Cees Hagenbeek
Jutte van Brederode
Jutte van Brederode, geb. Santpoort slot Brederode, ovl. op 6 jun 1346.

tr. op 3 mrt 1314
met

Jan III (Jan) Persijn, zn. van Nicolaas II Persijn (Heer van Half Waterland, Velzen, de Lier en Zouteveen) en Lijzebeth , ovl. op 20 dec 1353.

Jan III Persijn.
Jan Persijn, streed met de "Cabeljause partye anno 1351 tegen de Hoekse" gestorven 20 december 1353, begraven te Abdij Leeuwenhorst. Trouwt op 3 maart 13141597601 Jutte van Brederode, geboren 1291, gestorven 6 juni 1346 [1][2][3].
Volgens S. van Leeuwen, Batavia illustrata ? (Den Haag 1685) 1047-1049 voert het geslacht een wapen, waarin staan zes fasces (of baren), de eerste van goud, met negen gouden kruisen, namelijk op de eerste gouden fasce vier, op de tweede drie en op de laatste twee, volgens J.Craandijk, 'Het geslacht Persijn van Waterland'[4].
Jan (II) Persijn, ridder in 1270 en 1274 voert als wapen: gedwarsbalkt van goud en blauw van 6 stukken, het goud beladen met resp. 4, 3 en 2 rode St. Andrieskruisjes, volgens dezelfde auteur.
Met Jan Persijn, die in 1353 overleed - zoon van de laatstgenoemde Nicolaas Persijn - stierf de tak van zijn geslacht, die het huis te Velsen bezaten als dochters zijn lenen niet zouden mogen erven, omdat het recht van erfopvolging alleen aan zoons toekwam. Maar op 24 juli 1331 lukte het hem ook erfrecht voor zijn dochters te krijgen. Vanwege zijn grote verdiensten en ook omdat ?zijn vader in s gravendienst doodgebleven was?, werd dit hem door graaf Willem lll toegestaan.Toen Jan Persijn in 1353 stierf, volgde zijn dochter Catharina Persijn hem in de heerljkheid van (half) Waterland en het bezit van het huis te Velsen op. Zij trouwde met een Brabants edelman Willem van Wesemale, ridder en maarschaik van Brabant. Doch het echtpaar liet geen kinderen na, zodat een aantal erfgenamen de strijd over haar erfenis met elkaar aanbonden.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jutte     
Gijsbert*1318  †1352  34
Maria     



Bronnen:
1.Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 76)

Jan III Persijn
Jan III (Jan) Persijn, ovl. op 20 dec 1353.

Jan III Persijn.
Jan Persijn, streed met de "Cabeljause partye anno 1351 tegen de Hoekse" gestorven 20 december 1353, begraven te Abdij Leeuwenhorst. Trouwt op 3 maart 13141597601 Jutte van Brederode, geboren 1291, gestorven 6 juni 1346 [1][2][3].
Volgens S. van Leeuwen, Batavia illustrata ? (Den Haag 1685) 1047-1049 voert het geslacht een wapen, waarin staan zes fasces (of baren), de eerste van goud, met negen gouden kruisen, namelijk op de eerste gouden fasce vier, op de tweede drie en op de laatste twee, volgens J.Craandijk, 'Het geslacht Persijn van Waterland'[4].
Jan (II) Persijn, ridder in 1270 en 1274 voert als wapen: gedwarsbalkt van goud en blauw van 6 stukken, het goud beladen met resp. 4, 3 en 2 rode St. Andrieskruisjes, volgens dezelfde auteur.
Met Jan Persijn, die in 1353 overleed - zoon van de laatstgenoemde Nicolaas Persijn - stierf de tak van zijn geslacht, die het huis te Velsen bezaten als dochters zijn lenen niet zouden mogen erven, omdat het recht van erfopvolging alleen aan zoons toekwam. Maar op 24 juli 1331 lukte het hem ook erfrecht voor zijn dochters te krijgen. Vanwege zijn grote verdiensten en ook omdat ?zijn vader in s gravendienst doodgebleven was?, werd dit hem door graaf Willem lll toegestaan.Toen Jan Persijn in 1353 stierf, volgde zijn dochter Catharina Persijn hem in de heerljkheid van (half) Waterland en het bezit van het huis te Velsen op. Zij trouwde met een Brabants edelman Willem van Wesemale, ridder en maarschaik van Brabant. Doch het echtpaar liet geen kinderen na, zodat een aantal erfgenamen de strijd over haar erfenis met elkaar aanbonden.

