenote van haar vader Jan Symonsz. So far so good. Het betreft de gewoonte om het oudste kind uit iemands tweede huwelijk te vernoemen naar diens eerste, overleden partner (voorzover van het zelfde mannelijke of vrouwelijke geslacht).
Margriet, de eerste echtgenote van Jan Symonsz, zou echter in.
vrouwelijke lijn van het Leidse geslacht (Heerman) van Oegstgeest afstammen en Margriet van Oegstgeest geheten hebben. De dochter uit het tweede huwelijk van Jan Symonsz. en echtgenote van Aem Heynricxz. zou daarom Margriet van Oegstgeest of Margriet Heerman van Oegstgeest genoemd zijn (p. 199-203, 255). Lugt's adstructie is suggestief: de afbeelding op p. 202 vertoont een laat zeventiende-eeuwse schets van.
de grafsteen in de kerk van 't Woudt met - naast de wapens in de vier hoeken - in het midden de wapens Van der Burch en Van Oegstgeest. Deze bevinden zich echter noch op de grafsteen zelf (vgl. de foto op p. 203) noch op een andere, nauwkeurige tekening van de grafsteen uit dezelfde periode in hetzelfde familiearchief (GA Delft, archief van de familie Van der Burch, nr. 1, dl. 2, p. 137).
Er zijn inderdaad diverse aanwijzingen dat de naam en het wapen Van Oegstgeest reeds in de zestiende eeuw een (overigens niet geheel duidelijke) plaats innamen in de herinneringscultuur van de Delftse Van der Burch'en. Het wapen Van Oegstgeest - een ankerkruis - komt weliswaar niet voor op de grafzerk in de kerk van 't Woudt, wat gezien de rangschikking van de vier wapens in een matrilineaire.
reeks, met de kinderen van Aem Heynricxz. als uitgangspunt, niet behoeft te verwonderen. Maar wel kwam het wapen Van Oegstgeest voor op gebrandschilderde glazen, op familieportretten en als kwartierwapen op de grafzerk van een zoon van Aem Heynricxz.'s broer Aernt Thou Heynricxz, te weten van "IJsbrant Tou Arentszoon", overleden 13 okt. 1531 (GA Delft, archief van de familie Van der Burch, nr. 1, dl. 2, p. 171). Dit laatste impliceert echter dat de relatie met Van Oegstgeest niet via Margriet, de dochter van Jan Symonsz, maar via de twee broers Aem en Aernt Thou Heynricxz. gezocht moet worden.
tr. in 1415
met
Jan Symonsz van Heermans van Oegstgeest van der Salm.
Het wapen met de twee zalmen op de grafsteen in de kerk van 't Woudt is van Jan Symonsz, van wie nakomelingen zich trouwens Van der Salm / Van der Zalm zijn gaan noemen.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Alijt | | | | | | 0 | 0 |
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
2. | Het goed van Oegstgeest (B 151), F.H. Lugt, Uitgeverij Ginkgo, 978-90-71256-09-7, Leiden, 2009 (blz. 200) |
3. | Het goed van Oegstgeest (B 151), F.H. Lugt, Uitgeverij Ginkgo, 978-90-71256-09-7, Leiden, 2009 (blz. 201) |
4. | Karel de Grote Reeks 116 (A 085), A 085 |
Bertelmeeus IJmmensz
Bertelmeeus IJmmensz1,2.
tr.
met
Aleid 1,2.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Machteld | | | †1465 | | | 0 | 0 |
Bronnen:
Aleid
Aleid 1,2.
tr.
met
Bertelmeeus IJmmensz1,2.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Machteld | | | †1465 | | | 0 | 0 |
Bronnen:
Aernt Tou Heynricxz
Aernt Tou Heynricxz.
Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | IJsbrant | | | †1531 | Delft | | 0 | 0 |
Bronnen:
IJsbrant Tou Arentszoon
IJsbrant Tou Arentszoon, ovl. Delft op 13 okt 1531.
