Cees Hagenbeek
Derick van Lintelo zu Waelvart und Veen
Derick van Lintelo zu Waelvart und Veen, ovl. voor 1554.

Derick van Lintelo zu Waelvart und Veen.
,,haestig op ‘t paert dootgebleven” (van Rhemen) tussen 27 Juni 1552 en 19 Sept. 1554, zodat hij niet met de Marsch beleend wordt.

 


Wessel III von Loë
Wessel III Graf von Loë, geb. circa 1370, drost van Kleef 1417-1456, ovl. op 29 sep 1456.

Wessel III Graf von Loë.
vermeld 1397 1445, drost van Holten bij Dinslaken, droes en ritmeester te Werden bij Essen, raad van de Hertog van Kleef.

 

tr. Oberhausen [Duitsland] in 1395
met

Elseke von Overhus Vrouwe van Vondern (Elisabeth Overhaus, Elske van Averhuis), dr. van Johan van Averhuis en Frederika van Vonderen, geb. circa 1375, ovl. in 1450.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johann  †1476   



Bronnen:
1.Historischen Vereins für den Nederrhein (A 174), Band 52, pag. 79 en 100, 1359

Henrich von Loe
Henrich von Loe, heer van Loë 1411.

Henrich von Loe.
vermeld met zijn zoon Reinier als beleend in 1411 met een leengoed van de abdij Werden. Am 25.06.1454 verschreibt Henrich von Loe als Armiger der Diözese Köln gewisse Einkünfte von Erbgütern zur Dotierung eines Altars in der Parrkirche zu Marl, unter anderem 3 Malter von Wessel de Hamm (Urkunde, Pfarrarchiv Marl). Wessel von Hamm war zeitweilig Armiger zu Marl und mit Erbgütern des Henrich von Loe und dessen Frau Hilla von Westerholt belehnt.

 

tr.
met

Hilla van Westerholt, dr. van Reinier van Westerholt.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Reinier     



Bronnen:
1.Historischen Vereins für den Nederrhein (A 174), Band 52, pag. 79 en 100, 1359

Erasmus van Grevenbroeck
Erasmus (Rosse, Raes) van Grevenbroeck, geb. Mierlo, heer van Mierlo 1556-1617, heer van Zandvliet.

Erasmus van Grevenbroeck.
in 1594 kocht hij de heerlijkheid Lierop.

Erasmus stond bekend als een kwaadaardig en wreed heerser. Als boetes niet op tijd werden betaald of de belasting niet kon worden opgebracht werden de bezittingen bij opbod verkocht en, aangezien de bevolking verarmd was, werden deze door de vorster gekocht in opdracht van de heer. Ook bedong en verkreeg hij vrijstelling van belasting voor zijn bezittingen, waardoor de overige bewoners gedwongen waren om in tijden van oorlog de brandschattingen geheel te voldoen.

In 1595 was hij een mede-aanstichter van de heksenprocessen te Asten. De gebeurtenissen in Mierlo vingen aan op 2 september 1595. Er heerste een veezieekte en men meende dat de koeien betoverd waren. Een reeds gevangengenomen vrouw uit Leende, Jenneke Goessens, had de namen genoemd van de Mierlose vrouwen Lijsken Cuijpers en Marie Baeten. Deze werden op 8 september 1595 gevangengenomen en opgesloten op het Kasteel Mierlo. Zij verzocht om de waterproef, die ongunstig uitpakte waarop zij tot een bekentenis werd gedwongen. Ook noemde zij vier namen: Heijl Bellen, Lijs Cuijpers, Jenneke Gordtkens en Lijneken Pastoirs. Ook deze vrouwen werden onderworpen aan de waterproef. De meest bizarre "bekentenissen" werden door martelingen ook aan dit viertal ontfutseld.[1].

Op 18 september 1595 werden vijf vrouwen (Marie, Lijs, Heijl, Jenneke en Lijneken) vermoord. Zij sullen worden geexecuteert van lijffve metten vuijer in vueghen datter de doot naevolge. Bij wijze van gratie werden ze eerst gewurgd alvorens op de brandstapel te worden geworpen. Een veroordeling tot de brandstapel was nog nimmer voorgekomen in Mierlo.[1].

Er waren echter nieuwe namen genoemd en op 19 september 1595 werd Nees Gommers uit Lierop aan de waterproef onderworpen. Op 20 september volgden Maria van Mierlo en Marie Ruijters. Marie noemde ook namen van inwoners uit Someren en Asten. Opnieuw zeven vrouwen vastgenomen en gemarteld. Zes daarvan werden gewurgd alvorens te worden verbrand maar de zevende, de 90-jarige demente Griet Mijnsheren werd levend verbrand, omdat ze haar "zonden" niet had gebiecht en dus geen spijt zou hebben. Dit alles vond plaats in september 1595.

De nabestaanden ontvingen nadien een rekening voor de vervolging en ter dood stelling van hun familie. Kon men de gevraagde gelden niet opbrengen, dan werden de bezittingen in beslag genomen en verbeurd.

