Pieter Ariens Dijkgraeff of Steehouwer
Pieter Ariens Dijkgraeff of Steehouwer (Stehouwer), ged. Barendregt (te Barendrecht) op 11 okt 1626, ovl. Carnisse op 29 mei 1687.
- Vader:
Adriaen Hendricksz de jonge Dijckgraeff (Steehouwer, Dijkgraaf), zn. van Hendrick Willemsz Dijkgraeff (dijkgraaf van West Barendrecht, dijkgraaf West Barendrecht en Carnisse) en Trijntje Jorisse, geb. Barendregt (te Barendrecht) in 1580, boer (Landbouwer, Heemraad, Schepen, Boer), ovl. op 16 jul 1665, begr. Barendrecht op 16 jul 1665, tr. Barendregt (te Barendrecht) op 11 mrt 1607 met
tr. Barendregt (te Barendrecht) op 19 dec 1653
met
Heijltie (Heijltje) Ariens, dr. van Adriaen Pleunen van der Wilt (landbpuwer te Carnisse) en Lijsbetge Bastiaens Bastiaanse, ged. Barendregt op 10 jul 1629, ovl. na 21 mei 1676.
Uit dit huwelijk 2 dochters:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Lijsbeth | ~1656 | Barendregt | 1705 | | 48 | 1 | 1 |
2 | Niesje | *1655 | Carnisse | | | | 1 | 1 |
Heijltie Ariens
Heijltie (Heijltje) Ariens, ged. Barendregt op 10 jul 1629, ovl. na 21 mei 1676.
tr. Barendregt (te Barendrecht) op 19 dec 1653
met
Pieter Ariens Dijkgraeff of Steehouwer (Stehouwer), zn. van Adriaen Hendricksz de jonge Dijckgraeff (boer) en Niesje Huijgensdr Cranendonck, ged. Barendregt (te Barendrecht) op 11 okt 1626, ovl. Carnisse op 29 mei 1687.
Uit dit huwelijk 2 dochters:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Lijsbeth | ~1656 | Barendregt | 1705 | | 48 | 1 | 1 |
2 | Niesje | *1655 | Carnisse | | | | 1 | 1 |
Adriaen Hendricksz de jonge Dijckgraeff
Adriaen Hendricksz de jonge Dijckgraeff (Steehouwer, Dijkgraaf), geb. Barendregt (te Barendrecht) in 1580, boer (Landbouwer, Heemraad, Schepen, Boer), ovl. op 16 jul 1665, begr. Barendrecht op 16 jul 1665.
Adriaen Hendricksz de jonge Dijckgraeff.
Adriaen Hendricksz de jonge Dijkgraeff ook bekend als Stedehouder, geboren ca 1580 in Barendrecht ?, overleden na 16 Jul 1665, van beroep boer. Boer op een hofstede in het Oudeland te Carnisse, waardsman(1619-1621), hoogdijkheemraad(1621-1626). heemraad/schepen van West.
Barendrecht en Carnisse(1621-1658), stedehouder van West Barendrecht en Carnisse(1649-1658). Hij trouwde met Niesje Huijgen Cranendonck, getrouwd 11 Mrt 1607 in Barendrecht.
tr. Barendregt (te Barendrecht) op 11 mrt 1607
met
Niesje Huijgensdr Cranendonck, dr. van Huijg Pieters Cranendonck (bouwman, hoogheemraad, ouderling) en Margrieta Gerrits (landbouwster), geb. IJsselmonde circa 1585, ovl. Barendrecht op 3 dec 1628 (1662), tr. (2) Barendregt in 1604 met haar achterneef Jan Jansz in 't Velt. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Niesje Huijgensdr Cranendonck.
Niesje is de voormoeder van een geslacht Cranendonck/Bootser/Jongendijckgraeff/Nieuwenboer.
Uit dit huwelijk 3 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Pieter | ~1626 | Barendregt | 1687 | Carnisse | 60 | 1 | 2 |
2 | Huijg | ~1618 | Barendregt | 1674 | Charlois | 56 | 1 | 4 |
3 | Pieter | ~1612 | Barendrecht | 1676 | Barendrecht | 64 | 1 | 1 |
Niesje Huijgensdr Cranendonck
Niesje Huijgensdr Cranendonck, geb. IJsselmonde circa 1585, ovl. Barendrecht op 3 dec 1628 (1662).
Niesje Huijgensdr Cranendonck.
Niesje is de voormoeder van een geslacht Cranendonck/Bootser/Jongendijckgraeff/Nieuwenboer.
tr. (1) Barendregt (te Barendrecht) op 11 mrt 1607
met
Adriaen Hendricksz de jonge Dijckgraeff (Steehouwer, Dijkgraaf), zn. van Hendrick Willemsz Dijkgraeff (dijkgraaf van West Barendrecht, dijkgraaf West Barendrecht en Carnisse) en Trijntje Jorisse, geb. Barendregt (te Barendrecht) in 1580, boer (Landbouwer, Heemraad, Schepen, Boer), ovl. op 16 jul 1665, begr. Barendrecht op 16 jul 1665.
Adriaen Hendricksz de jonge Dijckgraeff.
Adriaen Hendricksz de jonge Dijkgraeff ook bekend als Stedehouder, geboren ca 1580 in Barendrecht ?, overleden na 16 Jul 1665, van beroep boer. Boer op een hofstede in het Oudeland te Carnisse, waardsman(1619-1621), hoogdijkheemraad(1621-1626). heemraad/schepen van West.
Barendrecht en Carnisse(1621-1658), stedehouder van West Barendrecht en Carnisse(1649-1658). Hij trouwde met Niesje Huijgen Cranendonck, getrouwd 11 Mrt 1607 in Barendrecht.
Uit dit huwelijk 3 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Pieter | ~1626 | Barendregt | 1687 | Carnisse | 60 | 1 | 2 |
2 | Huijg | ~1618 | Barendregt | 1674 | Charlois | 56 | 1 | 4 |
3 | Pieter | ~1612 | Barendrecht | 1676 | Barendrecht | 64 | 1 | 1 |
tr. (2) Barendregt in 1604
met
Jan Jansz in 't Velt, zn. van Jan Hendricks in 't Velt en Mariecke Damasdr Oudeklem, geb. IJsselmonde circa 1555, ovl. aldaar op 1 feb 1618.
Bronnen:
Huijg Pieters Cranendonck
Huijg Pieters Cranendonck, geb. IJsselmonde circa 1545, bouwman, hoogheemraad, ouderling, ovl. IJsselmonde op 28 aug 1615.
Huijg Pieters Cranendonck.
