tr.
met
Jutta van Heeckeren van der Ese, dr. van Friedrich van Heeckeren en Swedera van Haren, vrouwe van Gramsbergen.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Agnes | 1 | 2 |
tr.
met
Evert van Kemnade (Eberhard van Ulft).
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Agnes | 1 | 2 |
tr. (1) in sep 1632
met
Agnes (Aleida) van Aeswijn (Monster tot Sourenburg), dr. van Jhr Eustaes (Statius) van Aeswijn (heer van Gramsbergen, WilIige Langerak) en Anna van Wachtendonck (vrouwe van Bösenberg), geb. in 1594, ovl. op 28 feb 1644.
tr. (2)
met
Catharina Walpurga van Haren, geb. in 1626, ovl. op 9 aug 1699.
tr.
met
Floris I graaf van Lynden gezegd de Jonge1 (Lijnden), zn. van Willem I de Slinkse ridder van Lynden en Ingen en Agnes Sophie van Montbeliard-Altena, geb. Lienden in 1150, ridder, ovl. in sep 1203, begr. Lienden.
Floris I graaf van Lynden gezegd de Jonge.
richter van de Veluwe vanwege den Graaf van Gelre, in 1203 door zijn neef Jan heer 4, van Buren op de jacht gedood.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Willem II | *1166 | Ingen | †1227 | Ane | 61 | 1 | 2 |
1. | De Wapenheraut (WH), van 1897 tot 1920 |
2. | De Navorscher (NAV 002), De Navorscher 1866, pag. 318, CD-rom pag. 320 |
tr.
met
Agnes van Wachtendonk2,1 (van Wachtendonck), dr. van Diederik van Este van Wachtendonk en Agnes van Loon, geb. circa 1150, ovl. circa 1203.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Willem II | *1166 | Ingen | †1227 | Ane | 61 | 1 | 2 |
1. | De Wapenheraut (WH), van 1897 tot 1920 |
2. | De Navorscher (NAV 002), De Navorscher 1866, pag. 318, CD-rom pag. 320 |
|
|
Bronnen:
1. | Middeleeuwse Genealogie (A 010), Bertha van Ochten, een omstreden voorouder, Auteur Frans Roelvink, 12 aug 2022 |
2. | Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 34) |
tr.
met
Elisabeth Jans van Lynden1, dr. van Ridder Johan Heer van Lynden (heer van Lienden, erfschenker) en Elisabeth van den Berghe, vrouwe van Heukelom en Millingen. |
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jan III | *1394 | Heukelom | †1465 | 71 | 1 | 1 |
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
Elisabeth Jans van Lynden | |
Elisabeth Jans van Lynden1, vrouwe van Heukelom en Millingen. |
|
tr.
met
Otto III van Heukelom ridder1, zn. van Jan II van Heukelom en Elisabeth van Horne, ridder 1381, ovl. tussen 1409 en 1414.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jan III | *1394 | Heukelom | †1465 | 71 | 1 | 1 |
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
2. | CBG (CBG 005), Centraal Bureau voor Genealogie (blz. 255) |
tr. op 6 apr 1434
met
Walravina "Posthuma" van Brederode2,1, dr. van Walraven I van Brederode en Johanna van Vianen, geb. Vianen in 1418 slot Batenstein te Vianen.
Uit dit huwelijk 6 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Johan | *1435 | Leersum | †1468 | 33 | 1 | 2 | |
2 | Walraven | †1480 | 1 | 0 | ||||
3 | Reinier | 1 | 0 | |||||
4 | Willem | 0 | 0 | |||||
5 | Adriaen | 0 | 0 | |||||
6 | Ermgard | 0 | 0 |
1. | Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage |
2. | Ons Voorgeslacht (OV 006), Schrijver: 196 (blz. 115) |
3. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
tr. op 6 apr 1434
met
Gerrit (Gerhard) van Broekhuizen2,1, zn. van Johan baron van Broekhuizen en Weerdenborch en Adriana Johanna van Brakel, geb. Leersum circa 1410, heer van Waardenburg, Broekhuizen en Ammersoyen, erfhofmeester van Gelre, ovl. Erkelenz [Duitsland] op 5 nov 1443 St. Hubertsdag.