Ook Lucia Dirck Janssen werd genoemd. Zij werd in november 1595 gevangengezet en Erasmus van Grevenbroek wilde haar doden tenzij zij 300 gulden aan hem betaalde en nóg een naam noemde. Zij werd op borgtocht vrijgelaten en toog uiteindelijk naar het gerecht in 's-Hertogenbosch om daar verhaal te halen. Ook de Raad van Brabant te Brussel trad op alsmede de pastoor, waarvan men de meid (Lijneken Pastoirs ofwel Catharina Boons) had vermoord. Tal van onregelmatigheden kwamen aan het licht en aldus kwam aan de processen een einde. Erasmus werd in januari 1596 te Brussel ontboden, maar hij werd niet vervolgd. Hij ging door met het afpersen van de arme bevolking, waaronder zelfs de nabestaanden van Marie Baeten.

Uiteindelijk werden de heerlijke rechten door de bevolking afgekocht. Dit gebeurde te Lierop in 1606 en in Mierlo in 1617. Zo werden beide dorpen weer hertogdorp. Via een gerechtelijke procedure kon de zoon van Erasmus, Johan van Grevenbroek, in 1633 de heerlijke rechten weer opeisen.

Hij testeert 29.9.1532 en legateert het vorsterschap van Mierlo aan Vedastus (van Grevenbroek ??) "zijne neve", maar in leenregister (abusievelijk ?) genoemd natuurlijke zoon. Had bij N.N. twee bastaardzoons en bij Anna (lees Barbara) Martens negen bastaardkinderen, die zijn goederen erfden. Barbara Martens overleed na 26.9.1577 en werd begraven in Gemert.
Erasmus (Raeschen) was volgens het testament (1485) van zijn vader de oudste zoon. Hij was heer van Bilrevelt (Bijlrevelt) en gegoed in Hoepertingen (huys, hoff, landen, bosschen), Berlinghen (landen en bosschen) en Mierlo (hoeve Ter Hoeffve met toebehoren). Vervolgens bezat hij een jaarlijkse rente van 30 gouden rijnsgulden op de heerlijkheid van Grevenbroek. Cartularium Mierlo stuk nr. 89.
Hij kocht 7 juni 1502 het dorp en de heerlijkheid Hupertingen (Huberdingen) in Luxemburg dat een leen was van de Heer van Heeswijk en Dinther, van. In 1518 verkocht hij dit weer. Taxandria jrg. 13 (1906), blz. 70 (artikel G.vd. Elsen, Heeswijk en Dinther II).
Heer van het huis, dorp en de heerlijkheid Mierlo, en de watermolens op Coll door koop in 1518.
Erasmus testeert 29 sept. 1532 voor twee notarissen en schepenen van Mierlo, en vermaakt Mierlo aan zijn (minderjarig) petekind Jan, oudste zoon van jhr. Franchois, de zoon van zijn broer. Bonaventura van Grevenbroek wordt als eerste van zijn natuurlijke kinderen genoemd (deze moet al rond 1527 zijn gehuwd). Vervolgens wordt Barbara Martens bedacht, bij wie Erasmus de volgende natuurlijke kinderen heeft verwekt: Anna (afzonderlijk en als eerste genoemd); Barbara; Lucia; Maria. Cartularium Mierlo, nr. 91.
Omdat in het leenregister Vedast als natuurlijke zoon wordt betiteld, ziet men hem en zijn broer als natuurlijke zonen van jhr. Hendrik van Grevenbroek. De vergissing in het leenregister heeft dan slechts betrekking op een verwisseling van vader, Erasmus of broer Hendrik. Volgens het testament van vader erfde jongste zoon jhr. Hendrik, ‘landen, bempden en bosschen onder Wellen, Vlbeeck, Overbroeck en Berlinghen’, en 50 gouden rijnsgulden op het Land van Grevenbroek.

tr. (1)
met

Elisabeth van Doerne, dr. van Jonker Philips van Doerne en Joffer Anna (Johanna Willems) van Kessel tot Someren.

tr. (2)
met

Barbara van Ravenschot.

tr. (3)
met

Johanna Bloeimans, dr. van Herman Bloeimans.

Uit dit huwelijk 9 kinderen.


Eberhard von Hagenbeke
Eberhard von Hagenbeke, geb. circa 1338.


Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan     



Bronnen:
1.Hoge Raad van Adel (HRvA 7), Collectie van Spaen, XI, 182, Collectie Hagenbeek
2.Kindlinges (A 175), III
3.Charterverzameling Gelders Archief (A 142), A 142 (20 aug 1340)

Lisa von Hagenbeke
Lisa von Hagenbeke, vermeld 1338.

  • Moeder:
    Ulende , vermeld 1338.



Bronnen:

1.Hoge Raad van Adel (HRvA 7), Collectie van Spaen, XI, 182, Collectie Hagenbeek
2.Kindlinges (A 175), III
3.Charterverzameling Gelders Archief (A 142), A 142 (20 aug 1340)

Aleidis von Hagenbeke
Aleidis von Hagenbeke, vermeld 1338.

  • Moeder:
    Ulende , vermeld 1338.