IJsbrant Tou Arentszoon.
Er zijn inderdaad diverse aanwijzingen dat de naam en het wapen Van Oegstgeest reeds in de zestiende eeuw een (overigens niet geheel duidelijke) plaats innamen in de herinneringscultuur van de Delftse Van der Burch'en. Het wapen Van Oegstgeest - een ankerkruis - komt weliswaar niet voor op de grafzerk in de kerk van 't Woudt, wat gezien de rangschikking van de vier wapens in een matrilineaire reeks, met de kinderen van Aem Heynricxz. als uitgangspunt, niet behoeft te verwonderen. Maar wel kwam het wapen Van Oegstgeest voor op gebrandschilderde glazen, op familieportretten en als kwartierwapen op de grafzerk van een zoon van Aem Heynricxz.'s broer Aernt Thou Heynricxz. te weten van "IJsbrant Tou Arentszoon", overleden 13 okt. 1531 (GA Delft, archief van de familie Van der Burch, nr. 1, dl. 2, p. 171). Dit laatste impliceert echter dat de relatie met Van Oegstgeest niet via Margriet, de dochter van Jan Symonsz. maar via de twee broers Aem en Aernt Thou Heynricxz. gezocht moet worden.
Katrijn NN
Katrijn NN1.
Katrijn NN.
Katrijn, weduwe van Dirc van den Hoorn, verkoopt land 1457, 1464, 1465.
tr.
met
Dirck Heynricksz van den Ho(o)rn.
zijn wapen: een hoekige dwarsbalk, gevoerd door Herbaren ver Katherinenz en zijn nakomelingen, wellicht een onbekende tak van Foreest (?). 1422: Willem Hugensz. van den Horn verkoopt aan zijn pachter Dirrick van den Hoorn Henricxz. 1/8 van 15 morgen land met huis, berg en geboomte, waarin deze woont en dat de verkoper is aangekomen door zijn huwelijk met Alijt, de weduwe van Jacob Hugenz.; en 11/2 morgen land te Hodenpijl gemeen met de koper en diens zwager Jan van Hodenpijl en de vrouw van Cornelis Ghijsbrechtsz. (OV1984 p.333). Katrijn, weduwe van Dirc van den Hoorn, verkoopt land 1457, 1464, 1465.
1422: Willem Hugensz. van den Horn verkoopt aan zijn pachter Dirrick van den Hoorn Henricxz. 1/8 van 15 morgen land met huis, berg en geboomte, waarin deze woont en dat de verkoper is aangekomen door zijn huwelijk met Alijt, de weduwe van Jacob Hugenz.; en 1½ morgen land te Hodenpijl gemeen met de koper en diens zwager Jan van Hodenpijl en de vrouw van Cornelis Ghijsbrechtsz. Het land is belast met tijns en de vrouw van Cornelis Ghysbrechts heeft op 5 hond land 1 rijns gulden lijftocht. Bezegeld door Jan Doen Willemsz. (fo. 65v).".
Zie p. 333 en 336 ook acten d.d. 14-5-1465, 8-5-1457, 6-4-1464, 15-6-1464 en 14-5-1465. De 'Hoorn' is ws de hoorn van Woutharnas.
C. Hoek (1984). Repertorium op de grafelijke lenen te Delft (1268-1648.
Bronnen:
Jan Dirksz van Hodenpijl
Jan Dirksz van Hodenpijl, geb. in 1379, ridder, heer van Haamstede, ovl. Brouwershaven op 13 jan 1426.
Jan Dirksz van Hodenpijl.
genoemd onder de edelen 1466.
tr.
met
Elisabeth Florisse van Haamstede, dr. van Floris III van Haamstede en Johanna Claesse van Borssele, geb. in 1391, ovl. in 1456.
