Cees Hagenbeek
Roelof Roelofs
Roelof Roelofs1, geb. circa 1657.

tr. Vlagtwedde op 16 apr 1686
met

Antje (Ancke) Harms1.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Roelef Sellingen    



Bronnen:
1.Hans Homan Free (A 013), http://homanfree.nl/, 4 jul 2023

Antje Harms
Antje (Ancke) Harms1.

tr. Vlagtwedde op 16 apr 1686
met

Roelof Roelofs1, geb. circa 1657.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Roelef Sellingen    



Bronnen:
1.Hans Homan Free (A 013), http://homanfree.nl/, 4 jul 2023

Pieter Geerts
Pieter Geerts1, geb. Meeden.

tr. Meeden op 17 okt 1669
met

Jantjen Foppens1, geb. Eexta.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Frouwe~1671 Meeden    



Bronnen:
1.Hans Homan Free (A 013), http://homanfree.nl/, 4 jul 2023

Jantjen Foppens
Jantjen Foppens1, geb. Eexta.

tr. Meeden op 17 okt 1669
met

Pieter Geerts1, geb. Meeden.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Frouwe~1671 Meeden    



Bronnen:
1.Hans Homan Free (A 013), http://homanfree.nl/, 4 jul 2023

Wessel Wessels
Wessel Wessels.

tr.
met

Trijntje Jans.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jantje     


Trijntje Jans
Trijntje Jans.

tr.
met

Wessel Wessels.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jantje     


Albert van Steenwijck
Albert van Steenwijck1, geb. Coevorden circa 1420, ovl. in 1486.

Albert van Steenwijck.
Op 22-10-1456 komt hij voor als hulder van zijn vrouw bij de belening met het goed Geerding. .
Op 6 maart 1482 beleent de bissehop hem uit zonderlinge gunst met het kerkerecht van Emmen, Odoorn en Schonebeke, een vijfmarksleen.  .
Albert van Steenwijck verklaart verkocht te hebben aan Roloff van Echten het vierendeel van Lubbynghe, gelegen in het kerspel Suydwolden, waarvan Roloff het andere deel heeft. Hiervan wordt de stok gelegd. Bezegeld door de oorkonder. Origineel, met licht beschadigde zegel. .
Hij moet overleden zijn in 1485, daar dan zijn zoon Johan met de kerkerechten wordt beleend. .
Johanna van Zeelwerden wordt beleend met Gerdinch, Tyatinc, Albertinch, die gheleghen sün in der buerscap to Gheesteren in den kerspel van Oetmersem op 17-5-1450 na de dood van haar vader Henric van Zeelwerden. Hulder is Johan van der Lair. .
Op 22-10-1456 wordt de belening nogmaals bevestigd. Hulder is dan haar man Albert van Steenwijck.  Op 12-8-1485 en 12-7-1497 nogmaals. Dan is de hulder haar zoon Johan.  Op 18-1-1518 nogmaals, maar dan is de hulder haar zoon Aerndt van Steenwijck. Op 30-1-1525 wordt Henrick van Steenwijck beleend na de dood van zijn moeder Johanna, dochter van Henrick van Seelweerdt.

tr. in 1456
met

Johanna van Selwert1, dr. van Hindrik van Selwert en Mechtelt van den Buggenberge, geb. Hardenberg circa 1435, Erfdochter, ovl. in 1524.

Johanna van Selwert.
haar huwelijksjaar is niet bekend door huwelijkse voorwaarden, doch door het feit,.
dat bij de belening met haar goederen i n 1454 een Johan van Laer als huider optrad (hetgeen er op wijst, dat zij toen ongehuwd was), terwijl zij 22 oktober 1456 werd herbeleend met dezelfde goederen, doch nu onder hulderschap van haar man, aan wie zij de lijftocht schonk.

