Berta van Norch
Berta van Norch1, geb. Norg in 1275.
tr. Norg in 1295
met
Rudolf Berolts van Ansen1, zn. van Bertolt Rudolfs Bertolt van Ansen, geb. Ansen circa 1275, ovl. circa 1316.
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Cijse | *1298 | Ansen | | | | 1 | 1 |
2 | Berthold | *1295 | Ansen | †1360 | | 65 | 1 | 2 |
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
Bertolt Rudolfs Bertolt van Ansen
Bertolt Rudolfs Bertolt van Ansen1, geb. Ansen circa 1245.
- Vader:
Rudolf II van Ansen (van Coeverden) (van Coeverden) ridder1, zn. van NN van Ansen, geb. Coevorden circa 1192 (circa 1205), Burggraaf van Coevorden, Schout van Drenthe, ovl. Heer van Coevorden; heer van Drente. Rudolf II krijgt echter te maken met een bisschop, die uit ander hout gesneden is (zie noot bij zijn vader). Otto II van Lippe, in 1215 gewijd, besluit zijn gezag over Drenthe te verstevigen. Hij wenst een betere bestuursorganisatie, waardoor niet alleen zijn direkte invloed groter wordt, maar ook zijn inkomsten uit het gebied zullen stijgen. Rudolf van Coevorden, die al eerder met de bisschoppelijke funktionaris in Groningen overhoop gelegen heeft, verzet zich. De Drentse boeren, al jaren gewend aan eigen bestuur in eigen dingspelen en aan eigen rechtspraak in eigen etstoel en?.niet in de laatste plaats bezorgd over hun zuur verdiende penningen, verzetten zich ook. Zo vinden zij elkaar, Heer Rudolf en zijn Drenten. Het resultaat is de Slag bij Ane (28 juli 1227), waar bisschop Otto niet alleen de slag, maar ook zijn leven verliest (hij werd gevangen genomen en later, na mishandeling, onthoofd). De smadelijke dood van de bisschop laat een geweldige indruk achter. Bij zijn dienaren, die spreken van ?de meest rampzalige van al onze dagen?, maar ook bij de Drenten. Zij hebben hun vrijheid en hun zelfstandigheid verdedigd en ze hebben overwonnen! Het machtige ridderleger is vernietigd en de architect van de overwinning is Rudolf van Coevorden, hun leider, hun volksheld. En al zal die leider drie jaar later, in 1230, zijn optreden met de dood op het rad moeten bekopen en al zullen zij zelf weer onder het bisschoppelijke juk door moeten gaan, de vrije Drenten zullen nooit meer willoze slaven zijn. Mede dank zij Rudolf van Coevorden! In 1228 werd Rudolf van Coeverden echter zelf gedwongen zich aan de nieuwe bisschop van Utrecht over te geven en eerst op zeer harde voorwaarden vrijgelaten. Na de vijandelijkheden tegen de bisschop hervat te hebben, werd hij in 1230 of 1231 te Hardenberg vermoord door radbraken in 1273 (circa 1270), tr. Ruinen circa 1230 met
| |
Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Rudolf | *1275 | Ansen | †1316 | | 41 | 1 | 4 |
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
Rudolf II van Ansen (van Coeverden)
| |
Rudolf II van Ansen (van Coeverden) (van Coeverden) ridder1, geb. Coevorden circa 1192 (circa 1205), Burggraaf van Coevorden, Schout van Drenthe, ovl. Heer van Coevorden; heer van Drente. Rudolf II krijgt echter te maken met een bisschop, die uit ander hout gesneden is (zie noot bij zijn vader). Otto II van Lippe, in 1215 gewijd, besluit zijn gezag over Drenthe te verstevigen. Hij wenst een betere bestuursorganisatie, waardoor niet alleen zijn direkte invloed groter wordt, maar ook zijn inkomsten uit het gebied zullen stijgen. Rudolf van Coevorden, die al eerder met de bisschoppelijke funktionaris in Groningen overhoop gelegen heeft, verzet zich. De Drentse boeren, al jaren gewend aan eigen bestuur in eigen dingspelen en aan eigen rechtspraak in eigen etstoel en?.niet in de laatste plaats bezorgd over hun zuur verdiende penningen, verzetten zich ook. Zo vinden zij elkaar, Heer Rudolf en zijn Drenten. Het resultaat is de Slag bij Ane (28 juli 1227), waar bisschop Otto niet alleen de slag, maar ook zijn leven verliest (hij werd gevangen genomen en later, na mishandeling, onthoofd). De smadelijke dood van de bisschop laat een geweldige indruk achter. Bij zijn dienaren, die spreken van ?de meest rampzalige van al onze dagen?, maar ook bij de Drenten. Zij hebben hun vrijheid en hun zelfstandigheid verdedigd en ze hebben overwonnen! Het machtige ridderleger is vernietigd en de architect van de overwinning is Rudolf van Coevorden, hun leider, hun volksheld. En al zal die leider drie jaar later, in 1230, zijn optreden met de dood op het rad moeten bekopen en al zullen zij zelf weer onder het bisschoppelijke juk door moeten gaan, de vrije Drenten zullen nooit meer willoze slaven zijn. Mede dank zij Rudolf van Coevorden! In 1228 werd Rudolf van Coeverden echter zelf gedwongen zich aan de nieuwe bisschop van Utrecht over te geven en eerst op zeer harde voorwaarden vrijgelaten. Na de vijandelijkheden tegen de bisschop hervat te hebben, werd hij in 1230 of 1231 te Hardenberg vermoord door radbraken in 1273 (circa 1270). |
Rudolf II van Ansen (van Coeverden) ridder.
Slag bij Ane Rudolf II van Coevorden was aanvoerder van de Drenten bij de Slag bij Ane en behaalde hierbij de overwinning op de bisschop van Utrecht, Otto van Lippe. De bisschop kwam bij deze slag om het leven. Na de dood van Otto van Lippe werd Wilbrand van Oldenburg tot bisschop gewijd, en ook Wilbrand trok ten strijde tegen de opstandige Drenten, waarbij hij de hulp van de Friezen inriep. Maar ook deze slag, de Fries-Drentse oorlog, werd door de Drenten gewonnen. In een latere slag, bij Peize, werden de Drenten wel verslagen. Na de slag bij Ane nam de macht van het Bisdom Utrecht enorm af en bleven de Stad Groningen en Drenthe lang autonoom, pas in 1588 kwamen Groningen en Drenthe bij de Republiek. Gemarteld en vermoord[bewerken] In 1229 kreeg Rudolf Coevorden weer in handen. In 1230 werd Rudolf onder valse voorwendselen naar het kasteel van Hardenberg gelokt. Rudolf zag in dat hij op de lange duur geen stand zou houden tegen het grote bisschoppelijke leger en ging in op de uitnodiging. Rudolf begaf zich samen met zijn vriend Hendrik van Gravesdorp (uit Veldhuizen in Bentheim) naar Hardenberg. Zijn kans om hier een vrede stichten bleek een hinderlaag, hij werd gevangengenomen en daarna dagen geradbraakt en vermoord op 25 juli 1230. Zijn lichaam werd als waarschuwing op een spies tentoongesteld aan het volk. Dynastie Van Coevorden[bewerken] In 1288 kwam een kleinzoon van Rudolf weer aan de macht, en werd het kasteleinschap van de van Coevordens hersteld. Reinoud van Coevorden was een zoon van Eufemia, de dochter van Rudolf II, en van Hendrik van Borculo. Reinoud werd de stamvader van een reeks sterke heren van Coevorden, een dynastie die tot 1402 zou voortduren. Het machtsgebied breidde zich uit tot Borculo, Diepenheim, Lage (Duitsland) en Selwerd. Ze verwierven het muntrecht en beheersten de rechtspraak in Drenthe. Pas tegen het einde van de 14e eeuw maakte bisschop Frederik van Utrecht een einde aan de strubbelingen door het opheffen van de erfelijkheid van het kasteleinschap van Coevorden. Frederik maakte daarbij handig gebruik van de onrust onder de bewoners van het gebied, Reinoud maakte zich niet populair met onrechtmatige belastingen en andere wandaden. In 1395 trok Frederik ten strijde tegen de heer van Drenthe, maar anders dan bij de slag bij Ane kon Reinoud niet rekenen op de steun van de boeren. Frederik werd door de notabelen van Coevorden erkend als landsheer, en zo kwam Reinoud alleen te staan in de strijd. Op 4 april 1402 deed hij afstand van al zijn rechten, en de Van Coevordens trokken zich terug op hun bezittingen in Twenthe en de graafschap Zutphen. Coevorden kreeg op 31 december 1407 stadsrechten.
