Cees Hagenbeek
Jan Berndts
Jan Berndts, geb. in 1589, landbouwer, visser, ovl. voor 1648.

Jan Berndts.
23-11-1621 Jan Bernts, Dirck Jans en Cornelis Elissen, naburen te Brakel als pachters voor de helft van 295 pachtguldens van thiendtpacht op Brakel van het verleden jaar tegenover joffr Maria de cocq van Delwijnen (ORA ZDp128).

Jan Bernts in dijkkeur Brakel 1623 (2x)en 1628 (Dijkstoel Brakel, streekarchief Bommelerwaard) Met twee schoorstenen in haardstedenregister Brakel 1630-1632, evenals Hilleke Berntsz.

Gelders Archief 1652: Huibert Jans (van Willigen) staat borg voor hem (pacht voor 1 morgen land).

24-11-1627 Jan Berndts wordt gemaand te betalen voor zijn 1.5m de Gheer te Brakel aan Joost Cornelis Salms. (ORA ZDp85 foto 190/2519).

21-11-1629 Jan Berndts is verschuldiigd aan de erfgenamen van wijlen Aertgen Wouters, weduwe van Gerard Cornelis Salms en er dreigt beslag te worden gelegd op zijn goederen (ORA ZDp159 foto 190/2534 en 2530). Het gaat om een achterstallige betaling van 2m land ()RA ZDp145).

ORA Zuilichem 28-4-1630 Jan Berndts te Brakel koopt 3 morgen land te Brakel, genaamd "Geerken".

23-2-1630 Jan Berndts en Claes Peters uit Brakel en Cornelis Bastiaens de veerman van Vuren getuigen dat zij als jonge vissers indertijd hebben meegedaan aan de prikvangst met een oude visser die jaarlijks een schuit vis als pacht moest leveren of F 20,=. aan de heer van Brakel. (ORA ZDp167 foto 190/2535).

24-9-1635 ondertekent als Jan Beerntsen mede een document (Gelders archief, signaat Brakel foto DSCN 79/6622).

5-6-1638 Jan Berndts nabuer tot Brakel verkoopt te Zuilichem drie morgen land genaamd "Torcks camp" aan Berndt Thomas HBZ L p121. Op 18 en 19-11-1630 deed hij aanspraak op dit land in een zaak tegen Mr Ott Moliaert (ORA ZDp198 foto 190/2539-40) namens de familie Pieck, heren van Zuilichem). In de getuigenverklaring worden als pacht genoemd maet-snoecken en eendvogels.

Jan Berndts te Brakel is de heer van Brakel 213 gulden en 18 stuivers schuldig 22-11-1643 (HBZ L p264v).

vermelding 18-6-1644 HBZ L p287v.

31-12-1650 Stijntgen wed Jan Berndts en haar schoonzoon Hubert Jans mbt land op de Geeren (Leuvensveldt te Brakel) leenroerig aan het vortsendom Gelre, waarvan Cornelis Joosten verklaart afstand te hebben gedaan. HBZ L p 148.

28-4-1655 Jan Berndts uit Brakel zaliger en Stijn Jans diens vrouw en Cornelis Jans hun zoon. (HBZ L p273v).

NB Twee kleindochters werden Cathalijn genoemd cq vernoemd. Onduidelijk is naar wie.

zijn zuster? 21.04.1635 Gerrit Peterssen jongman van Drunen ende Neesken Beernts jongdochter van Brakel syn alhier getrout den 21.04.1635 op attestatie dominee Petri Eickenbergij. Plaats trouwen: Zaltbommel 29.10.1637 Gerrit Petersen weduwenaer van Neesken Beerents, met Gijsbertus Simons weduwe van Hendrick Jansen Vos, beijde wonachtich tot Brakel. Confirmati 19.11.1637. Plaats Ondertrouw: Zaltbommel.

In het Spijker te Brakel is in de eerste helft van de 19e eeuw door Wilhelmus van Dam van Brakel een verzameling gebrandschilderd glas ondergebracht. Het glas is helaas verdwenen. Uit de inventaris van de verzameling: "(In de St Pieter cel) een wapen met een gedeeld schild 1. van goud met drie gaande leeuwen van keel boven elkaar, dit is van van Veen 2. van keel met twee zilveren zalmen en acht herkruiste kruisjes, van onder gesplitst, zijnde van Brakel, gebroken met een kransje alles van goud." De kans is groot dat dit het wapen is geweest van dit echtpaar. In een ander venster in het Spijker was het wapen van hun schoonzoon Huijbert Jans van Willigen. +dochter Grietje Jans.

tr.
met

Stijntje Jans, dr. van Jan Ghijsbertsz Otten van Braeckell (Schepen Hoge bank Zuilichem 1578-1628= 50 jaar; heemraad en (1582) buurmeester te Brakel) en Cathalijn Cornelisdr Brakel, ovl. na 1662.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Grietje  †1683   


Stijntje Jans
Stijntje Jans, ovl. na 1662.

tr.
met

Jan Berndts, geb. in 1589, landbouwer, visser, ovl. voor 1648.

Jan Berndts.
23-11-1621 Jan Bernts, Dirck Jans en Cornelis Elissen, naburen te Brakel als pachters voor de helft van 295 pachtguldens van thiendtpacht op Brakel van het verleden jaar tegenover joffr Maria de cocq van Delwijnen (ORA ZDp128).

Jan Bernts in dijkkeur Brakel 1623 (2x)en 1628 (Dijkstoel Brakel, streekarchief Bommelerwaard) Met twee schoorstenen in haardstedenregister Brakel 1630-1632, evenals Hilleke Berntsz.

Gelders Archief 1652: Huibert Jans (van Willigen) staat borg voor hem (pacht voor 1 morgen land).

24-11-1627 Jan Berndts wordt gemaand te betalen voor zijn 1.5m de Gheer te Brakel aan Joost Cornelis Salms. (ORA ZDp85 foto 190/2519).

21-11-1629 Jan Berndts is verschuldiigd aan de erfgenamen van wijlen Aertgen Wouters, weduwe van Gerard Cornelis Salms en er dreigt beslag te worden gelegd op zijn goederen (ORA ZDp159 foto 190/2534 en 2530). Het gaat om een achterstallige betaling van 2m land ()RA ZDp145).

ORA Zuilichem 28-4-1630 Jan Berndts te Brakel koopt 3 morgen land te Brakel, genaamd "Geerken".

23-2-1630 Jan Berndts en Claes Peters uit Brakel en Cornelis Bastiaens de veerman van Vuren getuigen dat zij als jonge vissers indertijd hebben meegedaan aan de prikvangst met een oude visser die jaarlijks een schuit vis als pacht moest leveren of F 20,=. aan de heer van Brakel. (ORA ZDp167 foto 190/2535).

24-9-1635 ondertekent als Jan Beerntsen mede een document (Gelders archief, signaat Brakel foto DSCN 79/6622).

5-6-1638 Jan Berndts nabuer tot Brakel verkoopt te Zuilichem drie morgen land genaamd "Torcks camp" aan Berndt Thomas HBZ L p121. Op 18 en 19-11-1630 deed hij aanspraak op dit land in een zaak tegen Mr Ott Moliaert (ORA ZDp198 foto 190/2539-40) namens de familie Pieck, heren van Zuilichem). In de getuigenverklaring worden als pacht genoemd maet-snoecken en eendvogels.

Jan Berndts te Brakel is de heer van Brakel 213 gulden en 18 stuivers schuldig 22-11-1643 (HBZ L p264v).

vermelding 18-6-1644 HBZ L p287v.

31-12-1650 Stijntgen wed Jan Berndts en haar schoonzoon Hubert Jans mbt land op de Geeren (Leuvensveldt te Brakel) leenroerig aan het vortsendom Gelre, waarvan Cornelis Joosten verklaart afstand te hebben gedaan. HBZ L p 148.

28-4-1655 Jan Berndts uit Brakel zaliger en Stijn Jans diens vrouw en Cornelis Jans hun zoon. (HBZ L p273v).

NB Twee kleindochters werden Cathalijn genoemd cq vernoemd. Onduidelijk is naar wie.

zijn zuster? 21.04.1635 Gerrit Peterssen jongman van Drunen ende Neesken Beernts jongdochter van Brakel syn alhier getrout den 21.04.1635 op attestatie dominee Petri Eickenbergij. Plaats trouwen: Zaltbommel 29.10.1637 Gerrit Petersen weduwenaer van Neesken Beerents, met Gijsbertus Simons weduwe van Hendrick Jansen Vos, beijde wonachtich tot Brakel. Confirmati 19.11.1637. Plaats Ondertrouw: Zaltbommel.

In het Spijker te Brakel is in de eerste helft van de 19e eeuw door Wilhelmus van Dam van Brakel een verzameling gebrandschilderd glas ondergebracht. Het glas is helaas verdwenen. Uit de inventaris van de verzameling: "(In de St Pieter cel) een wapen met een gedeeld schild 1. van goud met drie gaande leeuwen van keel boven elkaar, dit is van van Veen 2. van keel met twee zilveren zalmen en acht herkruiste kruisjes, van onder gesplitst, zijnde van Brakel, gebroken met een kransje alles van goud." De kans is groot dat dit het wapen is geweest van dit echtpaar. In een ander venster in het Spijker was het wapen van hun schoonzoon Huijbert Jans van Willigen. +dochter Grietje Jans.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Grietje  †1683   



Bronnen:
1.Gens Nostra (GN), Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995

Peter Matthijs van Muijlwijck
Peter Matthijs van Muijlwijck, geb. circa 1490.

tr.
met

Anna .

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriaan*1526     


Anna
Anna .

tr.
met

Peter Matthijs van Muijlwijck, zn. van Matthijs Pieter van Muijlwijck en Joffrou Heiltje Willems Dirks Snoeck, geb. circa 1490.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriaan*1526     


Adriaan Jacobs van Willigen
Adriaan Jacobs van Willigen, ged. Brakel op 13 okt 1644, gerechtsman (1676), heemraad (1677), diaken (1699), ovl. Brakel op 25 okt 1717.

tr. Brakel op 13 dec 1674
met

Catelijn Baijens van Os, dr. van Baeijen Hendriks van Os en Emmetje Jans, ged. Brakel op 7 mrt 1647.

Uit dit huwelijk 7 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Neeske~1682 Brakel    


Teuntgen Anthonis
Teuntgen (Toontge) Anthonis.

Teuntgen Anthonis.
22-5-1607 Joost Cornelis te Braeckel getuigt 47 of 48 jaar oud "koorffrunden?" dewelck geschiet is binnen Braeckell ten huijse van Hubert Sijmons omtrent 2 jaeren geleden, ten tijde als de erffgenamen van Cornelis Reijners zaliger scheijdonge en deijlonge ... vuijtgecoft bij Antonia Cornelis weduwe (RAR 3186 /644 fol 15 scan 20).

Testament 30-10-1599 Cornelis Reijers van Braeckel en Teuntgen Anthonis (ORA ZLp92) en 29-4-1589 Cornelis Reijers en Teuntgen (ORAZ Lp161).

tr.
met

Cornelis Reijners (Cornelis Reijnders) van Brakel1 (Salm, van de), zn. van Reijnier Joosten van Brakel (pastoor te Brakel) en Catharina Hendrick Matheusdr, geb. Brakel in 1527, schatboerder te Brakel in 1597 (visser, herbergier in "de Salm"), ovl. in 1603 (3 apr 1604).

Cornelis Reijners van Brakel.
schatboerder (=impost beurder) te Brakel, leenman.

Eerste huwelijk onbekend. Tweede huwelijk: Toontgen Anthonisdr. met als kinderen Antonis, Reijner en Gert(ruijt). Volgens Rueb uit het eerste huwelijk ook nog een 4e kind, te weten Cornelis Cornelisz x Maijken Jan Petersdr (in: Twee zalmen die regtop en afgewend staan).

11-5-1596 Ott Dircks zaliger is zijn oom (DSCN 113/0352).

2-4-1605 in getuigenverklaring: " ......tsaeme gegaen sijn int beginne des jaers 1601 tot Braeckell ten huijse van Cornelis die Salm weerdt aldaer...." (RAR 3186 / 644 p7v).

1615 mei Cornelis Reijners de oude Salm genaamd in een akte (ORA ZDp181v).

Peter van de Zalm: op 17 november 1596 in nog een andere hoedanigheid: “… Joost Ghijsberts van Brakel claegt op en over Jan van Thuyll dat hij schuldich en gehalden, hem cleger te betaelen … gulden bij hem cleger voirs aen Claes Aerts, Laeckenkooper tot Gorinchem in den Vergulden Boom, oock voor hem verschoten noch ghelijcke XXI gulden aen Claes de Vries en noch vierde half gulden aen den Salmwerdt, Cornelis Reijers, mit noch LXVI gulden aen Aert Tonis betaelt all ter goeder reecken en all ’t vermogen des verweerders eijgen deijlcedulle, etc. … ”. Hieruit blijkt dus, dat Cornelis Reijers waard in de herberg “De Salm” was. Heel sporadisch werd hij dan ook wel Salms genoemd, mogelijk tevens ingegeven door het feit dat hij ook zalmvisser was. Zijn nakomelingen gaan zich vrijwel direct Salm noemen, zodat deze bijnaam in een familienaam overgaat .

Zoals het huwelijk van Jan Ghijsberts met Catharina de dochter van de herbergier Cornelis Reijers. Zij zal in de volksmond, zoals het ook nu nog wel met bijnamen in een dorp gaat, “die van de Salm” genoemd zijn. Sluipender wijs is vervolgens deze naam overgenomen. Een andere verklaring is er niet.

Uit dit huwelijk 7 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cathalijn*1562 Brakel †1638 Brakel 76



Bronnen:
1.Gens Nostra (GN), Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995

Catelijn Baijens van Os
Catelijn Baijens van Os, ged. Brakel op 7 mrt 1647.

tr. Brakel op 13 dec 1674
met

Adriaan Jacobs van Willigen, zn. van Jacob Jan Huijbertsen van Willigen (Maenmeester (1653), buurmeester (1655) en collecteur of maener van de verpondingen in Brakel (1655)) en Neeltjen Jans van Suermont, ged. Brakel op 13 okt 1644, gerechtsman (1676), heemraad (1677), diaken (1699), ovl. Brakel op 25 okt 1717.

Uit dit huwelijk 7 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Neeske~1682 Brakel    


Baeijen Hendriks van Os
Baeijen Hendriks van Os, geb. voor 1626, ovl. voor 1652.

tr. circa 1646
met

Emmetje Jans, geb. Groot-Ammers circa 1621, tr. (2) Brakel op 31 okt 1652 met Jacob Jan Huijbertsen van Willigen. Uit dit huwelijk 5 kinderen.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Catelijn~1647 Brakel    


Aleijdt Jan Zegersdr
Aleijdt Jan Zegersdr, geb. in 1509.

Aleijdt Jan Zegersdr.
1544 Hof van Gelre. Zaak tegen Reijer Joosten, pastor/priester te Brakel. (GA 0124/4524 scans 114-135/1399).

De getuigenverklaringen uit bovenstaande zaak.

2e artikel (scan 113) Margaretha Goosewini , commune fama in Brakell... adulternny comisit (algemeen gerucht in Brakel dat Reijner Joosten overspel had met haar (bevestigd scan 123).

-Yswinnis Hermanni sartor (= kleermaker, elders: snijer Yven Hermans) in Brakel 44 jaar (scan 117) -Andreas Vernoij cursor cura -Godefridus Henrici vicarinus eccelsia de Brakell de St Jacob altaer. 52 jaar (voor andere namen zie ook : namenlijst Brakel word-bestand).

-Theodorus Johannes Verssersz (of Wissersz), parochianis in Brakel (scan 129).

- Henricus Johannis parochianis in Brakel (50j): "Alijdt voors weert in Neederlanbroeck bij Eerist van Ameronge.".

- Gertrudis uxor Christopheri de tijela (=van Tiel), parochiana in Brakel (50j): "Alijdt Jansdr is een moije van haer deposants man. Heeft een kijndt ontfangen van Ghijsbert van Brakell (...) ende opte zelve tijde als Alijt van heer Reijer met kijnde gemaeckt wordt woonde zij tot Wilhelm Petersen. Marten Mattheussen, Willem Petersen knecht ofte Ghijsbert sijn broeder t kijnt voor hoer/hoer genomen hadde twelck zij nijet doet. tSelve kijnt van heer Reijer was kirsten gedaen nae die name van Alijts vader ende deurna ist vernoemt Joost nae die vader van heer Reijer.".

- Adrianus Wilhelm Rijswijck, scholterus in Druijnen (50j): scan131 (dixit anno 25 ultime in latijn over Rome....) "dat hij gehoort heeft van heer Reijer dat hij noeijt hem vande priesterlicke staet onderwonden zoude hebben ten waere geweest ener vrese en bedwang van zijn moeder nae die tijt vande voors dispensatie, want hij soude indien hij zulcx nijet gedaen en hadde, dat zijn moeder hem een scamper stuck gedaen soude hebben.".

- Martinus Mattheus parochianne in brakel (25j) : "Die selve Alijdt ten huijse van Wilhem Peterssen daer hij deposant mede woonde.".

- examinata fuit in oppido de Leerdam. Margaretha uxor Hermanni Ocker: "heer Reijer kijnt gemaeckt heeft omtrent 5 jaeren geleden genaemt Joostgen, welcke kijndt Hilligen Alijts zuster aen haer deposant bestaet heeft - t Gelt daervangehaelt in een herberge bijnnen Leerdam - heer Reijers moeder aen haer deposant bestaet - t Selve kijntvan haer deposantophaelt is bij Hermana des voors heer Reijers suster - dat voors kijndt op de vonte genoemt is geweest Jan, daerna Alijt Joostjen genoemt is geweest.".

- in quodam cymbalo vincatum Jasper de Wije quodam Agatha filia Johannis de Conelis improperame dixit "dat heer Reijer hem gepost? toegescht heeft als dat hij mit Driess Gerritsen tot Bommel meester Roeloffs vader gehandelt hadde en hadde hem gegeven 150 off 160 gulden doen meester Roeloff zijn maeltijt dede,,,," (scan 123) etc.

- Johannes Reosendaell parochianne in Brakell (40j) : "Dat Ghijsbert van Brakell heer Reijneris broeder een kijnt gemaeckt hadde bij Alijdt Jansendr en daernae heer Reijer heeft bij dezelfde mede een kijnt gemaeckt...".

- Gerbranda relicta Gherardi Gerdardi (70j) parochiani Brakell: "Veel diversche persoenen heeft horen seggen dat heer Reijer ende Catharine tsamen tot Roemen zijn geweest en aldaer brieven vercregen dat....... (...) Dat heer Reijer in p.ne van den heiligen sacrament als hij sieck lach veel luijden beleden soude hebben dat hij Cornelis ?? getrout hadde".

- Catherine uxor Johannis Rosendaell (31j): "zeijt dat Ghijsbert van Brakell heeft Alijdt Jansdr mit kijnde gemaeckt welcke kijnde zij deposant geheven heeft uit die vonte ende daerna heeft Alijdt voors weder kijnde gedraegen daer zij van gelegen is buijten de dorpe van Brakel ende men seijt ende dief,,,, is zulcx dat heer Reijer die vader soude zijn dat tsekve kijnt als noch tot Leerdam woont".

- Domicella Cornelia van Wije relicta Eustachij de Broeckhuijsen (48j) scan 126:.

- Adriana relicta Petri Hermanni (70j) scan 127: 'dixit dat Maes staessen zeijde dat hij Catherine hehoort hadde....".

- Geertrudis Arnoldi parochiana in Brakell (50j): "Heer Reijer cranck leggende totterdoot toe heeft in p...ne van den heiligen sacrament ende heer Goert ende meer andere personen geseit ende hebben dat...brieven van Reijer op tafel gesien.... Die moeder van heer Reijer woude beswijme? merals heer Reijer gesont wasversoeck dat hij Cornelis getrouwt hadde".

- Margaretha uxor Johannis Lamberts (63j) incola traiectem (=Utrecht): "Alijt Jansdochter van Brakell wesende zwaer van kijnde is gecomen tot huijse van haer disposant. Aldaer in craem gelegen van een jonge dochter daer sij deposant die vroemoeder off was. t Selve kijnt waer in dede Breekerck t Utrecht gekorstent ende genaemt Kannijcken nae heer Reijers vader. Ende haer deposants dochter heeft tselve kijndt van de vonte geheven.".

- examinata fuit in villagia Overlangbroeck Aleijdis dilia Johannes Zegers (35j) scan 125: "Wilhem Peetersen wijns huijsfrou was een zuster van heer Reijner Joestensen pastor tot Brakell, heeft met kijnde gemaeckt - heeft t selve kijnt gebaert bijnnen Utrecht then huijse van Jan Lambertssen (was een dochter ende werde genaempt Jannetgen nae des deposants vader - 1 maent out - Hillegondt des deposants zuster dat kijnt gebracht ende bestaet bijnnen Leerdam - ende woude nijet dat dat kijnt genaempt zoude zijn nae haer ende der deposante vader, mer t selve kijnt noemen nae heer Reijers vader Joestlijn welcke naeme dat kijnt alsnoch heeft - ende aleer zij deposant t voors kijndt van heer Reijner ontfangen hadde, hadt zij te voorn een kijndt ontfangen ende ter welt gebracht bij Ghiksbert van Brakell heer Reijners broeder, wervan zij bijnnen de dorpe van Brakell in de craem gelegen heeft, t welck heer Reijner voor well te voorn wiste.".

relatie (1)
met

Reijnier Joosten (Reijner) van Brakel (), zn. van Joost en Geertruij van Brakel, geb. Brakel circa 1490, pastoor te Brakel, ovl. in 1552.

Reijnier Joosten van Brakel.
Reijner trouwde voordat hij te Utrecht 17.05.1516 tot priester gewijd was, waarna hij pastoor te Brakel werd. Volgens de kerkelijke wet had de (in het geheim) gehuwde Reijner de priesterwijding niet mogen ontvangen, waarvan hij zeker op de hoogte moet zijn geweest. In 1544 werd hem door de Utrechtse curie een proces aangedaan om hem het priesterschap te ontnemen. Heer Reijner zou naar Rome gereisd zijn om de paus clementie te vragen. Deze liet hem echter weten dat hij het priesterschap moest opgeven en zich verder aan zijn vrouw en kinderen moest wijden. Uit kerkelijk oogpunt waarschijnlijk terecht, daar het huwelijk als een onverbreekbaar sacrament gold. Hij bewoonde een huis en hof te Brakel dat overging op zijn zoon Cornelis. 1544 Hof van Gelre. Zaak tegen Reijer Joosten, pastor/priester te Brakel. (GA 0124/4524 scans 114-135/1399). 2e artikel/ aanklacht (scan 113) Margaretha Goosewini, commune fama in Brakell... adulternny comisit (algemeen gerucht in Brakel dat Reijner Joosten overspel had met haar (wordt door een getuige bevestigd scan 123).

30-05-1539. Getuigenverklaring van Maet(?) Huygen en Yewen Bernss. ten verzoeke van Reyner van Aeswijn, heer van Brakel, over de hun enige tijd geleden door Staes van Broechuysen gedane aanzegging met hun "vlouw" niet zo hoog te vissen bij de sloot van Jan Geritss. in door hen gepacht viswater op de "catworp" tegen heer Reyner Joestenss, 1539. 1 charter. NB Staes van Broeckhuijsen overleed in 1525.

vasalorum van Brakel: 17-3-1544 Reiner Joestenss als besitter der onderpanden Hubert Gheritss te Brakel. Huis en hof O: Arien Goessens W: Arnt van Tuijl.

Bank Zuilichem: 06-01-1548. Schepenen Arnt van Tuil en Dirick Muyll. Ick Arnt van Tuill voerss. Henrick Arienss, Henrik Geritss, Helmich Aelerss. weduwe, Cornelis Arien Goessens, Geryt Vikenss, Stans Vikenss, Jan Arienss. inden Haege en Peter Willemss. verklaren aan jonker Reiner van Aesin de pacht en tijns betaald te hebben over de goederen van de gevluchte Reiner Joestemsz. Bron: Familie Van Dam van Brakel, inv. 1211 (f.114v).

Gelders Archief: regesten.

1673 Missive van het hof aan Reyner van Aeswyn, heer van Brakel, met last om Reyer Joestenss, wiens request hierbij gaat, zijn geld ongehinderd te laten gebruiken. 1549 december 18 (Vgl. brief van 18 december No. 1668). Zie brief van 7 maart 1550 No. 1700).

1765 Missive van het hof aan Reyer Joestenss, priester, met verzoek om bericht op het hierbij gaande request van Reyner van Aeswyn, heer van Brakel, en in het bijzonder, voor welke zaak hij den suppliant wil betrekken voor uitheemsch recht. (Zie brief van 8 maart). Zie brief van 9 juni. 1550 mei 8.

1700 Missive van het hof aan Reyner van Aeswyn, heer van Brakel, met last om zijn handen af te trekken van alle goederen van Reyer Joestenss, die hij uit kracht der te Utrecht gewezen sententie of anderszins ten onrechte aanvaard heeft. (Zie brief van 18 december l.l. No. 1673). 1550 maart 7.

1743 Missive van het hof aan den ambtman van Bommel enz. begeleidende een request van Reyer Joestenss. Naar aanleiding daarvan wordt hem gelast de verlangde executie op de goederen van Ghisbert de Veen (of van der Veen) aanstonds te doen. (Zie brief van 16 december 1549 No. 1668). Verg. brief van 9 juni No. 1798. 1550 april 23.

1826 a Missive van het hof aan den ambtman van Bommel enz. Daar Reyner van Aeswijn op de vraag, of hij het verdrag tusschen hem en Reyer Joestenss aangegaan gestand wil doen, een ontwijkend antwoord heeft gegeven, moet de ambtman hem gaan vragen, wat hij wil. Is hij er toe bereid, dan moet de ambtman Reyer Joestenss stellen in het bezit der goederen, waarop hij volgens het verdrag recht heeft, zoo niet, dan moet hij Ghisbert van der Veen executeeren voor de onkosten, waartoe hij door het hof van Brabant veroordeeld is. (Zie brief van 13 juni No. 1804). Zie antwoord van 10 juli No. 1844. 1550 juni 30.

1826 b Request van Reyer Joestenss. Hij dringt op afdoening van de zaak tusschen hem en Ghisbert van der Veen resp. den Heer van Brakel, met name op executie van het vonnis van het hof van Brabant.

1844 b Missive van Reyner van Aeswijn aan Walter van Baecxen. Reyer Joestenss heeft zelf het verdrag in questie voor het hof herroepen. Het bevreemdt hem, dat hij het geld van Ghisbert van der Veen eischt, daar hij het ook van Schr. eischt in zijn aanklacht krachtens het reces gedaan. Schr. wil aan het reces voldoen. 1550, juli 7.

1844 c Extract uit den eisch van Reyer Joestenss ca. Reyner van Aeswijn.

1858 Missive van het hof aan den ambtman van Bommel enz. in antwoord op die van 10 juli No. 1844. Het hof vondt het antwoord van Reyner van Aeswijn hoogst onvoldoende en ontwijkend. Hij moet hem daarvan pertinent afvragen, of hij het verdrag al dan niet wil gestond doen. Zoo ja, dan moet hij Reyer Joestenss in het bezit der goederen stellen en handhaven, zoo neen, de kosten executeeren op de goederen van Ghisbert van der Veen. De kosten, waarvoor hij executie begeert, zijn andere dan die in den eisch vermeld worden. Hij mag Aeswijn 3 weken tijd geven. (De brief is sterk beschadigd). Zie antwoord van 7 augustus No. 1875. 1550 juli 19.

