Cees Hagenbeek

Gillisje van Cralingen
 
Gillisje van Cralingen (van Kralingen), geb. circa 1357, ovl. circa 1412.

 

tr. in 1388
met

Dirck van Polanen van der Leck, zn. van Jan II van Polanen (burggraaf van Geertruidenberg, heer van de Leck, Breda, etc.) en Mechtild bastaarddr van Brabant, geb. circa 1355, ovl. op 29 apr 1419.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Machteld*1390     


Ogier van Cralingen
 
Ogier van Cralingen (van Kralingen), geb. circa 1330, ambachtsheer van Kralingen, ovl. circa 1395.

 
 

tr. circa 1357
met

Jkv. Salerne van Haeren, geb. circa 1331.

Jkv. Salerne van Haeren.
na Ogier 'Oetzier' zijn dood, omstreeks 1394, gingen de heerlijkheid Kralingen en het Slot Honingen over aan een ander geslacht.

Uit dit huwelijk een dochter:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gillisje*1357  †1412  55


Salerne van Haeren
Jkv. Salerne van Haeren, geb. circa 1331.

Jkv. Salerne van Haeren.
na Ogier 'Oetzier' zijn dood, omstreeks 1394, gingen de heerlijkheid Kralingen en het Slot Honingen over aan een ander geslacht.

tr. circa 1357
met

Ogier van Cralingen (van Kralingen), zn. van Gilles van Cralingen en Badeloch van Hodenpijl, geb. circa 1330, ambachtsheer van Kralingen, ovl. circa 1395.

 

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gillisje*1357  †1412  55


Gilles van Cralingen
 
Gilles van Cralingen (van Kralingen), geb. circa 1288, ovl. circa 1342.


Gilles van Cralingen.
Huwelijk met Badeloch van Hodenpijl.
In 1333 en 1336 komt Gillis voor, wiens vrouw Badeloch Badeloge, een dochter van Arnout van Hodenpijl was.Uit het huwelijk ontsproten ontsproten - tenminste - twee zonen: Ogier Oetzier en Willem.
Oudste zoon Ogier is zonder mannelijk oir na te laten overleden.

 

tr. voor 1330
met

Badeloch van Hodenpijl, dr. van Arnoud Dircrksz van Hodenpijl (ambachtsheer van Hodenpijl) en Meijna van Doirtoghe, geb. in 1294.

 


Badeloch van Hodenpijl.
31 mei 1364 :.
Verdeling nalatenschap (groot-)ouders (met Badeloch van Hodenpijl).
Voorhanden is een Pergamentenbrief, van den laatsten dag van Maij des jaars 1364, houdende verdeling en scheiding van goederen tussen den Heeren Broeders van Kralingen.
Deze verdeling betreft.
  …zowel de vaderlijken als de moederlijken goederen, én.
  …de goederen hen aangekomen van Arnout Aernt van Hodenpijl, hun grootvader.
Alle welke goederen zij Heeren Broeders tot op dien tijd hadden in 't gemeen bezeten.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ogier*1330  †1395  65


Badeloch van Hodenpijl
 
Badeloch van Hodenpijl, geb. in 1294.


Badeloch van Hodenpijl.
31 mei 1364 :.
Verdeling nalatenschap (groot-)ouders (met Badeloch van Hodenpijl).
Voorhanden is een Pergamentenbrief, van den laatsten dag van Maij des jaars 1364, houdende verdeling en scheiding van goederen tussen den Heeren Broeders van Kralingen.
Deze verdeling betreft.
  …zowel de vaderlijken als de moederlijken goederen, én.
  …de goederen hen aangekomen van Arnout Aernt van Hodenpijl, hun grootvader.
Alle welke goederen zij Heeren Broeders tot op dien tijd hadden in 't gemeen bezeten.

 

tr. voor 1330
met

Gilles van Cralingen (van Kralingen), zn. van Ogier "Oetzier" van Cralingen (Ambachtsheer van Kralingen in 1297), geb. circa 1288, ovl. circa 1342.

 


Gilles van Cralingen.
Huwelijk met Badeloch van Hodenpijl.
In 1333 en 1336 komt Gillis voor, wiens vrouw Badeloch Badeloge, een dochter van Arnout van Hodenpijl was.Uit het huwelijk ontsproten ontsproten - tenminste - twee zonen: Ogier Oetzier en Willem.
Oudste zoon Ogier is zonder mannelijk oir na te laten overleden.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ogier*1330  †1395  65


Jan Balthazarsz van Ghoor
Jan Balthazarsz van Ghoor, geb. circa 1460, ovl. circa 1542.