Heer van Coevorden; heer van Drente. Rudolf II krijgt echter te maken met een bisschop, die uit ander hout gesneden is (zie noot bij zijn vader). Otto II van Lippe, in 1215 gewijd, besluit zijn gezag over Drenthe te verstevigen. Hij wenst een betere bestuursorganisatie, waardoor niet alleen zijn direkte invloed groter wordt, maar ook zijn inkomsten uit het gebied zullen stijgen. Rudolf van Coevorden, die al eerder met de bisschoppelijke funktionaris in Groningen overhoop gelegen heeft, verzet zich. De Drentse boeren, al jaren gewend aan eigen bestuur in eigen dingspelen en aan eigen rechtspraak in eigen etstoel en?.niet in de laatste plaats bezorgd over hun zuur verdiende penningen, verzetten zich ook. Zo vinden zij elkaar, Heer Rudolf en zijn Drenten. Het resultaat is de Slag bij Ane (28 juli 1227), waar bisschop Otto niet alleen de slag, maar ook zijn leven verliest (hij werd gevangen genomen en later, na mishandeling, onthoofd). De smadelijke dood van de bisschop laat een geweldige indruk achter. Bij zijn dienaren, die spreken van ?de meest rampzalige van al onze dagen?, maar ook bij de Drenten. Zij hebben hun vrijheid en hun zelfstandigheid verdedigd en ze hebben overwonnen! Het machtige ridderleger is vernietigd en de architect van de overwinning is Rudolf van Coevorden, hun leider, hun volksheld. En al zal die leider drie jaar later, in 1230, zijn optreden met de dood op het rad moeten bekopen en al zullen zij zelf weer onder het bisschoppelijke juk door moeten gaan, de vrije Drenten zullen nooit meer willoze slaven zijn. Mede dank zij Rudolf van Coevorden! In 1228 werd Rudolf van Coeverden echter zelf gedwongen zich aan de nieuwe bisschop van Utrecht over te geven en eerst op zeer harde voorwaarden vrijgelaten. Na de vijandelijkheden tegen de bisschop hervat te hebben, werd hij in 1230 of 1231 te Hardenberg vermoord.
tr. Ruinen circa 1230
met
Sophia van Echten1, geb. Ruinen in 1205, ovl. na 1273.
Sophia van Echten.
Vermeld 1273 als weduwe met haar drie zonen Bertolt, Cyse en Heino/Henricus.
Uit dit huwelijk 9 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Bertolt | *1245 | Ansen | | | | 1 | 1 |
2 | Volker | *1230 | Ansen | | | | 1 | 1 |
3 | Hendricus | *1235 | Ruinen | | Emmelkamp [Duitsland] | | 1 | 1 |
4 | Cyse | | | | | | 0 | 0 |
5 | Henricus | *1235 | | | | | 0 | 0 |
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
Sophia van Echten
Sophia van Echten1, geb. Ruinen in 1205, ovl. na 1273.
Sophia van Echten.
Vermeld 1273 als weduwe met haar drie zonen Bertolt, Cyse en Heino/Henricus.
tr. Ruinen circa 1230
met
Rudolf II van Ansen (van Coeverden) (van Coeverden) ridder1, zn. van NN van Ansen, geb. Coevorden circa 1192 (circa 1205), Burggraaf van Coevorden, Schout van Drenthe, ovl. Heer van Coevorden; heer van Drente. Rudolf II krijgt echter te maken met een bisschop, die uit ander hout gesneden is (zie noot bij zijn vader). Otto II van Lippe, in 1215 gewijd, besluit zijn gezag over Drenthe te verstevigen. Hij wenst een betere bestuursorganisatie, waardoor niet alleen zijn direkte invloed groter wordt, maar ook zijn inkomsten uit het gebied zullen stijgen. Rudolf van Coevorden, die al eerder met de bisschoppelijke funktionaris in Groningen overhoop gelegen heeft, verzet zich. De Drentse boeren, al jaren gewend aan eigen bestuur in eigen dingspelen en aan eigen rechtspraak in eigen etstoel en?.niet in de laatste plaats bezorgd over hun zuur verdiende penningen, verzetten zich ook. Zo vinden zij elkaar, Heer Rudolf en zijn Drenten. Het resultaat is de Slag bij Ane (28 juli 1227), waar bisschop Otto niet alleen de slag, maar ook zijn leven verliest (hij werd gevangen genomen en later, na mishandeling, onthoofd). De smadelijke dood van de bisschop laat een geweldige indruk achter. Bij zijn dienaren, die spreken van ?de meest rampzalige van al onze dagen?, maar ook bij de Drenten. Zij hebben hun vrijheid en hun zelfstandigheid verdedigd en ze hebben overwonnen! Het machtige ridderleger is vernietigd en de architect van de overwinning is Rudolf van Coevorden, hun leider, hun volksheld. En al zal die leider drie jaar later, in 1230, zijn optreden met de dood op het rad moeten bekopen en al zullen zij zelf weer onder het bisschoppelijke juk door moeten gaan, de vrije Drenten zullen nooit meer willoze slaven zijn. Mede dank zij Rudolf van Coevorden! In 1228 werd Rudolf van Coeverden echter zelf gedwongen zich aan de nieuwe bisschop van Utrecht over te geven en eerst op zeer harde voorwaarden vrijgelaten. Na de vijandelijkheden tegen de bisschop hervat te hebben, werd hij in 1230 of 1231 te Hardenberg vermoord door radbraken in 1273 (circa 1270). | |
Rudolf II van Ansen (van Coeverden) ridder.
