Cees Hagenbeek

Anna Pieck
 
Anna Pieck1.

 

tr.
met

Johan Mom1, zn. van Frederik Mom en Johanna van der Pol, ambtman van Maas en Waal, ovl. voor 1576.

Johan Mom.
Johan Mom, zoon van Frederik en Johanna van de Poll, in de Ridderschap van Ngmegen, ambtman van Maas en Waal 1565, stierf 1575; volgens een brief van Jelis Pieck van 4 April 1576 was hij verslagen (Fahne, Momm ,’ bl. 366) en Jelis Pieck zelf, daarbij tegenwoordig zgnde, werd gewond en gevangen weggesleept, terwijl zijne goederen gedurende zijne gevangenschap geplunderd werden. Anna’s kinderen erfden van hunne tante Isabella Pieck.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Julia     



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Jacob Hermans Pieck
 
Jacob Hermans Pieck1, geb. Enspijk circa 1500, heer van Isendoorn (lid costumiere raad), ovl. Tiel op 29 jun 1570.


Jacob Hermans Pieck.
Benoemd in de costumiere raad in maart 1544 werden vier personen tot de costumiere raad benoemd. .
Hun namen waren:.
1. Christoffel, graf von Moers, oud bevelhebber te Wageningen onder hertog Karel en diens raad en een der Gelderse raden van hertog Willem van Kleef;.
hij werd benoemd uit de ridderschap van het Kwartier van Veluwe;.
2. Johan van Wytenhorst, heer tot ter Horst, drost van het land van Kessel (Overkwartier), benoemd uit de ridderschap van het Overkwartier;.
3. Jacob Pieck tot IJzendoorn, benoemd uit de ridderschap van het Kwartier van Nijmegen; en.
4. Jan van Keppel, landdrost van Zutphen, benoemd uit de ridderschap van het Kwartier van Zutphen.

Met de aanstelling van deze vier costumiere of inheemse raden voldeed Karel V aan de toezegging, gedaan bij het tractaat van Venlo,.
dat hij raden aan de stadhouder toe zou voegen, die op de hoogte waren van de inheemse rechten en gewoonten.

Hij was heer van Enspijk, in 1545 raadsheer in het Hof van Gelre (overl. 1574) zoon van Herman bij Maria van Vena van Gessenburg. Hun zoon Herman Pieck (overl. 1561), gehuwd met Barbara van Middachten, Antonisdr bij Anna van Arnhem, als erfgenaam zijner moeder 20 Nov. 1545 beleend, vernieuwt 1 Dec. 1556 den eed van slot en gericht (te.
IJzendoorn), hoog en laag, uitgenomen de halve hooge heerlijkheid ,, dat aan ‘t lijf draegt, twelck sullen wtrichten d’amptluyden met heuren.
richter na alden hercommen”. Zij werd in 1535 ook met de waarden en het halve dagelijksch gericht te Dreumel beleend, den Eijerwaard.
uitgezonderd.

 

tr. op 15 sep 1535
met

Maria Zegers van Balveren1, dr. van Zeger Johansz van Dreumel van Balveren Raesfelt tot Ostendorp en Mechteld van Riemsdijck, geb. Dreumel in 1506, erfdochter van Dreumel en Isendoorn (Vrouwe van Isendoorn en Dreumel).

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Herman*1532  †1560  28
Anna     



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Nicolaas van Haeften van Renoy
Nicolaas van Haeften van Renoy1, geb. circa 1427, ovl. voor 16 sep 1490.

tr.
met

Catharina van Cock van Neerijnen1, geb. circa 1431.

Uit dit huwelijk een dochter:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriana     



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Zeger Johansz van Dreumel van Balveren Raesfelt tot Ostendorp
Zeger Johansz van Dreumel van Balveren Raesfelt tot Ostendorp1 (Balveren Raesfelt tot Ostendorp, van), geb. Dreumel circa 1482, [[https://gw.geneanet.org/joelhans?n=van+dreumel+van+balveren+raesfelt+tot+ostendorp&oc=&p=zeger+johansz, ovl. in 1535.