Gerrit van Broekhuizen.
Gerhard van Broeckhuisen volgde zijn vader Johan op als heer van Broeckhuijsen, Waardenburch en Ammerzode. Nadat deze uit zijn huwelijk met Walrave van Brederode, heer Walravens dochter bij Johanna van Vianen, den 6e April 1434 gesloten, zes kinderen had verwekt, sneuvelde hij op St. Hubertsdag (3 November 1444) bij Erkelents, toen hij aan de zijde van hertog Arnoud van Gelder diens mislukten krijgstocht in Gulik meemaakte. Hij was vóór de even genoemden veldslag op St. Hubert 1444 tot ridder geslagen en in dien slag gevangen genomen, kreeg Weerdenborch en Ammerzode. Zijn tweede zoon Walraven ontving evenwel, naar het schijnt, deze laatste heerlijkheid in gebruik, en werd daarin, bevestigd bij het magescheid van I 457, waarbij o. a. bepaald werd, dat hij het van zijn broeder Johan in leen zoude ontvangen. Zijn derde zoon Reinier van Broeckhuisen en Weerdenborch, ridder, was de beroemde krijgsoverste van hertog Karel van Gelder; dezelfde, die ook in 1473 Nijmegen, waar binnen zich de toen nauwelijks zesjarige hertog en zijne zuster Filippa bevonden, zo dapper en beleidvol verdedigde tegen hertog Karel van Bourgondië, die evenwel eindelijk de vesting overmeesterde en de jeugdige kinderen in gevangenschap naar Frankrijk voerde. Deze drie broeders voerden Broeckhuisen gedeeld met Weerdenborch, doch Walraven zegelde met een lambel en Reinier met eene ster als brisure in het schildhoofd. Twee andere broeders Willem en Adriaen waren kanunniken te Utrecht, en het zesde kind, de eenige dochter, Ermgard, was non te Nijverweerd. Johan van Broeckhuisen had bij Elisabeth van Haeften een dochter Walraven en een zoon Gerhard, welke laatste bij zijns vaders dood in 1468 eerst een half jaar oud was. Deze Gerhard was de tiende heer van Weerdenborch en werd na den dood van zijn oom Walraven in 1480 ook heer van Ammerzode.
Uit dit huwelijk 6 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Johan | *1435 | Leersum | †1468 | 33 | 1 | 2 | |
2 | Walraven | †1480 | 1 | 0 | ||||
3 | Reinier | 1 | 0 | |||||
4 | Willem | 0 | 0 | |||||
5 | Adriaen | 0 | 0 | |||||
6 | Ermgard | 0 | 0 |
1. | Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage |
2. | Ons Voorgeslacht (OV 006), Schrijver: 196 (blz. 115) |
3. | Ons Voorgeslacht (OV 006), Schrijver: 196 (blz. 113) |
tr.
met
Henrica van Varick1 (van Vanderick), dr. van Henric van Varick (heer van Varick) en Fie (Sophia) van Aller van Stoutenborch, geb. in 1421, vrouwe van Varick, ovl. voor 6 mei 1484.
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Elisabeth | *1438 | †1504 | 66 | 4 | 7 | ||
2 | Johan | †1494 | 1 | 2 | ||||
3 | Arnt | 0 | 0 | |||||
4 | Beatrix | †1478 | 1 | 0 | ||||
5 | Beatrix | 1 | 0 |
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
2. | Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage |
tr.
met
Walraven van Haeften1, zn. van Ridder Otto van Haeften en Herwijnen (ridder, raad, schepen van de Hoge Bank van Tuil 1400, dijkgraaf van de Tielerwaard 1413) en Adelise van Herwijnen, geb. circa 1410, heer van Haeften, Herwijnen, Hellu en (causa uxoris) Varick, ovl. in 1478.
Walraven van Haeften.
Walraven van Haeften met dat huys te Herwijnen en voorgeborchte, met den koeweerd. Item die windmoole met den bedwanck ; Item met het halve veer aldaar, gelijk ook met verscheiden thienden in Herwijnen.
