Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Ygo | *975 | 1 | 1 |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Gale | *950 | †1026 | 76 | 1 | 1 |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jouke | *925 | †993 | 68 | 1 | 1 |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Ygo II | *900 | 1 | 1 |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Ygo | *875 | †929 | 54 | 1 | 1 |
tr.
met
Prinses Radbaud van Friesland, geb. in 825.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | YgoII | *845 | Stavoren | †910 | 65 | 1 | 1 |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Gale | *820 | Stavoren | Stavoren | 1 | 1 |
1. | Een stamboom in been (B 017), Dr B.K.S. Dijkstra, De Bataafsche Leeuw, 90-6707-258-3, 1991 (blz. 158) |
relatie
met
dochter Radboud 1, dr. van Radboud II (koning van Friesland), geb. circa 725.
Uit deze relatie een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Igo | *780 | 1 | 1 |
1. | Een stamboom in been (B 017), Dr B.K.S. Dijkstra, De Bataafsche Leeuw, 90-6707-258-3, 1991 (blz. 158) |
relatie
met
Uit deze relatie een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Igo | *780 | 1 | 1 |
1. | Een stamboom in been (B 017), Dr B.K.S. Dijkstra, De Bataafsche Leeuw, 90-6707-258-3, 1991 (blz. 158) |
tr.
met
Gale Igos Galama, zn. van Igo Gales Galama, geb. Stavoren circa 820, ovl. aldaar.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | YgoII | *845 | Stavoren | †910 | 65 | 1 | 1 |
tr.
met
Beroaldus (Beroald) van Friesland, zn. van Richoldus II van Friesland, geb. in 532, ovl. Rendlesham [Groot Brittanië] in 620.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Aldgillus I | *580 | †672 | Stavoren | 92 | 3 | 4 | |
2 | Audulf | *560 | †627 | 67 | 1 | 1 |
tr.
met
Aldgillus II (Aldgilles II) van Friesland2,1, zn. van Radboud I von Friesland (koning, hertog) en Auður Ivarsdatter van Denemarken van Holmgard (koningin), geb. Tournehem [Frankrijk] circa 675, Koning van Friesland (723-737), ovl. Tournehem [Frankrijk] in 741, begr. Stavoren, Hij krijgt geen kinderen.
Aldgillus II van Friesland.
Adgilt II, de zoon van Radboud, Koning van Friesland, was, volgens de meeste schrijvers, zijns vaders opvolger in de regering, welke hij in 723 zou hebben aanvaard. Men leest van hem, dat hij het Christendom had aangenomen en van vredelievenden aard was. Hij ondersteunde de Geestelijken in het prediken en verbreiden van het Christendom, en schijnt, even als zijn vader, het bewind ook over West-Friesland te bebben uitgeoefend, althans men leest van het stichten van Hoorn en Alkmaar onder zijne regering. Ofschoon hij het Christendom had aangenomen, ging de uitbreiding daarvan in Friesland niet voorspoedig, doch Adgilt wist, door zachtmoedigheid en klem, de zwarigheden te boven te komen. Hij leefde in rust en vrede met het Frankische bewind, met de geestelijkheid en met het volk; eindigde zijne regering in 737 en werd te Stavoren, bij de begraafplaats van zijn vader bijgezet. Hij liet twee zonen en een dochter na. De zonen waren Gondebalt, die zich aan het hof van Koning Theoderik III in Frankrijk had opgehouden en zijn vader in de regering opvolgde, en Radboud, die zich bij 's vaders overlijden aan het Deensche hof bevond. De dochter, Conivella, was met een voorname Fries, Adelbricus, gehuwd, die een slot bij Sexbierum had gesticht; vele goederen in die omstreken, de Bierumen genaamd, bezat, en de stamvader van het geslacht van Adelen was. .
Anno 720.
De zoon van Radbodus, Adgillus II werd door de Frankische Koning Karel Martel bevestigd als Koning van Friesland. Deze Karel wist ieder voorval te gebruiken om zijn rijk uit te breiden en om zijn gezag te versterken. Zo gelukte het hem om Raganfrid, die enigszins hersteld was van zijn vorige nederlaag, verder te vernederen.
Anno 730.
De Friezen werden, daartoe gedwongen of vrijwillig in hulpbenden, geleidelijk aan verwikkeld in de oorlogen van Karel Martel. De Saracenen, aanhangers van Mohammed, trokken met vrouwen en kinderen vanuit Spanje over de Pyreneeën met het voornemen om zich in Zuid-Frankrijk te vestigen. Karel verjoeg hen met een grote legermacht onder bijstand van de Friezen, maar na een korte poos vielen de Saracenen met honderduizenden Frankrijk binnen tot aan de Loire. Karel moest nu Eudes (die voor de eerste inval een verbond had gesloten met de Saracenen) te hulp schieten om de woeste benden te verdrijven. In deze veldtocht van Karel was een groot aantal Friezen, die -door hun dapperheid- veel bijdroegen aan de overwinning.
