Cees Hagenbeek
Huibertje Simons Putt
Huibertje Simons Putt, geb. Brakel in 1645, ovl. circa 1720.

tr. Brakel op 25 jun 1666
met

Jan Gijsbertsz van der Meijden1, zn. van Ghijsbert Jansz van der Meijden en Jenneke Thonis Balling, ged. Brakel op 5 jun 1643.

Uit dit huwelijk 7 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Leijntje~1668 Brakel †1732  64
Sijmen*1673 Brakel    



Bronnen:
1.Gens Nostra (GN), Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995

Willem Braakman
Willem Braakman, geb. Bathmen op 12 feb 1786.

tr. Gorssel op 15 mrt 1814
met

Willemken Groot Oonk, dr. van Albert Groot Oonk (landbouwer) en Willemken Janssen, geb. Bathmen op 15 nov 1780, bouwvrouw.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Janna*1814 Bathmen    


Willemken Groot Oonk
Willemken Groot Oonk, geb. Bathmen op 15 nov 1780, bouwvrouw.

tr. Gorssel op 15 mrt 1814
met

Willem Braakman, zn. van Jan Braakman (landbouwer) en Janna Ruiterkamp (landbouwster), geb. Bathmen op 12 feb 1786.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Janna*1814 Bathmen    


Ghijsbert Jansz van der Meijden
Ghijsbert Jansz van der Meijden, geb. circa 1615, ovl. Brakel circa 1668.

tr. Brakel op 12 dec 1641
met

Jenneke Thonis Balling, dr. van Anthonis Jans Balling en Cunera Rutgers, geb. Brakel circa 1620, ovl. aldaar op 25 feb 1668.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan~1643 Brakel    


Jenneke Thonis Balling
Jenneke Thonis Balling, geb. Brakel circa 1620, ovl. aldaar op 25 feb 1668.

tr. Brakel op 12 dec 1641
met

Ghijsbert Jansz van der Meijden, zn. van Jan Jansz van Brakel en Lijn Ariens van Muijlwijk, geb. circa 1615, ovl. Brakel circa 1668.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan~1643 Brakel    


Sijmon Huijbertsz Putt
Sijmon Huijbertsz Putt, geb. Brakel circa 1597, Dijckhemelraet tot Braeckel (1649), ovl. Brakel in 1662.

tr. voor 1645
met

Jenneken Thonis, geb. Brakel circa 1620.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Huibertje*1645 Brakel †1720  75


Jenneken Thonis
Jenneken Thonis, geb. Brakel circa 1620.

tr. voor 1645
met

Sijmon Huijbertsz Putt, zn. van Huijbert Sijmons Putt en Jen Ghijsberts van Braeckel, geb. Brakel circa 1597, Dijckhemelraet tot Braeckel (1649), ovl. Brakel in 1662.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Huibertje*1645 Brakel †1720  75


Huijbert Sijmons Putt
Huijbert Sijmons Putt, geb. Brakel circa 1550, ovl. voor 1639.

tr. voor 1597
met

Jen Ghijsberts van Braeckel, dr. van Gijsbert Jacobszn van Braeckel (schout tot Brakel) en Elisabeth Jansen Jonckfrou van Ghoor, ovl. voor 14 mrt 1609.

Jen Ghijsberts van Braeckel.
3-12-1590 Jan Willems als gevolmachtigde van Assweer van Warmeloe heeft een koopvordering op Jacob Ghijsberts als bezitter MET ZIJN ZUSTER van 3 morgens land op Brakel het "anderde" onderpand (daarvan het eerste huis en hof "de Put" genaamd (....) ORA ZDp183 DSCN 0084/7640.

16-7-1590 Kwestie met tijnsbrieven (dd 1517 en 20-5-1572) met betrekking tot een perceel in Brakel, genaamd "de Put", tussen Huijbert Sijmons als bezitter van het onderpand en Asuweer van Warmeloe (ORAZ Dp177v, ). Ook akte 20-5-1597 (zie foto). Zijn oom is Ott Dircks (NB Helmichs uit Zaltbommel) zaliger. En ORAZ Dp164v afb DSCN (geestelijke goederen) 3051.

Scepenen Jan Ghijsbertsz Jan Ariaens qd Assueer van Warmeloe > presenteert bancksuijveronge tegens Jacob Ghijsbertsz ende sijn suster > Jenneken oft Hubert Jansz haere man, Item oeck tegens Huijchman van > Oever presenterende elcx oere gerichts costen soe sij enige gedaen tot > kennisse van scepenen. Actum xxij ut supra [22-8-1595] [NB. Huijchman > heeft er niks mee te maken] > > Scepenen Jan Ghijsbertsz [en] Hellensberch qd Jacob Ghijsbertsz heeft > bekent ende overgegeven dat sulcke rechtforderonge als Warmeloe op hem > ende sijn suster mit seeckere thijnsbrieff van xv gul[den] iaerl[ijks] > een tijt lanck gedaen heeft, niet beiaert en is noch hem mit enige > beiaeronge daer inne en begheert te behelpen, dan seet den brieff te > ontkennen ende niet duechdelick te wesen Actu[m] ut s[upra] > [22-8-1595].
ORAZ inv. 4, f. 96.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sijmon*1597 Brakel †1662 Brakel 65
NN     


Jen Ghijsberts van Braeckel
Jen Ghijsberts van Braeckel, ovl. voor 14 mrt 1609.

Jen Ghijsberts van Braeckel.
3-12-1590 Jan Willems als gevolmachtigde van Assweer van Warmeloe heeft een koopvordering op Jacob Ghijsberts als bezitter MET ZIJN ZUSTER van 3 morgens land op Brakel het "anderde" onderpand (daarvan het eerste huis en hof "de Put" genaamd (....) ORA ZDp183 DSCN 0084/7640.

16-7-1590 Kwestie met tijnsbrieven (dd 1517 en 20-5-1572) met betrekking tot een perceel in Brakel, genaamd "de Put", tussen Huijbert Sijmons als bezitter van het onderpand en Asuweer van Warmeloe (ORAZ Dp177v, ). Ook akte 20-5-1597 (zie foto). Zijn oom is Ott Dircks (NB Helmichs uit Zaltbommel) zaliger. En ORAZ Dp164v afb DSCN (geestelijke goederen) 3051.

Scepenen Jan Ghijsbertsz Jan Ariaens qd Assueer van Warmeloe > presenteert bancksuijveronge tegens Jacob Ghijsbertsz ende sijn suster > Jenneken oft Hubert Jansz haere man, Item oeck tegens Huijchman van > Oever presenterende elcx oere gerichts costen soe sij enige gedaen tot > kennisse van scepenen. Actum xxij ut supra [22-8-1595] [NB. Huijchman > heeft er niks mee te maken] > > Scepenen Jan Ghijsbertsz [en] Hellensberch qd Jacob Ghijsbertsz heeft > bekent ende overgegeven dat sulcke rechtforderonge als Warmeloe op hem > ende sijn suster mit seeckere thijnsbrieff van xv gul[den] iaerl[ijks] > een tijt lanck gedaen heeft, niet beiaert en is noch hem mit enige > beiaeronge daer inne en begheert te behelpen, dan seet den brieff te > ontkennen ende niet duechdelick te wesen Actu[m] ut s[upra] > [22-8-1595].
ORAZ inv. 4, f. 96.

tr. (1) voor 1597
met

Huijbert Sijmons Putt, geb. Brakel circa 1550, ovl. voor 1639.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sijmon*1597 Brakel †1662 Brakel 65
NN     

tr. (2) voor 1595
met

Hubert Jans van Willigen, zn. van Jan van Willigen, geb. in 1583, Dijkheemraad Brakel 1606, gerichtsman 1617, visser, landbouwer, ovl. tussen nov 1625 en mei 1626 .

Hubert Jans van Willigen.
Vroegste vermelding: 20-2-1589 "ingeboden in Braeckell" met vier anderen. (Hij moet verschijnen bij clockenslagh. Als de noodklok wordt geluid Bron: Viola van Vossen, Huijs en Hoff in de Vlegelstraet en historicus van der Zalm: op die lijst staan namen van mannen (16 jaar of ouder), die opgeroepen konden worden als de dijk bewaakt of gerepareerd of het dorp verdedigd moest worden (Utrechts Archief 223/807 Kapittel Oud Munster bv 15-3-1603 scan 9/15 "Dat wij in vergangen somer met die van Braeckel bij het opcomen vande riviere toe verscheijde reijssen (=keren) met clockenslagh op onsse respective dijcken gecomen sijn, over het anbreecken vande riviere te weeren, ende dat niet tegenstaende onsse uijterste devoer moeijten swaericheit ende deligentie d voors dijcken int lest in de maent Augustij sijn deur gebroecken..."); (maar ook clockenslagh van de gerechtelijke vonissen als uitspraak wordt gedaan ORA ZL 1563 p81v; ingeboden betekent mijns inziens in dit verband: voor het gerecht gedaagd/ opgeroepen door de rechtbank, zie bv 1589 ORAZ Dp166v en foto 1720; een duidelijk voorbeeld daarvan ook "met clocke gesclagh voor de kerck van Braeckell" 6-12-1683 en 16-4-1684 ORA ZDp164) mbt de erfgenamen van Christaen Huygens). Nog een voorbeeld: 1565 "Noch hebben die scelpenen van Zuilichem opten klockenslach van Brakell ten huijse van den scholtus bijnnen Boemel gesath ende verteert 13g 5st" (GA 0012/ 5505 scan 30). Hubert Jans komt op een uitgebreide lijst van naburen van Brakel uit 1581 (allen "ingeboden voor clockenslach") nog niet voor. Als Hubert Jans vader afkomstig is uit Brakel, dan komen velen in aanmerking (dingsignaten, lijst naburen p82r). De overleden Jan Ariens van Willigen zou een andere mogelijkheid zijn (zie aldaar).

