Godschalk van Gronebeke
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Hans van der Wind
Kwartierstaat van Mechelien (Mechelina) Mezach
Godschalk van Gronebeke.
Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Ludolf | *1260 | | | | | 1 | 1 |
Egbert II van Groningen alias van Groenenberg
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Hans van der Wind
Kwartierstaat van Mechelien (Mechelina) Mezach
Egbert II van Groningen alias van Groenenberg, geb. te Groningen circa 1178, ovl. te Groningen in 1241.
Egbert II van Groningen alias van Groenenberg.
Vermeld 1206-1235. .
Kleinzoon van Egbert van Groenenberg, prefect van Groningen die circa 1143 werd afgezet.
In 1221 wordt hij door de bisschop benoemd tot perfect van Groningen i.p.v. Hecbart van Septerothe. Hij bouwt een slot bij Gl immen en voert oorlog met de Gelkingen en Coevordens.
Als de bisschop hem te hulp wil komen wordt deze door Reynolt van Coevorden verslagen bij Ane in 1227. Mogelijk was hij gehuwd met een dochter van Godschalk van Sepperothe.
Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Egbert | *1200 | | | | | 1 | 2 |
Godschalk van Sprodeh
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Hans van der Wind
Kwartierstaat van Mechelien (Mechelina) Mezach
Godschalk van Sprodeh, ovl. te Seppenrade [Duitsland].
Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Godschalk | *1120 | Seppenrade [Duitsland] | †1178 | Seppenrade [Duitsland] | 58 | 1 | 3 |
Roelof van Steenwijck
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Hans van der Wind
Kwartierstaat van Mechelien (Mechelina) Mezach
Roelof van Steenwijck (Steenwijk), geb. te Steenwijk circa 1331, ovl. circa 1387.
Roelof van Steenwijck.
Hij wordt in 1379 beleend met diverse goederen te Norg.
Opsomming van goederen die hij in leen had, vindt men in het "Registrum: feodalium honorum ecclesie Trajectensis": "item Rolof van Steenwijc hout Bensinge goet te Dalen.
Item dat vierdel van den tienden to Dalen.
Item die twe olden hove to Norch, ende dat huys to Schultinghe mit al sinen toebehoren, alsie.
geleghen sijn in den kerspel to Norch.
Item dat Eden in den kerspel to Norch, dat huys to Zibertinghe, dat huys to Hagheninghe, dat huys to Willemynge, ende dat huys to Weretinghe mit horen toebehoren.
Item den berch (burcht) to Norch ende die watermole mit horen toebehoren. It.
em die boterpacht to Fenehusen. Item dat goet gheleghen is in der noerderziit der Nijer Ae mit sinen toebehoren.
Item dat goet, dat Evert van Wilre te holden plach van heren Heynen van Norch.
Item dat huys to Hesselinghe op Steenwikerwolt.
Item die twe hove van Anlo; ende daertoe dat broec, dat gheleghen is tusschen Eden ende Westerlande, dat gheheten is Edermark, myt al horen toebehoren". 218.
In 1387 wordt zijn zoon Arent als zijn leenopvolger door de bisschop van Utrecht beleend.
Hij heeft zich gevestigd op familiebezit (bij Coevorden, vermoedelijk Bensingegoed te Dalen). Opsomming van goederen die hij in leen had, vindt men in het "Registrum feodalium honorum ecclesie Trajectensis":.
"item Rolof van Steenwijc hout Bensinge goet te Dalen. Item dat vierdel van den tienden to Dalen.
Item die twe olden hove to Norch, ende dat huys to Schultinghe mit al sinen toebehoren, alsie geleghen sijn in den kerspel to Norch. Item dat Eden in den kerspel to Norch, dat huys to Zibertinghe, dat huys to Hagheninghe, dat huys to Willemynge, ende dat huys to Weretinghe mit horen toebehoren. Item den berch (burcht) to Norch ende die watermole mit horen toebehoren. Item die boterpacht to Fenehusen. Item dat goet gheleghen is in der noerderziit der Nijer Ae mit sinen toebehoren. Item dat goet, dat Evert van Wilre te holden plach van heren Heynen van Norch. .
Item dat huys to Hesselinghe op Steenwikerwolt. Item die twe hove van Anlo; ende daertoe dat broec, dat gheleghen is tusschen Eden ende Westerlande, dat gheheten is Edermark, myt al horen toebehoren". De Norchse goederen zal hij verkregen hebben door zijn huwelijk met Lamme van Norch, de enige overgebleven erfgename van deze goederen.