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Johanna | *1415 | Den Haag | †1450 | | 35 | 1 | 1 |
2 | Jan | *1416 | | †1494 | | 78 | 1 | 1 |
Bronnen:
Machteld Dircksdr van der Horn
| |
Machteld Dircksdr van Hodenpijl van der Horn3,4,2,1, geb. Leiden circa 1398, ovl. Delft (Oude Kerk) na 18 jul 1465 Machtelt [Dircxdr. van der (den) Ho(e)rn] moet overleden zijn na 18 juli 1465, zoals blijkt uit NA, archief van het klooster St. Agatha te Delft, inv. nr. 134: Regest 298 d.d. 18 juli 1465: Machtelt Jan Symonsz. wed. verkoopt aan Pieter Gerytsz. 3 morgen land vermeld in de brief d.d. 18 okt. 1453, waardoor deze gestoken is. |
Machteld Dircksdr van der Horn.
NN van Hodenpijl, een zuster van Jan van Hodenpijl en een dochter van Dirk van Hodenpijl en Machteld van Heemstede, voornaam niet bekend. Zij tr. Dirck van den Ho(o)rn. Hij trouwt (2) Katrijn NN. Zijn wapen: een hoekige dwarsbalk, gevoerd door Herbaren ver Katherinenz en zijn nakomelingen, wellicht een onbekende tak van Foreest (?). 1422: Willem Hugensz. van den Horn verkoopt aan zijn pachter Dirrick van den Hoorn Henricxz. 1/8 van 15 morgen land met huis, berg en geboomte, waarin deze woont en dat de verkoper is aangekomen door zijn huwelijk met Alijt, de weduwe van Jacob Hugenz.; en 11/2 morgen land te Hodenpijl gemeen met de koper en diens zwager Jan van Hodenpijl en de vrouw van Cornelis Ghijsbrechtsz. (OV1984p333). Katrijn, weduwe van Dirc van den Hoorn, verkoopt land 1457, 1464, 1465.
tr. circa 1425
met
Jan Symonsz van Heermans van Oegstgeest van der Salm.
Het wapen met de twee zalmen op de grafsteen in de kerk van 't Woudt is van Jan Symonsz, van wie nakomelingen zich trouwens Van der Salm / Van der Zalm zijn gaan noemen.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Margriet | *1428 | Hendrik-Ido Ambacht | †1479 | 't Woud | 51 | 2 | 18 |
2 | Pieter | *1438 | Dijkshoorn | †1505 | | 67 | 1 | 1 |
Bronnen:
Arnoud Dircrksz van Hodenpijl.
18 mei 1328, leen van de grafelijkheid in Maasland, de tienden van drie hoven, belend aan beide zijden door Engebrecht met de tienden, die van Dirc van Warmonde waren ... Aernt van Hodenpijl na overdracht door Vrieze van Coudenhove [Bron: C. Hoek, ref. 33; L.H. 2, fol. 57v].
24 juni 1341, 11 morgen 3 1/2 hond land op den Bosch (Maasland), genaamd ver Rissent Heynenwoning ... Airnout van Hodenpijl [Bron: C. Hoek, ref. 22; 6461, fol. 294].
28 februari 1342, het ambacht van Stormpolre ... Willaem van Cralingen, onmondig, broer van de onmondige leenheer Otsier van Cralinge, voor wie zijn grootvader heer Aernout van Hodenpijle, zijn ooms Dieric van Cralingen en Jan Dieric en zijn neef Philips van der Spange zegelen, na overdracht door hun ouders heer Gillis van Cralingen en Badeloghe [Bron: C. Hoek, ref. 24; fam.archief van Oldebarneveld, inv. 456].
. ... 1... (vóór 14 juli 1353), lenen van de grafelijkheid in Maasland, een tiende, belend ten noorden: de tiende van Jan Bogghe, ten zuiden: de tiende van heer Aernt van Hoedenpijl, strekkende van Wigger Jansz. af zuidwaarts tot Pieter Zoeten toe, aan beide zijden van de weg ... Heer Willem van Duvenvoirde [Bron: C. Hoek, ref. 33, L.H. 23, fol. 40].