Zeger Johansz van Dreumel van Balveren Raesfelt tot Ostendorp.
1516 Oktober 21 Henrick van Riemsdijck met Segher van Balveren namens Johan Doys, enerzijds en Ott van Wye met Alairtt van Ysendoeren namens de echtelieden Airnt van Wyck en Herberen van Ysendoeren anderzijds, treffen eene minnelijke schikking ter bijlegging van een geschil omtrent eene hofstede te Yzendoorn. Onderteekend door alle 4 partijen. 2 stukken.

In 1515 was hij leengetuige van hertog Karel uit Nederbetuwe verschreven om in januari 1519 de aanstaande hertogin van Gelre te ontvangen, en met zes goudgulden schadeloos gesteld. In 1531 beleend met de waarden en het halve gericht te Dreumel, tocht hij daaraan zijne vrouw Mechteld van Riemsdijck [dr van Jelis bij Maria van Isendoorn. Had zijn huwelijk hem, bij overdracht van zijn zwager.
Jelis v. Riemsdijck, in 1505 de heerlijkheid IJzendoorn aangebracht,.
en werd zijne vrouw 13 Maart 1529 door hem aan deze getocht; de hertog bekrachtigde in 1530 zijne huwlijksvoorwaarden, zoowel als 10 Julij 1532 het erfmaagscheid tusschen zijne beide dochters en schonk hem in 1533 het recht van den wind te IJzendoorn, dat is, vergunde hem een molen aldaar op te richten, waar elk verplicht was zijn koren te.
laten malen, Nog lezen wij van hem, dat hij in 1521 maagscheidsvrind was der gebroeders Johan en Jacob van Riemsdijck, zonen van Jacob bij Elizabeth Hackfort, terwijl hij in 1524 als hun voogd optrad.
De hertog stelde hem 22 Juni 1532 op eene jaarwedde van 150 goudgl. tot zijn amptman aan in Maas- Waal 3. Overl. 1535. Hij had vier kinderen.

tr.
met

Mechteld (Mechtild, Mathilde) van Riemsdijck (van Rijemsdijck), dr. van Jelis van Riemsdijck en Marien Willemsdr van Isendoorn, geb. Dreumel in 14841.

Mechteld van Riemsdijck.
vrouw van lsendoorn en Dreumel , daarmede beleend 1535 (‘Geld. Leenreg.) ; 2a. 1542 Hermanna van der Hovelich , weduwe van de Poll, waarbij als huwelijksvrienden waren, van zijne zijde Walraven Pieck’tot Wolfswaard, Adriaan van Balveren, Willem Hinckaert en Wouter .
heer van Blokland, en van hare zijde keinier van Aeswyn heer van Brakel, Ggsbert van de Poll, Frederik Mom en Joost van Bemmel.