Jan Balthazarsz van Ghoor.
Het goed, genaamd Inschild, (1495: met huis en hofstede; 1569: in zijn geheel met Alm 20 morgen groot; 1594: waarvan 15 morgen met huis, hof en boomgaard, oost: de leenman, west: de Alm): 15-4-1387: Jan van Goor, familie Matenesse, inv. 1140. 10-12-1388: Jan van Goor zoals zijn ouders hielden van Altena, LRK 51 (XII)fol. 5v en (XIV) fol. 15, LRK 50 fol. 282v nr. 1181. .-.-1441: Willem van Goor, als getuige vermeld 1429, A fol. 15, Godshuizen den Bosch, Tafel van de Heilige Geest, regest nr. 1778. 26-10-1465: Balthasar van Goor bij overdracht door Willem, zijn vader, bevestigd door Jan en Melchior, zijn broers, die na de dood van hun ouders binnen 3 jaar respectievelijk 50 en 300 schilden zullen krijgen, en de ouders houden 25 schilden jaarlijks met lijftocht van Elisabeth van Rijswijk, zijn vrouw, A fol. 17v. .-.-1495: Jan van Goor bij dode van Balthasar, zijn vader, met lijftocht van Elsebeen Letters, zijn vrouw, op 5 morgen of f 10,- rijns en hij mag de helft of een vierde zonder bezwaar verkopen, A fol. 17v. 23-8-1527: Belast voor Balthasar en Elisabeth van Goor met f 20,- rijns door Jan van Goor, gehuwd met Margaretha van Goor, te lossen 1:16, A fol. 17v. 18-10-1534: Belast voor Margaretha, gehuwd met Jan van Goor, en de kinderen met f 10,- rijns, A fol. 17v. 20-7-1542: Jan van Goor bij dode van Jan, zijn vader, A fol. 17v, B fol. 16v. 17-5-1559: Belast voor Balthasar, zoon van oude Jan van Goor, Willem van Goor, zijn broer, Elisabeth en Jenneke, hun zusters, met f 30,- rijns door Hubert Cornelisz, gehuwd met Anna van Goor, Gijsbert van Brakel, gehuwd met Elisabeth van Goor, Jan Verplas, gehuwd met Otto van Goor, en Balthasar, zoon van jonge Jan van Goor, A fol. 18v, C fol. 24-25.

tr. voor 1487
met

Jkv. Elsben Letters, geb. circa 1461, ovl. circa 1527.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1487  †1554  67


Elsben Letters
Jkv. Elsben Letters, geb. circa 1461, ovl. circa 1527.

tr. voor 1487
met

Jan Balthazarsz van Ghoor, zn. van Balthasar van Ghoor en Elisabeth Jansdr van Rijswijk, geb. circa 1460, ovl. circa 1542.

Jan Balthazarsz van Ghoor.
Het goed, genaamd Inschild, (1495: met huis en hofstede; 1569: in zijn geheel met Alm 20 morgen groot; 1594: waarvan 15 morgen met huis, hof en boomgaard, oost: de leenman, west: de Alm): 15-4-1387: Jan van Goor, familie Matenesse, inv. 1140. 10-12-1388: Jan van Goor zoals zijn ouders hielden van Altena, LRK 51 (XII)fol. 5v en (XIV) fol. 15, LRK 50 fol. 282v nr. 1181. .-.-1441: Willem van Goor, als getuige vermeld 1429, A fol. 15, Godshuizen den Bosch, Tafel van de Heilige Geest, regest nr. 1778. 26-10-1465: Balthasar van Goor bij overdracht door Willem, zijn vader, bevestigd door Jan en Melchior, zijn broers, die na de dood van hun ouders binnen 3 jaar respectievelijk 50 en 300 schilden zullen krijgen, en de ouders houden 25 schilden jaarlijks met lijftocht van Elisabeth van Rijswijk, zijn vrouw, A fol. 17v. .-.-1495: Jan van Goor bij dode van Balthasar, zijn vader, met lijftocht van Elsebeen Letters, zijn vrouw, op 5 morgen of f 10,- rijns en hij mag de helft of een vierde zonder bezwaar verkopen, A fol. 17v. 23-8-1527: Belast voor Balthasar en Elisabeth van Goor met f 20,- rijns door Jan van Goor, gehuwd met Margaretha van Goor, te lossen 1:16, A fol. 17v. 18-10-1534: Belast voor Margaretha, gehuwd met Jan van Goor, en de kinderen met f 10,- rijns, A fol. 17v. 20-7-1542: Jan van Goor bij dode van Jan, zijn vader, A fol. 17v, B fol. 16v. 17-5-1559: Belast voor Balthasar, zoon van oude Jan van Goor, Willem van Goor, zijn broer, Elisabeth en Jenneke, hun zusters, met f 30,- rijns door Hubert Cornelisz, gehuwd met Anna van Goor, Gijsbert van Brakel, gehuwd met Elisabeth van Goor, Jan Verplas, gehuwd met Otto van Goor, en Balthasar, zoon van jonge Jan van Goor, A fol. 18v, C fol. 24-25.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1487  †1554  67