Via haar leenbezit valt nog op te maken, dat zij in 1492 hertrouwde (duidelijk beneden haar stand) met Johan Santinge. Aan hem schonk zij 12 november 1492.
namelijk de lijftocht van Groot Buggenberg, nadat haar zoon uit het eerste huwelijk Johan van Steenwijkhaar per 3 september 1492 al was opgevolgd in het leenbezit.
van Meinoldinck onder Hardenberg en een groot aantal tienden in Itterbeke onder Ülsen in Bentheim, waarbij eveneens Johan Santinge haar momber was.
Zi j werd 12 juli 1497 met al haar lenen herbeleend.
In 1518 werd het leenbezit gesplitst: 18 januari werd zij herbeleend met de bisschoppelijke lenen (onder hulderschap van haar zoon Arend van Steenwijk; haar.
tweede man was toen dus dood), terwijl 23 april 1518 voor zoon Arend afgesplitst werden de erven Nijehoff, Clausing en Gerning in Wilsum onder Ülsen. Uit de.
familiale allodia beleenden haar zoon Johan, zijzelf en haar tweede echtgenoot 24 augustus 1514 het convent van Sipculo met een aantal tienden onder Hardenberg.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Mechtelt*1460 Hardenberg    



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Johanna van Selwert
Johanna van Selwert1, geb. Hardenberg circa 1435, Erfdochter, ovl. in 1524.

Johanna van Selwert.
haar huwelijksjaar is niet bekend door huwelijkse voorwaarden, doch door het feit,.
dat bij de belening met haar goederen i n 1454 een Johan van Laer als huider optrad (hetgeen er op wijst, dat zij toen ongehuwd was), terwijl zij 22 oktober 1456 werd herbeleend met dezelfde goederen, doch nu onder hulderschap van haar man, aan wie zij de lijftocht schonk.

Via haar leenbezit valt nog op te maken, dat zij in 1492 hertrouwde (duidelijk beneden haar stand) met Johan Santinge. Aan hem schonk zij 12 november 1492.
namelijk de lijftocht van Groot Buggenberg, nadat haar zoon uit het eerste huwelijk Johan van Steenwijkhaar per 3 september 1492 al was opgevolgd in het leenbezit.
van Meinoldinck onder Hardenberg en een groot aantal tienden in Itterbeke onder Ülsen in Bentheim, waarbij eveneens Johan Santinge haar momber was.
Zi j werd 12 juli 1497 met al haar lenen herbeleend.
In 1518 werd het leenbezit gesplitst: 18 januari werd zij herbeleend met de bisschoppelijke lenen (onder hulderschap van haar zoon Arend van Steenwijk; haar.
tweede man was toen dus dood), terwijl 23 april 1518 voor zoon Arend afgesplitst werden de erven Nijehoff, Clausing en Gerning in Wilsum onder Ülsen. Uit de.
familiale allodia beleenden haar zoon Johan, zijzelf en haar tweede echtgenoot 24 augustus 1514 het convent van Sipculo met een aantal tienden onder Hardenberg.

tr. in 1456
met

Albert van Steenwijck1, zn. van Arent van Steenwijck en Femme van Ansen, geb. Coevorden circa 1420, ovl. in 1486.

Albert van Steenwijck.
Op 22-10-1456 komt hij voor als hulder van zijn vrouw bij de belening met het goed Geerding. .
Op 6 maart 1482 beleent de bissehop hem uit zonderlinge gunst met het kerkerecht van Emmen, Odoorn en Schonebeke, een vijfmarksleen.  .
Albert van Steenwijck verklaart verkocht te hebben aan Roloff van Echten het vierendeel van Lubbynghe, gelegen in het kerspel Suydwolden, waarvan Roloff het andere deel heeft. Hiervan wordt de stok gelegd. Bezegeld door de oorkonder. Origineel, met licht beschadigde zegel. .
Hij moet overleden zijn in 1485, daar dan zijn zoon Johan met de kerkerechten wordt beleend. .
Johanna van Zeelwerden wordt beleend met Gerdinch, Tyatinc, Albertinch, die gheleghen sün in der buerscap to Gheesteren in den kerspel van Oetmersem op 17-5-1450 na de dood van haar vader Henric van Zeelwerden. Hulder is Johan van der Lair. .
Op 22-10-1456 wordt de belening nogmaals bevestigd. Hulder is dan haar man Albert van Steenwijck.  Op 12-8-1485 en 12-7-1497 nogmaals. Dan is de hulder haar zoon Johan.  Op 18-1-1518 nogmaals, maar dan is de hulder haar zoon Aerndt van Steenwijck. Op 30-1-1525 wordt Henrick van Steenwijck beleend na de dood van zijn moeder Johanna, dochter van Henrick van Seelweerdt.

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Mechtelt*1460 Hardenberg    



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Arent van Steenwijck
Arent van Steenwijck, geb. circa 1360, ovl. na 1431.