Hubert Jans tho Braeckel wordt éénmaal met achternaam vermeld. 16-4-1606 als een van de zes dijkheemraden van Brakel: Hubert Jans van Willigen (GA 0124 /5133 scan 160 /1146). De anderen zijn: Gerit Cornelis, Rutger Goirts, Jan Ghijsberts, Jan Harmens, Dirck Ottens em dijkschrijver Statius Henricks. Ook zijn zoon wordt slechts op 1 plaats Jan Huybertsen van Willigen genoemd (op enkele officiële bezegelde oorkonden als dijkheemraad.

Hubert Jans te Brakel kan NIET een broer zijn van Adriaen Jansz en Cornelis Jansz van Willigen, vanwege het grote leeftijdverschil. Een waarschijnlijker optie zou kunnen zijn: zoon van de jong overleden Jan Adriaens van Willigen, maar enig bewijs ontbreekt (VOOR NADERE MOTIVATIE: ZIE ONDER DE BETREFFENDE PERSOON). Een andere mogelijkheid is dat de de naam "van Willigen" via de vrouwelijke lijn is doorgegeven, zoals bij Elisabeth (Adriaen Jansdr) van Willigen het geval is, mbt haar zoons Dirck en Adriaen Jacobs van Willigen ipv van Braeckell. Hubert Jans was gehuwd met Jenneken de zus van de schout van Brakel ,Jacob Ghijsberts. Of dat de verklaring is voor het feit dat zijn zoon Jan Huberts (van Willigen) als een van de "vrienden en magen" (de officiele juridische term voor (bloed)verwanten destijds) aanwezig was in 1636 bij de verzoening met de dorpsgenoot die Adriaen Jacobs van Willigen in 1626 bij een duel om het leven had gebracht ? (de andere vertegenwoordigers van de familie: de twee nog in leven zijnde broers van het slachtoffer, de man van zijn zus en de twee zoons uit haar eerder huwelijk, alsmede dus Jan Huberts). Omdat Jan Huberts zijn (oudste) zoon Jacob noemt is het ook denkbaar dat hij ten tijde van het misdrijf gehuwd was met een onbekende ***(dan inmiddels overleden) zuster van het slachtoffer. (Ghijsbert Jacobs leefde nog, dus zijn weduwe -zo hij al gehuwd was- valt af als potentiële echtgenote) . Kortom, het is vooralsnog niet duidelijk hoe het allemaal precies in elkaar steekt. 6-12-1538 woonde in Brakel een nabuur met de naam Hupert Jansz. Was hij de vader van de vrouw van Jan Adriaensz van Willigen, naar wie Hubert werd vernoemd, of was hij misschien toch de grootvader van deze Hubert Jans van Willigen? (GA 0124 / 4912 scan 144). Nadere gegevens ontbreken.

22-5-1614 Lijsken wed Jacob Ghijsberts schout met tutor(es) electo(res) haar twee soonen Ghijsbert en Cornelis Jacobs voor hem ende hem sterck maeckende voor haere andere broeder ende SUSTEREN... (ORAZ L p321). Dit zou erop kunnen wijzen dat behalve Anneken Jacobs er in 1614 nog een andere zuster in leven was. Zij zou de "missing link" kunnen zijn tussen Jan Huijbertsen (van Willigen) die "vrund" (=bloedverwant) was van o.m. Jan Jacobs van Goor. het zou ook de naam van de zoon uit zijn eerste huwelijk verklaren (Jacob Jan Huberts).

**/ Van Elisabeth Adriaen Jans van Willigen is één dochter met naam bekend, maar in twee vroege akten wordt gewag gemaakt van zoons en dochterS (7-12-1607 Lp120 en 22-5-1614 Lp321).
Nog een indirecte aanwijzing:: Als Ghijsbert Jacobs van Brakel overlijdt worden in 1618/19 zijn bezittingen verkocht/ overgedragen aan: zijn broer Jan Jacobs, een onbekende Claes Peters ( 1643 weduwnaar van Jacobken Cornelis)*****, Anthonis Gerits (gehuwd met zus Anneken Jacobs) en HUBERT JANS, eveneens een verwant. Cornelis en Adriaen Jacobs komeen in dit verhaal niet voor, maar dat is qua Adriaen te verklaren: 20-11-1607 verkoopt Adriaen de erfenis, het gerechte 1/6 van zijn vaders goederen aan zijn oudste broer Ghijsbert Jacobs en aan Anthonis Gerits, de man van zijn zuster. HBZ L p189v.

((***** NB Claes Peters en Jacoba Cornelisdr. In de nacht van 15 op 16 september 1627 baart Maijken Huberts een zoon. Zij verklaart voor het gerecht dat Geurt Rutgers jongeman uit Brakel de vader is van het buitenechtelijk kind. Jan Jacobsz van Goor, schepen, stelt zich borg voor de alimentatie voor het kind; de moeder en Jenneken Hendricksen (vrouw van Dirck Otten Glummer?) verklaren hem schadeloos te zullen stellen (afbeelding). Kort daarop wordt een contract opgesteld ten behoeve van een min genaamd Jacoba Cornelisdr, met Claes Peters haar man: "...te sogen een kindt eerstcomende saterdagh wesende veerthien daghen, van Maijcke Hubers en Geurt Rutgers, voor 24 stuvers en een pondt suijckers..." (ORA Zuilichem, dingsignaat 26-9-1627 pag 75 afb 122/0878) )).

Hoge Bank van Zuilichem, geloftesignaten: 23-11-1623 : - Hubert Jans nabuer tho Braeckel als man ende momber Lijsbeth sijnen huijsfrou. In een akte van 27-4-1615 treedt Hubert Jans op als echtgenoot en momber van Lijs Dircsdr zijn huijvrouw, en echte wijf Ariaen Wouters zaliger. (HBZ L p327v). Lijsbeth is dus eerder gehuwd geweest met Ariaen Wouters, oudste broer van Jan Wouters en Margriet Wouters, die van hun vader huis en hof hebben geerfd aan de Vlegelstraat in Brakel. Als Ariaen overleden is woont Lijsbeth er met haar nieuwe echtgenoot Hubert Jans; dit is al voor 1609 (ORA Dp80 fotoTiel 0680). Een jarenlang voortslepend geschil over 2/3 van het tijnsgoed tussen hen en de kinderen van Wouter Cornelisz zaliger (en vooral van diens dochter Griet Wouters en haar man) is het gevolg. Een geschil "tussen verwanten" met een verwijzing naar de Hoge Bank. Op 19-8-1619 "dat de scholtus van Braeckel ghiedt wegen Huijbert Jans wet gedaen te hebben aen Griet Wouters weduwe Anthonis Corstens" (ORAZ Dp29) (Begrenzing O: boomgaard Dirck Martens Muijll -> Arien Jans 22-5-1625, ORAZ Lp203v). Op 20-11-1619 wordt besloten tot een "vrundenbijeenkomst" om de plooien glad te strijken (ORA ZDp38v DSCN 84/ 7664). 17-2-1620 "hoffstadt tho Braeckel daer Hubert Jans tegenwoordich op woont (Z: Cornelis Thonis, N: Jan Jans, W: (vlegel)straet" (ORAZ Dp43 DSCN 84/ 7672). In 1623 dezelfde namen als begrenzing maar dan O resp W. Dat kan omdat de Vlegelstraat noordoost georiënteerd ligt.

27-3-1605, bovenstaande zaak wordt voor het gerecht aangespannen: Jan Wouters en Tonis Corstens van Gelove: een zekere hof in Brakel was hun vaders goed, dat Hubert Jans nu onderneemt te gebruiken. Hij beschouwt dit als zijn goed (ORA ZDp29 foto 1713).

23-11-1620 Hubert Jans verkoopt als echtgenoot van Lijsken 1/3 van een hoofken te Brakel met dezelfde rechten als Arien Wouters de oudste zoon van Wouter Cornelis daarop placht te hebben. De koop is op 17-1-1623 geannuleerd door de heer van Meijnerswijck. (ORA Z Lp61v).