In den naem ons heeren Jhesu Christi Amen In voirwerden ende manijren hiernae beschreuen soe heben wij Segher van Balueren heer tot IJsendoern ende joffer Mechtelt van Rijemsdijck, echte huijsfrouwe Zeghers voirs. den selue Segher mijnen echten man gekoren tot mijnen momber doen kondt allen luyden ende bekennen aeuermitz desen aepenen brieue voir ons ende onsen eruen ende naecomelyngen dat wij in enen rechten vasten stedigen ende erff testament puyrlick ende wter devotien voir ons ende voir onser auders zielen om gods willen gegeuen gemaict ende gefundert hebben een erfmisse toe sijngen alle weken erffelick ende ewylick des donredages van den heiligen eerwerdijgen sacrament opten hoegen altaer ende alle donredagen dat heiligen sacrament wt toe setten opten hogen altair ende voir eer men dat heilige [enangelud] sijngen sal toe sijngen [ecce pams angelo?? ] ende met wtsette [tatu ergo sacramentu] ende met insetten [quiromi] ende die mysse altoes te sluijten mijt een [responsorud] dat genoemt is [distrubuit Jhesus] mijtten esikel ende collecte Ende naeder mijssen sal die pastoir off synen vicarius mijtten ster inder tijt gaen op ons grafften ende lesen een miseren ende een de profundis mijt een collect nae alder gewoenten Oick off opte donredach [groit heilich dach wee~] soe sall die pastoir off sijnen vicarius die misse verhalen ende lesen die voir off nae soe hem dat belieft meer opte voirs. heilige dach salmen nochtans dat heilige sacrament wt setten ende oick die mysse sluyten mijtten [responsorud] als voirs. steet ende oick off die pastoir off syn vicarius syeck off nyet van staede en weren opten donredach mijsse toe sijngen soe moegen zij die oick verhalen als voirs. is van welcke voirs. mijsse toe sijngen die pastoir off sijnen cureijt aff hebben sal vijff golden hartoch Philips gulden geslagen ende gemundt voir datum dijt brieffs off die weerde dair voir in elcke tijdt der betaelijnge ende den custer enen golden hartoch Philips gulden des jairs tot welcken voirs. sees Philips gulden dis jaers voirs. to heffen ende to boeren wij gegeuen ende gemaict hebben een huijs ende hoffstadt vrij eijgen erff ende guet inde heerlicheyt van IJsendoern dair oistwairt naest gelegen is den kerckhooff zuydtweert Anthonis van Hoemen ende Arien Arntss westwairt die moelen ende noirtwaert die kerck straet mijt eggen mijt eijnden welcke hoffstat no jaerlicx weert is sees golden Philips gulden ende dese voirs. hoffstat sal ende mach gebruyken ende besitten die dese voirs. mijsse sijngt ende sal daer wt reijken den custer enen Philips gulden dis jaers wair voir hy die mijsse sal mede helpen syngen Ende offt saick weer dat dese voirs. hoffsteij tot enijger tydt vargairt worde soe datse geen sees Philips gulden jaerlix gelden en muchten soe bekennen wij voirg. zaickwalden dat dan die pastoir off sijn cappellaen dat gebreck heffen boeren ende peijnden moegen wte eenre hoffstat inde heerlicheyt voirs. dair wij oistwairt naest gelegen zijn, zuydwert den Blancken kuijll westwairt Willem Jacopss den jongen ende noirtwairt die Keyser straet Ende offt saick weer dat dese voirs. mijsse tot enigen tyden alsoe nyet gedaen en worden als voirs. is daer godt voir zij soe sullen dan die kerckmeysteren inder tijt dese voirs. sees Philips gulden dis jairs aenuangen heffen ende boeren ende den rechten armen om gods willen geven een deel aen scoen broit dat ander deel aen laken ende dat derden deel aen schoenen ter tyt toe ende alsoe lange dese voirs. mijsse wederomme aengeuangen ende gedaen wordt Item noch hebben wij gemaict ende geven der kercke tot IJsendoeren tot een ewych testament ende memorie voer ons ende onser vrijende zielen negen oirt guldens hollantz off brabantz paijment wt een hoffstat die Clais van Dijck to plach te hoeren dair oistwart naest gelegen is de Blancke kuijl zuydtwairt die  westwert Willem Jacopss voirs. ende noirtwairt wij zaickwalden voirs. ende noch vyff stuiver brabantz wte fabrijken welcke sees Philips gulden ende negen oirt gulden dis jairs alle jaer verschijnen sullen op sunte Peters dach ad Cathedram van welcken negen oirt gulden ende vijff stuiver brabantz voers. die kerckmeijsters inder tijt erffelick ende ewelick sullen doen syngen vigelijen van negen lessen des vrydages quater te per van welcken dijnst sullen die kercke meysters voirs. wtreyken ende betailen der pastoir ende custer myt vicarijen die den voirs. dynst mede doen ende anders nyet elcx anderhalve brabantz stuiver ende opten vierden quater te per op ons jaer getyt sal die pastoir mysse syngen van reqem dair sal hij aff hebben anderhaluen stuiver ende die custer enen stuiver payment voirs. ende dat daer oeuer loept sal die kerck behalden ende dair voir sullen die kerckmeysters setten to barnen voirt heilige sacrament twe was kerssen op dije drie quater te per ende opten vierden off op ons jaergetijt vier was kerssen Ende want wij dit voirs. testament ald~ puerlick om gods willen gegeuen ende gemaict ende then ewygen dagen toe van werden gehalden wyllen hebben soe hebben wy gebeden heren Jan Dueys van Vaern pastoir tot Ysendoern dat hy dijt wylle volgen nae gaen ende consentijen dat ick Johannes Dueys pastoir voirs. om beden will Zegers van Balveren ende Joffer Mechtelt van Riemsdijck voirs. voir mij ende voir mijnen naecomelijngen desen voirs. dijnst erffelick ende ewelick te syngen als voirs. steet wt mynen ende devotien geconsenteert heb ende consentere ende heb des tot enen rechten getuyge der waerheyt mynen segel byden hoeren voir my ende voir mynen naecomelyngen voir aen desen aepenen brieff gehangen Gegeven inden jair ons heren duysent vyffhondert soeven ende twentich des donredachs nae sunte Pontiaen.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria*1506 Dreumel    