tr. op 3 mrt 1314
met

Jutte van Brederode, dr. van Dirk II 'de Goede' van Brederode (3e Heer van Brederode 1285, baljuw van Kennemerland 1288) en Maria van der Lecke, geb. Santpoort slot Brederode, ovl. op 6 jun 1346.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jutte     
Gijsbert*1318  †1352  34
Maria     


Jannetje Martijn
Jannetje (Jenne) Martijn (Maertens, Maartens, Jannetie Marcelisse), geb. Leiden.

otr. Leiden op 9 apr 1701, tr.
met

Gerrit Cornelisz van der Taal (Gerrarth Cornelisz), zn. van Cornelis Simons van der Tael en Annetje Tobias de Vinck, ged. Leiden (Loodskerk) op 1 jan 1675 (getuigen: Everard Simeonsz, Celia Tobias en Lijntje Rasch), lakenwerker.

Uit dit huwelijk 8 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Geertruid~1702 Leiden (Pieterskerk)    
Anna~1703 Leiden (Hooglandse Kerk)    
Catharina~1705 Leiden (Hooglandse Kerk)    
Willem~1706 Leiden (Hooglandse Kerk)    
Anna~1709 Leiden (Hooglandse Kerk)    
Cornelia~1712 Leiden (Hooglandse Kerk)    
Jannetje~1714 Leiden (Pieterskerk)    
Jacomijntje~1717 Leiden (Pieterskerk)    


Andries de Haen
Andries (André) de Haen, geb. Nederweert circa 1635, woont in de Bakkersteeg te Leiden in 1668, woont aan de Zylepoort te Leiden in 1673, ovl. voor aug 1699.

Andries de Haen.
Andries treedt op als doopgetuige op 12-sep 1668 op de RK statie op de Utrechtse Veer bij zijn (waarschijnlijke) schoonzuster Maritje Teunis.

tr. (1) voor 1657
met

Maria Isaax van Dorp1 (Isac), dr. van Isaack Gerritszn (schoenmaker en platieldrayer) en Jacquemijntje Josias, geb. Delft circa 1637, doopgetuige van haar halfbroer Jacob Josias Delft op 4 mrt 1655, ovl. voor apr 1668.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Maria*1658  †1723  64
Magdalena~1662 Leiden    
Jean~1664 Leiden    
André~1665 Leiden    

otr. (2) op 23 apr 16682, tr. Leiden op 13 mei 1668, kerk.huw. aldaar op 9 mei 1668
met

Anna Theunis, geb. Nederweert, ovl. voor mei 1673.

otr. (3) Leiden op 11 mei 1673, tr.
met

Maertgen Pieters van Diest, dr. van Pieter Arentz van Diest en Maritge Sijmons, geb. Noordwijk, ged. aldaar op 18 sep 1644 (getuige: Aetje Sijmons), otr. (2) Leiden op 1 aug 1699, tr. met Jan Jansz van Schrool. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Trijntje~1673 Leiden (Loodskerk)    



Bronnen:
1.Weeskamer Delft na 1618 (W 051), GA Delft, Archiefnummer: 72, Inventarisnr.: 464, Comparitieregister na 1618, Delft, 16 jul 1653 (16 jul 1653)
2.Schepenhuwelijken Leiden (T 056), RA Leiden, DTB Leiden, 201 E, Leiden, van 1592 tot 1795 (23 apr 1668 blz. 152)

Anna Theunis
Anna Theunis, geb. Nederweert, ovl. voor mei 1673.

otr. op 23 apr 16681, tr. Leiden op 13 mei 1668, kerk.huw. aldaar op 9 mei 1668
met

Andries (André) de Haen, geb. Nederweert circa 1635, woont in de Bakkersteeg te Leiden in 1668, woont aan de Zylepoort te Leiden in 1673, ovl. voor aug 1699.

Andries de Haen.
Andries treedt op als doopgetuige op 12-sep 1668 op de RK statie op de Utrechtse Veer bij zijn (waarschijnlijke) schoonzuster Maritje Teunis.