In het leenregister der goederen van de Utrechtse kerk blijkt, dat hij de voornaamste Norchse goederen heeft geerfd. Dit en het feit dat hij ambtman van Drenthe is, doet mij aannemen, dat hij de oudste der drie broers is. Uit genoemd leenregister 28) blijkt dat hij in leen hield Bensigegoet to Dalen. Item dat vierde1 van den tienden to Dalen. Item die twe olden hove to Norch ende dat huys to Schultinghe met al sinen toebehoren, alsie gelegen siin in den kerspel to Norch. Item dat Eden, in den kerspel to Norch, dat huys to Zibertinghe, dat huys to Hagheninghe, dat huys to Willemijnge ende dat huys to Weteringhe, mit horen toebehoren. Item clie boterpacht to Fenehusen. Item dat goet dat ghelegen is in der noerder ziit der nyer Ae, mit sinen toebehoren. Item dat goet dat Evert van Wilre te holden plach van Heren Heynen van Norch. Item dat huys to Hesselinghe op Steenwiker Wolt. Item die twe hove van Anlo ende daartoe dat broec, dat ghelegen is tusschen Ede en Westerlande, dat gheheten is Edermarke, myt al horen toebehoren”.
Als getuige zien we hem optreden in akten van 1363, 1375, 1376, 1379, 1380, 1382 en 1384.
Hij komt hierin veelvuldig voor met Reinold IV van Coevorden en als diens leenman.
In 1375 zien we hem vermeld als "ambtman des landes van Drenthe” 29), een functie die later drost zou heten, vervolgens gouverneur en thans commissaris des Konings.
Op 7 september 1376 wordt hij genoemd in een oorkonde van Reinold van Coevorden.
Reinold van Coevorden verklaart Johan ter Hansouwe beleend te hebben met de tienden te Noordsleen.
Naar het origineel in het archief van het Huis te Peize, inv. no. 85, reg. 1 (R.A. Drenthe).
Wy Reynolt, juncker van Kovorden bekennet, dat in dessen opene breve, dat voer uns quam Goedert van den Hove unde heft uns upgedraghen den alinghen tenden tot Noertsclene, also de ghelegen is, den he holt van uns unde van unser herscap van Kovorde to vif markenleen, welken tenden vorscreven wy voert belenen met dessen openen breve Johanne tho der Hansouwe unde sijnen erfghenamen van uns unde van der herschap van Kovorde to holdene eerflike unde ummermeer tho Sutphenschen leen ende tot enen Sutphenschen punde. In orcunde unser manne Roloff van Steenwijc, Herdert de Rotinghe unde Herman Staels; hier waren voert an und over daer dit geschede Herman van Covorde, juncker van Selewert, Ecbert van den Grymberghe. In een tuych der waerheyt so hebben wy Reynolt vorscreven, unse seghele an dessen breef.
ghehangen vor uns unde voer unse rechte erfghenamen vorghescreven. Ghegheven int jaer uns Heren dusent drehondert ses ende tseventich op unsen Vrowen avont nativitatis.
Aan het stuk hangt het geschonden zegel van Reinold van Coevorden.
1382; Rolof van Steenwijc houd zijn leengoed (lijst leenmannen van het Sticht).
In 1387 wordt zijn zoon Arent als zijn leenopvolger door de bisschop van Utrecht beleend.
Hij zegelt met het huidige familiewapen en omschrift: S. Roelof de Steenwic. --------.
tr.
met
Lamme Arentsdr van Kuinre van Norch, dr. van Otto van Norch (Landbouwer en handelaar.) en Ida van Ruinen, tr. met
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Arent | *1360 | | †1431 | | 71 | 1 | 1 |
Lamme Arentsdr van Kuinre van Norch
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Hans van der Wind
Kwartierstaat van Mechelien (Mechelina) Mezach
Lamme Arentsdr van Kuinre van Norch.
tr.
met
Roelof van Steenwijck (Steenwijk), zn. van Coenraad van den Den Ghoere Utengore en Hadewich Cyses van Ansen, geb. te Steenwijk circa 1331, ovl. circa 1387, tr. met
Roelof van Steenwijck.
Hij wordt in 1379 beleend met diverse goederen te Norg.
Opsomming van goederen die hij in leen had, vindt men in het "Registrum: feodalium honorum ecclesie Trajectensis": "item Rolof van Steenwijc hout Bensinge goet te Dalen.
Item dat vierdel van den tienden to Dalen.
Item die twe olden hove to Norch, ende dat huys to Schultinghe mit al sinen toebehoren, alsie.
geleghen sijn in den kerspel to Norch.
Item dat Eden in den kerspel to Norch, dat huys to Zibertinghe, dat huys to Hagheninghe, dat huys to Willemynge, ende dat huys to Weretinghe mit horen toebehoren.
Item den berch (burcht) to Norch ende die watermole mit horen toebehoren. It.
em die boterpacht to Fenehusen. Item dat goet gheleghen is in der noerderziit der Nijer Ae mit sinen toebehoren.
Item dat goet, dat Evert van Wilre te holden plach van heren Heynen van Norch.
Item dat huys to Hesselinghe op Steenwikerwolt.
Item die twe hove van Anlo; ende daertoe dat broec, dat gheleghen is tusschen Eden ende Westerlande, dat gheheten is Edermark, myt al horen toebehoren". 218.
In 1387 wordt zijn zoon Arent als zijn leenopvolger door de bisschop van Utrecht beleend.
Hij heeft zich gevestigd op familiebezit (bij Coevorden, vermoedelijk Bensingegoed te Dalen). Opsomming van goederen die hij in leen had, vindt men in het "Registrum feodalium honorum ecclesie Trajectensis":.
"item Rolof van Steenwijc hout Bensinge goet te Dalen. Item dat vierdel van den tienden to Dalen.
Item die twe olden hove to Norch, ende dat huys to Schultinghe mit al sinen toebehoren, alsie geleghen sijn in den kerspel to Norch. Item dat Eden in den kerspel to Norch, dat huys to Zibertinghe, dat huys to Hagheninghe, dat huys to Willemynge, ende dat huys to Weretinghe mit horen toebehoren. Item den berch (burcht) to Norch ende die watermole mit horen toebehoren. Item die boterpacht to Fenehusen. Item dat goet gheleghen is in der noerderziit der Nijer Ae mit sinen toebehoren. Item dat goet, dat Evert van Wilre te holden plach van heren Heynen van Norch. .
Item dat huys to Hesselinghe op Steenwikerwolt. Item die twe hove van Anlo; ende daertoe dat broec, dat gheleghen is tusschen Eden ende Westerlande, dat gheheten is Edermark, myt al horen toebehoren". De Norchse goederen zal hij verkregen hebben door zijn huwelijk met Lamme van Norch, de enige overgebleven erfgename van deze goederen.
In het leenregister der goederen van de Utrechtse kerk blijkt, dat hij de voornaamste Norchse goederen heeft geerfd. Dit en het feit dat hij ambtman van Drenthe is, doet mij aannemen, dat hij de oudste der drie broers is. Uit genoemd leenregister 28) blijkt dat hij in leen hield Bensigegoet to Dalen. Item dat vierde1 van den tienden to Dalen. Item die twe olden hove to Norch ende dat huys to Schultinghe met al sinen toebehoren, alsie gelegen siin in den kerspel to Norch. Item dat Eden, in den kerspel to Norch, dat huys to Zibertinghe, dat huys to Hagheninghe, dat huys to Willemijnge ende dat huys to Weteringhe, mit horen toebehoren. Item clie boterpacht to Fenehusen. Item dat goet dat ghelegen is in der noerder ziit der nyer Ae, mit sinen toebehoren. Item dat goet dat Evert van Wilre te holden plach van Heren Heynen van Norch. Item dat huys to Hesselinghe op Steenwiker Wolt. Item die twe hove van Anlo ende daartoe dat broec, dat ghelegen is tusschen Ede en Westerlande, dat gheheten is Edermarke, myt al horen toebehoren”.
Als getuige zien we hem optreden in akten van 1363, 1375, 1376, 1379, 1380, 1382 en 1384.
Hij komt hierin veelvuldig voor met Reinold IV van Coevorden en als diens leenman.
In 1375 zien we hem vermeld als "ambtman des landes van Drenthe” 29), een functie die later drost zou heten, vervolgens gouverneur en thans commissaris des Konings.
Op 7 september 1376 wordt hij genoemd in een oorkonde van Reinold van Coevorden.
Reinold van Coevorden verklaart Johan ter Hansouwe beleend te hebben met de tienden te Noordsleen.
Naar het origineel in het archief van het Huis te Peize, inv. no. 85, reg. 1 (R.A. Drenthe).
Wy Reynolt, juncker van Kovorden bekennet, dat in dessen opene breve, dat voer uns quam Goedert van den Hove unde heft uns upgedraghen den alinghen tenden tot Noertsclene, also de ghelegen is, den he holt van uns unde van unser herscap van Kovorde to vif markenleen, welken tenden vorscreven wy voert belenen met dessen openen breve Johanne tho der Hansouwe unde sijnen erfghenamen van uns unde van der herschap van Kovorde to holdene eerflike unde ummermeer tho Sutphenschen leen ende tot enen Sutphenschen punde. In orcunde unser manne Roloff van Steenwijc, Herdert de Rotinghe unde Herman Staels; hier waren voert an und over daer dit geschede Herman van Covorde, juncker van Selewert, Ecbert van den Grymberghe. In een tuych der waerheyt so hebben wy Reynolt vorscreven, unse seghele an dessen breef.
ghehangen vor uns unde voer unse rechte erfghenamen vorghescreven. Ghegheven int jaer uns Heren dusent drehondert ses ende tseventich op unsen Vrowen avont nativitatis.
Aan het stuk hangt het geschonden zegel van Reinold van Coevorden.
1382; Rolof van Steenwijc houd zijn leengoed (lijst leenmannen van het Sticht).
In 1387 wordt zijn zoon Arent als zijn leenopvolger door de bisschop van Utrecht beleend.
Hij zegelt met het huidige familiewapen en omschrift: S. Roelof de Steenwic. --------.
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Arent | *1360 | | †1431 | | 71 | 1 | 1 |
Cyse van Ansen
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Hans van der Wind
Kwartierstaat van Mechelien (Mechelina) Mezach
Cyse van Ansen.
Cyse van Ansen.
Vermeld 1369-1400.
tr.
met
Beatrix , tr. met
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Femme | | | | | | 1 | 1 |
Beatrix
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Hans van der Wind
Kwartierstaat van Mechelien (Mechelina) Mezach
Beatrix .
tr.
met
Cyse van Ansen, tr. met
Cyse van Ansen.
Vermeld 1369-1400.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Femme | | | | | | 1 | 1 |
Hij krijgt een zoon:


| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Henrick | | | | | | 1 | 1 |
Cornelis Cornelisse
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Eunice Roos
Kwartierstaat van Hans van der Wind
Kwartierstaat van Henk de Snoo
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van Magda (Magdalena) Breedveld
Cornelis Cornelisse.
Hij krijgt een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Marietje | *1555 | Willige Langerak | †1600 | Willige Langerak | 45 | 1 | 7 |
Franz Mathias Johann Burkhardt
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Magda (Magdalena) Breedveld
Parenteel van Jan Scharloo
Franz Mathias Johann Burkhardt, geb. te Augsburg [Duitsland] op 30 nov 1898, civil ingenieur.
Franz Mathias Johann Burkhardt.
Op 17 aug 1921 wordt hij door de G.G. van Nederlands Indië ter beschikking gesteld en gplaatst in tijdelijke dienst als opzichter bij de Waterstaat en 's lands B.O.W. op ƒ 250, per maand.
Daarna is hij tijdelijk werkzaam gesteld als opzichter 3e klas en toegevoegd aan de resident van Benkoelen.
Op 2 nov 1923 is hij eervol ontheven van zijn te werkzaamstelling.
Hij komt vervolgens op 28 dec 1923 aan in hotel Larne in San Francisco.
samen te Bengkulu [Indonesië] in mei 1922, tr.
met
Franz Burkhardt
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Magda (Magdalena) Breedveld
Parenteel van Jan Scharloo
Franz Burkhardt.
tr.
met
Anna Kemm (Klemm), tr. met
Uit dit huwelijk een zoon:


| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Franz | *1898 | Augsburg [Duitsland] | | | | 1 | 0 |
Anna Kemm
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Magda (Magdalena) Breedveld
Parenteel van Jan Scharloo
Anna Kemm (Klemm).
tr.
met
Franz Burkhardt, tr. met
Uit dit huwelijk een zoon:


| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Franz | *1898 | Augsburg [Duitsland] | | | | 1 | 0 |
Rutger Hermeninck van Junne
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Hans van der Wind
Kwartierstaat van Mechelien (Mechelina) Mezach
Rutger Hermeninck van Junne, ovl. circa 1401.
Hij krijgt een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Gijssele | | | | | | 1 | 1 |
Ludolf II van Gronebeke
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Hans van der Wind
Kwartierstaat van Mechelien (Mechelina) Mezach
Ludolf II van Gronebeke, geb. circa 1290, prefect van Groningen ca 1335.
Ludolf II van Gronebeke.
Rond 1335 prefect van Groningen. In 1338 werd zijn kasteel Selwerd verwoest door de Friezen. Laatst vermeld 1344.