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Mechteld van Riemsdijck
Mechteld (Mechtild, Mathilde) van Riemsdijck (van Rijemsdijck), geb. Dreumel in 14841.

Mechteld van Riemsdijck.
vrouw van lsendoorn en Dreumel , daarmede beleend 1535 (‘Geld. Leenreg.) ; 2a. 1542 Hermanna van der Hovelich , weduwe van de Poll, waarbij als huwelijksvrienden waren, van zijne zijde Walraven Pieck’tot Wolfswaard, Adriaan van Balveren, Willem Hinckaert en Wouter .
heer van Blokland, en van hare zijde keinier van Aeswyn heer van Brakel, Ggsbert van de Poll, Frederik Mom en Joost van Bemmel.

In den naem ons heeren Jhesu Christi Amen In voirwerden ende manijren hiernae beschreuen soe heben wij Segher van Balueren heer tot IJsendoern ende joffer Mechtelt van Rijemsdijck, echte huijsfrouwe Zeghers voirs. den selue Segher mijnen echten man gekoren tot mijnen momber doen kondt allen luyden ende bekennen aeuermitz desen aepenen brieue voir ons ende onsen eruen ende naecomelyngen dat wij in enen rechten vasten stedigen ende erff testament puyrlick ende wter devotien voir ons ende voir onser auders zielen om gods willen gegeuen gemaict ende gefundert hebben een erfmisse toe sijngen alle weken erffelick ende ewylick des donredages van den heiligen eerwerdijgen sacrament opten hoegen altaer ende alle donredagen dat heiligen sacrament wt toe setten opten hogen altair ende voir eer men dat heilige [enangelud] sijngen sal toe sijngen [ecce pams angelo?? ] ende met wtsette [tatu ergo sacramentu] ende met insetten [quiromi] ende die mysse altoes te sluijten mijt een [responsorud] dat genoemt is [distrubuit Jhesus] mijtten esikel ende collecte Ende naeder mijssen sal die pastoir off synen vicarius mijtten ster inder tijt gaen op ons grafften ende lesen een miseren ende een de profundis mijt een collect nae alder gewoenten Oick off opte donredach [groit heilich dach wee~] soe sall die pastoir off sijnen vicarius die misse verhalen ende lesen die voir off nae soe hem dat belieft meer opte voirs. heilige dach salmen nochtans dat heilige sacrament wt setten ende oick die mysse sluyten mijtten [responsorud] als voirs. steet ende oick off die pastoir off syn vicarius syeck off nyet van staede en weren opten donredach mijsse toe sijngen soe moegen zij die oick verhalen als voirs. is van welcke voirs. mijsse toe sijngen die pastoir off sijnen cureijt aff hebben sal vijff golden hartoch Philips gulden geslagen ende gemundt voir datum dijt brieffs off die weerde dair voir in elcke tijdt der betaelijnge ende den custer enen golden hartoch Philips gulden des jairs tot welcken voirs. sees Philips gulden dis jaers voirs. to heffen ende to boeren wij gegeuen ende gemaict hebben een huijs ende hoffstadt vrij eijgen erff ende guet inde heerlicheyt van IJsendoern dair oistwairt naest gelegen is den kerckhooff zuydtweert Anthonis van Hoemen ende Arien Arntss westwairt die moelen ende noirtwaert die kerck straet mijt eggen mijt eijnden welcke hoffstat no jaerlicx weert is sees golden Philips gulden ende dese voirs. hoffstat sal ende mach gebruyken ende besitten die dese voirs. mijsse sijngt ende sal daer wt reijken den