tr. (1) Brakel op 25 jun 1665
met

Jan Thonis Balling, zn. van Anthonis Jans Balling en Cunera Rutgers, ovl. voor 1683.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

tr. (2) Brakel op 25 nov 1683
met

Hendrick Jansen van Teeffelen, otr. (1) Zuilichem op 18 jul 1697, tr. met Trijntje Tijssen Naijen. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Hendrick Jansen van Teeffelen.
"Hendrick Jansz van Tiffelen gelt eenen thijns van twaelff hoenderen en twee capuijnen jaerlijck gaende uijt een huijs en hoff staende in de vlegelstraet over de jaere 1683-1693".

otr. (1) Zuilichem op 18 jul 1697, tr.
met

Trijntje Tijssen Naijen, tr. (2) met Cornelis Verzijl, ovl. voor 1697. Uit dit huwelijk geen kinderen.

tr. (2) Brakel op 25 nov 1683
met

Jennecken Wouters, ovl. voor 1697.

otr. (1) Zuilichem op 18 jul 1697, tr.
met

Hendrick Jansen van Teeffelen, tr. (2) met Jennecken Wouters. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Hendrick Jansen van Teeffelen.
"Hendrick Jansz van Tiffelen gelt eenen thijns van twaelff hoenderen en twee capuijnen jaerlijck gaende uijt een huijs en hoff staende in de vlegelstraet over de jaere 1683-1693".

tr. (2)
met

Cornelis Verzijl, ovl. voor 1697.

tr.
met

Trijntje Tijssen Naijen, tr. (1) met Hendrick Jansen van Teeffelen. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Huijbert Jansz van Willigen
Huijbert Jansz van Willigen, ovl. na 1672.

• Vader:
  Jan Hubertsz van Willigen, zn. van Hubert Jans van Willigen (Dijkheemraad Brakel 1606, gerichtsman 1617, visser, landbouwer) en Jen Ghijsberts van Braeckel, geb. Brakel voor 1601, geërfde te Brakel, dijkheemraad, ovl. Gameren tussen 26 jun 1638 en 10 jul 1638 , tr. (1) Brakel in 1629 met

• Moeder:
  Geurtje Jans Blancken, dr. van Jan Hendricks Blancken (gerichtsman Brakel 1607) en Marij Geurts Blanken, geb. Brakel in 1590, ovl. aldaar voor 1642, tr. (2) op 15 mrt 1640 met Arien Thijs, geb. in 1597, Leenman huis van Brakel, ovl. circa 1654. Uit dit huwelijk een kind.

tr.
met

Grietje Jans van Veen, dr. van Jan Berndts (landbouwer, visser) en Stijntje Jans, ovl. na 9 dec 1683.

Grietje Jans van Veen.
Grietje Jans, dochter van Jan Barents, overlijdt na 1683. Haar schoonzusje Heiltje Jans, echtgenote van Cornelis Jan Barents, was vermoedelijk de vermelde doopgetuige bij de doop van Grietjes dochter Geurtje (vernoemd naar de moeder van haar man). Grietjes oudste dochter Lijntjen (Catalijn) is waarschijnlijk vernoemd naar haar eigen moeder, de veronderstelde echtgenote dus van Jan Barents. Broer Cornelis Jan Barents noemt zijn oudste dochter immers ook Cathalijn. Den 09.12.1683 Jan Huijbertsz sijn kint genaemt Catelijn getuijg. Grietjen Jan Berentsdr, Cornelis Huijbertsz. (Jan Huijberts van Willigen was gehuwd met Grietjes zuster Neelken en zij vernoemden dus ook naar haar moeder).

In de afgebeelde akte een financiele transactie tussen Grietje Jans aan (de de tweede man van) haar schoonzusje Heiltje Jans, weduwe van Cornelis Jan Barents. Dit ondersteunt bovenstaande hypothese. Heiltje Jans op haar beurt, is naar alle waarschijnlijkheid een volle zuster van Jacob Jan Huijberts van Willigen. Op 28-12-1678 was al eerder een akte opgesteld voor verkoop aan Grietgen Jans, wed. Huijbert Jansen, ten laste van Claes Arisse, getrouwd hebbende de weduwe van Cornelis Jan Berents (ORA Zuilichem geloftesignaat p 262).