Balthasar van Ghoor
Balthasar van Ghoor, geb. circa 1425, ovl. circa 1495.

tr. in 1460
met

Elisabeth Jansdr van Rijswijk, dr. van Jan Glimmersz van Rijswijk (heer van Rijswijk) en Otte Nicolaas van Malsen, geb. Veen circa 1440, ovl. circa 1472.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1460  †1542  82


Elisabeth Jansdr van Rijswijk
Elisabeth Jansdr van Rijswijk, geb. Veen circa 1440, ovl. circa 1472.

tr. in 1460
met

Balthasar van Ghoor, zn. van Willem van Ghoor en Jkv. Christina van Giessen (ambachtsvrouwe van Giessen), geb. circa 1425, ovl. circa 1495.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1460  †1542  82



Bronnen:
1.Middeleeuws Vlechtwerk (A 008), A 008

Elisabeth Gerritsen van Rijswijk
Elisabeth Gerritsen van Rijswijk, geb. voor 1390.

tr. circa 1410
met

Gelymmer Jansz (Glimmer) van Rijswijk, zn. van Johan Glimmerlingh van Rijswijk en Margriet , geb. circa 1375, ovl. circa 1441.

Gelymmer Jansz van Rijswijk.
op 28 april 1436 koopt Glimmer Janszoon van Roelof van Rijswijck, de laatste ambachtsheer uit het oude geslacht van Rijswijck, de ambachtsheerlijkheid van Rijswijk. Zijn zonen gaan zich al snel ook "van Rijswijck" noemen en zegelen al direct met het wapen met de zalmen. In het handvest voor het Land van Altena van 1452 wordt zijn zoon Jan Glimmersz. uitdrukkelijk "van Rijswijck" genoemd en zijn zegel met het wapen met de zalmen hangt aan het document. Dit leidt tot speculaties over de afkomst van Glimmer Jansz. als zijnde ook een van Rijswijck of een van Emmickhoven, of als zijnde gehuwd met een "van Rijswijck".

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1415 Veen †1485  70


Willem van Ghoor
Willem van Ghoor, geb. circa 1392, ovl. na okt 1465.

Willem van Ghoor.
Heer van "den Wennaert".

tr. in 1424
met

Jkv. Christina van Giessen, dr. van Jan Vastraertsz van Giessen, geb. circa 1405, ambachtsvrouwe van Giessen, ovl. na okt 1465.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Balthasar*1425  †1495  70
Johan*1435  †1490  55


Christina van Giessen
Jkv. Christina van Giessen, geb. circa 1405, ambachtsvrouwe van Giessen, ovl. na okt 1465.

tr. in 1424
met

Willem van Ghoor, zn. van Johan van Ghoor en NN van Hameland, geb. circa 1392, ovl. na okt 1465.

Willem van Ghoor.
Heer van "den Wennaert".

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Balthasar*1425  †1495  70
Johan*1435  †1490  55


Jan Vastraertsz van Giessen
Jan Vastraertsz van Giessen, geb. voor 1385.


Hij krijgt een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Christina*1405  †1465  60


Johan van Ghoor
Johan van Ghoor, geb. circa 1344.

  • Vader:
    Daniël van Ghoor, geb. circa 1320, heer van Ghoor, ovl. in nov 1380, tr. circa 1342 met

tr. circa 1390
met

NN van Hameland, geb. voor 1380.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem*1392  †1465  73



Bronnen:
1.De heren van Amstel 1105-1378 (AMS/AMS), Th.A.A.M. van Amstel, Verloren, ISBN nummer: 9065502998, Hilversum, 1999 (blz. 239)

NN van Hameland
NN van Hameland, geb. voor 1380.

tr. circa 1390
met

Johan van Ghoor, zn. van Daniël van Ghoor (heer van Ghoor) en Catharina van Amstel van IJsselstein (vrouwe van Mierlo), geb. circa 1344.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem*1392  †1465  73


Jacob van Braeckel
Jacob van Braeckel.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gijsbert*1512  †1595  83


Floris Wolfertszn van de Maelstede
Floris Wolfertszn van de Maelstede, geb. Naaldwijk in 1367.

tr.
met

Haasje van Naeldwijck, dr. van Willem II van Naaldwijk ridder (erfmaarschalk van Holland en heer van Naaldwijk en Honselersdijk) en Sophia Simonsdr van Teijlingen, geb. Naaldwijk in 1371.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wolfert*1390  †1444  54


Haasje van Naeldwijck
Haasje van Naeldwijck, geb. Naaldwijk in 1371.