custer enen Philips gulden dis jaers wair voir hy die mijsse sal mede helpen syngen Ende offt saick weer dat dese voirs. hoffsteij tot enijger tydt vargairt worde soe datse geen sees Philips gulden jaerlix gelden en muchten soe bekennen wij voirg. zaickwalden dat dan die pastoir off sijn cappellaen dat gebreck heffen boeren ende peijnden moegen wte eenre hoffstat inde heerlicheyt voirs. dair wij oistwairt naest gelegen zijn, zuydwert den Blancken kuijll westwairt Willem Jacopss den jongen ende noirtwairt die Keyser straet Ende offt saick weer dat dese voirs. mijsse tot enigen tyden alsoe nyet gedaen en worden als voirs. is daer godt voir zij soe sullen dan die kerckmeysteren inder tijt dese voirs. sees Philips gulden dis jairs aenuangen heffen ende boeren ende den rechten armen om gods willen geven een deel aen scoen broit dat ander deel aen laken ende dat derden deel aen schoenen ter tyt toe ende alsoe lange dese voirs. mijsse wederomme aengeuangen ende gedaen wordt Item noch hebben wij gemaict ende geven der kercke tot IJsendoeren tot een ewych testament ende memorie voer ons ende onser vrijende zielen negen oirt guldens hollantz off brabantz paijment wt een hoffstat die Clais van Dijck to plach te hoeren dair oistwart naest gelegen is de Blancke kuijl zuydtwairt die  westwert Willem Jacopss voirs. ende noirtwairt wij zaickwalden voirs. ende noch vyff stuiver brabantz wte fabrijken welcke sees Philips gulden ende negen oirt gulden dis jairs alle jaer verschijnen sullen op sunte Peters dach ad Cathedram van welcken negen oirt gulden ende vijff stuiver brabantz voers. die kerckmeijsters inder tijt erffelick ende ewelick sullen doen syngen vigelijen van negen lessen des vrydages quater te per van welcken dijnst sullen die kercke meysters voirs. wtreyken ende betailen der pastoir ende custer myt vicarijen die den voirs. dynst mede doen ende anders nyet elcx anderhalve brabantz stuiver ende opten vierden quater te per op ons jaer getyt sal die pastoir mysse syngen van reqem dair sal hij aff hebben anderhaluen stuiver ende die custer enen stuiver payment voirs. ende dat daer oeuer loept sal die kerck behalden ende dair voir sullen die kerckmeysters setten to barnen voirt heilige sacrament twe was kerssen op dije drie quater te per ende opten vierden off op ons jaergetijt vier was kerssen Ende want wij dit voirs. testament ald~ puerlick om gods willen gegeuen ende gemaict ende then ewygen dagen toe van werden gehalden wyllen hebben soe hebben wy gebeden heren Jan Dueys van Vaern pastoir tot Ysendoern dat hy dijt wylle volgen nae gaen ende consentijen dat ick Johannes Dueys pastoir voirs. om beden will Zegers van Balveren ende Joffer Mechtelt van Riemsdijck voirs. voir mij ende voir mijnen naecomelijngen desen voirs. dijnst erffelick ende ewelick te syngen als voirs. steet wt mynen ende devotien geconsenteert heb ende consentere ende heb des tot enen rechten getuyge der waerheyt mynen segel byden hoeren voir my ende voir mynen naecomelyngen voir aen desen aepenen brieff gehangen Gegeven inden jair ons heren duysent vyffhondert soeven ende twentich des donredachs nae sunte Pontiaen.