Arent van Steenwijck.
In 1387 wordt hij vermeld als broer van Johan van Steenwijck en neef van Johan de Vos van Steenwijck en diens zoon Coenraad. .
Na de dood van zijn vader in 1387 wordt hij beleend met de Norgse goederen. "Het zijn de goederen, die heer Hendrik van Norch van het sticht te houden placht".
Hij behoort tot de schildboortige mannen", die op 5 2 1408 moeten getuigen in het proces van Mensinge te Roden. .
Met zijn neven Coenraad en Reinolt de Vos behoort hij tot de Vetkoopers die op zon.
dag na L.Vr. Exaltatio 1415 Groningen veroveren op de Schieringers. Ze waren uit deze stad verbannen en naar Emden uitgeweken, toen de Schieringers op 23 okt. 1413 deze stad in hun macht brachten brachten.
Op 7 augustus 1425 zegelt hij met anderen namens de Ridderschap van Drenthe het verbond met Salland, Twenthe en Vollenhove tot steun aan de postulaat Rudolf van Diepbolt.
Wederom treedt hij op voor de Ridderschap van Dre nthe als op 6 okt. 1426 ook het.
Nedersticht zich met het Oversticht ten dezen verbindt en de tegencandidaat, Sweder van Culemborch als bisschop ontzegt.
In 1428 en 1431 komen we hem nog tegen als leenheer.
van en getuige voor Hen drik de Vos van Steenwijck, zijn neef. .
Hij wordt op 29-4-1394 beleend met diverse goederen te Norg.

tr. circa 1406
met

Femme van Ansen, dr. van Cyse van Ansen en Beatrix .

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Albert*1420 Coevorden †1486  66


Femme van Ansen
Femme van Ansen.

tr. circa 1406
met

Arent van Steenwijck, zn. van Roelof van Steenwijck en Lamme Arentsdr van Kuinre van Norch, geb. circa 1360, ovl. na 1431.

Arent van Steenwijck.
In 1387 wordt hij vermeld als broer van Johan van Steenwijck en neef van Johan de Vos van Steenwijck en diens zoon Coenraad. .
Na de dood van zijn vader in 1387 wordt hij beleend met de Norgse goederen. "Het zijn de goederen, die heer Hendrik van Norch van het sticht te houden placht".
Hij behoort tot de schildboortige mannen", die op 5 2 1408 moeten getuigen in het proces van Mensinge te Roden. .
Met zijn neven Coenraad en Reinolt de Vos behoort hij tot de Vetkoopers die op zon.
dag na L.Vr. Exaltatio 1415 Groningen veroveren op de Schieringers. Ze waren uit deze stad verbannen en naar Emden uitgeweken, toen de Schieringers op 23 okt. 1413 deze stad in hun macht brachten brachten.
Op 7 augustus 1425 zegelt hij met anderen namens de Ridderschap van Drenthe het verbond met Salland, Twenthe en Vollenhove tot steun aan de postulaat Rudolf van Diepbolt.
Wederom treedt hij op voor de Ridderschap van Dre nthe als op 6 okt. 1426 ook het.
Nedersticht zich met het Oversticht ten dezen verbindt en de tegencandidaat, Sweder van Culemborch als bisschop ontzegt.
In 1428 en 1431 komen we hem nog tegen als leenheer.
van en getuige voor Hen drik de Vos van Steenwijck, zijn neef. .
Hij wordt op 29-4-1394 beleend met diverse goederen te Norg.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Albert*1420 Coevorden †1486  66


Hindrik van Selwert
Hindrik van Selwert1, geb. circa 1400, ovl. in 1453.

Hindrik van Selwert.
Hendrik van Selwerd zal niet later dan circa 1403 geboren zijn, want in de gesignaleerde belening van 1424 trad voor hem geen momber op. Zijn eerste vermelding na de leenopvoslging van zijn vader is van Pinksteren 1430 in een orde1 van de drost en de etten van Drente tussen "Hynrick van Zelwart" (blijkens de tekst buiten Drente woonachtig: uiteraard: hij woonde in noordelijk Twente) en Herman ter Hansouwe".  Na een vermelding in 1435, waarbij hij en de heer van Gramsbergen als voornaamste inwoners van het kerspel Hardenberg voorkwamen, was hij 22-6-1440 getuige van Hendrik van Gramsbergen. Ook blijkt hij, evenals zijn grootvader, het kasteleinschap van de Slinge of Slingenberg gehad te hebben (en we zullen dit dus ook wel voor zijn vader mogen concluderen), doch 1-8-1441 vergunde de bisschop hem, zich te laten vervangen door een waarnemend kastelein zolang hij, Hendrik, leefde. Deze bepaling werd evenwel kennelijk opgeheven, want 8 september 1446 ging het kasteleinschap over op Gerrit van Tuyll terwijl Hendrik bewijsbaar nog leefde.
In 1442 is er sprake van goederen gekocht door Wijcher Egginge van de landscommandeur en Hindrik van Selwerd. .
Op 2-8-1433 wordt hij beleend met Gerdinch, etc, na de dood van zijn vader Herman van Zeelwert.  Op 12-6-1434 wordt Mechtelt van Buggenberge beleend na opdracht door haar man Henric van Zelwerden. Hulder is Herman van den Buggenberge.

tr.
met

Mechtelt van den Buggenberge1, dr. van Herman van den Buggenberge en Gijssele Rutgers van Junne.

Mechtelt van den Buggenberge.
Hendrik van Selwerd was getrouwd met Machteld van den Buggenberge (dochter van Herman en Gysele Rutgers van Junne); hun dochter Johanna van Selwerd is na haar moeder's dood beleend met de Grote en Kleine Buggenberch (Machteld was dus erfdochter en haar broer Rutger moet jong zijn overleden); 17 mei 1454 werd zij daarmee herbeleend en tevens ontving zij toen de goederen, haar aanbesterven van wijlen haarvader (de bekende goederen in noordelijk Twente en in Bentheim.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johanna*1435 Hardenberg †1524  89



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Mechtelt van den Buggenberge
Mechtelt van den Buggenberge1.

Mechtelt van den Buggenberge.
Hendrik van Selwerd was getrouwd met Machteld van den Buggenberge (dochter van Herman en Gysele Rutgers van Junne); hun dochter Johanna van Selwerd is na haar moeder's dood beleend met de Grote en Kleine Buggenberch (Machteld was dus erfdochter en haar broer Rutger moet jong zijn overleden); 17 mei 1454 werd zij daarmee herbeleend en tevens ontving zij toen de goederen, haar aanbesterven van wijlen haarvader (de bekende goederen in noordelijk Twente en in Bentheim.

tr.
met

Hindrik van Selwert1, zn. van Herman van Selwert, geb. circa 1400, ovl. in 1453.

Hindrik van Selwert.
Hendrik van Selwerd zal niet later dan circa 1403 geboren zijn, want in de gesignaleerde belening van 1424 trad voor hem geen momber op. Zijn eerste vermelding na de leenopvoslging van zijn vader is van Pinksteren 1430 in een orde1 van de drost en de etten van Drente tussen "Hynrick van Zelwart" (blijkens de tekst buiten Drente woonachtig: uiteraard: hij woonde in noordelijk Twente) en Herman ter Hansouwe".  Na een vermelding in 1435, waarbij hij en de heer van Gramsbergen als voornaamste inwoners van het kerspel Hardenberg voorkwamen, was hij 22-6-1440 getuige van Hendrik van Gramsbergen. Ook blijkt hij, evenals zijn grootvader, het kasteleinschap van de Slinge of Slingenberg gehad te hebben (en we zullen dit dus ook wel voor zijn vader mogen concluderen), doch 1-8-1441 vergunde de bisschop hem, zich te laten vervangen door een waarnemend kastelein zolang hij, Hendrik, leefde. Deze bepaling werd evenwel kennelijk opgeheven, want 8 september 1446 ging het kasteleinschap over op Gerrit van Tuyll terwijl Hendrik bewijsbaar nog leefde.
In 1442 is er sprake van goederen gekocht door Wijcher Egginge van de landscommandeur en Hindrik van Selwerd. .
Op 2-8-1433 wordt hij beleend met Gerdinch, etc, na de dood van zijn vader Herman van Zeelwert.  Op 12-6-1434 wordt Mechtelt van Buggenberge beleend na opdracht door haar man Henric van Zelwerden. Hulder is Herman van den Buggenberge.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johanna*1435 Hardenberg †1524  89



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Herman van den Buggenberge
Herman van den Buggenberge1, geb. circa 1380, ovl. op 20 apr 1457.

Herman van den Buggenberge.
Herman van Bugghenbergh wordt beleend met Olden Buggenberch te Dalfsum in 1379.
Op 28-11-1406 wordt hij beleend met Meijerinc te Welsum, Dalfsen. .
Op 11-3-1407 verklaart Herman van den Bugenberghe ontvangen te hebben van Arent Hulsman en Johan to Hoenhorst 100 guldens, die wijlen Zweder van Rechter hem schuldig was.
Zijn vrouw wordt beleend met Zeesse 27-6-1411 na de dood van Jutte van Junne. Hulder is Herman van den Buggenberge. 222 Zij wordt ook beleend met Schuring te Bestmen na de dood van haar zuster.
Herman van den Buggenberge wordt beleend met Assing to Junne na opdracht door Gheryt ten Water op 13-1-1411. .
Op 21-4-1457 wordt Evert van den Buggenberge beleend.

tr.
met

Gijssele Rutgers van Junne, dr. van Rutger Hermeninck van Junne.

Gijssele Rutgers van Junne.
Beleend met Hermeninc te Junne: 27 juni 1411: Gyssele, dochter van Rutger van Junne, na de dood van haar zuster Jutte. Hulder Herman van den Buggenberge.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Mechtelt     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Gijssele Rutgers van Junne
Gijssele Rutgers van Junne.

Gijssele Rutgers van Junne.
Beleend met Hermeninc te Junne: 27 juni 1411: Gyssele, dochter van Rutger van Junne, na de dood van haar zuster Jutte. Hulder Herman van den Buggenberge.

tr.
met

Herman van den Buggenberge1, geb. circa 1380, ovl. op 20 apr 1457.

Herman van den Buggenberge.
Herman van Bugghenbergh wordt beleend met Olden Buggenberch te Dalfsum in 1379.
Op 28-11-1406 wordt hij beleend met Meijerinc te Welsum, Dalfsen. .
Op 11-3-1407 verklaart Herman van den Bugenberghe ontvangen te hebben van Arent Hulsman en Johan to Hoenhorst 100 guldens, die wijlen Zweder van Rechter hem schuldig was.
Zijn vrouw wordt beleend met Zeesse 27-6-1411 na de dood van Jutte van Junne. Hulder is Herman van den Buggenberge. 222 Zij wordt ook beleend met Schuring te Bestmen na de dood van haar zuster.
Herman van den Buggenberge wordt beleend met Assing to Junne na opdracht door Gheryt ten Water op 13-1-1411. .
Op 21-4-1457 wordt Evert van den Buggenberge beleend.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Mechtelt     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Herman van Selwert
Herman van Selwert1, geb. circa 1380.

Herman van Selwert.
Hij wordt oorkondelijk niet vermeld. We kennen zijn bestaan slechts door een ongedateerde inschrijving i n het bisschopppelijk leenregister, waar diens zoon.
Hendrik beleend wordt met de goederen van zijn vader Herman na diens dood . Dit blijken, minus voortaan de prefectuur, dezelfde goederen te zijn als waarmee.
Herman's vader in 1388 en 1398 werd beleend. Nu werd de toenmalige bisschop, Rudolf van Diepholt, in november 1423 tot bisschop verkozen, maar door de candidatuur van verscheidene anderen kon zijn officiële wijding pas in 1433 volgen. O m de belening te dateren, die op folio 7 (dus in het begin) van het register is ingeschreven, kunnen we dus kiezen tussen de jaren 1424 of 1433.
We zullen ongetwijfeld aan 1424 moeten denken, want — zo zullen we nog constateren — in 1430 komt na zijn dood zijn zoon Hendrik voor (bovendien beginnen 's bisschops andere registers in 1423). Dit betekent dat Herman van Selwerd in 1423 stierf.


Hij krijgt een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hindrik*1400  †1453  53



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

NN van Schonevelt
NN van Schonevelt.

tr.
met

Hendrik van Selwert1, zn. van Herman van Coevorden en Ida van Selwert, geb. circa 1360.

