tr.
met
Anthonij Adriaensz de Vlieger, zn. van Adriaen Andriesz de Vlieger (ouderling in de kerk van Oud-Beijerland) en Abigaël Anthonisdr, geb. Oud Beijerland circa 1612.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Lijsbeth | ~1639 | Oud Beijerland | 1 | 1 |
tr.
met
Abigaël Anthonisdr, geb. circa 1580, ovl. Oud Beijerland op 3 aug 1652, begr. aldaar in de kerk.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Anthonij | *1612 | Oud Beijerland | 1 | 1 |
tr.
met
Adriaen Andriesz de Vlieger, geb. circa 1575, ouderling in de kerk van Oud-Beijerland.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Anthonij | *1612 | Oud Beijerland | 1 | 1 |
tr.
met
Cornelia Cornelisdr Bol, dr. van Cornelis Woutersz Bol en Ariaantje Claesdr Ketting, geb. circa 1607.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cornelis | ~1632 | Oud Beijerland | 1 | 1 |
tr.
met
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cornelis | ~1632 | Oud Beijerland | 1 | 1 |
tr. Poortugaal op 11 jul 1593
met
Ariaantje Claesdr Ketting, dr. van Claas Cornelis Kettingh (Dijkgraaf van Strijen, Schepen van Strijen) en Haasje Lambrechts van der Stoup, geb. Hoogvliet, ovl. Oud Beijerland op 16 feb 1656.
Ariaantje Claesdr Ketting.
20-06-1655 legde Ariaentgen Claesdr weduwe van Lenert Corn(elis), over de 80-jaren oud, blind aan het gezicht, ten verzoeke van de niet bij name genoemde gemene erfgenamen van haar in Oud Beijerland overleden moeder Haesgen Lambrechtsdr die weduwe was van Claes Corn(elis), de verklaring af dat zij haar moeder verscheidene malen had horen zeggen dat Ariaentgen Bastiaensdr (Casteleijn), weduwe van Jan Bel, nog 100 car. gld. schuldig was vanwege landpacht. Ondanks aanmaningen e.d. had Haesgen dit geld nooit ontvangen.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cornelia | *1607 | 1 | 1 |
tr. Poortugaal op 11 jul 1593
met
Cornelis Woutersz Bol, zn. van Wouter Huijgensz Bol en Jannetje Adriaansdr de Regt, geb. Poortugaal circa 1570, ovl. circa 1607.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cornelia | *1607 | 1 | 1 |
1. | Prometheus Kwartierstatenboek (Deel II), Kwartierstaten boek II, Genealogische Vereniging Prometheus, Delft, 1992 (blz. 185) |
2. | Prometheus Kwartierstatenboek (Deel II), Kwartierstaten boek II, Genealogische Vereniging Prometheus, Delft, 1992 (blz. 186) |
tr. Strijen circa 1569
met
Haasje Lambrechts van der Stoup1,2 (Verstoep, van der Stoep), dr. van Lambrecht Jansz Verstoup (korenmolenaar) en Liedewij Doenen van Driel, geb. Poortugaal in 1543, ovl. aldaar op 10 mrt 1615.
Haasje Lambrechts van der Stoup.
Over de memorielanden waar Haesje Lambrechts possetrice van is fol. 115. 05-10-1615:.
Comp. Haasje Jans, oud 81 jaar en Ariaantje Pieters, oud 65 jaar en verklaren op verzoek van Haasje Lambrechts dat Beije Doensz, haar deposants oudoom in zijn leven gewoond heeft op de hofstede daar Huijg Jacobsz. tegenwoordig op woont, maar dat haar niet kennelijk is dat haar oudoom Beije Doensz. voorn nooit enige memorielanden heeft gemaakt ofte gefondeerd, maar dat zij deposant haar grootmoeder wel heeft horen zeggen dat de oude Beije Doensz. enige memorielanden had gemaakt ofte gefondeerd zonder gehoort te hebben waar dat dezelve landen gelegen zijn. Verklaart zij deposant ook dat de landen waar Haasje Lambrechts tegenwoordig possesseur af is en bezit, zo lang haar heugen mag malkandere hebben gevolgd. Ariaantje Pieters verklaart, dat haar kennelijk is dat Beije Doensz. in zijn leven gewoont heeft op de hofstee daar tegenwoordig Huijg Jacobsz. op woont, maar dat haar deposant niet kennelijk is dat de voorsz. Beije Doensz. enige memorielanden heeft gemaakt of gefondeerd, maar dat de deposant haar moeder zal. menigmaal heeft horen zeggen dat de oude Beije Doensz. enige memorielanden had gemaakt en gefondeert, zonder dat zij deposant ooit heeft horen zeggen waar dat de voorsz. memorielanden zijn gelegen, maar dat haar deposant wel kennelijk is dat de memorielanden, die Haasje Lambrechts voorn tegenwoordig bezit als possesseur, altijd malkander hebben gevolgd, zolang haar deposant heugen mag.