Walraven van Haeften ontfengt dat huys tot Haeften, met den voorgeborcht ende bongert, staende op 7 mergen lants; item den Coelhoff, lant gelegen an de noortsijde wijlen hoer Otto van Haeften, westwert die olde dijckgrave ende die Zegewoch, suydwert Offraen Poters, Udo Jans, Johan Simons ende die gemeyne straet; item 14 hont lants, in don gericht van Haeften, in den Molencamp, streckende van der stegen tot an den Waeldjjck, tusschen heer Otto voors. an beyden sijden ofte daer met recht lant gelegen sijn sal, a°. 1467.
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Elisabeth | *1438 | †1504 | 66 | 4 | 7 | ||
2 | Johan | †1494 | 1 | 2 | ||||
3 | Arnt | 0 | 0 | |||||
4 | Beatrix | †1478 | 1 | 0 | ||||
5 | Beatrix | 1 | 0 |
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
|
tr.
met
Fie (Sophia) van Aller van Stoutenborch, dr. van Engelbrecht van Aller van Stoutenborch en Elisabeth van Gelre.
Fie (Sophia) van Aller van Stoutenborch.
zou een buitenechtelijk dochter van hertog Willem VI van Gulik zijn. In de kwartierstaat van de Koppel-Mijnlieff in Prometheus Kronieken wordt zij Fye genoemd. Deze Fye is eerst getrouwd geweest met Henrick van Vauderich. In 1422, lijftocht van Fie, gehuwd met Gijsbert Cock van Neerijnen getuigen Arnout de Cock van Opijnen, Johan Cock, zoon van de leenman.
In 1439: Fie, weduwe Gijsbert Cock van Neerijnen, met het goed, waarmee Willem, haar zoon, beleend is, voor haar lijftocht, Coll. Van Spaen, 164 A 1, nr. 143. getuige Wouter van.
Oyen, bastaard.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Henrica | *1421 | †1484 | 62 | 1 | 5 |
tr. (1)
met
Henric van Varick, zn. van Gosewinus van Varick en Machteld van Brakel, heer van Varick.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Henrica | *1421 | †1484 | 62 | 1 | 5 |
tr. (2) in 1422
met
Gijsbert van Cock van Neerijnen.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Willem | †1498 | 1 | 0 | ||||
2 | Johan | 0 | 0 |
tr. (1) circa 1407
met
Adriana Johanna van Brakel2,1,3, dr. van Ridder Staesken (Eustachius IV) van Brakell (Heer van Langerak) en Catharina van Polanen (vrouwe van Langerak), geb. Brakel circa 1386, ovl. na 1442.
Adriana Johanna van Brakel.
in 1260 en 1265 is Eustachius, ridder van Brakel, getuige van de heer van Altena. In 1321 werd het kasteel door Eustachius en zijn zoon Steesekin voor het eerst aan de graaf van Gelre in leen opgedragen. Adriana van Brakel werd in 1439 met kasteel en heerlijkheid beleend; aangezien ze huwde met Johan van Broeckhuysen, heer van Waardenburg en Ammerzoden, kwam het in deze familie. In 1583 kwam het door vererving aan het geslacht Van Aeswijn, in 1669 aan de familie Van Mathenesse en een jaar later al aan de familie Pieck. Deze verkocht het vervolgens aan dominee Wilhelmus Wilhelmius (die het nieuwe huis in 1768 liet bouwen). Rond 1800 werd de familie Van Dam eigenaar, die sindsdien Van Dam van Brakel heet en het nog bezit.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Gerrit | *1410 | Leersum | †1443 | Erkelenz [Duitsland] | 33 | 1 | 6 |
2 | Staesken | *1412 | Leersum | 0 | 0 | |||
3 | Agnes | *1430 | †1489 | 59 | 2 | 2 | ||
4 | Henrica | 1 | 0 |
tr. (2) circa 1437
met
Anna van der Straten, dr. van Johan van der Straten en Mechteld van Bylandt.
Anna van der Straten.
