tr. (1)
met
Doña Elvira García, dr. van Don García Fernández Conde de Castilla en Abba ? , ovl. in dec 1017.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Alfonso V | *996 | †1028 | 31 | 1 | 1 |
tr. (2)
met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cristina | 1 | 1 |
tr.
met
Don Bermudo II Ordonez Rey de León, zn. van Ordono III Ramírez Rey de León en Doña Urraca Fernández, ovl. in 999.
Don Bermudo II Ordonez Rey de León.
el Gotoso, Rey de Léon, Oviedo i Galicia, madre: Elvira Gonzalez? Guntroda?
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Alfonso V | *996 | †1028 | 31 | 1 | 1 |
tr.
met
Doña Urraca Fernández, dr. van Don Fernán González Conde soberano de Castilla en Infanta Dona Sancha Sanchez Condesa Soberana de Castilla.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Bermudo II | †999 | 2 | 2 |
tr.
met
Agnes van Oostenrijk, dr. van Leopold III "de Heilige" van Oostenrijk von Boll en Agnes van Waiblingen der Salier, geb. voor 1113, ovl. op 25 jan 1157.
Agnes van Oostenrijk.
begraben in Pforta, +(24./25).1.[1160,1163]?
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Richza | *1135 | Krakau [Poland] | †1185 | Everstein [Duitsland] | 50 | 3 | 1 |
2 | Boleslaw I | *1127 | †1201 | 74 | 1 | 1 |
1. | Genealogie der Graven van Holland (DEK/HOL), Dr. A.W.E. Dek, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1969 (blz. 14) |
tr.
met
Wladislaw II van Polen, zn. van Boleslaw III van Polen en Sbyslawa Swjatopolkowna Nowgorodskaja?, geb. in 1105, ovl. tussen 30 mei 1159 en 2 jun 1159 .
Wladislaw II van Polen.
Wygnaniec, aus Polen vertrieben, 1139 Herzog v. Schlesien (Ksiaz Krakowski), 1142/1146 abgesetzt.
Wladislaus II, de Balling (Pools: Wladyslaw II Wygnaniec) (Krakau, Polen, 1105 – 30 mei, 1159, Altenburg, Duitsland) was de eerste groothertog van Polen. Hij was de zoon van Boleslaw III Scheefmond, hertog van Polen, en Zbislava, dochter van Svjatopolk II van Kiev.
Wladislaus huwde Agnes van Babenberg, van Oostenrijk (1125), dochter van markgraaf Leopold III van Oostenrijk. Ze hadden samen drie zoons, Mieszko, Koenraad en Boleslaw I de Lange en één dochter, Richeza van Polen, die trouwde met Alfons VII, koning van Castilië en Leon.
Na de dood van zijn vader, Boleslaw III Scheefmond, werd Wladislaus II, als oudste zoon, groothertog van Polen. Hij beheerste de groothertogelijke provincies Hertogdom Krakau en Gniezno en ook zijn erfprovincië Silezië.
In 1146 werd Wladislaus II tot ballingschap gedreven door zijn jongere broers, en in 1159 stierf hij in Duitsland als balling.
In 1163 werd de provincie Silezië geschonken aan Wladislaus's zonen door de hertog van Polen Boleslaw IV de Kroesharige. Daarop werd Silezië opgedeeld in wel 17 afzonderlijke hertogdommen onder Wladislaus' afstammelingen en opvolgers, totdat diens lijn uitstierf in 1675.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Richza | *1135 | Krakau [Poland] | †1185 | Everstein [Duitsland] | 50 | 3 | 1 |
2 | Boleslaw I | *1127 | †1201 | 74 | 1 | 1 |
tr.
met
Boleslaw III van Polen1 (Krol Polski), zn. van Wladyslaw "Scheefmond" I Herman van Polen en Judith van Bohemen (Hertogin van Polen), geb. op 20 aug 1086, ovl. op 28 okt 1138.
Boleslaw III van Polen.
Krzywousty, 1102 ksiaze polski, Krol?, Herr von Breslau, Krakau und Sentomir, führte wiederholt Kriege gegen die Pommern, welche er grösstenteils zur Unterwerfung und zur Annahme des durch Otto von Bamberg eingeführten Christentums zwang, schlug 1109 einen Angriff Kaiser Heinrichs V. zurück, unterwarf sich aber demselben 1110 und huldigte 1134 dem Kaiser Lothar. Als sein Bruder der Zbygniew sich wiederholt gegen ihn empörte, liess er ihn 1111 ermorden. Die Einheit des Reiches suchte er durch ein Senioratsgesetz zu sichern.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Wladislaw II | *1105 | †1159 | 53 | 1 | 2 |
1. | Genealogie der Graven van Holland (DEK/HOL), Dr. A.W.E. Dek, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1969 (blz. 14) |
Otto II van Buren | ![]() |
Otto II van Buren1, vermeld 1263-1313. |
![]() |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Alard III | *1240 | †1315 | 75 | 1 | 6 |
1. | Middeleeuws Vlechtwerk (A 008), A 008 |
Alard II van Buren | ![]() |
Alard II van Buren1, ridder, nobilis vir 1253-1259, vermeld 1248-1262. |
Hij krijgt 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Otto II | 1 | 1 | |||||
2 | Arnold | 0 | 0 |
1. | Middeleeuws Vlechtwerk (A 008), A 008 |
![]() |
Bronnen:
1. | Middeleeuws Vlechtwerk (A 008), A 008 |
tr. (1)
met
NN Hubrechtsdr van Bosinchem1, dr. van Hubert van Bosinchem en Johanna van Zuijlen.
NN Hubrechtsdr van Bosinchem.
de moeder van Alard II blijkt dus een van Beusinchem te zijn geweest, uit een geslacht van bisschoppelijke ministerialen. Of deze ministerialen alle ook inderdaad uit de 'laten' (=grondhorigen) of zelfs slaven omhoog gekomen waren, zoals vroeger heersende leer was, betwijfel ik. In de in abdij-archieven bewaard gebleven "chartae", waarbij het wastijnzig worden van doorgaans weduwen met of zonder wezen wordt geboekstaafd, vallen naast de vele vrouwen van "libera (=vrije) conditio" degenen op, wier stand als 'nobilis' wordt aangeduid. Aan het einde der dertiende eeuw, als het standsonderscheid door de opkomst van de ridderschap inmiddels naar het al dan niet ridderboortig zijn is verschoven, treft het grote aantal overgangen in de stand der ministerialen (dienst-mannen) - met name als borgman - door jongere zonen uit vrije edele geslachten. In dit geval houd ik het niet voor onmogelijk dat vroegere bisschoppen van hun overmacht gebruik hebben gemaakt om potentieel gevaarlijke potentaatjes te onderwerpen en tot hun dienstmannen te maken, zodat tenslotte binnen afzienbare afstand van Utrecht alleen in het rivierengebied nog enkele edelen (van der Leek, van der Leede/Arkel, van Buren en van Kuyck) waren overgebleven, min of meer op de wip tussen de naburige landsheerlijkheden.
Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hubertus | 1 | 1 |
Bronnen:
1. | Middeleeuws Vlechtwerk (A 008), A 008 |
| ![]() |
tr.
met
Alard I/II (Alard I/ II) van Buren1, zn. van Otto I Alardsz van Buren (heer van Buren) en Sofie Huibert Roelofsdr van Beusinchem, geb. Buren circa 1218, vermeld 1220-1243, ovl. voor 12 mrt 1248, Hij krijgt geen kinderen.
Alard I/II van Buren.
De Burens waren echter niet eenkennig op standsgebied. Na Otto komt in de jaren 1210 tot vermoedelijk 1243 een Alardus de Buren, 'nobilis vir' voor, doorgaans in relatie tot de abdij van Mariënweerd en/of de bisschop van Utrecht Otto (II) van Lippe. Naar hem verwijst wel de schenking van 12 maart 1248, van het collatierecht van de kerk van Ingen aan het Johannieter hospitaal te Utrecht door zijn zoon Alardus heer van Buren, met instemming van diens broeders Hubertus en Otto, ridders, Stephanus, Wilhelmus, Wenemarus, Gerardus en Henricus, knapen, met hun oom Stephanus Pincerna (van Beusinchem) en diens zonen Hubert en Sweder, voor het gezamenlijke zieleheil hunner overleden ouders en van hemzelf, zijn vrouw en kinderen. De moeder van deze Alard blijkt dus een van Beusinchem te zijn geweest, uit een geslacht van bisschoppelijke ministerialen. Of deze ministerialen alle ook inderdaad uit de 'laten' (=grondhorigen) of zelfs slaven omhoog gekomen waren, zoals vroeger heersende leer was, betwijfel ik. In de in abdij-archieven bewaard gebleven "chartae", waarbij het wastijnzig worden van doorgaans weduwen met of zonder wezen wordt geboekstaafd, vallen naast de vele vrouwen van "libera (=vrije) conditio" degenen op, wier stand als 'nobilis' wordt aangeduid. Aan het einde der dertiende eeuw, als het standsonderscheid door de opkomst van de ridderschap inmiddels naar het al dan niet ridderboortig zijn is verschoven, treft het grote aantal overgangen in de stand der ministerialen (dienst-mannen) - met name als borgman - door jongere zonen uit vrije edele geslachten. In dit geval houd ik het niet voor onmogelijk dat vroegere bisschoppen van hun overmacht gebruik hebben gemaakt om potentieel gevaarlijke potentaatjes te onderwerpen en tot hun dienstmannen te maken, zodat tenslotte binnen afzienbare afstand van Utrecht alleen in het rivierengebied nog enkele edelen (van der Leek, van der Leede/Arkel, van Buren en van Kuyck) waren overgebleven, min of meer op de wip tussen de naburige landsheerlijkheden.
Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hubertus | 1 | 1 |
1. | Middeleeuws Vlechtwerk (A 008), A 008 |
tr.
met
Kunigunde van Istrië, dr. van Berthold II/V Markgraaf van Andechs (markgraaf Istrië) en Hedwig van Dachau-Wittelsbach, ovl. circa 10 feb 1207.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Agnes | *1221 | †1251 | 30 | 1 | 2 |
tr.
met
Eberhard III Graf van Eberstein, geb. voor 1181, graaf in 1195, ovl. voor 1219.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Agnes | *1221 | †1251 | 30 | 1 | 2 |
tr.
met
Berthold II/V Markgraaf van Andechs, zn. van Berthold I/IV Graf von Diessen Stein Plassenburg und Andechs (graaf van Andechs) en Sophia van Istrië, geb. voor 1125, markgraaf Istrië, ovl. op 14 dec 1188, begr. Diessen.
Berthold II/V Markgraaf van Andechs.
Berthold III (IV) van Andechs (- 14 december 1188) was een zoon van Berthold II van Andechs en van Sophia van Istrië. Hij volgde zijn broer Poppo op als graaf van Andechs. Tijdens zijn regeerperiode breidde hij zijn grondgebied en zijn invloed uit. Berthold was een trouw aanhanger van de Hohenstaufen en begeleidde Frederik Barbarossa op diverse krijgstochten. Wanneer in 1157 de lijn Wolfratshausen in Dießen uitsterft, wordt Berthold erfgenaam. Na een opvolgingsstrijd erft hij in 1158 ook Neuburg en Schärding bij het uitsterven van de graven van Formbach. Van zijn broer Otto, de bisschop van Brixen, krijgt hij de grafelijke rechten in het Norital en het Pustertal en controleert hij de Brennerpas. In de jaren 1170 sticht hij in het Inntal nabij Ambras, de latere stad Innsbruck. Berthold verkrijgt ook de voogdij over Brixen en Neustift. In 1173 krijgt hij van Frederik Barbarossa Istrië-Krain als rijksleen. Wanneer in 1180 Beieren verheven wordt tot hertogdom, krijgt ook Bertholds zoon de titel van hertog van Meranië.
tr.
met
Jutta von Müllenark, dr. van Gerhard von Müllenark.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hedwig | 1 | 2 |
tr.
met
Dietrich von Kempenich, zn. van Sigenus von Kempenich, geb. voor 1158, ovl. na 1181.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hedwig | 1 | 2 |
Hij krijgt een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jutta | 1 | 1 |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Sigenus | †1152 | 1 | 2 |
Hij krijgt 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Richwin | *1093 | †1103 | 10 | 1 | 1 | ||
2 | Mattfried III | *1093 | †1129 | 36 | 1 | 1 |
tr.
met
Isabelle de Dampierre, dr. van Guillaume I de Dampierre en Ermengarde de Mouchy, ovl. na 1228.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Gobert VI | †1263 | 1 | 2 | ||||
2 | Ermengarde | 1 | 1 |