29-1-1617 Huijbert Jansen en Anthonis Jansen zijn gerichtsmannen te Brakel (GA 0124 /5070 dossier 1618/5 scan 308-9).

Hubert Jans betaalt tot 8-12-1612 tijns aan de Heer van Brakel (tijnsboek Brakel en Rodrichem , GA 0379/ 1212 nr7 scans 45-48 ), hetgeen later wordt overgenomen door zijn zoon Jan Huijberts en daarna door diens zoon Jacob Jan Huijberts (en Ott Dircks en de helft heeft Jan Willems op den oijevaersnest) . Het tijnsgoed (Laurens Jans hoff te Brakel) deelt hij met Adriaen Jans Versteegh (de Corte) en het kwam van Lauwerens Jans. In de kantlijn: "dese hooff staet op Hubert Jans nu opde .is" (9-4-1579 p28 Lauwrens Jans betaalt tijns aan Reijner van Aeswijn tbv Josijna van Broeckhuisen uit hofstadt O:Dirck Aelbertsen W:Tonis Laurens erven.) Is gelooft aan Adriaen Jans Versteech gnt de Corte 1609 fol 217. Daarin koopt Adriaen Jans van Jan Walravens uit Gorinchem de tijnsbrief ten laste van Laurens Janssen, groot twee gulden per jaar. Uit het tijnsboek Brakel en Rodrichem 1612-1629 (Gelders archief): Hubert Janss "gelden jaerlijcx uijt den hoffstadt (BYNNEN DE KIJFFDIJCK) van Louwerens Janssen*** gecomen waervan Adriaen Janssen De Korte de wederhelffte toecomen" (ook wel bekend als Arien Jans Versteegh), gehuwd met Marij Jans en "swager" (oudnederlandse betekenis: aanverwant in ruimere zin itt bloedverwant) van Arien Jans Blancken).(foto's: 79/6629-6630 en 66/5332-5). Verderop in het tijnsboek: " NB modo van Laurens Jansenshoff besitter Jan (Cornelisse) Valckhoff " (scan 156/194 en foto 70/ 5775 (JC Valckhoff trouwt de weduwe van achterkleinzoon Jan Huberts) en "modo Peter Andries" na 1676 (scan 159/194). Uit de tekst bij de leen "Vonckenhoff" (zie onder Hubert Jans kleinzoon Huijbert Jans) is de kijffdijck het stukje hoge dijk ten zuiden van de ovenweerd, juist ten westen van de veerdam. De Vonckenhoff ligt daar BUITEN de Kijffdijck. Wat dan weer verwarrend is, is dat in de copie van 1696 met kanttekeningen niet Ovenweerd staat, maar Weijweerd (foto 70/ 5775).

Er werd veel gekijfd/ gekeven in Brakel. Bv kaart : F3431. Als dit perceel aan de kijfdijk het kijfland zou zijn in het Leuvensveld, wat vermoedelijk dus NIET het geval is,, dan zou het grenzen aan de Maijwaij. De oostelijke begrenzing (het kijfland) werd in het vasalorum van Brakel in 1544 aangegeven als land van Ghijsbert Jacobs (van Brakel) en Arien Goertsen. ORAZ L 28-3-1646 p11 De Kijfweert is een zandplaat verder stroomafwaarts in de Waal. "Kijffweert tegens over het Monickenlandt gelegd" in de goederenbeschrijving van de heer van Brakel: "gelegen beneden (ten westen van) Brakel inden Wahaelstroom" (1635 ORA ZDp59 foto 5866 ORA1650-60) (NB 1569 ORA ZDp8v ene Bastiaen Jan Lauwen ingeboden; NB 1546 GA 0124 /4912 scan 143: Johann en Thoenis Louwen getuigen voor de schout van Brakel).

3-8-1595 Hubert Jans verkoopt 2,5 m Sochheuvel te Brakel aan Jhr Joost van Ghiessen (met last per morgen van 5 voet Nieuwendijk tegen het schouten-wielken); O: erven Dirck Gielissen W: Renesse vicarije Z: Jhr Joost van Ghiessen N: wetering (ORA ZLp39). Op 4-6-1616 wordt Hubert Jans vermeld als oosterbuur van 3m sochheuvel die Cornelis Willems van Zuilichem aan Peter Ariens van Muijlick verkocht (ORAZ L p258v), dezelde situatie als op 25-9-1611 (fol 258v) en 26-7-1622 HUBERT JANS als westerbuur van 3 morgen land op de Sochheuvel en van een morgen land genaamd "den Esken" te Brakel, dat Joost Cornelis verkoopt aan Jan Thonis Corstens (HBZ L p2v): het gaat op dezelfde lokatie: Kaart F 3446. (NB 25-7-1542 (....) Toenis Jan Jacopssz. ende hefft geloefft Reiner van Aesswyn thins (....) uuytt twe mergenn lants gelegenn indenn gericht vann Brakell genaent die Eskens boevenn naestlant gelegenn is ARIEN JANSSZ end beneden Peter Janssz.

(NB ook op de Sochheuvel ten oosten? 18-11-1597 Jhr Joost van Ghiessen ambtman koopt van Arntke Gielissen (x Jacob Quirijns) twee oude erfbrieven achter de sochheuvel 16h dd 1502 en 1/2x5m dd 1504 (ORA ZLp65v)) Hij koopt ook op de sochheuvel 2,5m (N: Dirck Pieck W: Jan Ghijsberts) van Jenneken wed Cornelis Claesen Pellenaer en zoon Claes Cornelis) En ook: 4-6-1580 Adriaen Peters van Muijlick koopt (van joffr Elijsabeth van Roosvelt? weduwe van Plettenburg wonende te Oijen) 1,5 van 4m genaamd de Soghheuvel te Brakel (O: erven Jan van Herwijnen, W: Leijerdencamp, Z: schepen Jan Ghijsberts, N; Bevingsteeg) ORA ZLp44v.

6-7-1600 Hubert Jans wordt te Brakel vermeld als belenden perceel ten oosten van "een hoffstadt" dat tevoren in gebruik was geweest door Jan Koemen of diens zoon (ten westen van Koemens land ligt een straat). "Jan Vasterits heeft gerichtelick opte Walstadt aengefangen" tegen Koemen. (ORA ZDp175 foto 3763). Wortd gevolgd door: Jan Vasterits gericht op goederen Adriaen Wouters Koijman tot Braeckell (kantlijn coop 1608).

11-1-1605 De gevolmachtigde van de heer van Brakel onderneemt gerechtelijke stappen voor het innen van tijns van Hubert Jans, Claes Gerits Smets, Gerit Tonissen, Willem Peters Spijck en Cornelis Tonissen (ORA ZDp23).

22-1-1608 De Heer van het Munnikenland "heeft gerichtelick op de walstadt aengefangen" een procedure over het "gemeijnt de Hovent"in Brakel, met daarop alle straten, stegen, huizen, hoven, beesten en inboedel. Huis en hof van Jan Ghijsberts, HUBERT JANS, Rutger Geurts of diens kinderen naast Adriaen Peters Mulick, Jan Thonis, Aelbert Aelberts, Gerit Cornelis Salm en (opnieuw0 Rutger Geurts (ORA ZDp66 foto 1694).

28-1-1623 In den dorpe van Braeckel gelegen huis en hof van Hendrick Ariens te Brakel...... Hubert Jans ten zuijden ...(W: Jan Schaep, N Geurt Rutgers)....... streckende voorn(oemde) ten oosten aen die gemeijne straet g(e)n(aem)t de Gortstraet (ORAZ). Ook in 1615: Huijbert Jans hoff in de Gortsteghe (slootkeur Brakel 1615- DSCN 111/ 9873-6 ). Huijbert Janshoff wordt genoemd met Jacob Janshoff (van Dusseldorp), ten noorden van hen Jan Hanricks Blancken; ten zuiden Henrick Ariens en dan vervolgens verder naar het zuiden Rutger Geurts, de Richtershof en Jan Hermans huis. De percelen liggen aan de westkant van de Gortstraat. In een akte van 29-4-1628: Jan Huberts ten zuiden van huis en hof van Henrick Ariens. (Ten noorden van tijnsgoed Henrick Ariens de erven Geurt Rutgers, W: Jan Ariens Schaep, O: straat ORA ZLp104v).

25-5-1624 Hubert Jans als belenden (ten westen) van een boomgaard aan de Vleugelstraat te Brakel, die Dirck Martens Muijl verkoopt aan Arien Jans inwoner van Brakel.

21-9-1621 dingsignaat ORA Zuilichem p109): "Hubert Jans (eijscher) contra Jonkheer Joost Pieck heer tot Zuilichem ende Arien Buijs, (gedaeghden) condeserende tot sijn erffgedeelt van seeckere landerije tho Braeckel van Juffr Wilhelm(in)a van Herwijnen volgens desselves testamentaire dispositie". ( ORA ZDp109) Zaltbommel 2013-2 DSCN 4595 of 0084/ 7683; ook foto 4595 zaltbommel 2013-1). Tussen de vele erfgenamen van Wilhelm(in)a van Herwijnen Ottendr: Adriaen, Jan en Grietgen Wouters. (De echtgenote van Adriaen Wouters hertrouwde Hubert Jans en de dochter van Jan Wouters Huberts huwde Huberts kleinzoon Jacob Jan Huberts). Ook genoemde Jan Wouters te Brakel procedeerde tegen de heren Pieck en Buijs vanwege dezelfde kwestie (1619, ORAZ Dp19 foto 93/ 8363).