tr.
met

Zeger Johansz van Dreumel van Balveren Raesfelt tot Ostendorp1 (Balveren Raesfelt tot Ostendorp, van), zn. van Jan (Johan) van Balveren tot Isendoorn en Belia van Varick, geb. Dreumel circa 1482, [[https://gw.geneanet.org/joelhans?n=van+dreumel+van+balveren+raesfelt+tot+ostendorp&oc=&p=zeger+johansz, ovl. in 1535.

Zeger Johansz van Dreumel van Balveren Raesfelt tot Ostendorp.
1516 Oktober 21 Henrick van Riemsdijck met Segher van Balveren namens Johan Doys, enerzijds en Ott van Wye met Alairtt van Ysendoeren namens de echtelieden Airnt van Wyck en Herberen van Ysendoeren anderzijds, treffen eene minnelijke schikking ter bijlegging van een geschil omtrent eene hofstede te Yzendoorn. Onderteekend door alle 4 partijen. 2 stukken.

In 1515 was hij leengetuige van hertog Karel uit Nederbetuwe verschreven om in januari 1519 de aanstaande hertogin van Gelre te ontvangen, en met zes goudgulden schadeloos gesteld. In 1531 beleend met de waarden en het halve gericht te Dreumel, tocht hij daaraan zijne vrouw Mechteld van Riemsdijck [dr van Jelis bij Maria van Isendoorn. Had zijn huwelijk hem, bij overdracht van zijn zwager.
Jelis v. Riemsdijck, in 1505 de heerlijkheid IJzendoorn aangebracht,.
en werd zijne vrouw 13 Maart 1529 door hem aan deze getocht; de hertog bekrachtigde in 1530 zijne huwlijksvoorwaarden, zoowel als 10 Julij 1532 het erfmaagscheid tusschen zijne beide dochters en schonk hem in 1533 het recht van den wind te IJzendoorn, dat is, vergunde hem een molen aldaar op te richten, waar elk verplicht was zijn koren te.
laten malen, Nog lezen wij van hem, dat hij in 1521 maagscheidsvrind was der gebroeders Johan en Jacob van Riemsdijck, zonen van Jacob bij Elizabeth Hackfort, terwijl hij in 1524 als hun voogd optrad.
De hertog stelde hem 22 Juni 1532 op eene jaarwedde van 150 goudgl. tot zijn amptman aan in Maas- Waal 3. Overl. 1535. Hij had vier kinderen.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria*1506 Dreumel    



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage
2.De Navorscher (NAV 002), De Navorscher 1866, pag. 318, CD-rom pag. 320

Herman Pieck
 
Herman Pieck1, heer van Enspijk.


Herman Pieck.
heer van Enspiek 1488, beleend met goed te Buren 1487.
Hij ontving 15 18 de tienden van Drie1 van zijn neef Welis Pieck en transporteerde die aan ,Hertog Carel in 1529.

