Cees Hagenbeek
Otto van Norch
Otto van Norch1, geb. Norg circa 1284 (circa 1280), Landbouwer en handelaar, ovl. in 1335.

Otto van Norch.
28-12-1324: .
Otto van Norgh en zijn borgen betalen een gedeelte van de bruidschat voor de dochter van Otto aan Rudolf van Echten. Getekend te Kampen waar de van Norchs als verbannenen uit Drenthe, verbleven.

18 januari 1325: .
Otto van Norch en anderen verklaren de verpande goederen van Pelgrim van Putten binnen zekere tijd te zullen lossen. Vermeld zijn Wicher, kanunnik te Steenwijk, broer van Otto, Hendrik van der Ese, Gerard Klecke en zijn broer Johannes, Coenraad Utengore (van Steenwijk), Volker, zoon van vrouwe Ermengardis.

25-03-1334 verkopen Otto, Ida zijn vrouw en hun kinderen Wycher, Johan en Herman, met zijn broer Wycher, kanunnik van Steenwijk, de tienden van Hooghalen, en het recht van herberg, geërfd van hun ouders, aan de abdij van Dikninge. Hij verzocht zijn 'maghen' Coenraad van de Goer en Herman Polleman mede te zegelen (Arch.Dikninge, Benedictijnerabdij, inv. nr. I, reg 43). .
"dragen over voor buren en kerspellieden van Beilen aan de abdij van Dickninghe de tienden te Halen, grof en smal, met het recht van herberg en van "vore des sades" in Drenthe, door hen geerfd van hunne ouders; met belofte van vrijwaring, behalve voor de smalle tienden over de hof te Halen, de aan het convent te geven vlastienden en de grove en smalle tienden over het kothuis Nysinghe. Met medebezegeling door Herman Polleman, Coenraed van den Ghore en en het land van Drenthe.
Request van 15 januari 1335. Otto van Norch verkoopt aan het convent van Dickninghe de tienden te Halen, na ze eerst, volgens zijn verplichting, te hebben aangeboden aan Roelof van Peize, Bole van Eelde en het convent van Assen.
24-11-1335 Drents dienstman van bisschop Jan van Diest (1322-1340) (drs. O.D.J. Roemeling,'Adelijke geslachten in de ME van Drente',NL1973).
Oorkondenboek Groningen-Drenthe 340; omstreeks 1335.
Register van inkomsten van het Domkapittel te Utrecht.
Goederen van Henrici de Norch, waarvan de betalingen als volgt zijn verdeeld:.
ten eerste Arnoldus 5 en een halve sc. van het goed Buninc in Snole, het gerecht in Norch en sommige goederen in Ede (Een) (Arnold was dus de opvolger van zijn vader in het gerecht en was dus de oudste zoon.).
Rodolphus, zijn broer, 4 en een halve sc. van het goed Haddinghe in Ede (Een).
Hilla Gerardi de Norch (Hille, de dochter van Gerard van Norch) 3 en een halve sc. van hetzelfde goed (van Hendrik die dus kennelijk overleden was).
Rudolf Butruant 6 b. en 1 cop. van het goed Bonekinc in Anlo; (Opmerking: Rudolf Butruant = Rudolf van Peize van Almelo, getrouwd met een zuster van Henric van Norch).
De tienden in Borc, die heer Folkert en broer aan de parochie hebben verkocht, 2 sol. en een halve cop. Folkert van Dwingelo van het goed Rensinc in Anlo 15,5 sc. (Opmerking: Folkert van Dwingelo moet getrouwd zijn met een niet met name bekende zuster van Henric).
Johan Pipe 2 sol. en een halve cop. van het goed genaamd Battinc. (Opmerking: Johan Pipe is Johan van Steenwijck, getrouwd met Johanna van Norch).
Idem van dezelfde voorschreven goederen betaald jaarlijks Otto van Norch 13,5 sc. Ten eerste de tienden in Halen, met inbegrip van het klooster Dickninge, idem tienden in Ees in de parochie Borger, door burgers gekocht, Idem het goed genaamd Grudelinge dat nu in bezit is van Hille van Norch als opvolger van Gerard van Norch. idem het goed Gorthorst in de parochie Beilen die Reiynerus Heymighe koopt.
Vermelding omstreeks 1325. ndva 1980 artikel Keverlingh Buisman. Zie ook bij Hendrik van Norch. Henric van Eelde, schout, Herman Polman c.s. beklagen zich bij de bisschop over Ot en Conraerd van Norch. (Met Coenraed van Norch wordt misschien bedoeld Coenraed van Steenwijck, zoon van Johanna van Norch en Johan van Steenwijck).
Otto van Norch en verwante edelen streden aan de zijde van de bisschop van Utrecht tegen de Drenten en zijn een tijdlang uit Drente verbannen. Zij verbleven in één van de overgebleven bolwerken van de bisschop, de stad Kampen. Daar verhandelden ze graan uit Drenthe om in hun levensonderhoud te voorzien.
Uit de Schepenboeken van Kampen: (Kamper Schepenacten nr. 71).
29 augustus 1318, garantieverklaring voor een bedrag van 10 mark (Samen met andere Drentse lage adel) verder ook nog:.
4 oktober 1319, Otto van Norch en anderen stellen zich garant voor 454,5 schepel goed winterkoren.
28 december 1324, 90 mark als aandeel in de bruidschat voor de zoon van Rolof van Echten,.
16 januari 1325, schuldbekentenis ten gunste van Pelgrim van Putten, bedrag 90 mark,.
16 april 1325, zekerheidsstelling voor een betaling,.
4 juli 1325, verklaring van vrijwaring bij een korenleverantie,.
11 november 1325, borgstelling bij een korenleverantie van bijna 21 mark, (zie ook ogd0291).
17 november 1325, schuldbekentenissen van 4 pond en 71/2e stuiver, 9 pond en 5 pond, ogd0292.
21 februari 1326, schuldbekendtenis van 24 brabantse marken,.
9 maart 1326, schuldbekentenis van 100 pond klein,.
20 april 1326, zekerheidsstelling voor de levering van 100 schepel graan,.
22 december 1326, schuldbekentenis van 30 mark,.
5 februari 1327, borgstelling voor Geert Clencke,.
28 februari 1327, een schuldbekentenis.
In bovengenoemde 16 vermeldingen komt hij negen keer voor samen met Coenraad van de Gore, een familielid, acht keer met Geert Clencke, drie keer met diens broer Johan Clencke, twee keer met Arnold Lansinge, en één keer met Gyse Geuzinge, Bertold van Ansen, Volker van Echten, Rolof van Norch Hendrikzoon, Wicher van Norch zijn broer (kanunnik te Steenwijk).
Zijn volle neef Cyse wordt 28 februari 1327 vermeld (met incorrecte voornaam Thise) als één van de twaalf borgen voor Otto van Norg.

