Cees Hagenbeek
Agnes van Bosinchem
Agnes van Bosinchem.

  • Vader:
    Ridder Hubert III (Hubrecht) van Culemborch1 (Hubert van Beusichem gezegd Schenck (Pincerna) de Bosinchem, Schenck van Bosinchem, van Bosichem, van Bosinchem), zn. van Ridder Hubert II van Bosinchem [de Schenk] (heer van Beusinchem, ridder 1258) en NN van Zuylen, geb. Beusichem in 1240, Heer van Beusinchem (Heer van Culemborg), ovl. Utrecht op 20 mrt 1309 (20 mrt 1300), tr. (1) circa 1280 met
 



Bronnen:

1.Genealogie Uten Goye (Van Langerak) (B 002), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (blz. 48)

Gerard van Bosinchem
Gerard van Bosinchem.

  • Vader:
    Ridder Hubert III (Hubrecht) van Culemborch1 (Hubert van Beusichem gezegd Schenck (Pincerna) de Bosinchem, Schenck van Bosinchem, van Bosichem, van Bosinchem), zn. van Ridder Hubert II van Bosinchem [de Schenk] (heer van Beusinchem, ridder 1258) en NN van Zuylen, geb. Beusichem in 1240, Heer van Beusinchem (Heer van Culemborg), ovl. Utrecht op 20 mrt 1309 (20 mrt 1300), tr. (1) circa 1280 met
 



Bronnen:

1.Genealogie Uten Goye (Van Langerak) (B 002), B. de Keijzer, Ons Voorgeslacht, Emmen, 15 nov 2020 (blz. 48)

NN van Zuylen
NN van Zuylen.

tr. (1)
met

Ridder Hubert II van Bosinchem [de Schenk], zn. van Ridder Steven van Bosinchem en Ava van Zulen van Anholt, heer van Beusinchem, ridder 1258, ovl. voor 1271, Uit dit huwelijk 5 kinderen.

Ridder Hubert II van Bosinchem [de Schenk].
Vermeld 1248-1271.

Uit dit huwelijk 2 zonen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dirk     
Hubert III*1240 Beusichem †1309 Utrecht 68

tr. (2)
met

Loef van Ruweel, zn. van Gijsbrecht van Ruweel en Goede .


Adolf Hermann von Wylich
Adolf Hermann von Wylich.


Hij krijgt een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Dietrich*1615  †1677  62


Dietrich von Wylich
Dietrich von Wylich, geb. in 1539, ovl. in 1583.

Dietrich von Wylich.
Zu Wylich, Winnenthal, Pröbsting und Döringen.

tr.
met

Maria von Bawir.

Maria von Bawir.
Dochter van Hermann von Bawir en Elise von Merode zu Frankenberg.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adolf     


Willem van Isendoorn
Willem baron van Isendoorn (Ridder Willem II De Cock van Ysendoorn).

tr. (1)
met

Adriana Johanna van Brakel, dr. van Johan ridder van Brakel van der Zalm (ridder, Heer van Willingen Langerak) en Johanna Sweersdr van Bloemensteyn (leenvrouw), geb. in 1405, ovl. voor 1429.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margriet     

tr. (2)
met

Adriana van Cock van Neerijnen.


Bronnen:

1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Otto van Haeften en Herwijnen
Ridder Otto van Haeften en Herwijnen1, geb. Haaften circa 1365, ridder, raad, schepen van de Hoge Bank van Tuil 1400, dijkgraaf van de Tielerwaard 1413, raad van Gelre in 1410 en 1416, dijkgraaf van de Tielerwaard in 1413, schepen van Tuil in 1423, ovl. voor 1430.

Ridder Otto van Haeften en Herwijnen.
Ridder ende raet, ontfengt dat huys van Herwinen met sijnen voorborcht, als dat Brunstijns van Herwinen geweest, met eenen stuck erffs daer dat huys op ligt, streckende van den Hoeftgrave tot int diepe van den Wale, ari d'overste sijde gelegen en gemceno stege, geheyten Wayerstege, an de nederste sijde Gerit Holl Heymerichssoon; met vorworden dat Otto voorn, tselve hij sijnen leven ofte na sijnen doot maken mag eenen sijner soons wien hij wil; ende heeft het gemaeckt tot een open huys. Met een reversal, a°. 1415.

 

tr. na 14 okt 1394
met

Adelise van Herwijnen1 (van Herwinen), dr. van Bruijstein Jansz Heer van Herwijnen heer van Stavenisse (knape, schepen van Tuil 1366, kastelijn van Loevestein, baljuw van Zierikzee 1385) en Lijsbeth (Elisabeth) van Beieren, geb. Herwijnen circa 1379, ovl. op 13 jan 1451.

Uit dit huwelijk 5 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Walraven*1410  †1478  68
Nicolaas*1405 Tuil    
Claes*1394 Tuil †1420  26
Willem*1419 Tuil    
Otto*1421 Tuil †1473  52



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Adelise van Herwijnen
Adelise van Herwijnen1 (van Herwinen), geb. Herwijnen circa 1379, ovl. op 13 jan 1451.

tr. na 14 okt 1394
met

Ridder Otto van Haeften en Herwijnen1, zn. van Nicolaas van Haeften en Johanna de Cocq van Opijnen, geb. Haaften circa 1365, ridder, raad, schepen van de Hoge Bank van Tuil 1400, dijkgraaf van de Tielerwaard 1413, raad van Gelre in 1410 en 1416, dijkgraaf van de Tielerwaard in 1413, schepen van Tuil in 1423, ovl. voor 1430.

Ridder Otto van Haeften en Herwijnen.
Ridder ende raet, ontfengt dat huys van Herwinen met sijnen voorborcht, als dat Brunstijns van Herwinen geweest, met eenen stuck erffs daer dat huys op ligt, streckende van den Hoeftgrave tot int diepe van den Wale, ari d'overste sijde gelegen en gemceno stege, geheyten Wayerstege, an de nederste sijde Gerit Holl Heymerichssoon; met vorworden dat Otto voorn, tselve hij sijnen leven ofte na sijnen doot maken mag eenen sijner soons wien hij wil; ende heeft het gemaeckt tot een open huys. Met een reversal, a°. 1415.

Uit dit huwelijk 5 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Walraven*1410  †1478  68
Nicolaas*1405 Tuil    
Claes*1394 Tuil †1420  26
Willem*1419 Tuil    
Otto*1421 Tuil †1473  52



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Nicolaas van Haeften
Nicolaas van Haeften, geb. Tuil circa 1405.



Bronnen:

1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Claes van Haeften
Claes van Haeften, geb. Tuil na 1394, ovl. voor 1420.

Claes van Haeften.
Claes moet voor 1420 zijn overleden toen zijn onmondige zoon Willem werd beleend met de goederen te Ness. Claes en Kathelijn zijn waarschijnlijk uitgehuwelijkt toen ze nog erg jong waren.

tr. voor 1413
met

Kathelijn Ghijsberts Voichtsdochter.


Bronnen:

1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Willem Ottensz van Haeften
Willem Ottensz van Haeften, geb. Tuil circa 1419.

Willem Ottensz van Haeften.
Vroegste vermelding in 18-08-1418. Wij Ghiisbert van Est ende Heijnric Doelvoet Jans soin scepen in Tuel tugen dat voir ons comen siin heren Otte van Haeften ridder ende Willem van Haeften heren Otten soin voirg. ende hebben vertegen op viif mergen lants gelegen inden gericht van Hellu ende op seven mergen lants gelegen inden gericht van Herwinen..........etc.
Op 17 Juli 1467, heeft Willem van Haeften en zijne huisvrouw voor den richter in ‘t Oldebroek een aldaar gelegen erve opdragen aan het St.-Agnietenconvent binnen Elburg. Hij staat op de riddercel van 1468, te Hesel. Ook in 1459 wordt.
hij vermeld als geerfde te Heesselt, in.
Oorkonden, Nijhoff, Deel 4, pag. 293.
Als geerfde van Heesselt zou je verwachten dat hij ook schepen was voor de Bank van Tuil (www.bankvantuil.nl). Maar de Willem die optreedt vanaf 1438 is zeer waarschijnlijk Willem Claesz.
van Haeften 'ten Esch' (wonende in Tuil). Reden: Aernt Ottensz van Haeften en die Willem van Haeften zijn gelijktijdig schepen in 1454, dus.
zijn zeker geen broers. Weer een raadsel, want waarom, als Willem Ottensz land heeft in Heesselt, treedt hij nooit op als schepen? Misschien had hij betere dingen elders te doen. Hij was waarschijnlijk raad voor hertog Arnt.

tr.
met

Margriet Alerts Schade, dr. van Alard Schade en Beatrix Ottendr van Heuckelom.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cecilia  †1483   



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Otto van Haeften van Renoy
Otto van Haeften van Renoy1, geb. Tuil in 1421, ovl. na 24 dec 1473.