Slag bij Ane Rudolf II van Coevorden was aanvoerder van de Drenten bij de Slag bij Ane en behaalde hierbij de overwinning op de bisschop van Utrecht, Otto van Lippe. De bisschop kwam bij deze slag om het leven. Na de dood van Otto van Lippe werd Wilbrand van Oldenburg tot bisschop gewijd, en ook Wilbrand trok ten strijde tegen de opstandige Drenten, waarbij hij de hulp van de Friezen inriep. Maar ook deze slag, de Fries-Drentse oorlog, werd door de Drenten gewonnen. In een latere slag, bij Peize, werden de Drenten wel verslagen. Na de slag bij Ane nam de macht van het Bisdom Utrecht enorm af en bleven de Stad Groningen en Drenthe lang autonoom, pas in 1588 kwamen Groningen en Drenthe bij de Republiek. Gemarteld en vermoord[bewerken] In 1229 kreeg Rudolf Coevorden weer in handen. In 1230 werd Rudolf onder valse voorwendselen naar het kasteel van Hardenberg gelokt. Rudolf zag in dat hij op de lange duur geen stand zou houden tegen het grote bisschoppelijke leger en ging in op de uitnodiging. Rudolf begaf zich samen met zijn vriend Hendrik van Gravesdorp (uit Veldhuizen in Bentheim) naar Hardenberg. Zijn kans om hier een vrede stichten bleek een hinderlaag, hij werd gevangengenomen en daarna dagen geradbraakt en vermoord op 25 juli 1230. Zijn lichaam werd als waarschuwing op een spies tentoongesteld aan het volk. Dynastie Van Coevorden[bewerken] In 1288 kwam een kleinzoon van Rudolf weer aan de macht, en werd het kasteleinschap van de van Coevordens hersteld. Reinoud van Coevorden was een zoon van Eufemia, de dochter van Rudolf II, en van Hendrik van Borculo. Reinoud werd de stamvader van een reeks sterke heren van Coevorden, een dynastie die tot 1402 zou voortduren. Het machtsgebied breidde zich uit tot Borculo, Diepenheim, Lage (Duitsland) en Selwerd. Ze verwierven het muntrecht en beheersten de rechtspraak in Drenthe. Pas tegen het einde van de 14e eeuw maakte bisschop Frederik van Utrecht een einde aan de strubbelingen door het opheffen van de erfelijkheid van het kasteleinschap van Coevorden. Frederik maakte daarbij handig gebruik van de onrust onder de bewoners van het gebied, Reinoud maakte zich niet populair met onrechtmatige belastingen en andere wandaden. In 1395 trok Frederik ten strijde tegen de heer van Drenthe, maar anders dan bij de slag bij Ane kon Reinoud niet rekenen op de steun van de boeren. Frederik werd door de notabelen van Coevorden erkend als landsheer, en zo kwam Reinoud alleen te staan in de strijd. Op 4 april 1402 deed hij afstand van al zijn rechten, en de Van Coevordens trokken zich terug op hun bezittingen in Twenthe en de graafschap Zutphen. Coevorden kreeg op 31 december 1407 stadsrechten.
Heer van Coevorden; heer van Drente. Rudolf II krijgt echter te maken met een bisschop, die uit ander hout gesneden is (zie noot bij zijn vader). Otto II van Lippe, in 1215 gewijd, besluit zijn gezag over Drenthe te verstevigen. Hij wenst een betere bestuursorganisatie, waardoor niet alleen zijn direkte invloed groter wordt, maar ook zijn inkomsten uit het gebied zullen stijgen. Rudolf van Coevorden, die al eerder met de bisschoppelijke funktionaris in Groningen overhoop gelegen heeft, verzet zich. De Drentse boeren, al jaren gewend aan eigen bestuur in eigen dingspelen en aan eigen rechtspraak in eigen etstoel en?.niet in de laatste plaats bezorgd over hun zuur verdiende penningen, verzetten zich ook. Zo vinden zij elkaar, Heer Rudolf en zijn Drenten. Het resultaat is de Slag bij Ane (28 juli 1227), waar bisschop Otto niet alleen de slag, maar ook zijn leven verliest (hij werd gevangen genomen en later, na mishandeling, onthoofd). De smadelijke dood van de bisschop laat een geweldige indruk achter. Bij zijn dienaren, die spreken van ?de meest rampzalige van al onze dagen?, maar ook bij de Drenten. Zij hebben hun vrijheid en hun zelfstandigheid verdedigd en ze hebben overwonnen! Het machtige ridderleger is vernietigd en de architect van de overwinning is Rudolf van Coevorden, hun leider, hun volksheld. En al zal die leider drie jaar later, in 1230, zijn optreden met de dood op het rad moeten bekopen en al zullen zij zelf weer onder het bisschoppelijke juk door moeten gaan, de vrije Drenten zullen nooit meer willoze slaven zijn. Mede dank zij Rudolf van Coevorden! In 1228 werd Rudolf van Coeverden echter zelf gedwongen zich aan de nieuwe bisschop van Utrecht over te geven en eerst op zeer harde voorwaarden vrijgelaten. Na de vijandelijkheden tegen de bisschop hervat te hebben, werd hij in 1230 of 1231 te Hardenberg vermoord.
Uit dit huwelijk 9 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Bertolt | *1245 | Ansen | | | | 1 | 1 |
2 | Volker | *1230 | Ansen | | | | 1 | 1 |
3 | Hendricus | *1235 | Ruinen | | Emmelkamp [Duitsland] | | 1 | 1 |
4 | Cyse | | | | | | 0 | 0 |
5 | Henricus | *1235 | | | | | 0 | 0 |
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
Volker van Coeverden
| |
Volker van Coeverden, geb. Coevorden circa 1152, heer van Coevorden, ridder, ministriaal, ovl. Ansen in 1215. |
Volker van Coeverden.
Het echtpaar vestigt zich in 1196 op het erfgoed te Ansen.
Later komt dit als een allodiale hof voor, in bezit van zijn nakomelingen.
Uit zijn kleinzoon Volkier stamt het geslacht Van Echten.
Volker wordt vermeld in 1212 als miles de Kovorde.
Volker van Coevorden wordt samen met zijn broer Rudolf 1.
van Coevorden (vermeld 1156 1196) genoemd tijdens het episcopaat van Godfried van Rhenen en Boudewijn van Holland. Zijn broer Rudolf raakt in strijd met de bisschop van Utrecht en de graaf van Bentheim. Het kasteel van Coevorden dat verdedigd wordt door Vo lker en zijn stiefvader Floris van Vemenborch wordt in 1182 belegerd en genomen.
De zoon van Ludolf, Rudolf I van Coevorden , kwam daarbij snel in conflict met zijn formele heer, de bisschop. Rudolf probeerde zijn macht uit te breiden door zich te bemoeien met de opvolging van Leffard in Groningen. In eerste instantie dolf Rudolf het onderspit tegen de bisschop en verloor hij het kasteel in Coevorden. In 1191 wist hij zijn rechten te herwinnen. Zijn opvolger, Rudolf II van Coevorden , zette dezelfde politiek voort en verbond zich met de Gelkingen , de tegenstanders van Egbert, de prefect van Groningen. De macht van de bisschop van Utrecht was te gering om hier veel tegen te doen.
tr. Coevorden in 1175
met
Ida Alberts Lewe, dr. van Albert Lewe en NN van Ruinen, geb. Peize in 1156.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Volker | *1176 | Ansen | †1205 | | 29 | 1 | 1 |
2 | NN | | | | | | 0 | 0 |
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
Ida Alberts Lewe
Ida Alberts Lewe, geb. Peize in 1156.
tr. Coevorden in 1175
met
Volker van Coeverden.