Aantekeningen.
Otto van Norch verkocht en leverde in Kampen agrarische produkten van hemzelf en van andere lagere adelen en ook als commisinair voor de hogere adel. Hij reisde dus veel van Norg naar Kampen, waarschijnlijk via Ruinen en heeft daar zijn vrouw gevonden.

Otto van Norch, geb. circa 1280, overl. na 1335, 28-12-1324 betaalt Otto een deel van de bruidschat voor zijn dochter.235 25-03-1334 verkopen Otto, Ida zijn vrouw en hun kinderen Wycher, Johan en Herman, met zijn broer Wycher, kanunnik van Steenwijk, de tienden van Hooghalen, geërfd van hun ouders, aan de abdij van Dikninge. Hij verzocht zijn 'maghen' Coenraad van de Goer en Herman Polleman mede te zegelen.236 24-11-1335 Drents dienstman van bisschop Jan van Diest (1322-1340).237 Tr. Ida van Ruinen, geb. circa 1290. Uit dit huwelijk: 1.m Johan van Norch, geb. circa 1310. Vermeld in een oorkonde van het jaar 1334 samen met zijn broer Herman. Johan van Norch werd ook wel Johan van Ruinen genoemd. 2.v N.N. Ottodr. van Norch. Tr. Rudolf van Echten, zn. van Rudolf van Echten en Jutte van Dedem? 3.m Wijcher van Norch, kannunnik. 4.m Herman van Norch. 5.v N.N. van Norch.