Slecht beloond door Karel werden de nu opstandige Friezen naar huis gestuurd. Mede door klachten van Willebrordus aangespoord, rustte Karel een grote vloot uit, trok aan op de Middelzee waar hij zijn leger ontscheepte en met zo'n woede op de Friezen aanvielen, dat de meesten daarvan verslagen werden en de overigen op de vlucht sloegen. Ook de Friese veldheer Poppo sneuvelde.
De Franken overstroomden nu bijna geheel Friesland, roofden wat hun beliefde, verbrandden de afgodstempels en bossen. Pas nadat de Friezen hun onderworpenheid aan Karel erkend hadden, vertrokken de Franken naar hun vaderland. Adgillus II, ( van 734-748?) als heerser over Friesland ten Oosten van het Vlie, zou zich ( als man van de vrede en voorstander van het Christendom) buiten deze oorlog gehouden hebben.
Een opmerkelijk personage onder de vele predikers, die de Friezen probeerden over te halen tot het Christendom, was de monnik Winfrid. Omstreeks het jaar 715 kwam hij over uit Engeland en verzocht Koning Radbodus om in Friesland te mogen prediken. Deze wilde daar niets van weten. Pas na de dood van Radbout en op aandrang van Willebrordus en abdis Bugga, trok Winfrid op West-Friesland aan.
Inmiddels waren, na de zege van Karel Martel op de Friezen waarbij de meeste afgodstempels waren neergehaald, op die plaatsen kerken en gebedshuizen gebouwd. De bejaarde kerkvorst Willebrordus was zó geïmponeerd door het werk van Winfrid, dat hij hem het ambt van Bisschop te Utrecht aanbood. Winfrid ( 37 jaar) vond zichzelf te jong daarvoor en wees het aanbod af. Maar in 723 werd hij te Rome ontboden en de Paus Gregorius II verhief hem tot Bisschop met de naam Bonifatius.
Overal in west-Europa werd nu Bonifatius aanbevolen als raadsman, apostel en als voorbeeld tot navolging. Hij begaf zich eerst naar Hessen en Thuringen, waar hij de afgoderij uitroeide en kerken en kloosters liet bouwen. Na de dood van Gregorius II, kwam Bonifatius in de gratie bij Paus Gegorius III en werd Bisschop van Mentz. .
Later kreeg hij zelfs de titel van aartsbisschop om zo alle andere geestelijken te kunnen leiden en in te wijden.
De Friese Koning Adgillus II overleefde de grote nederlaag van de Friezen niet lang. Hij stierf in het jaar 737 en liet Friesland na aan twee zonen, Gondobaldus en Radbodus, en twee dochters, Sandacella en Conovella. De laatste trouwde met de Friese edelman Adelbricus uit Sexbierum.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Radboud II | *700 | Stavoren | †754 | Stavoren | 54 | 1 | 2 |
1. | Schetzen van de Friesche Geschiedenis (B 029), Mr Daam Fockema, General Historical Collections, ISBN nummer: 9781241464516, mrt 2011 (blz. 76) |
2. | Een stamboom in been (B 017), Dr B.K.S. Dijkstra, De Bataafsche Leeuw, 90-6707-258-3, 1991 (blz. 158) |
tr. (1)
met
Auður Ivarsdatter van Denemarken van Holmgard, geb. Upsala [Norway], koningin, ovl. Jelling [Denemarken], begr. aldaar.
Uit dit huwelijk 2 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Aldgillus II | *675 | Tournehem [Frankrijk] | †741 | Tournehem [Frankrijk] | 66 | 2 | 1 |
Hij krijgt 2 dochters:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Heila | *700 | †757 | 57 | 1 | 1 | ||
2 | Theudesinde | *688 | †714 | 26 | 1 | 0 |
1. | Het ontstaan van Leiden. (B 021), Freek Lugt, Primavera Pers, 978-90-5997-126-4, Leiden, 2012 (blz. 26) |
2. | Rijnland in de donkere eeuwen (B 051), Freek Lugt, Primavera, Leiden, 2021 (blz. 142) |
3. | Een stamboom in been (B 017), Dr B.K.S. Dijkstra, De Bataafsche Leeuw, 90-6707-258-3, 1991 (blz. 158) |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Radboud I | *648 | Gardereige [Russian Federation] | †718 | Esens [Duitsland] | 70 | 2 | 4 |
1. | Een stamboom in been (B 017), Dr B.K.S. Dijkstra, De Bataafsche Leeuw, 90-6707-258-3, 1991 (blz. 158) |
Hij krijgt een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Beroaldus | *532 | †620 | Rendlesham [Groot Brittanië] | 88 | 1 | 2 |
tr.