Het echtpaar vestigt zich in 1196 op het erfgoed te Ansen.
Later komt dit als een allodiale hof voor, in bezit van zijn nakomelingen.
Uit zijn kleinzoon Volkier stamt het geslacht Van Echten.
Volker wordt vermeld in 1212 als miles de Kovorde.
Volker van Coevorden wordt samen met zijn broer Rudolf 1.
van Coevorden (vermeld 1156 1196) genoemd tijdens het episcopaat van Godfried van Rhenen en Boudewijn van Holland. Zijn broer Rudolf raakt in strijd met de bisschop van Utrecht en de graaf van Bentheim. Het kasteel van Coevorden dat verdedigd wordt door Vo lker en zijn stiefvader Floris van Vemenborch wordt in 1182 belegerd en genomen.
De zoon van Ludolf, Rudolf I van Coevorden , kwam daarbij snel in conflict met zijn formele heer, de bisschop. Rudolf probeerde zijn macht uit te breiden door zich te bemoeien met de opvolging van Leffard in Groningen. In eerste instantie dolf Rudolf het onderspit tegen de bisschop en verloor hij het kasteel in Coevorden. In 1191 wist hij zijn rechten te herwinnen. Zijn opvolger, Rudolf II van Coevorden , zette dezelfde politiek voort en verbond zich met de Gelkingen , de tegenstanders van Egbert, de prefect van Groningen. De macht van de bisschop van Utrecht was te gering om hier veel tegen te doen.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Volker | *1176 | Ansen | †1205 | | 29 | 1 | 1 |
2 | NN | | | | | | 0 | 0 |
Albert Lewe
Albert Lewe, geb. Peize in 1110.
tr.
met
NN van Ruinen.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Ida | *1156 | Peize | | | | 1 | 2 |
Ludolf van Bierum
| |
Ludolf (Rudolf) burggraaf van Bierum1, geb. Bierum circa 1093, Burggraaf, van Coevorden, maarschalk, van Drenthe, ovl. Ansen in 1177. |
Ludolf burggraaf van Bierum.
Ludolf burggraaf van Bierum van Coevorden en burggraaf of kastelein van Coevorden.
De oudst bekende heer van Coevorden is een zekere Rudolf. die in 1143 in Coevorden zijn hof hield. Hij was burggraaf van Coevorden en maarschalk van Drenthe. Door toedoen van de bisschop van Utrecht, Herbertus van Bierum, werd hij afgezet en opgevolgd door de broer van bisschop Herbert, Ludolf van Bierum, die na zijn benoeming Ludolf van Coevorden heette. Na de dood van Ludolf van Bierum hertrouwde de gravin Van Goor met Floris van Vorenborch. Daar de twee zoons van wijlen Ludolf van Coevorden minderjarig waren, werd Floris met de slotvoogdij van Coevorden en het drostambt van Drenthe bekleed. Floris heerste echter niet zo gemoedelijk en rustig, zoals Ludolf dit had gedaan. Hij maakte dankbaar gebruik van het recht van de bisschop van Utrecht verkregen om to l te heffen van de kooplieden, die op doortocht waren uit Bentheim naar Groningen en Friesland. De.
klachten stroomden dan ook binnen bij bisschop Boudewijn, die sinds 1178 dit ambt.
bekleedde te Utrecht. Het lukt hem echter niet met aanmaningen en straffe n Floris tot zijn plicht te roepen. Daarom besloot de bisschop hem maar eens hardhandig aan te pakken. De bisschop verzamelde een leger van soldaten uit Groningen, Peize en geheel Drenthe en sloeg in 1182 het beleg voor het kasteel van Coevorden. Het bel eg duurde echter niet lang, want al snel moest Floris zich overgeven samen met zijn stiefzoon Volker en ze werden beiden gevangengezet. De bisschop liet het kasteleinschap van Coevorden echter niet onbeheerd, bang voor een overmeestering door Rudolf, en ze tte er een hollands ridder op, Gijsbrecht van Poskijn (Postekein of Persijn). een goed katholiek en gehoorzaam aan het.
bisschoppelijk huis, enkele jaren later opgevolgd door Otto van Bentheim.
Ludolf werd opgevolgd door zijn zoons Volker van Coevorden en Rudolf I van Coevorden. Zij gedroegen zich als onafhankelijke heren. In 1182 leidde dit tot een belegering van de motte door bisschop Boudewijn van Holland, waarbij de stad grotendeels werd verwoest. Als nieuwe kasteelheer werd door de bisschop graaf Otto van Bentheim aangesteld. De Heren van Coevorden en graaf Otto, zouden elkaar de heerschappij nog vele jaren betwisten. Tussen 1186 en 1192 werd opnieuw oorlog gevoerd, waarbij Rudolf I van Coevorden in gijzeling werd genomen. Volker wist intussen het kasteel te veroveren met daarin het gezin van Otto. Daarmee stonden de heren voldoende sterk om de macht op te eisen. Rudolf I van Coevorden werd erkend als burggraaf van Coevorden. Volker vestigde zich in Ansen en was de vader van Rudolf II van Coevorden, die burggraaf van Coevorden zou worden.
Hij is een broer van Hardbert van Bierum, bisschop en graaf van Drente ca 1141. Ludolf wordt door deze bekleedt met de erfelijke waardigheid van burggraaf of kastelein van Coevorden.
De residentie van de nieuwbakken burggraaf is een omwalde en omgrachte houten vechttoren, een zogenaamde motte, op een kunstmatig opgehoogde zandheuvel, de plaats, waar wij ons thans bevinden. Zijn machtsgebied bestaat uit een verzameling stulpjes en boerderijtjes ten zuiden van de versterking en een langgerekte strook grond ten oosten en ten westen ervan. ‘Stadt en Heerlickheyt Coevorden’, zoals het later genoemd zou worden, ’t gebied van de heer, nu in grote lijnen ’t grondgebied van de huidige gemeente.
Hoe armzalig ook in onze ogen, in werkelijkheid, in de ogen van de machthebbers van 1141 een uiterst belangrijke post benoemt de bisschop zijn broer Ludolf, een man, van wiens trouw hij verzekerd is. In de eerste plaats bekleed met militaire macht, maar ook met bestuurlijke rechterlijke bevoegdheden. Zoals gezegd, familiebanden binden, de gehoorzaamheid van vazal is gegarandeerd.
Tenminste, zolang de bisschop leeft, want het celibaat verhindert de voortzetting van de bisschoppelijke waardigheid door bloedverwanten. Als bisschop Hardbert in 1150 sterft, gedragen de opvolgers van Ludolf, zijn zonen Volker en Rudolf, zich dan ook hoe langer hoe meer als onafhankelijke heren. Vandaar dat in 1182 bisschop Boudewijn van Holland besluit hen tot de orde te roepen door de vechttoren te belegeren en een hardnekkige verdediging in te nemen. De stad wordt daarbij totaal verwoest. De bisschop stelt vervolgens als nieuwe kasteelheer graaf Otto van Bentheim aan.