28-12-1324.
Otto van Norgh en zijn borgen betalen een gedeelte van de bruidschat voor de dochter van Otto aan Rudolf van Echten. Getekend te Kampen waar de van Norchs als verbannenen uit Drenthe, verbleven.
18 januari 1325: Otto van Norch en anderen verklaren de verpande goederen van Pelgrim van Putten binnen zekere tijd te zullen lossen. Vermeld zijn Wicher, kanunnik te Steenwijk, broer van Otto, Hendrik van der Ese, Gerard Klecke en zijn broer Johannes, Coenraad Utengore (van Steenwijk), Volker, zoon van vrouwe Ermengardis.
25-03-1334 verkopen Otto, Ida zijn vrouw en hun kinderen Wycher, Johan en Herman, met zijn broer Wycher, kanunnik van Steenwijk, de tienden van Hooghalen, en het recht van herberg, geërfd van hun ouders, aan de abdij van Dikninge. Hij verzocht zijn ’maghen’ Coenraad van de Goer en Herman Polleman mede te zegelen (Arch.Dikninge, Benedictijnerabdij, inv. nr. I, reg 43). .
"dragen over voor buren en kerspellieden van Beilen aan de abdij van Dickninghe de tienden te Halen, grof en smal, met het recht van herberg en van "vore des sades" in Drenthe, door hen geerfd van hunne ouders; met belofte van vrijwaring, behalve voor de smalle tienden over de hof te Halen, de aan het convent te geven vlastienden en de grove en smalle tienden over het kothuis Nysinghe. Met medebezegeling door Herman Polleman, Coenraed van den Ghore en en het land van Drenthe.
Request van 15 januari 1335. Otto van Norch verkoopt aan het convent van Dickninghe de tienden te Halen, na ze eerst, volgens zijn verplichting, te hebben aangeboden aan Roelof van Peize, Bole van Eelde en het convent van Assen.
24-11-1335 Drents dienstman van bisschop Jan van Diest (1322-1340) (drs. O.D.J. Roemeling,’Adelijke geslachten in de ME van Drente’,NL1973).
Oorkondenboek Groningen-Drenthe 340; omstreeks 1335.
Register van inkomsten van het Domkapittel te Utrecht.
Goederen van Henrici de Norch, waarvan de betalingen als volgt zijn verdeeld:.
ten eerste Arnoldus 5 en een halve sc. van het goed Buninc in Snole, het gerecht in Norch en sommige goederen in Ede (Een) (Arnold was dus de opvolger van zijn vader in het gerecht en was dus de oudste zoon.).
Rodolphus, zijn broer, 4 en een halve sc. van het goed Haddinghe in Ede (Een).
Hilla Gerardi de Norch (Hille, de dochter van Gerard van Norch) 3 en een halve sc. van hetzelfde goed (van Hendrik die dus kennelijk overleden was).
Rudolf Butruant 6 b. en 1 cop. van het goed Bonekinc in Anlo; (Opmerking: Rudolf Butruant = Rudolf van Peize van Almelo, getrouwd met een zuster van Henric van Norch).
De tienden in Borc, die heer Folkert en broer aan de parochie hebben verkocht, 2 sol. en een halve cop. Folkert van Dwingelo van het goed Rensinc in Anlo 15,5 sc. (Opmerking: Folkert van Dwingelo moet getrouwd zijn met een niet met name bekende zuster van Henric).
Johan Pipe 2 sol. en een halve cop. van het goed genaamd Battinc. (Opmerking: Johan Pipe is Johan van Steenwijck, getrouwd met Johanna van Norch).
Idem van dezelfde voorschreven goederen betaald jaarlijks Otto van Norch 13,5 sc. Ten eerste de tienden in Halen, met inbegrip van het klooster Dickninge, idem tienden in Ees in de parochie Borger, door burgers gekocht, Idem het goed genaamd Grudelinge dat nu in bezit is van Hille van Norch als opvolger van Gerard van Norch. idem het goed Gorthorst in de parochie Beilen die Reiynerus Heymighe koopt.

Vermelding omstreeks 1325. ndva 1980 artikel Keverlingh Buisman. Zie ook bij Hendrik van Norch. Henric van Eelde, schout, Herman Polman c.s. beklagen zich bij de bisschop over Ot en Conraerd van Norch. .
(Met Coenraed van Norch wordt misschien bedoeld Coenraed van Steenwijck, zoon van Johanna van Norch en Johan van Steenwijck ??) .