Van 1351 tot 1355, tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten, zijn de van Hodenpijls verbannen [ref. 13].
13 februari 1355, leen van de grafelijkheid in Maasland, de kerkkorentiende en de loecwerftiende ... Heer Arnt van Hodenpijl, ontvangt het door hem verbeurde leen terug [Bron: C. Hoek, ref. 33; L.H. 23, fol. 52v en rek. rek. 204, fol. 54].
2 maart 1355, het ambacht van Hoedenpile, 66 morgen land aldaar ... Heer Arnd van Hodenpijl, krijgt zijn verbeurde goederen terug [Bron: C. Hoek, ref. 17; L.H. 23, fol. 52v].
12 maart 1355, leen van de grafelijkheid in Maasland, de tienden van drie hoven, belend aan beide zijden door Engebrecht met de tienden, die van Dirc van Warmonde waren ... Heer Arnt van Hodenpijl ontvangt het door hem verbeurde leen terug [Bron: C. Hoek, ref. 33; L.H. 23, fol. 52v en rek.rek. 204, fol. 54].
31 mei 1364, in verband met het ambacht van Cralingen ... Willem van Cralinghen, ridder, deelt met zijn broer Oetzier van Cralinghen de goederen die zij van hun ouders en hun grootvader heer Aernd van Hodenpijl hebben geërfd [Bron: C. Hoek, ref. 11; Oud Archief Rotterdam, inv.nr. 1878]
tr.
met
Meijna van Doirtoghe (van Brederode), dr. van Floris V van der Doortoghe van Brederode en Jkvr Beatrijs van Rodenrijs, geb. circa 1292.
Meijna van Doirtoghe.
geboren rond 1292. Zij was dochter van Floris van de Doortoghe en Beatrijs van Rodenrijs. Zij was gehuwd met Arnoud , heer van Hodenpijl. Geboren 1288, Schipluiden. Zoon van Dirk van Hodenpijl en Badeloge. Kinderen: Uit dit huwelijk: – Margaretha van Hodenpijl, gehuwd met Philips van Spangen. – Dirk van Hodenpijl. – Willem van Hodenpijl (geboren ca.1304 – overleden vóór 1324). – Badeloge van Hodenpijl (geboren ca. 1313 – overleden 1342), was gehuwd met Gillis van Cralingen, heer van Cralingen. – Jan Arnoudsz.
Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jan | *1315 | Delft | †1376 | | 61 | 1 | 2 |
2 | Badeloch | *1294 | | | | | 1 | 1 |
Meijna van Doirtoghe
Meijna van Doirtoghe (van Brederode), geb. circa 1292.
Meijna van Doirtoghe.
geboren rond 1292. Zij was dochter van Floris van de Doortoghe en Beatrijs van Rodenrijs. Zij was gehuwd met Arnoud , heer van Hodenpijl. Geboren 1288, Schipluiden. Zoon van Dirk van Hodenpijl en Badeloge. Kinderen: Uit dit huwelijk: – Margaretha van Hodenpijl, gehuwd met Philips van Spangen. – Dirk van Hodenpijl. – Willem van Hodenpijl (geboren ca.1304 – overleden vóór 1324). – Badeloge van Hodenpijl (geboren ca. 1313 – overleden 1342), was gehuwd met Gillis van Cralingen, heer van Cralingen. – Jan Arnoudsz.
tr.
met
Arnoud Dircrksz van Hodenpijl.
18 mei 1328, leen van de grafelijkheid in Maasland, de tienden van drie hoven, belend aan beide zijden door Engebrecht met de tienden, die van Dirc van Warmonde waren ... Aernt van Hodenpijl na overdracht door Vrieze van Coudenhove [Bron: C. Hoek, ref. 33; L.H. 2, fol. 57v].
