Bronnen:
1. | K.O. register CC Leiden (T 046), RA Leiden, DTB Leiden, CC 27, Ned. Herv. Leiden, van 1698 tot 1702 (21 feb 1699 blz. 37) |
Bronnen:
1. | K.O. register CC Leiden (T 046), RA Leiden, DTB Leiden, CC 27, Ned. Herv. Leiden, van 1698 tot 1702 (21 feb 1699 blz. 37) |
otr. Leiden op 27 mei 1671, tr.
met
Philip Jansz Reba (de Ribba), geb. Land van Marck [Duitsland], lakenwerker.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Lijsbeth | 1 | 5 | |||||
2 | Gerrit | Leiden | 1 | 0 | ||||
3 | Isaak | ~1690 | Leiden (Hooglandse Kerk) | 0 | 0 | |||
4 | Adriaentje | ~1693 | Leiden (Pieterskerk) | 0 | 0 |
Bronnen:
1. | K.O. register CC Leiden (T 046), RA Leiden, DTB Leiden, CC 27, Ned. Herv. Leiden, van 1698 tot 1702 (21 feb 1699 blz. 37) |
Bronnen:
1. | K.O. register CC Leiden (T 046), RA Leiden, DTB Leiden, CC 27, Ned. Herv. Leiden, van 1698 tot 1702 (21 feb 1699 blz. 37) |
otr. Leiden op 8 aug 1705, tr.
met
Gijsbertje Teunis, geb. Leiden.
Gijsbertje Teunis.
Wonend Amersfoort.
otr. Leiden op 8 aug 1705, tr.
met
Gerrit Philips Ribba, zn. van Philip Jansz Reba (lakenwerker) en Annetge Jans Veran, geb. Leiden.
Gerrit Philips Ribba.
Wonend: Amersfoort , soldaat leggende binnen Meurs.
Thierry I de Grandpré de Houffalize | |
Thierry I de Grandpré de Houffalize, geb. in 1310, Seigneur de la Flamengerie et de la Chapelle-en-Thierache du chef de son epouse, ovl. na 24 apr 1336. |
|
tr.
met
Agnès de Berlaymont, dr. van Jean (Gilles ou Gérard) de Berlaymont (Seigneur de Berlaymont, Floyon et Ville) en Marie de Vierves (Dame de Hautepenne), geb. Houffalize in 1305, Dame de la Flamengerie et de la Chapelle en Thierach, ovl. in 1369. |
Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Marguerite | *1335 | †1384 | 48 | 1 | 2 |
tr.
met
Herman van Malsen in de Betuwe1 (van Kuyc), zn. van Unruoch van Kempenland (Graaf in de Kempengouw 1047-1073) en N.N. van Isla en Lake, geb. circa 1040, Vice-graaf van Utrecht 1061, ovl. na 1080.
Herman van Malsen in de Betuwe.
Vermeld 1057-ca. 1080, vermoedelijk door keizer Hendrik IV (1056-1105) beleend met het land van Kuijc voor 1096, vice-graaf van Utrecht 1061. Met de regering van Herman I (1048-'68) begint voor de geschiedenis van de heren van Kuyc het eigenlijke historische tijdvak. Vanaf die tijd kunnen regelmatig de opvolgingen in het bestuur worden vastgesteld, mede door sinds die tijd bewaard gebleven oorkonden.
Hij raakte in 1058 - samen met bisschop Willem van Utrecht, Lambertus III, graaf van Leuven, Wichard, voogd van Gelre, Anno, aartsbisschop van Keulen, Theoduinus, bisschop van Luik, en Egbert I, markgraaf van Brandenburg - in oorlog met Floris I van Holland, omdat deze laatste was begonnen eigenmachtig tol te heffen op koopwaren die langs de rivieren in zijn gebied werden vervoerd, en bovendien onrechtmatig goederen in zijn bezit had, o.a. van het bisdom Utrecht. De verbondenen trokken als trouwe onderdanen en leenmannen van de keizer (het recht van watertol behoorde tot de z.g. regalia, d.w.z. aan de keizer als leenheer), maar natuurlijk ook uit welbegrepen eigenbelang, tegen Floris I te velde. Deze laatste, die zich legerde bij Oud-Heusden, werd gesteund door de West-Friezen. Omdat hij er echter van overtuigd was dat hij in kracht voor zijn tegenstanders zou moeten onderdoen, nam hij zijn toevlucht tot een list. Hij liet het hem omringende terrein uitgraven en de ontstane kuilen met rijshout en graszoden overdekken.
Ten gevolge daarvan stortten de aanvallers in de gegraven diepten, waar zij door elkaar verpletterd, of door de troepen van Floris, die een volledige overwinning behaalde, afgemaakt werden. Deze gebeurtenis maakte echter geen einde aan de oorlog; op 18 juni 1061 werd opnieuw slag geleverd, nu bij Nederhemert, een dorp tegenover Heusden, in de Bommelerwaard. De voorhoede van Floris' tegenstanders, die bestonden uit troepen van Keulen, Brandenburg en Cuijk, werd door de Hollandse graaf onmiddellijk aangegrepen en spoedig verslagen. De weggevluchte en hier en daar verstrooide vijanden verenigden zich echter langzamerhand weer en terwijl de vermoeide Hollandse krijgslieden onder het geboomte langs de Maas uitrustten, werden zij onverwacht door Herman I aangevallen. Na een schitterende verdediging vond Floris met nog honderden van zijn manschappen de dood.
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
tr. Ameide op 3 jul 1896
met
Maaike Louisa Diepenhorst, dr. van Frederik Diepenhorst en Hendrika Jongkind, geb. Ameide op 16 feb 1873, ovl. Gorinchem op 11 sep 1950, begr. aldaar op 14 sep 1950.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Gerrit | *1897 | Gorinchem | †1965 | Gorinchem | 67 | 1 | 5 |
tr. Ameide op 3 jul 1896
met
Cornelis Romeijn, zn. van Gerrit Romeijn en Sara Catharina Verheul, geb. Peursum op 5 mei 1868, garagehouder.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Gerrit | *1897 | Gorinchem | †1965 | Gorinchem | 67 | 1 | 5 |
tr. voor 1318
met
Justina Hughen de Gouwer (van Koudekerke), tr. (1) met Dirck II van Cuijck burggraaf van Leiden. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Justina Hughen de Gouwer.
in oirconde ende tughe ver Hazetiaen, vrouwe van Raephorst, als dat die borchgrave Dirc ende ver Justine, haren Hughen des Gouwers dochter, rechte eerste lidt waren, als in maech-schap by desen redenen, als hierna beschreven staet. Want haren Dirc die borchgrave van Leyden een broeder was te Kuucq, die des borchgraven Dircx die leste was, syn oudevader was, ende haren Hughen van Heenvliet, dat hi.
deser ver Justinen oudevader was, ende dat die borchgrave Dirc, die broeder was te Kuucq, ende haren Hughe van Heenvliet waren suster kynder ende broeder. Ende van dat dese redenen my condt sijn, so heb ic desen brief besegelt mit mynen segel. Ghegeven in den jaer ons Heeren aslmen schreef M CCC XLIII, op sinte Martyns dach in den winter [11 nov.1343]
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
2. | Het goed van Oegstgeest (B 151), F.H. Lugt, Uitgeverij Ginkgo, 978-90-71256-09-7, Leiden, 2009 (blz. 189) |
tr.
met
Anton Thonys von Palant, zn. van Johann von Palant zu Reuland en Agnes von Pyrmont, geb. voor 1443, ovl. circa 1501.
tr.
met
Agnes van Neersen, dr. van Heinrich van Neersen en Wilhelmina van Wachtendonck.
Bronnen:
1. | Europäische Stammtafeln.-(). Neue Folge (ES-NF 12), Detlev Schwennicke, Stargardt, Marburg [Duitsland], 1986 |
tr.
met
Uit dit huwelijk 2 dochters:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Isabeau | 1 | 2 | |||||
2 | Marie | 1 | 0 |
tr.
met
Gerritgen Pietersdr van der Swill (van der Swil, van der Zwil), dr. van Pieter Gerytsz (schout te Noordwijkerhout 1552-1553) en Agnietgen Pouwelsdr, geb. Noordwijk-Binnen in 1534, ovl. Noordwijkerhout voor 16 mrt 1557, tr. (2) met Lenaert Jeroensz Verplas. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Marijtgen | *1555 | Noordwijk Langeveld | †1603 | Noordwijkerhout | 47 | 2 | 10 |
2 | Mees | *1551 | †1602 | 51 | 1 | 0 | ||
3 | Adriaen | *1551 | Wassenaar | †1602 | Wassenaar | 51 | 0 | 0 |
4 | Neeltgen | †1613 | 1 | 0 |
tr. (1)
met
Jan Gerritsz van Langevelt, zn. van Gerit van Langevelt en Agnieten Pouwelsdr van Leeuwenhorst, geb. Noordwijk in 1525, ovl. Noordwijkerhout op 29 jul 1574.
Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Marijtgen | *1555 | Noordwijk Langeveld | †1603 | Noordwijkerhout | 47 | 2 | 10 |
2 | Mees | *1551 | †1602 | 51 | 1 | 0 | ||
3 | Adriaen | *1551 | Wassenaar | †1602 | Wassenaar | 51 | 0 | 0 |
4 | Neeltgen | †1613 | 1 | 0 |
tr. (2)
met