(NB De sochheuvel in Brakel 3,5 m) was een van de percelen die Wilhelma van Herwijnen naliet. Tijdens diens leven mocht haar tweede man, Dirck Pieck, het in tocht gebruiken (ORAZ 1583 p98-99). Het deel van de Sochheuvel dat door Hubert Jans verkocht werd is echter niet hetzelfde. Dit deel hoorde eerder toe aan Jasper van Meeteren, zodat het hier zou kunnen gaan om Hubert Jans genaamd van Meeteren in Nieuwwaal.).

26-1-1606 Hubert Jans aan de oostzijde van 14h land op het Leuvensvelt te Brakel. Het land was van (rentmeester van de geestelijke goederen) Gerit Crom Petersz (gevolmachtigde is Hanrick de Bije), met ten westen daarvan land van de erven van schout Jacob Ghijsbertsz. (De 14h was ooit bezit van Peter Jan Wouters en later van Aert Aert Engberts en Peter Versluijs) ORA Dp53v foto DSCN Tiel/0667 en foto 1701).

20-2-1607 ".Lijsken weduwe Jacob Ghijsberts scholtz tot Braeckel zal(iger) en tutor electo en Ghijsbert Jacobs oir soon als interveniërend(*) voor Hubert Jans prom(issen)t den selven Hubert Jans schadeloos te halden van sulcken coop als Gerit Crom als (ge)volm(achtigde) Eelken Wynters op voors. Hubert Jans geworven heeft (den coop a(nn)o 1606 den 21 nove(m)ber) ende beloove den selven coop, indien die bastant (toereikend/voldoende/bij machte is), te verplegen tot kennisse van schepen(en), buijten alle schade Hubert Jans voors." (ORAZ Lp181v) (*) interveniëren = zich in een proces tussen twee partijen zich vanwege zijn belang mede partij stellen, of zich bij een van de partijen voegen). 21-11-1606 Gerit Crom (Peters) als gevolmachtigde van Eelken Wynters heeft coop gewesen op de goederen van Hubert Jans als bezitter van Aert van Tuijls goed te Brakel "vermits schepen tijnsbrieff van F3,= jaerlicks (9-3-1550 op St Antonis abt) " (...) bijgeschreven: "Hubert Jansen luijt coop act 23-1-1607" (ORA ZDp51).

1-2-1618 (circa) Ghijsbert Jacobs (van Braeckel) verkoopt 3 morgen int Leuvensvelt te Brakel, "daer Hubert Jans die ander helft of wederdeel van toecomt onverscheijden mitten anderen ingelegen" aan Ghijsbert Jan Ghijsberts in allodio met dijk, dam, sloot en wetering. (O: Aert den Duijsteren W: Hanrick Jans Z: Langerackse weteringe) HBZ L p390v. Daaronder staat genoteerd dat (slecht leesbaar) bedrag ... "bij Ghijsbert Jacobs gelooft Jan Sanders (van Well wonende tot Braeckell)"...1613 fol 287(v).en noch een affreeckening mit Jan Sanders voors. gehalden waer Ghijsbert Jans voors. die .... van heeft". Ghijsbert Jacobs heeft in 1613 1 morgen in gebruik van Jan Sanders en andere goederen, (in de kantlijn: weduwe Jans Verstege gecoop).

1615 Huijbert Jans hof in de Gortssteghe. Slootkeur. Wilgen moeten weg. bij Jan Henrickshoff en Huijbert Janshoff (en in de kantlijn) Jacob Jans hoff (foto 9874).

Met zijn zoon Jan Huijberts genoemd in de dijkkeur van 1628 in Brakel (Streekarchief Bommelerwaard).

nov 1628. Hubert Jans verclaert van aenvanck $ d'weduwe Cromenije Jhr Anthonis van Aeswijn heer van Braeckel verclaeringh van wederleggen van coop (ORA Z D p125v).

22-3-1623 (ORA Zuilichem Dp 187v) "Hubert Jans tho Braeckel als besitter van goederen gecomen van Joost Ghijsberts zaliger met tijns van vijff golde gulden iaerlicx volgens seeckere overgeleede registre" :koopvordering door de rentmeester van de geestelijke goederen Andries Willems. (foto 87/ 7872).

3-12-1629 "Jan Henricks Blancken nabuer tot Braeckel constituit ad lites (=benoemd in het geschil) Jan Huberts sijnen swaeger (ORAZ Dp160v foto ORA 1620-1654 DSCN3748). In het oudnederlands betekent swager: aanverwant (ipv bloedverwant), ook dus schoonzoon, schoonvader. NB Jan Hanricks Blancken is ook de schoonvader van Hubert Jans' zoon Jan Huijbertsz van Willigen.

1648 9e rekening van de Rentmeester Marten Holl van de geestelijke goederen in de Tielre- en Bommelre waarden 1648/49: "Tinsen van de geesthuijsmrs indertijt tot Braeckel" "van vijff goltguldens iaerlicx uijt lant opde Hoevent gelegen t'welck soomen verstaet bij de erffgenaemen van Huijbert Jans beseten werdt is bij faulte van genochsaem bewijs niet geproisfiteert dient ter memorie" (Dam GA (2) / 4425-6) (GA 0003/532 scan 231-2/362). Ook in de rekening van 1661 komt deze tekst weer terug (GA 0003 / 533 scan 260/392).

27-6-1617 Hubert Jans is zuiderbuur van 11 morgen "Hovent" te Brakel, die Jhr Handrick Pieck van Tienhoven verkoopt aan brouwer Adriaen Buijs uit Gorinchem. De Noorderbuur is Lijsken (van Willigen), de weduwe van schout Jacob Ghijsberts van Braeckell. HBZ L p375. Jhr Handrick Pieck Dircksen was 7-10-1616 tijs verschuldigd uit de Hovent aan Aert Peters waard in den Bentum (ORA ZLp356).

In de verschillende naamlijsten (naburen, keuren, haardstedegeld, verponding) in Brakel zijn de opeenvolgende generaties alsvolgt terug te vinden: 1570 en 1581 niet, Hubert Jans 1615, Hubert Jans en Jan Huberts 1623, Jan Huberts 1628, 1630 (overleed 1638), Jacob Jan Huberts 1642, 1647. NB In 1570 zijn er 11-12 naburen met de naam Jan in Brakel, en 4 op de (onvolledige) lijst van 1581.

De volgende Hubert Jans is vermoedelijk Hubert Jan Huberts van Meteren in geschil met Wouter Adriaens van Aelst over 4 morgen land te Aalst HBZ L 18-11-1609 p231v. Deze persoon wordt vaak vermeld in de ORA Zuilichem, itt Hubert Jans tho Braeckel.

** In de 5e alinea wordt Louwerens Janssen genoemd, van wie de hoffstadt afkomstig is die Hubert Jans en Ariens Jans Versteegh delen. Hij wordt vermeld in de HBZ L p28 op 9-4-1579: "Laurens Jans is tijns verschuldigd (aan de Vr van Brakel)uit een hofstad te Brakel O: Dirck Aelbertsen W: erven van Tonis Laurens. Eerder op 2-4-1594 koocht ene Laurens Rommen (van Jan die Vael Hanricksen) te Brakel de `Aelbert die wevershof` (W: de molensteeg, O; Willem Peters, N: de waaldijk (ORA ZLp20).
Over de buren W: (erven) Tonis Laurens en O: Dirck Aelbertsen: Tijnsboek Brakel en Rhodegem GA 0379/ 1212 scan 15 fol 1, tijnsgoed binnen de Kijffdijck in Brakel, gekomen van Thonis Lauwen-> Gerrit Anthonis ->. Weduwe Gritgen Schoocken met handmerk tekent in 1646 voor 12 jaar tijns en Arien Dircxsen tekent mede. (achter de hoff daer Gijsbert Meus woondt en schietende voor aen de straet).

NB Ook een Lourens Jans en Tonis in de Dijkboeken land van Altena, 16e eeuw: Ban Waardhuizen : [db27, f.73]= ca 1580 [wa.20b] (papier weg) [db25: =ca 1520 Laurens Janssen] IIII mergen, [nuck] (papier weg) [I]I mergen, [en] Tonis (papier weg) II mergen [totaal db25: 110 mergen 3 1/2 hont, f[aci]t I cX mergen III 1/2 hont] EN 24-10-1546. Schepenen Jochem van Gyessen en Ott van Herwijnen. Derick Wijssersszn, Henrick Gerritszn, Herman Jansszn, Johann Lauwen, Claes Geretszn, Johan Daemen, Peter Janssz, Thoenis Lauwen, en Henrick Zegersszn. leggen een getuigenis af mbt het aanleggen van een krib. (op scan 143 bevind zich een afschrift van een akte opgemaakt door de schepenbank van Zuilichem in 1546. Bron: Hof van Gelre en Zutphen, Procesdossiers, inv. 4912).