Hubert Jans wordt in een geloftesignaat van 31-12-1650 schoonzoon genoemd van Stijntgen, weduwe van Jan Berendts (HBZ L Zuilichem p148v).

wapen van Huijbert Jansz van Willigen, Dijckheemraet tot Brakel, en Grietje Jans van Veen,sijn huijsvrouw 1650 een gedeeld schild, beiden van goud 1 als boven (= een goud schild, met drie papegaijen van sinopel) 2 met drie gaande leeuwen van keel boven elkander (Gelders archief 0379/99).

Rentmeester Pontanus vermeldt in 1701 nog ene Griet Jansen: ".... de weert en andere dijcke tot Griet Janse toe, sijn bestaeijt, in parceelen; (...) en van Griet Jans tot Gielis Grandia sijn hecke toe, in twee parceelen....).

14-3-1665 Cornelis Jan Berentsen nabuer tot Braeckel heeft gelooft uijt cracht van deijlcedulle 20-3-1646 (...) te betaelen aen Huijbert Jansen mede nabuer aldaer de somme van ƒ 175,=, hem Huijbert Jansen nomine uxoris, en als t' recht van sijn swager Jan Jansen getrout met Neeltgen Jans etc.

Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:

---

Grietje Jans van Veen

---

Grietje Jans van Veen, ovl. na 9 dec 1683.

Grietje Jans van Veen.
Grietje Jans, dochter van Jan Barents, overlijdt na 1683. Haar schoonzusje Heiltje Jans, echtgenote van Cornelis Jan Barents, was vermoedelijk de vermelde doopgetuige bij de doop van Grietjes dochter Geurtje (vernoemd naar de moeder van haar man). Grietjes oudste dochter Lijntjen (Catalijn) is waarschijnlijk vernoemd naar haar eigen moeder, de veronderstelde echtgenote dus van Jan Barents. Broer Cornelis Jan Barents noemt zijn oudste dochter immers ook Cathalijn. Den 09.12.1683 Jan Huijbertsz sijn kint genaemt Catelijn getuijg. Grietjen Jan Berentsdr, Cornelis Huijbertsz. (Jan Huijberts van Willigen was gehuwd met Grietjes zuster Neelken en zij vernoemden dus ook naar haar moeder).

In de afgebeelde akte een financiele transactie tussen Grietje Jans aan (de de tweede man van) haar schoonzusje Heiltje Jans, weduwe van Cornelis Jan Barents. Dit ondersteunt bovenstaande hypothese. Heiltje Jans op haar beurt, is naar alle waarschijnlijkheid een volle zuster van Jacob Jan Huijberts van Willigen. Op 28-12-1678 was al eerder een akte opgesteld voor verkoop aan Grietgen Jans, wed. Huijbert Jansen, ten laste van Claes Arisse, getrouwd hebbende de weduwe van Cornelis Jan Berents (ORA Zuilichem geloftesignaat p 262).

Hubert Jans wordt in een geloftesignaat van 31-12-1650 schoonzoon genoemd van Stijntgen, weduwe van Jan Berendts (HBZ L Zuilichem p148v).

wapen van Huijbert Jansz van Willigen, Dijckheemraet tot Brakel, en Grietje Jans van Veen,sijn huijsvrouw 1650 een gedeeld schild, beiden van goud 1 als boven (= een goud schild, met drie papegaijen van sinopel) 2 met drie gaande leeuwen van keel boven elkander (Gelders archief 0379/99).

Rentmeester Pontanus vermeldt in 1701 nog ene Griet Jansen: ".... de weert en andere dijcke tot Griet Janse toe, sijn bestaeijt, in parceelen; (...) en van Griet Jans tot Gielis Grandia sijn hecke toe, in twee parceelen....).

14-3-1665 Cornelis Jan Berentsen nabuer tot Braeckel heeft gelooft uijt cracht van deijlcedulle 20-3-1646 (...) te betaelen aen Huijbert Jansen mede nabuer aldaer de somme van ƒ 175,=, hem Huijbert Jansen nomine uxoris, en als t' recht van sijn swager Jan Jansen getrout met Neeltgen Jans etc.

• Vader:
  Jan Berndts, geb. in 1589, landbouwer, visser, ovl. voor 1648, tr. met

• Moeder:
  Stijntje Jans, dr. van Jan Ghijsbertsz Otten van Braeckell (Schepen Hoge bank Zuilichem 1578-1628= 50 jaar; heemraad en (1582) buurmeester te Brakel) en Cathalijn Cornelisdr Brakel, ovl. na 1662.

tr.
met

Huijbert Jansz van Willigen, zn. van Jan Hubertsz van Willigen (geërfde te Brakel, dijkheemraad) en Geurtje Jans Blancken, ovl. na 1672.