Otto van Norch en verwante edelen streden aan de zijde van de bisschop van Utrecht tegen de Drenten en zijn een tijdlang uit Drente verbannen. Zij verbleven in één van de overgebleven bolwerken van de bisschop, de stad Kampen. Daar verhandelden ze graan uit Drenthe om in hun levensonderhoud te voorzien.
28-12-1324 betaalt Otto een deel van de bruidschat voor zijn dochter. .
25-3-1334 verkopen Otto, Ida zijn vrouw en hun kinderen Wycher, Johan en Herman, met zijn broer Wycher, kanunnik van Steenwijk, de tienden van Hooghalen, ge ë rfd van hun ouders, aan de abdij van Dikninge. Hij verzocht zijn 'maghen' Coenraad van de Goer en Herman Polleman mede te zegelen. .

24-11-1335 Drents dienstman van bisschop Jan van Diest (1322 1340).

tr.
met

Ida van Ruinen1, dr. van Johan van Ruinen en Ermengarde , geb. circa 1290.

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
NN     
Lamme     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Willem van Gendt
Willem van Gendt, geb. circa 1348, ovl. na 1438.

tr.
met

Agnes van Doornick.

Uit dit huwelijk 2 zonen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem*1380  †1430  50
Arend*1390  †1463  73


Agnes van Doornick
Agnes van Doornick.

tr.
met

Willem van Gendt, zn. van Willem II van Gent en Christine van Oye, geb. circa 1348, ovl. na 1438.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem*1380  †1430  50
Arend*1390  †1463  73


Reynald van Oye
Reynald van Oye.

tr.
met

Bona (Bonne) van Homoet.

Uit dit huwelijk een dochter:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Christine*1310     


Bona van Homoet
Bona (Bonne) van Homoet.

tr.
met

Reynald van Oye.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Christine*1310     


Arnoud von Kerpen
Arnoud von Kerpen.

tr.
met

Anastasia gravin von Manderscheidt, dr. van Diederik I graaf von Kerpen von Manderscheidt (heer van Kerpen) en Gertrud von Nassau von Sayn.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Anna Kerpen [Duitsland]    


Anastasia von Manderscheidt
Anastasia gravin von Manderscheidt.

tr.
met

Arnoud von Kerpen.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Anna Kerpen [Duitsland]    


Hendrik van Kuinre van Norg
Hendrik van Kuinre van Norg, geb. circa 1230, ovl. circa 1290.

Hendrik van Kuinre van Norg.
Deze Hendrik van Norch is opgevoerd op grond van de oorkonde van omstreeks 1335 waarin de inkomsten van het kapittel te Utrecht zijn vermeld van de goederen van Hendrik (Heyne) van Norch en die als volgt zijn verdeeld (volgen de namen van de erven/opvolgers die dan nog in leven zijn en de leengoederen bezitten). De zoons van Heyne worden vermeld; Hille, de dochter van Gerard; Rudolf van Peize, de man van dochter NN; Folkert van Dwingelo, de man van Ermgard; Johan Pipe, de man van Johanna; en Otto van Norch.Wycher, Heyne, Berta en Gerard zijn dan al overleden.
Van de vermelde kinderen staan enkele onderlinge relaties vast op grond van vermeldingen in oorkonden, zoals Wycher, Gerard en Otto en dochter NN g/m Rudolf van Peize. De broer/zuster verwantschap tussen Ermgard, Heyne, Berta en Otto is afgeleid van de oorkonde van 1316.
Mogelijk vermeld in oorkonden van 1263 en 1265; (Uit de Vos van Steenwijk, graven en heren van Kuinre).
"In een oorkonde van 11 september 1263 is hij getuige, als de Utrechtse bisschop, Hendrik van Vianden, een voorziening treft t.a.v. goederen van het klooster te Ruinen. Na vier geestelijken getuigen Hendrik van Almelo, Herman van Voerst, Hendrik van Overberch, Hendrik van Essen, Egbert van Groningen, Mewekinus van Ruinen, Hendrik van Kuinre, Elyas van Rininge, Volkier van Echten en Hendrik Scultinc van Eelde, ridders.
(Driessen, Monumenta Groningana deel I p. 40; O.B.G.D. I no. 134; O.B.U. III no. 1594 en O.B.O. II no. 278).
Op 21 april 1265 staat bisschop Hendrik aan Zwolle toe een jaarmarkt te houden op Sint Bonifacius. Onder de getuigen komen we tegen Gijsbert van Amstel, Filip van Rininge, Gijsbert van Goye, de maarschalk, Willem van Rijswijk, Hendrik van Almelo, Herman van Voerst, Gijsbert van Buchorst, Hendrik van Overberg, Hendrik van Hervethe, Pelgrim van Putten, Hendrik van Kuinre, Egbert prefect van Groningen, Gerard Clenke, Hacko kastelein van Coevorden en Mewekinus van Ruinen, 'milites et meninsteriales nostros'(OBU III no. 1657 en OBO II no. 290).