In de kantlijn: is gelooft Adriaen Jans Versteech gnt de Corte 1609 fol 217". Op 21-2-1609 wordt door de gevolmachtigde van Arndt van Aeswijn, Hr van Ruwiel, uit zijn volmacht van de schout en schepenen van Nijenrode het bezegelde besluit gepasseerd aan schout en schepenen van Zuilichem: Een tijnsbrief van 2,= per jaar in bezit van Jan Walravens van Gorinchem ten laste van Laurens Jansen dd 6-4-1579, wordt verkocht aan Ariaen Jans de Corte van Braeckell".

In dezelfde 5e alinea wordt een ander tijnsgoed Van Adriaen Jans Versteegh als "Jan Brandenhof" (aan de Molensteeg + 4 hont) aangeduid. In de ORA: Jan (IJs)brands op 17-4-1563 als koopman (p24) en op 6-1-1571 als koper van 1/2m op het Hout te Brakel (p3). Wel veel vermeldingen van IJsbrand Jans (bv samen met Jan Dircks Glimmers, kopend land op het Hoijck en met land naast de Zijving, naast H&H Baldewijn Ghijsberts (21-10-1565 p45,46v) en diens kinderen op het luijsveld (7-5-1578) en erven 13-3-1567 (p118v).

Transcriptie van een gedeelte van het leenboek Poederoijen in GA 0423 /3 scan 38 /188): 2 mergen geheten den Wilderik.

- 16-4-1571 Arien Hendricksen t' BRAKEL ontfangt dit leen als momber ten behoeve van sijn onmundige soon Hendrik Arissen ziet leenboek in francijn folio 30.

(voor hem 23-9-1557 PeterPetersz tbv Peterken Peters Engbertsdogter (francijn folio 1 verso) en 6-11-1562 Lenarts Geritsz als momber van Willem Jansen (leenboek in francijn folio 16).

- 20-11-1575 Jan Mathijs die in den naam van wegens HUBERT JANSZ dit verheft: (Dit zal NIET deze Hubert Jans van Willigen zijn, want pas 12 jaar oud) ** ziet leenboek in francijn folio 30 verso ( **=legt eed van trouw en hulde af).

- 28-6-1577 Jan Thonisz als voogt en momber voor Lijs Ariensen en heeft voor haar dits te leen ontfangen door doode van haar vader Arien Hendricksz ziet leenboek in francijn folio 32.

(na hen 30-7-1584 Jacob Zegers . Een samenvatting op scan 3/188. " 2 mr de Wilderick boven Jan Willem ?Steez en beneden dheer met het oeves, daer na Willem Janss, daer na Hendrick Arienss, daer na HUBERT JANSS, daer na Jan Tonis wegens Lijs Ariens, daer na Jan Zegers.

Geboorte.
Toegang 0124 Inv. 5043 Procesdossiernummer: 22 Otto Pieck, heer van Tienhoven contra de heer van Deil, Spolie Middelweerd tegen Herwijnen.

Scan 389.

Wij Johan Gijsbertsz ende Matijs Mertensz [van Andel] schepenen in Suijlicum ende wij Geriet Antonisen [van Balen] ende Jan Ariesen Schap [Schaep] heemraden ende geswoerens in Braeckel, tuijgen ende zertificeeren dat voor ons gecomen ende herscheenen zijn dese naebeschreven persoonen, ende inwoenderen tot Braeckel goet van name ende famen om conde der waerheijt te geven. Voor eerst soe tuijghen Jan Hermensz [Valkhof] audt ontrent drijentsoeventich jaeren ende Huijbert Janssen [van Willigen] audt ontrent soevenveertich jaeren dat sij dat viswater tot Suijlicom gehuert hebben gehadt vanden heer van Thienhoeven in verscheijden jaeren, beginnende van aº 1591 tot aº 1609 toe sonder dat haer luijden ijmant gemoijt heeft, die hem dat viswaeter onderwoude off becroijde, dan alleen den heer van Thienhoven, daer sij de pachten aen betaelt hebben. Noch tuijchden Bastiaen Geraetsen [Grandia] audt ontrent vierentwijntich jaeren, ende Jan Aertsen Schap [Schaep] audt ontrent vijfendertich jaren, dat sijluijden dat viswater van wegen den heer van Thienhoven, met Jan Hermensz voorsz. als venniten?, oock in dese voorsz. jaeren rustelijcken ende vredelijcken gebruijckt hebben sonder dat haer ijmanden anders gemoijt heeft, dan alleen den heer van Thienhoeven. Noch tuijchden dese voorsz. comparanten, dat ... etc, etc ... Noch tuijchden Jan Joosten audt ontrent vierendertich jaeren ende Stoffel Aertsen audt ontrent achtentweijntich jaeren als dat Jan Joosten gehadt heeft vanden heer van Thienhoven ongeverlijck tsoeventich bos schragel rijsen, die welcke Stoffel Aertsen verclaerden dat hij die gesneden heeft op het Suijlicomse middelsant in aº 1609 in Mertio ende dat Jan Joosten hem daer toe gecregen heeft om te snijden van wegen den heer van Tienhoven, alsoe den heer van Thienhoven doen geen aerbeijders en hadde te missen om te snijden. Hier van tuijghden wij schepenen in Suijlicum, ende geswoerens in Braeckel boven verhalt, ... etc, etc ... 2-5-1610 ouden stijl ....

Wordt in een namenlijst van keuren in Brakel nog vermeld in 1923 evenals zijn zoon Jan Huijberts (foto 0069/5548).

1626 mei Andries Willems coop op d' erffgenaemen van Hubert Jans to Braeckel (ORA ZDp19).

Preciezer tussen nov 1625 en mei 1626:. Lopende zaken dingsignaat Zuilichem: Eerst nog Hubert Jans daarna Jan Huberts tegen Joost Pieck en Adriaen Buijs (ORZ Dp286 en p18v).

3-12-1590 Jan Willems als gevolmachtigde van Assweer van Warmeloe heeft een koopvordering op Jacob Ghijsberts als bezitter MET ZIJN ZUSTER van 3 morgens land op Brakel het "anderde" onderpand (daarvan het eerste huis en hof "de Put" genaamd (....) ORA ZDp183 DSCN 0084/7640.

16-7-1590 Kwestie met tijnsbrieven (dd 1517 en 20-5-1572) met betrekking tot een perceel in Brakel, genaamd "de Put", tussen Huijbert Sijmons als bezitter van het onderpand en Asuweer van Warmeloe (ORAZ Dp177v, ). Ook akte 20-5-1597 (zie foto). Zijn oom is Ott Dircks (NB Helmichs uit Zaltbommel) zaliger. En ORAZ Dp164v afb DSCN (geestelijke goederen) 3051.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1601 Brakel †1638 Gameren 36


Gijsbert Jacobszn van Braeckel
Gijsbert Jacobszn van Braeckel, geb. circa 1512, schout tot Brakel, ovl. circa 1595.

Gijsbert Jacobszn van Braeckel.
22-1-1566 Verdrag tussen Munnikenland en Brakel, mede ondertekend door Ghijsbert Jacobs scholtus te Brakel.

1-5-1595 Schrijft Ghijsbert Jaecops als secretarius van Brakel -namens de Heer van Brakel- tijdens de 80-jarige oorlog een indringende brief als verweer tegen de hoge belastingen opgelegd aan het dorp, na alle geleden schade ten gevolge van de innundaties en brandstichting door de vijand.

9-3-1599 Ghijsbert Jacobs schreef een verklaring tbv een geschil tussen de heer van Aeswijn en dhr Dirck Pieck van Tienhoven over percelen op de Hovent in Brakel. Over het jaar 1595 toen hij secretaris was van Brakel. (GA 0124 / 5021 scan 753/955). In de scans 763-765 wordt in een getuigenverklaring het gesprek weergegeven tussen de heer Pieck van Tienhoven en zijn zoon Jacob Ghijsberts, waarbij deze door Dirck geadresseerd word als "neeff" .

23-8-1567 Ghijsbert Jacops van Brakel koopt met Hanric Willems Posthonwer (of Posthouwer) van Willem Willemsen de helft van 2,5 morgen "Rossums Gheeren" te Brakel. (HBZ L p 47v ). Het andere deel behoort de kinderen van Beris Wouters toe).

21-6-1569 Claegen Tuenis Jans, Cornelis Jans en Aleijt Jansdr kijnden Jan Dircksen op en over Ghijsbert Iacobs scholtus tot Brakel, dat erf en goed besit (...) so die beclaeghde sulckx erf ende goet niet geruijmpt en heeft .... .
(ORA ZDp6v).

31-1-1564 Ghijsbert van Brakel, schout (HBZ L p63).

