tr. Peize in 1325
met
Coenraad van den Den Ghoere Utengore (van den Goer), zn. van Herdradus van Steenwick van der Goer, geb. Dwingelo circa 1300, ovl. Bonheiden [België] in 1365, Hij krijgt geen kinderen.
Coenraad van den Den Ghoere Utengore.
Coenraad van den Goere / Utengore bezat vele goederen in en om Steenwijk, zoals de Coenraetshof en de Coenraetsmaete.
Of deze bezittingen zijn naam droegen of van een voorvader is niet bekend.
Hij noemde zich naar het aan Steenijk grenzendegoed " De Goere" (lager gelegen gebied of moeras).
Een oorkonde uit 1220 vermeld dat bisschop Henrick van Vianden de "Gore" schonk aan meester Arnold, hoofdpriester van de kerk te Steenwijk, om er een huis te bouwen.
Hij is het waarschijnlijk die later de deken van Oldenzaal is.
Het leven van Coenraad stond in het teken van oorlog en partijtwisten.
Steenwijk raakte in handen van de Friezen en in Drenthe kalfde de invloed van de bisschop af, waardoor degenen die hem steunden het land moesten verlaten, terwijl hun goederen verbeurd werden verklaard.
Een oorkonde van 07-09-1324 vermeldt de namen van Drentse edelen die bisschop Jan van Diest zouden steunen tegen de Drenten.
Het waren Henric van Norch, ridder, diens zonen Arend, Henric en Roelof, Roelof van Langelo, Menso van Echten, Gerrit Clencke en diens broer Jan, Otto van Norch, Volkier de zoon van vrouwe Ermgard en diens broer Rutger, Coenraad van den Ghoere en diens broer Jan en Echbrecht van EchtenHTEN, knapen.
Zij zouden de bisschop van Utrecht en het Sticht van Utrecht trouw dienen en bijstaan.
Ze zouden de oorlogsbuit met de bisschop delen en nooit een overeenkomst met de Drenthen aangaan buiten de bisschop om.
De bisschop beloofde op zijn beurt hetzelfde met twee aanvullende getuigen: Henric van eelde en Herman Polman.
Vele jaren moesten de ondertekenaars buiten Drenthe blijven.
Ze werden "de lieden van Norch" genoemd.
Zij stonden aan de zijde van de bisschop en Reynalt van Coevorden was duidelijk de tegenpartij.
Op 10-10-1340 verklaren: Bertold Klaas van Eeelde, Bertold van Ansen, Otto Haerthinge van Haren, Otto Dusewold van Dilgt, Alf Mensinghe en Coenraad van den Ghoere dat zij 1000 Mark vredegeld van de stad Groningen hebben ontvangen, vanwege de Friezen die hun vriend Upper Borch doodgeslagen hadden.
Hij is de stamvader van het geslacht Van Steenwijck en De Vos van Steenwijck en wordt vermeld van 1318 1340. Hij bezat vele goederen in en om Steenwijk, waaronder binnen Steenwijk een hof genaamd de Coenraetshof en buiten Steenwijk de Coenraetsmate. Of deze bezittingen zijn naam droegen of die van een gelijknamige voorvader is niet bekend. Hij noemde zich naar het aan Steenwijk grenzende goed,,In den Goere". Twee eeuwen later komt men een gelijknamig goed tegen met negentien pachters, die aan de bisschop een jaarlijkse pacht betalen. Goor (goer) is een ander woord voor laag gelegen gebied of moeras.
Een gehucht Goor ligt nog steeds zuidwest van Steenwijk. Een oorkonde van het jaar 1260 vertelt, dat bisschop Henrick v an Vianden "het land genaamd Gore" schonk aan meester Arnold, hoofdpriester der kerk te Steenwijk, om daarop een huis te bouwen. Vermoedelijk is dit dezelfde persoon als de van 1274 tot 1288 voorkomende heer Arnold van Steenwijck, deken van Oldenzaal. Coen raads naam komt op vele verschillende wijzen gespeld voor: De Gore, Utengore, Van den Ghore, In den Gore, Van den Goer. Zijn zegel geeft als randschrift:.
"S. CONRADI IN DEN GHORE". Dat hij de vader was van de broers Roelof van Steenwijck, Johan Vos van den Goer alias de Vos van Steenwijck en Egbert van den Ghore alias dictus van Steenwijck, wordt nergens met zoveel woorden gezegd, doch is uit vele omstandigheden af te leiden. De derde generatie telt twee Coenraads, de ene is de oudste zoon van Johan voornoe md, de andere, "Coenraad van den Ghore", cureit te Dalen, moet een zoon van Roelof voornoemd zijn geweest. De voornaam Coenraad kwam in geen ander Drents of Overijssels gelacht van die tijd voor, althans niet als leidnaam, als zich telkens herhalende voornaam. Ook had de dertiende eeuw reeds eerder enkele Coenraads van Steenwijck opgeleverd. De naam Van den Goer is nog korte tijd gehandhaafd. Johan (de) Vos van.
Steenwijck huwde in 1354 nog onder de naam "Vos van den Goer"; heer Egbert, pastoor te Westerhess elen komt in 1360 voor als "dominus Egbertus van den Ghore alias dictus van Steenwijc". In 1386 en 1395 komt men een neef van hem tegen met de naam "Coenraad van den Ghore", de eerder genoemde pastoor van Dalen. Ook de vele goederen in en om Steenwijk, gen oemd in de boedelscheiding van 1408, maken duideiijk waarom zijn zoons, die zich elders vestigden, de naam Van Steenwijck (weer) hebben aangenomen. In dit verband dienen ook nog twee zeventiende eeuwse schrijvers te worden gememoreerd. Picardt verklaart in zijn "Chronyk der Lantschap Drenthe", dat een Coenraad de Vos van Steenwijck.
in 1315 Batinge heeft gesticht. Hoewel deze mededeling niet juist is, is het een aanwijzing dat er in deze tijd een Coenraad leefde, die tot het geslacht (De Vos) van Steenwijck behoorde.
Coenraad (van den Goer) zal behalve in de twisten tussen de Coevordens en Clenckes in Drenthe, ook deel hebben genomen aan de strijd van de bisschop, zijn landsheer, tegen de Friezen van Stellingwerf. Het is denkbaar, dat Coenraad in deze oorlog zijn hof en goederen in Steenwijk heeft verloren, of dat deze verwoest zijn en dat zijn zoons zich daarom op goederen in Dwingelo en Dalen hebben gevestigd. Een Evert de Vos van Steenwijck komt niet in andere bronnen voor, wel een broer Jan. Wie depuders w aren van Coenraad van den Goer is niet bekend. Zijn vader kan onder de naam Van den Goer of iets dergelijks, en onder de naam Van Steenwijck hebben geleefd. Daar Coenraads oudste zoon Roelof heette, valt er.
te zoeken naar een Roelof van den Goer alias van Steenwijck. Inderdaad komt een Roelof van Steenwijck voor, n.l. in 1339, wel te laat om als vader van Coenraad te worden beschouwd. Voor de herkomst van Coenraad is diens wapen een belangrijke aanwijzing. Het geluk wil, dat zijn zegel behouden is gebleven. Het hangt vrij onbeschadigd aan charters van 7 sept. 1324 en 10 okt 1340. Dit zegel toont een gedeeld. wapen met rechts twee palen en een schildhoofd en links het huidige familiewapen. Uit dit wapen werd de gevolgtrekking gemaakt, dat de rechter helft het wapen van Coenraads onbekende moeder is geweest en de linker helft dat van zijn vader, het agnatisch stamwapen. Verder werd uit dit wapen geconcludeerd, dat de moeder een erfdochter was en dat zij het goederenbezit bij Dalen heeft aangebracht. Dit moederl ijk wapen vertoont gelijkenis met dat van het geslacht Van.
Haeren.
Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Johan | *1325 | Steenwijk | †1397 | Steenwijk | 72 | 1 | 4 |
2 | Roelof | *1331 | Steenwijk | †1387 | 56 | 1 | 4 |
Hij krijgt een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hadewich | *1290 | Peize | †1345 | 55 | 1 | 5 |
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
|
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cyse | *1260 | Emmelkamp [Duitsland] | 1 | 1 |
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
|
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | NN | 1 | 1 |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Coenraad | *1300 | Dwingelo | †1365 | Bonheiden [België] | 65 | 2 | 5 |
tr.
met
Suaneka (Swaneke) van der Goer.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Herdradus | *1260 | Echten | †1290 | 30 | 1 | 1 |
tr.
met
Henric Papinc van Steenwick van der Goer, zn. van Coenraed van Steenwick, geb. Steenweg in 1225, ovl. in 1262.
Henric Papinc van Steenwick van der Goer.
Vermeld in een oorkonde van omstreeks 1225 in een lijst van inkomsten van het kapittel van de Dom te Utrecht. Vermelde personen:.