Hij krijgt 2 zonen:
Ludolf van Gronebeke
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Hans van der Wind
Kwartierstaat van Mechelien (Mechelina) Mezach
Ludolf van Gronebeke, geb. circa 1260.
Ludolf van Gronebeke.
heer Ludolf van Gronebeke, praefect van Groningen, komt als zoodanig voor 1309, met name wegens een ve ete tegen de `Wester partie'. Hij heet ook, naar zijn heerlijkheid, heer van Zelewart (Selwerd). Hij is, vermoedelijk als deelhebbende in het burggraafschap, voogd van den 1322 genoemden Egbert, den zoon van Adolf, die volgt, en als bloedverwant in die functie opgetreden. In den oorlog met de Friezen (1338) werd zijn kasteel Selwerd veroverd.
In 1344 komt een Ludolf van Gr. nog voor als `judex in Groningen'.
Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Ludolf | *1290 | | | | | 1 | 2 |
Bertolt van Gronebeke
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Hans van der Wind
Kwartierstaat van Mechelien (Mechelina) Mezach
Bertolt van Gronebeke, prefect van Groningen.
Bertolt van Gronebeke.
Vermeld 1328-1332.
Geert Hindrix Kijl
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Hans van der Wind
Kwartierstaat van Mechelien (Mechelina) Mezach
Geert Hindrix Kijl, ged. te Beerta op 30 aug 1691, begr. te Winschoten op 12 mrt 1753.
- Vader:
Hindrick Geers, geb. te Bischofshagen [Duitsland], tr. te Beerta op 21 mrt 1686 met
otr. te Winschoten op 26 feb 1713, tr. te Winschoten op 19 mrt 1713
met
Harmke Geerts, dr. van Geert Jans en Jantien Hindricks, geb. te Blijham circa 1685, tr. met
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Cornelis | ~1722 | Winschoten | †1760 | Winschoten | 38 | 2 | 9 |
Harmke Geerts
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Hans van der Wind
Kwartierstaat van Mechelien (Mechelina) Mezach
Harmke Geerts, geb. te Blijham circa 1685.
- Vader:
Geert Jans, zn. van Johan Nannes en Wupke Harms Frouws, otr. (1) op 15 sep 1676 huw. contract (getuigen: bruidegom: Wibbe Frouwes, moeder; Jan Jans, broer en bruid: Daeije Harmens, moeder; Tamme Wijbrands en Haicke, zwager en zuster; Siouke Jannis, zuster), tr. met Aelcke Jannis, dr. van Daije Harms. Uit dit huwelijk een zoon, hij krijgt geen kinderen, tr. (2) met
otr. te Winschoten op 26 feb 1713, tr. te Winschoten op 19 mrt 1713
met
Geert Hindrix Kijl, zn. van Hindrick Geers en Tjaduwwe Cijntkes, ged. te Beerta op 30 aug 1691, begr. te Winschoten op 12 mrt 1753, tr. met
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Cornelis | ~1722 | Winschoten | †1760 | Winschoten | 38 | 2 | 9 |
Harmke Geerts
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Kwartierstaat van Hans van der Wind
Kwartierstaat van Mechelien (Mechelina) Mezach
Harmke Geerts h, ged. te Winschoten op 16 dec 1735.
otr. (1) te Farnsum op 2 apr 1747, tr. te Winschoten op 30 apr 1747
met
Cornelis Geerts Geerdts Kijl, zn. van Geert Hindrix Kijl en Harmke Geerts, ged. te Winschoten op 24 mei 1722, ovl. te Winschoten circa 21 jul 1760, tr. (1) met Grietje Berends. Uit dit huwelijk 5 kinderen, tr. (2) met
Cornelis Geerts Kijl.
afkomstig uit Sellingen en wonend te Nieuwe Pekela.
Uit dit huwelijk 4 kinderen.
otr. (2) te Winschoten op 8 jun 1766, tr.
met
Tjalling Lammers, tr. met
Tjalling Lammers
in
Kwartierstaat van Arie Roobol
Tjalling Lammers.
otr. te Winschoten op 8 jun 1766, tr.
met
Harmke Geerts h, ged. te Winschoten op 16 dec 1735, tr. (1) met Cornelis Geerts Kijl. Uit dit huwelijk 4 kinderen. (Cornelis Geerts tr. (1) met Grietje Berends. Uit dit huwelijk 5 kinderen, tr. (2) met Harmke Geerts h. Uit dit huwelijk 4 kinderen), tr. (2) met