met
Ritsersdr van Aurindilius, geb. circa 540.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Aldgillus I | *580 | †672 | Stavoren | 92 | 3 | 4 | |
2 | Audulf | *560 | †627 | 67 | 1 | 1 |
tr.
met
Haddinga prinses van Denemarken, geb. circa 435.
Uit dit huwelijk 3 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Richoldus II | *470 | †533 | 63 | 1 | 1 | ||
2 | Hengist | *449 | Friens | †488 | Kent [Groot Brittanië] | 39 | 0 | 0 |
3 | Horsa | †455 | Kent [Groot Brittanië] | 0 | 0 |
tr.
met
Odibaldus II (Hengest, Hengisten) van Friesland, zn. van Richoldus I I Uffo Otto en Odilba Haron, geb. Stavoren circa 415, Koning van Friesland (723-737), ovl. Stavoren in 470.
Odibaldus II van Friesland.
Veldheer onder zijn grootvader Adolf Haron Hertog van Friesland. De Friezen vochten mee met de Romeinen tegen Attila, Koning der Hunnen.
tussen 444 en 452 Stadhouder van Westfalen in Op Het Kasteel Te Dokkum.
van 452 tot 498 2e Koning van Friesland in Medemblik.
Hengist en Horsa. De Friesche overlevering stelt twee Hengisten en Horsaas, de eerste zonen van Udolf Haron, de tweede van den Frieschen koning Odilbald en van Haddinga, dochter van den koning van Denemarken. De Engelsche geschiedschrijvers noemen echter slechts éénen Hengist en Horsa, zonen van den Saksischen veldheer Witigisil; ook van den Bergh houdt deze voor Saxische opperhoofden. De togt door den laatsten omstreeks 470 of 527 naar Engeland ondernomen, is zeer onnaauwkeurig en verward geboekt, terwijl de eerste geheel fabelachtig is. Volgens de sage zou de tweede togt ondernomen zijn om wraak te nemen over den dood van Hengist en der Friesen. Op aanhouden zijner onderdanen, zond Richard II, zoon en opvolger van Odilbald, eene vloot, onder bevel zijner broeders Hengist en Horsa, naar Engeland, ter ondersteuning van koning Vortigern tegen de Picten en Schotten, die zij het land uitdreven. Vortigern beloont hen rijkelijk, en eene plaats in het zuiden des lands wordt hun ter woonstede aangewezen. Hier beramen zij het plan zich van Engeland meester te maken en laten tot dat doel vele landgenooten overkomen. De Britten, het [p. 586] gevaar ziende, sloten eene overeenkomst met hen, onder voorwaarden van hen eenige landerijen aftestaan en den gemeenen vijand steeds te zullen weren. Zij verbreken echter de belofte, nemen onverhoeds Vortigern gevangen, verzoenen zich met de Picten, trekken over den Humber en verwoesten alom het land. De Britten roepen hierop Ambrosius Aurelius, wiens vader en broeders vroeger door Vortigern waren ter dood gebragt, en die toen uit het rijk was gevlugt, terug. Deze stelt zich aan hun hoofd, vereenigt zich met de Schotten en zegepraalt in drie veldslagen over Friesen en Saksen. Nog eenmaal wagen dezen, door nieuwe hulpbenden versterkt, een inval in Cumberland; doch ook hier werden zij verslagen, Hengist zelf gevangen en de meesten der Friesen gedood. Die zich door de vlugt konden redden, namen onder het beleid van Hengist's zoon Occo, en zijn neef Horsa de wijk naar de grenzen van Schotland, waar zij zich nestelden en sedert zijn gebleven.
Uit dit huwelijk 3 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Richoldus II | *470 | †533 | 63 | 1 | 1 | ||
2 | Hengist | *449 | Friens | †488 | Kent [Groot Brittanië] | 39 | 0 | 0 |
3 | Horsa | †455 | Kent [Groot Brittanië] | 0 | 0 |
tr.
met
Odilba Haron, dr. van Adolf Odif Odibaldus Haron, geb. circa 380, ovl. in 450.