Egbert van Groningen, Rudolf, Leffert, Menzo, Thezo, Johannes, (allen van Groningen?), Johannes van Haerlo (Peest), Stephan van Tuten, (Gieten, de Veenhof) Herman van Laar, Johannes van Ruinen, Lubbert van Dalen, Philip, Otto van Zeegse, Menso van Roden, Rudolf van Langelo, Albert van Huffelt (Uffelte), Rudolf van Norch, Herman van Voorst.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Herdradus | *1260 | Echten | †1290 | 30 | 1 | 1 |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Henric | *1225 | Steenweg | †1262 | 37 | 1 | 1 |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hendrik | *1140 | †1170 | 30 | 1 | 1 |
Henric (de Crane) van Kuinre | |
Henric (de Crane) van Kuinre, geb. in 1160, ovl. in 1215. |
tr.
met
NN Sepperothe, dr. van Godschalk Rudolf van Seppenrode en NN Lefferdsdr van Bierum van Groningen Gronebeke.
NN Sepperothe.
Krijgt na de dood van haar grootvader het landgoed Eyen als leengoed van de Bisschop van Utrecht. Haar zuster krijgt het landgoed Lemferding bij Eelde, eveneens leengoed van de Bisschop van Utrecht. Haar broers krijgen gezamenlijk de Prefectuur in Groningen en de bezittingen aldaar.
Van de verdeling van de erfenis zijn geen stukken bekend, maar het is af te leiden uit latere oorkonden waarin opbrengsten van het Sticht Utrecht staan vermeld.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hendrik | *1180 | †1218 | 38 | 1 | 1 | ||
2 | Rudolphus | *1190 | †1254 | 64 | 1 | 1 |
tr.
met
Albert Lewe, zn. van Gerard Lewe, geb. Peize in 1110.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Ida | *1156 | Peize | 1 | 2 |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Lefferd | *1070 | Bierum | †1150 | 80 | 1 | 2 |
tr.
met
Adelheid van Verdun, dr. van Godfried van Verdun (graaf van Verdun 965, graaf van Henegouwen 973-995, 960-963 Graf im Bid- und Methingau) en Mathilde Billung von Sachsen, geb. in 983, ovl. in 1047, tr. (2) met Godizo van Aspelt en Heimbac. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Rudolf | *1035 | Bierum | Groningen | 1 | 1 |
tr. (1)
met
Rudof graaf van Fivelgo van Werl, zn. van Hermann I van Werl Graf von Hövel (graaf van Werl) en Gerberga prinses van Bourgondië, geb. Groningen in 982, Graaf van Fivelgo, ovl. Groningen op 12 jul 1044.
Rudof graaf van Fivelgo van Werl.
Werl Ludolf van Fivelgo Meinhövel von Werl Graaf van Fivelgo Godfried als graaf van Fivelgo Godfried met de baard van Opper-Lotharingen.
Vermeld in 1040. In zijn graafschap lagen Leermens en Eenrum en vermoedelijk ook Bierum.
Ook Rudolph I von Werl, vermeld 1038; graaf van Fivelgo(gouw); gebied Eenrum tot Leermens (vermoedelijk incl Bierum); hij wordt gehouden voor een graaf van Werle in Westfalen. Kort na hem wordt Godfried als graaf van Fivelgo genoemd, waarschijnlijk Godfried met de baard van Opper-Lotharingen. Deze kwam in opstand tegen de keizer, Hendrik III, die vervolgens in 1047 aartsbisschop Adalbart van Bremen met Godfried's graafschap beleende.
Bekende neef, eventueel zoon van Rudolf is Herman (III), geboren ca 1013, overleden ca 1050, getrouwd ca 1045 Richenza van Schwaben, dochter van Otto van Schwaben en N. van Egisheim; zij trouwt 2) Otto van Northeim uit huwelijk met Herman is dochterOda bekend, deze trouwt Lotharius Udo III van Stade.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Rudolf | *1035 | Bierum | Groningen | 1 | 1 |
tr. (2)
met
Godizo van Aspelt en Heimbac, graaf van de Luikgouw.
tr. in 1424
met
Hendrick de Vos van Steenwijk1, zn. van Coenraad de Vos van Steenwijk (burgemeester van Groningen 1415-1417) en Agnes van Buckhorst, geb. Dwingelo circa 1388, ovl. Elburg op 4 jun 1478.
Hendrick de Vos van Steenwijk.