Otto van Haeften van Renoy.
Otto van Haeften bij -deylinge tegen sijnen broeder Arnt ontfengt een hofstat, geheiten Rodenborch, met een stuck lants daerbij gelegen, onde die thiende van den alingen leengoede, geheiten die Nes tsamen gelegen in den kerspel van Tuyl, voortan ten besunderen leen, tot Zutphenschen rechten, 7 Aprilis 1530.
Otto van Haeften ontfengt dat huys tot Renoy, begrepen 7 hont met den cingel ende 19 mergen, daerto gehorende, die daeromme liggen, an d'een sijde naest gelant Otto van Haeften heer Otten soon, heer Johan van Haeften ende Johan van Beesde, an d'ander tgemeyn dorp van Renoy; item noch 13 mergen, daerto gehorende over den nyen grave, an d'averste sijde naest gelant Ggsbert Piex erfgenamen ende an de nederste sjjde Johan van Beest ende Derck Storm; item noch 2 mergen op den Corten Wegh; item noch en hofstat met 5 hont ende dat veer met der hofstat ende sijnen opslach, allet tot Zutphenschen rechten, anno 1447.

tr.
met

Jutta Pieck1, dr. van Franck Pieck (heer van Gameren) en Geertruij van Ysendoorn, Vrouwe van Gameren, tr. (2) met Derck van Wees1. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Allard*1440 Ophemert †1494  54
Lijsbeth*1454     



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Bruijstein Jansz van Herwijnen heer van Stavenisse
Bruijstein Jansz (Brustijn) Heer van Herwijnen heer van Stavenisse, geb. circa 1341, knape, schepen van Tuil 1366, kastelijn van Loevestein, baljuw van Zierikzee 1385, heer van Stavenisse, ovl. in 1415.

Bruijstein Jansz Heer van Herwijnen heer van Stavenisse.
Ridder (ca. 1370?), slotvoogd Loevestein (...1373...), kastelein van Loevestein (1385), rentmeester van Zeeland beoosten Schelde (1390-1396), ambtman van de Tieler- en Bommelerwaard (1392-1393), raad van hertog Aalbrecht (...1400...), schepen van Tuil 1366; bezegelt (als knape) de Gelderse landvrede 6-1-1377; is Hollands leengetuige Geertruidenberg 22-9-1377, wordt door hertog Albrecht aangesteld tot kastelein van Loevestein, is baljuw van Zierikzee 1385; neemt deel aan het beleg van Damme zomer 1385; is raad van hertog Albrecht in de jaren 1387-96; is baljuw van Kennemerland 21-7-1388; wordt aangesteld tot rentmeester van Zeeland beoosten Schelde 7-1-1390; belast met het bedijken van het oude land van Stavenisse 28-4-1391; is dijkgraaf van de Grote Waard 2-11-1392; koopt het ambacht Henegouwen op Duiveland 9-4-1393; wordt opnieuw aangesteld tot kastelein van Loevestein 20-8- 1393 waar hij last krijgt twee schepen gereed te maken voor de tocht welke hertog Albrecht tegen de Friezen beraamt 27-5-1396; beleend met het land van Altena en Woudrichem, 20-7-1396 als vergoeding voor aan de hertog voorgeschoten bedragen; moet zich wegens malversaties als rentmeester in gijzeling begeven naar Amsterdam, ontsnapt echter tussen 21 en 24-2-1397 naar Loevestein en bestookt van daar uit de Dordtse rivierhandel in april 1397 wat tot een beleg van Loevestein (dat door zijn naaste familie verdedigd wordt) leidt, doch waaruit hij zich tevoren verwijderd blijkt te hebben; verblijft daarna waarschijnlijk in Gelderland, doch verzoent zich met hertog Albrecht en wordt weer vermeld als diens raad 27-3-1400; verblijft daarna vermoedelijk op het huis te Herwijnen (de alde hofstat, later genaamd Wayenstein) waarmee hij beleend wordt 1402; tocht zijn schoondochter.
daaruit 1408. Bruijsten Jans Bruistens zegelt met 2 balken, goud op rood. Zijn zoon Bruisten, o.a. heer van Stavenisse etc, etc. zegelt in 1396 met een gevierendeeld wapen, gecombineerd de goud op rood en de groen op zilver. Dat is dus een combinatie van zijn ouders.

tr. circa 1370
met

Lijsbeth (Elisabeth) van Beieren, dr. van Willem V van Beieren (graaf van Holland) en Catharina Gerrit Busendr, geb. circa 1353, ovl. na 1450.