Bronnen:

1.Schepenhuwelijken Leiden (T 056), RA Leiden, DTB Leiden, 201 E, Leiden, van 1592 tot 1795 (23 apr 1668 blz. 152)

Maertgen Pieters van Diest
Maertgen Pieters van Diest, geb. Noordwijk, ged. aldaar op 18 sep 1644 (getuige: Aetje Sijmons).

otr. (1) Leiden op 11 mei 1673, tr.
met

Andries (André) de Haen, geb. Nederweert circa 1635, woont in de Bakkersteeg te Leiden in 1668, woont aan de Zylepoort te Leiden in 1673, ovl. voor aug 1699, tr. (2) met Anna Theunis. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Andries de Haen.
Andries treedt op als doopgetuige op 12-sep 1668 op de RK statie op de Utrechtse Veer bij zijn (waarschijnlijke) schoonzuster Maritje Teunis.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Trijntje~1673 Leiden (Loodskerk)    

otr. (2) Leiden op 1 aug 1699, tr.
met

Jan Jansz van Schrool.


Bronnen:

1.Schepenhuwelijken Leiden (T 056), RA Leiden, DTB Leiden, 201 E, Leiden, van 1592 tot 1795 (23 apr 1668 blz. 152)

Jan de Groot
Jan (Johannes) de Groot, schrobbelaar, voogd gesteld over zijn nichtje Jacomina de Groot Leiden in 1724.

Jan de Groot.
wordt als voogd gesteld over zijn nichtje Jacomina de Groot in 1724.

  • Vader:
    Arend (Arnoudt) de Groot, zn. van NN de Groot, geb. Utrecht circa 1652, doopgetuige van zijn nicht Jannetje de Groot Leiden (Marekerk) op 18 okt 1684, ondertrouw getuige van zijn broer Johannes de Groot en zijn schoonzuster Martijntje Quellenburgh Leiden op 13 nov 1683, otr. Utrecht op 13 jun 1675, tr. Utrecht (Buurkerk) op 30 jun 1675 (getuigen: bruidegom: Nicolaes van Stamme, broer en getuige bruid: Gijsbertien de Wit bruidsmoeie) met


Johan van Broekhuizen
Johan van Broekhuizen.

Johan van Broekhuizen.
heer Johan van Broeckhuisen, ridder, was amptman van Kessel, 1352, en toen nog geen ridder. Hij werd heer van Wickradt en later was hij nog amptman van Kriekenbeek 1364, 67 en raad en leengetuige der hertogen Eduard en Willem van Gelder. Bij zijne vrouw, die tot het geslacht van Monument behoorde.

tr.
met

N van Monument.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan  †1454   


Sophie van Loe
Sophie van Loe.

Sophie van Loe.
vermeld in 1364.

tr.
met

Johan III Heer van Broeckhuijsen (Johan heer van Brouckhusen), zn. van Johan II van Broeckhuijsen (ridder in 1275) en Gert(rude) van Engelsdorf, geb. in 1288, ambtman van Rheinberg 1315-1354, ovl. in 1354.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan     


N van Monument
N van Monument.

tr.
met

Johan van Broekhuizen, zn. van Willem van Wickenrade van Broekhuizen en Alferade Gerardsdr van Engelsdorp.

Johan van Broekhuizen.
heer Johan van Broeckhuisen, ridder, was amptman van Kessel, 1352, en toen nog geen ridder. Hij werd heer van Wickradt en later was hij nog amptman van Kriekenbeek 1364, 67 en raad en leengetuige der hertogen Eduard en Willem van Gelder. Bij zijne vrouw, die tot het geslacht van Monument behoorde.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan  †1454   


Johan van Broekhuizen
Johan van Broekhuizen (Johann von Bruchhausen, Johann v. Broichausen), heer van Wickrath, ambtman van Krickenbeck, ovl. in 1454.

Johan van Broekhuizen.
heer van Wickradt en erfkamerling van Gelderland.

tr. (1)
met

Aleid Scheiffart van Merode, dr. van Ritter Johann Scheiffart van Merode, ovl. tussen 16 jan 1436 en 12 jan 1444 .

tr. (2)
met

Margaretha van Gymnich, dr. van Johan van Gymnich en Margriet van Quadt.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan     


Aleid Scheiffart van Merode
Aleid Scheiffart van Merode, ovl. tussen 16 jan 1436 en 12 jan 1444 .

tr.
met

Johan van Broekhuizen (Johann von Bruchhausen, Johann v. Broichausen), zn. van Johan van Broekhuizen en N van Monument, heer van Wickrath, ambtman van Krickenbeck, ovl. in 1454, tr. (2) met Margaretha van Gymnich. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Johan van Broekhuizen.
heer van Wickradt en erfkamerling van Gelderland.