Uit: Onze vaderlandse geschiedenis, blz. 88:.
In Drenthe had Bisschop Herbert (1139-1150) op het kasteel te Coevorden zijn broer Ludolf aangesteld. Hij kreeg Drenthe in leen.
Wellicht zonder dat hij de gevolgen daarvan kon doorzien had Herbert of Hartbert daarmee een gevaarlijke splijtzwam in het Oversticht geplant.
Ludolf had nakomelingen, erfgenamen kortom, die later aanspraken konden doen gelden, waardoor het gebied geleidelijk aan de invloed van de bisschoppen kon ontglippen.
Een andere broer Leffert werd als prefect over de stad Groningen benoemd.
In 1227 was de onenigheid tussen de bisschop en de kasteelheer te Coevorden zo hoog gerezen, dat een gewapend conflict niet meer te vermijden viel.
De bisschop verzamelde een geweldig leger, aangevuld met soldaten en ridders uit Holland en Kleef, de bisdommen Munster en Keulen maar ook de graaf van Gelre zond hoogstpersoonlijk hulptroepen.
In de slag bij Ane op 28 juli 1227 kwamen velen in de slappe moerasgrond en de verradelijke poelen om, in het zuigende veen een gemakkelijke prooi voor de Drenten.
tr. Goor in 1140
met
Johanna Rudolfs van Goor1, dr. van Rudolf van Goor (heer van Coevorden), geb. Coevorden circa 1111, tr. (1) met Floris van Vemenborch. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Volker | *1152 | Coevorden | †1215 | Ansen | 63 | 1 | 2 |
2 | Rudolf I | *1140 | | | | | 1 | 1 |
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
Johanna Rudolfs van Goor
Johanna Rudolfs van Goor1, geb. Coevorden circa 1111.
tr. (1)
met
Floris van Vemenborch1 (Vorenborch), geb. Coevorden in 1100, ovl. in 1140.
tr. (2) Goor in 1140
met
Ludolf burggraaf van Bierum.
Ludolf burggraaf van Bierum van Coevorden en burggraaf of kastelein van Coevorden.
De oudst bekende heer van Coevorden is een zekere Rudolf. die in 1143 in Coevorden zijn hof hield. Hij was burggraaf van Coevorden en maarschalk van Drenthe. Door toedoen van de bisschop van Utrecht, Herbertus van Bierum, werd hij afgezet en opgevolgd door de broer van bisschop Herbert, Ludolf van Bierum, die na zijn benoeming Ludolf van Coevorden heette. Na de dood van Ludolf van Bierum hertrouwde de gravin Van Goor met Floris van Vorenborch. Daar de twee zoons van wijlen Ludolf van Coevorden minderjarig waren, werd Floris met de slotvoogdij van Coevorden en het drostambt van Drenthe bekleed. Floris heerste echter niet zo gemoedelijk en rustig, zoals Ludolf dit had gedaan. Hij maakte dankbaar gebruik van het recht van de bisschop van Utrecht verkregen om to l te heffen van de kooplieden, die op doortocht waren uit Bentheim naar Groningen en Friesland. De.
klachten stroomden dan ook binnen bij bisschop Boudewijn, die sinds 1178 dit ambt.
bekleedde te Utrecht. Het lukt hem echter niet met aanmaningen en straffe n Floris tot zijn plicht te roepen. Daarom besloot de bisschop hem maar eens hardhandig aan te pakken. De bisschop verzamelde een leger van soldaten uit Groningen, Peize en geheel Drenthe en sloeg in 1182 het beleg voor het kasteel van Coevorden. Het bel eg duurde echter niet lang, want al snel moest Floris zich overgeven samen met zijn stiefzoon Volker en ze werden beiden gevangengezet. De bisschop liet het kasteleinschap van Coevorden echter niet onbeheerd, bang voor een overmeestering door Rudolf, en ze tte er een hollands ridder op, Gijsbrecht van Poskijn (Postekein of Persijn). een goed katholiek en gehoorzaam aan het.
bisschoppelijk huis, enkele jaren later opgevolgd door Otto van Bentheim.
Ludolf werd opgevolgd door zijn zoons Volker van Coevorden en Rudolf I van Coevorden. Zij gedroegen zich als onafhankelijke heren. In 1182 leidde dit tot een belegering van de motte door bisschop Boudewijn van Holland, waarbij de stad grotendeels werd verwoest. Als nieuwe kasteelheer werd door de bisschop graaf Otto van Bentheim aangesteld. De Heren van Coevorden en graaf Otto, zouden elkaar de heerschappij nog vele jaren betwisten. Tussen 1186 en 1192 werd opnieuw oorlog gevoerd, waarbij Rudolf I van Coevorden in gijzeling werd genomen. Volker wist intussen het kasteel te veroveren met daarin het gezin van Otto. Daarmee stonden de heren voldoende sterk om de macht op te eisen. Rudolf I van Coevorden werd erkend als burggraaf van Coevorden. Volker vestigde zich in Ansen en was de vader van Rudolf II van Coevorden, die burggraaf van Coevorden zou worden.
Hij is een broer van Hardbert van Bierum, bisschop en graaf van Drente ca 1141. Ludolf wordt door deze bekleedt met de erfelijke waardigheid van burggraaf of kastelein van Coevorden.
De residentie van de nieuwbakken burggraaf is een omwalde en omgrachte houten vechttoren, een zogenaamde motte, op een kunstmatig opgehoogde zandheuvel, de plaats, waar wij ons thans bevinden. Zijn machtsgebied bestaat uit een verzameling stulpjes en boerderijtjes ten zuiden van de versterking en een langgerekte strook grond ten oosten en ten westen ervan. ‘Stadt en Heerlickheyt Coevorden’, zoals het later genoemd zou worden, ’t gebied van de heer, nu in grote lijnen ’t grondgebied van de huidige gemeente.
Hoe armzalig ook in onze ogen, in werkelijkheid, in de ogen van de machthebbers van 1141 een uiterst belangrijke post benoemt de bisschop zijn broer Ludolf, een man, van wiens trouw hij verzekerd is. In de eerste plaats bekleed met militaire macht, maar ook met bestuurlijke rechterlijke bevoegdheden. Zoals gezegd, familiebanden binden, de gehoorzaamheid van vazal is gegarandeerd.
Tenminste, zolang de bisschop leeft, want het celibaat verhindert de voortzetting van de bisschoppelijke waardigheid door bloedverwanten. Als bisschop Hardbert in 1150 sterft, gedragen de opvolgers van Ludolf, zijn zonen Volker en Rudolf, zich dan ook hoe langer hoe meer als onafhankelijke heren. Vandaar dat in 1182 bisschop Boudewijn van Holland besluit hen tot de orde te roepen door de vechttoren te belegeren en een hardnekkige verdediging in te nemen. De stad wordt daarbij totaal verwoest. De bisschop stelt vervolgens als nieuwe kasteelheer graaf Otto van Bentheim aan.
Uit: Onze vaderlandse geschiedenis, blz. 88:.