Huijg Pieters Cranendonck, ook bekend als Bootser, geboren ca 1545 in Oost-IJsselmonde, overleden 28 Aug 1615 in IJsselmonde, begraven 1615 in IJsselmonde (in de kerk, grafzerk), van beroep bouwman. Bouwman op een hofstede aan de Hordijk in het Oudeland te Oost IJsselmonde (1580), laagheemraad van de polder Varkensoord(1578-1610), hoogheemraad van de vier polders van West IJsselmonde(1578-1612, penningmeester van Dirk Smeetsland en Meester Arend van der Woudensland(1591-1593), penningmeester van Varkensoord en Karnemelksland(1607-1609), schepen van Oost IJsselmonde (1601-1612), laagheemraad van de polder Oost IJsselmonde(1601-1612), penningmeester van Varkensoord en Karnemelksland(1607-1609), hoogdijkheemraad. Hij trouwde met Margrieta Gerrits, getrouwd ca 1570 in IJsselmonde. Begraven: 1615, IJsselmonde. In de kerk (grafzerk).
Hoogheemraad van de 4 polders van W-IJsselmonde 1578/1612 en van Varkensoord.
Penningmeester van Smeetsland en vd Woudensland 1591/93 en van de polders Varkensoord en Karnemelksland 1507/09. Schepen en laagheemraad van Oost-IJsselmonde 1601/12. Zegelt met het wapen Cranendonck, in de schildvoet een jachthoorn en in het linker kwartier 2 hoorns boven elkaar, in het vrijkwartier 2 opstaande zalmen. Heeft hofstede aan de Hordijk, in het Oudeland van IJsselmonde en 2 huizen. Veruit de hoogst getaxeerde inwoner van IJsselmonde (op de.
kasteelheer van Merode na). Grafzerk met wapen in de kerk: "HIER LEYT BEGRAVEN HVYGO PIETERS.
CRANENDONCK.HOOGE DYCHHEEMRAET VAN SMEETSLANT. OVT 70 JAEREN. STERF DE 28E AUGVSTI AO. 1615". Het wapen is uitgehakt en ook het helmteken is verwijderd.
tr. IJsselmonde circa 1570
met
Margrieta (Ghrietgen) Gerrits2,1, dr. van Gerrrit Dammasz van de Oudeclem, geb. IJsselmonde circa 1550, landbouwster, ovl. IJsselmonde op 18 jul 1625.
Margrieta Gerrits.
Margrieta Gerrits, geboren ca 1550 in IJsselmonde, overleden 18 Jul 1625 - 2 Aug 1626 in IJsselmonde, begraven 1625 - 1626 in IJsselmonde (in de kerk), van beroep landbouweresse te Oost IJsselmonde.
Zij, verkoopt de hofstede aan de Hordijk te Oost IJsselmonde (2 Mei 1616), testeert (1620).
Uit dit huwelijk 3 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Marijke | *1580 | IJsselmonde | 1637 | Oost-IJsselmonde | 56 | 1 | 5 |
2 | Niesje | *1585 | IJsselmonde | 1628 | Barendrecht | 43 | 2 | 3 |
3 | Pieter | *1577 | | 1632 | Leiden (Pieterskerk) | 54 | 1 | 3 |
Bronnen:
Margrieta Gerrits
Margrieta (Ghrietgen) Gerrits2,1, geb. IJsselmonde circa 1550, landbouwster, ovl. IJsselmonde op 18 jul 1625.
Margrieta Gerrits.
Margrieta Gerrits, geboren ca 1550 in IJsselmonde, overleden 18 Jul 1625 - 2 Aug 1626 in IJsselmonde, begraven 1625 - 1626 in IJsselmonde (in de kerk), van beroep landbouweresse te Oost IJsselmonde.
Zij, verkoopt de hofstede aan de Hordijk te Oost IJsselmonde (2 Mei 1616), testeert (1620).
tr. IJsselmonde circa 1570
met
Huijg Pieters Cranendonck, zn. van Pieter Willemsz Gerrits (boer) en Neeltje Jans Gerritsdr, geb. IJsselmonde circa 1545, bouwman, hoogheemraad, ouderling, ovl. IJsselmonde op 28 aug 1615.
Huijg Pieters Cranendonck.
Huijg Pieters Cranendonck, ook bekend als Bootser, geboren ca 1545 in Oost-IJsselmonde, overleden 28 Aug 1615 in IJsselmonde, begraven 1615 in IJsselmonde (in de kerk, grafzerk), van beroep bouwman. Bouwman op een hofstede aan de Hordijk in het Oudeland te Oost IJsselmonde (1580), laagheemraad van de polder Varkensoord(1578-1610), hoogheemraad van de vier polders van West IJsselmonde(1578-1612, penningmeester van Dirk Smeetsland en Meester Arend van der Woudensland(1591-1593), penningmeester van Varkensoord en Karnemelksland(1607-1609), schepen van Oost IJsselmonde (1601-1612), laagheemraad van de polder Oost IJsselmonde(1601-1612), penningmeester van Varkensoord en Karnemelksland(1607-1609), hoogdijkheemraad. Hij trouwde met Margrieta Gerrits, getrouwd ca 1570 in IJsselmonde. Begraven: 1615, IJsselmonde. In de kerk (grafzerk).
Hoogheemraad van de 4 polders van W-IJsselmonde 1578/1612 en van Varkensoord.
Penningmeester van Smeetsland en vd Woudensland 1591/93 en van de polders Varkensoord en Karnemelksland 1507/09. Schepen en laagheemraad van Oost-IJsselmonde 1601/12. Zegelt met het wapen Cranendonck, in de schildvoet een jachthoorn en in het linker kwartier 2 hoorns boven elkaar, in het vrijkwartier 2 opstaande zalmen. Heeft hofstede aan de Hordijk, in het Oudeland van IJsselmonde en 2 huizen. Veruit de hoogst getaxeerde inwoner van IJsselmonde (op de.
kasteelheer van Merode na). Grafzerk met wapen in de kerk: "HIER LEYT BEGRAVEN HVYGO PIETERS.
CRANENDONCK.HOOGE DYCHHEEMRAET VAN SMEETSLANT. OVT 70 JAEREN. STERF DE 28E AUGVSTI AO. 1615". Het wapen is uitgehakt en ook het helmteken is verwijderd.