1875 b Missive van Reyner van Aeswijn aan Walter van Baecxen. Hij meent duidelijk te kennen gegeven te hebben, dat hij zich niet wil houden aan het verdrag met Reyer Joestenss, maar wel aan het reces en verzoekt hem te zorgen, dat Reyer restitueere de goederen en het koren, die bij hem pendente lite heeft afgenomen. 1550, augustus 4.

2064 Missive van het hof aan Heer Reyer Joestenss. De verhoorsdag tusschen hem en Reyner van Aeswyn, heer van Brakel, is uitgesteld tot 17 juni e.k. (Zie brief van 12 augustus 1550 No 1877). Zie brief van 2 augustus No. 2116. 1552 mei 30.

2193 Missive van het hof aan den ambtman van Bommel enz. Naar aanleiding van het hierbij gaande request van Johan van Dorp moet hij Reyer Joestenss bevelen den suppliant te contenteeren of 19 maart te Arnhem te komen om zijn handschrift te erkennen of te ontkennen. Zie brief van 20 april No. 2284. 1553 februari 1.

2300 Missive van den ambtman van Bommel enz, aan het hof in antwoord op die van 20 april No. 2284. Reyer Jaestenss is bereid Johan van Dorp alles te betalen, wanneer deze hem de stukken, die hij nog onder zijn berusting heeft, toezendt. Zie brief van 31 mei No. 2349. 1553, mei 2.

2349 Missive van het hof aan den ambtman van Bommel enz. Daar Reyer Joestenss op 10 mei niet is verschenen, is aan Johan van Dorp "deffault" gegund en is R.J. veroordeeld de gelden in questie te Namptizeeren of te consigneeren, welke gelden van Dorp tegen voldoende cautie mag lichten. De ambtman moet R.J. van deze uitspraak verwittigen en hem gelasten het geld te Arnhem te komen brengen op straffe van reëele executie. 1553 mei 31.

877 Missive van het hof aan den ambtman van Bommel enz. in antwoord op die van 7 augustus No. 1875. Nogmaals wordt hem gelast de goederen van Ghisbert van der Veen voor de onkosten te executeeren. Wanneer Reyer Joestenss graan van Reyner van Aeswijn heeft weggehaald, moet hij daarin doen, wat volgens het landrecht in zulke gevallen behoort te geschieden. Zie brief van 30 mei 1552 No. 2064.

909 Missive van het hof aan de ambtlieden van het Nijm. Kwartier, waarbij hun gelast wordt 11 october met hun zetcedullen en rekeningen voor het hof te verschijnen om aan te hooren, wat hun deswege zal worden voorgehouden. Tevens wordt den ambtlieden van Bommel enz, Nederbetuwe, Beesdt en Rhenoy en Maas en Waal gelast Reyer Joestensz, gewezen pastoor van Brakel, in hechtenis te nemen, zoo hij zich in hun ambt mocht bevinden. 1547 september 25 (Zie brief van 3 october). 1550 augustus 12.

481 Missive van den stadhouder aan den ambtman Henrick de Ruyter, begeleidende een request van den priester Johan de Vael. Naar aanleiding daarvan moet hij Mr. Willem van Althuesden bewegen zijn hand van de kerk van Brakel* af te trekken, en zoo hij daartegen bezwaar heeft, moet de ambtman den partijen gelasten 14 november met al hun schijn en bewijs te Arnhem te komen. Zie brief van 27 november No. 519. * N. B. Vermoedelijk moet dit zijn Wadenoyen. Te Brakel was Reyer Joestensz pastoor. Zie Civ. Proc. Hof 1546. 1546 october 25.

342 Missive van den stadhouder aan Ghisbert van der Veen, priester, en den rentmeester van Brakel, met last om het van de vernomen goederen (van Reyer Joestensz) gehaalde koren te restitueeren. (Zie hierboven) 1546 augustus 4.

326 Missive van den ambtman Henrick de Ruyter aan den stadhouder, over een verzoek aan hem gedaan door mr. Jan de Raedt c. s. betr. de ingewonnen goederen van Reyer Jaestensz, pastoor te Brakel. Daarentegen is hem een invocatie geinsinueerd van wegen den bisschop van Utrecht op de te Utrecht gewezen geestelijke sententie. Hij vraagt, hoe hij hierin handelen moet. Zie brieven van 27 en 28 juli. 1546 -altera Jacobi apostoli (26 juli).

330 Missive van den stadhouder aan den ambtman Henrick de Ruyter in antwoord op die van 26 juli No. 326. Hij verwijst naar zijn schrijven van 27 juli en voegt er bij, dat uit kracht den invocatie alleen de goederen van Reyer Jaestensz moeten worden aangetast. Zie brief van 3 augustus en van 4 augustus No. 341.

305 * Missive van het Hof aan de Heeren van de Financien in antwoord op den brief van 8 februari l.l. No. 300. Het Hof weet niet veel van de zaak van den vice-pastoor van Brakel en geeft in overweging om volledige inlichtingen te schrijven aan den bisschop van Utrecht. 1548 februari 24.

261 c Request der regentes aangeboden door Josyna van Bronckhorst, gemalin van Reyner van Aesswin, heer van Brakel, waarin zij verzoekt, dat het proces door Reyner Jaestens, een gewezen priester, begonnen gedurende de afwezigheid van haar man geen voortgang moge hebben. Zij en de haren staan aan allerlei molestaties bloot.

1118 Van Jacob Witteneng aan het Hof. Daar Reyner Joesten, ofschoon hij verbannen was, teruggekeerd is en zich weder te Brakel ophield, is hij gevangen genomen. Schr. verzoekt hem naar Utrecht te laten zenden "ofte enich ander gevanckgenisse in den lande van Geldre, alwair hij tot des fiscaels kosten ende tot exempele van anderen rebellen tot ziinder penitentie gestelt mach worden". (Zie No. 706). Zie No. 1119. 1550 februari 3.

1119 Van het Hof aan den vicaris des bisschops van Utrecht in antwoord op No. 1118. De heer van Brakel is zijne bevoegdheid te buiten gegaan, aangezien hij daar geenen "vanete" heeft. Kan men bewijzen, dat het vonnis tegen R. J. in rem indicatum is gegaan, dan zal dit geëxecuteerd worden. Zie No. 1129. 1550, februari 4.

686 Van het Hof aan . . . . ? De heer van Brakel heeft te kennen gegeven, dat hij door . . . . . ten verzoeke van Reyner Joestenss gedagvaard is, buiten Gelderland, hetgeen in strijd is met de bevelen van Z.M. Ter inlichting over den persoon van Reyner Joestenss voegt men hierbij een tegen hem uitgesproken vonnis. (Zie No. 677).

451 Van het Hof aan ..., houdende verzoek om Reyner Joestenss, die zich volgens mededeeling van den heer van Brakel, dien hij heeft willen laten vermoorden, in hunne stad moet bevinden, op te sporen en te vatten. (Zie No. 325). Zie No. 522. Zie Br. Nijmegen No. 256. 1546, juli 10.

242 Van den Officiaal van Utrecht aan het Hof, houdende verzoek den ambtman van Bommel last te geven tot gevangenneming van Reyer Joestenss, pastoor te Brakel, die eene vrouw heeft getrouwd en toch priester is. Hierbij afschrift (242a) van een bevel, hem te Rome gegeven, om bij zijne vrouw te blijven en den priesterlijken stand te verlaten. Zie No. 243. 1545, juni 24.

243 Van het Hof aan den Officiaal van Utrecht in antwoord op No. 242. Men heeft den ambtman het verzochte bevel gegeven, maar keurt het af, dat de Officiaal zich in deze zaak tot den heer van Brakel heeft gewend, hetgeen inbreuk op de hoogheid van Z.M. is. Zie No. 276. 1545, juni 27.

149 Van het Hof aan den Officiaal te Utrecht, houdende verzoek om Reiner van Aeswyn, heer van Brakel, goed recht te laten wedervaren. 1545, februari 11.

85 Van den officiaal te Utrecht aan het Hof, houdende verzoek om medewerking in de procedure tegen Reiner Joestenss, pastoor te Brakel. Zie No. 242. 1544 october 6.

568 Missive van het hof aan den ambtman Henrick de Ruyter. De regentes heeft op verzoek van de vrouw van den Heer van Brakel gelast het (door Reyer Joestensz) tegen gen. Heer begonnen proces gedurende zijn afwezigheid te suspendeeren. Zie brief v.e.a.h. hof d.d. december 1546. 1547 januari 24.

1547 (Hof van Gelre GA 0124/4913 nr 50 scans 773-688) Geschil over de geconfisceerde goederen van Reijner Joosten, tussen Reijner van Aeswijn en priester Johan de Raet. "....gescheell (.) tusschen den procurator fiscael des hoves van Utrecht eins, ende Reijner Joestens die sich priester toe noemen plach, anderdeels, wulck Reijner Joestens durch meinijchvuldige excessen (....) gecondemniert worden tot restitutijen aller vorontboiter guederen, soe van den pastorien, als vicarien genoeten, soe genochzam befoenden ende bewesen is worden, dat hij gein prijester en was, ende noch tot selffs hondert guldenn tot behoeff der armen (....) in kraft der sententie" (scan 685/758). Scan 674/758: "....seggen wij dat warheit is, alsoe de amptman (...) Reijner Joesten toe hantplicht ende gefenckelicken to stellen, ende hebben de voors parthijen als namentlich Andryes Geritzsen ende Meyster Johan die Raeth (den man gesijen (...) statt porten bij nacht geopent, Reijner Joestens ingelaetenn, ende aldaer sijne persoon vrijlich ende verboergen gehalden in hoeren huijser, ende dat insunderheit vor ende toe wyele sij op Reijner Joestens voors wrtelick guederen (als sij seggen) in kracht van hantschrijfft ende anderen bryeven, die doch op sijner persoenen slain, mit reicht forderen, waerums? sij billijcker op des Reijners persoenen, ende nyet op sijne guederen haere actie geintentiert behoirt toe hebben.".

Kwartierstaat Zuiderent: 24776. Reijner Joosten, geb. ca. 1490 (62 jaar in 1552), ovl. na 1552, datum/bron: 20.10.2003 GN1977p79.[129] Reijner trouwde voordat hij te Utrecht 17.05.1516 tot priester gewijd was, waarna hij pastoor te Brakel werd. Volgens de kerkelijke wet had de (in het geheim) gehuwde Reijner de priesterwijding niet mogen ontvangen, waarvan hij zeker op de hoogte moet zijn geweest. In 1544 werd hem door de Utrechtse curie een proces aangedaan om hem het priesterschap te ontnemen. Heer Reijner zou zelfs naar Rome gereisd zijn om de paus clementie te vragen. Deze liet hem echter weten dat hij het priesterschap moest opgeven en zich verder aan zijn vrouw en kinderen moest wijden. Uit kerkelijk oogpunt waarschijnlijk terecht, daar het huwelijk als een onverbreekbaar sacrament gold. Hij bewoonde een huis en hof te Brakel dat overging op zijn zoon Cornelis.

Hij trouwt Catharina Hendrick Matheusdr, getrouwd voor 1516. Catharina Hendrick Matheusdr, ovl. na 1544, datum/bron: 26.05.2003 GN1977p79.[130] Uit de getuigenverklaringen bij het proces in 1544 zei een vrouwelijke getuige o.a. dat zij tegen Catrijn, heer Reijner Joostens vrouw, had gezegd, dat haar kinderen evenals de andere dorpskinderen, Heer Reijner Joosten "Heeroom" moesten noemen, maar Catrijn had geantwoord:,,Wat! Het is hun vader, en zullen zij hun vader geen vader mogen noemen?" In het gehele proces komt moeder Catharina veel beter naar voren dan haar wettige man, de pastoor, want deze gaf zijn moeder Geertruijd van Braeckel de schuld van alles.

1548 Rekening van de ambtman Bommeler en Tielerwaard: "Van gewalt saecke hangende inder bancken van Zulichem van Andries Geritsz ende mr Johan die Rait priester als clegtern ter enre ende Aeswijns dienren to weten heer Gijesbert vanden Veen priester ende Hendericus Hardenark rentmeijster overmytz sij boven coep ende insettinge die Andries Geritsz op heer Reijner Jostensz goet to hebbyn ende is int goet blijven sitten ende is voer Canceller ende Raeden des Keijsers in Gelderlandt geremitteert ende aldaer verbleven ergo hyer ....Niz " (GA gelderse rekenkamer 0012/ 5492 fol 4 scan 15, ook scan 24) (ook 1547 0012/5491 fol 4 scan 5).

Reijner Joosten 1489/1490-1552/1568, Pastoor en Echtgenoot Reijner Joosten werd in 1489 of 1490 te Brakel geboren en overleed tussen 17 maart 1552 en 7 juli 1568. Zijn ouders waren Joost N.N. en zijn vrouw Geertruijd van Braeckel. Hij huwde voor 1516 met Catharina Hendrick Mattheusdochter. Uit het huwelijk werden elf kinderen geboren. Bovendien had Reijner een buitenechtelijke dochter bij Aleid Jan Zegersdochter uit Poederoijen. http://www.historici.nl/media/bwg/images/2/-031.jpg De eerste bladzijde van het procesdossier over Reijner Joosten, RAG, Hof van Gelre en Zutphen, inv.nr. 4524, crimineel proces 1544-8, f. 1r (foto: RAG) Reijner groeide op in Brakel (Bommelerwaard), waar hij ook als volwassene lange tijd heeft gewoond en gewerkt. Over zijn jeugd en opvoeding is vrijwel niets bekend. Terwijl hij reeds gehuwd was, werd hij in 1516 te Utrecht tot priester gewijd. Reijner gaf een merkwaardige verklaring, toen hem gevraagd werd waarom hij als gehuwd man bovendien voor het priesterschap had gekozen. Hij zou het hebben gedaan onder de zware en aanhoudende druk die door zijn moeder op hem was uitgeoefend.

Reijner moet op een gegeven moment last van zijn geweten hebben gekregen of voelde zich door zijn omgeving teveel onder druk gezet. In ieder geval heeft hij besloten om wat aan zijn illegale status te doen. In 1525 reisde hij namelijk met zijn vrouw Catherina naar Rome om daar van de paus dispensatie te krijgen voor zijn status als gehuwd priester, maar hij liet zijn vrouw onderweg in Italië achter, omdat zij ziek was geworden. In het voorjaar van 1526 in Rome aangekomen, vertelde hij de pauselijke autoriteiten aanvankelijk dat zijn vrouw onderweg was overleden, maar zij verscheen korte tijd later persoonlijk in de eeuwige stad. De paus verleende hem een dispensatie die inhield dat hij de huwelijkse staat mocht voortzetten, dat hij zolang zijn vrouw leefde niet de mis mocht celebreren en geen sacramenten mocht toedienen, maar dat hij na haar overlijden zijn priesterschap weer volledig zou mogen uitoefenen. Teruggekeerd uit Rome nam hij in weerwil van het pauselijke verbod het pastoorschap van Brakel weer op zich en het zou nog negentien jaar duren vooraleer van de zijde van de bisschop van Utrecht stappen werden ondernomen om deze illegale pastoor uit zijn ambt te zetten.

De officiaal van de bisschop van Utrecht zocht namelijk daartoe in 1544 contact met de wereldlijke overheid, in dit geval het Hof van Gelre en Zutphen te Arnhem, met het doel hem strafrechtelijk te laten vervolgen. In het dossier dat het Hof over deze zaak heeft aangelegd, bevindt zich een lijst met elf beschuldigingen die tegen Joosten zijn ingebracht. Allereerst werd hem voor de voeten geworpen dat hij in strijd met de kerkelijke wetten als priester een huwelijk met Catherina had gesloten en bij haar kinderen had verwekt. Vervolgens dat hij seksuele omgang had gehad met een gehuwde vrouw, hetgeen een publiek geheim was. Daarnaast had hij bij een andere vrouw een kind verwekt. In de parochie Brakel oefende hij de zielzorg uit en bezat hij tegelijkertijd een vicarie, maar hij had niet de voor deze combinatie vereiste kerkelijke dispensatie aangevraagd. Daarenboven had hij in strijd met de wil van de stichter van de vicarie geen kapelaan aangesteld en zelf de inkomsten daaruit opgestreken. Hij bedroog zijn parochianen financieel en schond het biechtgeheim. Een ander punt was dat hij slechts plaatsvervangend pastoor was, maar het naar buiten in woord en gedrag deed voorkomen dat hij het pastoorsambt op eigen titel uitoefende. Zijn parochianen werden door hem fysiek of verbaal bedreigd of zelfs mishandeld. Tot slot werd hij ervan beschuldigd dat hij dagenlang in de kroeg zat en zich zo erg bedronk dat hij nauwelijks nog een woord kon uitbrengen.

Ten behoeve van het strafproces werden 23 personen, hoofdzakelijk inwoners van Brakel, ondervraagd over de bovengenoemde beschuldigingen die tegen hun zielzorger waren ingebracht. Onder hen was ook de in Overlangbroek woonachtige Aleid Jan Zegersdochter, bij wie zowel Reijners broer Gijsbert als Reijner zelf een buitenechtelijk kind had verwerkt. Zij woonde omstreeks 1539 in Brakel in bij een zus van Reijner en haar man, toen zij van Reijner zwanger werd. Het kind, een meisje, had zij in Utrecht ter wereld gebracht. Bij het doopsel ontving het de naam Janneke als vernoeming naar de vader van Aleid. Een maand na de geboorte had Aleids zus het kind in Utrecht opgehaald en meegenomen naar haar woonplaats Leerdam. Deze zus veranderde de naam van het kind in Joostje als vernoeming naar de vader van Reijner Joosten, zo blijkt uit de door Aleid afgelegde verklaring. Het kind dat eerder door Reijners broer bij Aleid was verwerkt, woonde in 1544 bij Reijners moeder.

Naast deze buitenechtelijke affaire was het vooral de status van zijn huisgenote Catherina, waarover de ondervraagde parochianen van Brakel verklaringen aflegden. Reijner en Catherina woonden in 1544 al meer dan twintig jaar onder een dak en hadden samen tien of elf kinderen gekregen, van wie op dat moment twee jongens en twee meisjes nog in leven waren. Blijkens de verklaringen van verschillende parochianen hadden zowel Reijner als Catherina steeds beweerd dat zij gehuwd waren, maar er waren geen documenten of zegslieden die hun beider bewering konden bevestigen. Het was nog herhaaldelijk voorgekomen dat Catherina de pastoorsmaagd (huishoudster) werd genoemd of zelfs voor ‘papenhoer’ werd uitgescholden. In alle gevallen had zij daartegen krachtig geprotesteerd. “Ick en zij sijn hoer nijet, mer zijn getroude wijff. Die kerck mach zijn hoer zijn”, had zij uitgeroepen, toen haar status van wettelijk echtgenote weer eens in twijfel werd getrokken.

In 1545 berichtte de Utrechtse of?ciaal aan het Hof van Gelre dat hij van de procureur-?scaal van de bisschop opdracht had gekregen om Reijner in afwachting van een proces te doen arresteren en in Utrecht gevangen te zetten. Hij verzocht daarom aan het Hof om Joosten door de ambtman van de Bommelerwaard te laten arresteren en in verzekerde bewaring te stellen. Het Hof gaf inderdaad aan ambtman Hendrik die Ruyter bevel om de pastoor te arresteren, maar deze had kennelijk lucht gekregen van het arrestatiebevel en had tijdig de wijk genomen. Later had hij van dezelfde ambtman een vrijgeleide weten te verkrijgen, zodat hij zich ongehinderd door de arm der wet weer in de Bommelerwaard kon ophouden. Toen de of?ciaal zich hierover bij het Hof beklaagde, kreeg de ambtman opnieuw bevel om de pastoor te arresteren. Toen ook dit geen effect had, verzandde de kwestie gaandeweg in een competentiestrijd tussen het kerkelijk gerecht van de bisschop en het wereldlijk gerecht, in dit geval belichaamd door het Hof van Gelre. Daarbij ging het niet meer uitsluitend over de arrestatie van Joosten, maar ook over de vraag aan wie zijn te con?squeren bezittingen toekwamen: aan de bisschop of aan Karel V als hertog van Gelre.

Enige tijd later is Joosten door de kerkelijke rechtbank “om zekere excessen” veroordeeld, waarmee niets anders kan zijn bedoeld dan de hierboven beschreven delicten waarvoor hij in 1544 was aangeklaagd. Deze veroordeling heeft Reijner klaarblijkelijk toch zoveel angst ingeboezemd dat hij naar elders is gevlucht. Vanuit zijn schuilplaats beraamde hij plannen om Reiner van Azewijn, de heer van Brakel, uit de weg te ruimen. Deze had in 1544 ten tijde van het strafproces belastende verklaringen over Joosten afgelegd en mogelijk had hij Joosten ook nog op andere manieren dwarsgezeten, zodat de pastoor op wraak zon. Een van de huurmoordenaars werd echter door de ambtman van de Bommelerwaard gegrepen en legde een bekentenis af.

Hoe het Reijner na zijn kerkelijk proces en veroordeling is vergaan, is nauwelijks bekend. In 1552 legde hij een verklaring af voor de Arnhemse schepenbank ten behoeve van een proces dat de heer van Brakel en de heer van Zuilichem voor het Hof van Gelre tegen elkaar hadden aangespannen. Hij noemt zich dan priester en van zijn vrouw vernemen we in dit verband niets. Tussen 1552 en 1568 is Reijner Joosten overleden.

Reijner was in zijn tijd bepaald niet de enige pastoor in het bisdom Utrecht die een gezin had gesticht. Die omstandigheid was ook zeker niet de belangrijkste reden voor kerkelijke en wereldlijke overheid om hem strafrechtelijk te vervolgen. De redenen daarvoor moeten eerder worden gezocht in de grove verwaarlozing van de zielzorgtaken, in Reijners onaangepast gedrag ten opzichte van zijn parochianen en in het feit dat hij ondanks zijn priesterwijding in het huwelijk was getreden. Die feiten werden hem door gelovigen en overheden veel zwaarder aangerekend dan het samenwonen met een vrouw en kinderen, want op dit laatste punt week Reijners levenswijze niet af van die van veel van zijn toenmalige collega’s.

17-3-1552 Wij, burgemeesters, schepenen, tuigen met deze open brief dat voor ons in onze tegenwoordigheid en in schependom verschenen en gekomen is heer Reyner Joestenss, priester, 62 jaar oud wezende, met recht besat om zijn kondschap der waarheid te zeggen op alzulke interrogata als nabeschreven en heeft door dwang des rechten getuigd: - op het eerste en andere interrogatoria als of hij niet te Brakel geboren en van zijn jonge dagen daar gevoed en opgetogen is....

Akte 7-7-1566 "....aanspraeck Ghijsbert van Braeckel wegens zichzelf, de erven van joffr Geertruijt zaliger, Willem Willems van Poederoijen, den langen Jan Dircs met sijn kijnderen, Cornelis Reijeres en Jan Jansen Ghelaesmaker, erffgenaemen Jan Reijersen en als erfgenamen oirs vaders Heren Reijer Joostens ....en alle overige erfgenamen van jofrouw Geertruijt." ORAZDp143v.

Huwelijken Catharina Hendrick Mattheusdr.
Reijner Joosten verwekte 11 kinderen bij zijn vrouw.
Huwelijken Aleijdt Jan Zegersdr:.

1544 Hof van Gelre. Zaak tegen Reijer Joosten, pastor/priester te Brakel. (GA 0124/4524 scans 114-135/1399).

De getuigenverklaringen uit bovenstaande zaak.

2e artikel (scan 113) Margaretha Goosewini, commune fama in Brakell... adulternny comisit (algemeen gerucht in Brakel dat Reijner Joosten overspel had met haar (bevestigd scan 123).

-Yswinnis Hermanni sartor (= kleermaker, elders: snijer Yven Hermans) in Brakel 44 jaar (scan 117) -Andreas Vernoij cursor cura -Godefridus Henrici vicarinus eccelsia de Brakell de St Jacob altaer. 52 jaar (voor andere namen zie ook : namenlijst Brakel word-bestand).

-Theodorus Johannes Verssersz (of Wissersz), parochianis in Brakel (scan 129).

- Henricus Johannis parochianis in Brakel (50j): "Alijdt voors weert in Neederlanbroeck bij Eerist van Ameronge.".

- Gertrudis uxor Christopheri de tijela (=van Tiel), parochiana in Brakel (50j): "Alijdt Jansdr is een moije van haer deposants man. Heeft een kijndt ontfangen van Ghijsbert van Brakell (...) ende opte zelve tijde als Alijt van heer Reijer met kijnde gemaeckt wordt woonde zij tot Wilhelm Petersen. Marten Mattheussen, Willem Petersen knecht ofte Ghijsbert sijn broeder t kijnt voor hoer/hoer genomen hadde twelck zij nijet doet. tSelve kijnt van heer Reijer was kirsten gedaen nae die name van Alijts vader ende deurna ist vernoemt Joost nae die vader van heer Reijer.".

- Adrianus Wilhelm Rijswijck, scholterus in Druijnen (50j): scan131 (dixit anno 25 ultime in latijn over Rome....) "dat hij gehoort heeft van heer Reijer dat hij noeijt hem vande priesterlicke staet onderwonden zoude hebben ten waere geweest ener vrese en bedwang van zijn moeder nae die tijt vande voors dispensatie, want hij soude indien hij zulcx nijet gedaen en hadde, dat zijn moeder hem een scamper stuck gedaen soude hebben.".

- Martinus Mattheus parochianne in brakel (25j) : "Die selve Alijdt ten huijse van Wilhem Peterssen daer hij deposant mede woonde.".

- examinata fuit in oppido de Leerdam. Margaretha uxor Hermanni Ocker: "heer Reijer kijnt gemaeckt heeft omtrent 5 jaeren geleden genaemt Joostgen, welcke kijndt Hilligen Alijts zuster aen haer deposant bestaet heeft - t Gelt daervangehaelt in een herberge bijnnen Leerdam - heer Reijers moeder aen haer deposant bestaet - t Selve kijntvan haer deposantophaelt is bij Hermana des voors heer Reijers suster - dat voors kijndt op de vonte genoemt is geweest Jan, daerna Alijt Joostjen genoemt is geweest.".

- in quodam cymbalo vincatum Jasper de Wije quodam Agatha filia Johannis de Conelis improperame dixit "dat heer Reijer hem gepost? toegescht heeft als dat hij mit Driess Gerritsen tot Bommel meester Roeloffs vader gehandelt hadde en hadde hem gegeven 150 off 160 gulden doen meester Roeloff zijn maeltijt dede,,,," (scan 123) etc.

- Johannes Reosendaell parochianne in Brakell (40j) : "Dat Ghijsbert van Brakell heer Reijneris broeder een kijnt gemaeckt hadde bij Alijdt Jansendr en daernae heer Reijer heeft bij dezelfde mede een kijnt gemaeckt...".

- Gerbranda relicta Gherardi Gerdardi (70j) parochiani Brakell: "Veel diversche persoenen heeft horen seggen dat heer Reijer ende Catharine tsamen tot Roemen zijn geweest en aldaer brieven vercregen dat....... (...) Dat heer Reijer in p.ne van den heiligen sacrament als hij sieck lach veel luijden beleden soude hebben dat hij Cornelis ?? getrout hadde".

