Cees Hagenbeek
Jacob van Riemsdijck
Jacob van Riemsdijck, geb. circa 1350.

Jacob van Riemsdijck.
13 januari 1379 .
Hendrik Schenk van Nydeggen genaamd van Floersheim, ridder, draagt het Huis te Afferden als een open Huis in leen op aan Adolf graaf van Kleef en ontvangt het in leen terug. Borgen: Winand van den Velde en Johan van den Velde, gebroeders, Baerse van Bonyngen, Wynnich van Branckenem, Jacob van Ryemsdick en Heynric van Puyflike.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob*1380     


Alard Ailard van Riemsdijck
Alard Ailard van Riemsdijck, geb. in 1520.

tr.
met

Margriet Bock.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Theodora*1533 Nijmegen    


Margriet Bock
Margriet Bock.

tr.
met

Alard Ailard van Riemsdijck, zn. van Jelis Hendriksz van Riemsdijck (opperbevelhebber te Tiel in 1528) en Henrica Hendriksdr van Aller tot Watergoor, geb. in 1520.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Theodora*1533 Nijmegen    


Jelis Hendriksz van Riemsdijck
Jelis Hendriksz van Riemsdijck, geb. in 1493, opperbevelhebber te Tiel in 1528, ovl. op 4 sep 1539.

Jelis Hendriksz van Riemsdijck.
Ick Jan Janssen geswoeren richter to Ysenderen tuijge apenbairlick dat voer my ende voer gerichtsluyden naebeschreven gecomen syn dese beschrevene, die daer myt besating ende dwanck des rechten durch versuick Jacob Pieks heer to Ysendoren toe gebracht syn. In den eersten heer Jan Dueys van Voern pastoer to Ysendoren Anthonis van Loenresloet Wolter Jacobsz Willem Jacobsz Roloff Jansz Jan die Haes Woltersz Willem die Haes Derick Block Peter Jacobsz Jan van Maten Reyner Schoeffs Jan Lambertsz en den auden Aernt Dueys, soin alt omtrent tnegentich, soin tachentich, soin tsoeventich, soin tsestich, soin vyfftich jaeren off daer omtrent goit van namen ende famen werdich der geloeven ende hebben seemptlick ende eendrechtelick getuijcht ende gelacht die pastoer syn handt op syn borst leggende als een priester toe behoert ende die anderen mijt opgerechten vingeren volstaest eedts lyfflich aen got ende synen heiligen behalden ende gesworen die ick richter orconde gerichtsluyden hem volcomelick gestaeffts ende affgenomen heb. Inden eersten tuygen sy als dat sy niet gesien, gehoert noch haeren alderen noch alde nageburen hebben horen seggen noch oick in brieve, dyckcedulen noch signaten gelesen noch gevonden noch oeck haren alderen offt alde nageburen hebben hoeren seggen die sulx gelesen offt genoden hadden dat eenige Amptluyden van Nederbetuwen voer Albert van Ermelen hem des dycks offt der dyckschou in eeniger wys ondervonden, dan Aelbert voers. onderstonde sulx Edoch geen wtvordering myt dyckrecht daer opgedaen want hem Segher van Balveren wylen heer to Ysendoren des niet gestaden noch toe laten wolde Then anderen tuygen dese voegs. als voirs. als dat sy nije gesien noch horen seggen hebben als voers. dat eenige amptluyden so goet als enen penynck inder heerlickheyt van dyck broick genooten offt myt dyck recht gevordert hebben so waell Aelbert voers. als andere Amptluyden voer ende na Then derden tuygen dese voir gelyck voers. steet als dat sy nye gesien noch hoeren seggen hebben als voirs. dat eenige amptluyde der dyck in den heerlicheyt voirs. onderstonde to laten maken anders dan no van Claes Vych voergenomen was Item then vierden tuijgen dese voirgs. eendrechtlick dat sy altijt van haren alderen ende hoeren nagebueren gehoert hebben als dat die amptluyden plegen ende van rechs schuldich solden syn mytten dyckschau aff to rijden boven dair die heerlicheijt aen geet ende beneden den leijgraeff weder op to rijden ende also hair seggen sulx noch by tyden Jelis van Rijemsdijck heer to Ysendoren ende Otten van Wije Ampt geschiet solde sijn Item Peeter Jacobss tuyght als dat hy opten Enge toebehoerende Aellart van Ysendoren den auden beneden den Ysendoerensche leygraeff gelegen te wonen pleech en dat hy nevens den leygraeff een stuck ackers ongebaut most laten liggen om die dyckschau daer over myt twee peerden nevens den anderen to ryden off was beducht daer durch in schade te komen ende die appelbomen die no in dat oprijden onder den dyck daer selver geset heeft ende gheen to staen en plegen by synen weten. Dit voirs. dat Peeter voirs. getuycht heeft tuyght Jan Lambertsz oeck want hy by Peter Jacobsz voirs. lange tyt gedient ende inden Enge voirs. mede gewoent heeft. Hyer waren over ende aen als gerichtsluyde Jan Dueys van Voern? ende Jelis Woltersz Ende wat men dan schuldich is der so hebben wy richter ende gerichtsluyde voirs. onse segelen aen desen apenen brieff gehangen Gegeven in den jaer ons heeren duysent vyffhondert negen ende dartich op alre heiligen avont.

tr. in 1522
met

Henrica Hendriksdr van Aller tot Watergoor, ovl. in 1559.

Henrica Hendriksdr van Aller tot Watergoor.
De pandschap van het ambt van Maas en Waal was voor 3/4 in het bezit van Henrica van Aller, wed. Jelis van Riemsdijck en voor 1/4 in dat van de wed. Jacob van Riemsdijck. In 1545 had G. van der Poll hypotheek gekregen op het 3/4 van eerstgen. met recht van preferentie in geval van verkoop. Bovendien had hij in 1548 het ambt voor 6 jaren gepacht, welke pacht na afloop daarvan gecontinueerd was. Middelerwijl verkocht de wed. Jelis van R. haar aandeel aan Jacob Pieck, in de meening, dat de bedongen preferentie door de pacht was te niet gedaan.
De erfgenaam der weduwe Jelis van Riemsdijck was Adriaen van Vorstenborch. Zie nader over deze zaak het proces voor het hof gevoerd in 1562. Sententie: 19 december 1562.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Alard*1520     


Henrica Hendriksdr van Aller tot Watergoor
Henrica Hendriksdr van Aller tot Watergoor, ovl. in 1559.

Henrica Hendriksdr van Aller tot Watergoor.
De pandschap van het ambt van Maas en Waal was voor 3/4 in het bezit van Henrica van Aller, wed. Jelis van Riemsdijck en voor 1/4 in dat van de wed. Jacob van Riemsdijck. In 1545 had G. van der Poll hypotheek gekregen op het 3/4 van eerstgen. met recht van preferentie in geval van verkoop. Bovendien had hij in 1548 het ambt voor 6 jaren gepacht, welke pacht na afloop daarvan gecontinueerd was. Middelerwijl verkocht de wed. Jelis van R. haar aandeel aan Jacob Pieck, in de meening, dat de bedongen preferentie door de pacht was te niet gedaan.
De erfgenaam der weduwe Jelis van Riemsdijck was Adriaen van Vorstenborch. Zie nader over deze zaak het proces voor het hof gevoerd in 1562. Sententie: 19 december 1562.

tr. in 1522
met

Jelis Hendriksz van Riemsdijck, zn. van Henrick van Riemsdijck (Ridder. Amptman tusschen Maze ende Wale) en Margaretha van Brempt, geb. in 1493, opperbevelhebber te Tiel in 1528, ovl. op 4 sep 1539.