Uit dit huwelijk 3 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Marijke | *1580 | IJsselmonde | 1637 | Oost-IJsselmonde | 56 | 1 | 5 |
2 | Niesje | *1585 | IJsselmonde | 1628 | Barendrecht | 43 | 2 | 3 |
3 | Pieter | *1577 | | 1632 | Leiden (Pieterskerk) | 54 | 1 | 3 |
Bronnen:
Pieternella Koet
Pieternella Koet.
tr.
met
Johannes Franciscus Tisseur.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Pieternella | *1852 | | | | | 1 | 1 |
Aelbert Cornelis van Hoeken
Aelbert Cornelis van Hoeken.
tr.
met
Catharina Verhoeff.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Adrianus | | | | | | 1 | 1 |
Catharina Verhoeff
Catharina Verhoeff.
tr.
met
Aelbert Cornelis van Hoeken.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Adrianus | | | | | | 1 | 1 |
Jan Provo
Jan Provo.
tr.
met
Jannetje Dubbelaar.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Marijtje | | | | | | 1 | 1 |
Pieter Willemsz Gerrits
Pieter Willemsz (bootster) Gerrits, Kranendonk (den boostser), geb. IJsselmonde in 1500, boer, ovl. IJsselmonde circa 2 jun 1557.
Pieter Willemsz Gerrits.
Pieter was boer aan de Hordijk te IJsselmonde, vermeld te Oost IJsselmonde(1543-1557). Gebruikte vermoedelijk 2,5 morgen eigen land in Oost Barendrecht (1542), gebruikte land in Oost en West IJsselmonde (rond 1555).
Referenties: Kronieken 1999, bldz. 54. Hoogheemraad en schout.
Bouwman aan de Hordijck, tr. (beiden hoogstens 30 jaar oud) (1) voor 1530 met 20533. NN], geb. circa 1500, ovl. (ongeveer 40 jaar oud) circa 1540.
Pieter Willem Gerritsz gebruikte volgens het kohier van de 10e penning van Barendrecht uit 1542 aldaar 2,5 morgen eigen land. In 1543 verkocht Pieter Willemsz land in Oost-IJsselmonde, waarbij een zekere Willem Gerritsz borg voor hem was. Rond 1555 gebruikte Pieter Willemsz land te IJsselmonde in het Oost Ambacht en 68 morgen in West-IJsselmonde. Het huis, dat zijn weduwe bewoonde behoorde met 3 pond tot de 10 hoogst getaxeerde van het dorp.
Pieter Willemsz. geboren naar schatting rond 1500, overleden kort na 02-6-1557 te Oost-IJsselmonde. Een mogelijke aanwijzing voor de herkomst van Pieter Willemsz. is te vinden in het kohier van de 10e penning van (Oost)-Barend rechtuit 1542: Pieter Willem Gerritsz. gebruikte toen 2,5 morgen eigen land. Het lijkt waarschijnlijk, dat deze in Barendrecht genoemde Pieter Willem Gerritsz. en de stamvader van het geslacht Cranendonck in IJsselmonde een en dezelfde zijn: in 1543 verkocht Pieter Willemsz. land in Oost-IJsselmonde, waarbij een zekere Willem Gerritsz. borg voor hem was. Overigens moet hij niet verward worden met Pieter Willemsz. (Winter), geboren ca.1514, die in 1539 genoemd wordt als heemraad van de polder Charlois en in 1543 als gebruiker van land in de polder Dirk Smeetsland onder Charlois. Uit de kohieren van de 10e penning van IJsselmonde blijkt, dat Pieter Willemsz. rond 1555 te IJsselmonde land gebruikte in het Oostambacht en in de polder 68 Morgen onder West-IJsselmonde. In de kohieren van Oost- en West-IJsselmonde van resp. 1557 en 1558 waren deze lande-rijen in gebruik bij zijn weduwe, helaas zonder dat hierbij haar naam werd genoemd. Het huis dat zij bewoonde onder Oost-IJsselmonde was (vanuit het westeinde komend) het derde huis van het dorp en behoorde met een aanslag van 3 pond tot de tien hoogst getaxeerde. Uit het kohier van 1562 blijkt, dat de weduwe van Pieter Willemsz. bruikster was van drie van de vier percelen land onder IJsselmonde waarin Pieter Willemsz. in 1555 vermeld werd, terwijl het vierde stuk (4 morgen, eigendom van Mr.Huijg van Eijnden te Delft) gebruikt werd door haar zoon Pieter Pietersz. (Cranendonck). In 1555 gebruikten de twee oudste zoons Gerrit en Pieter Pietersz. land en een huis met boomgaard onder West-IJsselmonde, maar werden zij nog niet vermeld als eigenaars of gebruikers onder Oost-IJsselmonde. Vermoedelijk heeft na het overlijden van Pieter Willemsz. een boedelscheiding plaatsgevonden, waarbij de weduwe het beheer kreeg over de erfenis van de jongste kinderen, terwijl de twee oudste zoons Gerrit en Pieter hun erfdeel reeds ontvingen. De weduwe hertrouwde na 1562 met een zekere Bouwen Adriaensz, die vanaf 1573 vermeld werd als gebruiker van de bovengenoemde percelen land in het Oudeland van IJsselmonde.
Pieter Willemsz. huwde 1e N.N.; hij huwde 2e N.N.; Zij hertrouwde na 1562 met Bouwen Adriaensz, vermoedelijk afkomstig uit Charlois, later bouwman aan de Hordijk onder Oost-IJsselmonde, overleden tussen 1598 en 1603. Uit dit huwelijk is naar schatting rond 1565 nog een zoon Job Bouwensz. geboren, in diverse akten aangeduid met het predikaat "van den Hordijck". Het huis waarin dit echtpaar woonde zal het huis aan de Hordijk onder Oost-IJsselmonde zijn, dat verkocht werd op 15 januari 1603, waarbij de ene helft toekwam aan Job Bouwensz. en de andere helft aan Huijg Pietersz.Cranendonck en de erfgenamen van Willem en Cornelis Pietersz. Cranendonck. De akte van constitutie, waarnaar bij die gelegenheid werd verwezen, was gepasseerd op 4 juni 1556, en dit klopt met de datum waarop Pieter Willemsz. dit huis en toebehoren bezwaard had met een jaarlijkse losrente. De drie jongste zoons Willem, Huijg en Cornelis Pietersz. Cranendonck waren bij het overlijden van hun vader Pieter Willemsz. nog minderjarig en zullen opgevoed zijn in het huis van hun stiefvader Bouwen Adriaensz.
Het feit dat de erfgenamen van Gerrit en Pieter Pietersz. Cranendonck niet gerechtigd waren in de boedel van Bouwen Adriaensz. uit 1603, bevestigt het vermoeden dat zij uit een eerder huwelijk van Pieter Willemsz. moeten stammen en hun erfdeel reedsin 1557 zullen hebben ontvangen.