Lijsbeth (Elisabeth) van Beieren.
Bastaarddochter, vermeld vanaf 1359 wanneer zij van hertog Albrecht jaarlijks 30 pond Hollands voor haar onderhoud ontvangt; wordt door hem (aan wiens hof zij vaak vertoeft) bij herhaling zijn nicht genoemd; bevestigd in haar lijftocht in alle lenen van haar man in Holland en Zeeland (uitgezonderd.
Stavenisse) 8-4-1392; verkoopt een huis te Haarlem 1398; verkrijgt van hertog Willem VI diverse renten in 1412 en 40 pond uit het rentmeesterschap van Schoonhoven 17-4-1414; verkoopt als weduwe goederen te Zuilichem aan Gijsbert de Cock van Neerijnen 1415.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adelise*1379 Herwijnen †1451  71


Elisabeth van Beieren
Lijsbeth (Elisabeth) van Beieren, geb. circa 1353, ovl. na 1450.

Lijsbeth (Elisabeth) van Beieren.
Bastaarddochter, vermeld vanaf 1359 wanneer zij van hertog Albrecht jaarlijks 30 pond Hollands voor haar onderhoud ontvangt; wordt door hem (aan wiens hof zij vaak vertoeft) bij herhaling zijn nicht genoemd; bevestigd in haar lijftocht in alle lenen van haar man in Holland en Zeeland (uitgezonderd.
Stavenisse) 8-4-1392; verkoopt een huis te Haarlem 1398; verkrijgt van hertog Willem VI diverse renten in 1412 en 40 pond uit het rentmeesterschap van Schoonhoven 17-4-1414; verkoopt als weduwe goederen te Zuilichem aan Gijsbert de Cock van Neerijnen 1415.

tr. circa 1370
met

Bruijstein Jansz (Brustijn) Heer van Herwijnen heer van Stavenisse, zn. van Dirk Wouters van Tuyll en Adelissa van Herwijnen, geb. circa 1341, knape, schepen van Tuil 1366, kastelijn van Loevestein, baljuw van Zierikzee 1385, heer van Stavenisse, ovl. in 1415.

Bruijstein Jansz Heer van Herwijnen heer van Stavenisse.
Ridder (ca. 1370?), slotvoogd Loevestein (...1373...), kastelein van Loevestein (1385), rentmeester van Zeeland beoosten Schelde (1390-1396), ambtman van de Tieler- en Bommelerwaard (1392-1393), raad van hertog Aalbrecht (...1400...), schepen van Tuil 1366; bezegelt (als knape) de Gelderse landvrede 6-1-1377; is Hollands leengetuige Geertruidenberg 22-9-1377, wordt door hertog Albrecht aangesteld tot kastelein van Loevestein, is baljuw van Zierikzee 1385; neemt deel aan het beleg van Damme zomer 1385; is raad van hertog Albrecht in de jaren 1387-96; is baljuw van Kennemerland 21-7-1388; wordt aangesteld tot rentmeester van Zeeland beoosten Schelde 7-1-1390; belast met het bedijken van het oude land van Stavenisse 28-4-1391; is dijkgraaf van de Grote Waard 2-11-1392; koopt het ambacht Henegouwen op Duiveland 9-4-1393; wordt opnieuw aangesteld tot kastelein van Loevestein 20-8- 1393 waar hij last krijgt twee schepen gereed te maken voor de tocht welke hertog Albrecht tegen de Friezen beraamt 27-5-1396; beleend met het land van Altena en Woudrichem, 20-7-1396 als vergoeding voor aan de hertog voorgeschoten bedragen; moet zich wegens malversaties als rentmeester in gijzeling begeven naar Amsterdam, ontsnapt echter tussen 21 en 24-2-1397 naar Loevestein en bestookt van daar uit de Dordtse rivierhandel in april 1397 wat tot een beleg van Loevestein (dat door zijn naaste familie verdedigd wordt) leidt, doch waaruit hij zich tevoren verwijderd blijkt te hebben; verblijft daarna waarschijnlijk in Gelderland, doch verzoent zich met hertog Albrecht en wordt weer vermeld als diens raad 27-3-1400; verblijft daarna vermoedelijk op het huis te Herwijnen (de alde hofstat, later genaamd Wayenstein) waarmee hij beleend wordt 1402; tocht zijn schoondochter.
daaruit 1408. Bruijsten Jans Bruistens zegelt met 2 balken, goud op rood. Zijn zoon Bruisten, o.a. heer van Stavenisse etc, etc. zegelt in 1396 met een gevierendeeld wapen, gecombineerd de goud op rood en de groen op zilver. Dat is dus een combinatie van zijn ouders.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adelise*1379 Herwijnen †1451  71


Nicolaas van Haeften
 
Nicolaas van Haeften, geb. Opijnen circa 1339, ovl. in 1379.