Jelis Hendriksz van Riemsdijck.
Ick Jan Janssen geswoeren richter to Ysenderen tuijge apenbairlick dat voer my ende voer gerichtsluyden naebeschreven gecomen syn dese beschrevene, die daer myt besating ende dwanck des rechten durch versuick Jacob Pieks heer to Ysendoren toe gebracht syn. In den eersten heer Jan Dueys van Voern pastoer to Ysendoren Anthonis van Loenresloet Wolter Jacobsz Willem Jacobsz Roloff Jansz Jan die Haes Woltersz Willem die Haes Derick Block Peter Jacobsz Jan van Maten Reyner Schoeffs Jan Lambertsz en den auden Aernt Dueys, soin alt omtrent tnegentich, soin tachentich, soin tsoeventich, soin tsestich, soin vyfftich jaeren off daer omtrent goit van namen ende famen werdich der geloeven ende hebben seemptlick ende eendrechtelick getuijcht ende gelacht die pastoer syn handt op syn borst leggende als een priester toe behoert ende die anderen mijt opgerechten vingeren volstaest eedts lyfflich aen got ende synen heiligen behalden ende gesworen die ick richter orconde gerichtsluyden hem volcomelick gestaeffts ende affgenomen heb. Inden eersten tuygen sy als dat sy niet gesien, gehoert noch haeren alderen noch alde nageburen hebben horen seggen noch oick in brieve, dyckcedulen noch signaten gelesen noch gevonden noch oeck haren alderen offt alde nageburen hebben hoeren seggen die sulx gelesen offt genoden hadden dat eenige Amptluyden van Nederbetuwen voer Albert van Ermelen hem des dycks offt der dyckschou in eeniger wys ondervonden, dan Aelbert voers. onderstonde sulx Edoch geen wtvordering myt dyckrecht daer opgedaen want hem Segher van Balveren wylen heer to Ysendoren des niet gestaden noch toe laten wolde Then anderen tuygen dese voegs. als voirs. als dat sy nije gesien noch horen seggen hebben als voers. dat eenige amptluyden so goet als enen penynck inder heerlickheyt van dyck broick genooten offt myt dyck recht gevordert hebben so waell Aelbert voers. als andere Amptluyden voer ende na Then derden tuygen dese voir gelyck voers. steet als dat sy nye gesien noch hoeren seggen hebben als voirs. dat eenige amptluyde der dyck in den heerlicheyt voirs. onderstonde to laten maken anders dan no van Claes Vych voergenomen was Item then vierden tuijgen dese voirgs. eendrechtlick dat sy altijt van haren alderen ende hoeren nagebueren gehoert hebben als dat die amptluyden plegen ende van rechs schuldich solden syn mytten dyckschau aff to rijden boven dair die heerlicheijt aen geet ende beneden den leijgraeff weder op to rijden ende also hair seggen sulx noch by tyden Jelis van Rijemsdijck heer to Ysendoren ende Otten van Wije Ampt geschiet solde sijn Item Peeter Jacobss tuyght als dat hy opten Enge toebehoerende Aellart van Ysendoren den auden beneden den Ysendoerensche leygraeff gelegen te wonen pleech en dat hy nevens den leygraeff een stuck ackers ongebaut most laten liggen om die dyckschau daer over myt twee peerden nevens den anderen to ryden off was beducht daer durch in schade te komen ende die appelbomen die no in dat oprijden onder den dyck daer selver geset heeft ende gheen to staen en plegen by synen weten. Dit voirs. dat Peeter voirs. getuycht heeft tuyght Jan Lambertsz oeck want hy by Peter Jacobsz voirs. lange tyt gedient ende inden Enge voirs. mede gewoent heeft. Hyer waren over ende aen als gerichtsluyde Jan Dueys van Voern? ende Jelis Woltersz Ende wat men dan schuldich is der so hebben wy richter ende gerichtsluyde voirs. onse segelen aen desen apenen brieff gehangen Gegeven in den jaer ons heeren duysent vyffhondert negen ende dartich op alre heiligen avont.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Alard*1520     


Henrick van Riemsdijck
Henrick van Riemsdijck, geb. Leeuwen in 1440, Ridder. Amptman tusschen Maze ende Wale, ovl. in 1518.

Henrick van Riemsdijck.
plaatsvervangend ambtman tussen Maas en Waal.

tr.
met

Margaretha (Margriet, Margreten, Margriete, Margryet) van Brempt (van Breympt, van Brympt), dr. van Frederik van Brempt, geb. in 1460.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jelis*1493  †1539  46


Margaretha van Brempt
Margaretha (Margriet, Margreten, Margriete, Margryet) van Brempt (van Breympt, van Brympt), geb. in 1460.

tr.
met

Henrick van Riemsdijck, zn. van Jacob van Riemsdijck (kastelein en ambtman te Oyen en Dieden) en NN van Puyfflick, geb. Leeuwen in 1440, Ridder. Amptman tusschen Maze ende Wale, ovl. in 1518.

Henrick van Riemsdijck.
plaatsvervangend ambtman tussen Maas en Waal.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jelis*1493  †1539  46


Frederik van Brempt
Frederik van Brempt.


Hij krijgt een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margaretha*1460     


Johan van Balveren tot Isendoorn
Jan (Johan) van Balveren tot Isendoorn1, geb. in 1460, ovl. in 1531.

Jan (Johan) van Balveren tot Isendoorn.
na de dood van zijn grootvaders Zeger van de Poll in 1470 beleend met de waarden tusschen Kokersweert en de Voorn, (waarvan een gedeelte wordt afgezonderd ten behoeve zijner moei Catharina van de Poll, huisvrouw van Jacob van Riemsdijck), alsmede met het halve gericht te Dreumel, op nieuw beleend in 1494, na den dood zijns.
vaders in 1473 beleend met huis en hofstad te Delwijnen, die hij in 1486 aan Johan de Cock van Delwijnen Arntszoon overdraagt; is in 1481 huwlijksvriend van zijn neef Herman van de Poll; verwerft in 1484 goederen in Nederbetuwe, en is als Jan van Balveren tot IJzendoorn.
(d. i. geërfd te IJzendoorn) 7 Mei 1492 getuige van de oplichting zijns bloedverwants Otto van Wijhe tot Echteld bij de gerichtsbank te Kesteren door Berend van Wees tot den Pluimenburg, vergezelt ook Otto’s gade Geertruid Tengnagell , in gezelschap van Goosen van Varick, Jurrien van Lennep en Berend van Hackfort , naar den landdag te Arnhem om de vrijlating van den te Wageningen ingekerkerden gemaal te verwerven. In Dec. 1492 door hertog Karel tot amptman van Oyen en Dieden aangesteld, komt hij in 1493 als schatmeester in het kwartier Nijmegen voor , en wordt als zoodanig, op voordracht van gedeputeerden en hoofdsteden, 9 Mei 1494 door hertog Karel tegelijk met Hendrik van Galen gemachtigd , om de pondschatting in te vorderen, toegestaan tot verlossing van den jonggraaf van Meurs. Hij moet derhalve, evenals zijn zwager Arnt de Cock van Delwijnen, een onverschrokken en doortastend edelman geweest zijn, die de kans om.
doodgeslagen te worden niet vreesde; immers, met den grootsten weerzin werd ook deze schatting gedoogd en opgebracht, In 1498 verschijnt hij als hopman in dienst der landschap van Gelre, en ziet zich.
11 Nov. 1500 door den hertog aangeeteld tot amptman, richter en dijkgraaf van Tiel, Zandwijk en Nederbetuwe, op eene wedde van 200 goudgulden tevens met last aan hem, als tollenaar, om het Tielsche tolhuis met eene bezetting van acht man voor hem te bewaren. Op die ambten had hij den hertog 400 goudgulden voorgeschoten. Als stadhouder en bevelhebber van Tiel van ‘s hertogs wege koos hij echter de Bourgondische zijde, en stelde, onderwijl de Bourgondiërs de stad bezet hadden, gelijkgezinde regeeringsleden aan , beloofde ook in 1507 de Waal bij Tiel te sluiten, doch mocht, omdat hij Gelderschman was, na de bemachtiging der stad ongedeerd uittrekken , en ontving 13 Febr. 1515 vergiffenis van den hertog, die hem tevens in het bezit zijner goederen herstelde, maar hij schijnt voortaan steeds door den vorst gewantrouwd te zijn, want 14 Aug. 525 beval deze zijnen raadsheeren , dat zij elk in het bizonder hem hun gevoelen omtrent des edelmans zaken zouden mededeelen. Voorts weet men nog van hem, dat hij in 1521 maagscheidsvrind der gebroeders van Riemsdijck geweest en in 1531 overleden is.
Als zijne vrouw wordt genoemd Belia (Belij) van Varick, dochter van Johan tot Wijenrade bij Margriet van Isendoorn, die hij in 1481 zal getrouwd hebben 5. Hij tochtte zijne vrouw aan de waarden en het halve gericht van Dreumel , en had bij haar vier kinderen.

tr. Zaltbommel in de Grote Kerk in 1481
met

Belia van Varick1, dr. van Johan van Varick heer van Wyenrade en Margriet de Cock van Isendoorn, geb. in 1460, ovl. in 1540.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Zeger*1482 Dreumel †1535  53
Adriaan  †1551   
Johan*1482  †1551  69



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Belia van Varick
Belia van Varick1, geb. in 1460, ovl. in 1540.