In Drenthe had Bisschop Herbert (1139-1150) op het kasteel te Coevorden zijn broer Ludolf aangesteld. Hij kreeg Drenthe in leen.
Wellicht zonder dat hij de gevolgen daarvan kon doorzien had Herbert of Hartbert daarmee een gevaarlijke splijtzwam in het Oversticht geplant.
Ludolf had nakomelingen, erfgenamen kortom, die later aanspraken konden doen gelden, waardoor het gebied geleidelijk aan de invloed van de bisschoppen kon ontglippen.
Een andere broer Leffert werd als prefect over de stad Groningen benoemd.
In 1227 was de onenigheid tussen de bisschop en de kasteelheer te Coevorden zo hoog gerezen, dat een gewapend conflict niet meer te vermijden viel.
De bisschop verzamelde een geweldig leger, aangevuld met soldaten en ridders uit Holland en Kleef, de bisdommen Munster en Keulen maar ook de graaf van Gelre zond hoogstpersoonlijk hulptroepen.
In de slag bij Ane op 28 juli 1227 kwamen velen in de slappe moerasgrond en de verradelijke poelen om, in het zuigende veen een gemakkelijke prooi voor de Drenten.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Volker | *1152 | Coevorden | †1215 | Ansen | 63 | 1 | 2 |
2 | Rudolf I | *1140 | | | | | 1 | 1 |
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
Godizo van Aspelt en Heimbac
Godizo van Aspelt en Heimbac, graaf van de Luikgouw.
tr.
met
Adelheid van Verdun, dr. van Godfried van Verdun (graaf van Verdun 965, graaf van Henegouwen 973-995, 960-963 Graf im Bid- und Methingau) en Mathilde Billung von Sachsen, geb. in 983, ovl. in 1047.
Coenraad van Orch
Coenraad van Orch ridder, geb. circa 1125.
Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Hendrik V | *1165 | Norg | | | | 1 | 1 |
Gerard Lewe
Gerard Lewe, geb. circa 1085.
Gerard Lewe.
consul Groninganus.
Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Albert | *1110 | Peize | | | | 1 | 1 |
Floris van Vemenborch
Floris van Vemenborch1 (Vorenborch), geb. Coevorden in 1100, ovl. in 1140.
tr.
met
Johanna Rudolfs van Goor1, dr. van Rudolf van Goor (heer van Coevorden), geb. Coevorden circa 1111.
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
Johan van den Clooster.
25 januari 1354 : Itterbeke.
Johan van den Cloester verklaart als leenheer den afstand van eene hoeve te Itterbeke aan het klooster Assen door zijn leenman Herman van Goedelinchem goed te keuren en andere goederen daarvoor in de plaats te hebben ontvangen: Ich, Johan van den Cloester, doe kunt ende kenlych allen luden, dat ich um beeden willen Hermans van Goedelinchem heb upghelaten ende verteghen van alle den eyghendoem, die ich had an den huyse tot Schuringhe met al sijnre slachter nut, also alse dat gheleghen is tot Ytterbeech in den kerspel van Ulsen, dat Herman van Goedelinchem voers. van mi helt in manstat, den convent van Assen te besitten ende te bruyken erfeliken ende ummermeer voer hoer vrye eyghen erve ende um eyn aenwissel, alse dat goet tot Gherlinch, tot Hane- kinchem met alle sijnre slachter nut, also alse dat gheleghen is in der buerschap tot Hanekinchem ende in den kerspel van Ulsen voerg, dat mi Herman van Goedelinchem voers. weder ghegheven hevet voer dat huys Schurinch voerg. tot eynen rechten aenwissel, daer ich en in bekent heb ende van mi holdet in manstat, dat ich voert holde van Steeven van den Rutenberghen , ende hope, dat ich dat met rechte doen mach, want ich mijn goet, dat ich van enen heren holde, wael beeteren mach ende nyet verergheren, ende wil des ten rechte gaen. In orcunde ende rechte tughe desser dinch so heb ich Johanne voersz. van den Cloester minen seghel an dessen brieve ghehanghen. Ghegheven in den jaer unses Heren dusent dryehondert vyer ende vyeftech up sente Paulus dach Conversio.
Aan het stuk hangt een geschonden zegel in bruine was, vertoonende een driehoekig schild beladen met negentien penningen, geplaatst 4, 5, 4, 3, 2, en een schildzoom; randschrift: S . G . LLUM JOHANIS DE ....E.
Bronnen: Naar het origineel in hel rijksarchief van Overijsel (Tijdr. Reg. I, blz. 68, 1354, no. 1).
16 november 1363 :Vermelding - Drenthe.
Johan van den Clooster en Johan van der Ese verklaren dat Rolof, Henric en Johan, broers van Echten, willen scheiden de goederen nagelaten door hun vader Folkier van Echten. Zij delen aan Rolof als oudste broer toe: ' alle goederen in de marke van Echten, behalve in Nye Zwanekinghegoet; ' alle goederen in het kerspel Zuutwolde, behalve het vierendeel van der Horst zonder tienden en acht mudden roggepacht over Copes goet des Dubbers; ' de tiende te Linthorst en Crumengoed in der Holeweyde; ' de halve tienden over Wenninghegoed te Pette (Pesse) en de Blicmaet in Pettermarke; ' een pacht van 12 vierendelen boter over een Hermansgoed te Hofstat, van 2 vierendelen boter over een maat aldaar, van 11 vierendelen boter over een maat ten oosten van Droghekens huis in der Holeweide en van 4 vierendelen boter over de Linthorst; ' 4 rode penningen op Kockanghen en de pacht en het goed te Paeslo, alsmede de mensen daarop, Herman ter Hofsteden en zijn vrouw Metten en Hillen Johansdochter toen Haghen; ' de vordering op de heer van Coevorden. Voorwaarden zijn dat Rolof zijn zuster Amele zal boedelen en dat de drie broers van elkaar zullen erven. Bezegeld door Johan van den Clooster, Johan van der Ese en Henric en Johan van Echten. Origineel, twee zegels zijn verloren, twee bewaard, nl. van Johan van den Clooster en Henric en Johan van Echten. Gedrukt in OGD 524. 1363 november 16, op sunte Gallen dach.
Bronnen: Drents Archief 0614 Huis te Echten en de Algemene Compagnie van 5000 Morgen 3. Regestenlijst no 9.
tr.
met
Agnes (Neseke) van den Rutenberge2, dr. van Steven I van den Rutenberge, geb. circa 1299.
Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Reinold | *1321 | Coevorden | | | | 1 | 4 |
Bronnen:
Agnes van den Rutenberge
Agnes (Neseke) van den Rutenberge1, geb. circa 1299.
tr.
met
Johan van den Clooster.
25 januari 1354 : Itterbeke.