Richoldus I I Uffo Otto en Odilba Haron
Odilba Haron: mariage consaguin entre cousins Germains.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Odibaldus II | *415 | Stavoren | †470 | Stavoren | 55 | 1 | 3 |
2 | Folcwald | 0 | 0 |
tr.
met
Richoldus I I Uffo Otto (Uffo Otto I), zn. van Beroaldus Godwulf Folcwalda Sunu van Friesland en Zwin van Sincfala, geb. Friesland circa 370, ovl. Wijk bij Duurstede Dorestad in feb 435, begr. Teutoburg [Duitsland].
Richoldus I I Uffo Otto.
Eerste koning van Friesland, Hertog van Friesland.
Richoldus Uffo, de welke begon te regeeren Ao. Christi 392, ofte 393 ende was een stoutmoedig ende victorieus Prince.
Richoldus Uffo.
Anno 396. De regeerders van Friesland hadden, tot dezen tijd toe, den titel van Hertog gevoerd. Maar na de dood van Odolf Haron, kwam de regering aan Richoldus Uffo, welke zich den titel van Koning gaf. Onder het bewind van Koning Richoldus werd Friesland aanmerkelijk bebouwd, en alzoo met vele sterkten, gehuchten en dorpen bezet is geworden. De hoofdstad Stavoren werd aanmerkelijk verbeterd en ook met een sterk slot voorzien. Het tegenwoordige Fleuissen , ten noordoosten van Stavoren gelegen, was toen nog een groot bosch samen met het Kreiler bosch, waarin Richoldus een jagtslot bouwde.
Men verhaalt, dat er reeds in deze tijden Christenen onder de oude Friezen werden gevonden, en, dat er reeds vier kloosters of samenwoningen van Christenen gesticht waren, als Aedwirt (of Aduard) in Groningerland, te Blokzijl, te Winkel in West-Friesland en nog een in Oost-Friesland over de Eems. In de kort hier op volgende tijden, is echter het licht der waarheid, in deze landen, weder geheel door den nacht des Heidendoms verdrongen en uitgedoofd geworden.
Anno 442. De Noormannen hebben, onder Richoldus regering, wederom Friesland door hunne invallen ontrust. Een hoop dier stoute zeerovers landde in Groningerland, waar zij alles met roof en brand en schrik vervulden. Richoldus verzamelde wel in aller haast een leger, om de woeste Noormannen te verdrijven, doch de Friezen schoten in het eerste gevecht te kort, en verloren bij kasteel Gruneburg ( nu de stad Groningen) wel driehonderd man. Richoldus echter herstelde zich, sprak zijn volk moed in, en ging des anderen daags op de roovers los. Hij viel hen zoo onverziens en stoutmoedig aan, dat er wel negenhonderd Noormannen sneuvelden, terwijl de overigen door de overhaaste vlucht verstrooid geraakten, en weinigen naar hun land terug keerden.
In het jaar 435 hadden er in Friesland vreesselijke onweders plaats met hagelstenen ter grootte van een voet lang en een halve voet breed, die bedenkelijke schade veroorzaakten, zijnde er veel vee door omgekomen. De zee, door stormen aangestuwd, overstroomde het land, en er verdronken meer dan zeshonderd menschen.
Anno 442. Een deel van West-Friesland was door Friezen bevolkt. Dibbald, Hertog over West-Friesland deed zich, met goedvinden van zijn leenheer, den Frieschen Koning Richoldus, mede Koning noemen. Door eenen zoon van Dibbaldus werd het slot Haarlem gebouwd, het eerste begin dier stad.
De volken , die thans Batavie bewoonden, de Franken, Saxers en Saliërs, deden invallen in West-Friesland. Dibbald, niet in staat om de talrijke roofzuichtige benden te wederstaan, nam zijne toevlugt tot den Koning Richoldus. Deze, met zijne magt Dibbald te hulpe komende, heeft de vijanden verslagen, en alzoo West-Friesland van de ingevallen roovers gezuiverd.
Ook werden de Friezen tegen de invallen der Noormannen meer veilig, nadat eenen zoon van Richoldus, Odibaldus genaamd, getrouwd is met eene dochter van den koning van Denemarken, Haddinga genoemd. Tusschen de Friesche en Deense vorsten werd een vrede verbond gesloten voor den tijd van tien jaren. Odilbaldus werd Stadhouder van Westfalen, na den dood van den ouden Iglo Lascon op het kasteel te Dokkum.
Richoldus I I Uffo Otto en Odilba Haron
Odilba Haron: mariage consaguin entre cousins Germains.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Odibaldus II | *415 | Stavoren | †470 | Stavoren | 55 | 1 | 3 |
2 | Folcwald | 0 | 0 |