14-1-1568 Als westerbuur van 2,5m land van Claes de Roij (HBZ L p2v).

NB 23-5-1634 Zuilichem dingsinaat p2: "Jonckheer Johan van Wylich, Heer tot Kervendonck heeft coop gewesen op 3 mergen lant te Braekel opt Hout gelegen bij Jan Huberts gepossideert, met tijnsbrief van 24 gulden iaerlicks anno 1548 den 18e february gelooft daer op d'helft is gelost, voor t'gebreck van betaelinge der verloopen thijnsen" (ORA ZDp2 DSCN 5861). In het verpondingskohier van Brakel 1649 staan de 3m op naam van Arien Tijssen, Z: Jacob Blancken 3m met een kooi. Idem 29-11-1655: "Drie mergen landts tot Brakel opt Hout gelegen, goederen van Henrick Jans Blancken en Jenneken Ariensdr als naecomelinghen van besitteren Jan Huberts en Arien Thijs, gecomen van GHIJSBERT JACOBS met tijnsbrieff 18-2-1548" (ORAZ D p405v DSCN 5977). (NB HJ Blancken is gehuwd met een dochter van Arien(Thijs); Arien Thijs en Jan Huberts waren beiden gehuwd geweest met Geurtje Jans Blancken).

154. Het goed, genaamd Inschild, (1495: met huis en hofstede; 1569: in zijn geheel met Alm 20 morgen groot; 1594: waarvan 15 morgen met huis, hof en boomgaard, oost: de leenman, west: de Alm). 15-4-1387: Jan van Goor, familie Matenesse, inv. 1140. 10-12-1388: Jan van Goor zoals zijn ouders hielden van Altena, LRK 51 (XII)fol. 5v en (XIV) fol. 15, LRK 50 fol. 282v nr. 1181. .-.-1441: Willem van Goor, als getuige vermeld 1429, A fol. 15, Godshuizen den Bosch, Tafel van de Heilige Geest, regest nr. 1778. 26-10-1465: Balthasar van Goor bij overdracht door Willem, zijn vader, bevestigd door Jan en Melchior, zijn broers, die na de dood van hun ouders binnen 3 jaar respectievelijk 50 en 300 schilden zullen krijgen, en de ouders houden 25 schilden jaarlijks met lijftocht van Elisabeth van Rijswijk, zijn vrouw, A fol. 17v. .-.-1495: Jan van Goor bij dode van Balthasar, zijn vader, met lijftocht van Elsebeen Letters, zijn vrouw, op 5 morgen of f 10,- rijns en hij mag de helft of een vierde zonder bezwaar verkopen, A fol. 17v. 23-8-1527: Belast voor Balthasar en Elisabeth van Goor met f 20,- rijns door Jan van Goor, gehuwd met Margaretha van Goor, te lossen 1:16, A fol. 17v. 18-10-1534: Belast voor Margaretha, gehuwd met Jan van Goor, en de kinderen met f 10,- rijns, A fol. 17v. 20-7-1542: Jan van Goor bij dode van Jan, zijn vader, A fol. 17v, B fol. 16v. 17-5-1559: Belast voor Balthasar, zoon van oude Jan van Goor, Willem van Goor, zijn broer, Elisabeth en Jenneke, hun zusters, met f 30,- rijns door Hubert Cornelisz, gehuwd met Anna van Goor, GIJSBERT VAN BRAKEL, GEHUWD MET ELISABETH VAN GOOR, Jan Verplas, gehuwd met Otto van Goor, en Balthasar, zoon van jonge Jan van Goor, A fol. 18v, C fol. 24-25.

Het leen 154 gesplitst in 154A, 154B, 154C en 154D. 154A. De Inschild (1559: in Giessen) tot de halve Alm van Lijs Willemsz. alm of erf met de kooi tot de dam, waar men van de Inschild naar Rijswijk rijdt, zijnde huis, hofstede en timmering en alle land daarachter behalve de lenen 154 B-D, (1569: groot 5 morgen, jaarlijks 76 pond waardig). 6-6-1554: Balthasar van Goor bij dode van Jan, zijn vader, en een last van f 150,- karolus voor de kinderen van Jan van Goor Balthasarsz. komt voor de andere percelen, A fol. 18v, B fol. 17v18. 1-12-1561: Jan Piek bij overdracht door Balthasar van Goor Jansz, A fol. 18v, C fol. 26v. De volgende beleningen zijn gelijk aan nr. 129. 39 154B. De zuidwesthoek van de Inschild, groot 4 B 5 morgen, tot de halve Alm noordwestwaarts van de dam tot de Inschild, (1569: zijnde 7 morgen, waarvan 5 hoog en 2 laag, die vaak onder water staan,--met de Alm van de brugdam op tot Jan Pieks alm en van de Schorftheuvel tot de dam, waarvan de 5 morgen jaarlijks 30 pond waardig zijn). 6-6-1554: Gijsbert van Brakel voor Elisabeth, dochter van Jan van Goor, zijn vrouw, bij dode van haar vader, A fol. 18, B fol. 16v. .-.-1569: Wouter Gijsbertsz, die aankwam bij overdracht door Elisabeth, dochter van Jan van Goor, te Woudrichem vermeld, LRK 340 fol. 150v. 31-3-1599: Jacob Gijsbertsz. bij dode van Elisabeth van Goor, zijn moeder, waarna overdracht aan Gijsbert Antonsz. Botterman, LRK 139 fol. 211v-212v. 7-1-1600: Willem Nikolaasz. van Sorgen, koopman te Rotterdam, bij overdracht door Nikolaas Pietersz. te den Haag voor Gijsbert Antonsz. Botterman, LRK 136, fol. 412-413. 29-4-1604: Johan van Matenesse Nikolaasz, ambachtsheer van Lisse, Giessen enz, bij overdracht door Willem Nikolaasz. van Sorgen, koopman, LRK 136 fol. 361-362. De volgende beleningen zijn gelijk aan nr. 129. 154C. Een perceel van de Inschild met de Schorftheuvel en dwarsakker, kersenboomgaard op de Schorftheuvel tot de sloot ten halve Alm westwaarts tot de Penningwaard, (1563: vanaf Wouter Gijsbertsz, die verkreeg van Gijsbert van Brakel voor diens vrouw; 1569: groot 5 morgen, jaarlijks 24 pond waardig). 6-6-1554: Gijsbert van Brakel voor Otto, dochter van Jan van Goor, bij dode van haar vader, A fol. 18, B fol. 17. 2-1-1559: Jan Verplas voor Otto van Goor, zijn vrouw, A fol. 18. 16-3-1563: Jan Piek bij overdryacht door Jan Verplas Adriaansz. voor Otto van Goor, diens vrouw, A fol. 18, C fol. 26v-27. De volgende beleningen zijn gelijk aan nr. 129. 154D. Een perceel van de Inschild, zijnde de Penningwaard tot Jan Hagens Penningwaard met de 10 hont, waar de Hop op ligt, strekkend van de Penningwaard tot de steeg naast de Weynakker met de wilgen over de sloot (1569: in Giessen, groot 5 morgen, jaarlijks 31 pond waardig). 6-6-1554: Gijsbert van Brakel voor Anna van Goor bij dode van Jan, haar vader, A fol. 18, B fol. 17v. 31-1-1559: Hubert Cornelisz, droogscheerder te Gorinchem, voor Anna van Goor, zijn vrouw, A fol. 18. 12-7-1566: Jan Piek bij overdracht door Hubert Cornelisz. voor Anna van Goor, diens vrouw, A fol. 18, C fol. 31. De volgende beleningen zijn gelijk aan nr. 129.

In een kopie van een oude akte bij een geschil over visserijgronden tussen twee heerlijkheden: 8-6-1586 Gijsbert Jacobs van Braeckel als schout. (GA 0124/5063 vanaf scan 533/1018).

16-11-1545. Willem Wyllemssz. belooft een tijns uit land te Brakel aan Reiner van Aesswin. "uyt vier mergen lants gelegenn inden gericht van Brakell op Mari Waeij 1 boeven naestlant gelegenn Ghiesbert Jacopssz. end Arien Goertssz. end benedenn Claes Janssz. streckende vander weerdick totter weteringe toe".

tr. voor 1538
met

Elisabeth Jansen Jonckfrou van Ghoor, dr. van Jan van Ghoor (schout van Giessen) en Jkv. Janna Hendriks Pieck, geb. Est en Opijnen circa 1520.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jen  †1609   
Jacob     


Elisabeth Jansen van Ghoor
Elisabeth Jansen Jonckfrou van Ghoor, geb. Est en Opijnen circa 1520.

tr. voor 1538
met

Gijsbert Jacobszn van Braeckel, zn. van Jacob van Braeckel, geb. circa 1512, schout tot Brakel, ovl. circa 1595.

Gijsbert Jacobszn van Braeckel.
22-1-1566 Verdrag tussen Munnikenland en Brakel, mede ondertekend door Ghijsbert Jacobs scholtus te Brakel.