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Otto*1284 Norg †1335  51


Hendrik II van Kuinre van Norg
Hendrik II van Kuinre van Norg https://gw.geneanet.org/kloasbot?lang=nl&pz=elisabet&nz=de+boer&p=hendrik+ii&n=van+kuinre+van+norg\\, geb. circa 1210, ovl. na 1240.

tr. circa 1232
met

Ermgard van IJsselmuiden, dr. van Wolter van IJsselmuiden, geb. circa 1215.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hendrik*1230  †1290  60


Ermgard van IJsselmuiden
Ermgard van IJsselmuiden, geb. circa 1215.

tr. circa 1232
met

Hendrik II van Kuinre van Norg https://gw.geneanet.org/kloasbot?lang=nl&pz=elisabet&nz=de+boer&p=hendrik+ii&n=van+kuinre+van+norg\\, zn. van Rudolphus van Kuinre van Norg, geb. circa 1210, ovl. na 1240.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hendrik*1230  †1290  60


Wolter van IJsselmuiden
Wolter (Volradis) van IJsselmuiden [https://gw.geneanet.org/kloasbot?lang=nl&pz=elisabet&nz=de+boer&p=wolter&n=van+ijsselmuiden]], geb. circa 1185.

Wolter van IJsselmuiden.
Het is niet uit te sluiten dat deze Wolter dezelfde persoon is als Wolter Crane, vermeld als zoon van Hendrik van Cunre van Urk.
Vermeld in een oorkonde van 1208 als getuige waarin Diederik, bisschop van Utrecht enige goederen aan de IJssel schenkt aan de kerk van St Marie te Utrecht.
Andere getuigen: Abt Frederik van Ruinen, de leken Folker van Coevorden, Walter Rading, (Vollenhove) Arnold Wilde (omgeving Steenwijk), Bernard Benze (Benthe te Dalen), Menso van Peize, Egbert van Groningen, Otto Proeys, Jacob en Gerard Ter A.
Vermeld in een oorkonde van 26 maart 1217, waarin Ermengardis, dochter van Volmaris, een tiende schenkt van het goed Wolmaringhe aan het klooster te Ruinen. zoals met Wolter is overeengekomen.


Hij krijgt een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ermgard*1215     


Rudolphus van Kuinre van Norg
Rudolphus van Kuinre van Norg, geb. circa 1190, ovl. circa 1254.