 

tr.
met

Johanna van Wena van Giessenburg1, dr. van Johan van Wena van Giessenburg (heer van Giessenburg) en NN van Bronckhorst.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob*1500 Enspijk †1570 Tiel 69



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Johanna van Wena van Giessenburg
Johanna van Wena van Giessenburg1.

tr.
met

Herman Pieck1, zn. van Arnt Hermansz Pieck (heer van Enspijk) en Johanna van Adrichem, heer van Enspijk.

 


Herman Pieck.
heer van Enspiek 1488, beleend met goed te Buren 1487.
Hij ontving 15 18 de tienden van Drie1 van zijn neef Welis Pieck en transporteerde die aan ,Hertog Carel in 1529.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob*1500 Enspijk †1570 Tiel 69



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Arnt Hermansz Pieck
 
Arnt Hermansz Pieck1, heer van Enspijk.


Arnt Hermansz Pieck.
heer van Enspiek, dat hij ontvangt van Zweder van Rechteren en daarmede ‘beleend 1439, 1465 en 1473 (Geld. Leenreg.) , beleend met land te Buren 1458, 1468 en 1473. Met zijn vader .
in het vonnis van Driel 1447 en op de eerste riddercedul.
Geërfde te Beesd in het Lingeregt van Reesd’ en Renooi 1459 (Placaatboek). Transporteert goed te Beesd aan Arend Pieck Gijsbertszoon 1465 (Geld. Leenreg.).
Beleend met goed te Buren 1487, ambtman van Tieler- en Bommelerwaarden 1494 en 1495 (Nijhoff, VI, no. 116, 125, 148).
Hij ontving 1518 de tienden van Driel van zijn neef Welis.
Pieck en transporteerde die aan Hertog Carel in 1529.

 

tr.
met

Johanna van Adrichem1, dr. van Willem van Adrichem en Beatrix van Loenersloot.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Herman     



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Johanna van Adrichem
Johanna van Adrichem1.

tr.
met

Arnt Hermansz Pieck1, zn. van Herman Pieck en Johanna van Hekeren, heer van Enspijk.

 


Arnt Hermansz Pieck.
heer van Enspiek, dat hij ontvangt van Zweder van Rechteren en daarmede ‘beleend 1439, 1465 en 1473 (Geld. Leenreg.) , beleend met land te Buren 1458, 1468 en 1473. Met zijn vader .
in het vonnis van Driel 1447 en op de eerste riddercedul.
Geërfde te Beesd in het Lingeregt van Reesd’ en Renooi 1459 (Placaatboek). Transporteert goed te Beesd aan Arend Pieck Gijsbertszoon 1465 (Geld. Leenreg.).
Beleend met goed te Buren 1487, ambtman van Tieler- en Bommelerwaarden 1494 en 1495 (Nijhoff, VI, no. 116, 125, 148).
Hij ontving 1518 de tienden van Driel van zijn neef Welis.
Pieck en transporteerde die aan Hertog Carel in 1529.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Herman     



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Willem van Adrichem
Willem van Adrichem1, geb. circa 1420.

 

tr.
met

Beatrix van Loenersloot1.

Uit dit huwelijk een dochter:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johanna     



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage
2.Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 100)
3.CBG (CBG 005), Centraal Bureau voor Genealogie (blz. 147)

Beatrix van Loenersloot
Beatrix van Loenersloot1.

tr.
met

Willem van Adrichem1, zn. van Florentius Nicolaas van Adrichem (miles) en Lijsbeth Sijmonsdr van Zaenen, geb. circa 1420.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johanna     



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Herman Pieck
 
Herman Pieck1, ovl. in 1459.


Herman Pieck.
bezegelde het verbond der Landschap in 1442, sprak het vonnis over Drie1 uit in 1447 , en komt met zijn zoon Arend op de eerste riddercedul voor. Hij was dood 1459.