24 juni 1341, 11 morgen 3 1/2 hond land op den Bosch (Maasland), genaamd ver Rissent Heynenwoning ... Airnout van Hodenpijl [Bron: C. Hoek, ref. 22; 6461, fol. 294].
28 februari 1342, het ambacht van Stormpolre ... Willaem van Cralingen, onmondig, broer van de onmondige leenheer Otsier van Cralinge, voor wie zijn grootvader heer Aernout van Hodenpijle, zijn ooms Dieric van Cralingen en Jan Dieric en zijn neef Philips van der Spange zegelen, na overdracht door hun ouders heer Gillis van Cralingen en Badeloghe [Bron: C. Hoek, ref. 24; fam.archief van Oldebarneveld, inv. 456].
. ... 1... (vóór 14 juli 1353), lenen van de grafelijkheid in Maasland, een tiende, belend ten noorden: de tiende van Jan Bogghe, ten zuiden: de tiende van heer Aernt van Hoedenpijl, strekkende van Wigger Jansz. af zuidwaarts tot Pieter Zoeten toe, aan beide zijden van de weg ... Heer Willem van Duvenvoirde [Bron: C. Hoek, ref. 33, L.H. 23, fol. 40].
Van 1351 tot 1355, tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten, zijn de van Hodenpijls verbannen [ref. 13].
13 februari 1355, leen van de grafelijkheid in Maasland, de kerkkorentiende en de loecwerftiende ... Heer Arnt van Hodenpijl, ontvangt het door hem verbeurde leen terug [Bron: C. Hoek, ref. 33; L.H. 23, fol. 52v en rek. rek. 204, fol. 54].
2 maart 1355, het ambacht van Hoedenpile, 66 morgen land aldaar ... Heer Arnd van Hodenpijl, krijgt zijn verbeurde goederen terug [Bron: C. Hoek, ref. 17; L.H. 23, fol. 52v].
12 maart 1355, leen van de grafelijkheid in Maasland, de tienden van drie hoven, belend aan beide zijden door Engebrecht met de tienden, die van Dirc van Warmonde waren ... Heer Arnt van Hodenpijl ontvangt het door hem verbeurde leen terug [Bron: C. Hoek, ref. 33; L.H. 23, fol. 52v en rek.rek. 204, fol. 54].
31 mei 1364, in verband met het ambacht van Cralingen ... Willem van Cralinghen, ridder, deelt met zijn broer Oetzier van Cralinghen de goederen die zij van hun ouders en hun grootvader heer Aernd van Hodenpijl hebben geërfd [Bron: C. Hoek, ref. 11; Oud Archief Rotterdam, inv.nr. 1878]
Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jan | *1315 | Delft | †1376 | | 61 | 1 | 2 |
2 | Badeloch | *1294 | | | | | 1 | 1 |
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
Alijt Sijmens
Alijt Sijmens1.
Alijt Sijmens.
Het zusterhuis Sint Maria in Galilee te ’s-Gravenhage (NA, archief van het klooster St. Maria in Galilea te 's-Gravenhage, nr. 1, fol. 1-1v, 2; zie OV 46 (1991), p. 212).
3-3-1445 : Symon Jansz. en Margriet Jan Symonsdochter, gehuwd met Aem Heynrycxz. verklaren dat hun halfzuster Alijt, dochter van de eerste vrouw van hun vader, en hun zusters Alijt en Maritgen, dochters van diens tweede vrouw Machtelt, hun moeder, conventualen in het Sint Elisabeth convent in den Hage, zullen meedelen in de nalatenschap van hun vader en de 2 laatsten ook in die van hun moeder Machtelt. Bezegeld door Philips Huge Starckenz. en Garbrant Jacobsz. (inv.nr. 1, f. 2).