Johan van den Cloester verklaart als leenheer den afstand van eene hoeve te Itterbeke aan het klooster Assen door zijn leenman Herman van Goedelinchem goed te keuren en andere goederen daarvoor in de plaats te hebben ontvangen: Ich, Johan van den Cloester, doe kunt ende kenlych allen luden, dat ich um beeden willen Hermans van Goedelinchem heb upghelaten ende verteghen van alle den eyghendoem, die ich had an den huyse tot Schuringhe met al sijnre slachter nut, also alse dat gheleghen is tot Ytterbeech in den kerspel van Ulsen, dat Herman van Goedelinchem voers. van mi helt in manstat, den convent van Assen te besitten ende te bruyken erfeliken ende ummermeer voer hoer vrye eyghen erve ende um eyn aenwissel, alse dat goet tot Gherlinch, tot Hane- kinchem met alle sijnre slachter nut, also alse dat gheleghen is in der buerschap tot Hanekinchem ende in den kerspel van Ulsen voerg, dat mi Herman van Goedelinchem voers. weder ghegheven hevet voer dat huys Schurinch voerg. tot eynen rechten aenwissel, daer ich en in bekent heb ende van mi holdet in manstat, dat ich voert holde van Steeven van den Rutenberghen , ende hope, dat ich dat met rechte doen mach, want ich mijn goet, dat ich van enen heren holde, wael beeteren mach ende nyet verergheren, ende wil des ten rechte gaen. In orcunde ende rechte tughe desser dinch so heb ich Johanne voersz. van den Cloester minen seghel an dessen brieve ghehanghen. Ghegheven in den jaer unses Heren dusent dryehondert vyer ende vyeftech up sente Paulus dach Conversio.
Aan het stuk hangt een geschonden zegel in bruine was, vertoonende een driehoekig schild beladen met negentien penningen, geplaatst 4, 5, 4, 3, 2, en een schildzoom; randschrift: S . G . LLUM JOHANIS DE ....E.
Bronnen: Naar het origineel in hel rijksarchief van Overijsel (Tijdr. Reg. I, blz. 68, 1354, no. 1).
16 november 1363 :Vermelding - Drenthe.
Johan van den Clooster en Johan van der Ese verklaren dat Rolof, Henric en Johan, broers van Echten, willen scheiden de goederen nagelaten door hun vader Folkier van Echten. Zij delen aan Rolof als oudste broer toe: ' alle goederen in de marke van Echten, behalve in Nye Zwanekinghegoet; ' alle goederen in het kerspel Zuutwolde, behalve het vierendeel van der Horst zonder tienden en acht mudden roggepacht over Copes goet des Dubbers; ' de tiende te Linthorst en Crumengoed in der Holeweyde; ' de halve tienden over Wenninghegoed te Pette (Pesse) en de Blicmaet in Pettermarke; ' een pacht van 12 vierendelen boter over een Hermansgoed te Hofstat, van 2 vierendelen boter over een maat aldaar, van 11 vierendelen boter over een maat ten oosten van Droghekens huis in der Holeweide en van 4 vierendelen boter over de Linthorst; ' 4 rode penningen op Kockanghen en de pacht en het goed te Paeslo, alsmede de mensen daarop, Herman ter Hofsteden en zijn vrouw Metten en Hillen Johansdochter toen Haghen; ' de vordering op de heer van Coevorden. Voorwaarden zijn dat Rolof zijn zuster Amele zal boedelen en dat de drie broers van elkaar zullen erven. Bezegeld door Johan van den Clooster, Johan van der Ese en Henric en Johan van Echten. Origineel, twee zegels zijn verloren, twee bewaard, nl. van Johan van den Clooster en Henric en Johan van Echten. Gedrukt in OGD 524. 1363 november 16, op sunte Gallen dach.
Bronnen: Drents Archief 0614 Huis te Echten en de Algemene Compagnie van 5000 Morgen 3. Regestenlijst no 9.
Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Reinold | *1321 | Coevorden | | | | 1 | 4 |
Bronnen:
Steven I van den Rutenberge
Steven I van den Rutenberge1.
Steven I van den Rutenberge.
De door de graaf van Bentheim leenheerschappij van Steven van den Rutenherg van een goed onder Uelsen, dat Johan van den Clooster van hem in leen hield: was ook hier namelijk sprake van een bloedverwantschapsrelatie?.
Ook over het 'naamgevende' huis ten Clooster immers.
hebben de Van den Rutenherg's (en hun rechtstreekse voorvaderen, de Van den Hardenherg's) het leenbezit verworven. Want 31 okt. 1259 kreeg ridder Hake van den Hardenberg, met goedkeuring van zijn leenheer Otto graaf van Bentheim, het huis ten Campen bij Coevorden ("Domum in Campen iuxta Covordiam", = ten Clooster) en andere goederen door ruiling met de abdij te Assen, en Hako werd met deze nieuwverworven goederen beleend door de Bentheimse graaf.
Hij krijgt een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Agnes | *1299 | | | | | 1 | 3 |
Bronnen:
Hake van den Haedenberg
Hake van den Haedenberg, ridder.
Hake van den Haedenberg.
31 oktober 1259 : Coevorden.
31 okt. 1259 kreeg ridder Hake van den Hardenberg, met goedkeuring van zijn leenheer Otto graaf van Bentheim, het huis ten Campen bij Coevorden ("Domum in Campen iuxta Covordiam", = ten Clooster) en andere goederen door ruiling met de abdij te Assen, en Hako werd met deze nieuwverworven goederen beleend door de Bentheimse graaf.
Bronnen: DNL 1994.
19 juli 1263 :Drenthe.