 

tr. (1)
met

Johanna van Hekeren1, dr. van Frederik van Rechteren van Hekeren (drost van Coevorden en Drente) en Cunegonda van Polanen, ovl. voor 1450.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arnt     

tr. (2)
met

Stijne 1.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Welis     



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Johanna van Hekeren
Johanna van Hekeren1, ovl. voor 1450.

tr.
met

Herman Pieck1, zn. van Herman Pieck (heer van Enspijk) en Johanna van Meeckeren, ovl. in 1459.

 


Herman Pieck.
bezegelde het verbond der Landschap in 1442, sprak het vonnis over Drie1 uit in 1447 , en komt met zijn zoon Arend op de eerste riddercedul voor. Hij was dood 1459.

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Arnt     



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage
2.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Frederik van Rechteren van Hekeren
Frederik van Rechteren van Hekeren1,2 (Rechteren van Heeckeren, van), drost van Coevorden en Drente (heer van Voorst), ovl. op 1 feb 1462, begr. Dalfsen.

Frederik van Rechteren van Hekeren.
heer van Rechteren, heer van Hekeren, heer van Bredenhorst , heer van Rhaen, heer tot Voorst Keppel en Asperen, ridder.

tr. circa 1432
met

Cunegonda van Polanen1,2, dr. van Otto III van Asperen van Polanen (heer van Asperen) en Johanna van Voorst en Keppel (vrouw van Voerst en Keppel).

Uit dit huwelijk 3 kinderen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johanna  †1450   
Johan  †1485 Nijmegen  
Sophia  †1509 Arnhem  



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage
2.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Cunegonda van Polanen
Cunegonda van Polanen1,2.

tr. circa 1432
met

Frederik van Rechteren van Hekeren1,2 (Rechteren van Heeckeren, van), zn. van Sweder van Hekeren en Sophia van Groesbeek, drost van Coevorden en Drente (heer van Voorst), ovl. op 1 feb 1462, begr. Dalfsen.

Frederik van Rechteren van Hekeren.
heer van Rechteren, heer van Hekeren, heer van Bredenhorst , heer van Rhaen, heer tot Voorst Keppel en Asperen, ridder.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johanna  †1450   
Johan  †1485 Nijmegen  
Sophia  †1509 Arnhem  



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage
2.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Herman Pieck
 
Herman Pieck1, heer van Enspijk.


Herman Pieck.
bijgenaamd de ‘Felle' tot Enspieck. Beleend met goed te Buren met zijn vader 1402 en later 1429 (Geld. Leenr.). Of deze laatste beleening betrof misschien zijn zoon en was hij reeds overleden.

  • Vader:
    Arnt (Arend Hermans) Pieck1, zn. van Arnold Pieck van Beesd en Jutte van Cuijck, geb. Beesd circa 1360, raad en rentmeester-generaal van Gelre (schildknaap), ovl. tussen 1423 en 1424, Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (1) in 1383 (1380) met
 

tr.
met

Johanna van Meeckeren1.

Uit dit huwelijk een zoon:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Herman  †1459   



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Johanna van Meeckeren
Johanna van Meeckeren1.

tr.
met

Herman Pieck1, zn. van Arnt Pieck (raad en rentmeester-generaal van Gelre) en Ida Alartsdr van Buren, heer van Enspijk.

 


Herman Pieck.
bijgenaamd de ‘Felle' tot Enspieck. Beleend met goed te Buren met zijn vader 1402 en later 1429 (Geld. Leenr.). Of deze laatste beleening betrof misschien zijn zoon en was hij reeds overleden.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Herman  †1459   



Bronnen:
1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage

Johann van Raesfeld
Johann van Raesfeld.

tr.
met

Enneken van Alstein.

Uit dit huwelijk een dochter:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Agnes     


Enneken van Alstein
Enneken van Alstein.

tr.
met

Johann van Raesfeld.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Agnes     


Sweder van Hekeren
Sweder van Hekeren.

tr.
met

Sophia van Groesbeek, dr. van Seger van Groesbeek (Raad van Kleef en ambtman in Lijmers) en Margareta van Bylandt.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Frederik  †1462 Dalfsen