fol. 116. 05-10-1615:.
comp. Jan Dirksz. Claer, oud 61 jaar en verklaart op verzoek van Haasje Lambrechts, dat hij zijn moeder zal wel heeft horen zeggen dat de jonge Beije Doensz. in zijn leven gewoond heeft op de hofstee waar tegenwoordig Huijg Jacobsz. op woont en dat hij zijn moeder menigmaal heeft horen zeggen dat dezelfde Beije Doensz. nooit enige memorielanden heeft gemaakt of gefondeerd, maar dat de memorielanden, die Haasje Lambrechts tegenwoordig bezit, altijd malkander hebben gevolgd, zolange hem deposant heugen mag.
Bronnen: Oud Rechterlijk Archief Poortugaal, inv.nr. 13. J.J. Vervloet, Hogenda.
Possetrice van de Groote Memorielanden van haar grootvader Doen Beijensz. Zij wordt in 1602 door de Staten van Holland bevestigd, maar dit wordt aangevochten door Jan Pieter Beijesz, die dit wint. In 1620 wordt Haasje definitief bevestigd als possetrice. In een akte van 17.06.1630 wordt ze genoemd: "Haasge Lambrechts, in haar leven lest wed. van Claas Cornelisz. en daarvoor wed. van Jacob Claasz. Goudswaard, lest gewoont hebbende in Oud-Beijerland".
Klaaswaal ORA, 17-06-1630: Comp Bastiaan Olen van der Hoek x Cuniertje Hendriks en Seger Jacobsz. Kranendonk voor hun zelf en vervangende de andere mede-erfgenamen van Liedewij Jacobs, in haar leven lest weduwe van Jacob Zegersz.Kranendonk, voor 1/4 part, mitsgaders Leendert Cornelisz. Barendrecht x Ariaantje Claasse voor 1/4 part, en mede vervangende Cornelis Adriaansz Meeldijk x Maartge Cornelisse, dr. van Maartge Claasse, mede voor 1/4 part, allen kinderen en kindskinderen. En neffens Claes Ariensz. van Strijen, schout van Westmaas x Lijsbeth Jacobs, erfgenaam van Haasge Lambrechts, in haar leven lest wed.van Claas Cornelisz. en daarvoor wed. van Jacob laasz.Goudswaard, lest gewoont hebbende in Oud-Beijerland.
Geven machtiging aan Claas Ariensz.van Strijen om aan Willem Hendriksz. schout van Poortugaal, over te dragen een boomgaard, groot 50 roeden, gelegen in Poortugaal.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Ariaantje | Hoogvliet | †1656 | Oud Beijerland | 1 | 1 | ||
2 | Cornelis | *1560 | Poortugaal | †1639 | Poortugaal | 79 | 1 | 3 |
1. | Prometheus Kwartierstatenboek (Deel II), Kwartierstaten boek II, Genealogische Vereniging Prometheus, Delft, 1992 (blz. 185) |
2. | Prometheus Kwartierstatenboek (Deel II), Kwartierstaten boek II, Genealogische Vereniging Prometheus, Delft, 1992 (blz. 186) |
tr. (1) Strijen circa 1569
met
Claas Cornelis Kettingh1, zn. van Cornelis Ariens Ket, geb. Poortugaal in 1543, Dijkgraaf van Strijen, Schepen van Strijen, ovl. Strijen op 29 nov 1585.
Claas Cornelis Kettingh.
Wonende Strijen. Dijgraaf van Strijen 1575. Schepen van Strijen 1565. .