Johan van Broekhuizen, zoon van Willem, heer van Broekhuizen, en Agnes van Waardenburg, heer te Loe (1405)» heer van Geysteren (1429), Oostrum en Spraland en erfhofmeester van Gelre (1429); ambtman (drost) van Kessel en half Horst (1431); huwt c.1437 met Anna van der Straeten, dochter van Johan en Mechteld van Bylandt, die als huwelijksgift het Huis Wissem (tussen Kevelaer en Weeze) inbrengt; gaat op pelgrimstocht naar het H. Land (1450); voegt 2 malder rogge 's jaars bij de inkomsten van het O.L.V. altaar te Geysteren; testeert in 1450 en sticht het klooster Betlehem der orde van Windesheim te Oostrum, dat later verhuisde naar Mariensande in Straelen. Zijn boedel wordt door zijn weduwe met zijn broers en zusters gescheiden op 1451 december 10. Heerlijkheid en kasteel Geysteren.'; Spraland en Oostrum vallen toe half aan Johan's neef Adriaan van Broekhuizen.
en half aan Godart van Harff, gehuwd met Johan's zuster Henrica van Broekhuizen.
Bronnen:
1. | Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage |
2. | Ons Voorgeslacht (OV 006), Schrijver: 196 (blz. 115) |
3. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
tr. circa 1407
met
Johan baron van Broekhuizen en Weerdenborch3,1, zn. van Willem van Broekhuizen (ridder, raad, erfdrost en erfhofmeester van Gelre in 1390) en Agnes de Cock van Waardenburg, geb. Leersum circa 1382, ovl. in 1451, tr. (2) met Anna van der Straten. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Johan baron van Broekhuizen en Weerdenborch.
Johan heer van Broeckhuisen en Weerdenborch. Hij deelde zijn wapen met Weerdenborch, zijnde het volle wapen van Châtillon, en hij en zijne nakomelingen komen gemeenlijk eenvoudig voor onder den naam van Weerdenborch of Weerdenburg. In 1424 kocht hij van Willem heer van Wachtendonk, bastaardzoon van hertog Reinoud, de heerlijkheden Well en Ammerzode. Uit zijn huwelijk met Adriana van Brakell, dochter van Stees, heer van Langerack, en van Catharina van Polanen van Asperen, had hij vier kinderen. Johan heer tot Broeckhusen, Weerdenborch end Amersoyen ontfengt dat erfhovemeisteramt shertogdoms van Gelre met sijnen tobehoren, tot Zutphenschen leenrechten met twee silveren schoetelen end een pond goets gelts te verhergewaden, a°. 1427. 2 silveren schotelen, die opt minste weert sullen sijn 70 golden rhijnsgulden, met den onraet daerneven. Uit de Kroniek Werken Gelre nr. 5 (1904) pagina 55 : Johan van WEERDENBURG her Willems oudste soen van BROECHUSEN was seer groot ende vet ende was die ZEVENDE heer van WEERDENBERCH, dat hi ontfinc van hertog Willem van Gelre etc. na inhout sijns vaders testaments waarbij als leenmannen: her Hubert heer van CULEMBORG en her Robert van APPELTERN, rittere , int jaar 1401.
Johan van Broeckhuysen, heer te Loo en Geysteren, ambtman van Goch c.1430/51, erfhofmeester van Gelre. Na dode zijns.
broers Willem in 1429 erfde hij van hem Huis en heerlijkheid Geisteren; Huis Loo ligt bij Alpen, dat hij erft van zijn vader Willem in 1415- Van zijn broer Willem had hij ook de pandschap van Kessel geërfd. De totale schuld van de hertog beliep 4.775 overlandse rijnsguldens, waarvoor hertog Arnold hem in 1434 alle inkomsten uit het land van Kessel en Venray verpandde. In of voor 1437 was hij gehuwd met Anna van der Straten, erfdochter van Johan, ridder, ambtman van Goch.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Gerrit | *1410 | Leersum | †1443 | Erkelenz [Duitsland] | 33 | 1 | 6 |
2 | Staesken | *1412 | Leersum | 0 | 0 | |||
3 | Agnes | *1430 | †1489 | 59 | 2 | 2 | ||
4 | Henrica | 1 | 0 |
1. | Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage |
2. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
3. | Ons Voorgeslacht (OV 006), Schrijver: 196 (blz. 115) |
tr. circa 1380
met
Agnes de Cock van Waardenburg1 (de Cock van Weerdenburg), dr. van Gerard de Cocq van Waardenburg (5e heer van Waardenburg) en Hendrica van Culemborch, geb. circa 1360, ovl. circa 1404.