 

tr.
met

Floris Wolfertszn van de Maelstede, geb. Naaldwijk in 1367.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wolfert*1390  †1444  54



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 16)
2.Duizend jaar Poelgeest deel 2 (B 090), Fred van Poelgeest, Stichting Poelgeest archief, Hoorn (blz. 79)
3.Duizend jaar Poelgeest deel 2 (B 090), Fred van Poelgeest, Stichting Poelgeest archief, Hoorn (blz. 283)

Pieter Hugensz Tuyl
Pieter Hugensz Tuyl (Cornelia Huge Woutersz. van Haamstede Dame van Berghen), geb. Zierikzee circa 1430, ovl. aldaar op 2 feb 1492, begr. aldaar.

Pieter Hugensz Tuyl.
Deze zoon, Pieter, ridder, heer van Welland, die in staatszaken optrad en o.a. als gezant van Hertog Karel van Bourgondie naar Eduard IV van Engeland afgevaardigd werd, kocht in 1483 de heerlijkheid, Serooskerke (op het eiland Schouwen) van den Aartshertog Maximiliaan en van Philips, Koning van Spanje, als Graaf van Zeeland, liet zijn naam van Tuyll varen en noemde zich enkel van Serooskerke, hetgeen zijn afstammelingen navolgden, tot in 1600, toen allen den ouden familienaam weder opnamen, met behoud van den nieuwen, zoodat zij zich sedert noemden en schreven van Tuyll van Serooskerke (in later tijd is het gebruikelijk geworden dat Serooskerke nog een n toe te voegen).
Pieter van Tuyll had het niet bij eene verandering van naam gelaten, maar ook zijn wapen gewijzigd. Oorspronkelijk bestond het (gelijk nu weder) uit drie roode hondenkoppen met uithangende tongen van 't zelfde in een zilveren veld; hij koos in de plaats drie gouden honderkoppen met roode tongen in blauw, en een dergelijken kop op den rood-gekroonden helm. Voorts kwartileerd hij zijn wapen "met zijn moeders wapen een rijzende roode leeuw met tonge en klaauwen van azuur in een goud veld, gebroken met een rood beletsel als een hage rondom het schild", zoals Jonker JACOB VAN GRIJPSKERKE het uitdrukt in zijn werk 't Graefschap van Zeeland (in 1882 uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap). Hierin moet eene vergissing schuilen, want Pieter's moeder voerde geen leeuw en het is dus eerder te denken dat hij dit kwartier het wapen zijner eerste vrouw Cornelia van Haemstede had opgenomen, ofschoon het ook daaraan niet volkomen beantwoordt, wel wat de hoofdzaak betreft, den blauw getongden en genagelden rooden leeuw in goud, maar niet met opzicht to het "rood beletsel", dat zeker een schild- of kwartierzoom moet beduiden. Misschien echter hadden sommige Haemstedes hun wapen met zulk een zoom vermeerderd, want de vrijheid, waarmee men vroeger in die zaken te werk ging, is bekend. Op de wapenkaarten achter het werk van W. TE WATER, het Hoog Adelyk en Adelryk Zeelant (waarvan het tweede deel nog niet in zijn geheel uitgegeven van GRIJPSKERKE bestaat), komt datgekwartileerde wapen van Pieter van Tuyll voor doch het 2de en 3de kwartier vertoont alleen een rooden leeuw in goud, zonder kwartierzoom of eenig ander bijvoegsel hoegenaamd. Echter ontbreekt ook het aan Haemstede eigene rad, waarmede de schouder van den leeuw zou moeten beladen zijn.
Toen de nakomelingen in 1600 den ouden geslachtsnaam weder deden herleven, keerden zij ook nu tot het oude familiewapen terug.
Pieter van Tuyll anders gezegd van Serooskerke, was tweemaal geh, eerst 30 Oct. 1456 met bovengenoemde Cornelia van Haemstede (dochter van Hugo, heer van Bergen in Kennermerland en raad van Hertog Philips van Bourgondie, en van Catherina van Cats), bij welke hij een zoon en twee dochters had. Hij hertrouwde 7 Feb. 1464 met Hadewig van Maelstede (dochter van Wolfert), die hem geene kinderen schonk.
....

tr. (1) op 7 feb 1464
met

Hadewijch Wolfertsdr van de Maelstede, dr. van Wolfert Florisz van de Maelstede en Machteld Arendsdr van Gent, geb. circa 1435, ovl. voor 1471.

tr. (2) op 30 okt 1456
met

Cornelia Huge Woutersz van Haamstede, geb. Haamstede circa 1430, ovl. op 11 nov 1508.