Hendrik van Selwert.
burggraaf van Groningen voor het hem komende gedeelte, voor het leven 1371 met de Coevordens van het Domkapittel gepacht, treedt omstreeks 1383 in het bezit zijner goederen na den dood zijns vaders, samen met zijn moeder, die nog in 1395 voorkomt. Hij geraakte in moeilijkheden met het Domkapittel te Utrecht en bisschop Frederik van Blankenheim, die het 1392 door het Domkapittel met de stad Groningen en de gerechtigden tot het burggraafschap gesloten verdrag tot verpachting voor 100 jaren daarvan aan de stad trachtte te vernietigen. Van 1395 af vinden wij hem gewikkeld in het geschil, waaraan ook de Coevordens deelnamen. Hij liet in het begin der 15de eeuw aanspraken op ? van de burggrafelijke rechten gelden, terwijl Johan ten Hove op het overige ? aanspraak maakte en daarvan 1405 aan den bisschop afstand deed. Hendrik stond zijn overgebleven rechten in 1411 aan het Sticht af, n.l. de `herschap ende dat gerycht van Selwerd', dat hij ruilde met het overijselsche goed Slingenborch. .
Henric van Zeelewert wordt beleend met "Gerdinch, Tyatinc, Albertinch, Elbertinch, die gheleghen sün in der buerscap to Gheesteren in den kerspel van Oetmersem" in 1388.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Herman*1380     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Hendrik van Selwert
Hendrik van Selwert1, geb. circa 1360.

Hendrik van Selwert.
burggraaf van Groningen voor het hem komende gedeelte, voor het leven 1371 met de Coevordens van het Domkapittel gepacht, treedt omstreeks 1383 in het bezit zijner goederen na den dood zijns vaders, samen met zijn moeder, die nog in 1395 voorkomt. Hij geraakte in moeilijkheden met het Domkapittel te Utrecht en bisschop Frederik van Blankenheim, die het 1392 door het Domkapittel met de stad Groningen en de gerechtigden tot het burggraafschap gesloten verdrag tot verpachting voor 100 jaren daarvan aan de stad trachtte te vernietigen. Van 1395 af vinden wij hem gewikkeld in het geschil, waaraan ook de Coevordens deelnamen. Hij liet in het begin der 15de eeuw aanspraken op ? van de burggrafelijke rechten gelden, terwijl Johan ten Hove op het overige ? aanspraak maakte en daarvan 1405 aan den bisschop afstand deed. Hendrik stond zijn overgebleven rechten in 1411 aan het Sticht af, n.l. de `herschap ende dat gerycht van Selwerd', dat hij ruilde met het overijselsche goed Slingenborch. .
Henric van Zeelewert wordt beleend met "Gerdinch, Tyatinc, Albertinch, Elbertinch, die gheleghen sün in der buerscap to Gheesteren in den kerspel van Oetmersem" in 1388.

tr.
met

NN van Schonevelt.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Herman*1380     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Ida van Selwert
Ida van Selwert, ovl. tussen 1396 en 1397.

Ida van Selwert.
Op 28 augustus 1395 wordt zij samen met haar zoon nog vermeld in een proces: "Jonfer Yde van Zeelweerde ende Henric van Zeelweerde horen soen".

Met Ida van Selwerd is deze staak in mannelijke lijn uitgestorven en via haar overgegaan in een staak Van Coevorden. Haar man Herman van Coevorden komt na de huwelijkssluiting voor het eerst weer voor in 1371:8 juli 1371 verklaarden Johan heer van Coevorden, zijn broer Herman van Coevorden „voer mi ende Henric.
minen soen, die noch onmundich is" en Godevart van den Hove voor hun leven van het Utrechtse Domkapittel te hebben gepacht de heerlijkheid van Groningen en Selwerd met Wolde en Gho. Herman zegelde daarbij met het Coevordense zegel (zegel nr 2 ): een driehoekig schild met drie rechtsziende adelaars, .
2 en 1, waartussen een vijfpuntige ster; randschrift: S I G I L L DE C O . V O R D . . " . Terloops blijkt hier dus, dat Herman een zoon Hendrik had (die dan rond 1361 geboren zal zijn) en dat hij de prefectuur niet had (hij bleef zijn eigen wapen voeren). Dat Herman zijn Coevordens wapen behield, constateren we ook nog eens bij een charter van 28 mei 1380 van Engelbert van Zalne, waarbij ,,Herman van Covorde, joncher van Selewert" zegelde: een driehoekig schild met drie adelaars.
in vlucht, 2 en 1. De laatste vermelding van Herman van Coevorden (als „Hermannus de Zeelwerde") is van 11 november 1386, toen hij door Herman Reyger werd aangesproken voor 600 oude schilden.
Kort daarop moet hij zijn overleden — in het eerste halfjaar van 1388 — , omdat 19 september 1388 „mijn joncfrou van Coevorden" (dus Ida van Selwerd, die, omdat zij zonder echtgenoot optrad, weduwe moet zijn geweest) werd vrijgesproken van de tegen haar gerichte eis van dezelfde Herman Reyger.
Daarna wordt Ida nog verschillende malen oorkondelijk vermeld, waarvan twee keer samen met haar zoon Hendrik: 30 november 1391 en 28 augustus 1395.
Op de laatste datum hadden „jonfer Yde van Zeelweerde ende Henric van Zeelweerde, horen soen", een proces met Evert van Langen en diens zoon Godert, dat 25 september 1395 werd voortgezet9 4 , maar 31 oktober 1397 is het haar zoon Hendrik van Selwerd, die in de rechtszaak tegen Evert en Godert van Langen betrokken was.