Gerardus Clenke en Hake van Hardenberg verklaren met Henricus, bisschop van Utrecht, een overeenkomst te hebben aangegaan over de bewaring van het kasteel Coevorden. Universis presentes litteras inspecturis Gerardus dictus Clenke et . . Hacko, filius bone memorie Stephani militis dicti de Hardenberg, milites, salutem in Domino sempiternam. Ad evitandam, que suboriri solet in gestis hominum, calumpniam et ut veritas elucescat, notum facimus universis et tenore presentium protestamur expresse, quod cum reverendus in Christo pater et dominus noster Henricus Trajectensis episcopus de fidelium suorum consilio domum sive castrum suum de Covordia cum pertinentiis, quamdiu sibi bene placitum fuerit, nobis custodiendum ex parte sua commiserit et servandum ad opus suum et ecclesie Trajectensis ac suorum pro tempore successorum sub forma inferius anotata, nos ex hujusmodi commissione eidem domino Henrico episcopo eandem domum suam sive castrum Covorde cum pertinentiis tamquam domum ipsius episcopi et ecclesie sue liberam et apertam ascendendi et descendendi secundum ejus beneplacitum fideliter et constauter omni dolo et fraude seclusis sicut fideles borgravii servabimus, quamdiu de dicti domini episcopi voluntate processerit ad opus ipsius, ecclesie sue ac suorum, si eum discedere contigerit, successorum, necnon in recompensationem favoris, nobis in hac parte per ipsum impensi, eidem domino nostro Henrico episcopo ducentas libras Daventriensis monete liberaliter mutuavimus ad ejus beneplacitum sub tali conditione quod, quandocunque prefato domino nostro episcopo aut ejus forsitan successori placuerit, persolvet nobis et dabit dictas ducentas libras Daventrienses et insuper expensas, si quas fecerimus circa superiorem domum seu munitionem Covordensem infra summam sexaginta librarum Daventriensium, nobis ad nostram rationabilem computationem persolvet. Quibus denariis predictis nobis exhibitis et solutis castrum sive domum Covorde superioris munitionis cum pertinentiis universis omni contradictione et occasione remota memorato domino nostro episcopo, ipsius nuntio vel officiate, quem ad hoc duxerit destinandum, aut ejus successori, si ipse episcopus superstes non fuerit, favorabiliter aperiemus et exhibebimus ad disponendum et ordinandum de eadem domo et ejusdem pertinentiis, prout sibi melius visum fuerit expedire. Medio autem tempore ante dictorum solutionem denariorum dictum castrum sive domum servabimus domino episcopo predicto et ecclesie Trajectensi liberum et apertum ascendendi descendendi, dum sibi placuerit, prout superius est expressum. Castellani tamen, scilicet ego Gerardus et Rodolfus frater meus dicti Clenke, infeodati a domino nostro episcopo memorato castrensi feodo dicte domus, solutione facta denariorum ipsorum, in suburbio dicte domus Covordensis ad deserviendum fideliter nostrum castrense feodum tanquam fideles castellani commorari debemus, superiori domo et ejus attinentiis omnino cedentibus domino episcopo memorato. Et ut hec omnia inviolabiliter perseverent et quodlibet dubium amputetur, nos Gerardus Clenke, Hacko, Nicholaus filius Boydikini et Rodolfus Clenke, milites, fide prestita corporali promisimus et arbitrati sumus sub optentu omnium bonorum nostrorum, que possidemus, quod premissas singulas et universas conditiones debeamus firmiter et inviolabiliter observare et si, quod avertat Deus, in aliquibus infringeremus easdem, extunc protestamur nos esse fidei violatores et quod bona nostra universa in penam transgressionis nostre, prout arbitrati sumus, ad dominum nostrum Trajectensem episcopum integraliter devolvantur. Ad majorem etiam securitatem dilectos nostros consanguineos et amicos dominum Hermannum de Vorst, Giselbertum de Buchorst, dominum Henricum de Almelo, dominum Albertum de Gernere, milites, Fridericum Radinc famulum, extra Drentiam; item dominum Egbertum de Groninge, dominum Mewikinum de Runen, dominum Rodolfum de Anece, dominum Volkerum de Egtelte, milites, Rodolfum de Ese, de partibus Drenthie, sepefato domino nostro, Henrico episcopo nostros fidejussores constituimus de premissis, qui fide data firmiter promiserunt, quod si singula et universa predicta eidem domino episcopo aut suis successoribus non observarentur a nobis, prout superius est conscriptum, ipsi moniti Daventriam intrabunt, sicut fidejussorum moris est, adjacendum exinde nullatenus recessuri, quousque eidem episcopo et ecclesie ea, que premissa sunt, per omnia fuerint adimpleta. In cujus rei testimonium et munimen perpetuum sigilla nostra una cum sigillis fidejussorum nostrorum, huic littere insertorum, sigilla habentium presentibus apponi fecimus. Nos vero fidejussores inscripti premissa protestamur per omnia esse vera et quod in premissis nos astrinximus fide prestita corporali. In cujus rei notitiam sigilla nostra presentibus sunt appensa. Nos vero fidejussores non utentes sigillis per nostre fidei dationem subscribimus sub sigillis aliorum. Datum Daventrie anno Domini MCCLXIII feria quinta post Divisionem Apostolorum.
Bronnen: Oorkondenboek Groningen en Drenthe, nr. 133.
Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Steven I | | | | | | 1 | 1 |
Reijnold van Echten
Reijnold van Echten1, geb. Echten circa 1378.
tr. Ruinen in 1409
met
Aelbert (Alberta) Polman2, dr. van Herman Polman en NN van Eelde, geb. Ruinen in 1390.
Aelbert Polman.
Alberta, weduwe van Reynolt van Echten, met haar voogd Roloff Polman en haar zoons Henric en Volkier van Echten, verklaren op 3 maart 1459 verkocht te hebben aan Roloff van Echten de halve Luttike Reetmaet, gelegen te Echten. Hiervan wordt de stok gelegd. Bezegeld door Roloff Polman en Johan van den Clooster. Origineel, met licht beschadigde zegels.
Vermelding verdient nog dat, toen Henric en Volkeer van Echten en hun moeder Aelbert (weduwe van Reinold van Echten) 3 maart 1459 aan hun oom Johan van Echten een roggerente verkochten, daarbij hun ooms Reynold van den Clooster en Rolof Polman zegelden. Het hoe en waarom van de.
oom-relatie van Reinold wordt niet duidelijk, want Aelbert was een Polman.
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
Bronnen:
1. | Nederlands Adelsboek (NA 002), Nederlands Adelsboek, rode boekjes, Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag, 1949 (blz. 168) |
2. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
Aelbert Polman
Aelbert (Alberta) Polman1, geb. Ruinen in 1390.
Aelbert Polman.
Alberta, weduwe van Reynolt van Echten, met haar voogd Roloff Polman en haar zoons Henric en Volkier van Echten, verklaren op 3 maart 1459 verkocht te hebben aan Roloff van Echten de halve Luttike Reetmaet, gelegen te Echten. Hiervan wordt de stok gelegd. Bezegeld door Roloff Polman en Johan van den Clooster. Origineel, met licht beschadigde zegels.
Vermelding verdient nog dat, toen Henric en Volkeer van Echten en hun moeder Aelbert (weduwe van Reinold van Echten) 3 maart 1459 aan hun oom Johan van Echten een roggerente verkochten, daarbij hun ooms Reynold van den Clooster en Rolof Polman zegelden. Het hoe en waarom van de.
oom-relatie van Reinold wordt niet duidelijk, want Aelbert was een Polman.
tr. Ruinen in 1409
met
Reijnold van Echten2, zn. van Roelof van Echten en Beerte van der Ese, geb. Echten circa 1378.
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
2. | Nederlands Adelsboek (NA 002), Nederlands Adelsboek, rode boekjes, Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag, 1949 (blz. 168) |
Roelof van Echten
Roelof van Echten, geb. Echten circa 1336, ovl. in 1389.
Roelof van Echten.
Toen Volker van Echten (IIIa) in 1350 de roggepacht schonk aan de abdij te Dikninge, geschiedde dat met goedvinden van zijn zoon Roelof * . In 1363 wordt overgegaan tot de scheiding van de door Volker van Echten nagelatengoederen en krijgt Roelof van Echten zo goed als alle goederen in de marke Echten en in het kerspel Zuidwolde * . Een jaar later gaat hij een ruiling aan met Jonge Johan Sloet en diens vrouw * en als de laatsten in 1365 een rente aan de abdij te Dikninge verkopen, treedt Roelof als medezegelaar op * . Op 21 juni 1367 lost Roelof van Echten een gedeelte van de schuld af die hij heeft bij Hessel Mulert * . Wanneer zijn broer Hendric van Echten in 1370 tienden verkoopt aan Godeken ten Sconenvelde, is Roelof daarbij aanwezig * . In 1381 vinden wij Roelof van Echten voor het laatst vermeld en wel als koper van een stuk land in de marke van Pesse.
tr. Ruinen in 1372
met
Beerte van der Ese (van der Eese), geb. Ruinen in 1342.
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Reijnold | *1378 | Echten | | | | 1 | 4 |