[Bron: De Geslachten Cranendonck in Holland ca.1400-1700 door Ir.C. Sigmond en K.J.Slijkerman]
tr.
met
Neeltje Jans Gerritsdr, geb. circa 1515, ovl. in 1562.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Huijg | *1545 | IJsselmonde | 1615 | IJsselmonde | 70 | 1 | 3 |
Eeuwout Diericxs Verschoor
Eeuwout Diericxs Verschoor1, geb. Charlois circa 1460, ovl. aldaar in 1524.
Eeuwout Diericxs Verschoor.
Vermeld in de Domeinrekeningen over 1513-1516 en in 1524 als koper van koren en lammertienden.
Reeds midden vijftiende eeuw is te Ridderkerk een familiegroepje Van Schoer te traceren en in de loop van de zestiende- en zeventiende eeuw traden er in Charlois en naaste omgeving tal van naamgenoten voor het voetlicht, van wie voornamelijk vanwege de schaarste aan bewaard gebleven bronnen - er is vooral vanaf de bedijking van de polder Charlois omstreeks 1460 tot in de loop van de zeventiende eeuw veel archiefmateriaal van dat ambacht verloren gegaan - lang niet altijd het onderlinge genealogische verband valt te reconstrueren.
Het gebruik van een identiek familiewapen (een molenrad) doet echter vermoeden dat er tussen de naamdragers een gemeenschappelijke afstamming bestaat, al behoeft deze niet altijd per se via mannelijk lijn te lopen, terwijl verspringing van de familienaam buiten de bloedlijn evenmin mag worden uitgesloten.
(.)Van de naar schatting omstreeks 1480 geboren Charloisse boer Florijs Diercxz, is zeer aannemelijk is gemaakt dat hij in rechte lijn stamt van de voornoemde Ridderkerkse groep Van Schoer.
Hij krijgt 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Dirck | *1495 | Charlois | 1552 | Charlois | 57 | 1 | 1 |
2 | Truijcken | *1510 | | | Ridderkerk | | 1 | 1 |
Bronnen:
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, s-Gravenhage, vanaf 1883 |
Jan Cornelisz Baes
Jan Cornelisz Baes, geb. Ridderkerk circa 1580, ovl. aldaar circa 1650.
tr. Ridderkerk op 3 jan 1616
met
Weijntje Aarts, geb. circa 1583, ovl. circa 1665.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Cleijsie | ~1616 | Rietveld | 1661 | Ridderkerk | 44 | 1 | 2 |
Beatrijs Roelofsdr Roelofs
Beatrijs Roelofsdr Roelofs, geb. Ridderkerk in 1475, ovl. aldaar in 1562.
tr. circa 1495
met
Willem Gerritsz Cranendonck (den Boostser), zn. van Gerrit Roelofsz Cranendonck (landbouwer, heemraad van Oud- en Nieuw-Reijerwaard (1497)) en Beatrijs , geb. Oost IJsselmonde circa 1470, ovl. Nieuw-Beijerland op 24 jun 1543, Hij krijgt geen kinderen.
Willem Gerritsz Cranendonck (den Boostser).
Willem (Gerritsz.?), geboren naar schatting rond 1470, overleden mogelijk na 25-06-1543. Wellicht was hij een afstammeling (kleinzoon?) van Willem Jansz Cranendonck, die vanaf 1458 werd vermeld in IJsselmonde als heemraad en dijkgraaf en die gevestigd was aan de Hordijk. Een andere mogelijkheid is, dat hij een zoon was van Gerrit Roelofsz, wiens zoon Gerrit Gerritsz. in 1522 pacht betaalde voor de dijk aan de noordzijde van Nieuw-Reijerwaard. Opmerkelijk is, dat ene Willem Gerritsz. in de rekeningen van de polder Nieuw-Reijerwaard over de jaren 1521, 1522 en 1524 werd aangeslagen voor pacht van deze dijk aan de noordzijde van die polder: d.i. de Hordijk tussen Nieuw-Reijerwaard en Oost-IJsselmonde! In de rekening over het jaar 1521 werd onder de uitgaven bovendien nog vermeld, dat Willem Gerritsz. een betaling had ontvangen voor het vervoeren van palen e.d. van Heerjansdam naar de Hordijk. Het is aantrekkelijk om in deze persoon de stamvader van het geslacht Cranendonck in IJsselmonde te zien, vooral omdat beide vermeldingen zeer aannemelijk zijn voor iemand die aan de Hordijk onder Oost-IJsselmonde gewoond zou hebben. Toch blijft voorzichtigheid geboden, want de gezochte stamvader van het geslacht Cranendonck in IJsselmonde kan o.i. niet identiek zijn met de Willem Gerritsz. die vanaf 1529 vermeld werd als inwoner van Ridderkerk, waar hij tienden pachtte in het Nieuweland (1530...1542) en een huis, 9 en 22 morgen land gebruikte (1542). Deze Willem Gerritsz. was overleden voor 1557, waarna in 1561 zijn weduwe Lijntje werd vermeld, terwijl de 22 morgen land onder Ridderkerk in 1581 gebruikt werden door (zijn zoon) Adriaen Willem Gerritsz. In 1527/'28 is in de rekening van de waarsman van West-IJsselmonde sprake van een werk voor de polder dat aangenomen is door ene Gerrit Willemsz. met zijn vier broers: het is mogelijk, dat deze Gerrit Willemsz. de (oudste?) broer was van Pieter Willemsz.(Cranendonck), al ontbreek hiervoor nog elk bewijs. De namen van de drie andere broers zijn onbekend, al zouden de in 1557 als broers aangeduide Herper, Joost en Huijg Willemsz. mogelijk in aanmerking komen, gelet op hun fucties in Oost-IJsselmonde en het voorkomen van de naam Huijg binnen de familie Cranendonck. Willem huwde N.N.
[Bron: De Geslachten Cranendonck in Holland ca. 1400-1700 door Ir. C.Sigmond en.
K.J.Slijkerman]
Uit dit huwelijk 7 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Pieter | *1500 | IJsselmonde | 1557 | IJsselmonde | 56 | 1 | 1 |
2 | Gerrit | *1500 | | | | | 1 | 1 |
3 | Beatrijs | *1505 | IJsselmonde | | | | 0 | 0 |
Gerrit Roelofsz Cranendonck
Gerrit Roelofsz Cranendonck, geb. Ridderkerk (Reijerwaard) in 1438, landbouwer, heemraad van Oud- en Nieuw-Reijerwaard (1497), ovl. Reijerwaard in 1514, begr. Ridderkerk in de kerk begraven de kerk van Ridderkerk.
Gerrit Roelofsz Cranendonck.
Gerrit Roelofsz, geboren ca 1435, overleden ca 1514 in Reijerwaard, begraven in Ridderkerk (in de kerk), van beroep landbouwer. Heemraad van Oud- en Nieuw-Reijerwaard 1497. Hij trouwde met Beatrijs NN, getrouwd ca 1460.