 

tr. Zaltbommel in de Grote Kerk in 1481
met

Jan (Johan) van Balveren tot Isendoorn1, zn. van Adriaan van Balveren en Adriana Zegersd van de Poll, geb. in 1460, ovl. in 1531.

Jan (Johan) van Balveren tot Isendoorn.
na de dood van zijn grootvaders Zeger van de Poll in 1470 beleend met de waarden tusschen Kokersweert en de Voorn, (waarvan een gedeelte wordt afgezonderd ten behoeve zijner moei Catharina van de Poll, huisvrouw van Jacob van Riemsdijck), alsmede met het halve gericht te Dreumel, op nieuw beleend in 1494, na den dood zijns.
vaders in 1473 beleend met huis en hofstad te Delwijnen, die hij in 1486 aan Johan de Cock van Delwijnen Arntszoon overdraagt; is in 1481 huwlijksvriend van zijn neef Herman van de Poll; verwerft in 1484 goederen in Nederbetuwe, en is als Jan van Balveren tot IJzendoorn.
(d. i. geërfd te IJzendoorn) 7 Mei 1492 getuige van de oplichting zijns bloedverwants Otto van Wijhe tot Echteld bij de gerichtsbank te Kesteren door Berend van Wees tot den Pluimenburg, vergezelt ook Otto’s gade Geertruid Tengnagell , in gezelschap van Goosen van Varick, Jurrien van Lennep en Berend van Hackfort , naar den landdag te Arnhem om de vrijlating van den te Wageningen ingekerkerden gemaal te verwerven. In Dec. 1492 door hertog Karel tot amptman van Oyen en Dieden aangesteld, komt hij in 1493 als schatmeester in het kwartier Nijmegen voor , en wordt als zoodanig, op voordracht van gedeputeerden en hoofdsteden, 9 Mei 1494 door hertog Karel tegelijk met Hendrik van Galen gemachtigd , om de pondschatting in te vorderen, toegestaan tot verlossing van den jonggraaf van Meurs. Hij moet derhalve, evenals zijn zwager Arnt de Cock van Delwijnen, een onverschrokken en doortastend edelman geweest zijn, die de kans om.
doodgeslagen te worden niet vreesde; immers, met den grootsten weerzin werd ook deze schatting gedoogd en opgebracht, In 1498 verschijnt hij als hopman in dienst der landschap van Gelre, en ziet zich.
11 Nov. 1500 door den hertog aangeeteld tot amptman, richter en dijkgraaf van Tiel, Zandwijk en Nederbetuwe, op eene wedde van 200 goudgulden tevens met last aan hem, als tollenaar, om het Tielsche tolhuis met eene bezetting van acht man voor hem te bewaren. Op die ambten had hij den hertog 400 goudgulden voorgeschoten. Als stadhouder en bevelhebber van Tiel van ‘s hertogs wege koos hij echter de Bourgondische zijde, en stelde, onderwijl de Bourgondiërs de stad bezet hadden, gelijkgezinde regeeringsleden aan , beloofde ook in 1507 de Waal bij Tiel te sluiten, doch mocht, omdat hij Gelderschman was, na de bemachtiging der stad ongedeerd uittrekken , en ontving 13 Febr. 1515 vergiffenis van den hertog, die hem tevens in het bezit zijner goederen herstelde, maar hij schijnt voortaan steeds door den vorst gewantrouwd te zijn, want 14 Aug. 525 beval deze zijnen raadsheeren , dat zij elk in het bizonder hem hun gevoelen omtrent des edelmans zaken zouden mededeelen. Voorts weet men nog van hem, dat hij in 1521 maagscheidsvrind der gebroeders van Riemsdijck geweest en in 1531 overleden is.
Als zijne vrouw wordt genoemd Belia (Belij) van Varick, dochter van Johan tot Wijenrade bij Margriet van Isendoorn, die hij in 1481 zal getrouwd hebben 5. Hij tochtte zijne vrouw aan de waarden en het halve gericht van Dreumel , en had bij haar vier kinderen.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Zeger*1482 Dreumel †1535  53
Adriaan  †1551   
Johan*1482  †1551  69



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Johan van Varick heer van Wyenrade
 
Johan van Varick heer van Wyenrade1, geb. in 1440, ovl. in 1485.

 

tr. in 1459
met

Margriet de Cock van Isendoorn1, dr. van Willem baron van Isendoorn en Adriana Johanna van Brakel.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Belia*1460  †1540  80



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Margriet de Cock van Isendoorn
Margriet de Cock van Isendoorn1.

tr. in 1459
met

Johan van Varick heer van Wyenrade1, zn. van Goosen VI van Varick en Beatrix van Culemborg, geb. in 1440, ovl. in 1485.

 

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Belia*1460  †1540  80



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Goosen VI van Varick
 
Goosen VI van Varick, geb. circa 1420.

tr.
met

Beatrix van Culemborg.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan*1440  †1485  45


Beatrix van Culemborg
Beatrix van Culemborg.

tr.
met

Goosen VI van Varick, zn. van Jacob Goossensz van Varick en Aleida van Rossem, geb. circa 1420.

 

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan*1440  †1485  45


Jacob Goossensz van Varick
Jacob Goossensz van Varick, geb. circa 1400, ovl. circa 1444.

 

tr.
met

Aleida van Rossem, geb. circa 1400.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Goosen VI*1420     


Aleida van Rossem
Aleida van Rossem, geb. circa 1400.

tr.
met

Jacob Goossensz van Varick, zn. van Gosewinus van Varick en Machteld van Brakel, geb. circa 1400, ovl. circa 1444.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Goosen VI*1420     


Adriaan van Balveren
Adriaan van Balveren1, geb. in 1440, ovl. in 1473.

Adriaan van Balveren.
wordt na den dood zijns vaders in 1450 beleend met het tiend te Rumpt,.
dat hij aan zgne zuster overdraagt; komt op een riddercedul van Bommelerwaard van den jare 1460 voor; wordt na den dood zijner moeder in 1467 beleend met huis en hofstad te Delwijnen, overl.1473. Was gehuwd met Adriana van de Poll (overl. 1494), Zegersdr.
bij Johanna van Weerdenburg (en zuster van Catharina van de Poll, in .
1504 weduwe van Jacob van Riemsdijck bij wie hij twee kinderen had.

tr.
met

Adriana Zegersd van de Poll1, dr. van Zeger van de Poll en Johanna van Weerdenburg, geb. in 1440, ovl. in 1493.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1460  †1531  71



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Adriana Zegersd van de Poll
Adriana Zegersd van de Poll1, geb. in 1440, ovl. in 1493.

tr.
met

Adriaan van Balveren1, zn. van Evert van Balveren, geb. in 1440, ovl. in 1473.

Adriaan van Balveren.
wordt na den dood zijns vaders in 1450 beleend met het tiend te Rumpt,.
dat hij aan zgne zuster overdraagt; komt op een riddercedul van Bommelerwaard van den jare 1460 voor; wordt na den dood zijner moeder in 1467 beleend met huis en hofstad te Delwijnen, overl.1473. Was gehuwd met Adriana van de Poll (overl. 1494), Zegersdr.
bij Johanna van Weerdenburg (en zuster van Catharina van de Poll, in .
1504 weduwe van Jacob van Riemsdijck bij wie hij twee kinderen had.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1460  †1531  71



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Zeger van de Poll
Zeger van de Poll1, geb. Dreumel.

Zeger van de Poll.
leeft rond 1467.

tr.
met

Johanna van Weerdenburg1, dr. van Dirck van Weerdenburg en Johanna van Drongelen.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriana*1440  †1493  53



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Johanna van Weerdenburg
Johanna van Weerdenburg.