Zij krijgt een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Barbara | †1617 | 1 | 1 |
tr. Amsterdam op 2 dec 1707
met
Annetje Luijckasse (de Wolf), dr. van Luijcus Janse (metselaarsgesel) en Grietje Harmes, ged. Amsterdam (Lutherse kerk) op 3 jun 1659 (getuigen: Gerrit Harmens en Annetie Erps).
otr. Amsterdam op 21 feb 1654, tr.
met
Luijcus (Lucas, Luikas, Luicas, Luickas, Luijckas) Janse, geb. Diephout [Duitsland] circa 1629, metselaarsgesel, ovl. op 5 jun 1691.
Uit dit huwelijk 3 dochters:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Annetje | ~1659 | Amsterdam (Lutherse kerk) | 2 | 2 | |||
2 | Maria | ~1656 | Amsterdam (Lutherse kerk) | 0 | 0 | |||
3 | Lijsbeth | ~1655 | Amsterdam (Lutherse kerk) | 0 | 0 |
otr. Amsterdam op 24 aug 1656, tr.
met
Lijsabet Frederickx, geb. Gothenburg [Zweden] circa 1627.
Lijsabet Frederickx.
filiatie niet bewezen.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Dirck | ~1659 | Amsterdam (Lutherse kerk) | †1707 | 48 | 1 | 2 | |
2 | Dirck | ~1657 | Amsterdam (Lutherse kerk) | †1707 | 49 | 0 | 0 |
otr. Amsterdam op 24 aug 1656, tr.
met
Dirck Pietersen, geb. Hamburg (D) circa 1631, droogscheerder.
Dirck Pietersen.
filiatie niet bewezen.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Dirck | ~1659 | Amsterdam (Lutherse kerk) | †1707 | 48 | 1 | 2 | |
2 | Dirck | ~1657 | Amsterdam (Lutherse kerk) | †1707 | 49 | 0 | 0 |
tr. circa 1620
met
Maritgen Michielsdr, ovl. voor 23 aug 1646.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Abraham | *1622 | 1709 | 87 | 1 | 3 | ||
2 | Pieter | 1 | 1 |
tr. (1)
met
Barbara .
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Abraham | ~1688 | Rijnsburg | 0 | 0 |
tr. (2)
met
Antonetta Wouters de Ruyter (de Ruijter).
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jan | ~1698 | Rijnsburg | 0 | 0 |
otr. (3) Leiden op 14 jul 1684, tr.
met
Marijtie Prins, geb. Breukelen.
tr.
met
Jan Abrahamsz Vlaming, zn. van Abraham Samuelse Vlaming en Jaapje Janse van Leeuwen, tr. (3) met Marijtie Prins. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Abraham | ~1688 | Rijnsburg | 0 | 0 |
tr.
met
Jan Abrahamsz Vlaming, zn. van Abraham Samuelse Vlaming en Jaapje Janse van Leeuwen, otr. (3) Leiden op 14 jul 1684, tr. met Marijtie Prins. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jan | ~1698 | Rijnsburg | 0 | 0 |
tr.
met
Annetje .
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cornelis | ~1676 | Rijnsburg | 0 | 0 |
tr.
met
Pieter Samuelsz Vlaming, zn. van Samuël Gorisz de Vlaming (passementswerker in Wassenaar) en Maritgen Michielsdr.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cornelis | ~1676 | Rijnsburg | 0 | 0 |
otr. Leiden op 14 jul 1684, tr.
met
Jan Abrahamsz Vlaming, zn. van Abraham Samuelse Vlaming en Jaapje Janse van Leeuwen.
otr. Rotterdam op 20 dec 1767, tr. Rotterdam op 5 jan 1768
met
Maria Schouten, geb. Rotterdam, woonde in de Slikvaart Rotterdam in 1767, in de Hoogstraat Rotterdam op 30 jun 1778, tr. (1) met Carel Scherloo. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Maria Schouten.
verlaten huisvrouw van Pieter de Bruijn.
Bronnen:
1. | Oud Notarieel Archief Rotterdam (Notar 344), GA Rotterdam, ONA Rotterdam, Inventarisnr.: 3526, testament, Rotterdam, 1786 (4 nov 1786 akte 614) |
2. | Doopboek Leerdam (D 109), Nat. Arch. DTB Leerdam, 2.I, Ned. Herv. Leerdam, 1740 (11 aug 1751 blz. 26) |
tr.
met
Gijsbert Arntsz Pieck 'van Beesd'1, zn. van Arnt Pieck van Beesd (heer van het Hooge Huijs) en Jenne Johansdr van Voorst tot Rechteren (Vrouwe van half-Asperen), ovl. in 1483, tr. (2) met Jenne (Josine) van Herlaer1, dr. van Arent van Herlaer (heer van Zuilichem) en Lijsbeth van Brakel. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Gijsbert Arntsz Pieck 'van Beesd'.
heer van half Asperen, in welk bezit hij hersteld was na den dood van Hertog Carel van Bourgondië in 1477, werd na den dood zijns broeders Walraven met het Hooge Huis beleend en was heer van Zuilichem.
door het huwelijk met zijne eerste vrouw.
Hij was 12 Maart 1480 bij het verdrag tusschen Lodewijk van Frankrijk en Gelderland tot onderlinge hulp tegen Oostenrijk en Kleef (Nijhoff, V, oork. 117).
In 1480 nam Wessel van den Boetzelaer tegen den zin van Qsbert Pieck Bourgondische bezetting in zijn kasteel. Gjsbert riep de bevolking van Asperen te wapen, waarop de Bourgondiërs op hen en de Gelderschen aanvielen, die het te kwaad kregen en in het klooster der kruisbroeders en het slot van Gijsbert Pieck vluchtten. Gijsbert Pieck.
ontweek onder het voorgeven hulp tot ontzet te halen. Zijn slot werd ingenomen en hij verbrandde,daarip het dorp Langerak, dat aan vrouw Elburg van Langerak, Wessels moeder, toebehoorde. Omdat hij de zijde der Gelderschen hield, verloor hij zijn deel van Asperen, dat nu door den Aartshertog aan Wessel van den Boetzelaer werd gegeven.
In 1490 komt hij in stukken berustende in het archief van het Domkapittel voor, als ambtman van Tieler- en Bommelerwaarden.
Hij was verbitterd op zijn broeder Walraven, wijl die te veel van zijn vader verkregen had , misschien ten gevolge, dat hij zijn slot Asperen verloren had en Walraven het Hooge Huis bezat. Zoodoende en onder voorwendsel dat Walraven Gelderschgezind was, nam hij hem gevangen en gaf hem in bewaring aan zijn broeder Cornelis, die even als hij de Bourgonditirs was toegedaan. Hertog Carel sloeg daarom het beleg voor het slot te Beesd en hield het van Julij tot October 1493 bezet: onderwijl werd de abdij van Marienwaard door Gijsbert Pieck, aanvoerende Bourgondisch krijgsvolk of, zo als van Rhijn in het tweede deel van het Utrechts Bisdom blz. 607 aangeeft, aan het hoofd der zwarte bende, geplunderd. Hij werd echter gevangen genomen en de Hertog wilde hem lijfsbehoud toestaan, zoo hij zijn broeder Cornelis kon bewegen het slot over te geven. .
Deze wilde daar niet van hooren en dus werd Gijsbert Pieck te Bommel op een fluweelen kleed onthoofd in 1483.
Bronnen:
1. | Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage |