tr.
met
Beatrix van Bergen1, dr. van Hendrik van Bergen en Cornelie Jan Janszoonsdochter, ovl. in 1480.
Beatrix van Bergen.
Beatrix van Bergen is een dochter van Hendrik, bastaard van Bergen, en deze Hendrik was een onwettige zoon van Hendrik van Boutersem, heer van Bergen op Zoom. Hendrik van Boutersem wordt aangeduid als Hendrik III. Vreemd genoeg is alleen Hendrik I en Hendrik II bekend zijn a ls heren van Bergen op Zoom. Hendrik II van Boutersem is in 1419 overleden.
Bronnen:
1. | Ons Voorgeslacht (OV nieuw), Periodiek (OV), Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie, Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie, Rotterdam, vanaf 1946 (blz. 134) |
tr.
met
Jan van der Leck van Grimhuysen1, zn. van Johan III van Polanen, geb. circa 1390.
Bronnen:
1. | Ons Voorgeslacht (OV nieuw), Periodiek (OV), Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie, Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie, Rotterdam, vanaf 1946 (blz. 134) |
2. | Ons Voorgeslacht (OV nieuw), Periodiek (OV), Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie, Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie, Rotterdam, vanaf 1946 (blz. 133) |
tr. in 1947
met
Jaap (Jacob) Teeuwen, zn. van Arend Willem Hendrik Teeuwen (technisch bouwopzichter) en Catharina van Weeren, geb. Leiden op 7 jul 1914, hoofd openbare lagere school, ovl. Den Haag op 2 apr 2005.
Bronnen:
1. | K.O. register Y Leiden (T 080), RA Leiden, DTB Leiden, Y 23, NH, Leiden, van 1682 tot 1686 (20 apr 1685 blz. 230) |
tr. circa 1304 (circa 1300)
met
Jan I Jr (Jan II) Berthout gezegd van Berlaer5 (Berthot van Berlaer), zn. van Jean Berthout Seigneur de Grammene en Marie de Mortagne van Doornick, geb. Mechelen [België] in 1284, heer van Helmond en Keerbergen, ovl. in 1328, begr. Binderen [België] in de Abdij in 1328.
Jan I Jr Berthout gezegd van Berlaer.
Het geslacht Berthout van Berlaer, later kortweg Van Berlaer genoemd, stamde af van hoge Brabantse adel met bezittingen in de omgeving van Mechelen en Lier. In 1314 schonk hertog Jan III van Brabant de heerlijkheid Helmond, die tot dat moment eigendom was van de hertog, aan Jan I Berthout van Berlaer in ruil voor een aantal bezittingen in de buurt van Lier. Hiertoe behoorde ook een groot aantal cijnsinkomsten op goederen in Peelland. Verreweg de meeste van deze cijnzen waren ontstaan door het uitgeven van oorspronkelijk tot de gemene gronden behorende stukken land door de hertog.
Deze ruil was opmerkelijk omdat deze Lierse bezittingen bij lange na niet de waarde hadden van de Helmondse goederen. De reden voor deze schenking moet gezocht worden in de strijd om de macht aan het hertogelijk hof. Hertog Jan II was in oktober 1312 gestorven en zijn zoon Jan III was nog minderjarig zodat regenten het bestuur waarnamen. Eén van deze regenten was Floris Berthout, een verwant van Jan Berthout. In zijn positie van regent heeft Floris Berthout de jonge hertog kunnen bewegen tot deze, voor de hertog onvoordelige ruil, waarbij het Floris zal zijn gegaan om Jan Berthout aan zich te binden. Helaas voor Floris heeft deze manoeuvre echter niet kunnen verhinderen dat hij kort daarna als regent werd vervangen.
Jan III van Berlaer werd in 1361 op ongeveer elfjarige leeftijd heer van Helmond. Wel stond hij aanvankelijk onder voogdij van een familielid die ook Jan van Berlaer heette.
Jan I volgde zijn vader op en werd oa Heer van Berlaar; hij had ook enkele bezittingen bij Mechelen en bij Lier.
Op 5 juli 1314 ruilt hertog Jan III van Brabant met Jan II Berthout van Berlaar de heerlijkheid Helmond tegen een aantal renten die hij in leen hield van hertog Jan in de streek van Lier.
Enkele dagen later wordt Jan II dan beleend met de heerlijkheid Helmond, die een heerlijkheid werd en het zou blijven tot in 1425, bij de dood van de laatste afstammeling Jan IV.
Het oudste zegel van de schepen van Keerbergen dagtekent van 1308 en draagt een schild met drie palen met de tekst: "scabinorum de Kerberghe". Het was het wapen van de Heren van Berthout van Berlaer. De Raad van Adel heeft in 1955 vastgesteld dat de gemeente bewezen heeft dat haar schepenen het gevraagde wapen onder het ancien régime hebben gebruikt en dat aan het verzoek (om het wapen te gebruiken als gemeentewapen) waarvan sprake, een gunstig gevolg kan worden voorbehouden.
Jan II werd begraven in de Abdij van Binderen. (de Abdij van Binderen was een abdij in Helmond die rond 1244 werd gesticht door Maria van Brabant).
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Lodewijk III | *1306 | †1346 | Roosendaal | 40 | 1 | 5 |
1. | Afgeschermd, Periodiek, Kon. Ned. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde, ‘s-Gravenhage, vanaf 1883 |
2. | Floris V, een politieke moord in 1296 (B 207), Prof. dr. E.H.P. Cordfunke, Walburg Pers, Zutphen, 2011 (blz. 69) |
3. | De heren van Amstel 1105-1378 (AMS/AMS), Th.A.A.M. van Amstel, Verloren, ISBN nummer: 9065502998, Hilversum, 1999 (blz. 127) |
4. | De heren van Amstel 1105-1378 (AMS/AMS), Th.A.A.M. van Amstel, Verloren, ISBN nummer: 9065502998, Hilversum, 1999 (blz. 239) |
5. | Gens Nostra (GN), Nederlandse Genealogische Vereniging, Amsterdam, van 1946 tot 1995 |
tr.
met
Arnt de Rover ridder, zn. van Dirck (Arentsz Jansz) ridder de Roever (heer van Aerle Rixtel, Beek en Stiphout) en Jutta de Cocq van Waardenburg, geb. circa 1320, schepen in 1349, 1353, 1355, 1371 en 1378 van 's-Hertogenbosch, ovl. aldaar in 1384, tr. (1) met Catharina van Berlaer, dr. van Lodewijk III Berthout gezegd van Berlaer (Heer van Helmond (1328-1346), Heer van Keerbergen) en Johanna van Dinter-Benthem. Uit dit huwelijk een kind.
Arnt de Rover ridder.
Aernt die Roever was ridder en schepen van Den Bosch in de jaren 1349, 1353, 1355, 1371 en 1378. Hij is overleden in 1384. Aernt erfde van Willem van den Bosch de tiende van Hilvarenbeek en wordt als eigenaar vermeld in het leenboek van hertog Jan III van Brabant. Aernt die Roever was een zoon van Dieric die Roever, ridder en in 1315-1328 Hoogschout van Den Bosch en van Juutta die Cock Van Weerdenburch. Dierck en zijn broer ridder Edmond de Roever (schepen van Den Bosch in 1320-1328) die door Willem van den Bosch testamentair als zijn erfgenamen waren aangewezen waren zonen van ridder Aert de Roever, schepen van Den Bosch in 1277-1297. De tiende van Hilvarenbeek viel na het overlijden van Arnt Rover (1384) in drie delen uiteen. In het hertogelijke leenboek van 1440 worden als leenhouders Willem van den Rode, Aert van Vorsselare en het kapittel van Hilvarenbeek genoemd, elk voor een deel. Aert van Vorsselare had zijn deel in 1406 of 1407 verworven van zijn vader Jan bastaard Gerarts van Vorselaar en Willem van Roede had zijn part verworven van zijn grootmoeder Aleyt Rover (Sroevers), dochter van Arnt Rover uit zijn eerste huwelijk. Hoewel de leenboeken anders suggereren waren de drie parten niet even groot. Het kapittel en Jan van Vorselaar bezaten elk een derdedeel, maar Aleyt Sroevers en haar nakomelingen bezaten slechts een kwart. Het resterende twaalfdedeel duikt pas op in 1469, als de Bossche koopman en schepen Arnt Stamelaert Henricx van Uden het nalaat aan de tafel van de Heilige Geest te Hilvarenbeek.
Arnt (ThK een andere Aernt dus, een zoon?) had in 1442 van Willem Bruystens van Langelaer een ander deel van de tiende gekocht. Een memorie "aengaende den Xde van Beeck" van rond 1500 zegt duidelijk dat de riddertiende was verdeeld in twee delen. De helft was nog in particuliere handen en had de naam riddertiende aangenomen. Van de rest was een kwart van de cantor en bezaten de heilige-geesttafel van Hilvarenbeek en de kerkfabriek van de Sint-Janskerk te Den Bosch elk een achtste deel. Deze verhoudingen wijken af van wat in de leenboeken is geregistreerd. Om het nog ingewikkelder te maken waren de onderhoudslasten van kerk en toren van Hilvarenbeek weer anders verdeeld: de proost, de kapitteldeken met de plebaan en het kapittel van Hilvarenbeek moesten elk 20% opbrengen, de eigenaars van de riddertiende eveneens 20%, de cantor van Hilvarenbeek 10% en de Sint-Jansfabriek en de Beekse armentafel elk 5%. De dekanale tienden waarvan ook de plebaan profiteerde, waren echter de nieuwe tienden. Er werd dan ook veel geruziet tussen de eigenaars van de tienden over hun bijdragen aan het kerkonderhoud.
|
|
tr.
met
Armando Herman Dirk van Dodeweerd, zn. van Sander Dirk van Dodeweerd (broodbakker) en Lamberta Hendrika Kraaikamp, geb. Amsterdam op 18 sep 19291, ovl. Potsdam (D) op 1 jul 2018. |
1. | Amsterdam Gezinskaarten 1893-1938 (BR 013), Stadsarchief Amstedam, Amsterdam (18 aug 1929) |
tr.
met
drs Dirk Baldus Hagenbeek, zn. van drs Jan George Hagenbeek (econoom) en Berendina Hendrika Landwehr, geb. Rotterdam op 16 mrt 1945, econoom, ovl. Rotterdam op 18 okt 1997, begr. Noordwijk aan Zee. |
Uit dit huwelijk 2 dochters:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Bernadette | *1967 | Assen | 2 | 3 | |||
2 | Cindy | *1969 | Zwijndrecht | 1 | 1 |
relatie
met
Ing. Bernadette (Bernadette Mathilda) Hagenbeek, dr. van drs Dirk Baldus Hagenbeek (econoom) en Renée Reijers, geb. Assen op 8 nov 1967, kunstenaar Academie Beeldende Kunsten.
Uit deze relatie 2 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Izabella | *1999 | Rotterdam | 0 | 0 | |||
2 | Lukas | *2001 | Rotterdam | 0 | 0 |
tr. op 10 dec 2016
met
Ing. Bernadette (Bernadette Mathilda) Hagenbeek, dr. van drs Dirk Baldus Hagenbeek (econoom) en Renée Reijers, geb. Assen op 8 nov 1967, kunstenaar Academie Beeldende Kunsten.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Vos | *2010 | Delft | 0 | 0 |
relatie
met
Cindy (Cindy Epona) Hagenbeek, dr. van drs Dirk Baldus Hagenbeek (econoom) en Renée Reijers, geb. Zwijndrecht op 10 mei 1969.
Uit deze relatie een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Nick | *2001 | Amsterdam | 0 | 0 |
Bronnen:
1. | Doopboek Zutphen (D 483), Gelders Archief, DTB Zutphen, FS film 108881, NH, Zutphen, van 1700 tot 1788 (1 dec 1772) |
2. | Doopboek Zutphen (D 493), Gelders Archief, DTB Zutphen, FS film 108881, NH, Zutphen, van 1700 tot 1788 (24 jan 1740) |
3. | Trouwboek Zutphen (T 397), Gelders Archief, DTB Zutphen, FS film 108884, NH, Zutphen, van 1710 tot 1811 (22 nov 1772) |
4. | Doopboek Zutphen (D 493), Gelders Archief, DTB Zutphen, FS film 108881, NH, Zutphen, van 1700 tot 1788 (23 nov 1747) |
5. | Doopboek Zutphen (D 493), Gelders Archief, DTB Zutphen, FS film 108881, NH, Zutphen, van 1700 tot 1788 (25 apr 1751) |
tr. Zutphen op 29 okt 17391
met
Hendrina Aarssen van der Veen, geb. Beekbergen circa 1717.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Harmen | ~1740 | Zutphen | †1803 | 63 | 1 | 4 | |
2 | Harmina | ~1743 | Zutphen | 0 | 0 |
1. | Trouwboek Zutphen (T 397), Gelders Archief, DTB Zutphen, FS film 108884, NH, Zutphen, van 1710 tot 1811 (29 okt 1739) |
tr. circa 1285
met
Allaert Allaertsz1, zn. van Allaert I Dircksz Allaertsz, geb. na 1255, vermeld 1316, ovl. voor 1330, Hij krijgt geen kinderen.
Allaert Allaertsz.
Leefde in de dertiende/veertiende eeuw. Allaert behoorde tot dezelfde of een oudere generatie dan Allart Aegte Muysz, die in 1342 met land in Sarijnenhove, in de Zuidbuurt van Maasland (tegenwoordig Vlaardingen) wordt beleend. Dit land komt minstens vanaf Willem Allaertsz. (generatie 5) in de hier beschreven familie terecht vermeld Maasland 1316.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Heyn | *1290 | †1341 | 51 | 1 | 2 |
1. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 285) |
2. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 276) |
Hij krijgt een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Machtilde | *1255 | 1 | 1 |
1. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 276) |
2. | Ons Voorgeslacht (OV 006), OV 006 (blz. 285) |