1-5-1595 Schrijft Ghijsbert Jaecops als secretarius van Brakel -namens de Heer van Brakel- tijdens de 80-jarige oorlog een indringende brief als verweer tegen de hoge belastingen opgelegd aan het dorp, na alle geleden schade ten gevolge van de innundaties en brandstichting door de vijand.

9-3-1599 Ghijsbert Jacobs schreef een verklaring tbv een geschil tussen de heer van Aeswijn en dhr Dirck Pieck van Tienhoven over percelen op de Hovent in Brakel. Over het jaar 1595 toen hij secretaris was van Brakel. (GA 0124 / 5021 scan 753/955). In de scans 763-765 wordt in een getuigenverklaring het gesprek weergegeven tussen de heer Pieck van Tienhoven en zijn zoon Jacob Ghijsberts, waarbij deze door Dirck geadresseerd word als "neeff" .

23-8-1567 Ghijsbert Jacops van Brakel koopt met Hanric Willems Posthonwer (of Posthouwer) van Willem Willemsen de helft van 2,5 morgen "Rossums Gheeren" te Brakel. (HBZ L p 47v ). Het andere deel behoort de kinderen van Beris Wouters toe).

21-6-1569 Claegen Tuenis Jans, Cornelis Jans en Aleijt Jansdr kijnden Jan Dircksen op en over Ghijsbert Iacobs scholtus tot Brakel, dat erf en goed besit (...) so die beclaeghde sulckx erf ende goet niet geruijmpt en heeft .... .
(ORA ZDp6v).

31-1-1564 Ghijsbert van Brakel, schout (HBZ L p63).

14-1-1568 Als westerbuur van 2,5m land van Claes de Roij (HBZ L p2v).

NB 23-5-1634 Zuilichem dingsinaat p2: "Jonckheer Johan van Wylich, Heer tot Kervendonck heeft coop gewesen op 3 mergen lant te Braekel opt Hout gelegen bij Jan Huberts gepossideert, met tijnsbrief van 24 gulden iaerlicks anno 1548 den 18e february gelooft daer op d'helft is gelost, voor t'gebreck van betaelinge der verloopen thijnsen" (ORA ZDp2 DSCN 5861). In het verpondingskohier van Brakel 1649 staan de 3m op naam van Arien Tijssen, Z: Jacob Blancken 3m met een kooi. Idem 29-11-1655: "Drie mergen landts tot Brakel opt Hout gelegen, goederen van Henrick Jans Blancken en Jenneken Ariensdr als naecomelinghen van besitteren Jan Huberts en Arien Thijs, gecomen van GHIJSBERT JACOBS met tijnsbrieff 18-2-1548" (ORAZ D p405v DSCN 5977). (NB HJ Blancken is gehuwd met een dochter van Arien(Thijs); Arien Thijs en Jan Huberts waren beiden gehuwd geweest met Geurtje Jans Blancken).

154. Het goed, genaamd Inschild, (1495: met huis en hofstede; 1569: in zijn geheel met Alm 20 morgen groot; 1594: waarvan 15 morgen met huis, hof en boomgaard, oost: de leenman, west: de Alm). 15-4-1387: Jan van Goor, familie Matenesse, inv. 1140. 10-12-1388: Jan van Goor zoals zijn ouders hielden van Altena, LRK 51 (XII)fol. 5v en (XIV) fol. 15, LRK 50 fol. 282v nr. 1181. .-.-1441: Willem van Goor, als getuige vermeld 1429, A fol. 15, Godshuizen den Bosch, Tafel van de Heilige Geest, regest nr. 1778. 26-10-1465: Balthasar van Goor bij overdracht door Willem, zijn vader, bevestigd door Jan en Melchior, zijn broers, die na de dood van hun ouders binnen 3 jaar respectievelijk 50 en 300 schilden zullen krijgen, en de ouders houden 25 schilden jaarlijks met lijftocht van Elisabeth van Rijswijk, zijn vrouw, A fol. 17v. .-.-1495: Jan van Goor bij dode van Balthasar, zijn vader, met lijftocht van Elsebeen Letters, zijn vrouw, op 5 morgen of f 10,- rijns en hij mag de helft of een vierde zonder bezwaar verkopen, A fol. 17v. 23-8-1527: Belast voor Balthasar en Elisabeth van Goor met f 20,- rijns door Jan van Goor, gehuwd met Margaretha van Goor, te lossen 1:16, A fol. 17v. 18-10-1534: Belast voor Margaretha, gehuwd met Jan van Goor, en de kinderen met f 10,- rijns, A fol. 17v. 20-7-1542: Jan van Goor bij dode van Jan, zijn vader, A fol. 17v, B fol. 16v. 17-5-1559: Belast voor Balthasar, zoon van oude Jan van Goor, Willem van Goor, zijn broer, Elisabeth en Jenneke, hun zusters, met f 30,- rijns door Hubert Cornelisz, gehuwd met Anna van Goor, GIJSBERT VAN BRAKEL, GEHUWD MET ELISABETH VAN GOOR, Jan Verplas, gehuwd met Otto van Goor, en Balthasar, zoon van jonge Jan van Goor, A fol. 18v, C fol. 24-25.

Het leen 154 gesplitst in 154A, 154B, 154C en 154D. 154A. De Inschild (1559: in Giessen) tot de halve Alm van Lijs Willemsz. alm of erf met de kooi tot de dam, waar men van de Inschild naar Rijswijk rijdt, zijnde huis, hofstede en timmering en alle land daarachter behalve de lenen 154 B-D, (1569: groot 5 morgen, jaarlijks 76 pond waardig). 6-6-1554: Balthasar van Goor bij dode van Jan, zijn vader, en een last van f 150,- karolus voor de kinderen van Jan van Goor Balthasarsz. komt voor de andere percelen, A fol. 18v, B fol. 17v18. 1-12-1561: Jan Piek bij overdracht door Balthasar van Goor Jansz, A fol. 18v, C fol. 26v. De volgende beleningen zijn gelijk aan nr. 129. 39 154B. De zuidwesthoek van de Inschild, groot 4 B 5 morgen, tot de halve Alm noordwestwaarts van de dam tot de Inschild, (1569: zijnde 7 morgen, waarvan 5 hoog en 2 laag, die vaak onder water staan,--met de Alm van de brugdam op tot Jan Pieks alm en van de Schorftheuvel tot de dam, waarvan de 5 morgen jaarlijks 30 pond waardig zijn). 6-6-1554: Gijsbert van Brakel voor Elisabeth, dochter van Jan van Goor, zijn vrouw, bij dode van haar vader, A fol. 18, B fol. 16v. .-.-1569: Wouter Gijsbertsz, die aankwam bij overdracht door Elisabeth, dochter van Jan van Goor, te Woudrichem vermeld, LRK 340 fol. 150v. 31-3-1599: Jacob Gijsbertsz. bij dode van Elisabeth van Goor, zijn moeder, waarna overdracht aan Gijsbert Antonsz. Botterman, LRK 139 fol. 211v-212v. 7-1-1600: Willem Nikolaasz. van Sorgen, koopman te Rotterdam, bij overdracht door Nikolaas Pietersz. te den Haag voor Gijsbert Antonsz. Botterman, LRK 136, fol. 412-413. 29-4-1604: Johan van Matenesse Nikolaasz, ambachtsheer van Lisse, Giessen enz, bij overdracht door Willem Nikolaasz. van Sorgen, koopman, LRK 136 fol. 361-362. De volgende beleningen zijn gelijk aan nr. 129. 154C. Een perceel van de Inschild met de Schorftheuvel en dwarsakker, kersenboomgaard op de Schorftheuvel tot de sloot ten halve Alm westwaarts tot de Penningwaard, (1563: vanaf Wouter Gijsbertsz, die verkreeg van Gijsbert van Brakel voor diens vrouw; 1569: groot 5 morgen, jaarlijks 24 pond waardig). 6-6-1554: Gijsbert van Brakel voor Otto, dochter van Jan van Goor, bij dode van haar vader, A fol. 18, B fol. 17. 2-1-1559: Jan Verplas voor Otto van Goor, zijn vrouw, A fol. 18. 16-3-1563: Jan Piek bij overdryacht door Jan Verplas Adriaansz. voor Otto van Goor, diens vrouw, A fol. 18, C fol. 26v-27. De volgende beleningen zijn gelijk aan nr. 129. 154D. Een perceel van de Inschild, zijnde de Penningwaard tot Jan Hagens Penningwaard met de 10 hont, waar de Hop op ligt, strekkend van de Penningwaard tot de steeg naast de Weynakker met de wilgen over de sloot (1569: in Giessen, groot 5 morgen, jaarlijks 31 pond waardig). 6-6-1554: Gijsbert van Brakel voor Anna van Goor bij dode van Jan, haar vader, A fol. 18, B fol. 17v. 31-1-1559: Hubert Cornelisz, droogscheerder te Gorinchem, voor Anna van Goor, zijn vrouw, A fol. 18. 12-7-1566: Jan Piek bij overdracht door Hubert Cornelisz. voor Anna van Goor, diens vrouw, A fol. 18, C fol. 31. De volgende beleningen zijn gelijk aan nr. 129.