otr. op 14 feb 1360, tr.
met

Herman van Coevorden1, zn. van Reinolt II van Coevorden en NN van Groningen.

Herman van Coevorden.
Hij wordt beleend met Gerdinch, Tyatinc, Albertinch, Elbertinch, die gheleghen sün in der buerscap to Gheesteren in den kerspel van Oetmersem in 1379.

Bezat samen met zijn vrouw twee derde deel van de heerlijkheid Groningen en Selwerd met Gho en Wolde. .
Op 14-2-1360 werden de huwelijkse voorwaarden vastgesteld tussen Herman van Coevorden en Ida van Selwerd. Hieruit kunnen enkele conclusies worden vastgesteld namelijk dat Ida geboren zal zijn ca. 1340 en haar vader Hendrik van Selwerd ca. 1315. Een passage uit dat huwelijks contract is van belang: Herman van Coevorden zal Ida tot zijn vrouw nemen: "mit den huse unde mit den heereschafft van Selwert unde met den gericht van Groningen also als Ludolff unde Hinrick van Selwerf darin storven unde eere was. We concluderen daaruit tot een opgaande stamreeks van Ida van Selwerd via Hendrik van Selwerd (die dus voor 1360 stierf) tot Ludolff van Gronebeke. Hieruit kan geconcludeerd worden dat Ludolff ca. 1290 geboren moet zijn.
Hendrik Polleman , zijn broer Herman en de zonen van Herman, genaamd Otto, Symon en Hendrik, Bertold Klenke, Roelof Hiddens, Bertold en Reyner Hiddens, gebroeders Berend Hertinghe, Hille Pollemans, Otto, Johan en Hendrik, gebroeders en zoons van Hille, maken bekend dat zij hebben verkocht alle pachten die zij hadden in Kropswolde. Volgen de namen van de pachters. Gezegeld door jonkvrouw Ida van Selwerd, Hendrik van Selwerds zoon Godeken van den Hove, en Heyne van den Brugghen, Rechters en schulten. .
Op 28 augustus 1395 wordt zij samen met haar zoon nog vermeld in een proces: "Jonfer Yde van Zeelweerde ende Henric van Zeelweerde horen soen".

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hendrik*1360     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Herman van Coevorden
Herman van Coevorden1.

Herman van Coevorden.
Hij wordt beleend met Gerdinch, Tyatinc, Albertinch, Elbertinch, die gheleghen sün in der buerscap to Gheesteren in den kerspel van Oetmersem in 1379.