Betaalde de helft van de last op een memorieland in het Oudelant van Strijen. Koper van tienden in Strijen 1556-1564.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Ariaantje | Hoogvliet | †1656 | Oud Beijerland | 1 | 1 | ||
2 | Cornelis | *1560 | Poortugaal | †1639 | Poortugaal | 79 | 1 | 3 |
tr. (2) Pernis in 1565
met
Jacob Claasz Goudswaard3,2, zn. van Claas Jacobsz Goudswaard en Neeltje Adriaensdr, geb. Pernis circa 1547, korenmolenaar te Spijkenisse, ovl. Poortugaal op 9 mrt 1615.
Jacob Claasz Goudswaard.
Leenman van de hofstad Putten.
Uit dit huwelijk 2 dochters:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Lijsbeth | *1568 | Poortugaal | †1627 | Oud Beijerland | 58 | 2 | 7 |
2 | Liedeweij | *1570 | †1627 | Oud-Beijerland | 56 | 2 | 8 |
1. | Prometheus Kwartierstatenboek (Deel II), Kwartierstaten boek II, Genealogische Vereniging Prometheus, Delft, 1992 (blz. 185) |
2. | Prometheus Kwartierstatenboek (Deel II), Kwartierstaten boek II, Genealogische Vereniging Prometheus, Delft, 1992 (blz. 186) |
3. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 |
4. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
5. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 117) |
tr. in 1535
met
Liedewij Doenen van Driel4,1,3, dr. van Doen Beyensz de jonge van Driel (schepen van Poortugaal) en Aeskin Cornelis Hoogendijck, geb. Poortugaal circa 1498, ovl. aldaar op 10 mei 1552.
Liedewij Doenen van Driel.
Zegels van de drie zonen van Doen Bijens.
Van de drie zoons van Doen Beyensz. kennen wij het zegel van Cornelis, die op 20 maart 1532 zegelt als schout van Albrandswaard. Hij gebruikt hierbij een cachet, dat slechts een merk vertoont 61, zijn broer Beye Doensz. zegelt echter op 18 maart 1549 als schepen van Poortugaal7) en voert hierbij een omgewende klimmende vos, links boven vergezeld van een B.
Dit zelfde wapen komt ook voor op de grafzerk van zijn kleindochter Geertruyt Adriaens, weduwe van Aert Hendricksz. van grafzerk aanwezig, waarop het wapen van de man vertoont een dubbele adelaar, van de vrouw een klimmende vos.
Van Willem Doensz, de derde broer, kennen wij de grafzerk van zijn zoon Doen Willemsz, eveneens in de kerk van Poortugaal. Deze vertoont als wapen een zittende vos met een vogel in de bek.
Wii vinden in de oudste generaties dus steeds een wapen met een vos als hoofdfiguur, zij het dan, dat de wapens in details iets verschillen.
Onder de latere generaties komen echter twee afwijkende wapens voor, ten eerste dat van de zoon Aert Jansz. van Driel, Nicolaes van Driel, overleden 7 september 1696.
In 1917 was zijn rouwbord nog aanwezig op het koor van de kerk van Poortugaal, maar is sedertdien verdwenen. Het was een rode dubbelkoppige adelaar in goud.
Testament.
Aktesoort: testament . Datum: 05/08/1631. Archief : ONA Rotterdam. Inventarisnummer : 148. Aktenummer/Blz.: 694/1063. Notaris: Adriaan Kieboom.
Heyndrick Dircksz, weduwnaar wonend op het dorp Portugael, maakt zijn testament. Hij vermaakt 600 gld aan de Armen van Poortugael en Hoochvliet; elk 100 gld aan de Armen van Pernis en Roon; aan de lasterije van Poortugael 100 gld.
Hij vermaakt verschillende stukken weiland en zaailand aan:.
- zijn broer Doe Dircksz en zijn kinderen Willem Doensz, Emmeken Doenen en Lambrecht Doensz;.
- zijn broer Pieter Dircksz en zijn kinderen Willem Pietersz, Cornelis Pietersz, Floris Pietersz en Trijntge Pietersdr;.
- zijn zuster Lysbeth Dircksdr;.
- zijn broer Dirck Dircksz.
Aan zijn broer Jan Dircksz van Driel, brouwer te Dordrecht, vermaakt hij zijn huis, werf, boomgaard, duifhuis etc.
Tot zijn erfgenamen benoemt hij zijn broer Jan Dircksz van Driel voor 1/3e deel; Willem Doensz en Emmeken Doenen voor 1/3e deel en de kinderen van Dirck Dircksz voor het resterende derde deel.
Tot executeurs van zijn testament benoemt hij Jan Dircksz van Driel, zijn broer, Willem Doensz en Bastiaen Dircksz, zijn neef.
Genoemde weilanden liggen in Poortugael, Albrantswaert, aan de Pernissewech genaamd den Brootkiste, Verrelewech, Hoochvliet, Sweerdijck, 's-Heerendijck, Weertsendijck, 's Heerenwech.
Als belendende personen en plaatsen worden genoemd:.
- Neeltgen de Raet, de weduwe van Couwenhoven, Bastiaen Claesz Spruyt, de erfgenamen van Coen Leendertsz en Leendert Dircxsz, Willem Smith, Pieter de Raet, Pieter Adriaensz Hoogendijck, Willem Henricxsz Hogewerff, Cornelis Claesz Ketting, Leendert Dircxsz, Doen Jansz, Pernissewech, Pernisseheul, Bastiaen Hendricxsz, Jan de Wercker, Cornelis Aertsz Beaumont, Jan Coyer, Willem Pietersz, Sluyssewech, Cathuysers, Bastiaen de Wercker, Meulewech, de Culck, Meulewech, Cornelis Pietersz Vermaet, 't huys Valckesteyn, 's Heerendijck, Molewech, Cornelis Jan Elantsz, Leendert Waddesz, Leendert Dircxsz, Weertsewech.
Bron: Gemeentearchief R'dam.
Testament. Datum: 30/03/1632. Archief: ONA Rotterdam. Inventarisnummer: 149. Aktenummer/Blz.: 132/246. Notaris: Adriaan Kieboom. Inhoud: Heyndrick Dircksz, weduwnaar wonende in Portugael vermaakt aan de diaconie-armen van Portugael en Hoochvliet 600 gld en aan de armen van Pernis en Roon 100 gld, aan de scholasterie van Portugael 200 gld en al zijn roerende en onroerende goederen aan zijn erfgenamen. Als executeurs benoemt hij zijn broer Jan Dircxsz van Driel en zijn neven Bastiaen Dircxsz en Gerrit Pietersz Velsenaer. De schout en het gerecht van Portugael zullen zich niet met zijn testament mogen bemoeien. Alle voorgaande codicillen en testament zijn hierbij herroepen. N.B: Doorgehaald is een legaat van drie gemeten weiland aan Willem Doens, zoon van zijn broer Doen Dircksz. Belendingen: Willem Hendriksz, Cornelis Claesz Ketting, Neeltgen Jans de Raat en de Weertsenwech gelegen in Portugael in Albrantswaert.
Testament 5 aug 1631.
Karel de Grote schrijft de 2 lenen over.
Op 17 December 1515 is Doen Beyeisz overleden, want de twee leenen worden dan door Karel V overgeschreven op Doens zoon Cornelis Doedensz “), die ook in de ,,Geslachtboom” voorkomt,.
Karel bij der Gratie Gods Prince van Spaengnen etc.
doen condt allen luyden, dat wij behouden ons ende.
eenen yegelijcken zijns Rechts verlyt ende verleent hebben, verlijen en de verlenen mit dezen onsen brieve CorneIis Doe Beijensz ende hem aengecomen ende bestorvien es bij doode Doen Beijensz zijns vaders voorsz. alsulcke parceelen van leenen als hiernaer bescreven volgen.
(Volgen dan nauwkeurig beschreven de beide bekende.
leenen).
Pr. Pieter Hanneman, Meester Mercelis van ZegersCapelle, onzen secretaris ende Cornelis Barthouts / Actum opten XVIIen in December XVc vijftiene.
Cornelis moest de nieuwe eed, die op 1 Januari 1515 was ingevoerd, afleggen.
Bronnen: De Nederlandsche Leeuw 1945-46, pag 70.
Lambrecht. Jansz. Verstoup komt voor in de 10e penning van 1543 met 32 gemet land en een huis te Poortugaal.
Bronnen: de parenteel van Doen Beijensz. door J.J. Vervloet in samenwerking met de werkgroep Doen Beijensz.
Koopster van tienden in Rhoon (1557),157 dochter van Doen Beijensz. de jonge, leenman van Putten, schepen van Poortugaal, (en Haesken Jansdr.?).
Zij tr. L Willem Claesz. (waaruit de patricische familie Van Groenendijck te Gouda).
Bronnen: Ons Voorgeslacht jan 2013 k.J. Slijkerman over de fam. van der Stoup.
De naam Van der Stoup kan gerekend worden tot de oudst bekende familienamen te Strijen. In de schaarse vijftiende-eeuwse bronnen van de Hoeksche Waard wordt deze naam voor het eerst in 1471 aangetroffen. Na de Sint Elisabethsvloed van 1421, waarbij de Grote- of Zuid-Hollandse Waard grotendeels verzwolgen werd, kwam in 1436 de bedijking van de polder het Oudeland van Strijen tot stand.
Behalve polderwerkers zullen deze gronden ook lieden hebben aangetrokken die daar een permanent domicilie vonden en de gronden gingen bewerken en zo de basis legden voor boerendynastieën die daar eeuwenlang hun bestaan zouden vinden. Het blijft vrijwel altijd in nevelen gehuld wat de voorgeschiedenis is van deze lang niet altijd onbemiddelde vroege pioniers, die in hun nieuwe woongebied een; rol van zekere importantie gingen spelen, zoals ook de hier te behandelen familie Van dér Stoup.
Hun status in het Strijense en hun al in de vijftiende eeuw stevig verankerde familienaam blijft dan ook intrigeren.
In de Strijense familie werd in ieder geval in de achttiende eeuw een wapen gevoerd vertonende op een gouden veld drie zwemmende zilveren alen vergezeld van drie rode lelies (2 en 1), met als helmteken een rode lelie tussen een vlucht in goud en rood.
Bronnen: Ons Voorgeslacht jan 2013 k.J. Slijkerman over de fam. van der Stoup.
ARA. Sententies Hof van Holland, nr. 517 zaak 267 op 23 februari 1546: Willem Doensz. in Poortugaal, impetrant en Catarina, wed.van Claas Willemsz. in Beukelsdijk aan de ene zijde en Engel Claasdr, wed. van Aernt Doensz, haar eerste man en Leendert Simonsz, haar tweede man voor zich zelf en voor haar kinderen, gewonnen bij de voorsz. Aernt Doensz, ter andere zijde. Genoemd worden: Willem Doensz, wijlen Aernt Doensz, Cornelis Doensz, Beije Doensz, broeders en Pieter Mathijsz, Simon Cornelisz. en Willem Claesz,zwagers. Aernt Doensz. bezat omtrent 38 gemet land in Spijkenisse en Simonshaven, die ondergelopen waren. Het droogmaken kon hij niet en heeft toen het land overgegeven aan zijn broers en zwagers. Hier is nooit een transport van geweest en de overgave wordt nu betwist.
Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Haasje | *1543 | Poortugaal | †1615 | Poortugaal | 71 | 2 | 4 |
1. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 |
2. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 651) |
3. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
4. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 117) |
tr. in 1535
met
Lambrecht Jansz Verstoup1, zn. van Jan Verstoup en Geertruijt , geb. Poortugaal circa 1485, korenmolenaar, ovl. Poortugaal op 10 mei 1552, begr. aldaar grafzerk in de kerk.
Lambrecht Jansz Verstoup.
Voor 1540 korenmolenaar. Lambrecht komt voor in het cohier van de 100e penning met 32 gemet land en een huis te Poortugaal.
In 1543 werd hij vermeld te Poortugaal (tiende penning).
Schout van 's-Gravenambacht 1543, 1549, landgebruiker te 's-Gravenambacht 1542, Poortugaal 1543 en Pernis 1543, landpachter in Oud-Strijen 1548, 1553.
Zijn welvaart en landbezit zal voor een groot deel te danken zijn aan de afkomst van zijn vrouw Liedeweij van Driel.
De naam Van der Stoup kan gerekend worden tot de oudst bekende familienamen te Strijen. In de schaarse vijftiende-eeuwse bronnen van de Hoeksche Waard wordt deze naam voor het eerst in 1471 aangetroffen. Na de Sint Elisabethsvloed van 1421, waarbij de Grote- of Zuid-Hollandse Waard grotendeels verzwolgen werd, kwam in 1436 de bedijking van de polder het Oudeland van Strijen tot stand.
Behalve polderwerkers zullen deze gronden ook lieden hebben aangetrokken die daar een permanent domicilie vonden en de gronden gingen bewerken en zo de basis legden voor boerendynastieën die daar eeuwenlang hun bestaan zouden vinden. Het blijft vrijwel altijd in nevelen gehuld wat de voorgeschiedenis is van deze lang niet altijd onbemiddelde vroege pioniers, die in hun nieuwe woongebied een rol van zekere importantie gingen spelen, zoals ook de hier te behandelen familie Van dér Stoup.
Hun status in het Strijense en hun al in de vijftiende eeuw stevig verankerde familienaam blijft dan ook intrigeren.
In de Strijense familie werd in ieder geval in de achttiende eeuw een wapen gevoerd vertonende op een gouden veld drie zwemmende zilveren alen vergezeld van drie rode lelies (2 en 1), met als helmteken een rode lelie tussen een vlucht in goud en rood.
Schout, Schout van 's-Gravenambacht (1543) en te Poortugaal 1549, vermoedelijk een zgn Jerusalemridder.
Lambrecht van der Stoup komt voor in het cohier van de 100e penning met 32 gemet land en een huis te Poortugaal. Vermoedelijk was Lambrecht een zoon van Jan van der Stoup. Waarschijnlijk was hij een "Jerusalemridder". De Jerusalemsveer op zijn zerk wijst op een pelgrimstocht naar het Heilige Land en een gebroken Sint Catharinarad op de steen duidt op een bezoek aan Constantinopel. In 1543 werd hij vermeld te Poortugaal (tiende penning). Hij was toen schout te 's-Gravenambacht en in 1549 ook te Poortugaal.
Uit dit huwelijk 3 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Haasje | *1543 | Poortugaal | †1615 | Poortugaal | 71 | 2 | 4 |
1. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 |
2. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
3. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 117) |
4. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 115) |
tr.
met
Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Lambrecht | *1485 | Poortugaal | †1552 | Poortugaal | 66 | 1 | 3 |
1. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 651) |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Claas | *1543 | Poortugaal | †1585 | Strijen | 42 | 1 | 2 |
tr.
met
Cornelia .
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cornelis | *1514 | Strijen | †1571 | Strijen | 57 | 1 | 1 |
tr.
met
Ariaen Willemsz Ket, ovl. Strijen in 1545.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cornelis | *1514 | Strijen | †1571 | Strijen | 57 | 1 | 1 |
tr.
met
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cornelis | *1570 | Poortugaal | †1607 | 37 | 1 | 1 |
tr.
met
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Cornelis | *1570 | Poortugaal | †1607 | 37 | 1 | 1 |
tr. Oud Beijerland op 3 mei 1722
met
Elisabeth Pieters Landmeter, dr. van Pieter Aarts Landmeter en Geertruid Hendriksd de Jong, geb. Oud Beijerland Hoeve Krekestein op de 1e Kruisweg op 12 dec 1694, ovl. Greup Hoeve Oemstein op de Stougjesdijk.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Geertruij | ~1723 | Mijnsherenland | †1778 | Nieuw-Beijerland | 55 | 1 | 2 |
tr. Oud Beijerland op 3 mei 1722
met
Willem Jacobsz van Dalen, ged. Heinenoord op 14 jul 1695, ovl. Mijnsherenland op 21 mei 1730.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Geertruij | ~1723 | Mijnsherenland | †1778 | Nieuw-Beijerland | 55 | 1 | 2 |
tr. Oud Beijerland op 4 jun 1690
met
Geertruid Hendriksd de Jong, dr. van Hendrick Ariensz de Jongh en Elisabeth Jacobsdr van der Giessen, ged. Oud Beijerland op 18 feb 1663, ovl. aldaar op 15 mrt 1700.
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Elisabeth | *1694 | Oud Beijerland | Greup | 1 | 1 |