In een kopie van een oude akte bij een geschil over visserijgronden tussen twee heerlijkheden: 8-6-1586 Gijsbert Jacobs van Braeckel als schout. (GA 0124/5063 vanaf scan 533/1018).

16-11-1545. Willem Wyllemssz. belooft een tijns uit land te Brakel aan Reiner van Aesswin. "uyt vier mergen lants gelegenn inden gericht van Brakell op Mari Waeij 1 boeven naestlant gelegenn Ghiesbert Jacopssz. end Arien Goertssz. end benedenn Claes Janssz. streckende vander weerdick totter weteringe toe".

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jen  †1609   
Jacob     


Jan van Ghoor
Jan van Ghoor, geb. circa 1487, schout van Giessen, ovl. circa 1554.

Jan van Ghoor.
beleend 1542 met "den Ins.

tr. op 2 feb 1520
met

Jkv. Janna Hendriks Pieck, dr. van Hendrik Ottensz Pieck en Hadewig Wolfertsz van Ghoor, geb. circa 1502, ovl. in 1535.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Elisabeth*1520 Est    


Janna Hendriks Pieck
Jkv. Janna Hendriks Pieck, geb. circa 1502, ovl. in 1535.

tr. op 2 feb 1520
met

Jan van Ghoor, zn. van Jan Balthazarsz van Ghoor en Jkv. Elsben Letters, geb. circa 1487, schout van Giessen, ovl. circa 1554.

Jan van Ghoor.
beleend 1542 met "den Ins.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Elisabeth*1520 Est    



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Johan van Ghoor
Johan van Ghoor, geb. circa 1435, ovl. circa 1490.

tr. circa 1455
met

Hadewijch Wolfertsdr van de Maelstede, dr. van Wolfert Florisz van de Maelstede en Machteld Arendsdr van Gent, geb. circa 1435, ovl. voor 1471, tr. (2) op 7 feb 1464 met Pieter Hugensz Tuyl. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wolfert*1460  †1510  50


Hadewijch Wolfertsdr van de Maelstede
Hadewijch Wolfertsdr van de Maelstede, geb. circa 1435, ovl. voor 1471.

tr. (1) circa 1455
met

Johan van Ghoor, zn. van Willem van Ghoor en Jkv. Christina van Giessen (ambachtsvrouwe van Giessen), geb. circa 1435, ovl. circa 1490.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wolfert*1460  †1510  50

tr. (2) op 7 feb 1464
met

Pieter Hugensz Tuyl (Cornelia Huge Woutersz. van Haamstede Dame van Berghen), geb. Zierikzee circa 1430, ovl. aldaar op 2 feb 1492, begr. aldaar, tr. (2) op 30 okt 1456 met Cornelia Huge Woutersz van Haamstede, geb. Haamstede circa 1430, ovl. op 11 nov 1508. Uit dit huwelijk 4 kinderen.

Pieter Hugensz Tuyl.
Deze zoon, Pieter, ridder, heer van Welland, die in staatszaken optrad en o.a. als gezant van Hertog Karel van Bourgondie naar Eduard IV van Engeland afgevaardigd werd, kocht in 1483 de heerlijkheid, Serooskerke (op het eiland Schouwen) van den Aartshertog Maximiliaan en van Philips, Koning van Spanje, als Graaf van Zeeland, liet zijn naam van Tuyll varen en noemde zich enkel van Serooskerke, hetgeen zijn afstammelingen navolgden, tot in 1600, toen allen den ouden familienaam weder opnamen, met behoud van den nieuwen, zoodat zij zich sedert noemden en schreven van Tuyll van Serooskerke (in later tijd is het gebruikelijk geworden dat Serooskerke nog een n toe te voegen).
Pieter van Tuyll had het niet bij eene verandering van naam gelaten, maar ook zijn wapen gewijzigd. Oorspronkelijk bestond het (gelijk nu weder) uit drie roode hondenkoppen met uithangende tongen van 't zelfde in een zilveren veld; hij koos in de plaats drie gouden honderkoppen met roode tongen in blauw, en een dergelijken kop op den rood-gekroonden helm. Voorts kwartileerd hij zijn wapen "met zijn moeders wapen een rijzende roode leeuw met tonge en klaauwen van azuur in een goud veld, gebroken met een rood beletsel als een hage rondom het schild", zoals Jonker JACOB VAN GRIJPSKERKE het uitdrukt in zijn werk 't Graefschap van Zeeland (in 1882 uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap). Hierin moet eene vergissing schuilen, want Pieter's moeder voerde geen leeuw en het is dus eerder te denken dat hij dit kwartier het wapen zijner eerste vrouw Cornelia van Haemstede had opgenomen, ofschoon het ook daaraan niet volkomen beantwoordt, wel wat de hoofdzaak betreft, den blauw getongden en genagelden rooden leeuw in goud, maar niet met opzicht to het "rood beletsel", dat zeker een schild- of kwartierzoom moet beduiden. Misschien echter hadden sommige Haemstedes hun wapen met zulk een zoom vermeerderd, want de vrijheid, waarmee men vroeger in die zaken te werk ging, is bekend. Op de wapenkaarten achter het werk van W. TE WATER, het Hoog Adelyk en Adelryk Zeelant (waarvan het tweede deel nog niet in zijn geheel uitgegeven van GRIJPSKERKE bestaat), komt datgekwartileerde wapen van Pieter van Tuyll voor doch het 2de en 3de kwartier vertoont alleen een rooden leeuw in goud, zonder kwartierzoom of eenig ander bijvoegsel hoegenaamd. Echter ontbreekt ook het aan Haemstede eigene rad, waarmede de schouder van den leeuw zou moeten beladen zijn.
Toen de nakomelingen in 1600 den ouden geslachtsnaam weder deden herleven, keerden zij ook nu tot het oude familiewapen terug.
Pieter van Tuyll anders gezegd van Serooskerke, was tweemaal geh, eerst 30 Oct. 1456 met bovengenoemde Cornelia van Haemstede (dochter van Hugo, heer van Bergen in Kennermerland en raad van Hertog Philips van Bourgondie, en van Catherina van Cats), bij welke hij een zoon en twee dochters had. Hij hertrouwde 7 Feb. 1464 met Hadewig van Maelstede (dochter van Wolfert), die hem geene kinderen schonk.
....


Wolfert Florisz van de Maelstede
Wolfert Florisz van de Maelstede, geb. circa 1390, ovl. voor 1444.

tr. in 1434
met

Machteld Arendsdr van Gent, dr. van Arend Willemsz van Gent (baljuw Alblasserwaard) en Machteld van der Leck, geb. in 1415.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hadewijch*1435  †1471  36


Machteld Arendsdr van Gent
Machteld Arendsdr van Gent, geb. in 1415.

tr. in 1434
met

Wolfert Florisz van de Maelstede, zn. van Floris Wolfertszn van de Maelstede en Haasje van Naeldwijck, geb. circa 1390, ovl. voor 1444.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hadewijch*1435  †1471  36


Arend Willemsz van Gent
Arend Willemsz van Gent, geb. circa 1390, baljuw Alblasserwaard, ovl. circa 1463.

Arend Willemsz van Gent.
ridder 1426.
heer van Giessen, Harinxveld, Nieuwkerk en ouland 1412-1423.
heer van Goudriaan 1420-1423, Papenrecht & Wijngaarden 1422-1423.
heer van Spanbroek, Opmeer & Obdam 1429.

in 1420 uitgesloten van het landsbestuur.

tr. circa 1414
met

Machteld van der Leck, dr. van Dirck van Polanen van der Leck en Gillisje van Cralingen, geb. circa 1390.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Machteld*1415     


Machteld van der Leck
Machteld van der Leck, geb. circa 1390.

 

tr. circa 1414
met

Arend Willemsz van Gent, zn. van Willem van Gendt en Agnes van Doornick, geb. circa 1390, baljuw Alblasserwaard, ovl. circa 1463.

Arend Willemsz van Gent.
ridder 1426.
heer van Giessen, Harinxveld, Nieuwkerk en ouland 1412-1423.
heer van Goudriaan 1420-1423, Papenrecht & Wijngaarden 1422-1423.
heer van Spanbroek, Opmeer & Obdam 1429.

in 1420 uitgesloten van het landsbestuur.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Machteld*1415     


Dirck van Polanen van der Leck
Dirck van Polanen van der Leck, geb. circa 1355, ovl. op 29 apr 1419.

tr. in 1388
met

Gillisje van Cralingen (van Kralingen), dr. van Ogier van Cralingen (ambachtsheer van Kralingen) en Jkv. Salerne van Haeren, geb. circa 1357, ovl. circa 1412.

 

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Machteld*1390     



Bronnen:
1.Ons Voorgeslacht (OV nieuw), Periodiek (OV), Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie, Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie, Rotterdam, vanaf 1946 (blz. 131)