Agnes de Cock van Waardenburg.
het komt zelden voor dat de stichtingsdatum van een kasteel bekend is, met "de Waardenburg" is dat wel het geval. Op 5 augustus 1265 gaf graaf Otto II van Gelre de dorpen Hiern, Neerijnen en Opijnen aan Rudolph de Cock, ridder, die daartegenover zijn bezittingen in Rhenoy afstond. Toen deze Rudolph het dorp Hiern (de oude naam van het dorp Waardenburg) in leen had gekregen, wilde hij er zich ook vestigen. Hij vroeg dus aan zijn leenheer, graaf Otto, toestemming om een woning te mogen bouwen. Hij gaf Rudolph dan ook vergunning om te "timmeren", maar het bouwwerk mocht niet meer kosten dan 300 Leuvense Ponden. Zijn gelijknamige zoon volgde hem op en bouwde het uit, evenals diens zoon Johan. Uit het huwelijk van Gerard de Cock en Henrica van Culemborg kwam alleen de erfdochter Agnes die de bezittingen via haar huwelijk (kort voor 1385) inbracht bij Willem van Broeckhuysen. In 1415 overleed deze en kwam het aan de oudste van 9 kinderen, namelijk Willem en toen deze al snel overleed aan diens broer Johan van Broeckhuysen (een grote en vette man volgens de Waardenburgse kroniek), die trouwde met Adriana van Brakel. Hun zoon Gerard van Broeckhuysen trouwde in 1434 met Walraven van Brederode. Hun zoon Johan kreeg op circa 10 jarige leeftijd de beschikking over onder andere Waardenburg en overleed in 1468. In 1470 volgde zijn enige en minderjarige zoon Gerard hem op. Zijn zus Walraven volgde hem in 1494 op en trouwde met Otto van Arkel waardoor het in deze familie kwam. In 1574 is het kasteel door Lodewijk, graaf van Nassau, broer van prins Willem I, verwoest. De toenmalige bewoonster (Catharina van Gelder, weduwe van Walraven van Arkel) was Spaansgezind en weigerde zich over te geven. De schade was aanzienlijk en nooit meer is het slot deze slag te boven gekomen. Haar kleinzoon, Thomas van Thiennes, verkocht het aan Johan Vijgh in 1618. In 1700 werd het gekocht door de Friese adellijke familie Van Aylva, waarbij in 1800 A.J.W. van Aylva huwde met Frederik baron van Pallandt, welke familie het tot 1971 in bezit had.
Uit dit huwelijk 8 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Johan | *1382 | Leersum | †1451 | 69 | 2 | 4 | |
2 | Alard | †1451 | 1 | 1 | ||||
3 | Henrica | 1 | 0 | |||||
4 | Sweder | †1449 | 1 | 3 | ||||
5 | Hubrecht | †1443 | 1 | 0 | ||||
6 | Gerarda | 1 | 4 | |||||
7 | Elisabeth | †1469 | 0 | 0 | ||||
8 | Willem | †1429 | 0 | 0 |
1. | Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage |
|
tr. circa 1380
met
Willem van Broekhuizen1, zn. van Johan van Broeckhuijsen (ridder) en Elisabeth van Buderich, ridder, raad, erfdrost en erfhofmeester van Gelre in 1390, heer van Spaland en Oostrum, ovl. voor 22 jul 1415.
Willem van Broekhuizen.