- Catherine uxor Johannis Rosendaell (31j): "zeijt dat Ghijsbert van Brakell heeft Alijdt Jansdr mit kijnde gemaeckt welcke kijnde zij deposant geheven heeft uit die vonte ende daerna heeft Alijdt voors weder kijnde gedraegen daer zij van gelegen is buijten de dorpe van Brakel ende men seijt ende dief,,,, is zulcx dat heer Reijer die vader soude zijn dat tsekve kijnt als noch tot Leerdam woont".

- Domicella Cornelia van Wije relicta Eustachij de Broeckhuijsen (48j) scan 126:.

- Adriana relicta Petri Hermanni (70j) scan 127: 'dixit dat Maes staessen zeijde dat hij Catherine hehoort hadde....".

- Geertrudis Arnoldi parochiana in Brakell (50j): "Heer Reijer cranck leggende totterdoot toe heeft in p...ne van den heiligen sacrament ende heer Goert ende meer andere personen geseit ende hebben dat...brieven van Reijer op tafel gesien.... Die moeder van heer Reijer woude beswijme? merals heer Reijer gesont wasversoeck dat hij Cornelis getrouwt hadde".

- Margaretha uxor Johannis Lamberts (63j) incola traiectem (=Utrecht): "Alijt Jansdochter van Brakell wesende zwaer van kijnde is gecomen tot huijse van haer disposant. Aldaer in craem gelegen van een jonge dochter daer sij deposant die vroemoeder off was. t Selve kijnt waer in dede Breekerck t Utrecht gekorstent ende genaemt Kannijcken nae heer Reijers vader. Ende haer deposants dochter heeft tselve kijndt van de vonte geheven.".

- examinata fuit in villagia Overlangbroeck Aleijdis dilia Johannes Zegers (35j) scan 125: "Wilhem Peetersen wijns huijsfrou was een zuster van heer Reijner Joestensen pastor tot Brakell, heeft met kijnde gemaeckt - heeft t selve kijnt gebaert bijnnen Utrecht then huijse van Jan Lambertssen (was een dochter ende werde genaempt Jannetgen nae des deposants vader - 1 maent out - Hillegondt des deposants zuster dat kijnt gebracht ende bestaet bijnnen Leerdam - ende woude nijet dat dat kijnt genaempt zoude zijn nae haer ende der deposante vader, mer t selve kijnt noemen nae heer Reijers vader Joestlijn welcke naeme dat kijnt alsnoch heeft - ende aleer zij deposant t voors kijndt van heer Reijner ontfangen hadde, hadt zij te voorn een kijndt ontfangen ende ter welt gebracht bij Ghiksbert van Brakell heer Reijners broeder, wervan zij bijnnen de dorpe van Brakell in de craem gelegen heeft, t welck heer Reijner voor well te voorn wiste.".

Uit deze relatie een kind.

relatie (2)
met

Ghijsbert Joosten van Brakel, zn. van Joost en Geertruijt van Brakel.

Ghijsbert Joosten van Brakel.
22-4-1563 Frederick Gerits van de Pol bekent heel en ten volle leen? te sijn van 2500 gulden brabants en hem Ghijsbert van Braeckell gelooft had voor 1,5 morgen lants op Braeckel ghelegen genaempt den Hogen Esch hem aencomen en aenbestorven van Jennecken besittenders? bedancken daer van Ghijsbert van Brakel voors. goede(re?)n betalinge / met voorwaerden dat Ghijsbert van Brakel hem den schultbrief van Wessel tot Gorcum gecanceleert leveren? sal (ORAZ Lp18-18v).

1544 Wordt meerder malen vermeld in de getuigenissen voor het Hof van Gelre tegen Reijner Joosten, omstreden priester van Brakel, zijn broer. Ook hun beider bijzit Aleijdt Jan Zegersdr getuigt zelf: "ende aleer zij deposant tvoors kijnt van heer reijer ontfangen hadde, hadt zij tevoorn een kijnft ontfangen en ter werlt gebracht bij Ghijsbert van Brakell heer reijers broeder, waer van zij bijnnen de dorpe van Brakell inde craem gelegen heeft, 'twelck heer reijer voors well wiste". (GA ORA 0124/4524 scan 135).

Uit deze relatie een kind.


Ghijsbert Joosten van Brakel
Ghijsbert Joosten van Brakel.

Ghijsbert Joosten van Brakel.
22-4-1563 Frederick Gerits van de Pol bekent heel en ten volle leen? te sijn van 2500 gulden brabants en hem Ghijsbert van Braeckell gelooft had voor 1,5 morgen lants op Braeckel ghelegen genaempt den Hogen Esch hem aencomen en aenbestorven van Jennecken besittenders? bedancken daer van Ghijsbert van Brakel voors. goede(re?)n betalinge / met voorwaerden dat Ghijsbert van Brakel hem den schultbrief van Wessel tot Gorcum gecanceleert leveren? sal (ORAZ Lp18-18v).

1544 Wordt meerder malen vermeld in de getuigenissen voor het Hof van Gelre tegen Reijner Joosten, omstreden priester van Brakel, zijn broer. Ook hun beider bijzit Aleijdt Jan Zegersdr getuigt zelf: "ende aleer zij deposant tvoors kijnt van heer reijer ontfangen hadde, hadt zij tevoorn een kijnft ontfangen en ter werlt gebracht bij Ghijsbert van Brakell heer reijers broeder, waer van zij bijnnen de dorpe van Brakell inde craem gelegen heeft, 'twelck heer reijer voors well wiste". (GA ORA 0124/4524 scan 135).

relatie
met

Aleijdt Jan Zegersdr, geb. in 1509, relatie (1) met Reijnier Joosten (Reijner) van Brakel (). Uit deze relatie een kind.

Aleijdt Jan Zegersdr.
1544 Hof van Gelre. Zaak tegen Reijer Joosten, pastor/priester te Brakel. (GA 0124/4524 scans 114-135/1399).

De getuigenverklaringen uit bovenstaande zaak.

2e artikel (scan 113) Margaretha Goosewini , commune fama in Brakell... adulternny comisit (algemeen gerucht in Brakel dat Reijner Joosten overspel had met haar (bevestigd scan 123).

-Yswinnis Hermanni sartor (= kleermaker, elders: snijer Yven Hermans) in Brakel 44 jaar (scan 117) -Andreas Vernoij cursor cura -Godefridus Henrici vicarinus eccelsia de Brakell de St Jacob altaer. 52 jaar (voor andere namen zie ook : namenlijst Brakel word-bestand).

-Theodorus Johannes Verssersz (of Wissersz), parochianis in Brakel (scan 129).

- Henricus Johannis parochianis in Brakel (50j): "Alijdt voors weert in Neederlanbroeck bij Eerist van Ameronge.".

- Gertrudis uxor Christopheri de tijela (=van Tiel), parochiana in Brakel (50j): "Alijdt Jansdr is een moije van haer deposants man. Heeft een kijndt ontfangen van Ghijsbert van Brakell (...) ende opte zelve tijde als Alijt van heer Reijer met kijnde gemaeckt wordt woonde zij tot Wilhelm Petersen. Marten Mattheussen, Willem Petersen knecht ofte Ghijsbert sijn broeder t kijnt voor hoer/hoer genomen hadde twelck zij nijet doet. tSelve kijnt van heer Reijer was kirsten gedaen nae die name van Alijts vader ende deurna ist vernoemt Joost nae die vader van heer Reijer.".

- Adrianus Wilhelm Rijswijck, scholterus in Druijnen (50j): scan131 (dixit anno 25 ultime in latijn over Rome....) "dat hij gehoort heeft van heer Reijer dat hij noeijt hem vande priesterlicke staet onderwonden zoude hebben ten waere geweest ener vrese en bedwang van zijn moeder nae die tijt vande voors dispensatie, want hij soude indien hij zulcx nijet gedaen en hadde, dat zijn moeder hem een scamper stuck gedaen soude hebben.".

- Martinus Mattheus parochianne in brakel (25j) : "Die selve Alijdt ten huijse van Wilhem Peterssen daer hij deposant mede woonde.".

- examinata fuit in oppido de Leerdam. Margaretha uxor Hermanni Ocker: "heer Reijer kijnt gemaeckt heeft omtrent 5 jaeren geleden genaemt Joostgen, welcke kijndt Hilligen Alijts zuster aen haer deposant bestaet heeft - t Gelt daervangehaelt in een herberge bijnnen Leerdam - heer Reijers moeder aen haer deposant bestaet - t Selve kijntvan haer deposantophaelt is bij Hermana des voors heer Reijers suster - dat voors kijndt op de vonte genoemt is geweest Jan, daerna Alijt Joostjen genoemt is geweest.".

- in quodam cymbalo vincatum Jasper de Wije quodam Agatha filia Johannis de Conelis improperame dixit "dat heer Reijer hem gepost? toegescht heeft als dat hij mit Driess Gerritsen tot Bommel meester Roeloffs vader gehandelt hadde en hadde hem gegeven 150 off 160 gulden doen meester Roeloff zijn maeltijt dede,,,," (scan 123) etc.

- Johannes Reosendaell parochianne in Brakell (40j) : "Dat Ghijsbert van Brakell heer Reijneris broeder een kijnt gemaeckt hadde bij Alijdt Jansendr en daernae heer Reijer heeft bij dezelfde mede een kijnt gemaeckt...".

- Gerbranda relicta Gherardi Gerdardi (70j) parochiani Brakell: "Veel diversche persoenen heeft horen seggen dat heer Reijer ende Catharine tsamen tot Roemen zijn geweest en aldaer brieven vercregen dat....... (...) Dat heer Reijer in p.ne van den heiligen sacrament als hij sieck lach veel luijden beleden soude hebben dat hij Cornelis ?? getrout hadde".

- Catherine uxor Johannis Rosendaell (31j): "zeijt dat Ghijsbert van Brakell heeft Alijdt Jansdr mit kijnde gemaeckt welcke kijnde zij deposant geheven heeft uit die vonte ende daerna heeft Alijdt voors weder kijnde gedraegen daer zij van gelegen is buijten de dorpe van Brakel ende men seijt ende dief,,,, is zulcx dat heer Reijer die vader soude zijn dat tsekve kijnt als noch tot Leerdam woont".

- Domicella Cornelia van Wije relicta Eustachij de Broeckhuijsen (48j) scan 126:.

- Adriana relicta Petri Hermanni (70j) scan 127: 'dixit dat Maes staessen zeijde dat hij Catherine hehoort hadde....".

- Geertrudis Arnoldi parochiana in Brakell (50j): "Heer Reijer cranck leggende totterdoot toe heeft in p...ne van den heiligen sacrament ende heer Goert ende meer andere personen geseit ende hebben dat...brieven van Reijer op tafel gesien.... Die moeder van heer Reijer woude beswijme? merals heer Reijer gesont wasversoeck dat hij Cornelis getrouwt hadde".

- Margaretha uxor Johannis Lamberts (63j) incola traiectem (=Utrecht): "Alijt Jansdochter van Brakell wesende zwaer van kijnde is gecomen tot huijse van haer disposant. Aldaer in craem gelegen van een jonge dochter daer sij deposant die vroemoeder off was. t Selve kijnt waer in dede Breekerck t Utrecht gekorstent ende genaemt Kannijcken nae heer Reijers vader. Ende haer deposants dochter heeft tselve kijndt van de vonte geheven.".

- examinata fuit in villagia Overlangbroeck Aleijdis dilia Johannes Zegers (35j) scan 125: "Wilhem Peetersen wijns huijsfrou was een zuster van heer Reijner Joestensen pastor tot Brakell, heeft met kijnde gemaeckt - heeft t selve kijnt gebaert bijnnen Utrecht then huijse van Jan Lambertssen (was een dochter ende werde genaempt Jannetgen nae des deposants vader - 1 maent out - Hillegondt des deposants zuster dat kijnt gebracht ende bestaet bijnnen Leerdam - ende woude nijet dat dat kijnt genaempt zoude zijn nae haer ende der deposante vader, mer t selve kijnt noemen nae heer Reijers vader Joestlijn welcke naeme dat kijnt alsnoch heeft - ende aleer zij deposant t voors kijndt van heer Reijner ontfangen hadde, hadt zij te voorn een kijndt ontfangen ende ter welt gebracht bij Ghiksbert van Brakell heer Reijners broeder, wervan zij bijnnen de dorpe van Brakell in de craem gelegen heeft, t welck heer Reijner voor well te voorn wiste.".

Uit deze relatie een kind.


Joost
Joost .

Joost .
1526. Arend van den Over en Cornelis Aerts schepenen in Zuilichem getuigen dat Joost van Brakell schuldig is aen Hr. Reijer Joesten, priester. 1526. Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. Transfix. Aanhangend: 1551 Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen).

02-01-1527. schepenen Arnt van Over [Oever] en Hubert Claess Akte van transport ten overstaan van het gerecht van Zuilichem door Joest van Brakel aan Ot van Scerpezeel, rechter te Arnhem, van de landerijen die Joest heeft geërfd van zijn oom Joest van Haefften. Wij Arnt van Over ende Hubert Claess scepen in Zulichem tugen dat voir ons comen is Joest van Brakel ende heefft geloefft Ot van Scerpezeel richter tot Aernem ten ewegen dagen te waeren ende te vrien ende allen voircommer aff te doen van alsucke erven ende landen ende leenmannnen als Joest voirss. vercofft ende opgedragen heefft Ot van Scerpezeel voirss. gelegen op Romd Rumpt ende hem van Joest van Haefften sijnen oem aenbestorven ende aencomen waren na vermogen der leenbrieven ende den scepenen brieff van Deil die dair op gemaict sullen worden. Ende na inhalt eenre coep cedel die Joest van Brakel ende Ot van Scerpezeel voirss. mit twe geestelicke heren? onderhans? teikent hebben voirt so men niet en weet wie die leenheren moege wesen van achtalven? mergen lantz gelegen op Esacker ende drie mergen lans op Die Woirden ende vier mergen lantz opt Rowen so geloefft Joest van Brakel Ot van Scerpezeel voirss. tot wat tide dat men verneemt wie leenhere dair aff is vanden voirss. genoemde lande so sal Joest voirss vesticheit ende ... Ot van Scerpezeel off sijnen erffgenamen voirss. voir den leenhere dair Ot voirss. off sijn erffgenamen mede bewairt sijn naden leenrecht hyr aff sijn wairburgen drie mergen lants gelegen tot Brakel affter Joest voirss. camer ende noch vijff mergen lants ende voirt allen guederen? Joest voirss, gelegen inder eninge van Zulichem in oirconde ons litteren gegeven int jair ons Heren dusent vijffhondert ende seven ende twintich den tweeden dach in januario. bron: Toegang 802 - Verzameling losse aanwinsten gemeentelijke archiefdienst Utrecht [HUA] Inv. 390 Datering: 1527. Omvang: 1 charter.

Context: "Joost van Brakel erfde land in Rumpt van zijn oom Joost van Haeften en verkocht het aan Otto van Scherpenzeel. Van diverse stukken grond was de leenheer niet bekend. Het laatste deel betreft extra garanties en waarborgen door Joost van Brakel totdat de leenheer bekend is. Otto van Scherpenzeel trouwde [1] ca 1510 met Theoderica de Cock van Waardenburg. Ivm diens boedelscheiding, zie 'Transitie en Continuïteit. De bezitsverhoudingen en de plattelandseconomie in het westelijke gedeelte van het Gelderse rivierengebied', door B.J.P. van Bavel. Dit omvat de huizen en heerlijkheden Rumpt en Gellicum met alle toebehoor, veel grond in Rumpt, Gellicum en Est, etc, etc.".

1528. Joost van Brakell en Reijnier van Tuill schepenen in Zuilichem getuigen dat jufffrou Cornelis van Broeckhuisen weduwe zalige Stees van Broekhuisen etc, 1528. Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen).

1530. Reijnier van Tuill en Baijen van Welderen schepenen in Zuilichem getuigen dat Joost van Brakell schuldig is een rente van 8 Philips guldens aen Cornelis Arens, 1530. Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. Transfix. Aanhangend: 1538. Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen).

tr.
met

Geertruijt van Brakel.

Geertruijt van Brakel.
1-7-1568 (ORAZ Dp141v) De erfgenamen juffr Gheertruiijt en Tuenis Jansen.

7-7-1568 (OEAZ Dp143v) Aert Vos Roeloffs doet aanspraak op Ghijsbert (NB Joosten) van Braeckel vanwege zichzelf mede met als erfgen. juffr Geertruijt, Willem Willemsen van Poederoijen, de langhen Jan Dircksen met sinen kijnderen, Cornelis Reijersen en Jan Jansen Ghelaesmaker, erfgenamen Jan Reijersen en als erfgenamen van hun vader heer Raijner Joostens en voirts alle andere erffgenamen juffr Geertruit zaliger.......

Op 25-4-1566 werd al een aantal van deze lieden vermeld waar het ging om het gebruik van 6m2h "Die Sack" in Nieuwaal, namelijk Ghijsbert van Braeckel, Willem Willemsen namens zijn vrouw,, Jan Dircsen voor zichzelf en zijn kinderen. + Arien Berissen, Jacop Beriisen, Mary Berissen en Arien Claessen namens zijn vrouw (ORAZ Dp114v).

NB doodboek Onze Lieve Vrouwe broederschap Heusden: (hogenda) Gheertruijt van Brakel. fol 4v.

Jonckfrou Jorijs van Brakel. fol 6v en Meijster Joris van Brakel priester. fol 2v (BHIC 239/721: Testament van Joris van Brakel, kanunnik in Heusden, 1564 kloosters Mariënkroon, Mariëndonk).

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ghijsbert     


Geertruijt van Brakel
Geertruijt van Brakel.

Geertruijt van Brakel.
1-7-1568 (ORAZ Dp141v) De erfgenamen juffr Gheertruiijt en Tuenis Jansen.

7-7-1568 (OEAZ Dp143v) Aert Vos Roeloffs doet aanspraak op Ghijsbert (NB Joosten) van Braeckel vanwege zichzelf mede met als erfgen. juffr Geertruijt, Willem Willemsen van Poederoijen, de langhen Jan Dircksen met sinen kijnderen, Cornelis Reijersen en Jan Jansen Ghelaesmaker, erfgenamen Jan Reijersen en als erfgenamen van hun vader heer Raijner Joostens en voirts alle andere erffgenamen juffr Geertruit zaliger.......

Op 25-4-1566 werd al een aantal van deze lieden vermeld waar het ging om het gebruik van 6m2h "Die Sack" in Nieuwaal, namelijk Ghijsbert van Braeckel, Willem Willemsen namens zijn vrouw,, Jan Dircsen voor zichzelf en zijn kinderen. + Arien Berissen, Jacop Beriisen, Mary Berissen en Arien Claessen namens zijn vrouw (ORAZ Dp114v).

NB doodboek Onze Lieve Vrouwe broederschap Heusden: (hogenda) Gheertruijt van Brakel. fol 4v.

Jonckfrou Jorijs van Brakel. fol 6v en Meijster Joris van Brakel priester. fol 2v (BHIC 239/721: Testament van Joris van Brakel, kanunnik in Heusden, 1564 kloosters Mariënkroon, Mariëndonk).

tr.
met

Joost .

Joost .
1526. Arend van den Over en Cornelis Aerts schepenen in Zuilichem getuigen dat Joost van Brakell schuldig is aen Hr. Reijer Joesten, priester. 1526. Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. Transfix. Aanhangend: 1551 Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen).

02-01-1527. schepenen Arnt van Over [Oever] en Hubert Claess Akte van transport ten overstaan van het gerecht van Zuilichem door Joest van Brakel aan Ot van Scerpezeel, rechter te Arnhem, van de landerijen die Joest heeft geërfd van zijn oom Joest van Haefften. Wij Arnt van Over ende Hubert Claess scepen in Zulichem tugen dat voir ons comen is Joest van Brakel ende heefft geloefft Ot van Scerpezeel richter tot Aernem ten ewegen dagen te waeren ende te vrien ende allen voircommer aff te doen van alsucke erven ende landen ende leenmannnen als Joest voirss. vercofft ende opgedragen heefft Ot van Scerpezeel voirss. gelegen op Romd Rumpt ende hem van Joest van Haefften sijnen oem aenbestorven ende aencomen waren na vermogen der leenbrieven ende den scepenen brieff van Deil die dair op gemaict sullen worden. Ende na inhalt eenre coep cedel die Joest van Brakel ende Ot van Scerpezeel voirss. mit twe geestelicke heren? onderhans? teikent hebben voirt so men niet en weet wie die leenheren moege wesen van achtalven? mergen lantz gelegen op Esacker ende drie mergen lans op Die Woirden ende vier mergen lantz opt Rowen so geloefft Joest van Brakel Ot van Scerpezeel voirss. tot wat tide dat men verneemt wie leenhere dair aff is vanden voirss. genoemde lande so sal Joest voirss vesticheit ende ... Ot van Scerpezeel off sijnen erffgenamen voirss. voir den leenhere dair Ot voirss. off sijn erffgenamen mede bewairt sijn naden leenrecht hyr aff sijn wairburgen drie mergen lants gelegen tot Brakel affter Joest voirss. camer ende noch vijff mergen lants ende voirt allen guederen? Joest voirss, gelegen inder eninge van Zulichem in oirconde ons litteren gegeven int jair ons Heren dusent vijffhondert ende seven ende twintich den tweeden dach in januario. bron: Toegang 802 - Verzameling losse aanwinsten gemeentelijke archiefdienst Utrecht [HUA] Inv. 390 Datering: 1527. Omvang: 1 charter.

Context: "Joost van Brakel erfde land in Rumpt van zijn oom Joost van Haeften en verkocht het aan Otto van Scherpenzeel. Van diverse stukken grond was de leenheer niet bekend. Het laatste deel betreft extra garanties en waarborgen door Joost van Brakel totdat de leenheer bekend is. Otto van Scherpenzeel trouwde [1] ca 1510 met Theoderica de Cock van Waardenburg. Ivm diens boedelscheiding, zie 'Transitie en Continuïteit. De bezitsverhoudingen en de plattelandseconomie in het westelijke gedeelte van het Gelderse rivierengebied', door B.J.P. van Bavel. Dit omvat de huizen en heerlijkheden Rumpt en Gellicum met alle toebehoor, veel grond in Rumpt, Gellicum en Est, etc, etc.".

1528. Joost van Brakell en Reijnier van Tuill schepenen in Zuilichem getuigen dat jufffrou Cornelis van Broeckhuisen weduwe zalige Stees van Broekhuisen etc, 1528. Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen).

1530. Reijnier van Tuill en Baijen van Welderen schepenen in Zuilichem getuigen dat Joost van Brakell schuldig is een rente van 8 Philips guldens aen Cornelis Arens, 1530. Met een kruisje ervoor als teken dat deze akte vernietigd is. Transfix. Aanhangend: 1538. Bron: Collectie van Spaen, inv. 162 (Archieven Neerijnen).

Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ghijsbert     


Emmetje Jans
Emmetje Jans, geb. Groot-Ammers circa 1621.

tr. (1) circa 1646
met

Baeijen Hendriks van Os, zn. van Hendrik van Os, geb. voor 1626, ovl. voor 1652.

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Catelijn~1647 Brakel    

tr. (2) Brakel op 31 okt 1652
met

Jacob Jan Huijbertsen van Willigen, zn. van Jan Hubertsz van Willigen (geërfde te Brakel, dijkheemraad) en ?Teuntje? Ariensdr Versteegh, geb. Brakel circa 1613, Maenmeester (1653), buurmeester (1655) en collecteur of maener van de verpondingen in Brakel (1655), ovl. Brakel circa 1670.

Jacob Jan Huijbertsen van Willigen.
Maenmeester (1653), buurmeester (1655) en collecteur of maener van de verpondingen in Brakel (1655).

De fatale vechtpartij op de dijk in Gameren in 1638 zet het leven van Jacob Jan Huijberts helemaal op de kop. (Zie de tekst onder zijn vader.) Ter dood veroordeeld en voortvluchtig wijkt hij van Gelderland uit naar "buitenland" en monstert aan bij het nabij gelegen Loevestein (Holland). Als een gratieverzoek wordt afgewezen neemt hij de wijk naar een ander "buitenland" nl Heusden in Brabant. Uiteindelijk volgt er in 1641 algeheel ontslag van strafvervolging en rehabilitatie (remissie, zie afbeelding) nadat ook de families tot overeenstemming waren gekomen. Namens hem traden op zijn schoonvader Jan Wouters (Suermont) en zijn zwagers Wouter Jans en Adriaen Jans. Zwager Wouter Jans was in 1638 zelfs nog in Gameren op zoek gegaan naar ontlastende getuigenverklaringen. Het resultaat daarvan hij legde hij de gerechtsmannen van Brakel voor, waarvan akte. (Zie ook het betreffende artikel in Tussen de Voorn en Loevestein).

26-6-1638 TESTAMENT waarin Jan Huberts van Willigen zijn (voor)zoon Jacob onterft, en aan zijn na-kinderen nalaat te Brakel: "de Breedecamp" anderhalve morgen (O: steeg N: Peter Willems Z: heer van Brakel) en een morgen land opt Leuvensveldt (O: heer van Brakel W: Anthonis Jans N: weertdijck) HBZ L p123v.

14-1-1642 "Besegelt met het groote segel de brieve van remissie voor Jacob Jan Huijberts nederslach begaen hebbende aen de persoone van Heijmen Jacobsz, gedatiert den 21 December 1641. Comt voor recht van segel drie goltgulden in weerde als vooren, maeckende munte deser reeckeninge VIII pond V stuijvers." (GA 0012/6862 grootzegelrekeningen scan 91).

1646 Tijnsgoed binnen de kijfdijk van de Heer van Brakel dat vanaf zijn grootvader Hubert Jans in de familie is, destijds Lauerens Jans hoff genoemd, dat hij deelde met Arien Jans Versteegh. Jacob Jan Huijberts deelt met Otto Dircks, Cornelis Ariens Molensteeg en Jan Willems Doelick (= een van de erven van de hoeve het Ooievaarsnest).

Er zijn meer aanwijzingen voor familieverbanden tussen Versteegh en Jacob Jan Huijberts. 9-3-1641 Allen erfgenamen van Arien Jans Corten (die gehuwd was met Marij Jans): Arien Thijs namens zijn vrouw ( Arien ThijsRuijmschotel als man van Geurtje Jans Blancken, stiiefouders van deze kinderen van Willigen; Arien Thijs van Heukelum en Teuntjen van Welgen waren nog lang niet getrouwd), Cornelis Ariens den ouden Corten, Cornelis Ariens den jongen Corten, Ott Dircks (Glummer) namens zijn vrouw Jenneken Jans, Jacob Jan Huberts. 8 hont boomgaard "Meulenbos" te Brakel aan beide zijden van de molensteeg verkopen zij aan Joan Versteegh (HBZ L p184v-185). En 13-2-1666: Jacob Jansen en Jacob Anthonissen treden op als ooms van de nagelaten kinderen van Cornelis Ariensen Versteegh (de jongere) en Dirsken Anthonis (NB namens vaderszijde resp. moederszijde). De vraag is of Jacob Jansen dezelfde is als Jacob Jan Huberts (JJH), Jacob Jans Blancken is dan al overleden. Jacob Jan Huberts erft mee met de zoons van Adriaen Jans Versteegh (AJV) vermoedelijk via zijn overleden vader. De eerste vrouw van Jan Huberts moet haast wel een van de niet met name genoemde dochters zijn van Adriaen Jans Versteegh alias Corten.