Rudolphus van Kuinre van Norg.
Volgt zijn vader op als Heer van Kuinre na diens overlijden voor 01-01-1219. Krijgt dan tevens het landgoed Eyen in leen en de overige Norchse goederen.
Wordt als getuige vermeld in een oorkonde van 1 januari 1219 van bisschop Otto van Utrecht, waarin de schenking van de hoeve Middelbrink aan het klooster te Ruinen wordt goedgekeurd. Ook vermeld worden Rudolf van Coevorden, Egbert van Groningen, Herman Clinke, Hugo Dunker, Rudolf Rocke, Frederic Redinck en Gijsbert.
Komt voor in een lijst van opbrengsten van het kapittel te Utrecht opgemaakt omstreeks 1225. Genoemd worden Egbert van Groningen, Rudolfs zoon Albert, Leffards zoon Menzo, Johanneszoon Thezo, Johannes van Haarlo, Steven van Tuten, Herman van Laar, Johan van Ruinen, Lubbert van Dalen, Philippus, Otto van Zeegse, Menso van Roden, Rudolf van Langelo, Albert van Uffelte, Rudolf van Norch, Herman van Voorst, Theo van Bochorst, Rudolf van Peize, Rudolf Rogge, Rudolf van Coevorden, schulte Bartold, Bernard te Roden, Resindis, dochter van Hendrik Papinck, Ludolph de Crunen;.
Wordt als getuige vermeld, samen met o.a. Rudolf van Langelo, Johan van Ruinen en Hugo van Laar, in een oorkonde van 31 augustus 1230 waarin Wilbrand, bisschop van Utrecht aan Zwolle stadsrechten verleend.
Komt voor als getuige in de oorkonde van de stichting van het klooster Marienberg van 21 juli 1233, o.a. samen met Egbert, prefect van Groningen en de broers Herman en Gerard van Rottum, Pelgrim en Wolter Radinc van Vollenhoven, Hendrik van Schoonebeek, Burchard en Gerard van Middelwijk, Sweder van Voorst, Gijsbert van Buchorst, Alfred van IJsselmuiden, Ellard van Bentheim, Winmar van Hardenberg, Egbert van Haren, Engelbert en Hendrik van Gerner, Remfrid van Junne, Sweder van Genne en Herman van Vilsteren.
Elders vermeld: Rudolphus van NORCH ridder, In 1241 staat hij Egbert van Groningen Egbertszn. bij, nadat diens oudste broer Roelof door ridder Thizo is vermoord (drs. O.D.J. Roemeling, 'Adelijke geslachten in de ME in Drente', NL 1973).
In 1242 zoeken Roelof en Egbert van Groenenberg (Groningen) hun toevlucht bij hun neven Rudolf van Norch en diens broer Menso ter A. .
(Menso aan de stroom) (mr. A.N. de Vos van Steenwijk, 'Genealogie van Kuinre', NL 1967).
Wordt als getuige genoemd in een oorkonde van maart 1247, samen met o.a. de broers Adolf en Rudolf van Peize, waarin het klooster van Ruinen de tienden van 2 hoeven in Appelscha verkrijgt van de bisschop Otto van Utrecht (1233-1249). Andere genoemden zijn Gijsbert van Buchorst, Pelgrim van Putten en Wolter Radinc (van Vollenhove).
In een oorkonde van 14 augustus 1254 wordt hij vermeld samen met Rudolf van Langelo, Adolf en Folkert, ridders van Peize als getuigen bij een uitspraak van Frederik abt van Rottum in een geschil tussen het convent van Ruinen en Herman van Noordlaren en zijn zonen.
Overlijden: Is overleden tussen 1254 en 1263.

 


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hendrik II*1210  †1240  30


Paulus I van Nassou
Paulus I jonker van Nassou1 (van Nassau), ovl. Princenhage op 6 sep 1514.

tr. circa 1500
met

Catharina van Haeften1 (van Haaften), dr. van Johan van Haeften en Diederika/Theodora van Immerseel, ovl. op 4 jun 1514.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriana  †1558 Breda  



Bronnen:
1.Genealogie van Nassau (B 150), ir B.T. Wilschut, Uitgeverij Kronieken, 978-90-8860-0005-0, Amsterdam, 2009 (blz. 54)
2.Genealogie van Nassau (B 150), ir B.T. Wilschut, Uitgeverij Kronieken, 978-90-8860-0005-0, Amsterdam, 2009 (blz. 41)

Johann von Wittenhorst
Johann baron von Wittenhorst1 [https://gw.geneanet.org/dullemen?n=wittenhorst&oc=&p=johan+baron+van.]], geb. Den Haag in 1568, ovl. Gansoyen op 12 jul 1617.

Johann baron von Wittenhorst.
heer van Sonsfeld, Drongelen en Gansoyen.

tr. in 1595
met

Adriana van Schagen1, dr. van Johan van Schagen en Anna van Assendelft, geb. in 1575, ovl. in 1656.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hermann*1600  †1652 Spa (B) 52



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Johan van Schagen
Johan van Schagen1, geb. in 1544, ovl. in 1618.