Huijbert Jansz van Willigen.
Leenman huis van Brakel, dijkheemraad, dijkgraaf (1671), gerichtsman 1660, dijkschrijver 1661, diaken 1661, buurmeester 1662,1663,1672, ouderling 1670.

1652 Huijbert Jansen staat met Cornelis Janssen in Brakel borg voor de pacht van Jan Berents, te Brakel "beneden after 't Hout met de achterdijck erin vereckent" (Nationaal Archief, DSCN 0503).

2-10-1649 Huijbert Jans is met Adriaen Matthijs 150 gulden verschuldigd aan Sander Roeloffs te Geertruijdenberg. (12-2-1652 als buurman van de kinderen Everts te Brakel HBZ L p188v) 21-9-1660 Huijbert Jansen van Willigen met Adriaen Jansen Ballingh als gerichtsmannen van Brakel (foto 79/6606). 28-11-1660 Huijbert Jans heeft land ten westen van Cornelis Everts X Dirsken Cornels zaliger 8-6-1659 namens Hubert Jans tot Brakel namens Cornelis Jans Berndts die in 1653 het veschot inmaande (ORAZ D p113).

14-4-1659 Mogelijk doordat Cornelis Jan Ghijsberts zich borg had gesteld, werd in de maand april 1659 door de landbode Willem van Rijcken: “… vanwege Scholt ende buurm(st.) van Brakel gepandt aen reede ende onreede goederen van Cornelis Jan (B)erndts en Stijntgen, weduwe van Jan (B)erndts, Hubert Jans ende Cornelis Jan Ghijsberts (ORA ZD Boek 10 (1657-1664) fol 107v).

30-6-1671 Ick Huijbert jansen van Willigen dijckgraef (lenen fol 51; DSCN 70/ 5618).

1661 rekening geestelijke goederen Kwartier Nijmegen 1661 vicarijen te Brakel: van Huijbert Jansen voor een hoofken aen den kerckhoff gelegen (GA 0003 / 533 scan 261 / 392). (vicarije (OLV) in de Zonne) (NB zou in theorie ook nog op naam van zijn grootvader kunnen staan).

1663 "Ontfangen door Huijbert Jansen de zom van 5 - 10 - 0 is betaling van de pachte van 2 morgen beneden? de sluijskuijl (scan 5/20) EN "Ontfangen door Huijbert Jansen de zom van 4 - 10 - 0 is betalinge vande pagt van 2 morgen in de Corte Beving" (kerkrekening Peter Jansen GA 0379 / 756 scan 7/20).

5-7-1663 Huijbert Jansen (verderop Huijbert Jansen van Willigen) ondertekent als burgemeijster met 27 Brakelse naburen een overeenkomst mbt de meidijk/nieuwendijk. Hij was kort tevoren Met Cornelis Vernoij (dijkgraaf/ schout van Brakel naar Zaltbommel getogen om met het hoogheemraadschap tot een conceptvoorstel te komen, dat vervolgens in de kerk van brakel geratificeerd werd. (GA 0124/ 6600 scans 139-140, de juridische kwestie met Munnikenland speelt in 1746).

Leenboeken Brakel: Huijbert Jans was leenman van de Heer van Brakel. Hij had "de Vonckenhoff" huis en hof binnen- en buitendijks. De Vonkenhof was BUITEN dijks) (noordelijk gelegen t.o.v. ) buiten de Kijffdijck aan de veerdam. N: ovenweert O: hof van Jan Adriaens Schaep. (De belendingen 27-1-1619: "buijten den kijffdijck, naest boven den veerdam, aent noorden den Ovenweert, ten zuijden den voors dijck gelegen, hebbende ten oosten den hoff van Jan Adriaensen Schaep"). (NB DSCN 5575 een korte verwijzing) Het was daarvoor (27-1-1619) in gebruik "in onversterfelick Zutphens leen" met een contract tot 1629 bij Aerdt Cornelisz (Rotvogel). (DSCN 5686) "Vonckenhoff op Braeckel buijten den kijffdijck, naest boven den veerdam, aent noordzijde oven weerdt, ten zuijden den voors dijck gelegen, ten oisten den hoff van Jan Adriaens Schaep" . Willemken Timmermans, de moeder van Jan Dircks Bijstervelt de timmerman, woonde er van tenminste 1629-1636 (scan 73). Na Huijbert Jansz ging de leen over op zijn zoon Jan Huberts en later op diens weduwe Jenneken de Wijs. Nadien wordt het leen "verleijt" aan haar tweede man Jan Cornelisse Valckhoff (7-1-1696), later naar Claas Verzijl (GA 0379/857 scan 9).