21 September 1388.
Florens Van Wevelichoeven bisschop te Utreght bekrachtigt de stichting door Johan de Vos van Steenwijck en Hedewigh e.l. van het O.L.V.-altaar in de kerspelkerk te Dwingelo; - de begiftiging ervan met 15 mudden rogge groninger maat en 18 mudden gerst als voren en een halve maat "de Brasen geheten waert", jaarlijks "wt handelinge van tho tweehuijsen" in hetkerspel Beijlen; verder 3 mudden rogge en 3 mudden gerst groninger maat gelegen in Voeren op Buddingewolt, welke 6 mudden jaarlijks te Dwingelo moeten worden betaald voor of op St.Petri ad Cathedram op straffe van verdubbeling; 12 hoenders en 5 mudden rogge deventer maat uit "dat gewende knijplandes guet" gelegen op den Staphaerst; een huis "mit knijplandes guet" gelegen op denStaphaerst; eenhuis "mit eenen parden" bij de kerk te Dwingelo; * mud rogge groninger maat uit het goed Witmertigh te Dijveren; 1 mud rogge als voren uit "dat genomden mente-guet Odinghe"; 2 stukkenland op den kamp of de esch te Leede "tho landt tot XII voeder hoijs" in de marke Dwingelo; -het voorbehouden door J. d. V. v. S. voor zich en zijne nakomelingen van het recht van presentatie, mits met goedvinden van den pastoor;1388 September 21Florens Van Wevelichoeven bisschop te Utreght bekrachtigt de stichting door Johan de Vos van Steenwijck en Hedewigh e.l. van het O.L.V.-altaar in de kerspelkerk te Dwingelo; - de begiftiging ervan met 15 mudden rogge groninger maat en 18 mudden gerst als voren en een halve maat "de Brasen geheten waert", jaarlijks "wth andelinge van thotweehuijsen" in het kerspel Beijlen; verder 3 mudden rogge en 3 mudden gerst groninger maat gelegen in Voeren op Buddingewolt, welke 6 mudden jaarlijks te Dwingelo moeten worden betaald voor of op St.Petri ad Cathedram op straffe van verdubbeling; 12 hoenders en 5 mudden rogge deventer maat uit "dat gewende knijplandes guet" gelegen op den Staphaerst; een huis "mit knijplandes guet" gelegenopden Staphaerst; een huis "mit eenen parden" bij de kerk te Dwingelo; * mud rogge groninger maat uit het goed Witmertigh te Dijveren; 1 mud rogge als voren uit "dat genomden mente-guet Odinghe"; 2 stukken land op den kamp of de esch te Leede "tho landt tot XII voeder hoijs" in de marke Dwingelo; -het voorbehouden door J. d. V. v. S. voor zich en zijne nakomelingen van het rechtvanpresentatie, mits met goedvinden van den pastoor;1401, Juni 17 of Januari 28, Dinsdag na Vincentii viel in 1410 op 28 Januari. Dinsdag na Modesti (n.l. Viti Modesti et Crescentie) op 7 Juni. Waarschijnlijk is deze laatste dag bedoeld en is Vincent eene verschrijving voor ?Viti et.? Het tweede afschrift leest ?Vicet Modesti?.Coenradt van Steenwyck geheeten de Voss verklaart, ter eere van Jhesus Christus, zijne moeder Maria en St. Marten episcopus en confessor, te hebben gesticht in de kerk te Dwingeloe een altaar en daaraan te hebben geschonken 34 groninger mudden rogge? (*sjaars)uit ....) In het stuk H.S. niet ingevulg wegens onduidelijkheid van het oorspronkelijke stuk.details...1436, September 29 Henric Vos, Reynolt Vos en Aerent Vos van Steenwijck bepalen als scheidslieden tusschen de gebroeders Johan de Vos en Roelof de Vos van Steenwijck met betrekking tot de nalatenschap van Henric Vos hun vader, - dat:details...1369 Een brief daervan die segels meerendeel gebraecken sijnde sunsten twe geweest, in dato 1369, waer Gijse van Ansen d*olde en de jonge vercoft hebben an Jan de Vos van Steenwijck haer goet toe Scheerwoude gelegen in den kerspel van Emmeninckhem.
Bronnen:
1. | Nederlands Adelsboek (NA 002), Nederlands Adelsboek, rode boekjes, Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag, 1949 (blz. 168) |
Hij krijgt een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Mechtelt | 1 | 0 |
1. | Nederlands Adelsboek (NA 002), Nederlands Adelsboek, rode boekjes, Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag, 1949 (blz. 168) |
tr.
met
Hendrik de Vos van Steenwijk2,1, zn. van Johan de Vos van Steenwijk en Beerte van Echten tot Oldengaerden, geb. Echten circa 1446, ovl. in 1501.
Bronnen:
1. | Nederlands Adelsboek (NA 002), Nederlands Adelsboek, rode boekjes, Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag, 1949 (blz. 168) |
2. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
tr.
met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Guers | 1 | 0 |
1. | Nederlands Adelsboek (NA 002), Nederlands Adelsboek, rode boekjes, Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag, 1949 (blz. 168) |
tr.
met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Guers | 1 | 0 |
1. | Nederlands Adelsboek (NA 002), Nederlands Adelsboek, rode boekjes, Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag, 1949 (blz. 168) |
tr.
met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Anna | *1526 | Sauwerd | †1596 | 70 | 1 | 1 |
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |