tr. (1)
met
Reinald II van Clermont-en-Beauvais.
Heer van Luzarches.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:

| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Mahaut | *1147 | Oise [Frankrijk] | †1200 | Dammartin-En-Goële [Frankrijk] | 53 | 1 | 6 |
tr. (2)
met
Lancelin II de Dammartin de Beauvais.
Nadat de broer van Aelis, Pierre de Dammartin, de koning van Frankrijk had verraden en zijn leven had verloren, maar ook het graafschap na de slag bij Gournay in 1107, nam de koning het kasteel van Dammartin in beslag en vertrouwde het toe aan Lancelin de Beauvais. "Lancelin kwam uit een familie van machtige stadsmilities die er aan het einde van de 11e eeuw en het begin van de 12e eeuw in slaagden banale heren van het platte land te worden. Hij is de broer van twee bisschoppen van Beauvais: Foulques (1089- 1095) en Pierre (1114-1133) en oudste zoon van Lancelin I. Laatstgenoemde is goed bekend in de literatuur. Hij behaalde een diploma van Henry I in 1057 en verschillende diploma's van Philippe I in 1069 en 1079. Hierna volgde 'Olivier Guyotjeannin, we kunnen hem assimileren met de flessenmaker van de koning, zijn naamgenoot. Lancelin I is ook de stichter van de priorij van Villers-Saint-Sépulchre die afhankelijk is van Saint-Germer-de-Fly. Het gaat dus om een ??afstamming die goed ingeburgerd is in Beauvaisis en trouw aan de Capetingen. Om het graafschap aan dit familielid toe te vertrouwen, huwde de koning Lancelin met een van de dochters van Hugo van Dammartin en zus van Pierre: Adélaïde. In 1111 werd Lancelin door Suger gekwalificeerd als graaf van Dammartin: “Lancelinum, komt de Domno martini.” Op dezelfde datum, zijn relaties met de koning van Frankrijk, Lodewijk VI de Dikke, verslechtert. Hierin zette hij het beleid van de Dammartins voort, aangezien hij de kant van de graaf van Blois Thibaut IV koos. Maar na de vrede tussen Thibaut IV en de koning van Frankrijk verliest Lancelin de "leiding" van Beauvais: "Lancelinum, come de Domno martini, querelam Belvacensis conductus sine spe recuperandi amiserit". Lord of Bulles door zijn huwelijk met Adelaide, heeft hij alleen de voogdij over het graafschap Dammartin in plaats van zijn neef, de zoon van Peter. Zou de koning van Frankrijk gehandeld hebben als gevolg van dit nieuwe verraad en zou hij opnieuw hebben ingegrepen in het lot van het graafschap? Deze koninklijke interventie is hypothetisch, maar zou het feit verklaren dat we tussen 1111 en 1138 geen spoor van een graaf van Dammartin vinden. De koning besluit de voogdij van de zoon van Pierre en de bewaker van het kasteel van Dammartin in Lancelin in te trekken. moment is de familie Dammartin verdeeld in drie takken: - aan de ene kant de tak Bulles, dat wil zeggen de kinderen van Adélaïde de Dammartin en Lancelin de Beauvais, -de tak Clermont, met het huwelijk tussen Clémence de Bar en Renaud de Clermont - en een derde tak die we zullen noemen de Dammartins van Engeland Heer van Dammartin via zijn vrouw, graaf van Dammartin (ca 1111) Heer van Bulles.
Uit dit huwelijk een kind.
tr. (3)
met
Thibaud III 'de rijke' de Crépy-Nanteuil, geb. circa 1125, ovl. in 1183.
Uit dit huwelijk een kind.
Gilbert de Mello.
Een esquyer (ook gespeld als esquire in het Engels) is een historische titel die in de middeleeuwen en later werd gebruikt om een persoon van adellijke afkomst aan te duiden die net onder de rang van ridder stond. In het Frans werd dit vaak geschreven als "écuyer", wat letterlijk "schildknaap" betekent.
tr.
met
Ermangarde .
Uit dit huwelijk een zoon:

| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Dreux | *998 | Mello [Frankrijk] | †1067 | Dammartin-En-Goële [Frankrijk] | 69 | 1 | 1 |
Adèle de Bulles / de Dammartin.
Gravin van Dammartin, Dame van Bulles, erfgename van Dammartin-en-Goële Toen Hugues de Dammartin stierf, werden zijn verschillende bezittingen verdeeld onder zijn kinderen. Adelaide claimt Bulles' bezittingen terug en draagt ??dan de bijnaam 'de Buglis' in alle charters waarin ze voorkomt. Na het verraad van Lancelin nam de koning de provincietitel en het kasteel van Dammartin in beslag. Aan de andere kant lijkt het erop dat hij Adelaide haar rechten op Bulles laat behouden. We vinden haar in een akte van 1138 waarin Renaud een schenking doet aan de abdij van Chalis: Ze bevestigt deze handeling in het gezelschap van een van haar Lancelin-zonen. Zijn andere kinderen dragen zeer traditionele namen in de geslachten van Dammartin en Beauvais: Manasses, Thibault, Renaud en Basilie. in de 4e eeuw. De voorvader van Aelis was graaf Manasses de Dammartin, schoonzoon van koning Robert II de vrome wiens dochter Constance hij had getrouwd. Hij was ook zwager van koning Henri 1e en zijn broer Robert 1e de Oude, hertog van Bourgondië ook zwager bij de echtgenotes van Renaud 1e van Nevers (echtgenoot van Hadvise) en van Boudewijn V graaf van Vlaanderen ( echtgenoot van 'Adèle, weduwe van Richard III van Normandië), regent van het koninkrijk in 1060 tijdens de minderheid van koning Filips I. Door het spel van allianties zullen zijn zoon Hugues I en zijn erfgenamen vazallen zijn van de graaf van Blois, dus bondgenoten "geografisch" van de koning van Frankrijk tot de 14e eeuw. In de tijd van koning Hugues Capet (941-996) was het koninklijk domein beperkt tot de graafschappen Senlis, Orléans en Parijs, waartoe het huidige departement Seine Saint Denis behoorde. Dit koninklijk domein werd in het zuiden omsloten door het graafschap van Melun en Corbeil, in het westen door de Normandische Vexin en van noord naar noordoosten door wat het domein zal vormen van de graven van Blois en Champagne, allemaal theoretische vazallen van de koning, maar snel om zijn beslissingen aan te vechten. Om respect te krijgen, werd de koning omringd door ridders wiens trouw werd beloond met voordelen of landgoederen die ze bewaakten op grond van de hiërarchische banden van de feodale samenleving: de koning regeerde aan de top van een feodale piramide waarvan de basis bestond uit ridders in dienst van heren met graven en prinsen boven hen.
tr. (1) in 1109 (circa 1103)
met
Lancelin II de Dammartin de Beauvais.
Nadat de broer van Aelis, Pierre de Dammartin, de koning van Frankrijk had verraden en zijn leven had verloren, maar ook het graafschap na de slag bij Gournay in 1107, nam de koning het kasteel van Dammartin in beslag en vertrouwde het toe aan Lancelin de Beauvais. "Lancelin kwam uit een familie van machtige stadsmilities die er aan het einde van de 11e eeuw en het begin van de 12e eeuw in slaagden banale heren van het platte land te worden. Hij is de broer van twee bisschoppen van Beauvais: Foulques (1089- 1095) en Pierre (1114-1133) en oudste zoon van Lancelin I. Laatstgenoemde is goed bekend in de literatuur. Hij behaalde een diploma van Henry I in 1057 en verschillende diploma's van Philippe I in 1069 en 1079. Hierna volgde 'Olivier Guyotjeannin, we kunnen hem assimileren met de flessenmaker van de koning, zijn naamgenoot. Lancelin I is ook de stichter van de priorij van Villers-Saint-Sépulchre die afhankelijk is van Saint-Germer-de-Fly. Het gaat dus om een ??afstamming die goed ingeburgerd is in Beauvaisis en trouw aan de Capetingen. Om het graafschap aan dit familielid toe te vertrouwen, huwde de koning Lancelin met een van de dochters van Hugo van Dammartin en zus van Pierre: Adélaïde. In 1111 werd Lancelin door Suger gekwalificeerd als graaf van Dammartin: “Lancelinum, komt de Domno martini.” Op dezelfde datum, zijn relaties met de koning van Frankrijk, Lodewijk VI de Dikke, verslechtert. Hierin zette hij het beleid van de Dammartins voort, aangezien hij de kant van de graaf van Blois Thibaut IV koos. Maar na de vrede tussen Thibaut IV en de koning van Frankrijk verliest Lancelin de "leiding" van Beauvais: "Lancelinum, come de Domno martini, querelam Belvacensis conductus sine spe recuperandi amiserit". Lord of Bulles door zijn huwelijk met Adelaide, heeft hij alleen de voogdij over het graafschap Dammartin in plaats van zijn neef, de zoon van Peter. Zou de koning van Frankrijk gehandeld hebben als gevolg van dit nieuwe verraad en zou hij opnieuw hebben ingegrepen in het lot van het graafschap? Deze koninklijke interventie is hypothetisch, maar zou het feit verklaren dat we tussen 1111 en 1138 geen spoor van een graaf van Dammartin vinden. De koning besluit de voogdij van de zoon van Pierre en de bewaker van het kasteel van Dammartin in Lancelin in te trekken. moment is de familie Dammartin verdeeld in drie takken: - aan de ene kant de tak Bulles, dat wil zeggen de kinderen van Adélaïde de Dammartin en Lancelin de Beauvais, -de tak Clermont, met het huwelijk tussen Clémence de Bar en Renaud de Clermont - en een derde tak die we zullen noemen de Dammartins van Engeland Heer van Dammartin via zijn vrouw, graaf van Dammartin (ca 1111) Heer van Bulles.
Uit dit huwelijk 3 kinderen:



| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Lancelin | *1100 | | †1146 | | 46 | 1 | 1 |
2 | Basille | *1112 | Bulles [Frankrijk] | †1146 | | 34 | 1 | 1 |
3 | Rainaud | *1111 | | †1167 | | 56 | 1 | 1 |
tr. (2) in 1100
met
Uit dit huwelijk een zoon:

| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Albéric | *1102 | | †1183 | | 81 | 2 | 1 |
Thibaud III 'de rijke' de Crépy-Nanteuil
in
Kwartierstaat van Eiso (Eiso Lucas Maarten) de Block
Kwartierstaat van Henk de Snoo
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van Magda (Magdalena) Breedveld
Thibaud III 'de rijke' de Crépy-Nanteuil, geb. circa 1125, ovl. in 1183.
tr.
met
Uit dit huwelijk een kind.
tr.
met
Elisabeth .
Uit dit huwelijk een zoon:

| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Guy I | *950 | Chevreuse [Frankrijk] | †992 | Chevreuse [Frankrijk] | 42 | 2 | 3 |
tr.
met
Yves IV Comes de Beaumont-sur-Oise (Ivo II Comens Bellomontensis).
Grand chambrier Seigneur de Conflans-Saint-Honorine de Beaumont-sur-Ois,.Comte de Beaumont.
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:

| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Nicole | *1052 | Beaumont-sur-Oise [Frankrijk] | †1115 | Mello [Frankrijk] | 63 | 1 | 2 |
Harmen Gerrits Pothoven
Harmen Gerrits Pothoven, geb. te Gorssel op 4 jun 1747, ovl. te Twello op 18 jan 1808.
tr. te Terwolde op 8 okt 1775
met
Hendrijna Lammers op Pothoven, dr. van Lambert Wilms alias Muis op Pothoven en Aaltje Arends, ged. te Wilp op 11 sep 1740, ovl. te Apeldoorn op 1 sep 1787.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Lambert | *1777 | Twello | †1860 | Apeldoorn | 82 | 2 | 8 |
Hendrijna Lammers op Pothoven
Hendrijna Lammers op Pothoven, ged. te Wilp op 11 sep 1740, ovl. te Apeldoorn op 1 sep 1787.
tr. te Terwolde op 8 okt 1775
met
Harmen Gerrits Pothoven, zn. van Garrit Willems Pothoven en Aeltjen Harms Diekerman, geb. te Gorssel op 4 jun 1747, ovl. te Twello op 18 jan 1808.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Lambert | *1777 | Twello | †1860 | Apeldoorn | 82 | 2 | 8 |
Albéric II de Mello (Aubry II Albéric II de Dammartin, Albéric de Mello).
Aubri II van Dammartin lijkt een van de volgelingen van de koning te zijn. In 1180/1181 werd hij door koning Philippe Auguste van Frankrijk gestuurd om een ??delegatie naar de koning van Engeland te leiden. Hij nam, samen met de koning, deel aan operaties tegen graaf Filip van Vlaanderen, waarbij het kasteel van Dammartin werd ingenomen en graaf Aubri gevangen werd genomen: “1182, Principes autem ejus (comitis Flandriae), ut leonem catuli, circuibant regionem regis , audactes euntes per arte Silvanectum, depopulando usque in villam quae dicitur Lovres non multum distans a civitate Parisiensi, ceperuntque Albericum comitem de Danmartin super lectum suum, en captus ad comitem Flandriae adduxerunt. ". In 1186 sloot de koning van Frankrijk vrede met de graaf van Vlaanderen en begon hij zich te verzetten tegen koning Hendrik II van Engeland. Het lijkt er dus op dat de Dammartins, vader en zoon, in dienst van laatstgenoemde gaan, aangezien ze opnieuw verschijnen in de tellingen van het Engelse schaakbord voor Norfolk en Suffolk. De houding van de Dammartins is moeilijk te begrijpen: willen ze hun bezittingen in Engeland uitbreiden? Heeft Aubri zijn gevangenschap met de graaf van Vlaanderen slecht verteerd en wil hij wraak op de koning van Frankrijk of stelt hij zich volgens hem in dienst van de machtigste? Deze vragen zijn moeilijk te beantwoorden. Deze keuze leidt in ieder geval tot hun verlies en ziet vooral het meest tragische lot van de familie Dammartin: Renaud, bekend als de verrader van Bouvines.
Alberic II was vermoedelijk de zoon van Alberic van Mello, graaf van Dammartin, en diens echtgenote Adela, dochter van graaf Hugo I van Dammartin.
Na de dood van zijn vader werd hij graaf van Dammartin. Hij bleef dit tot aan zijn dood in 1183. Er is weinig over hem geweten. Wel is bekend dat hij grootkamenier van Frankrijk was.
Zijn eerste echtgenote was Joan Basset, dochter van Gilbert Basset. Ze kregen een zoon: Alberic III (1135-1200), graaf van Dammartin Zijn tweede echtgenote was Clemence, dochter van heer Lancelin II van Beauvais. Ze kregen een dochter:.
Eleonora, huwde met heer Bernard van Saint-Valery-sur-Somme.
Aubry neemt de naam van zijn moeder Aélis de Dammartin aan. Zij had een broer: Eudes, heer van Norton in 1113, die aan de oorsprong ligt van de Engelse tak van de Dammartin.
.
De Engelse tak van de Dammartin vindt haar oorsprong in een Eudes, een traditionele voornaam binnen de familie. Hij is getuige in 1113 van een oorkonde die door de gravin van Clare werd geschonken aan de Normandische abdij van Le Bec voor haar priorij van Saint-Neots (Huntingdonshire). Hij is de vader van zes zonen die allemaal bezittingen hebben in Engeland: Aubri, die kamerheer van de koning van Frankrijk zal worden, Guillaume-Alain, Manassès-Gautier, Haimon, Eudes en Etienne.
.
Zijn vrouw is Basilie, een voornaam die eveneens verbonden is aan het geslacht Dammartin en gedragen werd door een van de zussen van Hugues de Dammartin.
Volgens Jean-Noël Mathieu is Eudes ofwel een jongere zoon van Hugues, te jong om op de stichtingsakte van Saint-Leu in 1080 te verschijnen, ofwel de echtgenoot van Basilie, dochter van Hugues de Dammartin.
Het antwoord op deze vraag wordt gegeven door een andere familie: de Clare. Volgens hem is Roaide, de echtgenote van Hugues de Dammartin, de zus van Gilbert van Tonbridge. Na de dood van Hugues de Dammartin zou Roaide hertrouwd zijn met Eudes, de seneschalk. Daarom verschijnt Eudes de Dammartin samen met de seneschalk Eudes en diens echtgenote (zijn schoonvader en moeder) op de oorkonde van schenking door de weduwe-gravin van Clare aan de abdij van Le Bec in 1113.
Bezittingen in Engeland die rechtstreeks van Hendrik I worden gehouden door Eudes:
.
Mendlesham in Suffolk, geërfd door zijn zoon Manassès de Dammartin
.
Strumpshaw in Norfolk, geërfd door zijn zoon Eudes
.
Norton in Suffolk, toegekend aan Aubri, die hulde brengt aan Hendrik I in 1130, na het beëindigen van zijn functie als kamerheer bij Lodewijk VI en op een moment dat de betrekkingen tussen de Franse en Engelse koning gespannen waren.
De aanwezigheid van de Dammartin beperkt zich niet tot het oosten van Engeland. Het onderzoek van 1166, gevraagd door Hendrik II Plantagenet, onthult het bezit van land in het graafschap Kent en Surrey. De familie Dammartin is dus goed gevestigd in Engeland vanaf de eerste helft van de 12e eeuw.
.
Na de dood van Pierre de Dammartin verkoos koning Lodewijk VI het kasteel en het graafschap Dammartin te controleren via Clémence, die hij uithuwelijkte aan een van zijn getrouwen: Renaud van Clermont, in plaats van het toe te vertrouwen aan Eudes, vermoedelijk de tweede broer van Pierre, maar toen in dienst van het Anglo-Normandische kamp, vijand van de Franse koningen.
.
Men kan aannemen dat de functie van kamerheer, toegekend aan Aubri I, zoon van Eudes, tussen 1122 en 1129, een compensatie was en een teken van tijdelijke verzoening. Maar na de dood van koning Stephen in 1154 neemt Hendrik II de volledige controle over het Anglo-Normandische gebied en verduistert de toekomst voor de Dammartin.
Aubri II, de zoon van de kamerheer, verkiest terug te keren naar Frankrijk. Hij wordt door Lodewijk VII beleend met La Ferté-Alais en, na de dood van Renaud van Clermont tussen 1156 en 1161, is het waarschijnlijk dat hij het graafschap Dammartin opeist, dat hem toekomt als kleinzoon van Hugues de Dammartin.
tr. (1) in 1153
met
Joan Basset, geb. te Ouilly-Le-Vicomte [Frankrijk] in 1114, ovl. te Mello [Frankrijk] in 1145. |  |
tr. (2) in 1150
met
Clémence de Dammartin (Clémence de Beauvais, Clémence de Bar), dr. van Lancelin de Bulles Comte de Dammartin (Co-Seigneur de Bulles) en Clemence de Bar-Le-Duc, geb. te Beauvais [Frankrijk] in 1125, Comtesse de Dammartin-en-Goël, Dame de Beauvais, Héritière de Beauvais, ovl. te Dammartin-En-Goële [Frankrijk] in 1181, tr. (2) met Robert I de Gisors, zn. van Hervé de Gisors (Ecuyer - Seigneur et Châtelain de Gisors) en Estelle de Trie. Uit dit huwelijk 2 kinderen, tr. (3) met Thibaut III Le Riche de Crépy en Valois. Uit dit huwelijk 2 kinderen. |  |
Clémence de Dammartin (Clémence de Beauvais, Clémence de Bar).
In de loop van de 9e eeuw hebben Noormannische piraten herhaaldelijk het land geplunderd. Tijdens een van hun invallen verwoestten zij de stad Bulles. Om aan hun wreedheden te ontsnappen, zouden de inwoners onder bijna elk huis van het dorp ondergrondse gangen in het krijtgesteente hebben gegraven, “forts” genoemd, waarin zij zich met hun voorraden verscholen.
In deze roerige tijden namen personen, die waarschijnlijk het land tegen de indringers hadden verdedigd, bezit van het domein van Bulles. Dit ging des te gemakkelijker omdat de geestelijken van Saint-Lucien weinig waarde hechtten aan het bezit van een volledig verwoeste stad.
In 1030 wordt de eerste heer van Bulles genoemd: Ascelin, die zich bescheiden vassal van de kerk van Beauvais noemt. Zijn zoon, Goscelin de Bulles, bijgenaamd “het Kind”, volgde hem op.
.
Na Hugues van Dammartin ging de heerlijkheid Bulles over op zijn dochter Alice, die gehuwd was met Lancelin van Beauvais. Na de dood van haar man stichtte Alice rond 1130 het prioraat van Wariville en vestigde in 1134 de monniken van Cîteaux in Froidmont.
.
Haar zonen — Lancelin, Manassé, Renaud en Thibaut — droegen in 1147 gezamenlijk de titel van heren van Bulles. Manassé, die door zijn huwelijk ook heer van Milly-sur-Thérain was, stichtte rond 1135 de abdij van Beaupré. Aangetrokken door de oproepen van Sint-Bernard, nam hij in 1146 het kruis op met Lodewijk VII en sneuvelde op 7 januari 1148 in de slag bij de berg Cadmus.
Zijn drie broers bleven samen het land van Bulles bezitten. Renaud, die rond 1165 stierf, liet als enige kinderen na: twee dochters — Ermentrude, gehuwd met Guillaume van Mello, en Philippe, gehuwd met Robert van Conty. Deze twee heren bezaten gezamenlijk de heerlijkheid Bulles, en dat bleef zo voor hun nakomelingen tot in de 14e eeuw.
.
Guillaume en Robert verleenden in 1181 een stadsrecht aan de inwoners. Robert van Conty nam in 1190 deel aan de derde kruistocht. In 1208 was hij nog steeds heer van Bulles. De afstamming van de families Mello en Conty bleef voortduren tot halverwege de 14e eeuw.
.
Van 1340 tot 1425 werd het land van Bulles in opeenvolgende delen verworven door de graven van Clermont. Het vormde de belangrijkste heerlijkheid van het graafschap. Volgens De Luçay telde het in 1373 240 vazallen, en zelfs 497 als Milly werd meegerekend.
De inwoners van Bulles verkregen in 1181 van hun heren, Guillaume van Mello en Robert van Conty, een stadsrecht naar het model van dat van Chambly. De belangrijkste bepalingen betroffen de bestraffing van misdrijven en overtredingen, de hoogte van boetes, de vaststelling van de heffingen aan de heren, de verplichtingen van de inwoners in geval van oorlog, en het wijnrecht (ban du vin).
.
In de middeleeuwen was het gehucht Monceaux de zetel van een kleine onafhankelijke heerlijkheid.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Alberic | *1145 | Dammartin-En-Goële [Frankrijk] | †1200 | Londen [Groot Brittanië] | 54 | 1 | 6 |
tr. in 1153
met
Albéric II de Mello (Aubry II Albéric II de Dammartin, Albéric de Mello).
Aubri II van Dammartin lijkt een van de volgelingen van de koning te zijn. In 1180/1181 werd hij door koning Philippe Auguste van Frankrijk gestuurd om een ??delegatie naar de koning van Engeland te leiden. Hij nam, samen met de koning, deel aan operaties tegen graaf Filip van Vlaanderen, waarbij het kasteel van Dammartin werd ingenomen en graaf Aubri gevangen werd genomen: “1182, Principes autem ejus (comitis Flandriae), ut leonem catuli, circuibant regionem regis , audactes euntes per arte Silvanectum, depopulando usque in villam quae dicitur Lovres non multum distans a civitate Parisiensi, ceperuntque Albericum comitem de Danmartin super lectum suum, en captus ad comitem Flandriae adduxerunt. ". In 1186 sloot de koning van Frankrijk vrede met de graaf van Vlaanderen en begon hij zich te verzetten tegen koning Hendrik II van Engeland. Het lijkt er dus op dat de Dammartins, vader en zoon, in dienst van laatstgenoemde gaan, aangezien ze opnieuw verschijnen in de tellingen van het Engelse schaakbord voor Norfolk en Suffolk. De houding van de Dammartins is moeilijk te begrijpen: willen ze hun bezittingen in Engeland uitbreiden? Heeft Aubri zijn gevangenschap met de graaf van Vlaanderen slecht verteerd en wil hij wraak op de koning van Frankrijk of stelt hij zich volgens hem in dienst van de machtigste? Deze vragen zijn moeilijk te beantwoorden. Deze keuze leidt in ieder geval tot hun verlies en ziet vooral het meest tragische lot van de familie Dammartin: Renaud, bekend als de verrader van Bouvines.
Alberic II was vermoedelijk de zoon van Alberic van Mello, graaf van Dammartin, en diens echtgenote Adela, dochter van graaf Hugo I van Dammartin.
Na de dood van zijn vader werd hij graaf van Dammartin. Hij bleef dit tot aan zijn dood in 1183. Er is weinig over hem geweten. Wel is bekend dat hij grootkamenier van Frankrijk was.
Zijn eerste echtgenote was Joan Basset, dochter van Gilbert Basset. Ze kregen een zoon: Alberic III (1135-1200), graaf van Dammartin Zijn tweede echtgenote was Clemence, dochter van heer Lancelin II van Beauvais. Ze kregen een dochter:.
Eleonora, huwde met heer Bernard van Saint-Valery-sur-Somme.
Aubry neemt de naam van zijn moeder Aélis de Dammartin aan. Zij had een broer: Eudes, heer van Norton in 1113, die aan de oorsprong ligt van de Engelse tak van de Dammartin.
.
De Engelse tak van de Dammartin vindt haar oorsprong in een Eudes, een traditionele voornaam binnen de familie. Hij is getuige in 1113 van een oorkonde die door de gravin van Clare werd geschonken aan de Normandische abdij van Le Bec voor haar priorij van Saint-Neots (Huntingdonshire). Hij is de vader van zes zonen die allemaal bezittingen hebben in Engeland: Aubri, die kamerheer van de koning van Frankrijk zal worden, Guillaume-Alain, Manassès-Gautier, Haimon, Eudes en Etienne.
.
Zijn vrouw is Basilie, een voornaam die eveneens verbonden is aan het geslacht Dammartin en gedragen werd door een van de zussen van Hugues de Dammartin.
Volgens Jean-Noël Mathieu is Eudes ofwel een jongere zoon van Hugues, te jong om op de stichtingsakte van Saint-Leu in 1080 te verschijnen, ofwel de echtgenoot van Basilie, dochter van Hugues de Dammartin.
Het antwoord op deze vraag wordt gegeven door een andere familie: de Clare. Volgens hem is Roaide, de echtgenote van Hugues de Dammartin, de zus van Gilbert van Tonbridge. Na de dood van Hugues de Dammartin zou Roaide hertrouwd zijn met Eudes, de seneschalk. Daarom verschijnt Eudes de Dammartin samen met de seneschalk Eudes en diens echtgenote (zijn schoonvader en moeder) op de oorkonde van schenking door de weduwe-gravin van Clare aan de abdij van Le Bec in 1113.
Bezittingen in Engeland die rechtstreeks van Hendrik I worden gehouden door Eudes:
.
Mendlesham in Suffolk, geërfd door zijn zoon Manassès de Dammartin
.
Strumpshaw in Norfolk, geërfd door zijn zoon Eudes
.
Norton in Suffolk, toegekend aan Aubri, die hulde brengt aan Hendrik I in 1130, na het beëindigen van zijn functie als kamerheer bij Lodewijk VI en op een moment dat de betrekkingen tussen de Franse en Engelse koning gespannen waren.
De aanwezigheid van de Dammartin beperkt zich niet tot het oosten van Engeland. Het onderzoek van 1166, gevraagd door Hendrik II Plantagenet, onthult het bezit van land in het graafschap Kent en Surrey. De familie Dammartin is dus goed gevestigd in Engeland vanaf de eerste helft van de 12e eeuw.
.
Na de dood van Pierre de Dammartin verkoos koning Lodewijk VI het kasteel en het graafschap Dammartin te controleren via Clémence, die hij uithuwelijkte aan een van zijn getrouwen: Renaud van Clermont, in plaats van het toe te vertrouwen aan Eudes, vermoedelijk de tweede broer van Pierre, maar toen in dienst van het Anglo-Normandische kamp, vijand van de Franse koningen.
.
Men kan aannemen dat de functie van kamerheer, toegekend aan Aubri I, zoon van Eudes, tussen 1122 en 1129, een compensatie was en een teken van tijdelijke verzoening. Maar na de dood van koning Stephen in 1154 neemt Hendrik II de volledige controle over het Anglo-Normandische gebied en verduistert de toekomst voor de Dammartin.
Aubri II, de zoon van de kamerheer, verkiest terug te keren naar Frankrijk. Hij wordt door Lodewijk VII beleend met La Ferté-Alais en, na de dood van Renaud van Clermont tussen 1156 en 1161, is het waarschijnlijk dat hij het graafschap Dammartin opeist, dat hem toekomt als kleinzoon van Hugues de Dammartin.
Raymond III de Tripoli
in
Kwartierstaat van Anneke Romeijn
Kwartierstaat van Eduard von Saher
Kwartierstaat van Eiso (Eiso Lucas Maarten) de Block
Kwartierstaat van Henk de Snoo
Kwartierstaat van ir Cees (Cornelis Jorden) Hagenbeek
Kwartierstaat van Magda (Magdalena) Breedveld
Kwartierstaat van mr Mark P. Schneiders
Raymond III de Tripoli, geb. te Tripoli [Libya] circa 1140, Graaf van Tripoli, prince van Galilea, ovl. te Tripoli [Libya] circa 1187.
Hij krijgt een dochter:

| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Marie | *1158 | | | | | 1 | 1 |
Pieter Willems Roeck
in
Kwartierstaat van Anneke Romeijn
Pieter Willems Roeck, geb. circa 1570.
Pieter Willems Roeck.
Lidmaat 25-12-1609 Ameide.
4 morgen land (1430: een viertel) in het land van Ameide op Liesveld en in de Nesse (1394: tussen de nieuwe weg en Zevenhoven), hoven: Gerard Noordeloosz. met leen van heer Gijsbert van Langerak (1430: heer Jan van Langerak; 1458: het gasthuis te Wijk; 1515: de leenman), beneden: Jan Hendriksz. (1394: de heer van de Lek; 1458: erven Arnout van Dijk; 1515: jonge Jan Pietersz.; 1570: Dirk Schonecken; 1582: wees van Pieter Roek Nikolaasz.; 1596: Neeltje Arnout Schalken).
.-.- 138.: Screvel van den Grotenhuis, 5 fo. 12.
24-8-1394: Screvel van den Grotenhuis, 6 fo. 50~.
20-7-1422: Jacob Pietersz. zoals Govert Screvelsz, 9 fo. 38.
.-.-1430: Pieter Arnoutsz, 10 fo. 7.
4-9-1458: Pieter Amoutsz, te komen op Nikolaas Pieter Amoutsz, met lijftocht van Elburg, zijn vrouw, 10 fo. 82v.
3-1-1460: Nikolaas Pieter Amoutsz, 10 fo. 88v.
21-7-1515: Pieter Roek Nikolaasz, 13 fo. 25.
14-9-1529: Lambert Roek bij dode van Pieter, zijn vader, 13 fo. 71v-72.
8-5-1537: Adriaan Pietersz. voor Joostje, dochter van Lambert Pietersz, bij dode van haar vader, 1Ffo. 52v-53.
-27-4-1570: Dirk Gijsbertsz. bij overdracht door Dirk Arnoutsz. voor Joostje Lambertsd, diens vrouw, 24 fo. 74.
21-6-1582: Willem Roek Jacobsz. bij dode van Marijke Dirksd, zijn nicht, 25 fo. 32.
26-6-1596: Pieter Roek Willemsz. bij dode van Marijke, dochter van Dirk Gijsbertsz, zijn nicht, die binnensjaars na de dood van haar vader stierf, na kaveling, 26 fo. 56v.
5-3-1630: Adriaan Hendriksz. te Tienhoven bij overdracht door Pieter Roek Willemsz.
tr.
met
Aagje Jans van Eindhoven.
Aagje Jans van Eindhoven.
Lidmaat 25-12-1609 Ameide.
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Geertje | *1605 | Ameide | | | | 1 | 1 |
Aagje Jans van Eindhoven
in
Kwartierstaat van Anneke Romeijn
Aagje Jans van Eindhoven.
Aagje Jans van Eindhoven.
Lidmaat 25-12-1609 Ameide.
tr.
met
Pieter Willems Roeck, zn. van Willem Jacobs Roeck, geb. circa 1570.
Pieter Willems Roeck.
Lidmaat 25-12-1609 Ameide.
4 morgen land (1430: een viertel) in het land van Ameide op Liesveld en in de Nesse (1394: tussen de nieuwe weg en Zevenhoven), hoven: Gerard Noordeloosz. met leen van heer Gijsbert van Langerak (1430: heer Jan van Langerak; 1458: het gasthuis te Wijk; 1515: de leenman), beneden: Jan Hendriksz. (1394: de heer van de Lek; 1458: erven Arnout van Dijk; 1515: jonge Jan Pietersz.; 1570: Dirk Schonecken; 1582: wees van Pieter Roek Nikolaasz.; 1596: Neeltje Arnout Schalken).
.-.- 138.: Screvel van den Grotenhuis, 5 fo. 12.
24-8-1394: Screvel van den Grotenhuis, 6 fo. 50~.
20-7-1422: Jacob Pietersz. zoals Govert Screvelsz, 9 fo. 38.
.-.-1430: Pieter Arnoutsz, 10 fo. 7.
4-9-1458: Pieter Amoutsz, te komen op Nikolaas Pieter Amoutsz, met lijftocht van Elburg, zijn vrouw, 10 fo. 82v.
3-1-1460: Nikolaas Pieter Amoutsz, 10 fo. 88v.
21-7-1515: Pieter Roek Nikolaasz, 13 fo. 25.
14-9-1529: Lambert Roek bij dode van Pieter, zijn vader, 13 fo. 71v-72.
8-5-1537: Adriaan Pietersz. voor Joostje, dochter van Lambert Pietersz, bij dode van haar vader, 1Ffo. 52v-53.
-27-4-1570: Dirk Gijsbertsz. bij overdracht door Dirk Arnoutsz. voor Joostje Lambertsd, diens vrouw, 24 fo. 74.
21-6-1582: Willem Roek Jacobsz. bij dode van Marijke Dirksd, zijn nicht, 25 fo. 32.
26-6-1596: Pieter Roek Willemsz. bij dode van Marijke, dochter van Dirk Gijsbertsz, zijn nicht, die binnensjaars na de dood van haar vader stierf, na kaveling, 26 fo. 56v.
5-3-1630: Adriaan Hendriksz. te Tienhoven bij overdracht door Pieter Roek Willemsz.
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Geertje | *1605 | Ameide | | | | 1 | 1 |
Willem Jacobs Roeck
in
Kwartierstaat van Anneke Romeijn
Willem Jacobs Roeck, geb. circa 1540.
Willem Jacobs Roeck.
Zijn huis, (1546: genaamd het Hoge huis), met singel achter de kerk in Ameide (1482: strekkend van de hofstede, die Reiner van Hemert, vader van de leenman, kocht van Pieter van Loon: 1593: strekkend zuidwaarts tot de gemene straat; 1637: de Brantsloot; noordwaarts tot het huis van Arnout van Honthorst; 1637: de boomgaard van Willem Arnoutsz.), noord (1576: erven Jan Marcusz.), (1637: oost: de kerkgracht, west: de Brantsteeg).
9-4-1477: Reinout van Hemert bij opdracht in ruil voor nr. 316, 10 fo. 75v.
13-8-1482: Gijsbert van Hemert, neef van de leenheer, 12 fo. 10.
19-4-1488: Mr. Gerard van Gronsveld bij overdracht door Gijsbert van Hemert, neef van de leenheer, 12 fo. 52v.
27-5-1493: Lambert Pietersz, schout van Ameide, bij overdracht door mr. Gerard van Gronsveld, 12 fo. 85v.
6-3-1504: Jan Pietersz, 12 fo. 175v en fo. 181v.
26-4-1508: Jan Jan Pietersz. te Ameide met lijftocht van Maarten Jacobsd, zijn moeder, en Jacob Jansz, zijn jongere broer, 12 fo. 196.
30-4-1546: Jacob Jansz. bij dode van Jan Pietersz. (!), zijn vader, 17 fo. 139-.
575.
7-3-1576: Willem Roek Jacobsz. bij dode van Jacob Roek Jansz, zijn vader, 24 fo. 178v-179.
9-1-1593: Hugo de Ridder Dirksz. bij overdracht door Willem Roek Jacobsz, waarna overdracht aan Jacob Herbertsz, 26 fo. 7v.
30-8-1616: Pieter Roek Lambertsz. voor Geertje Jacobsd, zijn vrouw, bij dode van Jacob Herbertsz, haar vader, waarna overdracht aan Jacob Roek Lambertsz, 27 fo. 10.
21-6-1623: Pieter Roek Lambertsz. voor Lambert Roek, zijn neef, bij dode van Jacob, diens vader, 2712 fo. 42v-43.
29-1-1629: Adriaan Jansz. voor Adriaantje Jacobs Roek, zijn vrouw, bij dode van Lambert, haar broer, 27/2 fo. 113v.
5-5-1637: Afstand door Neeltje Cornelisd, weduwe Jacob Roek Lambertsz, hertrouwd met Lubbert Coppelaar Lubbertsz, aan Adriaantje, dochter van Jacob Roek, 28 fo. 84v-85.
18-6-1637: Afstand door Jan Roek Lambertsz. voor Gerberg Jacob Roek, zijn.
nicht, oud ca. 20 jaar, 28 fo. 86.
19-6-1637: Cornelis Neck Bastiaansz. bij overdracht door Adriaan Jan Bernardsz. voor Adriaantje Roek, diens vrouw, 28 fo. 86v.
13-6-1648: Nikolaas de Waal Jansz. bij overdracht door Cornelis Neck Bastiaansz, 29 fo. 120.
Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Pieter | *1570 | | | | | 1 | 4 |
Jan Pieters Roeck Roeck
in
Kwartierstaat van Anneke Romeijn
Jan Pieters Roeck Roeck, geb. circa 1470, ovl. voor 30 apr 1546.
Jan Pieters Roeck Roeck.
Zijn huis, (1546: genaamd het Hoge huis), met singel achter de kerk in Ameide (1482: strekkend van de hofstede, die Reiner van Hemert, vader van de leenman, kocht van Pieter van Loon: 1593: strekkend zuidwaarts tot de gemene straat; 1637: de Brantsloot; noordwaarts tot het huis van Arnout van Honthorst; 1637: de boomgaard van Willem Arnoutsz.), noord (1576: erven Jan Marcusz.), (1637: oost: de kerkgracht, west: de Brantsteeg).
9-4-1477: Reinout van Hemert bij opdracht in ruil voor nr. 316, 10 fo. 75v.
13-8-1482: Gijsbert van Hemert, neef van de leenheer, 12 fo. 10.
19-4-1488: Mr. Gerard van Gronsveld bij overdracht door Gijsbert van Hemert, neef van de leenheer, 12 fo. 52v.
27-5-1493: Lambert Pietersz, schout van Ameide, bij overdracht door mr. Gerard van Gronsveld, 12 fo. 85v.
6-3-1504: Jan Pietersz, 12 fo. 175v en fo. 181v.
26-4-1508: Jan Jan Pietersz. te Ameide met lijftocht van Maarten Jacobsd, zijn moeder, en Jacob Jansz, zijn jongere broer, 12 fo. 196.
30-4-1546: Jacob Jansz. bij dode van Jan Pietersz. (!), zijn vader, 17 fo. 139-.
575.
7-3-1576: Willem Roek Jacobsz. bij dode van Jacob Roek Jansz, zijn vader, 24 fo. 178v-179.
9-1-1593: Hugo de Ridder Dirksz. bij overdracht door Willem Roek Jacobsz, waarna overdracht aan Jacob Herbertsz, 26 fo. 7v.
30-8-1616: Pieter Roek Lambertsz. voor Geertje Jacobsd, zijn vrouw, bij dode van Jacob Herbertsz, haar vader, waarna overdracht aan Jacob Roek Lambertsz, 27 fo. 10.
21-6-1623: Pieter Roek Lambertsz. voor Lambert Roek, zijn neef, bij dode van Jacob, diens vader, 2712 fo. 42v-43.
29-1-1629: Adriaan Jansz. voor Adriaantje Jacobs Roek, zijn vrouw, bij dode van Lambert, haar broer, 27/2 fo. 113v.
5-5-1637: Afstand door Neeltje Cornelisd, weduwe Jacob Roek Lambertsz, hertrouwd met Lubbert Coppelaar Lubbertsz, aan Adriaantje, dochter van Jacob Roek, 28 fo. 84v-85.
18-6-1637: Afstand door Jan Roek Lambertsz. voor Gerberg Jacob Roek, zijn.
nicht, oud ca. 20 jaar, 28 fo. 86.
19-6-1637: Cornelis Neck Bastiaansz. bij overdracht door Adriaan Jan Bernardsz. voor Adriaantje Roek, diens vrouw, 28 fo. 86v.
13-6-1648: Nikolaas de Waal Jansz. bij overdracht door Cornelis Neck Bastiaansz, 29 fo. 120.
tr.
met
Maartje Jacobs, geb. circa 1470.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Willem | *1540 | | | | | 1 | 1 |
Maartje Jacobs
in
Kwartierstaat van Anneke Romeijn
Maartje Jacobs, geb. circa 1470.
tr.
met
Jan Pieters Roeck Roeck, zn. van Pieter Claasz Roeck, geb. circa 1470, ovl. voor 30 apr 1546.
Jan Pieters Roeck Roeck.
Zijn huis, (1546: genaamd het Hoge huis), met singel achter de kerk in Ameide (1482: strekkend van de hofstede, die Reiner van Hemert, vader van de leenman, kocht van Pieter van Loon: 1593: strekkend zuidwaarts tot de gemene straat; 1637: de Brantsloot; noordwaarts tot het huis van Arnout van Honthorst; 1637: de boomgaard van Willem Arnoutsz.), noord (1576: erven Jan Marcusz.), (1637: oost: de kerkgracht, west: de Brantsteeg).
9-4-1477: Reinout van Hemert bij opdracht in ruil voor nr. 316, 10 fo. 75v.
13-8-1482: Gijsbert van Hemert, neef van de leenheer, 12 fo. 10.
19-4-1488: Mr. Gerard van Gronsveld bij overdracht door Gijsbert van Hemert, neef van de leenheer, 12 fo. 52v.
27-5-1493: Lambert Pietersz, schout van Ameide, bij overdracht door mr. Gerard van Gronsveld, 12 fo. 85v.
6-3-1504: Jan Pietersz, 12 fo. 175v en fo. 181v.
26-4-1508: Jan Jan Pietersz. te Ameide met lijftocht van Maarten Jacobsd, zijn moeder, en Jacob Jansz, zijn jongere broer, 12 fo. 196.
30-4-1546: Jacob Jansz. bij dode van Jan Pietersz. (!), zijn vader, 17 fo. 139-.
575.
7-3-1576: Willem Roek Jacobsz. bij dode van Jacob Roek Jansz, zijn vader, 24 fo. 178v-179.
9-1-1593: Hugo de Ridder Dirksz. bij overdracht door Willem Roek Jacobsz, waarna overdracht aan Jacob Herbertsz, 26 fo. 7v.
30-8-1616: Pieter Roek Lambertsz. voor Geertje Jacobsd, zijn vrouw, bij dode van Jacob Herbertsz, haar vader, waarna overdracht aan Jacob Roek Lambertsz, 27 fo. 10.
21-6-1623: Pieter Roek Lambertsz. voor Lambert Roek, zijn neef, bij dode van Jacob, diens vader, 2712 fo. 42v-43.
29-1-1629: Adriaan Jansz. voor Adriaantje Jacobs Roek, zijn vrouw, bij dode van Lambert, haar broer, 27/2 fo. 113v.
5-5-1637: Afstand door Neeltje Cornelisd, weduwe Jacob Roek Lambertsz, hertrouwd met Lubbert Coppelaar Lubbertsz, aan Adriaantje, dochter van Jacob Roek, 28 fo. 84v-85.
18-6-1637: Afstand door Jan Roek Lambertsz. voor Gerberg Jacob Roek, zijn.
nicht, oud ca. 20 jaar, 28 fo. 86.
19-6-1637: Cornelis Neck Bastiaansz. bij overdracht door Adriaan Jan Bernardsz. voor Adriaantje Roek, diens vrouw, 28 fo. 86v.
13-6-1648: Nikolaas de Waal Jansz. bij overdracht door Cornelis Neck Bastiaansz, 29 fo. 120.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Willem | *1540 | | | | | 1 | 1 |
Pieter Claasz Roeck
in
Kwartierstaat van Anneke Romeijn
Pieter Claasz Roeck, geb. circa 1445.
Pieter Claasz Roeck.
4 morgen land (1430: een viertel) in het land van Ameide op Liesveld en in de Nesse (1394: tussen de nieuwe weg en Zevenhoven), hoven: Gerard Noordeloosz. met leen van heer Gijsbert van Langerak (1430: heer Jan van Langerak; 1458: het gasthuis te Wijk; 1515: de leenman), beneden: Jan Hendriksz. (1394: de heer van de Lek; 1458: erven Arnout van Dijk; 1515: jonge Jan Pietersz.; 1570: Dirk Schonecken; 1582: wees van Pieter Roek Nikolaasz.; 1596: Neeltje Arnout Schalken).
.-.- 138.: Screvel van den Grotenhuis, 5 fo. 12.
24-8-1394: Screvel van den Grotenhuis, 6 fo. 50~.
20-7-1422: Jacob Pietersz. zoals Govert Screvelsz, 9 fo. 38.
.-.-1430: Pieter Arnoutsz, 10 fo. 7.
4-9-1458: Pieter Amoutsz, te komen op Nikolaas Pieter Amoutsz, met lijftocht van Elburg, zijn vrouw, 10 fo. 82v.
3-1-1460: Nikolaas Pieter Amoutsz, 10 fo. 88v.
21-7-1515: Pieter Roek Nikolaasz, 13 fo. 25.
14-9-1529: Lambert Roek bij dode van Pieter, zijn vader, 13 fo. 71v-72.
8-5-1537: Adriaan Pietersz. voor Joostje, dochter van Lambert Pietersz, bij dode van haar vader, 1Ffo. 52v-53.
-27-4-1570: Dirk Gijsbertsz. bij overdracht door Dirk Arnoutsz. voor Joostje Lambertsd, diens vrouw, 24 fo. 74.
21-6-1582: Willem Roek Jacobsz. bij dode van Marijke Dirksd, zijn nicht, 25 fo. 32.
26-6-1596: Pieter Roek Willemsz. bij dode van Marijke, dochter van Dirk Gijsbertsz, zijn nicht, die binnensjaars na de dood van haar vader stierf, na kaveling, 26 fo. 56v.
5-3-1630: Adriaan Hendriksz. te Tienhoven bij overdracht door Pieter Roek Willemsz, 28 fo. 6v.
Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jan | *1470 | | †1546 | | 75 | 1 | 2 |
Claas Pieters
in
Kwartierstaat van Anneke Romeijn
Claas Pieters, geb. circa 1420.
Claas Pieters.
4 morgen land (1430: een viertel) in het land van Ameide op Liesveld en in de Nesse (1394: tussen de nieuwe weg en Zevenhoven), hoven: Gerard Noordeloosz. met leen van heer Gijsbert van Langerak (1430: heer Jan van Langerak; 1458: het gasthuis te Wijk; 1515: de leenman), beneden: Jan Hendriksz. (1394: de heer van de Lek; 1458: erven Arnout van Dijk; 1515: jonge Jan Pietersz.; 1570: Dirk Schonecken; 1582: wees van Pieter Roek Nikolaasz.; 1596: Neeltje Arnout Schalken).
.-.- 138.: Screvel van den Grotenhuis, 5 fo. 12.
24-8-1394: Screvel van den Grotenhuis, 6 fo. 50~.
20-7-1422: Jacob Pietersz. zoals Govert Screvelsz, 9 fo. 38.
.-.-1430: Pieter Arnoutsz, 10 fo. 7.
4-9-1458: Pieter Amoutsz, te komen op Nikolaas Pieter Amoutsz, met lijftocht van Elburg, zijn vrouw, 10 fo. 82v.
3-1-1460: Nikolaas Pieter Amoutsz, 10 fo. 88v.
21-7-1515: Pieter Roek Nikolaasz, 13 fo. 25.
14-9-1529: Lambert Roek bij dode van Pieter, zijn vader, 13 fo. 71v-72.
8-5-1537: Adriaan Pietersz. voor Joostje, dochter van Lambert Pietersz, bij dode van haar vader, 1Ffo. 52v-53.
-27-4-1570: Dirk Gijsbertsz. bij overdracht door Dirk Arnoutsz. voor Joostje Lambertsd, diens vrouw, 24 fo. 74.
21-6-1582: Willem Roek Jacobsz. bij dode van Marijke Dirksd, zijn nicht, 25 fo. 32.
26-6-1596: Pieter Roek Willemsz. bij dode van Marijke, dochter van Dirk Gijsbertsz, zijn nicht, die binnensjaars na de dood van haar vader stierf, na kaveling, 26 fo. 56v.
5-3-1630: Adriaan Hendriksz. te Tienhoven bij overdracht door Pieter Roek Willemsz, 28 fo. 6v.
Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Pieter | *1445 | | | | | 1 | 1 |
Pieter Arnouts
in
Kwartierstaat van Anneke Romeijn
Pieter Arnouts, geb. circa 1395.
Pieter Arnouts.
‘s-GRAVENAMBACHT.
5. 9 1/2 gaarde land (1533: met huis en toebehoren) in ‘s Gravenambacht, belend ten oosten: de papelijke proven en de heilige geest van ‘s Gravenambacht, ten westen.: Diedwi, weduwe van Moelnaer en haar kinderen.
4-5-1364: Aernt Roeck Pietersz. en tocht d.d. 11-5-1364 zijn vrouw Heilwige (144, f 254v).
23-5-1365: Aernt Pietersz, gehuwd met Heylwije (144, f 212).
-----.
52. 4 morgen land (1430: een viertel) in het land van Ameide op Liesveld en in de Nesse (1394: tussen de nieuwe weg en Zevenhoven), hoven: Gerard Noordeloosz. met leen van heer Gijsbert van Langerak (1430: heer Jan van Langerak; 1458: het gasthuis te Wijk; 1515: de leenman), beneden: Jan Hendriksz. (1394: de heer van de Lek; 1458: erven Arnout van Dijk; 1515: jonge Jan Pietersz.; 1570: Dirk Schonecken; 1582: wees van Pieter Roek Nikolaasz.; 1596: Neeltje Arnout Schalken).
.-.- 138.: Screvel van den Grotenhuis, 5 fo. 12.
24-8-1394: Screvel van den Grotenhuis, 6 fo. 50~.
20-7-1422: Jacob Pietersz. zoals Govert Screvelsz, 9 fo. 38.
.-.-1430: Pieter Arnoutsz, 10 fo. 7.
4-9-1458: Pieter Amoutsz, te komen op Nikolaas Pieter Amoutsz, met lijftocht van Elburg, zijn vrouw, 10 fo. 82v.
3-1-1460: Nikolaas Pieter Amoutsz, 10 fo. 88v.
21-7-1515: Pieter Roek Nikolaasz, 13 fo. 25.
14-9-1529: Lambert Roek bij dode van Pieter, zijn vader, 13 fo. 71v-72.
8-5-1537: Adriaan Pietersz. voor Joostje, dochter van Lambert Pietersz, bij dode van haar vader, 1Ffo. 52v-53.
-27-4-1570: Dirk Gijsbertsz. bij overdracht door Dirk Arnoutsz. voor Joostje Lambertsd, diens vrouw, 24 fo. 74.
21-6-1582: Willem Roek Jacobsz. bij dode van Marijke Dirksd, zijn nicht, 25 fo. 32.
26-6-1596: Pieter Roek Willemsz. bij dode van Marijke, dochter van Dirk Gijsbertsz, zijn nicht, die binnensjaars na de dood van haar vader stierf, na kaveling, 26 fo. 56v.
5-3-1630: Adriaan Hendriksz. te Tienhoven bij overdracht door Pieter Roek Willemsz, 28 fo. 6v.
58. De helft v9n 6 morgen land, (1636: waarvan Leentje en Aaltje Pieters Roek 4 morgen hebben), aan de bovenzijde op Zevenhoven in het land van Ameide, enerzijds: Hendrii Hendriksz. te Vianen (1420: de leenman; 1460: Gijsbert Coppertsz.; 1496: Gijsbert Hendriksz.), anderzijds: Hendrik Hendriksz. te Vianen (1420: de leenman; 1460: Adriaan van der Goude), noord (1562: Hendrik Andriesz.; 15%: kinderen Dirk Gijsbertsz.), zuid (1562: Jacob Jansz. Roek; 15%: kinderen Dirk Pietersz.).
25-4-1406: Pelgrim van Lopik, 7 fo. 16.
5-8-1411: Lijftocht van Isentrude, dochter van Pelgrim van Lopik, 7 fo. 16.
13-3-1420: Agatha, dochter van Pelgrim van Lopik Willemsz, 9 fo. 25v.
25-1-1440: Pieter Amoutsz. bij overdracht door Agatha, dochter van Pelgrim van Lopik, 10 fo. 34.
18-2-1460: Jan Pieter Arnoutszz,.
18-3-1460: Bernard Bemardsz. bij overdracht door Jan Pieter Arnoutszz, 10 fo. 89.
26-4-1496: Zeger Pietersz, chirurgijn, voor Bernard Bemardsz, zijn zwager, die buiten zinnen is, 12 fo. 112v.
26-10-1535: Pieter Bernardsz . bij dode van Bernard Bernardsz . , zijn vader, 17 fo. 43v.
28-12-1552: Pieter Roek Pietersz. bij overdracht door Pieter Bernardsz, 17 fo. 206v.
27-11-1562: Lambert Roek bij dode van Pieter, zijn vader; 21 fo. 112.
29-10-1596: Pieter Roek bij dode van Lambert, zijn vader, 26 fo. 75v.
Het leen 58 gesplitst in 58 A, 58 B en 58 C.
59. 1 morgen land (1622: in een weer van 6 morgen 1 hont) op Zevenhoven in het land van Ameide (1430: in het Broek), strekkend van de halve Broeksteeg oostwaarts tot de eerste halve dwarssloot), enerzijds: de heer van Arkel, anderzijds: Jan Scaap, boven (1458: Willem Hendriksz.; 1515: mr. Pieter Woutersz.), beneden (1458: Pieter Pelle; 1515: Arnout Jansz.), zuid: (1420: erven Jan Bruning; 1622: Grietje Dirksd.), noord (1420: erven Matthijs Herman Rodenz.; 1622: Adriaan Heinemansz.).
15-8-1392: Pieter Pietersz, 6 fo. 34.
21-4-1420: Pieter Pietersz, 9 fo. 30.
.-.-1430: Pieter Amoutsz, 10 fo. 7.
De volgende beleningen zijn gelijk aan nr. 52 tot:.
24-4-1536: Adriaan Roek Pietersz . voor Joost, dochter van Lambert Pietersz . , zijn nicht, bij dode van Lambert Roek Pietersz, haar vader, waarna overdracht aan Geerlof Hermansz, chirurgijn, voor heer Jan Maartensz, vicecureit van Tienhoven, 17 fo. 47v-48 en fo 52v-53.
25-10-1575: Rudolf Grawart zoals Rudolf Grawart, zijn vader, en Adriaan Schalkenz, behoudens schulden van de boedel, 24 fo. 172v-173v.
18-2-1622: Hendrik van Brederode van Bolsweerd voor Josina Grawarts, gehuwd met Johan van Egmond van de Nijenburg, bij dode van Rudolf, haar vader, waarna overdracht aan Gozewijn Jansz, 2712 fo. 28v-29.
14-7-1630: Esserden Auricanus voor Frederik Auricanus bij dode van Gozewijn Jansz, diens grootvader, 28 fo. ll.
13-3-1663:Frederik Ottolander Adriaansz. bij overdracht door mr. Frederik Auricanus, 29 fo. 253v-254.
tr.
met
Elburg , geb. in 1390.
Elburg .
4 morgen land (1430: een viertel) in het land van Ameide op Liesveld en in de Nesse (1394: tussen de nieuwe weg en Zevenhoven), hoven: Gerard Noordeloosz. met leen van heer Gijsbert van Langerak (1430: heer Jan van Langerak; 1458: het gasthuis te Wijk; 1515: de leenman), beneden: Jan Hendriksz. (1394: de heer van de Lek; 1458: erven Arnout van Dijk; 1515: jonge Jan Pietersz.; 1570: Dirk Schonecken; 1582: wees van Pieter Roek Nikolaasz.; 1596: Neeltje Arnout Schalken).
.-.- 138.: Screvel van den Grotenhuis, 5 fo. 12.
24-8-1394: Screvel van den Grotenhuis, 6 fo. 50~.
20-7-1422: Jacob Pietersz. zoals Govert Screvelsz, 9 fo. 38.
.-.-1430: Pieter Arnoutsz, 10 fo. 7.
4-9-1458: Pieter Amoutsz, te komen op Nikolaas Pieter Amoutsz, met lijftocht van Elburg, zijn vrouw, 10 fo. 82v.
3-1-1460: Nikolaas Pieter Amoutsz, 10 fo. 88v.
21-7-1515: Pieter Roek Nikolaasz, 13 fo. 25.
14-9-1529: Lambert Roek bij dode van Pieter, zijn vader, 13 fo. 71v-72.
8-5-1537: Adriaan Pietersz. voor Joostje, dochter van Lambert Pietersz, bij dode van haar vader, 1Ffo. 52v-53.
-27-4-1570: Dirk Gijsbertsz. bij overdracht door Dirk Arnoutsz. voor Joostje Lambertsd, diens vrouw, 24 fo. 74.
21-6-1582: Willem Roek Jacobsz. bij dode van Marijke Dirksd, zijn nicht, 25 fo. 32.
26-6-1596: Pieter Roek Willemsz. bij dode van Marijke, dochter van Dirk Gijsbertsz, zijn nicht, die binnensjaars na de dood van haar vader stierf, na kaveling, 26 fo. 56v.
5-3-1630: Adriaan Hendriksz. te Tienhoven bij overdracht door Pieter Roek Willemsz, 28 fo. 6v.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Claas | *1420 | | | | | 1 | 1 |
Elburg
in
Kwartierstaat van Anneke Romeijn
Elburg , geb. in 1390.
Elburg .
4 morgen land (1430: een viertel) in het land van Ameide op Liesveld en in de Nesse (1394: tussen de nieuwe weg en Zevenhoven), hoven: Gerard Noordeloosz. met leen van heer Gijsbert van Langerak (1430: heer Jan van Langerak; 1458: het gasthuis te Wijk; 1515: de leenman), beneden: Jan Hendriksz. (1394: de heer van de Lek; 1458: erven Arnout van Dijk; 1515: jonge Jan Pietersz.; 1570: Dirk Schonecken; 1582: wees van Pieter Roek Nikolaasz.; 1596: Neeltje Arnout Schalken).
.-.- 138.: Screvel van den Grotenhuis, 5 fo. 12.
24-8-1394: Screvel van den Grotenhuis, 6 fo. 50~.
20-7-1422: Jacob Pietersz. zoals Govert Screvelsz, 9 fo. 38.
.-.-1430: Pieter Arnoutsz, 10 fo. 7.
4-9-1458: Pieter Amoutsz, te komen op Nikolaas Pieter Amoutsz, met lijftocht van Elburg, zijn vrouw, 10 fo. 82v.
3-1-1460: Nikolaas Pieter Amoutsz, 10 fo. 88v.
21-7-1515: Pieter Roek Nikolaasz, 13 fo. 25.
14-9-1529: Lambert Roek bij dode van Pieter, zijn vader, 13 fo. 71v-72.
8-5-1537: Adriaan Pietersz. voor Joostje, dochter van Lambert Pietersz, bij dode van haar vader, 1Ffo. 52v-53.
-27-4-1570: Dirk Gijsbertsz. bij overdracht door Dirk Arnoutsz. voor Joostje Lambertsd, diens vrouw, 24 fo. 74.
21-6-1582: Willem Roek Jacobsz. bij dode van Marijke Dirksd, zijn nicht, 25 fo. 32.
26-6-1596: Pieter Roek Willemsz. bij dode van Marijke, dochter van Dirk Gijsbertsz, zijn nicht, die binnensjaars na de dood van haar vader stierf, na kaveling, 26 fo. 56v.
5-3-1630: Adriaan Hendriksz. te Tienhoven bij overdracht door Pieter Roek Willemsz, 28 fo. 6v.
tr.
met
Pieter Arnouts, geb. circa 1395.
Pieter Arnouts.
‘s-GRAVENAMBACHT.
5. 9 1/2 gaarde land (1533: met huis en toebehoren) in ‘s Gravenambacht, belend ten oosten: de papelijke proven en de heilige geest van ‘s Gravenambacht, ten westen.: Diedwi, weduwe van Moelnaer en haar kinderen.
4-5-1364: Aernt Roeck Pietersz. en tocht d.d. 11-5-1364 zijn vrouw Heilwige (144, f 254v).
23-5-1365: Aernt Pietersz, gehuwd met Heylwije (144, f 212).
-----.
52. 4 morgen land (1430: een viertel) in het land van Ameide op Liesveld en in de Nesse (1394: tussen de nieuwe weg en Zevenhoven), hoven: Gerard Noordeloosz. met leen van heer Gijsbert van Langerak (1430: heer Jan van Langerak; 1458: het gasthuis te Wijk; 1515: de leenman), beneden: Jan Hendriksz. (1394: de heer van de Lek; 1458: erven Arnout van Dijk; 1515: jonge Jan Pietersz.; 1570: Dirk Schonecken; 1582: wees van Pieter Roek Nikolaasz.; 1596: Neeltje Arnout Schalken).
.-.- 138.: Screvel van den Grotenhuis, 5 fo. 12.
24-8-1394: Screvel van den Grotenhuis, 6 fo. 50~.
20-7-1422: Jacob Pietersz. zoals Govert Screvelsz, 9 fo. 38.
.-.-1430: Pieter Arnoutsz, 10 fo. 7.
4-9-1458: Pieter Amoutsz, te komen op Nikolaas Pieter Amoutsz, met lijftocht van Elburg, zijn vrouw, 10 fo. 82v.
3-1-1460: Nikolaas Pieter Amoutsz, 10 fo. 88v.
21-7-1515: Pieter Roek Nikolaasz, 13 fo. 25.
14-9-1529: Lambert Roek bij dode van Pieter, zijn vader, 13 fo. 71v-72.
8-5-1537: Adriaan Pietersz. voor Joostje, dochter van Lambert Pietersz, bij dode van haar vader, 1Ffo. 52v-53.
-27-4-1570: Dirk Gijsbertsz. bij overdracht door Dirk Arnoutsz. voor Joostje Lambertsd, diens vrouw, 24 fo. 74.
21-6-1582: Willem Roek Jacobsz. bij dode van Marijke Dirksd, zijn nicht, 25 fo. 32.
26-6-1596: Pieter Roek Willemsz. bij dode van Marijke, dochter van Dirk Gijsbertsz, zijn nicht, die binnensjaars na de dood van haar vader stierf, na kaveling, 26 fo. 56v.
5-3-1630: Adriaan Hendriksz. te Tienhoven bij overdracht door Pieter Roek Willemsz, 28 fo. 6v.
58. De helft v9n 6 morgen land, (1636: waarvan Leentje en Aaltje Pieters Roek 4 morgen hebben), aan de bovenzijde op Zevenhoven in het land van Ameide, enerzijds: Hendrii Hendriksz. te Vianen (1420: de leenman; 1460: Gijsbert Coppertsz.; 1496: Gijsbert Hendriksz.), anderzijds: Hendrik Hendriksz. te Vianen (1420: de leenman; 1460: Adriaan van der Goude), noord (1562: Hendrik Andriesz.; 15%: kinderen Dirk Gijsbertsz.), zuid (1562: Jacob Jansz. Roek; 15%: kinderen Dirk Pietersz.).
25-4-1406: Pelgrim van Lopik, 7 fo. 16.
5-8-1411: Lijftocht van Isentrude, dochter van Pelgrim van Lopik, 7 fo. 16.
13-3-1420: Agatha, dochter van Pelgrim van Lopik Willemsz, 9 fo. 25v.
25-1-1440: Pieter Amoutsz. bij overdracht door Agatha, dochter van Pelgrim van Lopik, 10 fo. 34.
18-2-1460: Jan Pieter Arnoutszz,.
18-3-1460: Bernard Bemardsz. bij overdracht door Jan Pieter Arnoutszz, 10 fo. 89.
26-4-1496: Zeger Pietersz, chirurgijn, voor Bernard Bemardsz, zijn zwager, die buiten zinnen is, 12 fo. 112v.
26-10-1535: Pieter Bernardsz . bij dode van Bernard Bernardsz . , zijn vader, 17 fo. 43v.
28-12-1552: Pieter Roek Pietersz. bij overdracht door Pieter Bernardsz, 17 fo. 206v.
27-11-1562: Lambert Roek bij dode van Pieter, zijn vader; 21 fo. 112.
29-10-1596: Pieter Roek bij dode van Lambert, zijn vader, 26 fo. 75v.
Het leen 58 gesplitst in 58 A, 58 B en 58 C.
59. 1 morgen land (1622: in een weer van 6 morgen 1 hont) op Zevenhoven in het land van Ameide (1430: in het Broek), strekkend van de halve Broeksteeg oostwaarts tot de eerste halve dwarssloot), enerzijds: de heer van Arkel, anderzijds: Jan Scaap, boven (1458: Willem Hendriksz.; 1515: mr. Pieter Woutersz.), beneden (1458: Pieter Pelle; 1515: Arnout Jansz.), zuid: (1420: erven Jan Bruning; 1622: Grietje Dirksd.), noord (1420: erven Matthijs Herman Rodenz.; 1622: Adriaan Heinemansz.).
15-8-1392: Pieter Pietersz, 6 fo. 34.
21-4-1420: Pieter Pietersz, 9 fo. 30.
.-.-1430: Pieter Amoutsz, 10 fo. 7.
De volgende beleningen zijn gelijk aan nr. 52 tot:.
24-4-1536: Adriaan Roek Pietersz . voor Joost, dochter van Lambert Pietersz . , zijn nicht, bij dode van Lambert Roek Pietersz, haar vader, waarna overdracht aan Geerlof Hermansz, chirurgijn, voor heer Jan Maartensz, vicecureit van Tienhoven, 17 fo. 47v-48 en fo 52v-53.
25-10-1575: Rudolf Grawart zoals Rudolf Grawart, zijn vader, en Adriaan Schalkenz, behoudens schulden van de boedel, 24 fo. 172v-173v.
18-2-1622: Hendrik van Brederode van Bolsweerd voor Josina Grawarts, gehuwd met Johan van Egmond van de Nijenburg, bij dode van Rudolf, haar vader, waarna overdracht aan Gozewijn Jansz, 2712 fo. 28v-29.
14-7-1630: Esserden Auricanus voor Frederik Auricanus bij dode van Gozewijn Jansz, diens grootvader, 28 fo. ll.
13-3-1663:Frederik Ottolander Adriaansz. bij overdracht door mr. Frederik Auricanus, 29 fo. 253v-254.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Claas | *1420 | | | | | 1 | 1 |