Leenakte 16-1-1666: "Huis en hoff groot anderhalff hondt in den gerichte van Braeckel gelegen soo binnen als buijten dijcks" komt van Herman Peetersen (bij de overdracht aanwezig) op Huijbert Jansen (van Willigen) O: Cornelis Goertsen, W&Z Cornelis Vernoij, N: Vrouwe van Brakel (bron Gelders Archief Arnhem, foto's DSCN 70/5749-50).

4-1-1672 "Huijbert Jansen heeft uijt crachte van overgegeven coop in dato den 14-5-1665 bij Cornelis Jan Berentsen gepasseert, aengevangen 13 hont lants met de opstaende haverschaer gelegen inden gerichte van Braeckel, tussen d'erven van O: Geurt Claessen, W: Jan Janssen van Willigen, Z: Heer van Braeckel, N: Reijmit Ariensen." (ORAZ D p19v-20) DSCN5876.

30-6-1662 Huijbert Jansen buijrmeester getuigt o.a. met Arien van Willigen gerichtsbode(ORAZ Dp296).

21-2-1663 ORAZ Dingsignaat. Gerrit Salms, de kooiker die woonde in het huis in de Flegelstraat nr 1, had Huijbert Jansen, de dijkheemraad, beledigd. Er waren meerder dijkdoorbraken, o.a. in de Nieuwen Dijk , waar de heemraden opdracht hadden gegeven schuiten, balken, palen en borden aan te slepen om de overloop van het water te stuiten. Op de vraag aan Cornelis Salms of deze balken te koop had, riposteerde deze "Neen! U bent het waard opgehangen te worden!" "Omdat u de dijk heeft laten doorbreken!" Huijbert Jansen: " Als u het beter kan dan de dijkgraaf en heemraden, dan moet U het maar doen !" Het antwoord van Salms was dat hij dit niet begeerde en dat het bovendien hun verantwoordelijkheid was.

22-8-1670 Huijbert Jansen ouderlingh, haeeft met velen een epistel aan de synode ondertekend om kerkeland te mogfen verkopen vanwege de zorgelijke financiële situatie in de kerk (van Dam GA (2013) foto 4315).

Vermelding van een originele obligatie in dato 11-6-1669 van Huijbert Jansen van Willigen (ORAZ 1677 D p142).

26-8-1676 Johan van Vollenhoven, schout van Werkhoven (ik lees Vechoven), echtgenote juffr Sophia Vernoij, f1500,= op 11-6-1669 "tot laste gepasseerd bij Huijbert Jans van Willigen dijckheemraet tot Braeckel volgens de authorisatie daerbij gemelt van geërfdens van Braeckel. " (Utrechts Archief, notariële akten, scan. Toegangsnummer: 34-4 Notarissen in de stad Utrecht 1560-1905 Inventarisnummer: U047a008).

1686 Cohier der oude en geredresseerde verpondingen, de weduwe Huijbert Jansen:.

3 morgen op Langerack (2,5 morgen in 1671 rekeningen Brakel, GA).

2 morgen over de Jordesteegh + 2 morgen 1 hont aldaar.

1 morgen opt hoogh van Leuvensvelt.

2 hont huijs en hoff (foto 76/6447).

14-3-1665 .
Cornelis Jan Berentsen nabuer tot Braeckel heeft gelooft uijt cracht van deijlcedulle 20-3-1646 (...) te betaelen aen Huijbert Jansen mede nabuer aldaer de somme van F 175,=, hem Huijbert Jansen nomine uxoris, en als t' recht van sijn swager Jan Jansen getrout met Neeltgen Jans etc (ORA ZDp11).

Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:

	naam	geb.	plaats	ovl.	plaats	oud	relatie	kinderen
1	Huijbert	~1665	Brakel	†1713	Brakel	48	1	5