Heemraad in 1497, landeigenaar in Oud-Reijerwaard, vermeld 1484/1515. "Gherit Roelofsz ende Beatris syn wyf" vestigen een memorie in de kerk van Ridderkerk, vermeld 1545 en 1550/68. Gerrit was in 1460 een van de "ghemeenen bueren" van Ridderkerk, die 1/3 deel van de benodigde gelden voor de aanbesteding van een nieuwe kerk inlegden. Hij was dus al zeer jong een kapitaalkrachtig man, hoewel zijn vader nog in leven was. De verklaring ligt waarschijnlijk in een erfenis van moederszijde. Dit kan door verschillende afkomst van zijn landerijen aannemelijk worden gemaakt.
Ridderkerk, in de kerk.
Gerrit Roelofsz, geboren naar schatting rond 1435, overleden ca.1514 in de Reijerwaard, begraven in de kerk van Ridderkerk. In 1453 werd door de waarsman van de polder Oud-Reijerwaard een vergoeding betaald aan Roel Cranendonck en Gerrit Roelofsz,die respectievelijk 7 en 2 dagen in de molen gewerkt hadden.
Het is aantrekkelijk om in deze twee personen vader en zoon Cranendonck te zien, vooral omdat zij in de rekening direct na elkaar genoemd werden.In 1464 ontving Gerrit Roelen geld van de polder Oud-Reijerwaard, omdat "hij die kae bij die wacht hoel stopte" en in 1469 kregen hij en enkele anderen (onder wie Jacop Roelofsz. en Neel Roelen) elk 2 stuiver omdat zij het hout van de as door de sluis bij de molen hadden gebracht en 3 stuivers vanwege verteringen.
Op een vermelding van Gerrit Roelofsz. als heemraad uit het jaar 1497 na, is niet bekend of hij functies in polder-of dorpsbestuur uitoefende, maar in het register van dijkkavelingen in Reijerwaard werd bij zijn naam nadrukkelijk het predicaat "domis" geschreven. Ca. 1460 was Gerrit Roelofsz. een van de "ghemeenen bueren" van Ridderkerk, die 1/3 deel van het benodigde geld voor de aanbesteding van nieuwe kerk inlegden. Hieruit blijkt wel, dat Gerrit Roelofsz. op dat moment reeds tot de kapitaalkrachtige inwoners van Ridderkerk behoorde.
terwijl zijn vader Roel Cranendonck, die ook op de lijst voorkomt, nog in leven was. De verklaring voor dit "eigen vermogen" van Gerrit Roelofsz. zou gezocht kunnen worden in een erfenis van moederszijde.
Opmerkelijk is in dat verband, dat het land dat Gerrit Roelofsz. in (Nieuw-?) Reijerwaard via zijn vader Roel Cranendonck in eigendom kreeg, geheel afkomstig was van Claes Loijnck (van der Ghiessen). Van 1484 tot 1511 werd Gerrit Roelofsz genoemd als landeigenaar in de polder Oud-Reijerwaard, vermoedelijk als opvolger in landerijen van zijn vader Roelof Jansz. Cranendonck. In 1497 bezat hij daar samen met zijn broer Jacob Roelofsz. ruim 8 morgen land in het weer naast "het Gat vanden Dijck 9 mergen min 65 roe". Dit belendende weer werd in de cohieren van de 10e penning uit 1557 en 1561 nog steeds met die naam aangeduid, waarbij zeer opmerkelijk is, dat in het aangrenzende weer de erfgenamen van Cornelis Gerritsz. (Cranendonck) uit Hendrik Ido Ambacht de eigenaren waren!.
Hoewel hiermee nog niet bewezen is, dat Cornelis Gerritsz. een zoon van Gerrit Roelofsz. was, wordt deze mogelijkheid wel zeer aannemelijk, vooral omdat hij vermoedelijk een dochter Beatrijs had (gehuwd met Pauwels Adriaensz.), die in dat geval vernoemd zou zijn naar haar grootmoeder Beatrijs, de vrouw van Gerrit Roelofsz.! Jaarlijks kwam in de polderrekeningen van Oud-Reijerwaard een post.
voor, waarbij Gerrit Roelofsz. een vergoeding kreeg vanwege een op zijn land gelegen kade, waartegen men bemaalde. Uit latere rekeningen blijkt dat deze kade gelegen was tegen de "opvliet" bij de watermolen achter Gerrit Roelofsz. Behalve Gerrit Roelofsz. ontving overigens ook steeds een andere persoon een gelijke vergoeding voor de andere helft van de kade, blijkbaar omdat het belendende stuk land van twee verschillende eigenaren was. In de polderrekening over het jaar 1514 werd de vergoedingvoor de gehele kade (dus niet meer gesplitst in.
twee helften) uitgekeerd aan Gerrit Roelen weduwe met enkele anderen: Gerrit Gerritsz, Jan Soet en Jan Gerritsz. Deze laatste personen ontvingen de vergoeding in de periode 1515-1529, zonder dat daarbij de weduwe van Gerrit Roelofsz. nog werd vermeld. Opmerkelijk is, dat Ariaen Cleysdochter, die in 1545 eenmaal als de weduwe van Gerrit Roelofsz. werd aangeduid, vanaf 1530 tot in 1556 dezejaarlijkse vergoeding van het gemeneland ontving wegens "die kae tegen den opvlyet" in Oud-Reijerwaard! Toch lijkt aannemelijk dat Gerrit Roelofsz. slechts eenmaal getrouwd is geweest: in 1545 en 1550-1568 is sprake van de memorie van "Gherit Roeloffsz. ende Beatris sijn wijff". Uit de rekeningen van de kerkmeesters van Ridderkerk blijkt, dat voor de memorie van Gerrit Roelofsz. op dinsdag een mis gezongen moest worden door de pastoor en dat deze of de koster een mis moest zingen bij het koor en het graf. De eenmalige vermelding in 1545 van Adriana Cleijsdochter als zijn weduwe moet vermoedelijk verklaard worden uit het gebruik van een versteend patroniem, zodat zij niet de weduwe was van Gerrit Roelofsz. maar van diens zoon Gerrit Gerritsz.! Het gebruik van het versteende patroniem Roelofsz. kwam overigens nog enkele malen voor: zo werd Gerrit Gerritsz. in 1540/'43 aangeduid als Gerrit Roelen, en werd de weduwe van diens zoon Gerrit Gerritsz. nog in 1561 vermeld als Gerrit Roelen weduwe! Adriana Cleijsdochter is overleden rond 1557, toen als de eigenaren van de landerijen onder Ridderkerk werden genoemd de erfgenamen van Gerrit Roelen, wonendein Sint-Anthoniepolder. Daarbij was sprake van meerdere stukken land onder Ridderkerk, ondermeer een perceel van 1 morgen 70 roeden in Oud-Reijerwaard, dat in 1550 door Gerrit Gerritsz.(Cranendonck) verkocht werd, en een buitendijks.
"uitergors" van 2 morgen (vermeld vanaf 1551), dat ca.1575 in bezit was van Zeger Gerritsz.(Cranendonck) te Westmaas. Uit de vererving van deze landerijen, met name de verkoop in 1580 van het buitendijkse land door de voogden van de weeskinderen van Gerrit Gerritsz. en Zeger Gerritsz.(Cranendonck), blijkt dat deze weeskinderen en de daaruit spruitende familie Cranendonck te Westmaas van Gerrit Roelofsz. afstamden. Zeer verwarrend is, dat in dezelfde omgeving (IJsselmonde en Barendrecht) vanaf ca.1550 de Leidenaar Gerrit Roelofsz.(Vermij) veelvuldig in de bronnen opduikt als hoogheemraad en eigenaar van land in West-.
IJsselmonde. Gerrit Roelofsz. huwde: Beatrijs N.N. overleden na 1514 te Ridderkerk.
- Vader:
Roelof Jansz Cranendonck, zn. van Jan Roelofs Cranendonk (landpoorter van Dordrecht (1445-1450)), geb. circa 1410, heemraad (1454) en schout (1459-60) van Ridderkerk, waarsman (1460, 1467-70) van Oud-Reijerwaard, ovl. Ridderkerk op 10 sep 1482, tr. met
tr. circa 1460
met
Beatrijs , geb. circa 1435, ovl. Ridderkerk na 1514.
Beatrijs .
Gerrit Roelofs Cranendonck, geboren circa 1435, overleden circa 1514 te Reijerwaard, begraven te Ridderkerk. In 1464 ontving Gerrit Roelen geld van de polder Oud-Reijerwaard, omdat "hij die kae bij die wacht hoel stopte" en in 1469 kregen hijen enkele anderen elk twee stuiver omdat zij het hout van de as door de sluis bij de molen hadden gebracht en 3 stuivers vanwege verteringen. Op een vermelding van Gerrit Roelofsz. als heemraad uit het jaar 1497 na, is niet bekend of hij functies in de polder- of dorpsbestuur uitoefende, maar in het register van dijkkavelingen in Reijerwaard werd bij zijn naam uitdrukkelijk "domis" geschreven. In circa 1460 was Gerrit Roelofsz. een van de gemene buren van Ridderkerk, die 1/3 deel van het benodigde geld voor de aanbesteding van de nieuwe kerk inlegden. Hieruit blijkt wel dat Gerrit Roelofsz. op dat moment reeds tot de kapitaalkrachtige inwoneres van Ridderkerk behoorde, terwijl zijn vader, die ook op de lijst voorkomt nog in leven was. De verklaring voor dit vermogen van Gerrit zou gezocht kunnen worden in een erfenis van moederszijde. Opmerkelijk is in dit verband dat het land dit Gerrit Roelofs in Reijerwaard via zijn vader Roel Cranendonck in eigendom kreeg, geheel afkomstig wasvan Claas Loijnck (van der Giessen). Van 1484 tot 1511 werd Gerrit Roelofsz. genoemd als landeigenaar in de polder Oud-Reijerwaard, vermoedelijk als opvolger in landerijen van zijn vader Roelof Jansz. Cranendonck. In 1497 bezat hij daar samen met zijn broer Jacob Roelofsz. ruim 8 morgen land in het weer naast "het Gat vanden dijck 9 mergen min roe". Dit belendende weer werd in de cohieren van de 10e penning uit 1557 en 1561 nog steeds met die naam aangeduid, waarbij opmerkelijk is dat in het aangrenzende weer de erfgenamen van Cornelis Gerritsz. (Cranendonck) uit Hendrik-Ido-Ambacht de eigenaren waren.
Uit dit huwelijk 3 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Willem | *1470 | Oost IJsselmonde | 1543 | Nieuw-Beijerland | 72 | 2 | 7 |
2 | Cornelis | *1480 | Ridderkerk | 1556 | Sandelingen-Ambacht | 76 | 1 | 5 |
3 | Gerrit | *1460 | Ridderkerk | 1530 | Ridderkerk | 70 | 1 | 1 |
Beatrijs
Beatrijs , geb. circa 1435, ovl. Ridderkerk na 1514.
Beatrijs .
Gerrit Roelofs Cranendonck, geboren circa 1435, overleden circa 1514 te Reijerwaard, begraven te Ridderkerk. In 1464 ontving Gerrit Roelen geld van de polder Oud-Reijerwaard, omdat "hij die kae bij die wacht hoel stopte" en in 1469 kregen hijen enkele anderen elk twee stuiver omdat zij het hout van de as door de sluis bij de molen hadden gebracht en 3 stuivers vanwege verteringen. Op een vermelding van Gerrit Roelofsz. als heemraad uit het jaar 1497 na, is niet bekend of hij functies in de polder- of dorpsbestuur uitoefende, maar in het register van dijkkavelingen in Reijerwaard werd bij zijn naam uitdrukkelijk "domis" geschreven. In circa 1460 was Gerrit Roelofsz. een van de gemene buren van Ridderkerk, die 1/3 deel van het benodigde geld voor de aanbesteding van de nieuwe kerk inlegden. Hieruit blijkt wel dat Gerrit Roelofsz. op dat moment reeds tot de kapitaalkrachtige inwoneres van Ridderkerk behoorde, terwijl zijn vader, die ook op de lijst voorkomt nog in leven was. De verklaring voor dit vermogen van Gerrit zou gezocht kunnen worden in een erfenis van moederszijde. Opmerkelijk is in dit verband dat het land dit Gerrit Roelofs in Reijerwaard via zijn vader Roel Cranendonck in eigendom kreeg, geheel afkomstig wasvan Claas Loijnck (van der Giessen). Van 1484 tot 1511 werd Gerrit Roelofsz. genoemd als landeigenaar in de polder Oud-Reijerwaard, vermoedelijk als opvolger in landerijen van zijn vader Roelof Jansz. Cranendonck. In 1497 bezat hij daar samen met zijn broer Jacob Roelofsz. ruim 8 morgen land in het weer naast "het Gat vanden dijck 9 mergen min roe". Dit belendende weer werd in de cohieren van de 10e penning uit 1557 en 1561 nog steeds met die naam aangeduid, waarbij opmerkelijk is dat in het aangrenzende weer de erfgenamen van Cornelis Gerritsz. (Cranendonck) uit Hendrik-Ido-Ambacht de eigenaren waren.
tr. circa 1460
met
Gerrit Roelofsz Cranendonck, zn. van Roelof Jansz Cranendonck (heemraad (1454) en schout (1459-60) van Ridderkerk, waarsman (1460, 1467-70) van Oud-Reijerwaard) en Ronilda Loijnck Claesdr van der Giessen, geb. Ridderkerk (Reijerwaard) in 1438, landbouwer, heemraad van Oud- en Nieuw-Reijerwaard (1497), ovl. Reijerwaard in 1514, begr. Ridderkerk in de kerk begraven de kerk van Ridderkerk.
Gerrit Roelofsz Cranendonck.
Gerrit Roelofsz, geboren ca 1435, overleden ca 1514 in Reijerwaard, begraven in Ridderkerk (in de kerk), van beroep landbouwer. Heemraad van Oud- en Nieuw-Reijerwaard 1497. Hij trouwde met Beatrijs NN, getrouwd ca 1460.
Heemraad in 1497, landeigenaar in Oud-Reijerwaard, vermeld 1484/1515. "Gherit Roelofsz ende Beatris syn wyf" vestigen een memorie in de kerk van Ridderkerk, vermeld 1545 en 1550/68. Gerrit was in 1460 een van de "ghemeenen bueren" van Ridderkerk, die 1/3 deel van de benodigde gelden voor de aanbesteding van een nieuwe kerk inlegden. Hij was dus al zeer jong een kapitaalkrachtig man, hoewel zijn vader nog in leven was. De verklaring ligt waarschijnlijk in een erfenis van moederszijde. Dit kan door verschillende afkomst van zijn landerijen aannemelijk worden gemaakt.
Ridderkerk, in de kerk.
Gerrit Roelofsz, geboren naar schatting rond 1435, overleden ca.1514 in de Reijerwaard, begraven in de kerk van Ridderkerk. In 1453 werd door de waarsman van de polder Oud-Reijerwaard een vergoeding betaald aan Roel Cranendonck en Gerrit Roelofsz,die respectievelijk 7 en 2 dagen in de molen gewerkt hadden.
Het is aantrekkelijk om in deze twee personen vader en zoon Cranendonck te zien, vooral omdat zij in de rekening direct na elkaar genoemd werden.In 1464 ontving Gerrit Roelen geld van de polder Oud-Reijerwaard, omdat "hij die kae bij die wacht hoel stopte" en in 1469 kregen hij en enkele anderen (onder wie Jacop Roelofsz. en Neel Roelen) elk 2 stuiver omdat zij het hout van de as door de sluis bij de molen hadden gebracht en 3 stuivers vanwege verteringen.
Op een vermelding van Gerrit Roelofsz. als heemraad uit het jaar 1497 na, is niet bekend of hij functies in polder-of dorpsbestuur uitoefende, maar in het register van dijkkavelingen in Reijerwaard werd bij zijn naam nadrukkelijk het predicaat "domis" geschreven. Ca. 1460 was Gerrit Roelofsz. een van de "ghemeenen bueren" van Ridderkerk, die 1/3 deel van het benodigde geld voor de aanbesteding van nieuwe kerk inlegden. Hieruit blijkt wel, dat Gerrit Roelofsz. op dat moment reeds tot de kapitaalkrachtige inwoners van Ridderkerk behoorde.
terwijl zijn vader Roel Cranendonck, die ook op de lijst voorkomt, nog in leven was. De verklaring voor dit "eigen vermogen" van Gerrit Roelofsz. zou gezocht kunnen worden in een erfenis van moederszijde.
Opmerkelijk is in dat verband, dat het land dat Gerrit Roelofsz. in (Nieuw-?) Reijerwaard via zijn vader Roel Cranendonck in eigendom kreeg, geheel afkomstig was van Claes Loijnck (van der Ghiessen). Van 1484 tot 1511 werd Gerrit Roelofsz genoemd als landeigenaar in de polder Oud-Reijerwaard, vermoedelijk als opvolger in landerijen van zijn vader Roelof Jansz. Cranendonck. In 1497 bezat hij daar samen met zijn broer Jacob Roelofsz. ruim 8 morgen land in het weer naast "het Gat vanden Dijck 9 mergen min 65 roe". Dit belendende weer werd in de cohieren van de 10e penning uit 1557 en 1561 nog steeds met die naam aangeduid, waarbij zeer opmerkelijk is, dat in het aangrenzende weer de erfgenamen van Cornelis Gerritsz. (Cranendonck) uit Hendrik Ido Ambacht de eigenaren waren!.
Hoewel hiermee nog niet bewezen is, dat Cornelis Gerritsz. een zoon van Gerrit Roelofsz. was, wordt deze mogelijkheid wel zeer aannemelijk, vooral omdat hij vermoedelijk een dochter Beatrijs had (gehuwd met Pauwels Adriaensz.), die in dat geval vernoemd zou zijn naar haar grootmoeder Beatrijs, de vrouw van Gerrit Roelofsz.! Jaarlijks kwam in de polderrekeningen van Oud-Reijerwaard een post.
voor, waarbij Gerrit Roelofsz. een vergoeding kreeg vanwege een op zijn land gelegen kade, waartegen men bemaalde. Uit latere rekeningen blijkt dat deze kade gelegen was tegen de "opvliet" bij de watermolen achter Gerrit Roelofsz. Behalve Gerrit Roelofsz. ontving overigens ook steeds een andere persoon een gelijke vergoeding voor de andere helft van de kade, blijkbaar omdat het belendende stuk land van twee verschillende eigenaren was. In de polderrekening over het jaar 1514 werd de vergoedingvoor de gehele kade (dus niet meer gesplitst in.
twee helften) uitgekeerd aan Gerrit Roelen weduwe met enkele anderen: Gerrit Gerritsz, Jan Soet en Jan Gerritsz. Deze laatste personen ontvingen de vergoeding in de periode 1515-1529, zonder dat daarbij de weduwe van Gerrit Roelofsz. nog werd vermeld. Opmerkelijk is, dat Ariaen Cleysdochter, die in 1545 eenmaal als de weduwe van Gerrit Roelofsz. werd aangeduid, vanaf 1530 tot in 1556 dezejaarlijkse vergoeding van het gemeneland ontving wegens "die kae tegen den opvlyet" in Oud-Reijerwaard! Toch lijkt aannemelijk dat Gerrit Roelofsz. slechts eenmaal getrouwd is geweest: in 1545 en 1550-1568 is sprake van de memorie van "Gherit Roeloffsz. ende Beatris sijn wijff". Uit de rekeningen van de kerkmeesters van Ridderkerk blijkt, dat voor de memorie van Gerrit Roelofsz. op dinsdag een mis gezongen moest worden door de pastoor en dat deze of de koster een mis moest zingen bij het koor en het graf. De eenmalige vermelding in 1545 van Adriana Cleijsdochter als zijn weduwe moet vermoedelijk verklaard worden uit het gebruik van een versteend patroniem, zodat zij niet de weduwe was van Gerrit Roelofsz. maar van diens zoon Gerrit Gerritsz.! Het gebruik van het versteende patroniem Roelofsz. kwam overigens nog enkele malen voor: zo werd Gerrit Gerritsz. in 1540/'43 aangeduid als Gerrit Roelen, en werd de weduwe van diens zoon Gerrit Gerritsz. nog in 1561 vermeld als Gerrit Roelen weduwe! Adriana Cleijsdochter is overleden rond 1557, toen als de eigenaren van de landerijen onder Ridderkerk werden genoemd de erfgenamen van Gerrit Roelen, wonendein Sint-Anthoniepolder. Daarbij was sprake van meerdere stukken land onder Ridderkerk, ondermeer een perceel van 1 morgen 70 roeden in Oud-Reijerwaard, dat in 1550 door Gerrit Gerritsz.(Cranendonck) verkocht werd, en een buitendijks.
"uitergors" van 2 morgen (vermeld vanaf 1551), dat ca.1575 in bezit was van Zeger Gerritsz.(Cranendonck) te Westmaas. Uit de vererving van deze landerijen, met name de verkoop in 1580 van het buitendijkse land door de voogden van de weeskinderen van Gerrit Gerritsz. en Zeger Gerritsz.(Cranendonck), blijkt dat deze weeskinderen en de daaruit spruitende familie Cranendonck te Westmaas van Gerrit Roelofsz. afstamden. Zeer verwarrend is, dat in dezelfde omgeving (IJsselmonde en Barendrecht) vanaf ca.1550 de Leidenaar Gerrit Roelofsz.(Vermij) veelvuldig in de bronnen opduikt als hoogheemraad en eigenaar van land in West-.
IJsselmonde. Gerrit Roelofsz. huwde: Beatrijs N.N. overleden na 1514 te Ridderkerk.
Uit dit huwelijk 3 zonen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Willem | *1470 | Oost IJsselmonde | 1543 | Nieuw-Beijerland | 72 | 2 | 7 |
2 | Cornelis | *1480 | Ridderkerk | 1556 | Sandelingen-Ambacht | 76 | 1 | 5 |
3 | Gerrit | *1460 | Ridderkerk | 1530 | Ridderkerk | 70 | 1 | 1 |
Roelof Jansz Cranendonck
Roelof Jansz Cranendonck, geb. circa 1410, heemraad (1454) en schout (1459-60) van Ridderkerk, waarsman (1460, 1467-70) van Oud-Reijerwaard, ovl. Ridderkerk op 10 sep 1482.
Roelof Jansz Cranendonck.
Roelof Jansz Cranendonc, geboren ca 1410, overleden 1482 - 1484 in Ridderkerk. Was evenals zijn vader en zijn beide broers landpoorter van Dordrecht (1445-1450). Hij was heemraad van de polderReijerwaard 1454, schout van Ridderkerk 1459-1460, alsmede waarsman (penningmeester) van Oud-Reijerwaard in 1460 en van 1467 tot 1470. Vermoedelijk was hij in functie van schout of heemraad toen hij tesamen met Mr. Dames in 1467 namens de gemeneland ging presenteren voor het Hof te Den Haag bij Karel de Stoute, de nieuwe hertog van Bourgondiλ. Hij bezat land in de polder Reijerwaard, dat valt te verdelen in vier partijen. Het oudste bezit was het land in Jan Roelofssoen, die men heet Jan Cranendonck 5½ mergen, en Jan Cranendonck VI margen achter Slikkerveer. Het tweede samenhangende complex landerijen lag in dire belendende weren, genaamd.
Roeland Cranendonck IIII mergen, Floerissoen IIII mergen en was eigendom van Claes Loijnck (van der Giessen). Nadat Roel Cranendonck in het eerste weer 3/16 deel had verworven en het gehele tweede weer, kwamen beide weren in hun geheel aan zijn zoon Gerrit Roelofsz, vermoedelijk het erfgoed van zijn onbekende echtgenoot. Het vierde deel land lag in Jan Eggert VI mergen. Voorts ter nagedachtenis aan Roelof Jans Cranendonck een mis gelezen uit de opbrengst van een stuk land groot 2 morgen 60 roeden (vermeld vanaf 1497-1561). Hij was ook bedijker van het nieuwe land van Ridderkerk. Hij trouwde met NN, getrouwd ca 1435.
Het was in zijn functie van schout of heemraad, dat Roelof zich samen met de waarsman Mr. Dames in 1467 namens het gemene land ging presenteren aan het hof te Den Haag bij Karel de Stoute, de nieuwe hertog van Bourgondiλ. Roelof was dus een van de vooraanstaande inwoners van de Reijerwaard. Hij bezat er vele landerijen. Een ervan, Roel Cranendoncx , bezat in het Nieuweland van Ridderkerk behield zijn naam tot en met de 16e eeuw. Het lijkt erop dat in de Nieuw-Reijerwaard de namen van de oorspronkelijke eigenaren (bedijkers) meer dan anderhalve eeuw in gebruik bleven.
tr.
met
Ronilda Loijnck Claesdr van der Giessen, dr. van Lodewijck Aertsz van Ghiessen (leenman van Arkel in 1403) en Yda Loukin Florisdr van Dalem, geb. Riederwaard circa 1410, ged. op 12 mei 1410 waarschijnlijk, ovl. circa 1475.
Uit dit huwelijk 6 kinderen, waaronder:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Gerrit | *1438 | Ridderkerk | 1514 | Reijerwaard | 76 | 1 | 3 |
Bronnen:
Weijntje Aarts
Weijntje Aarts, geb. circa 1583, ovl. circa 1665.
tr. Ridderkerk op 3 jan 1616
met
Jan Cornelisz Baes, zn. van Cornelis Adriaensz Baes (bouwman, boer en collecteur van kerkelijken goederen) en Cleysje , geb. Ridderkerk circa 1580, ovl. aldaar circa 1650.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Cleijsie | ~1616 | Rietveld | 1661 | Ridderkerk | 44 | 1 | 2 |
Jannetje Dubbelaar
Jannetje Dubbelaar.
tr.
met
Jan Provo.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Marijtje | | | | | | 1 | 1 |
Aert Dircksz Obijn
Aert Dircksz Obijn.
Hij krijgt een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Dirck | *1502 | | 1560 | | 57 | 1 | 1 |