Bezat samen met zijn vrouw twee derde deel van de heerlijkheid Groningen en Selwerd met Gho en Wolde. .
Op 14-2-1360 werden de huwelijkse voorwaarden vastgesteld tussen Herman van Coevorden en Ida van Selwerd. Hieruit kunnen enkele conclusies worden vastgesteld namelijk dat Ida geboren zal zijn ca. 1340 en haar vader Hendrik van Selwerd ca. 1315. Een passage uit dat huwelijks contract is van belang: Herman van Coevorden zal Ida tot zijn vrouw nemen: "mit den huse unde mit den heereschafft van Selwert unde met den gericht van Groningen also als Ludolff unde Hinrick van Selwerf darin storven unde eere was. We concluderen daaruit tot een opgaande stamreeks van Ida van Selwerd via Hendrik van Selwerd (die dus voor 1360 stierf) tot Ludolff van Gronebeke. Hieruit kan geconcludeerd worden dat Ludolff ca. 1290 geboren moet zijn.
Hendrik Polleman , zijn broer Herman en de zonen van Herman, genaamd Otto, Symon en Hendrik, Bertold Klenke, Roelof Hiddens, Bertold en Reyner Hiddens, gebroeders Berend Hertinghe, Hille Pollemans, Otto, Johan en Hendrik, gebroeders en zoons van Hille, maken bekend dat zij hebben verkocht alle pachten die zij hadden in Kropswolde. Volgen de namen van de pachters. Gezegeld door jonkvrouw Ida van Selwerd, Hendrik van Selwerds zoon Godeken van den Hove, en Heyne van den Brugghen, Rechters en schulten. .
Op 28 augustus 1395 wordt zij samen met haar zoon nog vermeld in een proces: "Jonfer Yde van Zeelweerde ende Henric van Zeelweerde horen soen".

otr. op 14 feb 1360, tr.
met

Ida van Selwert, dr. van Hendrik van Selwert en NN van Norch, ovl. tussen 1396 en 1397.

Ida van Selwert.
Op 28 augustus 1395 wordt zij samen met haar zoon nog vermeld in een proces: "Jonfer Yde van Zeelweerde ende Henric van Zeelweerde horen soen".

Met Ida van Selwerd is deze staak in mannelijke lijn uitgestorven en via haar overgegaan in een staak Van Coevorden. Haar man Herman van Coevorden komt na de huwelijkssluiting voor het eerst weer voor in 1371:8 juli 1371 verklaarden Johan heer van Coevorden, zijn broer Herman van Coevorden „voer mi ende Henric.
minen soen, die noch onmundich is" en Godevart van den Hove voor hun leven van het Utrechtse Domkapittel te hebben gepacht de heerlijkheid van Groningen en Selwerd met Wolde en Gho. Herman zegelde daarbij met het Coevordense zegel (zegel nr 2 ): een driehoekig schild met drie rechtsziende adelaars, .
2 en 1, waartussen een vijfpuntige ster; randschrift: S I G I L L DE C O . V O R D . . " . Terloops blijkt hier dus, dat Herman een zoon Hendrik had (die dan rond 1361 geboren zal zijn) en dat hij de prefectuur niet had (hij bleef zijn eigen wapen voeren). Dat Herman zijn Coevordens wapen behield, constateren we ook nog eens bij een charter van 28 mei 1380 van Engelbert van Zalne, waarbij ,,Herman van Covorde, joncher van Selewert" zegelde: een driehoekig schild met drie adelaars.
in vlucht, 2 en 1. De laatste vermelding van Herman van Coevorden (als „Hermannus de Zeelwerde") is van 11 november 1386, toen hij door Herman Reyger werd aangesproken voor 600 oude schilden.
Kort daarop moet hij zijn overleden — in het eerste halfjaar van 1388 — , omdat 19 september 1388 „mijn joncfrou van Coevorden" (dus Ida van Selwerd, die, omdat zij zonder echtgenoot optrad, weduwe moet zijn geweest) werd vrijgesproken van de tegen haar gerichte eis van dezelfde Herman Reyger.
Daarna wordt Ida nog verschillende malen oorkondelijk vermeld, waarvan twee keer samen met haar zoon Hendrik: 30 november 1391 en 28 augustus 1395.
Op de laatste datum hadden „jonfer Yde van Zeelweerde ende Henric van Zeelweerde, horen soen", een proces met Evert van Langen en diens zoon Godert, dat 25 september 1395 werd voortgezet9 4 , maar 31 oktober 1397 is het haar zoon Hendrik van Selwerd, die in de rechtszaak tegen Evert en Godert van Langen betrokken was.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hendrik*1360     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883

Reinolt II van Coevorden
Reinolt II van Coevorden.

Reinolt II van Coevorden.
Reinald II, burggraaf van Coevorden is de oudste zoon van Reinald en evenals zijn vader gewikkeld in de Drentsch-Friesche woelingen en veeten. Hij maakte zich feitelijk zoo goed als onafhankelijk van bisschop Johan van Diest en is vóór 1338 overleden.

tr.
met

NN van Groningen, dr. van Egbert V van Groningen (In 1322 perfect van Groningen.).

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Herman