Uit dit huwelijk 4 kinderen.


Cornelia Huge Woutersz van Haamstede
Cornelia Huge Woutersz van Haamstede, geb. Haamstede circa 1430, ovl. op 11 nov 1508.

tr. op 30 okt 1456
met

Pieter Hugensz Tuyl (Cornelia Huge Woutersz. van Haamstede Dame van Berghen), geb. Zierikzee circa 1430, ovl. aldaar op 2 feb 1492, begr. aldaar, tr. (1) met Hadewijch Wolfertsdr van de Maelstede. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Pieter Hugensz Tuyl.
Deze zoon, Pieter, ridder, heer van Welland, die in staatszaken optrad en o.a. als gezant van Hertog Karel van Bourgondie naar Eduard IV van Engeland afgevaardigd werd, kocht in 1483 de heerlijkheid, Serooskerke (op het eiland Schouwen) van den Aartshertog Maximiliaan en van Philips, Koning van Spanje, als Graaf van Zeeland, liet zijn naam van Tuyll varen en noemde zich enkel van Serooskerke, hetgeen zijn afstammelingen navolgden, tot in 1600, toen allen den ouden familienaam weder opnamen, met behoud van den nieuwen, zoodat zij zich sedert noemden en schreven van Tuyll van Serooskerke (in later tijd is het gebruikelijk geworden dat Serooskerke nog een n toe te voegen).
Pieter van Tuyll had het niet bij eene verandering van naam gelaten, maar ook zijn wapen gewijzigd. Oorspronkelijk bestond het (gelijk nu weder) uit drie roode hondenkoppen met uithangende tongen van 't zelfde in een zilveren veld; hij koos in de plaats drie gouden honderkoppen met roode tongen in blauw, en een dergelijken kop op den rood-gekroonden helm. Voorts kwartileerd hij zijn wapen "met zijn moeders wapen een rijzende roode leeuw met tonge en klaauwen van azuur in een goud veld, gebroken met een rood beletsel als een hage rondom het schild", zoals Jonker JACOB VAN GRIJPSKERKE het uitdrukt in zijn werk 't Graefschap van Zeeland (in 1882 uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap). Hierin moet eene vergissing schuilen, want Pieter's moeder voerde geen leeuw en het is dus eerder te denken dat hij dit kwartier het wapen zijner eerste vrouw Cornelia van Haemstede had opgenomen, ofschoon het ook daaraan niet volkomen beantwoordt, wel wat de hoofdzaak betreft, den blauw getongden en genagelden rooden leeuw in goud, maar niet met opzicht to het "rood beletsel", dat zeker een schild- of kwartierzoom moet beduiden. Misschien echter hadden sommige Haemstedes hun wapen met zulk een zoom vermeerderd, want de vrijheid, waarmee men vroeger in die zaken te werk ging, is bekend. Op de wapenkaarten achter het werk van W. TE WATER, het Hoog Adelyk en Adelryk Zeelant (waarvan het tweede deel nog niet in zijn geheel uitgegeven van GRIJPSKERKE bestaat), komt datgekwartileerde wapen van Pieter van Tuyll voor doch het 2de en 3de kwartier vertoont alleen een rooden leeuw in goud, zonder kwartierzoom of eenig ander bijvoegsel hoegenaamd. Echter ontbreekt ook het aan Haemstede eigene rad, waarmede de schouder van den leeuw zou moeten beladen zijn.
Toen de nakomelingen in 1600 den ouden geslachtsnaam weder deden herleven, keerden zij ook nu tot het oude familiewapen terug.
Pieter van Tuyll anders gezegd van Serooskerke, was tweemaal geh, eerst 30 Oct. 1456 met bovengenoemde Cornelia van Haemstede (dochter van Hugo, heer van Bergen in Kennermerland en raad van Hertog Philips van Bourgondie, en van Catherina van Cats), bij welke hij een zoon en twee dochters had. Hij hertrouwde 7 Feb. 1464 met Hadewig van Maelstede (dochter van Wolfert), die hem geene kinderen schonk.
....

Uit dit huwelijk 4 kinderen.