1649 verpondingskohier Brakel (Gelders Archief 0003/375 p190-305): Jacob Jan Huijbertsen (onterfd door zijn vader zaliger) heeft opt Hout van de kerk 6m 4,5h in gebruik en de (vermoedelijk hiervoor genoemde) morgen opt Leuvensvelt met Ott Dircx.

23-12-1653 Cornelis Verweij heeft verklaard betaald te hebben aan "Jacob Jans van Willigen" (ORAZ D p317v; ook 14-6-1654 p329**). 30-5-1665 juridica: Cornelis Verweij & Jacob Jansen van Willigen Putter @ (ORA ZDp17v) . Op 19-6-1666 (ORA ZLp31) verkoopt Cornelis Verweijs weduwe Anneke Jans van Willigen (Jacob Jan Huijberts halfzuster) met haar minderjarige kinderen + voordochter H&H aan de Gortstraat (O), W: voordochter Cornelis Verweij, Z: Willem Hendricksen, N:Loij Hendricksen aan Remmit Ariens (Blancken) met last van 4v dijk bij de Ronduit. en 8v diijk bij Arien Jans. Op 31-1-1655 betaalt Jacob Jans tijns uit H&H waar hij woont aan de Gortstraat (O), W: Maijken Jans, zijn zuster, Z: Adriaen Anthonis, N: Loij Hendricks. **) In de aangegeven akte is Jacob Jans van Willigen cessionaris van Peter Claes wegens een schuldbrief van 29-5-1651, dwz dat JJvW toen de nieuwe schuldvordering overnam. Hij ontving F250,- "uit cragte van gedaene transport aen sijnen voorsaet gedaen". Op 2-3-1653 wordt hij vermeld als "Jacob Jans getrout met de weduwe van Baijen Henricks cessionaris van Peter Claes coop geadiuceert op goederen van Cornelis Cornelis Verweij met schuldbrief van F255,- " (ORA ZDp282 foto 3784-5). 6-3-1666 Cornelis Verweij @ Jacob Janssen van Willigen (ORA ZDp60). NB 7-3-1680 De man van Jenneken Cornelis Verweij verkoopt aan Remit Ariensen huis en hof aan de Gortstraat te Brakel met last van o.a. 4 voet dijk tegen de ronduit (O: Remet Ariensen W: Jan Beijnen Z: Tonis Ariensen N: Jan Cornelis(Salm) ORA ZL p291 NB 8-7-1751 (ORA ZL p277) Cornelis Blancken x Catharina van Neck verkopen huis en hof van zijn ouders (O: Gortstraat W: weduwe Jan Beijnen Z: Jan vd Salm N: Cornelis vd Salm) met last van dijk rondom de Ronduijt.

9-3-1641 Dirck Otten treedt namens hem op in de verkoop van 8 hont boomgaard "het Meulenbos" ter weerszijden van de Meulensteeg te Brakel. Zij waren met de vrouw van Arien Thijs, Cornelis Ariensen den Corten sr en jr en Jan Ariens Corten, de erfgenamen van Arien Jans Corten die het in bezit had. Het grenst o.a. aan land van Dirck Otten en Geurt Rutgers. Dijkgraaf Joan Versteegh is de nieuwe eigenaar (ORAZ L p185).

19-11-1644 Arijen Tijsen en Jacob Jansen (van Willigen) namens zijn broers en zusters maken voor het Brakelse gerecht aanspraak op 100 gulden bij Berijs Rutgers, voor een merrie die hij uit het erfhuis heeft gekocht. (bron: Signaat van Brakel, Gelders Archief Arnhem. foto 79/ 6601).

2-12-1644 Jacob Jan Huijberts treedt als momber op voor zijn broers en zusters als kinderen van Jan Huijberts (van Willigen)zaliger, in een zaak die brouwer Adriaen Buijs uit Gorinchem voor het lagere gerecht van Brakel heeft aangespannen. Er is sprake van de borg voor Hendrick Joosten (één van de betrokkenen in de vechtpartij van 1638); het gaat om de resterende landpacht van 1639. Er volgt een arbitragezaak waarbij de proceskosten, groot 36 gulden, door Adriaen Buijs moeten worden opgebracht. Stiefvader Arijen Tijsen treedt eveneens op als momber van de kinderen. (verwezen wordt naar aanvang van het geschil in 1633, dat vermoedelijk 1639 moet zijn) (bron: Signaat van Brakel).

10-1-1646 Jacob Jan Huberts en Adriaen Jans Blancken als mombers van de minderjarige kinderen van Jan Huberts en Geurtgen Jans verkopen 1/2 boomgaard te Brakel, waarvan Arien Thijs de andere helft bezit (O: Cornelis Hermans N: Cornelis Vernoij W: straat)aan Hendrick Huberts (ORAZ L p2v) Jacob Jan Huberts verkoopt die dag aan Jan Wouters 11,5 hont land opt Leuvensveldt (O: Jan Berendts W: Jan Cornelis N: Anthonis Jans & erven Jan Huberts Z: Langerackse weteringh) (ORAZ L p3).

3-11-1653 Land van Jacob Jan Huberts en Wouter Jans grenst aan een weiland in de Bevingen te Brakel (ORAZ L p233).

10-8-1655 buurmeester te Brakel, collecteur of maener van de verpondingh aldaar (ORAZ D p387 DSCN 5975, in een verpondingszaak tegen Bertrina Buijs).

7-7-1657 Jacob Jan Huijbertsen pacht voor 34,= in Brakel het blok achter 't Leuvensveld met de Sprinck-tiend voor 12,= in de verpondingen, mede ondertekend als zijn borgen Huijbert Jansse en Jan Jansse. ( RAR 3186/91 foto 1684).

17-9-1657 Jacob Jan Huberts treedt met Cornelis Jan Ghijsberts en Adriaen van Willigen op als getuige, ten aanzien van een overstromingskwestie (ORAZ D p34).

1658 2,5 hnt Verdriet lest geset bij Rutger Ariesen, ingeset door Jacob Jan Huijberts voor 3 gulden (...) dit lant geh. bij Jan Anthonis (...) gemeijnt bij Geurt Rutgers. (kerkgoederen Brakel Gelders archief 379/782 foto DSCN 4318).

1658 Een door Jacob Jan Huijbertsen persoonlijk ondertekend document. Extract uit het dagelijks verschotboek van het dorp Brakel, burgemeester Wouter Jans Suermont. een gewaarmerkte kopie. "Jacob Jan Huijbertsen aegenomen volgens cond op te maecken drie gaten in de lege cavelingh ende voorts de cavelinghe van de van de dwars ca aff tot de meijdijck toe" (RAR 3186/91 foto 1668-71).

2-1-1659 "verteert ten huijse van Jacob Jan Huijbertsen van dijckheemraden de som van 12 gulden (bron? 75) 1670 "Betaelt aen Jacob Jan Huijberts of wel desselfs soon de som van 61-16-12 over verteeringe tot sijnen huijse gevallen, soo bijden heer en vrouwe van Braeckel, mijnheer de Gruijter en sijn vrou, den heere van Enspick Advocaet soos en andere persoone als oock verteeringe van winckooopen bij verscheijde bestedingen gevallen wagen vrachten leverantie van bier en andersijns blijckende bij reeckening ende quijtantie" foto 0079 /6686 en verderop "betaelt aen Arijen Jacopsen soone van Jacob Jan Huijberts ter saecke van verteeringe over maecken van lapdijcken, het besteden van weteringen als andersins blijckende bij reeckening en quijtantie 5-3-8 " foto 0079 /6694 (GA van Dam van Brakel, rekeningen Cornelis Vermoij) . Zijn vrouw en zoon zetten het bedrijf voort, dit alles vermoedelijk in de Ronduit.

1-6-1660 Jacob Jan Huijbertsen wordt aangesproken op zijn rol als maenmeester Brakel 1653 (ORAZ Dp288).

29-11-1661 Besloten wordt tot arbitrage inzake een geschil tussen Margaretha Bicker, wed van Arndt de Bije te Waijenstein en Jacob Jan Huijbertsen (ORAZ Dp260v). (ORA 1660-1672 DSCN 6020).

1-10-1662 Jacob Jansen van Willigen te Brakel gelooft tijns aan Lodewijck Cools, raedt en vroetschap Gorinchem, uit een obligatie van F250,= dd 3-6-1650 nieuwen stijl.

10-6-1663 "Schepenen appoincteren dat Cornelis Vernoij eens ende Jacob Jansen van Willigen anderdeels over haere ontstane differenten binnen een maant ten overstaen van onpartijdige keersvrunden sullen sien te vergelijcken." (ORAZ Dp336).

1663 "Ontfangen door Jacob Jan Huijberts de zom van 6 gulden is betalinge in(?) de rijs op de dijckenre.... (paratie va?) ....nden dijck van die meulencamp(?) dus 6 - 0 " (scan 11/20) EN "Betaelt aen Jacob Jan Huijbertsen de zom van 14 - 9 - 0 is betalinge van verteringe bikj de visitatoors der kercken verteert is anno 1662 ende wijn tot het avontmael ..." (Kerkrekening Peter Jansen GA 0379/ 756 scan 14/20).

1-12-1665 Jacob Jan Huijbertsen wordt vermeld in een pachtgeschil van eigenaar/eiser Aernt van Erp met Peter Jansen van Muijlwijck te Brakel mbt de Hovend (ORAZ Dp42). Met Arien Dircksen Duijsteren en Elisabeth Peters van Muijlwijck pachtten zij gevierenlijk vanaf 8-2-1660 dit land voor F410,= per jaar. Gaat verder op 7-3-1666 het land door de vier gepacht heet "de weijkens" (ORA ZDp59). 27-4-1666 en 3-5-1666 Stoffel Eversen en Cornelis Janssen doen aanspraak op de goederen van Aernt van Erp wijncoper in Gorinchem. "De weijkens" beslaat 10m. Peter Jansen van Muijlwijck doet aanspraak op goederen van Jacob Jan Huijbersen, Jan Cornelissen Salm en Lijsbet van Muijlwijck. (ORA ZDp71v-72v).

4-5-1666 Peter Jansen van Muijlwijck maakt aanspraak op de goederen van Jacob Jan Huijbertsen, Jan Cornelissen Salm en Lijsbet van Muijlwijck (ORAZ Dp72) (ook vermelding Dp104v).

30-11-1666 Jenneken Jans weduwe Wevelinckhoven heeft aanspraak gedaan op Jacob Jan Huijbersen (ORA ZDp103v).

2-8-1670 Jacob Jan Huijbertsen als lasthebbende van de erfgenamen van "de Bommelaer" te Brakel (dijkstoel foto 1556).

Uit dit huwelijk 5 kinderen.


Jacob Jan Huijbertsen van Willigen
Jacob Jan Huijbertsen van Willigen, geb. Brakel circa 1613, Maenmeester (1653), buurmeester (1655) en collecteur of maener van de verpondingen in Brakel (1655), ovl. Brakel circa 1670.

Jacob Jan Huijbertsen van Willigen.
Maenmeester (1653), buurmeester (1655) en collecteur of maener van de verpondingen in Brakel (1655).

De fatale vechtpartij op de dijk in Gameren in 1638 zet het leven van Jacob Jan Huijberts helemaal op de kop. (Zie de tekst onder zijn vader.) Ter dood veroordeeld en voortvluchtig wijkt hij van Gelderland uit naar "buitenland" en monstert aan bij het nabij gelegen Loevestein (Holland). Als een gratieverzoek wordt afgewezen neemt hij de wijk naar een ander "buitenland" nl Heusden in Brabant. Uiteindelijk volgt er in 1641 algeheel ontslag van strafvervolging en rehabilitatie (remissie, zie afbeelding) nadat ook de families tot overeenstemming waren gekomen. Namens hem traden op zijn schoonvader Jan Wouters (Suermont) en zijn zwagers Wouter Jans en Adriaen Jans. Zwager Wouter Jans was in 1638 zelfs nog in Gameren op zoek gegaan naar ontlastende getuigenverklaringen. Het resultaat daarvan hij legde hij de gerechtsmannen van Brakel voor, waarvan akte. (Zie ook het betreffende artikel in Tussen de Voorn en Loevestein).

26-6-1638 TESTAMENT waarin Jan Huberts van Willigen zijn (voor)zoon Jacob onterft, en aan zijn na-kinderen nalaat te Brakel: "de Breedecamp" anderhalve morgen (O: steeg N: Peter Willems Z: heer van Brakel) en een morgen land opt Leuvensveldt (O: heer van Brakel W: Anthonis Jans N: weertdijck) HBZ L p123v.

14-1-1642 "Besegelt met het groote segel de brieve van remissie voor Jacob Jan Huijberts nederslach begaen hebbende aen de persoone van Heijmen Jacobsz, gedatiert den 21 December 1641. Comt voor recht van segel drie goltgulden in weerde als vooren, maeckende munte deser reeckeninge VIII pond V stuijvers." (GA 0012/6862 grootzegelrekeningen scan 91).

1646 Tijnsgoed binnen de kijfdijk van de Heer van Brakel dat vanaf zijn grootvader Hubert Jans in de familie is, destijds Lauerens Jans hoff genoemd, dat hij deelde met Arien Jans Versteegh. Jacob Jan Huijberts deelt met Otto Dircks, Cornelis Ariens Molensteeg en Jan Willems Doelick (= een van de erven van de hoeve het Ooievaarsnest).

Er zijn meer aanwijzingen voor familieverbanden tussen Versteegh en Jacob Jan Huijberts. 9-3-1641 Allen erfgenamen van Arien Jans Corten (die gehuwd was met Marij Jans): Arien Thijs namens zijn vrouw ( Arien ThijsRuijmschotel als man van Geurtje Jans Blancken, stiiefouders van deze kinderen van Willigen; Arien Thijs van Heukelum en Teuntjen van Welgen waren nog lang niet getrouwd), Cornelis Ariens den ouden Corten, Cornelis Ariens den jongen Corten, Ott Dircks (Glummer) namens zijn vrouw Jenneken Jans, Jacob Jan Huberts. 8 hont boomgaard "Meulenbos" te Brakel aan beide zijden van de molensteeg verkopen zij aan Joan Versteegh (HBZ L p184v-185). En 13-2-1666: Jacob Jansen en Jacob Anthonissen treden op als ooms van de nagelaten kinderen van Cornelis Ariensen Versteegh (de jongere) en Dirsken Anthonis (NB namens vaderszijde resp. moederszijde). De vraag is of Jacob Jansen dezelfde is als Jacob Jan Huberts (JJH), Jacob Jans Blancken is dan al overleden. Jacob Jan Huberts erft mee met de zoons van Adriaen Jans Versteegh (AJV) vermoedelijk via zijn overleden vader. De eerste vrouw van Jan Huberts moet haast wel een van de niet met name genoemde dochters zijn van Adriaen Jans Versteegh alias Corten.

1649 verpondingskohier Brakel (Gelders Archief 0003/375 p190-305): Jacob Jan Huijbertsen (onterfd door zijn vader zaliger) heeft opt Hout van de kerk 6m 4,5h in gebruik en de (vermoedelijk hiervoor genoemde) morgen opt Leuvensvelt met Ott Dircx.

23-12-1653 Cornelis Verweij heeft verklaard betaald te hebben aan "Jacob Jans van Willigen" (ORAZ D p317v; ook 14-6-1654 p329**). 30-5-1665 juridica: Cornelis Verweij & Jacob Jansen van Willigen Putter @ (ORA ZDp17v) . Op 19-6-1666 (ORA ZLp31) verkoopt Cornelis Verweijs weduwe Anneke Jans van Willigen (Jacob Jan Huijberts halfzuster) met haar minderjarige kinderen + voordochter H&H aan de Gortstraat (O), W: voordochter Cornelis Verweij, Z: Willem Hendricksen, N:Loij Hendricksen aan Remmit Ariens (Blancken) met last van 4v dijk bij de Ronduit. en 8v diijk bij Arien Jans. Op 31-1-1655 betaalt Jacob Jans tijns uit H&H waar hij woont aan de Gortstraat (O), W: Maijken Jans, zijn zuster, Z: Adriaen Anthonis, N: Loij Hendricks. **) In de aangegeven akte is Jacob Jans van Willigen cessionaris van Peter Claes wegens een schuldbrief van 29-5-1651, dwz dat JJvW toen de nieuwe schuldvordering overnam. Hij ontving F250,- "uit cragte van gedaene transport aen sijnen voorsaet gedaen". Op 2-3-1653 wordt hij vermeld als "Jacob Jans getrout met de weduwe van Baijen Henricks cessionaris van Peter Claes coop geadiuceert op goederen van Cornelis Cornelis Verweij met schuldbrief van F255,- " (ORA ZDp282 foto 3784-5). 6-3-1666 Cornelis Verweij @ Jacob Janssen van Willigen (ORA ZDp60). NB 7-3-1680 De man van Jenneken Cornelis Verweij verkoopt aan Remit Ariensen huis en hof aan de Gortstraat te Brakel met last van o.a. 4 voet dijk tegen de ronduit (O: Remet Ariensen W: Jan Beijnen Z: Tonis Ariensen N: Jan Cornelis(Salm) ORA ZL p291 NB 8-7-1751 (ORA ZL p277) Cornelis Blancken x Catharina van Neck verkopen huis en hof van zijn ouders (O: Gortstraat W: weduwe Jan Beijnen Z: Jan vd Salm N: Cornelis vd Salm) met last van dijk rondom de Ronduijt.

9-3-1641 Dirck Otten treedt namens hem op in de verkoop van 8 hont boomgaard "het Meulenbos" ter weerszijden van de Meulensteeg te Brakel. Zij waren met de vrouw van Arien Thijs, Cornelis Ariensen den Corten sr en jr en Jan Ariens Corten, de erfgenamen van Arien Jans Corten die het in bezit had. Het grenst o.a. aan land van Dirck Otten en Geurt Rutgers. Dijkgraaf Joan Versteegh is de nieuwe eigenaar (ORAZ L p185).

19-11-1644 Arijen Tijsen en Jacob Jansen (van Willigen) namens zijn broers en zusters maken voor het Brakelse gerecht aanspraak op 100 gulden bij Berijs Rutgers, voor een merrie die hij uit het erfhuis heeft gekocht. (bron: Signaat van Brakel, Gelders Archief Arnhem. foto 79/ 6601).

2-12-1644 Jacob Jan Huijberts treedt als momber op voor zijn broers en zusters als kinderen van Jan Huijberts (van Willigen)zaliger, in een zaak die brouwer Adriaen Buijs uit Gorinchem voor het lagere gerecht van Brakel heeft aangespannen. Er is sprake van de borg voor Hendrick Joosten (één van de betrokkenen in de vechtpartij van 1638); het gaat om de resterende landpacht van 1639. Er volgt een arbitragezaak waarbij de proceskosten, groot 36 gulden, door Adriaen Buijs moeten worden opgebracht. Stiefvader Arijen Tijsen treedt eveneens op als momber van de kinderen. (verwezen wordt naar aanvang van het geschil in 1633, dat vermoedelijk 1639 moet zijn) (bron: Signaat van Brakel).

10-1-1646 Jacob Jan Huberts en Adriaen Jans Blancken als mombers van de minderjarige kinderen van Jan Huberts en Geurtgen Jans verkopen 1/2 boomgaard te Brakel, waarvan Arien Thijs de andere helft bezit (O: Cornelis Hermans N: Cornelis Vernoij W: straat)aan Hendrick Huberts (ORAZ L p2v) Jacob Jan Huberts verkoopt die dag aan Jan Wouters 11,5 hont land opt Leuvensveldt (O: Jan Berendts W: Jan Cornelis N: Anthonis Jans & erven Jan Huberts Z: Langerackse weteringh) (ORAZ L p3).

3-11-1653 Land van Jacob Jan Huberts en Wouter Jans grenst aan een weiland in de Bevingen te Brakel (ORAZ L p233).

10-8-1655 buurmeester te Brakel, collecteur of maener van de verpondingh aldaar (ORAZ D p387 DSCN 5975, in een verpondingszaak tegen Bertrina Buijs).

7-7-1657 Jacob Jan Huijbertsen pacht voor 34,= in Brakel het blok achter 't Leuvensveld met de Sprinck-tiend voor 12,= in de verpondingen, mede ondertekend als zijn borgen Huijbert Jansse en Jan Jansse. ( RAR 3186/91 foto 1684).

17-9-1657 Jacob Jan Huberts treedt met Cornelis Jan Ghijsberts en Adriaen van Willigen op als getuige, ten aanzien van een overstromingskwestie (ORAZ D p34).

1658 2,5 hnt Verdriet lest geset bij Rutger Ariesen, ingeset door Jacob Jan Huijberts voor 3 gulden (...) dit lant geh. bij Jan Anthonis (...) gemeijnt bij Geurt Rutgers. (kerkgoederen Brakel Gelders archief 379/782 foto DSCN 4318).

1658 Een door Jacob Jan Huijbertsen persoonlijk ondertekend document. Extract uit het dagelijks verschotboek van het dorp Brakel, burgemeester Wouter Jans Suermont. een gewaarmerkte kopie. "Jacob Jan Huijbertsen aegenomen volgens cond op te maecken drie gaten in de lege cavelingh ende voorts de cavelinghe van de van de dwars ca aff tot de meijdijck toe" (RAR 3186/91 foto 1668-71).

2-1-1659 "verteert ten huijse van Jacob Jan Huijbertsen van dijckheemraden de som van 12 gulden (bron? 75) 1670 "Betaelt aen Jacob Jan Huijberts of wel desselfs soon de som van 61-16-12 over verteeringe tot sijnen huijse gevallen, soo bijden heer en vrouwe van Braeckel, mijnheer de Gruijter en sijn vrou, den heere van Enspick Advocaet soos en andere persoone als oock verteeringe van winckooopen bij verscheijde bestedingen gevallen wagen vrachten leverantie van bier en andersijns blijckende bij reeckening ende quijtantie" foto 0079 /6686 en verderop "betaelt aen Arijen Jacopsen soone van Jacob Jan Huijberts ter saecke van verteeringe over maecken van lapdijcken, het besteden van weteringen als andersins blijckende bij reeckening en quijtantie 5-3-8 " foto 0079 /6694 (GA van Dam van Brakel, rekeningen Cornelis Vermoij) . Zijn vrouw en zoon zetten het bedrijf voort, dit alles vermoedelijk in de Ronduit.

1-6-1660 Jacob Jan Huijbertsen wordt aangesproken op zijn rol als maenmeester Brakel 1653 (ORAZ Dp288).

29-11-1661 Besloten wordt tot arbitrage inzake een geschil tussen Margaretha Bicker, wed van Arndt de Bije te Waijenstein en Jacob Jan Huijbertsen (ORAZ Dp260v). (ORA 1660-1672 DSCN 6020).

1-10-1662 Jacob Jansen van Willigen te Brakel gelooft tijns aan Lodewijck Cools, raedt en vroetschap Gorinchem, uit een obligatie van F250,= dd 3-6-1650 nieuwen stijl.

10-6-1663 "Schepenen appoincteren dat Cornelis Vernoij eens ende Jacob Jansen van Willigen anderdeels over haere ontstane differenten binnen een maant ten overstaen van onpartijdige keersvrunden sullen sien te vergelijcken." (ORAZ Dp336).

1663 "Ontfangen door Jacob Jan Huijberts de zom van 6 gulden is betalinge in(?) de rijs op de dijckenre.... (paratie va?) ....nden dijck van die meulencamp(?) dus 6 - 0 " (scan 11/20) EN "Betaelt aen Jacob Jan Huijbertsen de zom van 14 - 9 - 0 is betalinge van verteringe bikj de visitatoors der kercken verteert is anno 1662 ende wijn tot het avontmael ..." (Kerkrekening Peter Jansen GA 0379/ 756 scan 14/20).

1-12-1665 Jacob Jan Huijbertsen wordt vermeld in een pachtgeschil van eigenaar/eiser Aernt van Erp met Peter Jansen van Muijlwijck te Brakel mbt de Hovend (ORAZ Dp42). Met Arien Dircksen Duijsteren en Elisabeth Peters van Muijlwijck pachtten zij gevierenlijk vanaf 8-2-1660 dit land voor F410,= per jaar. Gaat verder op 7-3-1666 het land door de vier gepacht heet "de weijkens" (ORA ZDp59). 27-4-1666 en 3-5-1666 Stoffel Eversen en Cornelis Janssen doen aanspraak op de goederen van Aernt van Erp wijncoper in Gorinchem. "De weijkens" beslaat 10m. Peter Jansen van Muijlwijck doet aanspraak op goederen van Jacob Jan Huijbersen, Jan Cornelissen Salm en Lijsbet van Muijlwijck. (ORA ZDp71v-72v).

4-5-1666 Peter Jansen van Muijlwijck maakt aanspraak op de goederen van Jacob Jan Huijbertsen, Jan Cornelissen Salm en Lijsbet van Muijlwijck (ORAZ Dp72) (ook vermelding Dp104v).

30-11-1666 Jenneken Jans weduwe Wevelinckhoven heeft aanspraak gedaan op Jacob Jan Huijbersen (ORA ZDp103v).

2-8-1670 Jacob Jan Huijbertsen als lasthebbende van de erfgenamen van "de Bommelaer" te Brakel (dijkstoel foto 1556).

tr. (1) Brakel op 31 okt 1652
met

Emmetje Jans, geb. Groot-Ammers circa 1621.

Uit dit huwelijk 5 kinderen.

tr. (2) Brakel circa 1639
met

Neeltjen Jans van Suermont, dr. van Jan Wouters van Suermont en Thonisken Peter Areinsdr, geb. Brakel circa 1617, ovl. aldaar voor 1652.

Neeltjen Jans van Suermont.
In de remissiezaak van Jacob Jan Huijberts in 1640 verzoenen Jan Wouters en zijn zonen Wouter Jans en Adriaen Jans (vader resp broers van JJH's vrouw Neesken Jans) zich namens hem met de familie van het slachtoffer (Gelders Archief). "Jan Wouters als schoonvader ende sijne soon Wouter Janssen ende Adriaen Janssen van Braeckel als swaegers respectius van voors. Jacob Janssen".

16-6-1643 In het testament van haar vader Jan Wouters te Brakel zal erven haar broer Jan Wouters het zuidelijk deel en Neesken Jans het zuidelijk deel van hof en hopland aan de Peperstraat (ORA ZLp257). (NB Via haar zoon Adriaen (Jans van Willgen) verkopen zijn drie dochters op 10-8-1730 (ORAZ Lp78v-79): 1 hont land aan de Peperstraat tbv de armen van Brakel (O: straat, W: ds Oosterlingh, Z:Hendrick van Tongerlo ,N: Teuntje van Willigen (vermoedelijk de dochter van Neesken Jans).) De gehele erfenis en de verdeling tussen broer (J) en zus (N) staat beschreven in TESTAMENT 22-10-1649 nalatenschap tbv zoon Wouter en dochter Neesken te Brakel (HBZ L p113) Hof Peperstraat (J/N) 1,5+1 h boomgaart nederste eind (J/N), 1,5m opt Hout(J) 1/2m bos (J/N) 2m Lange Bevinghe (J/N) 11,5h "Schenckel" (N) 1m "Keijser" int Luijsveld (N). "...en verder begeerende dat sijne reede na te laeten goederen sullen blijven aen sijnne dochter, daer hij bij woonende is.".

Den 25.12.1652 het kint van Cornelis Aris Corver genaemt Coeijnjersken getuijghen o.a. Neesken Jans. Plaats dopen: Brakel.

9-1-1682 ORA ZLp15 posthuum. De weduwe van Jacob Jan Huijberts laat een hof na, "mitsgaders een bosken ingelegen met de kinderen van Wouter Jans Suermont.".

Het echtpaar heeft ook kinderen gehad, geboren vermoedelijk vóór 1638: Jacob Jan Huijberts was vanaf 1638 voortvluchtig. In de processtukken via zijn advokaat: "soo bidt hij in alle ootmoedicheit U Weled: ende W: gelieve de saecke ten opsichte van hem supplient remissibel te verclaren, op datt hij wederom bij sijn arme huijsfr ende kinderen commen ende dieselve den kost te als voren winnen moegen" (ongedateerd, vòòr 1641).

Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adriaan~1644 Brakel †1717 Brakel 73


Jan Hubertsz van Willigen
Jan Hubertsz van Willigen, geb. Brakel voor 1601, geërfde te Brakel, dijkheemraad, ovl. Gameren tussen 26 jun 1638 en 10 jul 1638 .

Jan Hubertsz van Willigen.
Jan Huberts kwam om het leven, toen hij tussenbeiden kwam in een gevecht tussen dorpsgenoten uit Brakel en de nieuwe pachter van de impost "op besaeijt" uit Gameren, Heijman Jacobs. Het gevecht vond plaats op de dijk in Gameren op 26-6-1638 voor herberg de Croon, na afloop van de jaarlijkse verpachtdag van impost op de gemene middelen op het stadhuis in Zaltbommel. Ook Heijman Jacobs liet het leven.

Uit de processtukken: "Jacob Jan Huijberts mede aenleijder des gevechts gewe(e)st, en dat sijn vader Jan Huiberts sijnde buijten t ' gevecht is dootgesteken door Heijman Jacobs, ende na dat voors. Jan Huiberts, vader van voors. Jacob had ontfangen die dootlicker quetsuren van voors. Heijman Jacobs, denselven Heijman is dootgesteken van voors. Jacob, sohn van voors. Jan Huiberts, en tegenwordigh versoeckende remissie.".

Jacob Jan Huberts, oudste zoon van Jan Huberts werd als de dader aangemerkt van de doodslag van Heijman Jacobs. Hij was lange tijd voortvluchtig. Omdat zijn vader niet op slag dood was, zag deze - dodelijk gewond - nog kans Jacob te onterven ten gunste van diens halfbroertjes en zusjes, omdat tegen Jacob ongetwijfeld de doodstraf geeist zou worden (hetgeen ook gebeurde), en omdat bovendien diens bezittingen verbeurd zouden worden verklaard (hetgeen ook gebeurde). Een gratieverzoek werd door Prins Frederik Hendrik afgewezen. In 1642 werd Jacob Jan Huberts na het doorlopen van een procedure van remissie voor het Hof van Arnhem gerehabiliteerd maar wel veroordeeld tot het betalen van de gemaakte kosten. (in pers: Wij sullen die van Zulichem pachten leeren...! Tussen de Voorn en Loevestein nr 150 p.23-32 2013).

(NB Tijdens dit confict was de postitie van ambtman in de Bommelerwaard vacant tgv overlijden van ambtman JohanTurck (overleden voor 29-7-1638 ORA ZLp22 scan 24/352). Bartholt van Gent werd pas 25-31639 beëdigd (ORA ZLp54v) en begon dus met een achterstand aan deze zaak, wat de uitkomst ongetwijfeld beïnvloed zal hebben).

Een van de oude en verdwenen glas-in-lood-ramen van Brakel toont de namen en wapens van hem en twee van zijn kinderen. (Weekblad Buiten, 14-11-1914, SAB en www.weekbladbuiten.net). 2022 teruggeplaatst in Het Spijker vanuit Amsterdam, Vondelstraat 103. Huijbert Jans'ruitje Was voor bijsnijden tot ovaal en plaatsing in het huidige verzamelraam kortdurend in een raam in de onderste cel in Het Spijker. (NB 1838 29/8 14 nieuwe kruisijzere spijle over de loije kruis ruid rame GA 0379/ 893 smidswerk huize den Spijker+ 27/7 scan 56 16 niewe kruisspijle over de loije draairame+ 13/12 scan 7 voorschuifraamconstructie) Mbt enkele andere ramen: GA 0379/893 scan 24/168 "1838 wegens geleverde en verdiende aan t huis genaamt de Spijker, Den Ooijevaarsnest en veel meer anderen." (.) 20 dito (aug?) "gelevert 6 grote witte ruite op de bove kamer"(.) 1 dito "De geschilderde glaze uitgenome en andere ingezet" door 5 namen enz.

Hij zegelde als dijkheemraad van Brakel op 18 september en 20 oktober 1627 al Jan Huijbertsen van Willigen. Op de afbeelding zijn geschonden zegel aan de rechterkant (Gelders Archief charters 0510 /291).

Jan Huijbertsen betaalt in 1626 pacht voor land in de Corte Bevinge tot aan de Nieuwe Dijk, te Brakel. (voor ƒ120,= ," tot wijncop ƒ2,= 12 stuivers op goede betalinge" ; Borgstelling door Steven Aertsen en Cornelis Huijberts) (Nationaal Archief DSCN 0507) (NB Deze Cornelis Huijberts wordt genoemd als pachter in 1619 (DSCN 0510) en er was ook van hem een verloren gegaan glas-in-lood ruitje anno 1641).

24-05-1627 Land van Jan Huberts op het Leuvensvelt te Brakel grenst ten Oosten aan 14 hont land dat Cornelis Ariens (Brakel) + k, k v Henrick Jans zaliger (namens hen zijn zwager Marcelis Jans (Poederoijen) verkopen aan Beris Rutgers (HBZ L p64v).

22-5-1636 Land van Hubert Jans en Hendrick Joosten grenst ten westen aan een boomgaardje te Brakel (Z: molensteegh N: bandijk Oosten: Cornelis Ariens Molensteegh) dat door Arien Aerts, Jan Cornelis, Jacob Anthonis en Cornelis Ariens namens zichzelf en namens de gezamenlijke erfgenamen van Baetgen zaliger weduwe van Gerard Anthonis, verkocht wordt aan Arien Cornelis van Gameren. (HBZ L p59v).

Bezit land te Brakel NAAST "op den Es" dat Cornelis Adriaens de Corte jr verkoopt aan Adriaen Jan Anthonis op 5-6-1642 HBZ L p 225.

3-12-1629 RUEB: Jan Hanricks Blancken en "sijn swager" Jan Huberts (ORAZ Dp160v foto 3748). In het oudnederlands betekent swager: aanverwant (ipv bloedverwant), ook dus schoonzoon, schoonvader. Jan Hanricks Blancken is Jan Huberts' schoonvader.

2-11-1630 Jan Huberts nabuer tot Braeckel treedt op als gevolmachtigde van Jan Henricks Blancken (ORA Z D p193, foto 190/2538).

11-10-1631 zijn land in het Leuvensvelt te Brakel grenst ten oosten aan dat van Evert Jans (Z: vliet, N: Arien Jans) (ORA Zuilichem p 257).

22-5-1636 Jan Huberts (1/2), Herman Jans (1/4) en Joris Willems (1/8)verkopen 8,5 hont land genaamd "den Ossencamp" onder den nieuwen dijck te Brakel aan Wouter Willems (HBZ L p59). Erftijns verschuldigd aan een vicarij. Wouter is vermoedelijk een broer van Joris (zie ook onder Ariaentje Wouters). Het zou zomaar kunnen zijn dat "ossencamp"een verschrijving is van "essencamp".

Zie ook 5-2-1633. De tekst luidt letterlijk: "Herman Jans nabuer tot Braeckel heeft verclaert ter instantie van Andries Willems vanden Broeck als rentmeester van de geestelicke goederen, dat de twee Philippus guldens dewelcke opt register ofte legerboeck vande geestelicke goederen bevonden worden, op den naem van Wouter van Isendoorn staen tot last van derdhalve mergen landts aende meulenkae onder den nijen dijck gelegen, den Elscamp althans genaemt eertijts van Arien van Isendoorn gecomen ende nu beseten wordende bij d'Heer van Braeckel, ende dat eenen Philippus gulden gaet uijt achthalff hont t' eijnden aen d' voors 3 mergen gelegen, nu bij hem getuijge met sijne suster elck voor een vierdepart ende JAN HUBERTS voor d'helft gepossideert, verder dat de voor achthalff hondt aen gelegen is een campken van gelijcke grootte, streckende tot aen den dijck en nu bij d'Heer van Braeckel gepossideert, welck voors drie parceelen t'saemen maeckende sijn 5 mergen, daer uijt hij getuijge sijnen vader wel heeft hooren seggen dat iaerlicks gaen vijff guldens die men aen de geestelickheijt aldaer te betaelen plach." ORA ZD p305 foto 3845) (NB de Elscamp wordt in 1686 verpacht aan Arien Jacobs (van Willigen) en is dan in het bezit van de familie van Gent, voorheen van de fam van Giessen RAR 3186/370 scan 440).

18-3-1638 Westelijke buur van 2 morgen land van Jan Ghijsberts zaliger x Catharina Cornelisdr (die haar 3 kinderen Cornelis Jans, Huijgh Jans en Stijntgen Jans legateert) opt Leuvensveldt te Brakel (O: Arien Jans Anthonis) HBZ L p117.

26-6-1638 TESTAMENT waarin hij zijn (voor)zoon Jacob onterft, en aan zijn na-kinderen nalaat te Brakel: "de Breedecamp" ***** anderhalve morgen (O: steeg N: Peter Willems Z: heer van Brakel) en een morgen land opt Leuvensveldt (O: heer van Brakel W: Anthonis Jans N: weertdijck) HBZ L p123v.

De akte voor dit testament is een maand later gedateerd. "Jan Jacobs en Metgen Cornelis, echteluijden (.) hebben vercocht ende opgedraghen voor C. alle haere erffenissen ende goederen, onder den gerichte van Zulichem liggende,geene uijtgesundert Jan Huberts eijgendommelick te hebben, ende compten echteluijden verteeghen, daer naer heeft Jan Huberts voorn. de voors. erfenissen ende goederen wederom vrijgegeven voor C. beijde den echteluijden voors. ende den langstlevenden van deselven ter tochte te gebruijcken." 3-7-1638 HBZ L p126 Deze Metgen Cornelis maakte op 8-8-1637 (p102v) een eerder testament te niet, dat zij op 2-12-1636 (p76)had laten opstellen na het overlijden van haar toenmalige echtgenoot Falcken Dircks. Voor het geval ze geen kinderen zou nalaten, zou ze haar goed vermaken aan Meriken, echtgenote van Gerit Wouters, en 150,= aan haar halfbroer Jan Cornelis (te Wordraghen). Het echtpaar verkoopt in 1641 land te Delwijnen.

4-10-1632 De gevolmachtigde van Johan van Wijlich heer tot Kervendonck heeft coop gewesen op de goederen van Jan Huberts nabuer tot Braeckel met tijnsbrieff van 24 gulden iaerlicx anno 1548 den 18e februarij gelooft. ORA Z Dp286 (Dscn 81/7089).

23-5-1634 Zuilichem dingsinaat p2: "Jonckheer Johan van Wylich, Heer tot Kervendonck heeft coop gewesen op 3 mergen lant te Braekel opt Hout gelegen bij Jan Huberts gepossideert, met tijnsbrief van 24 gulden iaerlicks anno 1548 den 18e february gelooft daer op d'helft is gelost, voor t'gebreck van betaelinge der verloopen thijnsen" (ORA ZDp2 DSCN 5861). In het verpondingskohier van Brakel 1649 staan de 3m op naam van Arien Tijssen, Z: Jacob Blancken 3m met een kooi. Idem 29-11-1655: "Drie mergen landts tot Brakel opt Hout gelegen, goederen van Henrick Jans Blancken en Jenneken Ariensdr als naecomelinghen van besitteren Jan Huberts en Arien Thijs, gecomen van Ghijsbert Jacobs met tijnsbrieff 18-2-1548" (ORAZ D p405v DSCN 5977). (NB HJ Blancken is gehuwd met een dochter van Arien(Thijs); Arien Thijs en Jan Huberts waren beiden gehuwd geweest met Geurtje Jans Blancken).

14-8-1645 (postuum) land grenzend aan hoofken en bergh(ing) Geurt Rutgers (N) en vermoedelijk O; dijk en W; straat, (met N van Geurt Rutgers Jacob Blanccken) (ORAZ D p426 DSCN 5871). 1949 verpondingskohier: (postuum) in het dorp 1h hophof (erven Jan Huijberts) en 1h hophoff Geurt Rutgers tussen de huizen van Anneken Jacobs en de weduwe v Jacob Jans Blancken (met dáárnaast Arien Blancken).

10-1-1646 Adriaen Buijs, brouwer te Gorinchem, verkoopt aan Hessel Gerardts 3 morgen land te Brakel opt Langerack (O: erven Jan Huberts (Jan Huijbertsen) W: weteringhe Z: Heer van Brakel N: Heer van Loenen) HBZ L p3; Idem in de dijkstoel, fol 43 foto 1587).

10-2-1652 Zijn kinderen hebben land op het Langerack te Brakel (HBZ L p188).

Er zijn een paar opeenvolgende akten waarin Hubert Jans, nabuer tho Brakel en Hubert Jans, zoon van Heijlken van Meeteren -weduwe van Jan Huberts- gegoed te Gameren, direkt na elkaar worden genoemd. Zoals Foto 83/7237, rond 1617. Het gaat hier om een andere persoon, zoals moge blijken uit de akte 19-11-1640 waarin Hubert Jans genaamd van Meteren transporteert aan Metgen Henricks weduwe van Reiner Huberts, een schuld die hij sprekend heeft ten laste van Hubert Cup, ter zake van geleverde 6 hoet 13 vaten hop, 10 vrachten van Bommel op Gameren en 4 vrachten van metern op Bommel (ORA Z Lp177).

Het verloren gegane raam is een later samengestelde collage van ruitjes. Jan Huijberts' wapen: de linkerhelft van het schild, conform zijn 2 kinderen Staesken(?)Jans van Willigen en Huijbert Jans van Willigen in hetzelfde raam. (Staesken: het betreffende ruitje met deze naam mist, maar wordt als zodanig beschreven door Wilhelmus v Dam v Brakel, die de ramen als verzameling had in het Spijker; ik ben deze naam verder nergens in de ORA tegengekomen. Er is nu enkel nog een afsluitende N te zien, die ook zou kunnen passen bij zoon Jan). "Jan Huijbertsz. 1633 met een wapen zijnde een gedeeld schild 1 van goud (geel) met drie klammen (roofvogels), 2 van sinopel (groen) met drie ganzen" aldus de beschrijving van Wilhelmus van Dam (Gelders Archief 0379 / 99 strook nr 33-72 folio 14). Van Dam plaatste het ruitje vermoedelijk eerst in de benedenste cel van het Spijker en liet het later ovaal bijsnijden tbv dit verzamelraam. Voor details mbt de ramen: zie http://www.vierheerlijkheden.nl/basis/content/dorpb-glasinloodramenspijker.htm.

Detail van één van de  gebrande glazen van Brakel.
Aanvullende informatie: de ramen werden 29-10-1913 geveild via veilighuis Mak te Dordrecht (Gemeentearchief Dordrecht toegang 396/inv nr 309 veilingnr 109 met andere afbeeldingen, vgl geillustreerd weekblad Buiten 1914 14 & 21 november 548,560. De ramen komen oorspronkelijk uit de NHkerk te Brakel (jaarverslag archeologische commissie tbv gedeputeerde staten gelderlend 1913 (Gelre deel 17 bijlage III, 1914). Via het Ooievaarsnest belandden ze in het Spijker waar ze tijdelijk geplaatst zijn geweest. Mak verkocht ze in commissie voor de Dordtse antiquair Jacob Schotel JRzn voor F1700,=, filiaal Wijnstraat 111 (GAD 396/inv 72 p395 briefwisseling 1&3-11-1913. Nadien ontbreekt elk spoor.

3 morgens Breedencamp: Deze ligt juist ten zuiden tegen het dorp Brakel. 8-11-1563 coop gewesen door schepen Tuenis Geritsen, 3-2-1565 door Gherit Ariens. 27-5-1567 Joost Ghijsbertsen (schout), gehuwd met Mechteld Adriaens weduwe van Arnt van Tuijl koopt de 3m Breedencamp van de erfgenamen van Sander van Tuijl (kinderen uit twee huwelijken en weduwe). Ghijsbert Jacobs is momber voor de laatste partij, Willemken van Goor en haar onmondige kinderen. 19-8-1596 verteeg Joost Ghijsberts 3m op Jacob Gijsberts schout van Brakel (O: straat W: Jhr Dirck Pieck). (financiele akten ook fol,48v). 16-7-1598 2m genaemd den Brede Camp NAAST den scholtus (scan 353 GA 0124 /5029) In 1599 nog hulde gedaan voor deze 2m Breedecamp door Heer van Brakels knechten=leenmannen (GA 0124/ 5029 scan 254) Aert Dircksen te Zuilichem en Peter Jansen van den Dam. (gelegen tussen Dirck Pieck jr en de heer van Brakel) met in 1600 pachtoverdracht aan Gijsbert Dircksen en Dirck (Martens) Muijll (scan 357). Op 3-4-1600 verkoopt Ghijsbert Jacobs' vrouw Lijsken van Willigen een perceel Breedecamp aan Adriaen Wouters Koijman (O: jordensteeg W; jhr Dirck Pieck Z: heilige geest N: gemeijnt Hovent) ORAZ L. Zie vervolgens ook de tekst onder Hubert Jans: deze huwde de weduwe van Adriaen Wouters en verkrijgt het bezit (o.a. `1m opt Hoijck daer Adriaen Wouters in geerft is` 27/4/1615 ORAZ Lp327v en fol 114); in 1621 claimt hij voor de Bank van Zuilichem erfrecht op deze de grond (in een geschil met Dirck Pieck, Hendrick Pieck had in 1617 de verzamelde 11 morgens van het Hovent aan Adriaen Buijs verkocht tot Hubert Jans als belendende ten zuiden. Adriaen Wouters is een van de erfgenamen van Wilhelmina van Herwijnen (Dirck Pieck was haar tweede man), maar de erfenis liep via moeder Margriet van Tuijl naar de erven van Sander van Tuijl en naar o.a. de kinderen Jan, Margriet en Adriaen Wouters).
De erven van Jan Huberts grenzen op 17-12-1650 ten zuiden aan 1,5m Breedencamp die verkocht wordt aan Jan Dircks van Bijsterveldt door (2/6) Dirck Claes en Aeltgen Ariens (wed Ewout Cornelis in het land van Wouw), (1/6) Arien Claes en (1/6) Anneken Claes (Lp147); eveneens ten zuiden van (11/16) Peter Claes en (1/16) Dirck Ghijsberts namens zijn vrouw, van hun deel van de 1,5m Breedencamp, die ze verkopen aan Jan Dircks van Bijsterveldt op 8-4-1651, Lp158 De eigendomsgeschiedenis met de belendingen van de zuiderbuur van deze 3 morgens land biedt helaas geen aanknopingspunten in de lacune tussen Ghijsbert Jacobs (van Braeckel) 1548 en Jan Huberts. Dit had licht kunnen werpen op de verwantschap tussen Jan Huberts en Adriaen Jacobs van Braeckel, kleinzoon van Ghijsbert Jacobs. Hubert Jans trad in 1637 postuum op als diens "vrunt" (verwante). Beiden noemden zich van Willigen (de grootvader van Adriaen Jacobs was Adriaen Jans van Willigen) en blijkens een akte uit 1601 had Adriaen Jacobs "susterEN". Bij de erfenis van Elisabeth Adriaens van Willigen, zijn moeder, wordt nog slechts één zuster vermeld, en Hubert Jans erft niet mee. Hubert Jans was gehuwd met de zuster van Jacob Ghijsberts van Braeckel x Elisabeth Adriaens van Willigen. De eigendomsgeschiedenis van het AANGRENZENDE PERCEEL TEN ZUIDEN: Opt Hout 10-1-1567 vermeld als buren: Beris Woutersen en de erven Cornelis Woutersen (HBZ L p44v); 4-12-1580 (HBZ L p51v) Wolter Berissen en Willem Berissen verkopen aan hun zuster Hilleken Beris o.a. te Brakel 3 morgen after het Holt (boven: St Jans vicarije, beneden: St Jacobs altaer lant; 29-5-1646 Maijken Wouters (wed Jacob Jans Blancken) koopt van Engelken Meus (wed Beris Rutgers) te Brakel opt Hout drie morgen land waarin een vogelkooi en uitweg over het land van Arien Thijs (O&W: land van de vicarie Z: Arien Anthonis N: Arien Thijs) HBZ L p22.

  • Vader:
    Hubert Jans van Willigen, zn. van Jan van Willigen, geb. in 1583, Dijkheemraad Brakel 1606, gerichtsman 1617, visser, landbouwer, ovl. tussen nov 1625 en mei 1626 , tr. voor 1595 met

tr. (1) Brakel in 1629
met

Geurtje Jans Blancken, dr. van Jan Hendricks Blancken (gerichtsman Brakel 1607) en Marij Geurts Blanken, geb. Brakel in 1590, ovl. aldaar voor 1642, tr. (2) op 15 mrt 1640 met Arien Thijs. Uit dit huwelijk een kind.

Geurtje Jans Blancken.
4-1-1639 Johan Versteegen, dijckgraeff en schout, Johan Jacobs van Goor en Bastiaen Gerrits, dijckheemraeden en wethouderen, allen in de heerlijkheid Braeckel in de Bommelerwaert, leggen een verklaring af op verzoek van Hendrick Aerts, schipper van Braeckel. Deze schipper heeft graan van hun eigen land vervoerd voor de volgende personen: Steven Aerts, GEURTGE JANS, Cornelis Adriaens Corte, Cornelis Harmens en Johan Jacobs van Goor. Alles is geschied conform het plakkaat van de Staten Generael van de Vereenigde Nederlanden betreffende granen van de landen onder contributie, zoals door capteyn Govert van Beamont is aangehaald. ( Archief ONA Rotterdam Inventarisnummer 419 Aktenummer/Blz. 62/96 Notaris Johan Cooll ).

Lidmaten Brakel 1640 : Guertjen Jans Atriaen Thessen vrouwe en Adriaen Thessen.

31-1-1640 Reijer Cornelis lat aanspraak doen op AnnekenJacobs weduwe van Anthinis Gerardts, DE WEDUWE VAN JAN HUBERTS, Claes Peters, Dirck Ariens van Zuilichem, Arien Thijs, d'erffgenaemen van Jan Ghijsbertsz, Neel Jans weduwe van Willem Corstens, Geurt vande Griend, Griet Wouters, Henrick Ariens, Thonis Jans, Jacob Jans Blancken, Arien Aerts ende Anthonis Jans van Hellouw (ORA ZD p237).

Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Huijbert  †1672   

tr. (2)
met

?Teuntje? Ariensdr Versteegh, dr. van Adrijaen Janssen Versteegh Versteegh en NN Reijmitten Muijl.

?Teuntje? Ariensdr Versteegh.
haar naam wordt nergens vermeld.

ORAZ 9-3-1641 p184v-185De erfgenamen van Arien Jans Corten (x Marij Jans) verkopen 8h boomgaard ("meulenbos") ter weerszijde van de meulensteeg te Brakel.De erfgenamen zijn:1. echtgenote van Arien Thijs (=Geurtje Jans Blancken, weduwe van Jan Huberts)2. Jacob Jan Huberts (zoon van Jan Huijberts vW 1e huwelijk)3. de echtgenote (=Jennecken Jans) van Ott Dircks (hoogstwaarschijnlijk een dochter van Jan Huijberts vW, 1e huwelijk)4. Cornelis Ariens den ouden Corten5. Cornelis Ariens den Jongen Corten6. Jan Ariens Corten.

Allerlei hypothesen:.

Als de oudste kleindochters vernoemd zijn zou haar naam Teuntje Ariens Versteegh moeten zijn: Teuntje Jacobs en Teuntje Otten. Toevallig heette de schoonmoeder van zoon Jacob JH (ook?)Tonisken, maar daarmee zijn geen twee Teuntjes verklaard. Tweede dochter van dochter Jenneke heet ook Jenneke naar de moeder van haar man. De oudste zoon van Jacob heet Adriaen, Jenneke heeft allen dochters en Teuntjen had één zoon die vernoemd was naar zijn vaders vader.

Een dochter van Versteegh als echtgenote zou kunnen kloppen als Marij Jans, de vrouw van Adriaen Jans Versteegh (2e huwelijk), de zuster is van Hubert Jans van Willigen , en dat zij geen eigen kinderen had (zij overleefde haar man), want dan erven ook JH's weduwe, de kinderen uit het 1e huwelijk èn de kinderen van Adriaen Jans Versteegh. Marij Jans en Hubert Jans delen dan een tijnsgoed.

Een andere aanname is dat Hubert Jans van Willigen gehuwd is geweest (1e huwelijk) met een dochter van Adriaen Jans Versteegh. Dit ligt het meest voor de hand, omdat Jacob Jans (Huberts?) optrad als oom voor de zoons van Cornelis Ariens Versteegh na diens overlijden (en Jacob Thonis namens moederszijde). Aldus is de verwantschap hierboven dus ingetekend. Hubert Jans' weduwe (en echtgenoot) erven dan net al de kinderen uit zijn eerste huwelijk in zijn plaats. Waarom Hubert Jans zijn zoon Jacob noemde is hiermee niet verklaard.

Vader HJvW en AJV deelden samen een tijnsgoed, de lijnen waren kort. In dit document Adriaen Jans Blancken als "swager" van Adriaen Jans, Verrsteegh (betekenis kan ook zijn schoonzoon) via Hubert Jans x Geurtjen Jans Blancken. Dirck Otten (Glummer) levert ook een keer tijns aan (kapoenen) in naam van, in 1629 (geen familieverband vermeld, hoeft er ook niet te zijn), was mogelijk gehuwd met Feijken Ariens geb 1582, vermoedelijk te oud dus om dochter te zijn van Adriaen Jans Versteegh. Diens zoon Ot Dircks trouwt pas in 1640 (met vermoedelijk een dochter van Jan Huberts).

NB Den 26.02.1674 Een kint van Teunis Cornelissen (Versteegh) genaemt Arien getuijghe Maeijken Cornelis. Plaats dopen: Brakel. Dit is al weer de volgende generatie. Omdat Maeijken zij in 1674 nog leeft kan zij NIET de vrouw zijn van Jan Huberts. Het gaat hier om Maijken Cornelis Versteegh (+1677).

Aantekeningen.
1633. In het tijnsboek van Rhodegem en Brakel wordt in de belalingsaantekeningen van Adriaen Jansz Versteegh vermeld dat " zijn zwager" Adriaen Jansz Blanken" dat jaar de betaling overhandigde. Zwager zal hier de betekenis hebben van aangetrouwd familielid. Versteeghs schoonzoon Jan Huberts was - na het overlijden van dochter Versteegh - hertrouwd met de zus van deze "zwager" Adriaen Jans Blanken.

Huwelijken JAN HUBERTS VAN Willigen.
Indirect bewijs:.

2-1-1656 Zoon Jacob Jan (Huberts) is na het overlijden van zijn vader en na het overlijden van zijn moeders broer Cornelis Ariens de jonge en diens vrouw, oom/momber van de wezen van laatstgenoemde (ORA ZLp289v) Idem akte 13-2-1666 (ORA Z Lp23).

De tweede zoon van Jacob Jan Huberts heet Adriaen naar de vader van zijn moeder (de eerst heet Jan naar de vader van zijn vader).

Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jacob*1613 Brakel †1670 Brakel 5710 


Geurtje Jans Blancken
Geurtje Jans Blancken, geb. Brakel in 1590, ovl. aldaar voor 1642.

Geurtje Jans Blancken.
4-1-1639 Johan Versteegen, dijckgraeff en schout, Johan Jacobs van Goor en Bastiaen Gerrits, dijckheemraeden en wethouderen, allen in de heerlijkheid Braeckel in de Bommelerwaert, leggen een verklaring af op verzoek van Hendrick Aerts, schipper van Braeckel. Deze schipper heeft graan van hun eigen land vervoerd voor de volgende personen: Steven Aerts, GEURTGE JANS, Cornelis Adriaens Corte, Cornelis Harmens en Johan Jacobs van Goor. Alles is geschied conform het plakkaat van de Staten Generael van de Vereenigde Nederlanden betreffende granen van de landen onder contributie, zoals door capteyn Govert van Beamont is aangehaald. ( Archief ONA Rotterdam Inventarisnummer 419 Aktenummer/Blz. 62/96 Notaris Johan Cooll ).

Lidmaten Brakel 1640 : Guertjen Jans Atriaen Thessen vrouwe en Adriaen Thessen.

31-1-1640 Reijer Cornelis lat aanspraak doen op AnnekenJacobs weduwe van Anthinis Gerardts, DE WEDUWE VAN JAN HUBERTS, Claes Peters, Dirck Ariens van Zuilichem, Arien Thijs, d'erffgenaemen van Jan Ghijsbertsz, Neel Jans weduwe van Willem Corstens, Geurt vande Griend, Griet Wouters, Henrick Ariens, Thonis Jans, Jacob Jans Blancken, Arien Aerts ende Anthonis Jans van Hellouw (ORA ZD p237).

tr. (1) Brakel in 1629
met

Jan Hubertsz van Willigen, zn. van Hubert Jans van Willigen (Dijkheemraad Brakel 1606, gerichtsman 1617, visser, landbouwer) en Jen Ghijsberts van Braeckel, geb. Brakel voor 1601, geërfde te Brakel, dijkheemraad, ovl. Gameren tussen 26 jun 1638 en 10 jul 1638 .

Jan Hubertsz van Willigen.
Jan Huberts kwam om het leven, toen hij tussenbeiden kwam in een gevecht tussen dorpsgenoten uit Brakel en de nieuwe pachter van de impost "op besaeijt" uit Gameren, Heijman Jacobs. Het gevecht vond plaats op de dijk in Gameren op 26-6-1638 voor herberg de Croon, na afloop van de jaarlijkse verpachtdag van impost op de gemene middelen op het stadhuis in Zaltbommel. Ook Heijman Jacobs liet het leven.

Uit de processtukken: "Jacob Jan Huijberts mede aenleijder des gevechts gewe(e)st, en dat sijn vader Jan Huiberts sijnde buijten t ' gevecht is dootgesteken door Heijman Jacobs, ende na dat voors. Jan Huiberts, vader van voors. Jacob had ontfangen die dootlicker quetsuren van voors. Heijman Jacobs, denselven Heijman is dootgesteken van voors. Jacob, sohn van voors. Jan Huiberts, en tegenwordigh versoeckende remissie.".

Jacob Jan Huberts, oudste zoon van Jan Huberts werd als de dader aangemerkt van de doodslag van Heijman Jacobs. Hij was lange tijd voortvluchtig. Omdat zijn vader niet op slag dood was, zag deze - dodelijk gewond - nog kans Jacob te onterven ten gunste van diens halfbroertjes en zusjes, omdat tegen Jacob ongetwijfeld de doodstraf geeist zou worden (hetgeen ook gebeurde), en omdat bovendien diens bezittingen verbeurd zouden worden verklaard (hetgeen ook gebeurde). Een gratieverzoek werd door Prins Frederik Hendrik afgewezen. In 1642 werd Jacob Jan Huberts na het doorlopen van een procedure van remissie voor het Hof van Arnhem gerehabiliteerd maar wel veroordeeld tot het betalen van de gemaakte kosten. (in pers: Wij sullen die van Zulichem pachten leeren...! Tussen de Voorn en Loevestein nr 150 p.23-32 2013).

(NB Tijdens dit confict was de postitie van ambtman in de Bommelerwaard vacant tgv overlijden van ambtman JohanTurck (overleden voor 29-7-1638 ORA ZLp22 scan 24/352). Bartholt van Gent werd pas 25-31639 beëdigd (ORA ZLp54v) en begon dus met een achterstand aan deze zaak, wat de uitkomst ongetwijfeld beïnvloed zal hebben).

Een van de oude en verdwenen glas-in-lood-ramen van Brakel toont de namen en wapens van hem en twee van zijn kinderen. (Weekblad Buiten, 14-11-1914, SAB en www.weekbladbuiten.net). 2022 teruggeplaatst in Het Spijker vanuit Amsterdam, Vondelstraat 103. Huijbert Jans'ruitje Was voor bijsnijden tot ovaal en plaatsing in het huidige verzamelraam kortdurend in een raam in de onderste cel in Het Spijker. (NB 1838 29/8 14 nieuwe kruisijzere spijle over de loije kruis ruid rame GA 0379/ 893 smidswerk huize den Spijker+ 27/7 scan 56 16 niewe kruisspijle over de loije draairame+ 13/12 scan 7 voorschuifraamconstructie) Mbt enkele andere ramen: GA 0379/893 scan 24/168 "1838 wegens geleverde en verdiende aan t huis genaamt de Spijker, Den Ooijevaarsnest en veel meer anderen." (.) 20 dito (aug?) "gelevert 6 grote witte ruite op de bove kamer"(.) 1 dito "De geschilderde glaze uitgenome en andere ingezet" door 5 namen enz.

Hij zegelde als dijkheemraad van Brakel op 18 september en 20 oktober 1627 al Jan Huijbertsen van Willigen. Op de afbeelding zijn geschonden zegel aan de rechterkant (Gelders Archief charters 0510 /291).

Jan Huijbertsen betaalt in 1626 pacht voor land in de Corte Bevinge tot aan de Nieuwe Dijk, te Brakel. (voor ƒ120,= ," tot wijncop ƒ2,= 12 stuivers op goede betalinge" ; Borgstelling door Steven Aertsen en Cornelis Huijberts) (Nationaal Archief DSCN 0507) (NB Deze Cornelis Huijberts wordt genoemd als pachter in 1619 (DSCN 0510) en er was ook van hem een verloren gegaan glas-in-lood ruitje anno 1641).

24-05-1627 Land van Jan Huberts op het Leuvensvelt te Brakel grenst ten Oosten aan 14 hont land dat Cornelis Ariens (Brakel) + k, k v Henrick Jans zaliger (namens hen zijn zwager Marcelis Jans (Poederoijen) verkopen aan Beris Rutgers (HBZ L p64v).

22-5-1636 Land van Hubert Jans en Hendrick Joosten grenst ten westen aan een boomgaardje te Brakel (Z: molensteegh N: bandijk Oosten: Cornelis Ariens Molensteegh) dat door Arien Aerts, Jan Cornelis, Jacob Anthonis en Cornelis Ariens namens zichzelf en namens de gezamenlijke erfgenamen van Baetgen zaliger weduwe van Gerard Anthonis, verkocht wordt aan Arien Cornelis van Gameren. (HBZ L p59v).

Bezit land te Brakel NAAST "op den Es" dat Cornelis Adriaens de Corte jr verkoopt aan Adriaen Jan Anthonis op 5-6-1642 HBZ L p 225.

3-12-1629 RUEB: Jan Hanricks Blancken en "sijn swager" Jan Huberts (ORAZ Dp160v foto 3748). In het oudnederlands betekent swager: aanverwant (ipv bloedverwant), ook dus schoonzoon, schoonvader. Jan Hanricks Blancken is Jan Huberts' schoonvader.

2-11-1630 Jan Huberts nabuer tot Braeckel treedt op als gevolmachtigde van Jan Henricks Blancken (ORA Z D p193, foto 190/2538).

11-10-1631 zijn land in het Leuvensvelt te Brakel grenst ten oosten aan dat van Evert Jans (Z: vliet, N: Arien Jans) (ORA Zuilichem p 257).

22-5-1636 Jan Huberts (1/2), Herman Jans (1/4) en Joris Willems (1/8)verkopen 8,5 hont land genaamd "den Ossencamp" onder den nieuwen dijck te Brakel aan Wouter Willems (HBZ L p59). Erftijns verschuldigd aan een vicarij. Wouter is vermoedelijk een broer van Joris (zie ook onder Ariaentje Wouters). Het zou zomaar kunnen zijn dat "ossencamp"een verschrijving is van "essencamp".

Zie ook 5-2-1633. De tekst luidt letterlijk: "Herman Jans nabuer tot Braeckel heeft verclaert ter instantie van Andries Willems vanden Broeck als rentmeester van de geestelicke goederen, dat de twee Philippus guldens dewelcke opt register ofte legerboeck vande geestelicke goederen bevonden worden, op den naem van Wouter van Isendoorn staen tot last van derdhalve mergen landts aende meulenkae onder den nijen dijck gelegen, den Elscamp althans genaemt eertijts van Arien van Isendoorn gecomen ende nu beseten wordende bij d'Heer van Braeckel, ende dat eenen Philippus gulden gaet uijt achthalff hont t' eijnden aen d' voors 3 mergen gelegen, nu bij hem getuijge met sijne suster elck voor een vierdepart ende JAN HUBERTS voor d'helft gepossideert, verder dat de voor achthalff hondt aen gelegen is een campken van gelijcke grootte, streckende tot aen den dijck en nu bij d'Heer van Braeckel gepossideert, welck voors drie parceelen t'saemen maeckende sijn 5 mergen, daer uijt hij getuijge sijnen vader wel heeft hooren seggen dat iaerlicks gaen vijff guldens die men aen de geestelickheijt aldaer te betaelen plach." ORA ZD p305 foto 3845) (NB de Elscamp wordt in 1686 verpacht aan Arien Jacobs (van Willigen) en is dan in het bezit van de familie van Gent, voorheen van de fam van Giessen RAR 3186/370 scan 440).

18-3-1638 Westelijke buur van 2 morgen land van Jan Ghijsberts zaliger x Catharina Cornelisdr (die haar 3 kinderen Cornelis Jans, Huijgh Jans en Stijntgen Jans legateert) opt Leuvensveldt te Brakel (O: Arien Jans Anthonis) HBZ L p117.

26-6-1638 TESTAMENT waarin hij zijn (voor)zoon Jacob onterft, en aan zijn na-kinderen nalaat te Brakel: "de Breedecamp" ***** anderhalve morgen (O: steeg N: Peter Willems Z: heer van Brakel) en een morgen land opt Leuvensveldt (O: heer van Brakel W: Anthonis Jans N: weertdijck) HBZ L p123v.

De akte voor dit testament is een maand later gedateerd. "Jan Jacobs en Metgen Cornelis, echteluijden (.) hebben vercocht ende opgedraghen voor C. alle haere erffenissen ende goederen, onder den gerichte van Zulichem liggende,geene uijtgesundert Jan Huberts eijgendommelick te hebben, ende compten echteluijden verteeghen, daer naer heeft Jan Huberts voorn. de voors. erfenissen ende goederen wederom vrijgegeven voor C. beijde den echteluijden voors. ende den langstlevenden van deselven ter tochte te gebruijcken." 3-7-1638 HBZ L p126 Deze Metgen Cornelis maakte op 8-8-1637 (p102v) een eerder testament te niet, dat zij op 2-12-1636 (p76)had laten opstellen na het overlijden van haar toenmalige echtgenoot Falcken Dircks. Voor het geval ze geen kinderen zou nalaten, zou ze haar goed vermaken aan Meriken, echtgenote van Gerit Wouters, en 150,= aan haar halfbroer Jan Cornelis (te Wordraghen). Het echtpaar verkoopt in 1641 land te Delwijnen.

4-10-1632 De gevolmachtigde van Johan van Wijlich heer tot Kervendonck heeft coop gewesen op de goederen van Jan Huberts nabuer tot Braeckel met tijnsbrieff van 24 gulden iaerlicx anno 1548 den 18e februarij gelooft. ORA Z Dp286 (Dscn 81/7089).

23-5-1634 Zuilichem dingsinaat p2: "Jonckheer Johan van Wylich, Heer tot Kervendonck heeft coop gewesen op 3 mergen lant te Braekel opt Hout gelegen bij Jan Huberts gepossideert, met tijnsbrief van 24 gulden iaerlicks anno 1548 den 18e february gelooft daer op d'helft is gelost, voor t'gebreck van betaelinge der verloopen thijnsen" (ORA ZDp2 DSCN 5861). In het verpondingskohier van Brakel 1649 staan de 3m op naam van Arien Tijssen, Z: Jacob Blancken 3m met een kooi. Idem 29-11-1655: "Drie mergen landts tot Brakel opt Hout gelegen, goederen van Henrick Jans Blancken en Jenneken Ariensdr als naecomelinghen van besitteren Jan Huberts en Arien Thijs, gecomen van Ghijsbert Jacobs met tijnsbrieff 18-2-1548" (ORAZ D p405v DSCN 5977). (NB HJ Blancken is gehuwd met een dochter van Arien(Thijs); Arien Thijs en Jan Huberts waren beiden gehuwd geweest met Geurtje Jans Blancken).

14-8-1645 (postuum) land grenzend aan hoofken en bergh(ing) Geurt Rutgers (N) en vermoedelijk O; dijk en W; straat, (met N van Geurt Rutgers Jacob Blanccken) (ORAZ D p426 DSCN 5871). 1949 verpondingskohier: (postuum) in het dorp 1h hophof (erven Jan Huijberts) en 1h hophoff Geurt Rutgers tussen de huizen van Anneken Jacobs en de weduwe v Jacob Jans Blancken (met dáárnaast Arien Blancken).

10-1-1646 Adriaen Buijs, brouwer te Gorinchem, verkoopt aan Hessel Gerardts 3 morgen land te Brakel opt Langerack (O: erven Jan Huberts (Jan Huijbertsen) W: weteringhe Z: Heer van Brakel N: Heer van Loenen) HBZ L p3; Idem in de dijkstoel, fol 43 foto 1587).

10-2-1652 Zijn kinderen hebben land op het Langerack te Brakel (HBZ L p188).

Er zijn een paar opeenvolgende akten waarin Hubert Jans, nabuer tho Brakel en Hubert Jans, zoon van Heijlken van Meeteren -weduwe van Jan Huberts- gegoed te Gameren, direkt na elkaar worden genoemd. Zoals Foto 83/7237, rond 1617. Het gaat hier om een andere persoon, zoals moge blijken uit de akte 19-11-1640 waarin Hubert Jans genaamd van Meteren transporteert aan Metgen Henricks weduwe van Reiner Huberts, een schuld die hij sprekend heeft ten laste van Hubert Cup, ter zake van geleverde 6 hoet 13 vaten hop, 10 vrachten van Bommel op Gameren en 4 vrachten van metern op Bommel (ORA Z Lp177).

Het verloren gegane raam is een later samengestelde collage van ruitjes. Jan Huijberts' wapen: de linkerhelft van het schild, conform zijn 2 kinderen Staesken(?)Jans van Willigen en Huijbert Jans van Willigen in hetzelfde raam. (Staesken: het betreffende ruitje met deze naam mist, maar wordt als zodanig beschreven door Wilhelmus v Dam v Brakel, die de ramen als verzameling had in het Spijker; ik ben deze naam verder nergens in de ORA tegengekomen. Er is nu enkel nog een afsluitende N te zien, die ook zou kunnen passen bij zoon Jan). "Jan Huijbertsz. 1633 met een wapen zijnde een gedeeld schild 1 van goud (geel) met drie klammen (roofvogels), 2 van sinopel (groen) met drie ganzen" aldus de beschrijving van Wilhelmus van Dam (Gelders Archief 0379 / 99 strook nr 33-72 folio 14). Van Dam plaatste het ruitje vermoedelijk eerst in de benedenste cel van het Spijker en liet het later ovaal bijsnijden tbv dit verzamelraam. Voor details mbt de ramen: zie http://www.vierheerlijkheden.nl/basis/content/dorpb-glasinloodramenspijker.htm.

Detail van één van de  gebrande glazen van Brakel.
Aanvullende informatie: de ramen werden 29-10-1913 geveild via veilighuis Mak te Dordrecht (Gemeentearchief Dordrecht toegang 396/inv nr 309 veilingnr 109 met andere afbeeldingen, vgl geillustreerd weekblad Buiten 1914 14 & 21 november 548,560. De ramen komen oorspronkelijk uit de NHkerk te Brakel (jaarverslag archeologische commissie tbv gedeputeerde staten gelderlend 1913 (Gelre deel 17 bijlage III, 1914). Via het Ooievaarsnest belandden ze in het Spijker waar ze tijdelijk geplaatst zijn geweest. Mak verkocht ze in commissie voor de Dordtse antiquair Jacob Schotel JRzn voor F1700,=, filiaal Wijnstraat 111 (GAD 396/inv 72 p395 briefwisseling 1&3-11-1913. Nadien ontbreekt elk spoor.

3 morgens Breedencamp: Deze ligt juist ten zuiden tegen het dorp Brakel. 8-11-1563 coop gewesen door schepen Tuenis Geritsen, 3-2-1565 door Gherit Ariens. 27-5-1567 Joost Ghijsbertsen (schout), gehuwd met Mechteld Adriaens weduwe van Arnt van Tuijl koopt de 3m Breedencamp van de erfgenamen van Sander van Tuijl (kinderen uit twee huwelijken en weduwe). Ghijsbert Jacobs is momber voor de laatste partij, Willemken van Goor en haar onmondige kinderen. 19-8-1596 verteeg Joost Ghijsberts 3m op Jacob Gijsberts schout van Brakel (O: straat W: Jhr Dirck Pieck). (financiele akten ook fol,48v). 16-7-1598 2m genaemd den Brede Camp NAAST den scholtus (scan 353 GA 0124 /5029) In 1599 nog hulde gedaan voor deze 2m Breedecamp door Heer van Brakels knechten=leenmannen (GA 0124/ 5029 scan 254) Aert Dircksen te Zuilichem en Peter Jansen van den Dam. (gelegen tussen Dirck Pieck jr en de heer van Brakel) met in 1600 pachtoverdracht aan Gijsbert Dircksen en Dirck (Martens) Muijll (scan 357). Op 3-4-1600 verkoopt Ghijsbert Jacobs' vrouw Lijsken van Willigen een perceel Breedecamp aan Adriaen Wouters Koijman (O: jordensteeg W; jhr Dirck Pieck Z: heilige geest N: gemeijnt Hovent) ORAZ L. Zie vervolgens ook de tekst onder Hubert Jans: deze huwde de weduwe van Adriaen Wouters en verkrijgt het bezit (o.a. `1m opt Hoijck daer Adriaen Wouters in geerft is` 27/4/1615 ORAZ Lp327v en fol 114); in 1621 claimt hij voor de Bank van Zuilichem erfrecht op deze de grond (in een geschil met Dirck Pieck, Hendrick Pieck had in 1617 de verzamelde 11 morgens van het Hovent aan Adriaen Buijs verkocht tot Hubert Jans als belendende ten zuiden. Adriaen Wouters is een van de erfgenamen van Wilhelmina van Herwijnen (Dirck Pieck was haar tweede man), maar de erfenis liep via moeder Margriet van Tuijl naar de erven van Sander van Tuijl en naar o.a. de kinderen Jan, Margriet en Adriaen Wouters).
De erven van Jan Huberts grenzen op 17-12-1650 ten zuiden aan 1,5m Breedencamp die verkocht wordt aan Jan Dircks van Bijsterveldt door (2/6) Dirck Claes en Aeltgen Ariens (wed Ewout Cornelis in het land van Wouw), (1/6) Arien Claes en (1/6) Anneken Claes (Lp147); eveneens ten zuiden van (11/16) Peter Claes en (1/16) Dirck Ghijsberts namens zijn vrouw, van hun deel van de 1,5m Breedencamp, die ze verkopen aan Jan Dircks van Bijsterveldt op 8-4-1651, Lp158 De eigendomsgeschiedenis met de belendingen van de zuiderbuur van deze 3 morgens land biedt helaas geen aanknopingspunten in de lacune tussen Ghijsbert Jacobs (van Braeckel) 1548 en Jan Huberts. Dit had licht kunnen werpen op de verwantschap tussen Jan Huberts en Adriaen Jacobs van Braeckel, kleinzoon van Ghijsbert Jacobs. Hubert Jans trad in 1637 postuum op als diens "vrunt" (verwante). Beiden noemden zich van Willigen (de grootvader van Adriaen Jacobs was Adriaen Jans van Willigen) en blijkens een akte uit 1601 had Adriaen Jacobs "susterEN". Bij de erfenis van Elisabeth Adriaens van Willigen, zijn moeder, wordt nog slechts één zuster vermeld, en Hubert Jans erft niet mee. Hubert Jans was gehuwd met de zuster van Jacob Ghijsberts van Braeckel x Elisabeth Adriaens van Willigen. De eigendomsgeschiedenis van het AANGRENZENDE PERCEEL TEN ZUIDEN: Opt Hout 10-1-1567 vermeld als buren: Beris Woutersen en de erven Cornelis Woutersen (HBZ L p44v); 4-12-1580 (HBZ L p51v) Wolter Berissen en Willem Berissen verkopen aan hun zuster Hilleken Beris o.a. te Brakel 3 morgen after het Holt (boven: St Jans vicarije, beneden: St Jacobs altaer lant; 29-5-1646 Maijken Wouters (wed Jacob Jans Blancken) koopt van Engelken Meus (wed Beris Rutgers) te Brakel opt Hout drie morgen land waarin een vogelkooi en uitweg over het land van Arien Thijs (O&W: land van de vicarie Z: Arien Anthonis N: Arien Thijs) HBZ L p22.

Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:


 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Huijbert  †1672   

tr. (2) op 15 mrt 1640
met

Arien Thijs, geb. in 1597, Leenman huis van Brakel, ovl. circa 1654, tr. (2) voor 1636 met NN Huijbertsz Putt, dr. van Huijbert Sijmons Putt en Jen Ghijsberts van Braeckel. Uit dit huwelijk 3 kinderen, tr. (3) Brakel op 24 sep 1643 met Gijsbertjen Simons, geb. Brakel voor 1608, ovl. na 1668. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Arien Thijs.
Adriaen Tijsen van Heukelom en Ruijmschotel in Brakel is NIET een en dezelfde persoon. Meestentijds wordt louter gerefereerd aan "Arien Thijs". Arien Tijsen van Heukelom is de molenaar. Posthuum verkoopt Arien Thijsen Ruimschotels weduwe Gisbertje Simons land, terwijl Adriaen Mathijsen van Heukelom nadien nog gehuwd is met Teuntje Jans, en daarbij in het trouwboek zonder vermelding van het feit dat hij weduwnaar zou zijn. Mijn conclusie is derhalve dat het om twee verschillende personen gaat. De bronnen zijn gemarkeerd met (R), (H) en (?). de laatste als niet duidelijk is welke van de twee. Adriaen Tijsen van Heuckelom heeft als broers en zuster: Wouter Thijs (van Heuckelom) 1601 Lambert Matthijs van Heuckelom Anneken Matthijs van Heuckelom.

Verwarrend is, dat beiden land schijnen te bezitten op de Vijffgeerden te Brakel, en dat een latere Ruijmschotel te Brakel eveneens molenaar is.

De familieverbanden in de stamboom moeten nog bijgewerkt. Voorlopig: volg de achternaam.

Adriaen Thijsz van Heuckelom trouwt in 1649 als jonggezel. Misschien, omdat hij molenaar was, was hij niet per se piepjong maar naar verwachting is hij geboren tussen 1615 - 1622. Arien Thijsz Ruijmschotel, de zwager van Cunera was echter al 33 jaar oud in 1626 en dus geboren ca. 1593. Dat spoort ook met zijn schoonfamilie. Er zit dus een generatie verschil tussen.

De ouders van die laatste waren Mathijs Ariaensz x Lijntgen Goossens. En dat lijkt dezelfde als Matthijs Ruijmschotel Adriaensz beleend in 1582 (Leenrepertorium hofstede Dussen) En zie ook de genealogie in GTMWB, 1992, nr. 4, pag. 278. Dat past allemaal prima.

29-4-1615 Adriaen Matthijs Ruijmschottel heeft te leen ontfangen d'anderhalven mergen landts inne de Corte Bevinge '" leenhof Brakel (O: OLV W: H Geest . GA 0379/ 856 scan 1/8 en GA 0379/857 scan 28. (Na hem 6-10-1655 Gerrit Vernoij en 24-11-1669 Adriaan van Hemert; voor hem 24-2-1615 Jan Joosten, (....) 1550 Johan Dericks Muijll (toen nog 3m) (....) 1475 Arnt Rembouts, 1461 Rebout Gerritsen , voor hem Gijsbert van Giessen.

1619 Aerien Tijssen als pachter "van het block After Haut" op de Lechlantse Tienden te Brakel voor F125,= (Natiomaal Archief, DSCN 0510 en 6830).

(R) 29-4-1615 Adriaen Mathijse Ruijmschotel is mede beleend 2 morgen land in de Corte Bevingh te Brakel (29-2 ook Jan Joosten) Onze Lieve vrouwe van Altena lant. (leenrepertorium losse aantekening fol 2; foto GA 2705).

(?) Vermeld o.a. bij dijkkeur Brakel 1642 blz 1 "... van voors. stoep opwaerts tot aen de gelijken willich staende aen Arien Thijsen hof buitendijcx....".

(R) En verder als momber van de minderjarige kinderen van het Hubert Jans van Willigen en Geurtje Jans Blancken, met wie hij trouwde.

(?) 28-5-1640 (ORA Zuilichem geloftesignaat p 172v) wonend te Brakel aan de dijk oost naast Hendrick Joosten (Salms).

(H?) Hij is zwager van Adriaen Rutgers uit Brakel (ORA Zuilichem 19-10-1626)(122/0882-3) en in 1626 is hij 33 jaar oud. Adriaen Thijs (R) is gehuwd met een dochter van Hubert Putt (dus niet met Cunera Rutgers de zuster van Adriaen Rutgers). Adriaen Rutgers zou gehuwdkunnen zijn geweest met de zuster van Adriaen Thijs (H),zijnde waarschijnlijk Anneken Matthijs van Heuckelom.

(R) 24-04-1615 Leenboek Brakel. Adrijaen Mathijsen Ruijmschotel is leenman van 2,5 m in de Corte Bevinge te Brakel. (O: OLV altaere W: land v Heilige Gheest). 1655 Leenvolger Kuijnhert Ariens namens zijn vrouw Maijke Ariens (dochter van Arien Thijs). (DSCN 5681 en 5738).

(?) Hij betaalt tijns aan Adriaen Frans Vervoorn in Gorinchem uit 1/2 morgen boomgaard te Brakel (ORA Zuilichem 15-2-1631 p 229v).

(?) 25-2-1637 Arien Thijs' land grenst zuidelijk aan hophoff en boomgaard van Arien Aerts in de Vleugelstraat (tijnsplichtig aan Joan Anthonis van Wevelinck brouwer "in de drie snoecken" in Gorinchem) O: Hendrick Huberts N: heer van Loenen W: Vleugelstraet (HBZ L p85).

(?) 6-3-1638 Verkoopt 1,5 hont land te Brakel aan de heer van Brakel (O: Dirck Jans (van Bijsterveldt?) N: heer van Brakel Z: dijk) HBZ L p113v.

(R) 9-3-1641 Arien Thijs is met zijn echtgenote (Geurtje Jans Blancken) en 5 anderen (zie onder Jacob Jan Huberts van Willigen zijn stiefzoon) erfgenaam van Arien Jans Corten (alias Versteegh, die gehuwd was met Marij Jans Blancken) HBZ L p184v-185.

(R) 19-11-1641 "Op eijsch van Joan van Goor als transport hebbend van Cornelis Ariens Corte gedaen en overgelevert jegens Arien Thijs als erffgenaem van Lijntgen sijne moeder letstelick met Ghijsbert Jans getrout geweest." F50,= (ORAZ Dp281 foto 89/ 7998). 28-6-1654 Het echtpaar Lijntgen Thijs en Ghijsbert Jans is overleden en de erven dragen een tijnsbrief over (ORA Z Lp254v).

(R) Tijnsbrief van 25 gulden bij Arien Thijs 28-5-1640, wordt op 3-6-1642 door Jan Ariens verkocht aan Wouter Jans nabuur tot Brakel (HBZ L p224v).

(?*) Bezit land te Brakel nabij een (eenden)kooij (16-12-1642 HBZ L 233v).

(?) 9-4-1644 Cornelis Jacobs daagt Arijen Thijesen voor het gerecht te Brakel ivm een boekhoudkundig verschil van 28 gulden. Rechtdach gehouden den 9 aperijl 1644. (bron: Signaat van Brakel, Gelders Archief Arnhem. foto 79/ 6603).

(R) 19-11-1644 Arijen Tijsen en Jacob Jansen (van Willigen) namens zijn broers en zusters maken voor het Brakelse gerecht aanspraak op 100 gulden bij Berijs Rutgers, voor een merrie die hij uit het erfhuis heeft gekocht. (bron: Signaat van Brakel, Gelders Archief Arnhem. foto 79/ 6601).

(R) 2-12-1644 Jacob Jan Huijberts treedt als momber op voor zijn broers en zusters als kinderen van Jan Huijberts (van Willigen)zaliger, in een zaak die brouwer Adriaen Buijs uit Gorinchem voor het lagere gerecht van Brakel heeft aangespannen. Er is sprake van de borg voor Hendrick Joosten (één van de betrokkenen in de vechtpartij van 1638); het gaat om de resterende landpacht van 1639. Er volgt een arbitragezaak waarbij de proceskosten, groot 36 gulden, door Adriaen Buijs moeten worden opgebracht. Stiefvader Arijen Tijsen treedt eveneens op als momber van de kinderen. (verwezen wordt naar aanvang van het geschil in 1633, dat vermoedelijk 1639 moet zijn) (bron: Signaat van Brakel).

(R) 29-5-1646 Maijken Wouters (wed Jacob Jans Blancken) koopt van Engelken Meus (wed Beris Rutgers) te Brakel opt Hout drie morgen land waarin een vogelkooi en uitweg over het land van Arien Thijs (O&W: land van de vicarie Z: Arien Anthonis N: Arien Thijs) HBZ L p22. NB: 29-11-1655: "Drie mergen landts tot Brakel opt Hout gelegen, goederen van Henrick Jans Blancken (NB gehuwd met Dirsken Ariensdr) en Jenneken Ariensdr als naecomelinghen van besitteren Jan Huberts en Arien Thijs, gecomen van Ghijsbert Jacobs met tijnsbrieff 18-2-1548 (ORAZ D p406).

(R) 1-4-1649 Adriaen Thijs koopt van Maijken Willems weduwe van Dirck Jacobs (van Willigen) 5h te Brakel achter de oude dijk O: Beris Rutgers W: kerk (ORAZ L foto 111/9923).

(H) 13-2-1649 Met zijn twee broers en zusters van Heuckelom en hun aandeel in de windkorenmolen van Brakel (HBZ L p93v).

(R) Hij laat 2 morgen land op de vijfgeerden te Brakel na aan zijn dochters Jenneken (nichtje van Simon Hubert Putt), Maijke (echtgenote van Cuijner Ariens) en Dirske (echtgenote van Hanrick Jans Blancken) in 1656. (ORA Zuilichem 2-1-1656)(122/903).

1661 Arien Tijseen met 2 hont erfpacht op de vijfgeerden te Brakel (Jaarrekening Geestelijke Goederen Kwartier van Nijmegen GA 0003 / 533 scan 249 / 392).

(?) vermelding 4-10-1632 p283v ORA Zuilichem.

(R) 2-10-1649 als Adriaen Matthijs met Hubert Jans (HBZ L p111v).

(H) 1-10-1651 koopt van Jan Gerardts backer van Herwijnen (namens diens vrouw) 1/4 van de "wintcoornmeulen" te Brakel voor 140 gulden , "op lasten die de vrouwe van Brakel en Cornelis Vernoij voort voors. gedeelt daer op spreeckende hebben, mitsgaders voor de quote van Wouter Thijs, Arien Thijs nabuer ende mulder tot Brakel in eijgendom erffelick te hebben...." HBZ L p179.

(H) 8-7-1654 Lambert Matthijs molenaar te Gorinchem verkoopt 1/4 windkorenmolen te Brakel aan Anthonisken Jans, weduwe van Adriaen Matthijs zaliger (HBZ L p255).

(H) 7-10-1655 zijn getrouwd te Brakel Teunisken Jans, wed van Adriaen Mathijssen en Meuves Huibertsen, jongeman van Andel (DTB Brakel p97). "In het koor bevindt zich nog een derde zerk welke onleesbaar is gemaakt. De transcriptie van een van de twee overgebleven zerken in de NH kerk te Brakel zijn vermoedelijk niet helemaal correct: “Hier leyt begraven Hendrick Baijen van Os 1652” en “Hier leyt begraven Aerri Thijs van Heuckelom is overleden den 6den juli anno 1666 Huijsvrouw is overleden den Men october anno 1669” (transscriptie www.hervormdbrakel.nl) Adriaen Mathijs van Heukelum overleed voor 8-7-1654, want toen was de eerste proclamatie van zijn weduwe Teunisken Jans j.d. van Brakel. Haar overlijdensdatum zal ook niet helemaal kloppen, omdat haar tweede man, Meus Huijbertsen vd Heijde 18-4-1669 hertrouwde. Teunisken Jans als weduwe van Arien Matthijs in enkele akten met o.a. aanspraken op Lambert Matthijs en Gerard Cornelis Salms(ORAZ D 28-2-1654 p321v).

(R) 2-1-1656 boedelverdeling van wijlen Arien Thijs tussen zijn drie dochters HBZ L p289. Twee morgen land op de Vijfgeerden te Brakel (W: Jan Gerardts van Alderwegen N: Geurt Rutgers, die kocht van Joan Versteegh (14-8-1645 D p426) De ligging werd eerder omschreven 26-5-1648 (W: Lijs Alderwegen N: Geurt Rutgers Z: Groensteegh O: Meulensteegh). Erftijns aan de kerk van Brakel. Op 30-11-1651 wordt hij als oosterbuur genoemd van 1m land op de Vijffgeerden van Lijsken Alderwegen, wed van Gerit Alderwegen (foto 70/5736) en op 27-12-1681 de erven van Arien Thijss als noorderbuur van Crijnenhoff inden Oijevaersnest (foto 70/5755).

(?) 14-8-1645 Arien Matthijs met huis en hof te Brakel, O: Heer van Brakel, W: Joan Versteeghe, N: dijk (ORAZ D p426).

(R) Posthuum. 17-11-1668 Leendert Dircksen metselaer koopt van Gijsbertien Sijmons, wed Arien Tijssen Ruijmschotel te Brakel 1/2 morgen int Hooijckblock HBZ L p93.

(H)Posthuum HBZ 1689 p51-62 de balans tbv Elisabeth van de Borghgraeff: p53 De erftijns van Arien Tijssen van F10,= jaarlijks op 2 morgen op de Vijffgeerden, bij loting de kinderen te deel gevallen; 2 obligaties op Arien Tijssen F245,= afgelost; p58 Obligatie Arien Tijssen molenaer afgelost F120,=; 2 morgen de erfenis van Arien Tijssen geschat op F450,= belast met 5 voet dijk bij de metselaer en F10,= tijns. Idem magescheid 27-8-1684 (p50-54v).

NB In 27-4-1717 is er te Brakel een MOLENAAR met de achternaam Ruijmschoot, te weten Jan Ariense. Het familieverband met Arien Tijsen is niet duidelijk. Deze betaalt tijns uit 5 hont boomgaard "de Grooten Hof" aan Baijen Jans Duijsteren. (HBZ L p204v).

1653 Pasen lidmaten Brakel: absent Adriaen Tijssen met sijn vrouw.

Uit dit huwelijk een kind.


Arien Thijs
Arien Thijs, geb. in 1597, Leenman huis van Brakel, ovl. circa 1654.

Arien Thijs.
Adriaen Tijsen van Heukelom en Ruijmschotel in Brakel is NIET een en dezelfde persoon. Meestentijds wordt louter gerefereerd aan "Arien Thijs". Arien Tijsen van Heukelom is de molenaar. Posthuum verkoopt Arien Thijsen Ruimschotels weduwe Gisbertje Simons land, terwijl Adriaen Mathijsen van Heukelom nadien nog gehuwd is met Teuntje Jans, en daarbij in het trouwboek zonder vermelding van het feit dat hij weduwnaar zou zijn. Mijn conclusie is derhalve dat het om twee verschillende personen gaat. De bronnen zijn gemarkeerd met (R), (H) en (?). de laatste als niet duidelijk is welke van de twee. Adriaen Tijsen van Heuckelom heeft als broers en zuster: Wouter Thijs (van Heuckelom) 1601 Lambert Matthijs van Heuckelom Anneken Matthijs van Heuckelom.

Verwarrend is, dat beiden land schijnen te bezitten op de Vijffgeerden te Brakel, en dat een latere Ruijmschotel te Brakel eveneens molenaar is.

De familieverbanden in de stamboom moeten nog bijgewerkt. Voorlopig: volg de achternaam.

Adriaen Thijsz van Heuckelom trouwt in 1649 als jonggezel. Misschien, omdat hij molenaar was, was hij niet per se piepjong maar naar verwachting is hij geboren tussen 1615 - 1622. Arien Thijsz Ruijmschotel, de zwager van Cunera was echter al 33 jaar oud in 1626 en dus geboren ca. 1593. Dat spoort ook met zijn schoonfamilie. Er zit dus een generatie verschil tussen.

De ouders van die laatste waren Mathijs Ariaensz x Lijntgen Goossens. En dat lijkt dezelfde als Matthijs Ruijmschotel Adriaensz beleend in 1582 (Leenrepertorium hofstede Dussen) En zie ook de genealogie in GTMWB, 1992, nr. 4, pag. 278. Dat past allemaal prima.

29-4-1615 Adriaen Matthijs Ruijmschottel heeft te leen ontfangen d'anderhalven mergen landts inne de Corte Bevinge '" leenhof Brakel (O: OLV W: H Geest . GA 0379/ 856 scan 1/8 en GA 0379/857 scan 28. (Na hem 6-10-1655 Gerrit Vernoij en 24-11-1669 Adriaan van Hemert; voor hem 24-2-1615 Jan Joosten, (....) 1550 Johan Dericks Muijll (toen nog 3m) (....) 1475 Arnt Rembouts, 1461 Rebout Gerritsen , voor hem Gijsbert van Giessen.

1619 Aerien Tijssen als pachter "van het block After Haut" op de Lechlantse Tienden te Brakel voor F125,= (Natiomaal Archief, DSCN 0510 en 6830).

(R) 29-4-1615 Adriaen Mathijse Ruijmschotel is mede beleend 2 morgen land in de Corte Bevingh te Brakel (29-2 ook Jan Joosten) Onze Lieve vrouwe van Altena lant. (leenrepertorium losse aantekening fol 2; foto GA 2705).

(?) Vermeld o.a. bij dijkkeur Brakel 1642 blz 1 "... van voors. stoep opwaerts tot aen de gelijken willich staende aen Arien Thijsen hof buitendijcx....".

(R) En verder als momber van de minderjarige kinderen van het Hubert Jans van Willigen en Geurtje Jans Blancken, met wie hij trouwde.

(?) 28-5-1640 (ORA Zuilichem geloftesignaat p 172v) wonend te Brakel aan de dijk oost naast Hendrick Joosten (Salms).

(H?) Hij is zwager van Adriaen Rutgers uit Brakel (ORA Zuilichem 19-10-1626)(122/0882-3) en in 1626 is hij 33 jaar oud. Adriaen Thijs (R) is gehuwd met een dochter van Hubert Putt (dus niet met Cunera Rutgers de zuster van Adriaen Rutgers). Adriaen Rutgers zou gehuwdkunnen zijn geweest met de zuster van Adriaen Thijs (H),zijnde waarschijnlijk Anneken Matthijs van Heuckelom.

(R) 24-04-1615 Leenboek Brakel. Adrijaen Mathijsen Ruijmschotel is leenman van 2,5 m in de Corte Bevinge te Brakel. (O: OLV altaere W: land v Heilige Gheest). 1655 Leenvolger Kuijnhert Ariens namens zijn vrouw Maijke Ariens (dochter van Arien Thijs). (DSCN 5681 en 5738).

(?) Hij betaalt tijns aan Adriaen Frans Vervoorn in Gorinchem uit 1/2 morgen boomgaard te Brakel (ORA Zuilichem 15-2-1631 p 229v).

(?) 25-2-1637 Arien Thijs' land grenst zuidelijk aan hophoff en boomgaard van Arien Aerts in de Vleugelstraat (tijnsplichtig aan Joan Anthonis van Wevelinck brouwer "in de drie snoecken" in Gorinchem) O: Hendrick Huberts N: heer van Loenen W: Vleugelstraet (HBZ L p85).

(?) 6-3-1638 Verkoopt 1,5 hont land te Brakel aan de heer van Brakel (O: Dirck Jans (van Bijsterveldt?) N: heer van Brakel Z: dijk) HBZ L p113v.

(R) 9-3-1641 Arien Thijs is met zijn echtgenote (Geurtje Jans Blancken) en 5 anderen (zie onder Jacob Jan Huberts van Willigen zijn stiefzoon) erfgenaam van Arien Jans Corten (alias Versteegh, die gehuwd was met Marij Jans Blancken) HBZ L p184v-185.

(R) 19-11-1641 "Op eijsch van Joan van Goor als transport hebbend van Cornelis Ariens Corte gedaen en overgelevert jegens Arien Thijs als erffgenaem van Lijntgen sijne moeder letstelick met Ghijsbert Jans getrout geweest." F50,= (ORAZ Dp281 foto 89/ 7998). 28-6-1654 Het echtpaar Lijntgen Thijs en Ghijsbert Jans is overleden en de erven dragen een tijnsbrief over (ORA Z Lp254v).

(R) Tijnsbrief van 25 gulden bij Arien Thijs 28-5-1640, wordt op 3-6-1642 door Jan Ariens verkocht aan Wouter Jans nabuur tot Brakel (HBZ L p224v).

(?*) Bezit land te Brakel nabij een (eenden)kooij (16-12-1642 HBZ L 233v).

(?) 9-4-1644 Cornelis Jacobs daagt Arijen Thijesen voor het gerecht te Brakel ivm een boekhoudkundig verschil van 28 gulden. Rechtdach gehouden den 9 aperijl 1644. (bron: Signaat van Brakel, Gelders Archief Arnhem. foto 79/ 6603).

(R) 19-11-1644 Arijen Tijsen en Jacob Jansen (van Willigen) namens zijn broers en zusters maken voor het Brakelse gerecht aanspraak op 100 gulden bij Berijs Rutgers, voor een merrie die hij uit het erfhuis heeft gekocht. (bron: Signaat van Brakel, Gelders Archief Arnhem. foto 79/ 6601).

(R) 2-12-1644 Jacob Jan Huijberts treedt als momber op voor zijn broers en zusters als kinderen van Jan Huijberts (van Willigen)zaliger, in een zaak die brouwer Adriaen Buijs uit Gorinchem voor het lagere gerecht van Brakel heeft aangespannen. Er is sprake van de borg voor Hendrick Joosten (één van de betrokkenen in de vechtpartij van 1638); het gaat om de resterende landpacht van 1639. Er volgt een arbitragezaak waarbij de proceskosten, groot 36 gulden, door Adriaen Buijs moeten worden opgebracht. Stiefvader Arijen Tijsen treedt eveneens op als momber van de kinderen. (verwezen wordt naar aanvang van het geschil in 1633, dat vermoedelijk 1639 moet zijn) (bron: Signaat van Brakel).

(R) 29-5-1646 Maijken Wouters (wed Jacob Jans Blancken) koopt van Engelken Meus (wed Beris Rutgers) te Brakel opt Hout drie morgen land waarin een vogelkooi en uitweg over het land van Arien Thijs (O&W: land van de vicarie Z: Arien Anthonis N: Arien Thijs) HBZ L p22. NB: 29-11-1655: "Drie mergen landts tot Brakel opt Hout gelegen, goederen van Henrick Jans Blancken (NB gehuwd met Dirsken Ariensdr) en Jenneken Ariensdr als naecomelinghen van besitteren Jan Huberts en Arien Thijs, gecomen van Ghijsbert Jacobs met tijnsbrieff 18-2-1548 (ORAZ D p406).

(R) 1-4-1649 Adriaen Thijs koopt van Maijken Willems weduwe van Dirck Jacobs (van Willigen) 5h te Brakel achter de oude dijk O: Beris Rutgers W: kerk (ORAZ L foto 111/9923).

(H) 13-2-1649 Met zijn twee broers en zusters van Heuckelom en hun aandeel in de windkorenmolen van Brakel (HBZ L p93v).

(R) Hij laat 2 morgen land op de vijfgeerden te Brakel na aan zijn dochters Jenneken (nichtje van Simon Hubert Putt), Maijke (echtgenote van Cuijner Ariens) en Dirske (echtgenote van Hanrick Jans Blancken) in 1656. (ORA Zuilichem 2-1-1656)(122/903).

1661 Arien Tijseen met 2 hont erfpacht op de vijfgeerden te Brakel (Jaarrekening Geestelijke Goederen Kwartier van Nijmegen GA 0003 / 533 scan 249 / 392).

(?) vermelding 4-10-1632 p283v ORA Zuilichem.

(R) 2-10-1649 als Adriaen Matthijs met Hubert Jans (HBZ L p111v).

(H) 1-10-1651 koopt van Jan Gerardts backer van Herwijnen (namens diens vrouw) 1/4 van de "wintcoornmeulen" te Brakel voor 140 gulden , "op lasten die de vrouwe van Brakel en Cornelis Vernoij voort voors. gedeelt daer op spreeckende hebben, mitsgaders voor de quote van Wouter Thijs, Arien Thijs nabuer ende mulder tot Brakel in eijgendom erffelick te hebben...." HBZ L p179.

(H) 8-7-1654 Lambert Matthijs molenaar te Gorinchem verkoopt 1/4 windkorenmolen te Brakel aan Anthonisken Jans, weduwe van Adriaen Matthijs zaliger (HBZ L p255).

(H) 7-10-1655 zijn getrouwd te Brakel Teunisken Jans, wed van Adriaen Mathijssen en Meuves Huibertsen, jongeman van Andel (DTB Brakel p97). "In het koor bevindt zich nog een derde zerk welke onleesbaar is gemaakt. De transcriptie van een van de twee overgebleven zerken in de NH kerk te Brakel zijn vermoedelijk niet helemaal correct: “Hier leyt begraven Hendrick Baijen van Os 1652” en “Hier leyt begraven Aerri Thijs van Heuckelom is overleden den 6den juli anno 1666 Huijsvrouw is overleden den Men october anno 1669” (transscriptie www.hervormdbrakel.nl) Adriaen Mathijs van Heukelum overleed voor 8-7-1654, want toen was de eerste proclamatie van zijn weduwe Teunisken Jans j.d. van Brakel. Haar overlijdensdatum zal ook niet helemaal kloppen, omdat haar tweede man, Meus Huijbertsen vd Heijde 18-4-1669 hertrouwde. Teunisken Jans als weduwe van Arien Matthijs in enkele akten met o.a. aanspraken op Lambert Matthijs en Gerard Cornelis Salms(ORAZ D 28-2-1654 p321v).

(R) 2-1-1656 boedelverdeling van wijlen Arien Thijs tussen zijn drie dochters HBZ L p289. Twee morgen land op de Vijfgeerden te Brakel (W: Jan Gerardts van Alderwegen N: Geurt Rutgers, die kocht van Joan Versteegh (14-8-1645 D p426) De ligging werd eerder omschreven 26-5-1648 (W: Lijs Alderwegen N: Geurt Rutgers Z: Groensteegh O: Meulensteegh). Erftijns aan de kerk van Brakel. Op 30-11-1651 wordt hij als oosterbuur genoemd van 1m land op de Vijffgeerden van Lijsken Alderwegen, wed van Gerit Alderwegen (foto 70/5736) en op 27-12-1681 de erven van Arien Thijss als noorderbuur van Crijnenhoff inden Oijevaersnest (foto 70/5755).

(?) 14-8-1645 Arien Matthijs met huis en hof te Brakel, O: Heer van Brakel, W: Joan Versteeghe, N: dijk (ORAZ D p426).

(R) Posthuum. 17-11-1668 Leendert Dircksen metselaer koopt van Gijsbertien Sijmons, wed Arien Tijssen Ruijmschotel te Brakel 1/2 morgen int Hooijckblock HBZ L p93.

(H)Posthuum HBZ 1689 p51-62 de balans tbv Elisabeth van de Borghgraeff: p53 De erftijns van Arien Tijssen van F10,= jaarlijks op 2 morgen op de Vijffgeerden, bij loting de kinderen te deel gevallen; 2 obligaties op Arien Tijssen F245,= afgelost; p58 Obligatie Arien Tijssen molenaer afgelost F120,=; 2 morgen de erfenis van Arien Tijssen geschat op F450,= belast met 5 voet dijk bij de metselaer en F10,= tijns. Idem magescheid 27-8-1684 (p50-54v).

NB In 27-4-1717 is er te Brakel een MOLENAAR met de achternaam Ruijmschoot, te weten Jan Ariense. Het familieverband met Arien Tijsen is niet duidelijk. Deze betaalt tijns uit 5 hont boomgaard "de Grooten Hof" aan Baijen Jans Duijsteren. (HBZ L p204v).

1653 Pasen lidmaten Brakel: absent Adriaen Tijssen met sijn vrouw.

tr. (1) op 15 mrt 1640
met

Geurtje Jans Blancken, dr. van Jan Hendricks Blancken (gerichtsman Brakel 1607) en Marij Geurts Blanken, geb. Brakel in 1590, ovl. aldaar voor 1642.

Geurtje Jans Blancken.
4-1-1639 Johan Versteegen, dijckgraeff en schout, Johan Jacobs van Goor en Bastiaen Gerrits, dijckheemraeden en wethouderen, allen in de heerlijkheid Braeckel in de Bommelerwaert, leggen een verklaring af op verzoek van Hendrick Aerts, schipper van Braeckel. Deze schipper heeft graan van hun eigen land vervoerd voor de volgende personen: Steven Aerts, GEURTGE JANS, Cornelis Adriaens Corte, Cornelis Harmens en Johan Jacobs van Goor. Alles is geschied conform het plakkaat van de Staten Generael van de Vereenigde Nederlanden betreffende granen van de landen onder contributie, zoals door capteyn Govert van Beamont is aangehaald. ( Archief ONA Rotterdam Inventarisnummer 419 Aktenummer/Blz. 62/96 Notaris Johan Cooll ).

Lidmaten Brakel 1640 : Guertjen Jans Atriaen Thessen vrouwe en Adriaen Thessen.

31-1-1640 Reijer Cornelis lat aanspraak doen op AnnekenJacobs weduwe van Anthinis Gerardts, DE WEDUWE VAN JAN HUBERTS, Claes Peters, Dirck Ariens van Zuilichem, Arien Thijs, d'erffgenaemen van Jan Ghijsbertsz, Neel Jans weduwe van Willem Corstens, Geurt vande Griend, Griet Wouters, Henrick Ariens, Thonis Jans, Jacob Jans Blancken, Arien Aerts ende Anthonis Jans van Hellouw (ORA ZD p237).

Uit dit huwelijk een kind.

tr. (2) voor 1636
met

NN Huijbertsz Putt, dr. van Huijbert Sijmons Putt en Jen Ghijsberts van Braeckel.

Uit dit huwelijk 3 kinderen.

tr. (3) Brakel op 24 sep 1643
met

Gijsbertjen Simons, geb. Brakel voor 1608, ovl. na 1668, tr. (2) met Theunis Wouters, geb. Sprang. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) Sprang op 29 nov 1626 met Hendrick Jansen Vos, geb. Sprang, ovl. voor 1637. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (4) op 19 nov 1637 Zaltbommel met Gerrit Petersen, geb. Drunen, ovl. voor 1642. Uit dit huwelijk geen kinderen.


NN Huijbertsz Putt
NN Huijbertsz Putt.

tr. voor 1636
met

Arien Thijs, geb. in 1597, Leenman huis van Brakel, ovl. circa 1654, tr. (1) met Geurtje Jans Blancken. Uit dit huwelijk een kind, tr. (3) met Gijsbertjen Simons. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Arien Thijs.
Adriaen Tijsen van Heukelom en Ruijmschotel in Brakel is NIET een en dezelfde persoon. Meestentijds wordt louter gerefereerd aan "Arien Thijs". Arien Tijsen van Heukelom is de molenaar. Posthuum verkoopt Arien Thijsen Ruimschotels weduwe Gisbertje Simons land, terwijl Adriaen Mathijsen van Heukelom nadien nog gehuwd is met Teuntje Jans, en daarbij in het trouwboek zonder vermelding van het feit dat hij weduwnaar zou zijn. Mijn conclusie is derhalve dat het om twee verschillende personen gaat. De bronnen zijn gemarkeerd met (R), (H) en (?). de laatste als niet duidelijk is welke van de twee. Adriaen Tijsen van Heuckelom heeft als broers en zuster: Wouter Thijs (van Heuckelom) 1601 Lambert Matthijs van Heuckelom Anneken Matthijs van Heuckelom.

Verwarrend is, dat beiden land schijnen te bezitten op de Vijffgeerden te Brakel, en dat een latere Ruijmschotel te Brakel eveneens molenaar is.

De familieverbanden in de stamboom moeten nog bijgewerkt. Voorlopig: volg de achternaam.

Adriaen Thijsz van Heuckelom trouwt in 1649 als jonggezel. Misschien, omdat hij molenaar was, was hij niet per se piepjong maar naar verwachting is hij geboren tussen 1615 - 1622. Arien Thijsz Ruijmschotel, de zwager van Cunera was echter al 33 jaar oud in 1626 en dus geboren ca. 1593. Dat spoort ook met zijn schoonfamilie. Er zit dus een generatie verschil tussen.