Willem van Broekhuizen, de oudste zoon van de heer van Broekhuzen. Hij erfde van zijn vader de heerlijkheden Broekhuizen, Loe en Ingher Walacken (= het huidige Wallach, gelegen in de buurt van Xandten bij Alpen aan de Rijn in Duitsland). Hij verkreeg de heerlijkheden Spraland en Oostrum als onderpand van Daniel van Apeltern. Toen die zijn schuld niet kon aflossen kocht hij deze heerlijkheden. Hij heeft waarschijnlijk op dezelfde wijze de heerlijkheid Geysteren en Oirlo verworven. Hij bezat het pandrecht op het kasteel van Grebben en de tol van Venlo. Hij kocht het Gelderse erfhofmeesterambt van verre familie te weten Jacob, heer van Mirlaer en Johanna van Broekhuizen. Hij was gehuwd met Agnes de Cock, erfdochter van Waardenburg.
Hij overlijdt omstreeks 1415 want dan vindt een boedelscheiding plaats.
Heer Willem van Broeckhuisen, ridder, werd heer van Weerdenborch door zijn huwelijk met Agnes van Weerdenborch of Weerdenburg, dochter van Gerhard, vijfde heer van Weerdenborch (uit het geslacht de Cock), en van Henrica van Culenborch. Hij kocht in 1390 het erfhofmeesterambt van Gelder van Jacob van Mierlaer. Uit hem stamt de tak der heeren van Weerdenborch (Zie hierover o. a. het opstel van wijlen Mr. J. Gerdes Oosterbeek, archivaris van Gelderland in den Gelderschen Volksalmanak voor 1874, blz, 7 ; Mr. W. van de Poll, het kasteel Waardenburg, in het bij de wed”. van Wermeskerken te Tiel uitgegeven tijdschrift:.
Gelderland, 1853 ; Dr. Schotel, Ammerzode in de Bijdragen.
voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde. Ie R, IV, 123; enz.). zie ook: Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde, verzameld en uitgegeven door Is. An. Nijhoff, Korrespondent der Tweede Klasse van het Koninklijk Nederlandsch Instituut van Kunsten en Wetenschappen, Opzigter van het Provinciaal Archief van Gelderland. IIIde Deel, 4de Stuk, en IVde Deel, 1ste en 2de Stuk. Te Arnhem, bij Is. An. Nijhoff. 1842 en 1843.
Uit dit huwelijk 8 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Johan | *1382 | Leersum | †1451 | 69 | 2 | 4 | |
2 | Alard | †1451 | 1 | 1 | ||||
3 | Henrica | 1 | 0 | |||||
4 | Sweder | †1449 | 1 | 3 | ||||
5 | Hubrecht | †1443 | 1 | 0 | ||||
6 | Gerarda | 1 | 4 | |||||
7 | Elisabeth | †1469 | 0 | 0 | ||||
8 | Willem | †1429 | 0 | 0 |
1. | Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage |
|
tr. Gennep in 1368
met
Reinoud I van Brederode1, zn. van Dirk III van Brederode (5e heer van Brederode) en Beatrix van Valkenburg, geb. Santpoort slot Brederode in 1337, baljuw van Kennemerland, ovl. in 1390.
Reinoud I van Brederode.
volgde in 1377 zijn vader op als 6e heer van Brederode. Hij werd in 1358 door de ruwaard aangesteld als baljuw van Kennemerland, onderscheidde zich na 1372 in dienst van Machteld van Gelre.
Uit dit huwelijk 4 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Dirk | *1365 | Santpoort | †1415 | Zelhem | 50 | 0 | 0 |
2 | Jan | *1367 | Santpoort | †1415 | Azincourt [Frankrijk] | 48 | 1 | 0 |
3 | Willem | *1374 | Santpoort | †1451 | 77 | 1 | 0 | |
4 | Walraven I | *1370 | Santpoort | †1417 | Gorinchem | 47 | 1 | 3 |
1. | CBG (CBG 005), Centraal Bureau voor Genealogie (blz. 111) |
2. | CBG (CBG 005), Centraal Bureau voor Genealogie (blz. 255) |
3. | Genealogie der Graven van Holland (DEK/HOL), Dr. A.W.E. Dek, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1969 (blz. 42) |
4. | Ons Voorgeslacht (OV 006), Schrijver: 196 (blz. 239) |
tr. in 1723
met
Egeria Adriana Sybilla barones van Gendt, dr. van Adriaan baron van Gendt en Elisabeth Maria prinses van Portugal, ovl. in jul 1733.