 

tr. in 1363
met

Johanna de Cocq van Opijnen (van Harcourt), dr. van Arend ridder de Cocq van Opijnen en NN van Harcourt, geb. Opijnen circa 1342.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Otto*1365 Haaften †1430  65


Johanna de Cocq van Opijnen
Johanna de Cocq van Opijnen (van Harcourt), geb. Opijnen circa 1342.

tr. in 1363
met

Nicolaas van Haeften, zn. van Otto van Haeften en Ermgard Tengnagell, geb. Opijnen circa 1339, ovl. in 1379.

 

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Otto*1365 Haaften †1430  65


Otto van Haeften
 
Otto van Haeften, geb. Haaften voor 1313, ovl. op 29 okt 1360.

tr. (1)
met

Ermgard Tengnagell, dr. van Nicolaes Tengnagell en Geertruijd van Broeckhuisen, geb. voor 1313.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nicolaas*1339 Opijnen †1379  40

tr. (2)
met

Margaretha de Cock van Neerijnen.

tr. (3)
met

Mabelia Gijsbertsdr (Mabelia) van Tuyll, dr. van Gijsbert van Tuyl en Gerwig Both van der Eem, geb. circa 1290.


Ermgard Tengnagell
Ermgard Tengnagell, geb. voor 1313.

tr.
met

Otto van Haeften, zn. van Rudolf van Haeften en Margaretha van der Leck, geb. Haaften voor 1313, ovl. op 29 okt 1360, tr. (2) met Margaretha de Cock van Neerijnen. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met Mabelia Gijsbertsdr (Mabelia) van Tuyll. Uit dit huwelijk geen kinderen.

 

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nicolaas*1339 Opijnen †1379  40


Othelenda von Heimbach
Othelenda (Udalhildis) von Heimbach, ovl. na 1222.

tr.
met

Heinrich IV Graf von Kessel und Grevenbruch, geb. voor 1193, ovl. voor 1235.

Uit dit huwelijk 2 zonen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Walram*1271  †1305  34
Wilhelm*1236  †1260  24


Adelheid van Gelre
Adelheid van Gelre, ovl. voor 1286.

  • Vader:
    Otto II 'de Lamme' van Gelre1, zn. van Gerard IV graaf van Gelre en Zutphen (graaf van Gelre en Zutphen 1207-1229)) en Margaretha van Brabant, geb. in 1214, graaf Gelre en Zutphen, sticht in zijn burcht Rott aan de Niers het Cisterciënzerklooster Gravendal, verleend stadsrechten aan Harderwijk in 1231, verleend stadrechten aan Arnhem, Emmerich en Lochem in 1233, verleend stadrechten aan Doetinchem en Doesburg in 1237 en Wageningen in 1263, ovl. op 10 jan 1271, begr. Grafental klooster, tr. (1) voor 24 nov 1240 met Margaretha van Kleef. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met Philippina van Chatillon. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) in 1253 met
 

tr.
met

Dietrich Luf II (Dirk Luf II, Dirk Loef van Kleve) graaf van Kleef, zn. van Dietrich VI van Kleef (graaf van Kleef 1260-1275, graaf von Dinslaken sedert 1245, vermeld vanaf 1251) en Aleidis van Heinsberg (erfdochter van Hülchrath en), geb. circa 1260, heer van Tomburg 1285-1303, van Grevenbroich 1286, van Kervenheim 1290, van Hülchrath 1285/87 en gra, Heer van Tomberg van 1285 tot 1303, heer van Grevenbroich in 1286, heer van Kervenheim heer van Hülchrat vanaf 1296, ovl. op 23 mrt 1308, begr. op 8 mei 1309.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Katharina*1303  †1357  54
Johann  †1314   



Bronnen:
1.Gelre-Geldern-Gelderland. Geschiedenis en cultuur van het hertogdom Gelre (GCHG-1), Johannes Stinner, Karl-Heinz Tekath, Verlag des Historischen Vereins für Geldern, ISBN nummer: 9053451943, Geldern, 2001 (blz. 34)