Bronnen:

1.Hoge Raad van Adel (HRvA 7), Collectie van Spaen, XI, 182, Collectie Hagenbeek
2.Kindlinges (A 175), III
3.Charterverzameling Gelders Archief (A 142), A 142 (20 aug 1340)

Sophie von Hagenbeke
Sophie von Hagenbeke, vermeld 1338.

  • Moeder:
    Ulende , vermeld 1338.



Bronnen:

1.Hoge Raad van Adel (HRvA 7), Collectie van Spaen, XI, 182, Collectie Hagenbeek
2.Kindlinges (A 175), III
3.Charterverzameling Gelders Archief (A 142), A 142 (20 aug 1340)

Griete von Hagenbeke
Griete von Hagenbeke, vermeld 1338.

  • Moeder:
    Ulende , vermeld 1338.



Bronnen:

1.Hoge Raad van Adel (HRvA 7), Collectie van Spaen, XI, 182, Collectie Hagenbeek
2.Kindlinges (A 175), III
3.Charterverzameling Gelders Archief (A 142), A 142 (20 aug 1340)

Johann von Hagenbeke
Johann von Hagenbeke, vermeld 1338.

  • Moeder:
    Ulende , vermeld 1338.



Bronnen:

1.Hoge Raad van Adel (HRvA 7), Collectie van Spaen, XI, 182, Collectie Hagenbeek
2.Kindlinges (A 175), III
3.Charterverzameling Gelders Archief (A 142), A 142 (20 aug 1340)

Johan von Hagenbeke
Johan von Hagenbeke.


Froukje Hagenbeek
mr Froukje Hagenbeek, geb. circa 1964, project en interimmanagement.


Maria Weyaart
Maria Weyaart, geb. Leiden (Hooglandse Kerk) op 1 nov 1712.

otr. Leiden op 11 dec 1733, tr.
met

Simon Keerweer1, zn. van Dirk Keerweer en Marijtje du Foret, ged. Leiden (Hooglandse Kerk) op 3 feb 1711, greinwerker, woont Oude Herengracht Leiden in 1733, ovl. voor 1774.


Bronnen:

1.Onze Voorouders Kwartierstaten en Stamreeksen deel IV (OV Rijnland IV), NGV, afdeling Rijnland, Leiden, 2001 (blz. 171)

Dietrich Carl von Wylich
Dietrich Carl von Wylich, geb. in 1615, ovl. in 1677.

Dietrich Carl von Wylich.
zu Winnenthal, Mickeln, Dörringen, Borth, Hüls und Richolt, füsrtbischöfl.-münsterscher Geheimrat und Kanzler.

tr.
met

Raba Catharina von Wachtendonck, dr. van Arnold von Wachtendonck (Herr zu Hullhausen, Baljuw te Craneburg) en Anna Gräfin von Nesselrode, tr. (1) met Wilhelm von Binsberg. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Hendrik Hijmans
Hendrik Hijmans.

tr.
met

Catharina Bosmans.


Catharina Bosmans
Catharina Bosmans.

tr.
met

Hendrik Hijmans.


Johann Wens
Johann Wens, geb. Alsum [Duitsland] circa 1610, ovl. aldaar in 1676.

  • Vader:
    Godert Wens, geb. Alsum [Duitsland] in 1580, ovl. aldaar in 1612.

tr. circa 1640
met

Adelheid Pothmann, geb. circa 1615.

Uit dit huwelijk 3 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hilleken*1635 Alsum [Duitsland] †1689 Alsum [Duitsland] 54
Sophie     
Else*1642 Alsum [Duitsland] †1709 Alsum [Duitsland] 66


Adelheid Pothmann
Adelheid Pothmann, geb. circa 1615.

tr. circa 1640
met

Johann Wens, zn. van Godert Wens, geb. Alsum [Duitsland] circa 1610, ovl. aldaar in 1676.

Uit dit huwelijk 3 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hilleken*1635 Alsum [Duitsland] †1689 Alsum [Duitsland] 54
Sophie     
Else*1642 Alsum [Duitsland] †1709 Alsum [Duitsland] 66


Sophie Wens
Sophie Wens.

  • Vader:
    Johann Wens, zn. van Godert Wens, geb. Alsum [Duitsland] circa 1610, ovl. aldaar in 1676, tr. circa 1640 met

tr.
met

Heinrich Wens geb. Scherrer, zn. van Albert Scherer en Anna Overbruck, geb. Alsum [Duitsland] circa 1647, Landwirt, Schöffe, Kirchmeister zu Beeck lat Rommel, ovl. in 1717, begr. Alsum [Duitsland].


Else Wens
Else Wens, geb. Alsum [Duitsland] in 1642, ovl. aldaar op 6 feb 1709.

  • Vader:
    Johann Wens, zn. van Godert Wens, geb. Alsum [Duitsland] circa 1610, ovl. aldaar in 1676, tr. circa 1640 met

tr. (1) Beeck [Duitsland] op 23 mrt 1668
met

Johann Gatermans, geb. Alsum [Duitsland] circa 1630, ovl. aldaar in 1679.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1671 Alsum [Duitsland] †1702 Alsum [Duitsland] 31
Hermann*1673 Alsum [Duitsland]    

tr. (2)
met

Otto Marren.