Bronnen:
1. | Karel de Grote Reeks 116 (A 085), A 085 |
2. | Het goed van Oegstgeest (B 151), F.H. Lugt, Uitgeverij Ginkgo, 978-90-71256-09-7, Leiden, 2009 (blz. 201) |
3. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
4. | Het goed van Oegstgeest (B 151), F.H. Lugt, Uitgeverij Ginkgo, 978-90-71256-09-7, Leiden, 2009 (blz. 200) |
Jan Dircksz Oem
Jan Dircksz Oem.
tr.
met
Margiet of Alijd van Foreest3,1,2, dr. van Willem van Foreest (knape, leenman) en Cunegonde Florisdr van Hodenpijl, geb. Maasland circa 1365, ovl. 't Woud na 1403.
Bronnen:
Herpert van Foreest
Herpert van Foreest2,1, geb. Naaldwijk circa 1317, ovl. Haarlem op 20 aug 1367, begr. aldaar Sint Janskerk.
Herpert van Foreest.
ambachtsheer van de Rijnlandse ambachtsheerlijkheid Middelburg, was schepen te Haarlem en lid van de hoge vierschaar onder graaf Willem V van Holland.
Herpert van Foreest werd geboren als zoon van Jan van Foreest [genoemd 1324 - overleden 1349] en joncfr. Alijt (overleden ± 1350). In 1334 had hij grond in leen bij Moordrecht. In 1347 volgde hij zijn vader op in diens ambachtsheerlijkheid in het Rijnland. Met wie hij was getrouwd is onbekend. Hij is overleden in 1367. Zijn enige erfgenaam is zijn zoon Jan van Foreest (genoemd 1367, overleden 1413). Herpert van Foreest werd begraven in de Janskerk te Haarlem. Zijn grafsteen met het familiewapen van Van Foreest bevindt zich daar nog steeds.
Herpert leefde tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Hij stond aan de kant van de Kabeljauwen. In de hoedanigheid als lid van de hoge vierschaar verrichtte hij in 1356 twee lijkschouwingen in de gouw Kennemerland, ten tijde dat Kabeljauw-gezinde Gijsbrecht II van Nijenrode daar als baljuw fungeerde. Nadat Albrecht van Beieren in 1358 de macht overnam, werd Herpert waarschijnlijk uit alle ambtsbetrekkingen gezet, want sindsdien bekleedde hij geen bestuurlijke functies meer in Haarlem.
Herpert was nauw betrokken bij het waterbeheer van zijn ambacht in het Rijnland. Op 31 maart 1352 verleende Jan van Beaumont, de oom van Margaretha van Beieren aan de lieden uit Middelborch en omgeving een vergunning tot het maken van een watergang. Vijf jaar later, in 1357 na de dood van Beaumont, sluiten de vrouwen en heren van Boskoop, Randenburg, Middelburg en Zuidwijk, onder wie Herpert van Foreest, een nieuwe overeenkomst betreffende onderhoud en bestuur van die watergang. In 1361 spreekt Albrecht van Beieren over de Alphener wetering welke loopt langs Harpers ambacht van Foreest, dat geheten is Spoelwijck.
Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jan | *1344 | Haarlem | †1413 | Haarlem | 68 | 1 | 3 |
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
2. | Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 80) |
3. | Prometheus Kwartierstatenboeken (Deel XIII), Deel XIII (blz. 82) |
4. | Prometheus Kwartierstatenboek (Deel XVII), Delft, 2001 (blz. 122) |
5. | Genealogie der Graven van Holland (DEK/HOL), Dr. A.W.E. Dek, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1969 (blz. 39) |
IJsbrant Dircksz van der Woert
IJsbrant Dircksz van der Woert1,2,3 aan hem is naderhand het wapen van Oegstgeest, een ankerkruis, toegevoegd, geb. Kethel circa 1375, ovl. in 1462.
IJsbrant Dircksz van der Woert.
1415-1425, IJsebrant Dircxz. en Dirc Claesz. pachten van de Duitse Orde 24 van 32 morgen erfpachtland in Popswoude;.