Margaretha van Gymnich
Margaretha van Gymnich.

tr.
met

Johan van Broekhuizen (Johann von Bruchhausen, Johann v. Broichausen), zn. van Johan van Broekhuizen en N van Monument, heer van Wickrath, ambtman van Krickenbeck, ovl. in 1454, tr. (1) met Aleid Scheiffart van Merode, dr. van Ritter Johann Scheiffart van Merode. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Johan van Broekhuizen.
heer van Wickradt en erfkamerling van Gelderland.


Johan van Gymnich
Johan van Gymnich, ovl. voor 1467.

 

tr.
met

Margriet van Quadt, dr. van Wilhelm Quad zu Strauweiler ridder en Elisabeth gravin van Limburg, ovl. na 1425.

Margriet van Quadt.
erhält von Herzog Adolf v.Berg 400 Tlr Mitgift.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margaretha     


Margriet van Quadt
Margriet van Quadt, ovl. na 1425.

Margriet van Quadt.
erhält von Herzog Adolf v.Berg 400 Tlr Mitgift.

tr.
met

Johan van Gymnich, zn. van Heinrich van Gymnich en Johanna van Lynden, ovl. voor 1467.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margaretha     


Johan van Broeckhuijsen
Johan van Broeckhuijsen [, ridder.

Johan van Broeckhuijsen.
heer Johan van Broeckhuisen, ridder, gemeld verschillende malen tusschen de jaren 1343 en 1379, was zeker een zoon van Johan en N. van Moerkercken voornoemd. Zijne vrouw was uit het geslacht Buderick, hare moeder uit dat van Loë.

tr.
met

Elisabeth van Buderich, geb. circa 1315.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem  †1415   
Johanna     


Elisabeth van Buderich
Elisabeth van Buderich, geb. circa 1315.

tr.
met

Johan van Broeckhuijsen [, zn. van Johan III Heer van Broeckhuijsen (ambtman van Rheinberg 1315-1354) en Sophie van Loe, ridder.

Johan van Broeckhuijsen.
heer Johan van Broeckhuisen, ridder, gemeld verschillende malen tusschen de jaren 1343 en 1379, was zeker een zoon van Johan en N. van Moerkercken voornoemd. Zijne vrouw was uit het geslacht Buderick, hare moeder uit dat van Loë.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem  †1415   
Johanna     


Johan II van Broeckhuijsen
Johan II van Broeckhuijsen, ridder in 1275.

Johan II van Broeckhuijsen.
Johan heer van Brouckhusen, ridder - zoon van heer Willem, ridder, 1275, volgens de Cleefsche archieven vasal van den graaf van Cleve in 1284 - is getuige van Reinalt of Reinoud I, zoon van genoemden graaf Otto, als deze ten jare 1318 aan de stad Harderwijk privilegiën schonk (SLICHTENHORST, a. v, I 14), en eveneens als hij die van Zutphen in 1324 vernieuwde.
In Prometheus deel XVIII, kwartierstaat van der tas-Einthoven pag. 309, wordt als echtgenote Sophie van Loe opgevoerd.

tr.
met

Gert(rude) van Engelsdorf, dr. van Edmund I van Engelsdorf.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan III*1288  †1354  66
Willem  †1375   


Willem van Broeckhuijsen
Willem van Broeckhuijsen.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan II     


Walraven van Broekhuizen
Walraven van Broekhuizen (Walram/Walraven van Broeckhuizen, von Broichhausen), is momber van zijn minderjarige neefje Gerrit van Broeckhusen in 1470, ovl. tussen 1480 en 1482.

Walraven van Broekhuizen.
de tweede zoon van Gerhard en Walravina, Walraven ontving  evenwel, naar het schijnt, deze laatste heerlijkheid in gebruik.
en werd daarin, bevestigd bij het magescheid van 1457,.
waarbij o. a. bepaald werd, dat hij het van zijn broeder Johan in leen zoude ontvangen.

tr.
met

Cunera von Bylant geheten van Ammersoyen, dr. van Otto Ritter von Bylant en Cunera van Lijnden (juffer van Amerongen), ovl. na 1492.


Bronnen:

1.Heraldieke Bibliotheek. (HB), J.B. Rietstap, ’s-Gravenhage
2.Ons Voorgeslacht (OV 006), Schrijver: 196 (blz. 115)