De ouders van die laatste waren Mathijs Ariaensz x Lijntgen Goossens. En dat lijkt dezelfde als Matthijs Ruijmschotel Adriaensz beleend in 1582 (Leenrepertorium hofstede Dussen) En zie ook de genealogie in GTMWB, 1992, nr. 4, pag. 278. Dat past allemaal prima.

29-4-1615 Adriaen Matthijs Ruijmschottel heeft te leen ontfangen d'anderhalven mergen landts inne de Corte Bevinge '" leenhof Brakel (O: OLV W: H Geest . GA 0379/ 856 scan 1/8 en GA 0379/857 scan 28. (Na hem 6-10-1655 Gerrit Vernoij en 24-11-1669 Adriaan van Hemert; voor hem 24-2-1615 Jan Joosten, (....) 1550 Johan Dericks Muijll (toen nog 3m) (....) 1475 Arnt Rembouts, 1461 Rebout Gerritsen , voor hem Gijsbert van Giessen.

1619 Aerien Tijssen als pachter "van het block After Haut" op de Lechlantse Tienden te Brakel voor F125,= (Natiomaal Archief, DSCN 0510 en 6830).

(R) 29-4-1615 Adriaen Mathijse Ruijmschotel is mede beleend 2 morgen land in de Corte Bevingh te Brakel (29-2 ook Jan Joosten) Onze Lieve vrouwe van Altena lant. (leenrepertorium losse aantekening fol 2; foto GA 2705).

(?) Vermeld o.a. bij dijkkeur Brakel 1642 blz 1 "... van voors. stoep opwaerts tot aen de gelijken willich staende aen Arien Thijsen hof buitendijcx....".

(R) En verder als momber van de minderjarige kinderen van het Hubert Jans van Willigen en Geurtje Jans Blancken, met wie hij trouwde.

(?) 28-5-1640 (ORA Zuilichem geloftesignaat p 172v) wonend te Brakel aan de dijk oost naast Hendrick Joosten (Salms).

(H?) Hij is zwager van Adriaen Rutgers uit Brakel (ORA Zuilichem 19-10-1626)(122/0882-3) en in 1626 is hij 33 jaar oud. Adriaen Thijs (R) is gehuwd met een dochter van Hubert Putt (dus niet met Cunera Rutgers de zuster van Adriaen Rutgers). Adriaen Rutgers zou gehuwdkunnen zijn geweest met de zuster van Adriaen Thijs (H),zijnde waarschijnlijk Anneken Matthijs van Heuckelom.

(R) 24-04-1615 Leenboek Brakel. Adrijaen Mathijsen Ruijmschotel is leenman van 2,5 m in de Corte Bevinge te Brakel. (O: OLV altaere W: land v Heilige Gheest). 1655 Leenvolger Kuijnhert Ariens namens zijn vrouw Maijke Ariens (dochter van Arien Thijs). (DSCN 5681 en 5738).

(?) Hij betaalt tijns aan Adriaen Frans Vervoorn in Gorinchem uit 1/2 morgen boomgaard te Brakel (ORA Zuilichem 15-2-1631 p 229v).

(?) 25-2-1637 Arien Thijs' land grenst zuidelijk aan hophoff en boomgaard van Arien Aerts in de Vleugelstraat (tijnsplichtig aan Joan Anthonis van Wevelinck brouwer "in de drie snoecken" in Gorinchem) O: Hendrick Huberts N: heer van Loenen W: Vleugelstraet (HBZ L p85).

(?) 6-3-1638 Verkoopt 1,5 hont land te Brakel aan de heer van Brakel (O: Dirck Jans (van Bijsterveldt?) N: heer van Brakel Z: dijk) HBZ L p113v.

(R) 9-3-1641 Arien Thijs is met zijn echtgenote (Geurtje Jans Blancken) en 5 anderen (zie onder Jacob Jan Huberts van Willigen zijn stiefzoon) erfgenaam van Arien Jans Corten (alias Versteegh, die gehuwd was met Marij Jans Blancken) HBZ L p184v-185.

(R) 19-11-1641 "Op eijsch van Joan van Goor als transport hebbend van Cornelis Ariens Corte gedaen en overgelevert jegens Arien Thijs als erffgenaem van Lijntgen sijne moeder letstelick met Ghijsbert Jans getrout geweest." F50,= (ORAZ Dp281 foto 89/ 7998). 28-6-1654 Het echtpaar Lijntgen Thijs en Ghijsbert Jans is overleden en de erven dragen een tijnsbrief over (ORA Z Lp254v).

(R) Tijnsbrief van 25 gulden bij Arien Thijs 28-5-1640, wordt op 3-6-1642 door Jan Ariens verkocht aan Wouter Jans nabuur tot Brakel (HBZ L p224v).

(?*) Bezit land te Brakel nabij een (eenden)kooij (16-12-1642 HBZ L 233v).

(?) 9-4-1644 Cornelis Jacobs daagt Arijen Thijesen voor het gerecht te Brakel ivm een boekhoudkundig verschil van 28 gulden. Rechtdach gehouden den 9 aperijl 1644. (bron: Signaat van Brakel, Gelders Archief Arnhem. foto 79/ 6603).

(R) 19-11-1644 Arijen Tijsen en Jacob Jansen (van Willigen) namens zijn broers en zusters maken voor het Brakelse gerecht aanspraak op 100 gulden bij Berijs Rutgers, voor een merrie die hij uit het erfhuis heeft gekocht. (bron: Signaat van Brakel, Gelders Archief Arnhem. foto 79/ 6601).

(R) 2-12-1644 Jacob Jan Huijberts treedt als momber op voor zijn broers en zusters als kinderen van Jan Huijberts (van Willigen)zaliger, in een zaak die brouwer Adriaen Buijs uit Gorinchem voor het lagere gerecht van Brakel heeft aangespannen. Er is sprake van de borg voor Hendrick Joosten (één van de betrokkenen in de vechtpartij van 1638); het gaat om de resterende landpacht van 1639. Er volgt een arbitragezaak waarbij de proceskosten, groot 36 gulden, door Adriaen Buijs moeten worden opgebracht. Stiefvader Arijen Tijsen treedt eveneens op als momber van de kinderen. (verwezen wordt naar aanvang van het geschil in 1633, dat vermoedelijk 1639 moet zijn) (bron: Signaat van Brakel).

(R) 29-5-1646 Maijken Wouters (wed Jacob Jans Blancken) koopt van Engelken Meus (wed Beris Rutgers) te Brakel opt Hout drie morgen land waarin een vogelkooi en uitweg over het land van Arien Thijs (O&W: land van de vicarie Z: Arien Anthonis N: Arien Thijs) HBZ L p22. NB: 29-11-1655: "Drie mergen landts tot Brakel opt Hout gelegen, goederen van Henrick Jans Blancken (NB gehuwd met Dirsken Ariensdr) en Jenneken Ariensdr als naecomelinghen van besitteren Jan Huberts en Arien Thijs, gecomen van Ghijsbert Jacobs met tijnsbrieff 18-2-1548 (ORAZ D p406).

(R) 1-4-1649 Adriaen Thijs koopt van Maijken Willems weduwe van Dirck Jacobs (van Willigen) 5h te Brakel achter de oude dijk O: Beris Rutgers W: kerk (ORAZ L foto 111/9923).

(H) 13-2-1649 Met zijn twee broers en zusters van Heuckelom en hun aandeel in de windkorenmolen van Brakel (HBZ L p93v).

(R) Hij laat 2 morgen land op de vijfgeerden te Brakel na aan zijn dochters Jenneken (nichtje van Simon Hubert Putt), Maijke (echtgenote van Cuijner Ariens) en Dirske (echtgenote van Hanrick Jans Blancken) in 1656. (ORA Zuilichem 2-1-1656)(122/903).

1661 Arien Tijseen met 2 hont erfpacht op de vijfgeerden te Brakel (Jaarrekening Geestelijke Goederen Kwartier van Nijmegen GA 0003 / 533 scan 249 / 392).

(?) vermelding 4-10-1632 p283v ORA Zuilichem.

(R) 2-10-1649 als Adriaen Matthijs met Hubert Jans (HBZ L p111v).

(H) 1-10-1651 koopt van Jan Gerardts backer van Herwijnen (namens diens vrouw) 1/4 van de "wintcoornmeulen" te Brakel voor 140 gulden , "op lasten die de vrouwe van Brakel en Cornelis Vernoij voort voors. gedeelt daer op spreeckende hebben, mitsgaders voor de quote van Wouter Thijs, Arien Thijs nabuer ende mulder tot Brakel in eijgendom erffelick te hebben...." HBZ L p179.

(H) 8-7-1654 Lambert Matthijs molenaar te Gorinchem verkoopt 1/4 windkorenmolen te Brakel aan Anthonisken Jans, weduwe van Adriaen Matthijs zaliger (HBZ L p255).

(H) 7-10-1655 zijn getrouwd te Brakel Teunisken Jans, wed van Adriaen Mathijssen en Meuves Huibertsen, jongeman van Andel (DTB Brakel p97). "In het koor bevindt zich nog een derde zerk welke onleesbaar is gemaakt. De transcriptie van een van de twee overgebleven zerken in de NH kerk te Brakel zijn vermoedelijk niet helemaal correct: “Hier leyt begraven Hendrick Baijen van Os 1652” en “Hier leyt begraven Aerri Thijs van Heuckelom is overleden den 6den juli anno 1666 Huijsvrouw is overleden den Men october anno 1669” (transscriptie www.hervormdbrakel.nl) Adriaen Mathijs van Heukelum overleed voor 8-7-1654, want toen was de eerste proclamatie van zijn weduwe Teunisken Jans j.d. van Brakel. Haar overlijdensdatum zal ook niet helemaal kloppen, omdat haar tweede man, Meus Huijbertsen vd Heijde 18-4-1669 hertrouwde. Teunisken Jans als weduwe van Arien Matthijs in enkele akten met o.a. aanspraken op Lambert Matthijs en Gerard Cornelis Salms(ORAZ D 28-2-1654 p321v).

(R) 2-1-1656 boedelverdeling van wijlen Arien Thijs tussen zijn drie dochters HBZ L p289. Twee morgen land op de Vijfgeerden te Brakel (W: Jan Gerardts van Alderwegen N: Geurt Rutgers, die kocht van Joan Versteegh (14-8-1645 D p426) De ligging werd eerder omschreven 26-5-1648 (W: Lijs Alderwegen N: Geurt Rutgers Z: Groensteegh O: Meulensteegh). Erftijns aan de kerk van Brakel. Op 30-11-1651 wordt hij als oosterbuur genoemd van 1m land op de Vijffgeerden van Lijsken Alderwegen, wed van Gerit Alderwegen (foto 70/5736) en op 27-12-1681 de erven van Arien Thijss als noorderbuur van Crijnenhoff inden Oijevaersnest (foto 70/5755).

(?) 14-8-1645 Arien Matthijs met huis en hof te Brakel, O: Heer van Brakel, W: Joan Versteeghe, N: dijk (ORAZ D p426).

(R) Posthuum. 17-11-1668 Leendert Dircksen metselaer koopt van Gijsbertien Sijmons, wed Arien Tijssen Ruijmschotel te Brakel 1/2 morgen int Hooijckblock HBZ L p93.

(H)Posthuum HBZ 1689 p51-62 de balans tbv Elisabeth van de Borghgraeff: p53 De erftijns van Arien Tijssen van F10,= jaarlijks op 2 morgen op de Vijffgeerden, bij loting de kinderen te deel gevallen; 2 obligaties op Arien Tijssen F245,= afgelost; p58 Obligatie Arien Tijssen molenaer afgelost F120,=; 2 morgen de erfenis van Arien Tijssen geschat op F450,= belast met 5 voet dijk bij de metselaer en F10,= tijns. Idem magescheid 27-8-1684 (p50-54v).

NB In 27-4-1717 is er te Brakel een MOLENAAR met de achternaam Ruijmschoot, te weten Jan Ariense. Het familieverband met Arien Tijsen is niet duidelijk. Deze betaalt tijns uit 5 hont boomgaard "de Grooten Hof" aan Baijen Jans Duijsteren. (HBZ L p204v).

1653 Pasen lidmaten Brakel: absent Adriaen Tijssen met sijn vrouw.

Uit dit huwelijk 3 kinderen.


Gijsbertjen Simons
Gijsbertjen Simons, geb. Brakel voor 1608, ovl. na 1668.

tr. (1) Brakel op 24 sep 1643
met

Arien Thijs, geb. in 1597, Leenman huis van Brakel, ovl. circa 1654, tr. (1) op 15 mrt 1640 met Geurtje Jans Blancken. Uit dit huwelijk een kind, tr. (2) met NN Huijbertsz Putt, dr. van Huijbert Sijmons Putt en Jen Ghijsberts van Braeckel. Uit dit huwelijk 3 kinderen.

Arien Thijs.
Adriaen Tijsen van Heukelom en Ruijmschotel in Brakel is NIET een en dezelfde persoon. Meestentijds wordt louter gerefereerd aan "Arien Thijs". Arien Tijsen van Heukelom is de molenaar. Posthuum verkoopt Arien Thijsen Ruimschotels weduwe Gisbertje Simons land, terwijl Adriaen Mathijsen van Heukelom nadien nog gehuwd is met Teuntje Jans, en daarbij in het trouwboek zonder vermelding van het feit dat hij weduwnaar zou zijn. Mijn conclusie is derhalve dat het om twee verschillende personen gaat. De bronnen zijn gemarkeerd met (R), (H) en (?). de laatste als niet duidelijk is welke van de twee. Adriaen Tijsen van Heuckelom heeft als broers en zuster: Wouter Thijs (van Heuckelom) 1601 Lambert Matthijs van Heuckelom Anneken Matthijs van Heuckelom.

Verwarrend is, dat beiden land schijnen te bezitten op de Vijffgeerden te Brakel, en dat een latere Ruijmschotel te Brakel eveneens molenaar is.

De familieverbanden in de stamboom moeten nog bijgewerkt. Voorlopig: volg de achternaam.

Adriaen Thijsz van Heuckelom trouwt in 1649 als jonggezel. Misschien, omdat hij molenaar was, was hij niet per se piepjong maar naar verwachting is hij geboren tussen 1615 - 1622. Arien Thijsz Ruijmschotel, de zwager van Cunera was echter al 33 jaar oud in 1626 en dus geboren ca. 1593. Dat spoort ook met zijn schoonfamilie. Er zit dus een generatie verschil tussen.

De ouders van die laatste waren Mathijs Ariaensz x Lijntgen Goossens. En dat lijkt dezelfde als Matthijs Ruijmschotel Adriaensz beleend in 1582 (Leenrepertorium hofstede Dussen) En zie ook de genealogie in GTMWB, 1992, nr. 4, pag. 278. Dat past allemaal prima.

29-4-1615 Adriaen Matthijs Ruijmschottel heeft te leen ontfangen d'anderhalven mergen landts inne de Corte Bevinge '" leenhof Brakel (O: OLV W: H Geest . GA 0379/ 856 scan 1/8 en GA 0379/857 scan 28. (Na hem 6-10-1655 Gerrit Vernoij en 24-11-1669 Adriaan van Hemert; voor hem 24-2-1615 Jan Joosten, (....) 1550 Johan Dericks Muijll (toen nog 3m) (....) 1475 Arnt Rembouts, 1461 Rebout Gerritsen , voor hem Gijsbert van Giessen.

1619 Aerien Tijssen als pachter "van het block After Haut" op de Lechlantse Tienden te Brakel voor F125,= (Natiomaal Archief, DSCN 0510 en 6830).

(R) 29-4-1615 Adriaen Mathijse Ruijmschotel is mede beleend 2 morgen land in de Corte Bevingh te Brakel (29-2 ook Jan Joosten) Onze Lieve vrouwe van Altena lant. (leenrepertorium losse aantekening fol 2; foto GA 2705).

(?) Vermeld o.a. bij dijkkeur Brakel 1642 blz 1 "... van voors. stoep opwaerts tot aen de gelijken willich staende aen Arien Thijsen hof buitendijcx....".

(R) En verder als momber van de minderjarige kinderen van het Hubert Jans van Willigen en Geurtje Jans Blancken, met wie hij trouwde.

(?) 28-5-1640 (ORA Zuilichem geloftesignaat p 172v) wonend te Brakel aan de dijk oost naast Hendrick Joosten (Salms).

(H?) Hij is zwager van Adriaen Rutgers uit Brakel (ORA Zuilichem 19-10-1626)(122/0882-3) en in 1626 is hij 33 jaar oud. Adriaen Thijs (R) is gehuwd met een dochter van Hubert Putt (dus niet met Cunera Rutgers de zuster van Adriaen Rutgers). Adriaen Rutgers zou gehuwdkunnen zijn geweest met de zuster van Adriaen Thijs (H),zijnde waarschijnlijk Anneken Matthijs van Heuckelom.

(R) 24-04-1615 Leenboek Brakel. Adrijaen Mathijsen Ruijmschotel is leenman van 2,5 m in de Corte Bevinge te Brakel. (O: OLV altaere W: land v Heilige Gheest). 1655 Leenvolger Kuijnhert Ariens namens zijn vrouw Maijke Ariens (dochter van Arien Thijs). (DSCN 5681 en 5738).

(?) Hij betaalt tijns aan Adriaen Frans Vervoorn in Gorinchem uit 1/2 morgen boomgaard te Brakel (ORA Zuilichem 15-2-1631 p 229v).

(?) 25-2-1637 Arien Thijs' land grenst zuidelijk aan hophoff en boomgaard van Arien Aerts in de Vleugelstraat (tijnsplichtig aan Joan Anthonis van Wevelinck brouwer "in de drie snoecken" in Gorinchem) O: Hendrick Huberts N: heer van Loenen W: Vleugelstraet (HBZ L p85).

(?) 6-3-1638 Verkoopt 1,5 hont land te Brakel aan de heer van Brakel (O: Dirck Jans (van Bijsterveldt?) N: heer van Brakel Z: dijk) HBZ L p113v.

(R) 9-3-1641 Arien Thijs is met zijn echtgenote (Geurtje Jans Blancken) en 5 anderen (zie onder Jacob Jan Huberts van Willigen zijn stiefzoon) erfgenaam van Arien Jans Corten (alias Versteegh, die gehuwd was met Marij Jans Blancken) HBZ L p184v-185.

(R) 19-11-1641 "Op eijsch van Joan van Goor als transport hebbend van Cornelis Ariens Corte gedaen en overgelevert jegens Arien Thijs als erffgenaem van Lijntgen sijne moeder letstelick met Ghijsbert Jans getrout geweest." F50,= (ORAZ Dp281 foto 89/ 7998). 28-6-1654 Het echtpaar Lijntgen Thijs en Ghijsbert Jans is overleden en de erven dragen een tijnsbrief over (ORA Z Lp254v).

(R) Tijnsbrief van 25 gulden bij Arien Thijs 28-5-1640, wordt op 3-6-1642 door Jan Ariens verkocht aan Wouter Jans nabuur tot Brakel (HBZ L p224v).

(?*) Bezit land te Brakel nabij een (eenden)kooij (16-12-1642 HBZ L 233v).

(?) 9-4-1644 Cornelis Jacobs daagt Arijen Thijesen voor het gerecht te Brakel ivm een boekhoudkundig verschil van 28 gulden. Rechtdach gehouden den 9 aperijl 1644. (bron: Signaat van Brakel, Gelders Archief Arnhem. foto 79/ 6603).

(R) 19-11-1644 Arijen Tijsen en Jacob Jansen (van Willigen) namens zijn broers en zusters maken voor het Brakelse gerecht aanspraak op 100 gulden bij Berijs Rutgers, voor een merrie die hij uit het erfhuis heeft gekocht. (bron: Signaat van Brakel, Gelders Archief Arnhem. foto 79/ 6601).

(R) 2-12-1644 Jacob Jan Huijberts treedt als momber op voor zijn broers en zusters als kinderen van Jan Huijberts (van Willigen)zaliger, in een zaak die brouwer Adriaen Buijs uit Gorinchem voor het lagere gerecht van Brakel heeft aangespannen. Er is sprake van de borg voor Hendrick Joosten (één van de betrokkenen in de vechtpartij van 1638); het gaat om de resterende landpacht van 1639. Er volgt een arbitragezaak waarbij de proceskosten, groot 36 gulden, door Adriaen Buijs moeten worden opgebracht. Stiefvader Arijen Tijsen treedt eveneens op als momber van de kinderen. (verwezen wordt naar aanvang van het geschil in 1633, dat vermoedelijk 1639 moet zijn) (bron: Signaat van Brakel).

(R) 29-5-1646 Maijken Wouters (wed Jacob Jans Blancken) koopt van Engelken Meus (wed Beris Rutgers) te Brakel opt Hout drie morgen land waarin een vogelkooi en uitweg over het land van Arien Thijs (O&W: land van de vicarie Z: Arien Anthonis N: Arien Thijs) HBZ L p22. NB: 29-11-1655: "Drie mergen landts tot Brakel opt Hout gelegen, goederen van Henrick Jans Blancken (NB gehuwd met Dirsken Ariensdr) en Jenneken Ariensdr als naecomelinghen van besitteren Jan Huberts en Arien Thijs, gecomen van Ghijsbert Jacobs met tijnsbrieff 18-2-1548 (ORAZ D p406).

(R) 1-4-1649 Adriaen Thijs koopt van Maijken Willems weduwe van Dirck Jacobs (van Willigen) 5h te Brakel achter de oude dijk O: Beris Rutgers W: kerk (ORAZ L foto 111/9923).

(H) 13-2-1649 Met zijn twee broers en zusters van Heuckelom en hun aandeel in de windkorenmolen van Brakel (HBZ L p93v).

(R) Hij laat 2 morgen land op de vijfgeerden te Brakel na aan zijn dochters Jenneken (nichtje van Simon Hubert Putt), Maijke (echtgenote van Cuijner Ariens) en Dirske (echtgenote van Hanrick Jans Blancken) in 1656. (ORA Zuilichem 2-1-1656)(122/903).

1661 Arien Tijseen met 2 hont erfpacht op de vijfgeerden te Brakel (Jaarrekening Geestelijke Goederen Kwartier van Nijmegen GA 0003 / 533 scan 249 / 392).

(?) vermelding 4-10-1632 p283v ORA Zuilichem.

(R) 2-10-1649 als Adriaen Matthijs met Hubert Jans (HBZ L p111v).

(H) 1-10-1651 koopt van Jan Gerardts backer van Herwijnen (namens diens vrouw) 1/4 van de "wintcoornmeulen" te Brakel voor 140 gulden , "op lasten die de vrouwe van Brakel en Cornelis Vernoij voort voors. gedeelt daer op spreeckende hebben, mitsgaders voor de quote van Wouter Thijs, Arien Thijs nabuer ende mulder tot Brakel in eijgendom erffelick te hebben...." HBZ L p179.

(H) 8-7-1654 Lambert Matthijs molenaar te Gorinchem verkoopt 1/4 windkorenmolen te Brakel aan Anthonisken Jans, weduwe van Adriaen Matthijs zaliger (HBZ L p255).

(H) 7-10-1655 zijn getrouwd te Brakel Teunisken Jans, wed van Adriaen Mathijssen en Meuves Huibertsen, jongeman van Andel (DTB Brakel p97). "In het koor bevindt zich nog een derde zerk welke onleesbaar is gemaakt. De transcriptie van een van de twee overgebleven zerken in de NH kerk te Brakel zijn vermoedelijk niet helemaal correct: “Hier leyt begraven Hendrick Baijen van Os 1652” en “Hier leyt begraven Aerri Thijs van Heuckelom is overleden den 6den juli anno 1666 Huijsvrouw is overleden den Men october anno 1669” (transscriptie www.hervormdbrakel.nl) Adriaen Mathijs van Heukelum overleed voor 8-7-1654, want toen was de eerste proclamatie van zijn weduwe Teunisken Jans j.d. van Brakel. Haar overlijdensdatum zal ook niet helemaal kloppen, omdat haar tweede man, Meus Huijbertsen vd Heijde 18-4-1669 hertrouwde. Teunisken Jans als weduwe van Arien Matthijs in enkele akten met o.a. aanspraken op Lambert Matthijs en Gerard Cornelis Salms(ORAZ D 28-2-1654 p321v).

(R) 2-1-1656 boedelverdeling van wijlen Arien Thijs tussen zijn drie dochters HBZ L p289. Twee morgen land op de Vijfgeerden te Brakel (W: Jan Gerardts van Alderwegen N: Geurt Rutgers, die kocht van Joan Versteegh (14-8-1645 D p426) De ligging werd eerder omschreven 26-5-1648 (W: Lijs Alderwegen N: Geurt Rutgers Z: Groensteegh O: Meulensteegh). Erftijns aan de kerk van Brakel. Op 30-11-1651 wordt hij als oosterbuur genoemd van 1m land op de Vijffgeerden van Lijsken Alderwegen, wed van Gerit Alderwegen (foto 70/5736) en op 27-12-1681 de erven van Arien Thijss als noorderbuur van Crijnenhoff inden Oijevaersnest (foto 70/5755).

(?) 14-8-1645 Arien Matthijs met huis en hof te Brakel, O: Heer van Brakel, W: Joan Versteeghe, N: dijk (ORAZ D p426).

(R) Posthuum. 17-11-1668 Leendert Dircksen metselaer koopt van Gijsbertien Sijmons, wed Arien Tijssen Ruijmschotel te Brakel 1/2 morgen int Hooijckblock HBZ L p93.

(H)Posthuum HBZ 1689 p51-62 de balans tbv Elisabeth van de Borghgraeff: p53 De erftijns van Arien Tijssen van F10,= jaarlijks op 2 morgen op de Vijffgeerden, bij loting de kinderen te deel gevallen; 2 obligaties op Arien Tijssen F245,= afgelost; p58 Obligatie Arien Tijssen molenaer afgelost F120,=; 2 morgen de erfenis van Arien Tijssen geschat op F450,= belast met 5 voet dijk bij de metselaer en F10,= tijns. Idem magescheid 27-8-1684 (p50-54v).

NB In 27-4-1717 is er te Brakel een MOLENAAR met de achternaam Ruijmschoot, te weten Jan Ariense. Het familieverband met Arien Tijsen is niet duidelijk. Deze betaalt tijns uit 5 hont boomgaard "de Grooten Hof" aan Baijen Jans Duijsteren. (HBZ L p204v).

1653 Pasen lidmaten Brakel: absent Adriaen Tijssen met sijn vrouw.

tr. (2)
met

Theunis Wouters, geb. Sprang.

tr. (3) Sprang op 29 nov 1626
met

Hendrick Jansen Vos, geb. Sprang, ovl. voor 1637, tr. (2) met Neelcken Theunis, ovl. voor 1626. Uit dit huwelijk geen kinderen.

tr. (4) op 19 nov 1637 Zaltbommel
met

Gerrit Petersen, geb. Drunen, ovl. voor 1642, tr. (2) Zaltbommel op 21 apr 1635 met Neesken Berents, geb. Brakel, ovl. voor 1637. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Theunis Wouters
Theunis Wouters, geb. Sprang.

tr.
met

Gijsbertjen Simons, geb. Brakel voor 1608, ovl. na 1668, tr. (1) met Arien Thijs. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met Hendrick Jansen Vos. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (4) met Gerrit Petersen. Uit dit huwelijk geen kinderen.