1445-1452, IJsbrant Aechtenz. pacht de 32 m (Aem Heynricksz. en zijn broer Tou pachten hetzelfde land 1468-1504) .
13 dec. 1428, Jan Heerman verkoopt aan IJsebrant Dircxz. de helft van 6 m land op de Harnasch gemeen met Willem Robbrechtsz.; tegelijkertijd verkoopt Jan Heerman aan Willem Robbrechtsz. de helft van 6 m ald. gemeen met IJsbrandt Dircxz..
22 nov. 1438, IJsebrand Dirxz. koopt 10 h land in Kethel ten oosten van de Oude dijk en ten zuiden van de Dam laen, gemeen liggend met de H. Geest van Schiedam en met Geryt Claesz. (GA Schiedam, Hervormd Weeshuis.
13 jan. 1443, IJsebrant Dircxz. verkoopt 4 m 2 h land in Maasland, gemeen liggend met Claes Zijbrantsz.; hij verzoekt Jacob Yewijn Heyenz. te zegelen en deze doet dat met zijn zegel: een klimmende eenhoorn (GA Schiedam, Hervormd Weeshuis 18, verg. regest 16 en O.V. Jaarboek 1955 p 69: beide onjuist inzake het zegel).
1447, IJsbrant Aechtenz. is noordelijk belender van Boudijn van Dorp (462,16) in Maasland (Graven van Holland 715 f 2.).
1457, IJsbrant Dircxz. is noordelijk belender van 6 m land in Kethel .
5 juli 1467, Dirck IJsbrantsz. verkoopt aan zijn neef Aem Heynricxz. 10 h land in Kethel, gemeen met de H. Geest van Schiedam en met Gerijt Claesz, geërfd van zijn vader IJsbrant Dircxz. (GA Schiedam, Hervormd Weeshuis.
tr. circa 1400
met
Hadewij Dircksdr Hodenpijl, dr. van Dirk Jansz van Hodenpijl en Machteld heer Gerritsdr van Heemstede, geb. Kethel circa 1376.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Diderik | *1400 | | †1448 | | 48 | 1 | 1 |
2 | Catharina | | | †1463 | Delft (Oude Kerk) | | 1 | 3 |
Bronnen:
Dirck Hendricks van der Woert
Dirck Hendricks van der Woert, geb. Kethel in 1355, ovl. tussen 1397 en 1400.
Dirck Hendricks van der Woert.
grondbezitter te Maasland en Abtswoude, wonende in Woud-Harnasch 1369.
Dirck wordt in 1341 door zijn vader als leenopvolger in Sarijnenhove aangewezen. Hij heeft dit leen later zeer waarschijnlijk aan zijn achterneef Allaert Heinenz. overgedragen, wiens nakomelingen we hier vinden. Dirck wordt tot 1397 als belender bij de Ver Goytgenhoeve, niet ver van Sarijnenhove, vermeld. Hij erft van zijn vader een leen van twee morgen aan de Westgaag, dat hij in 1390 overdraagt aan Vranck Vranckenz. Een en ander zal samenhangen met het feit dat Dirck naar Woud-Harnasch vertrok, waar we hem in 1369 vinden.62 Mogelijk groeide hij daar op bij zijn oudere halfbroer.
Bertelmees (zie inleiding). Land van Dirck in Popswoude wordt in 1401 door zijn erfgenamen verkocht aan de abt van Egmond.
tr. Kethel in 1373
met
Aechte Dirck Claeszoonsdr Ruijschen1, dr. van Dirck Claes Ruyschensz (schepen van Delft 1383, 1384, 1403, 1404) en Hadewij Simon Pieterszoonsdr, geb. circa 1358, tr. (2) met Hughe Jacobs Stapelsz. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | IJsbrant | *1375 | Kethel | †1462 | | 87 | 1 | 2 |
Bronnen: