tr.
met
Adriaen Dircksz van Clootwijck, zn. van Dirck van Clootwijck (schout en heemraad van schout/heemraad 's-Grevelduins-Capelle) en Lijsbeth Klaas van de Velde, geb. te Capelle circa 1505, begr. op 14 jun 1557, tr. met
Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Dirck | *1550 | †1616 | 66 | 1 | 5 | ||
2 | Elisabeth | †1626 | 1 | 1 |
| ![]() |
tr. (1) in 1239
met
Adriaentje Lijndensdr van Doirtoghe, dr. van Herbaren II Floris van de Lede van Arkel (ridder vermeld 1227-1253) en Alveradis van Heusden, geb. in 1225, ovl. in 1280, tr. met
tr. (2) circa 1247
met
Hiraldina van Grutara, tr. met
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Adriaen | *1250 | Dordrecht | †1298 | 48 | 1 | 2 |
| ![]() |
tr. in 1239
met
Daniël Daniëlszn van der Merwede, zn. van Daniël III van der Merwede (heer van de Merwede, kruisridder) en Anne Boudewijsdr van Heeswijk, geb. te Dordrecht circa 1200, ovl. te Dordrecht, tr. (2) met Hiraldina van Grutara. Uit dit huwelijk 2 kinderen, tr. (1) met
tr. circa 1247
met
Daniël Daniëlszn van der Merwede, zn. van Daniël III van der Merwede (heer van de Merwede, kruisridder) en Anne Boudewijsdr van Heeswijk, geb. te Dordrecht circa 1200, ovl. te Dordrecht, tr. (1) met Adriaentje Lijndensdr van Doirtoghe, dr. van Herbaren II Floris van de Lede van Arkel (ridder vermeld 1227-1253) en Alveradis van Heusden. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) met
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Adriaen | *1250 | Dordrecht | †1298 | 48 | 1 | 2 |
tr. circa 1270
met
Jkv NN van Daelhem, dr. van NN van Horne, geb. in 1255, tr. met
Jkv NN van Daelhem.
Zij moet familie zijn van de Graven van Horne,gezien de beschrijving bij het huwelijk.Met Daelhem ,wordt het graafschap Daelhem bedoeld dat tussen Luik en Maastricht lag en inderdaad onderdeel uitmaakte van het gebied dat werd beheerd door de Graven van Horne. p.s.in 1239 verovering door de Hertog van Braband van Daelhem en in 1244 was de definitieve overgave van Daelhem,getekend te Heerlen.
Daelhem lag ook in het gebied van Looz.De meest waarschijnlijke ouders van de Jonkvrouw van Daelhem zijn Wilem II van Horne en Maria van Looz.Maar WIllem I van Horne is zeker haar grootvader.
Bij het huwelijk wordt vermeld ,dat Adriaen Danielszn.Clootwijck;"troude aan Hoorn", hetgeen wil zeggen dat Adriaen Clootwijck door zijn huwelijk verbonden wordt aan de Graven van Horne.(Hoorne).Willem I van Horne was gehuwd met Helwig van Altena. Met van Daelhem wordt het graafschap Daelhem bedoeld, dat inderdaad in bezit was van de Graven van Horne. Het gebied Daelhem lag tussen Luik en Maastricht en was korte tijd een zelfstandig graafschap.in 1244 was definitieve einde van de zelfstandigheid van Daelhem.De van Horne's trokken na het huwelijk met de van Altena's naar het land van Altena.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Adriaen | *1280 | †1322 | 42 | 1 | 1 |
tr. circa 1270
met
Adriaen Danielszn van Clootwijck van der Merwede, zn. van Daniël Daniëlszn van der Merwede en Hiraldina van Grutara, geb. te Dordrecht in 1250, Heer van Clootwijck in 1270 en 1298, ovl. na 1298, tr. met
Adriaen Danielszn van Clootwijck van der Merwede.
Klootwijk, voormalige adellijke hofstede in het land van Altena, prov. Noord-Brabant, van welke het adellijke geslacht 'van Klootwijk' voortkwam, hetwelk van dat van der Merwede afstamde, zijnde Adriaan van der Merwede Danielszn, die op het einde der dertiende eeuw leefde, de eerste geweest, welke dien naam aannam.
Deze adellijke hofstede, welke, met de daartoe behoorende gronden, eene oppervlakte bevatte van 70 morgen (ongeveer 60 bunder) is, bij den St. Elizabethsvloed van 18 november 1421, geheel ondergeloopen, en er zijn later slechts 54 of 55 morgen gronds daarvan weder bedijkt door Adriaan van Klootwijk Reijerszoon, zoo als blijkt uit eenen Schepenenbrief van Almkerk de dato 10 september 1534. In het jaar 1585 deed Johan van Klootwijk, de grachten van het vervallen huis van Klootwijk weder ophalen. De schans schijnt echter nimmer weder tot den vorigen luister te zijn gekomen. Thans vindt men er nog enkel eene bouwhoeve met 3 bunder land behoorende tot het arr. 's-Hertogenbosch, kant. Heusden, gem. Almkerk-en-Uitwijk, en wordende thans in eigendom bezeten door de wed. B. Snart.
Het eerste gedeelte van deze tak 'van Clootwijck' wordt beschreven in "Beschrijvinge van Dordrecht" (1677) door Matthijs Balen. Deze heeft zijn gegevens uit een handschrift van (vermoedelijk) Matthijs van de Merwede van Clootwijck (afstammeling van Reijer Janszoon van Clootwijk). Er bestaat echter grote twijfel over de nauwkeurigheid van deze beschrijving. Neem bijvoorbeeld het feit dat als vader van Adriaan Jan Arntsz hier Reijer van Clootwijk genoemd wordt.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Adriaen | *1280 | †1322 | 42 | 1 | 1 |
| ![]() |
Willem I van Horne.
Testament van Wilhelmus, heer van Altena en Horn; hij bepaalt, dat:.
- de oudste zoon Willem krijgt het kasteel Horn, de goederen van Blaarthem en alles ten zuiden daarvan;.
- Dirk krijgt het kasteel Altena en alle goederen ten noorden van Blaarthem en alle lenen van Utrecht, Brabant, Holland en Kleef;.
- Helwiga, vrouw van de testateur ontvangt 100 mark 's jaars uit de goederen te Beegden (Bekede), Rudorpe c.a, Roggel, Wouwerde en uit de goederen bij Randenrath; indien die goederen geen 100 mark renderen, zal zoon Willem aanvullen tot dat bedrag. Helwige ontvangt idem 100 mark uit de goederen van Altena en de hof te Uutwich 's jaars. Zoon Dirk zal tot 100 mark aanvullen wat minder zou renderen;.
- Engelbert, jongste zoon, krijgt uit de goederen te Horn 50 £ leuvens en idem uit die van Altena totdat voor Engelbert uit kerkelijke lenen tot een waarde van 100 £ zal zijn gezorgd;.
- Dirk zal aan Albertus van Voorne, schoonzoon van de testateur, echtgenoot van Willem's dochter Margaretha van Horn, betalen ürart de testateur nog schuldig is uit hoofde van het huwelijk en verder 1000 £ om zaken terug te geven, die hij zonder recht of reden heeft afgenomen.
zu Horn und Weert, Wilhelm I, 1244 Ererbung von Altena.
Kasteel Horn is gelegen aan de rand van het gelijknamige dorp Horn in Midden-Limburg, dat deel uitmaakt van de gemeente Leudal.
Het kasteel is een van de oudste, nog intacte middeleeuwse ringmuurburchten in Nederland. De burcht is gebouwd op een natuurlijke verhoging aan de Maas. De naam Horn, en haar alternatieve spellingen Horne, Hurnen en Hornin, stammen af van het Germaanse Hornjôn, wat "heuvel of hoek in een moerassig land" betekent. De Maas was de natuurlijke scheiding tussen Horn en het nabijgelegen Roermond; in 1342 werd de Maas echter verder oostwaarts verlegd, richting Roermond, waardoor het kasteel Horn meer afhankelijk werd van een eigen slotgracht als verdedigingsmechanisme.
Het kasteel dateert vermoedelijk al uit de 10e of 11e eeuw, en was oorspronkelijk in handen van zogenaamde roofridders, die inkomen verkregen door tolheffing op verkeer op de drukbevaren Maas. De oudst vermelde heerser van het gebied rondom het dorp Horn is Engelbert van Horn, zoon van Dirk van Horn. Het kasteel wordt voor het eerst vermeld in een brief uit 1243 waarin wordt vermeld dat Willem, Heer van Horn en Altena, het kasteel en het nabijgelegen dorp in leen heeft gekregen van de graaf van Loon.
Kasteel Horn is gelegen aan de rand van het gelijknamige dorp Horn in Midden-Limburg, dat deel uitmaakt van de gemeente Leudal.
Het kasteel is een van de oudste, nog intacte middeleeuwse ringmuurburchten in Nederland. De burcht is gebouwd op een natuurlijke verhoging aan de Maas. De naam Horn, en haar alternatieve spellingen Horne, Hurnen en Hornin, stammen af van het Germaanse Hornjôn, wat "heuvel of hoek in een moerassig land" betekent. De Maas was de natuurlijke scheiding tussen Horn en het nabijgelegen Roermond; in 1342 werd de Maas echter verder oostwaarts verlegd, richting Roermond, waardoor het kasteel Horn meer afhankelijk werd van een eigen slotgracht als verdedigingsmechanisme.
Het kasteel dateert vermoedelijk al uit de 10e of 11e eeuw, en was oorspronkelijk in handen van zogenaamde roofridders, die inkomen verkregen door tolheffing op verkeer op de drukbevaren Maas. De oudst vermelde heerser van het gebied rondom het dorp Horn is Engelbert van Horn, zoon van Dirk van Horn. Het kasteel wordt voor het eerst vermeld in een brief uit 1243 waarin wordt vermeld dat Willem, Heer van Horn en Altena, het kasteel en het nabijgelegen dorp in leen heeft gekregen van de graaf van Loon.
deze Willem is een zoon van Margaretha van Altena, de zus van Dirk III. Met Willem van Horne (1170-voor 1196) heeft zij twee zonen gekregen, geboren tussen 1195 en 1200; Willem en Engelbert. Er zijn genealogen die er van uitgaan dat deze Willem en Engelbert zonen zijn van Engelbertus III. Willem zou dan ca. 1170 geboren zijn en in 1264 ouder dan 90 jaar zijn overleden. Gegeven dat de gemiddelde levensverwachting van twintigjarigen in die tijd ca. 65 jaar was, lijkt het minder waarschijnlijk dat Willem over de 90 is geworden. Een leeftijd tussen de 60 en 65 jaar in 1264 lijkt meer waarschijnlijk. In deze stamboom is dan ook aangenomen dat deze Willem een kleinzoon is van Engelbertus III en de titel heer van Horne erfde van Engelbertus IV. Vader is dan Willem van Horne (1170 - ca. 1196).
Voor van de Boel begint de aantoonbare geschiedenis van de heren van Horne na 1200 met de twee hiervoor al genoemde broers, Willem en Engelbert van Horn. Zij komen herhaaldelijk voor in de akten van hun oom Dirk III van Altena. Zoals hiervoor al gezegd was de zuster van Dirk III van Altena gehuwd met de vader van de hiervoor genoemde Willem en Engelbert. Dirk III had geen wettige opvolger en zag de twee zonen van zijn zuster als zijn erfgenamen.
Willem erfde van Engelbertus IV van de Hornense kant voor 1219 Horne met een aantal andere dorpen en andere gebieden. Daarnaast erfde hij in 1242 ook van zijn oom Dirk van Altena. Hoofdzakelijk was dat het land van Altena en de heerlijkheid Cortessen bij Hasselt (Belgie). Hij werd zodoende de eerste heer van Horn en van Altena. In de registers van Roermond zal in 1236 de daar genoemde Wilhelmus de Horne en in 1244 de daar genoemde Wilhelmus, edelheer, ridder, heer van Altena allebei deze Willem zijn.
Willem I van Horne en Altena was tweemaal gehuwd. Van zijn eerste vrouw is weinig bekend (Klaversma, p.53). Zijn tweede vrouw had als voornaam Helwidis of Helwiga. Volgens een bekende genealoog van de Hornes, Goethals, behoorde zij tot de familie van Wickrath, een zijtak van de aanzienlijke Hochstadens die behoorden tot de oude geboorteadel (Klaversma, p. 51 en 52).
Er wordt vanuit gegaan dat de eerste vrouw van Willem kinderloos is overleden en dat Helwidis de stammoeder is geweeest van het geslacht Horne-Altena (Klaversma p.53).
In zijn testament (kort voor 1264) bepaalt Willem dat zijn oudste zoon Willem heer van Horne zal zijn en zijn zoon Dirk heer van Altena (Regesters van Roermond 1242 - 1264). Echter, omdat Dirk in 1272 kinderloos is overleden krijgt zijn broer Willen dan ook Altena. Hij wordt dan Willem I van Horne en Altena.
Voor deze stamboom zijn de Hornes vanaf Willem I van Horne en Altena verder niet aan de orde. Voor de afstamming van de Stammen gaan we verder met de nakomelingen van de broer van Willem I van Horne en Altena; Engelbertus, stamheer van de heren van Cranendonck.
Volgens de regesten van het archief Roermond schenkt Dirk III van Altena in 1220 goederen aan het Duitshuis te Schelluinen (ten Westen van Gorinchem). Getuigen zijn dan Willen Engelbert van Horne. Aangenomen dat zijn meerderjarig zijn, dan is een geboortejaar tussen 1195 en 1200 voor Willem van Horne en Altena en zijn broer Engelbert, aannemelijk.
In de regesten van Roermond wordt het testament van Wilhelmus, heer van Altena en Horne beschreven. Dit testament zal vermoedelijk kort voor 1164 zijn opgesteld.
Zij krijgt een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | NN | *1255 | 1 | 2 |
tr.
met
Jkv Dirkje van Polanen, dr. van Otto III van Asperen van Polanen (heer van Asperen) en Johanna van Voorst en Keppel (vrouw van Voerst en Keppel), geb. circa 1400, tr. met
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Reywaert | *1415 | †1468 | 53 | 1 | 1 |
tr.
met
Adriaan Jan Arntsz van Clootwijck, zn. van Reyer van Clootwijck (leenvolger overleden) en Jvr NN van Houweningen, geb. circa 1390, ovl. op 11 mei 1469, tr. met
Adriaan Jan Arntsz van Clootwijck.
Adriaen Jan Arntsz. (later "van Clootwijck") kocht op 24 febr. 1418 de ridderlijke hofstede "Clootwijck" (onder Almkerk) van Floris van Klootwijck Pontiaensz. (ex matre Lijsbeth Florisdr. van Dalem). Adriaen is zich pas daarna "van Clootwijck" gaan noemen. Er blijkt nergens dat hij tot het geslacht behoorde.
Als mogelijke vrouwen worden ook "een dochter van Reijmbert van der Brugge" en Johanna Willemsdr van Nederveen genoemd.
Bronnen: "Een speurtocht door de Langstraat (1500-1650)" door Mevr. A.I. Menalda-van der Hoeven (1981).
Een beschrijving van de leenheren van een leen te Giessen van plm. 20 morgen groot:.
24-03-1451 Adriaan Jan Arntsz van CLOOTWIJCK [1021] verwierf dit leen van Jan die Molenaar.
11-05-1469 Jan Reynaerts [1027] erfde het leen van zijn grootvader Adriaan [1021], het leen sloeg een generatie over omdat de vader van Jan, Reywaert Adriaensz van CLOOTWIJCK [1023] al reeds overleden was.
23-02-1519 Reijwaert Jansz van CLOOTWIJCK [1098] erfde het leen van zijn vader.
07-06-1536 Johan van CLOOTWIJCK [1100] (Jan de oude) erfde het leen van zijn vader.
01-07-1539 Johan van CLOOTWIJCK [1100] droeg het leen over aan Dirck Jacobsz van Giessendam.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Reywaert | *1415 | †1468 | 53 | 1 | 1 |
tr.
met
Jvr NN van Houweningen, tr. met
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Adriaan | *1390 | †1469 | 78 | 1 | 2 |
tr.
met
Reyer van Clootwijck, zn. van Wouther van Clootwijck (ridder) en Jvr Agnes Willemsdr van Rijswijck, geb. circa 1350, leenvolger overleden, ovl. na 1390, tr. met
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Adriaan | *1390 | †1469 | 78 | 1 | 2 |
tr.
met
Jvr Agnes Willemsdr van Rijswijck, dr. van Willem Jansz van Rijswijk en Margriet , tr. met
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Reyer | *1350 | †1390 | 40 | 1 | 1 |
tr.
met
Wouther van Clootwijck, zn. van Adriaen van Clootwijck (knaap) en Jenne Willemdr van Drongelen, geb. circa 1320, ridder, ovl. na 1340, tr. met
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Reyer | *1350 | †1390 | 40 | 1 | 1 |
tr. circa 1310
met
Jenne Willemdr van Drongelen, dr. van Willem van Heusden van Drongelen en Hedwig van de Merwede, tr. met
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Wouther | *1320 | †1340 | 20 | 1 | 1 |
tr. circa 1310
met
Adriaen van Clootwijck, zn. van Adriaen Danielszn van Clootwijck van der Merwede (Heer van Clootwijck in 1270 en 1298) en Jkv NN van Daelhem, geb. circa 1280, knaap, ovl. na 1322, tr. met
Adriaen van Clootwijck.
Clootwijck is de naam van een landgoed in ontwikkeling dat is gelegen tussen de plaats Almkerk en het Uitwijkse Veld. Het heeft betrekking op een gebied van ongeveer 50 ha. Dit is onderdeel van een groter landgoedontwikkelingsplan, het Clootwijckerbos, dat 210 ha omvat en zich uitsterkt van het Uitwijkse Veld tot de kom van Almkerk.
Clootwijck In dit gebied bevindt zich aan de Woudrichemse Weg de Clootwijckhoeve, een monumentale hoeve van het Altenase dwarsdeeltype waarvan het voorste deel uit 1618 en het achterste deel uit 1797. Deze op een stroomrug gebouwde hoeve is in de jaren 80 van de 20e eeuw gerestaureerd en is geklasseerd als rijksmonument.
Reeds vóór 1064 was dit goed in bezit van een tak van de familie Van der Merwede (of: Van der Merwe). In 1204 nam ene Daniël van der Merwede deel aan de inname van Constantinopel. Er is sprake van dat hier in 1381 een soort uithof van een klooster zou zijn gesticht. De Sint-Elisabethsvloed van 1421 verwoestte echter de gebouwen.
Telgen van de familie Van Clootwijcks namen ondertussen hoge posities in: ene Coenrardus van Clootwijck werd omstreeks 1385 abt van de Abdij van Berne; Pieter van Clootwijck (1530-1596) was in de Tachtigjarige Oorlog Prinsgezind en nam de stad Geertruidenberg in, waarop hij schout van deze stad werd. Een aantal grafstenen in de kerk van Geertruidenberg herinneren nog aan een aantal Van Clootwijcks.
In 1618 liet ene Johan van Clootwijck het in verval geraakte huis Clootwijck opknappen en de grachten weer uitdiepen, en werd de kelder en de opkamer verbouwd uitgebreid. Omstreeks 1671 kwam het goed Clootwijck in bezit van de familie Ten Hage. In 1797 werden de grachten gedempt en werd het geheel omgebouwd tot schans in het kader van wat later de Nieuwe Hollandse Waterlinie zou worden. Deze stond bekend als de Schans bij de hoeve Clootwijck. In 1816 werd het goed verkocht aan Pieter Swart, en de familie Swart zou het goed tot 1977 in eigendom hebben. Daarna begon de renovatie van de boerderij. Uiteindelijk kwam het in bezit van de familie Hak, welke vanaf 2000 plannen ontvouwde om hier een landgoed te ontwikkelen.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Wouther | *1320 | †1340 | 20 | 1 | 1 |
tr.
met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Aenke | †1557 | 1 | 5 |
tr.
met
Adriaan Anthonies de Jonge van Campen, tr. met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Aenke | †1557 | 1 | 5 |
tr. op 23 apr 1617
met
Anneke Tielemans [[XId], geb. te Vrijhoeve-Capelle circa 1585, ovl. te Capelle op 6 okt 1669, tr. met
Adriaan Dirks de Oude van Clootwijck en Anneke Tielemans
den 23. Aprill Arianen diericxzn van Clootwijck jonggezell van Cappell met Anneken Tilmansd. jonge dochter uijt de Vrijhoeven.
Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Ariaentje | *1629 | 's-Grevelduyns Cappelle | †1708 | Waspik | 79 | 1 | 0 |
tr. op 23 apr 1617
met
Adriaan Dirks de Oude van Clootwijck, zn. van Dirck Adriaensz van Clootwijck (Schout en Heiligengeestmeester) en Aenke Adriaensdr van Campen, tr. met
Adriaan Dirks de Oude van Clootwijck.
Adriaen Dirksz "de Oude" was in 1612 secretaris en schout in Zuidewijn-Capelle en woonde op de Nieuwevaart.
's-Grevelduin-Capelle R62, fol 80, .
6-5-1631: Afscheid tusschen de weduwe ende kijnderen van Adriaen Dircksz van Clootwijck den Ouden.
N.A. `s-Gravenhage 643, fol. 15, .
28-11-1668: Copie van testament in 's-Grevelduin-Capelle R66, fol.19v: Verklaring door dhr Suidewijn van Nijssen.. ten verzoeke van Johan Seijlmans, schout te Waspik dat hij heeft gekend: Dirck Adriaenszn. van Clootwijck, gehuwd met Aentien Adriaens van Campen, waaruit: Adriaen Dirckszn. van Clootwijck, secrtetaris van Suijdewijn gehuwd met Anna Tielmans, waaruit een dochter genaemd Adriaentken Adriaensdr. van Clootwijck, tegenwoordig gehuwd met Jan Seijlmans, bovengenoemd, die te samen hebben verwekt een zoon Adriaen van Clootwijck, geseijt Seijlmans. Verder vermeld een Jan Dirckszn. van Clootwijck, zijn neef, die een zoon was van Dirck Dirckszn en een kleinzoon van Dirck Adriaenszn van Clootwijck. Dirck Dirckszn. van Clootwijck was een broer van Adriaen Dirckszn. van Clootwijck.
Bronnen: D 's-Grev 1610-1625, 1626-1644, Taxatie Collaterale Successie 1610-1625 en opgave Piet Sanders.
Adriaan Dirks de Oude van Clootwijck en Anneke Tielemans
den 23. Aprill Arianen diericxzn van Clootwijck jonggezell van Cappell met Anneken Tilmansd. jonge dochter uijt de Vrijhoeven.
Uit dit huwelijk 5 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Ariaentje | *1629 | 's-Grevelduyns Cappelle | †1708 | Waspik | 79 | 1 | 0 |
otr. te 's-Grevelduyns Cappelle op 21 apr 1648, tr. te 's-Grevelduyns Cappelle op 20 mei 1648
met
Jan Wouters Zeijlmans (Seylmans, Seijlman), geb. in 1625, schout tot Waspik, otr. (2) te Geertruidenberg op 16 mrt 1664, tr. te Geertruidenberg op 4 mei 1664 met Gieltje Willems (Michielke) de Greef, ovl. op 5 apr 1685. Uit dit huwelijk 2 dochters, tr. (1) met
Jan Wouters Zeijlmans.
De zoon van Jan Woutersz Zeijlman en Ariaentje van Clootwijk, Adriaen, nam regelmatig de naam "van Clootwijck" aan. Eventueel werd er de toevoeging "gezegd Zeijlmans" gedaan. De kinderen van Adriaen (3 dochters) kregen wel weer de naam Zeijlmans.
Uit het Genealogisch Tijdschrift Midden, West en Noord Brabant jrg 19, blz 231: Verder bleek dat Elisabeth Zeilmans niet is gedoopt te Waspik 7-8-1684 maar te Waspik 23-11-1684. Zij is de dochter van Adriaen Janszn van Clootwijck, gezegd Zeijlmans en Margrietje Bastiaensdr Boeser. Dit blijkt uit "Groot Waspik r44, fol 214, 18-2-1713" Deling tussen Grietje Bastiaense Boeser en haar kinderen verwekt door Adriaen van Klootwijk gezegd Zeijlmans, met name Mayken, gehuwd met Steven Jansz Timmermans, Elisabeth gehuwd met Jacobus Hagoort en Geertruij gehuwd met Adriaen Schouten. Adriaen Janszn van Clootwijck, gezegd Zeijlmans was een zoon van Johannes Woutersz Zeijlmans die o.t/tr, `s.Gr-Capelle 21.4./20.5.1648 met Adriaentje Adriaensdr. Van Clootwijck. Bij de doop van Elisabeth stond als vader Adiraen Jansz van Clootwijck (dus zonder de naam Zeijlmans).