Johan van Schagen.
heer van Schagen, Barsingerhorn, Oud- en Nieuw Goudriaan.

tr. in 1568
met

Anna van Assendelft1,2, dr. van Dirck Claesz van Assendelft en Adriana van Nassou, geb. circa 1547, ovl. Den Haag op 12 nov 1630.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriana*1575  †1656  81



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883
2.Genealogie van Nassau (B 150), ir B.T. Wilschut, Uitgeverij Kronieken, 978-90-8860-0005-0, Amsterdam, 2009 (blz. 76)

Wennemar von Manderscheid
Wennemar von Manderscheid, geb. in 1102, ovl. in 1156.

Wennemar von Manderscheid.
Die Herrschaft der Familie von Manderscheid fiel nach ihrem Aussterben um 1200 an die Herren von Kerpen bei Daun, die um 1250 eine besondere Linie Manderscheid-Kerpen gründeten.

tr.
met

Hildegard von Kerpen, geb. circa 1105.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hendrik I*1130  †1195  65


Wilhelm von Orley
Wilhelm von Orley, geb. circa 1275, ovl. in 1322.

tr.
met

Elisabeth von Leiningen, dr. van Friedrich V von Leiningen (PID: 36000217) en Sophie von Freiburg, geb. Alt-Leiningen [Duitsland] circa 1290, ovl. Blankenheim [Duitsland] circa 1355, tr. (2) met Friedrich von Blankenheim, geb. Blankenheim [Duitsland] in 1280, Ritter / 1314 Herr zu Kasselburg, ovl. voor 1322. Uit dit huwelijk 3 kinderen, tr. (3) met Emich von Daun zu Oberstein, geb. Daun [Duitsland] Trier, Vulkaneifel circa 1275, ovl. op 23 nov 1316, begr. Kloster Otterberg. Uit dit huwelijk 2 kinderen, tr. (4) op 30 jan 1329 dispensatie 15 sep 1330 met Konrad V / VI de Junge Raugraf zu Nannstein (Raugraf von Altenbaumburg-Stolzenberg V), zn. van Georg von Baumberg Raugraf von Stolzenburg (Landvogt im Speyergau) en Margareta von Daun, ovl. circa 1351. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Agnes  †1357   


Catharina van Haeften
Catharina van Haeften1 (van Haaften), ovl. op 4 jun 1514.

tr. circa 1500
met

Paulus I jonker van Nassou1 (van Nassau), zn. van Jan I bastaard van Nassau en Adriana van Haestrecht, ovl. Princenhage op 6 sep 1514.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriana  †1558 Breda  



Bronnen:
1.Genealogie van Nassau (B 150), ir B.T. Wilschut, Uitgeverij Kronieken, 978-90-8860-0005-0, Amsterdam, 2009 (blz. 54)

Adriana van Schagen
Adriana van Schagen1, geb. in 1575, ovl. in 1656.

tr. in 1595
met

Johann baron von Wittenhorst1 [https://gw.geneanet.org/dullemen?n=wittenhorst&oc=&p=johan+baron+van.]], geb. Den Haag in 1568, ovl. Gansoyen op 12 jul 1617.

Johann baron von Wittenhorst.
heer van Sonsfeld, Drongelen en Gansoyen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hermann*1600  †1652 Spa (B) 52



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883
2.Genealogie van Nassau (B 150), ir B.T. Wilschut, Uitgeverij Kronieken, 978-90-8860-0005-0, Amsterdam, 2009 (blz. 76)

Matthia Anthonia Snoeck
Matthia Anthonia Snoeck1, geb. in 1799, ovl. in 1851.

  • Vader:
    Willem Anthonie Snoeck1,2, geb. Leiden op 20 feb 1774, ged. Leiden (Pieterskerk) op 2 mrt 1774 (getuigen: Pieter Marcus en Beatrix Maria Snoeck), ontvanger der Directe Belastingen. in Sijberkarspel, tr. Leiden op 19 apr 1799 met

tr. in 1826
met

Ds, Antonius Hirschig, geb. in 1802, ovl. in 1871.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacoba*1827  †1914  87



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883
2.Nederlands Patriciaat (NP 002-2), van 1937 tot 1997